Veterelin 0,004 mg/ml
Notice – Version NL
VETERELIN 0,004 MG/ML
B. BIJSLUITER
Notice – Version NL
VETERELIN 0,004 MG/ML
BIJSLUITER
Veterelin 0,004 mg/ml oplossing voor injectie voor runderen, paarden, varkens en konijnen
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
LABORATORIOS CALIER, S.A.
C/ Barcelonès, 26 (Pla del Ramassà)
LES FRANQUESES DEL VALLÈS, (Barcelona)
SPANJE
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Veterelin 0,004 mg/ml oplossing voor injectie voor runderen, paarden, varkens en konijnen
Busereline (als busereline-acetaat)
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Elke ml heldere, kleurloze oplossing voor injectie bevat:
Werkzaam bestanddeel:
Busereline
0,004 mg
(Overeenkomend met busereline-acetaat 0,0042 mg)
Hulpstof:
Benzylalcohol (E 1519)
10 mg
4.
INDICATIES
Voor koeien:
- Ovulatie-inductie of uitgestelde ovulatie
- Behandeling van anoestrus.
- Behandeling van folliculaire cysten met of zonder symptomen van nymfomanie.
- Verhoging van het drachtigheidspercentage na kunstmatige inseminatie, alsook na oestrus
synchronisatie met een PGF2α-analoog. Resultaten kunnen variëren afhankelijk van de
fokomstandigheden.
Voor merries:
- Ovulatie-inductie voor een betere synchronisatie van de ovulatie met het tijdstip van dekking.
- Behandeling van folliculaire cysten met of zonder symptomen van nymfomanie.
Voor voedsters:
- Verhoging van het bevruchtingspercentage en ovulatie-inductie bij inseminatie post-partum.
Voor gelten:
- Ovulatie-inductie na oestrus synchronisatie met een progestageen-analoog (altrenogest) om een
éénmalige kunstmatige inseminatie mogelijk te maken.
5.
CONTRA-INDICATIES
Niet gebruiken bij dieren met een bekende overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of één
van de hulpstoffen.
Notice – Version NL
VETERELIN 0,004 MG/ML
6.
BIJWERKINGEN
Geen bekend.
Indien u ernstige bijwerkingen of andere reacties vaststelt die niet in deze bijsluiter worden vermeld,
wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.
7.
DIERSOORTEN WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
Rund, paard, varken en konijn.
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, WIJZE VAN GEBRUIK EN
TOEDIENINGSWEG
Bij runderen, paarden en konijnen is de meest aangewezen toedieningsweg intramusculaire injectie
(IM), maar het kan ook intraveneus (IV) of subcutaan (SC) worden geïnjecteerd.
Bij varkens is de meest aangewezen toedieningsweg intramusculaire injectie (IM), maar het kan ook
intraveneus (IV) worden geïnjecteerd.
Diersoort
Indicatie
Behandeling van anoestrus
Ovulatie-inductie
Uitgestelde ovulatie
Verhoging van het
drachtigheidspercentage na kunstmatige
inseminatie, alsook na
oestrussynchronisatie met een PGF2α-
analoog. Resultaten kunnen echter
variëren afhankelijk van de
fokomstandigheden.
Voor oestrussynchronisatie bij koeien op
basis van een vast 10-daags inseminatie
regime, het diergeneesmiddel toedienen
op dag 0, gevolgd door PGF2alpha
behandeling op dag 7, en een tweede
behandeling met het diergeneesmiddel op
dag 9 volgens de genoemde dosering.
Folliculaire cysten met of zonder
symptomen van nymfomanie
Behandeling van folliculaire cysten met
of zonder symptomen van nymfomanie
Ovulatie-inductie voor een betere
synchronisatie van de ovulatie met het
tijdstip van dekking
Ovulatie-inductie na oestrus
synchronisatie met een prostageen-
analoog (altrenogest) om een éénmalige
kunstmatige inseminatie mogelijk te
maken.
Het diergeneesmiddel toedienen 115-120
uur na het einde van synchronisatie met
progestageen. Een eenmalige
kunstmatige inseminatie uitvoeren 30-33
uur na toediening van het
µg busereline
per dier
20
20
10
ml
diergeneesmiddel
4µg/ml per dier
5
5
2,5
Koeien
10
2,5
20
40
40
10
5
10
10
2,5
Merries
Gelten
Notice – Version NL
VETERELIN 0,004 MG/ML
Voedsters
diergeneesmiddel.
Verbetering van het
bevruchtingspercentage
Ovulatie-inductie bij inseminatie post-
partum.
0,8
0,8
0,2
0,2
Het diergeneesmiddel éénmalig toedienen.
De flacon kan maximaal 20 maal aangeprikt worden.
9.
Geen.
10. WACHTTERMIJN
(Orgaan)vlees: 0 dagen.
Melk: 0 uren.
11.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ BEWAREN
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Niet bewaren boven 25ºC.
Bewaar het diergeneesmiddel in de buitenverpakking ter bescherming tegen licht.
Niet te gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket na EXP.
De uiterste gebruiksdatum verwijst naar de laatste dag van die maand
Na aanbreken binnen 8 uur gebruiken.
12.
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Contra-indicaties
Niet gebruiken bij dieren met een bekende overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of één
van de hulpstoffen.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Gelten:
Het gebruik van het diergeneesmiddel anders dan aanbevolen kan resulteren in de vorming van
folliculaire cysten, die de vruchtbaarheid en worpgrootte nadelig kunnen beïnvloeden. Een aseptische
techniek wordt aanbevolen.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door degene die het diergeneesmiddel aan de dieren
toedient
Vermijd contact van de oplossing met de ogen en huid. In geval van accidenteel contact, grondig met
water spoelen. Indien het diergeneesmiddel met de huid in contact komt dient deze grondig gereinigd
te worden met water en zeep aangezien GnRH-analoge diergeneesmiddelen door de huid geabsorbeerd
kunnen worden.
Zwangere vrouwen dienen het diergeneesmiddel niet toe te dienen, aangezien bij laboratoriumdieren is
aangetoond dat busereline foetotoxische eigenschappen heeft.
Vrouwen in de vruchtbare leeftijd dienen het diergeneesmiddel met de nodige voorzichtigheid toe te
dienen.
Bij toediening van het diergeneesmiddel dient men ervoor te zorgen dat accidentele zelf-injectie
vermeden wordt door de dieren voldoende te immobiliseren en de naald af te schermen tot het moment
van injectie.
In geval van accidentele zelfinjectie dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de
bijsluiter of het etiket te worden getoond.
Was de handen na gebruik.
Notice – Version NL
VETERELIN 0,004 MG/ML
Gebruik tijdens dracht, lactatie of leg
Gebruik wordt afgeraden tijdens de dracht en/of lactatie.
Speciale waarschuwingen voor elke diersoort waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is
Behandeling met een GnRH-analoog is alleen symptomatisch; de oorzaken van een
vruchtbaarheidsstoornis worden niet door deze behandeling weggenomen.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)
Na herhaalde toediening van een dosis van 3,5 ml product, kan bij gelten een verminderde
voedselconsumptie worden waargenomen na de 2e injectie. Dit effect is van voorbijgaande aard en
vraagt geen specifieke behandeling.
Onverenigbaarheden
Aangezien er geen onderzoek is verricht naar de verenigbaarheid, moet het diergeneesmiddel niet met
andere diergeneesmiddelen worden vermengd.
13. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE RESTANTEN HIERVAN
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de nationale
vereisten te worden verwijderd.
14. DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
September 2016
15. OVERIGE INFORMATIE
Lijst van verpakkingsgrootten:
Doos bevat:
1 x 10 ml flacon
1 x 20 ml flacon
5 x 10 ml flacon
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
BE-V395577
KANALISATIE
Op diergeneeskundig voorschrift.
VETERELIN 0,004 MG/ML
VETERELIN 0,004 MG/ML
BIJSLUITER
Veterelin 0,004 mg/ml oplossing voor injectie voor runderen, paarden, varkens en konijnen
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
LABORATORIOS CALIER, S.A.
C/ Barcelonès, 26 (Pla del Ramassà)
LES FRANQUESES DEL VALLÈS, (Barcelona)
SPANJE
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Veterelin 0,004 mg/ml oplossing voor injectie voor runderen, paarden, varkens en konijnen
Busereline (als busereline-acetaat)
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Elke ml heldere, kleurloze oplossing voor injectie bevat:
Werkzaam bestanddeel:
Busereline
0,004 mg
(Overeenkomend met busereline-acetaat 0,0042 mg)
Hulpstof:
Benzylalcohol (E 1519)
10 mg
4.
INDICATIES
Voor koeien:
- Ovulatie-inductie of uitgestelde ovulatie
- Behandeling van anoestrus.
- Behandeling van folliculaire cysten met of zonder symptomen van nymfomanie.
- Verhoging van het drachtigheidspercentage na kunstmatige inseminatie, alsook na oestrus
synchronisatie met een PGF2-analoog. Resultaten kunnen variëren afhankelijk van de
fokomstandigheden.
Voor merries:
- Ovulatie-inductie voor een betere synchronisatie van de ovulatie met het tijdstip van dekking.
- Behandeling van folliculaire cysten met of zonder symptomen van nymfomanie.
Voor voedsters:
- Verhoging van het bevruchtingspercentage en ovulatie-inductie bij inseminatie post-partum.
Voor gelten:
- Ovulatie-inductie na oestrus synchronisatie met een progestageen-analoog (altrenogest) om een
éénmalige kunstmatige inseminatie mogelijk te maken.
5.
CONTRA-INDICATIES
VETERELIN 0,004 MG/ML
6.
BIJWERKINGEN
Geen bekend.
Indien u ernstige bijwerkingen of andere reacties vaststelt die niet in deze bijsluiter worden vermeld,
wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.
7.
DIERSOORTEN WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
Rund, paard, varken en konijn.
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, WIJZE VAN GEBRUIK EN
TOEDIENINGSWEG
Bij runderen, paarden en konijnen is de meest aangewezen toedieningsweg intramusculaire injectie
(IM), maar het kan ook intraveneus (IV) of subcutaan (SC) worden geïnjecteerd.
Bij varkens is de meest aangewezen toedieningsweg intramusculaire injectie (IM), maar het kan ook
intraveneus (IV) worden geïnjecteerd.
ml
µg busereline
Diersoort
Indicatie
diergeneesmiddel
per dier
4µg/ml per dier
Behandeling van anoestrus
20
5
Ovulatie-inductie
20
5
Uitgestelde ovulatie
10
2,5
Verhoging van het
drachtigheidspercentage na kunstmatige
inseminatie, alsook na
oestrussynchronisatie met een PGF2-
analoog. Resultaten kunnen echter
variëren afhankelijk van de
Koeien
fokomstandigheden.
10
2,5
Voor oestrussynchronisatie bij koeien op
basis van een vast 10-daags inseminatie
regime, het diergeneesmiddel toedienen
op dag 0, gevolgd door PGF2alpha
behandeling op dag 7, en een tweede
behandeling met het diergeneesmiddel op
dag 9 volgens de genoemde dosering.
Folliculaire cysten met of zonder
20
5
symptomen van nymfomanie
Behandeling van folliculaire cysten met
40
10
of zonder symptomen van nymfomanie
Merries
Ovulatie-inductie voor een betere
synchronisatie van de ovulatie met het
40
10
tijdstip van dekking
Gelten
Ovulatie-inductie na oestrus
10
2,5
VETERELIN 0,004 MG/ML
diergeneesmiddel.
Verbetering van het
0,8
0,2
bevruchtingspercentage
Voedsters
Ovulatie-inductie bij inseminatie post-
0,8
0,2
partum.
Het diergeneesmiddel éénmalig toedienen.
De flacon kan maximaal 20 maal aangeprikt worden.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Geen.
10. WACHTTERMIJN
(Orgaan)vlees: 0 dagen.
Melk: 0 uren.
11.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ BEWAREN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Niet bewaren boven 25ºC.
Bewaar het diergeneesmiddel in de buitenverpakking ter bescherming tegen licht.
Niet te gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket na EXP.
De uiterste gebruiksdatum verwijst naar de laatste dag van die maand
Na aanbreken binnen 8 uur gebruiken.
12.
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Contra-indicaties
Niet gebruiken bij dieren met een bekende overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of één
van de hulpstoffen.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Gelten:
Het gebruik van het diergeneesmiddel anders dan aanbevolen kan resulteren in de vorming van
folliculaire cysten, die de vruchtbaarheid en worpgrootte nadelig kunnen beïnvloeden. Een aseptische
techniek wordt aanbevolen.
VETERELIN 0,004 MG/ML
Gebruik tijdens dracht, lactatie of leg
Gebruik wordt afgeraden tijdens de dracht en/of lactatie.
Speciale waarschuwingen voor elke diersoort waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is
Behandeling met een GnRH-analoog is alleen symptomatisch; de oorzaken van een
vruchtbaarheidsstoornis worden niet door deze behandeling weggenomen.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)
Na herhaalde toediening van een dosis van 3,5 ml product, kan bij gelten een verminderde
voedselconsumptie worden waargenomen na de 2e injectie. Dit effect is van voorbijgaande aard en
vraagt geen specifieke behandeling.
Onverenigbaarheden
Aangezien er geen onderzoek is verricht naar de verenigbaarheid, moet het diergeneesmiddel niet met
andere diergeneesmiddelen worden vermengd.
13. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE RESTANTEN HIERVAN
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de nationale
vereisten te worden verwijderd.
14. DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
September 2016
15. OVERIGE INFORMATIE
Lijst van verpakkingsgrootten:
Doos bevat:
1 x 10 ml flacon
1 x 20 ml flacon
5 x 10 ml flacon
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
BE-V395577
KANALISATIE
VETERELIN 0,004 MG/ML
BIJSLUITER
Veterelin 0,004 mg/ml oplossing voor injectie voor runderen, paarden, varkens en konijnen
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
LABORATORIOS CALIER, S.A.
C/ Barcelonès, 26 (Pla del Ramassà)
LES FRANQUESES DEL VALLÈS, (Barcelona)
SPANJE
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Veterelin 0,004 mg/ml oplossing voor injectie voor runderen, paarden, varkens en konijnen
Busereline (als busereline-acetaat)
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Elke ml heldere, kleurloze oplossing voor injectie bevat:
Werkzaam bestanddeel:
Busereline
0,004 mg
(Overeenkomend met busereline-acetaat 0,0042 mg)
Hulpstof:
Benzylalcohol (E 1519)
10 mg
4.
INDICATIES
Voor koeien:
- Ovulatie-inductie of uitgestelde ovulatie
- Behandeling van anoestrus.
- Behandeling van folliculaire cysten met of zonder symptomen van nymfomanie.
- Verhoging van het drachtigheidspercentage na kunstmatige inseminatie, alsook na oestrus
synchronisatie met een PGF2-analoog. Resultaten kunnen variëren afhankelijk van de
fokomstandigheden.
Voor merries:
- Ovulatie-inductie voor een betere synchronisatie van de ovulatie met het tijdstip van dekking.
- Behandeling van folliculaire cysten met of zonder symptomen van nymfomanie.
Voor voedsters:
- Verhoging van het bevruchtingspercentage en ovulatie-inductie bij inseminatie post-partum.
Voor gelten:
- Ovulatie-inductie na oestrus synchronisatie met een progestageen-analoog (altrenogest) om een
éénmalige kunstmatige inseminatie mogelijk te maken.
5.
CONTRA-INDICATIES
VETERELIN 0,004 MG/ML
6.
BIJWERKINGEN
Geen bekend.
Indien u ernstige bijwerkingen of andere reacties vaststelt die niet in deze bijsluiter worden vermeld,
wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.
7.
DIERSOORTEN WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
Rund, paard, varken en konijn.
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, WIJZE VAN GEBRUIK EN
TOEDIENINGSWEG
Bij runderen, paarden en konijnen is de meest aangewezen toedieningsweg intramusculaire injectie
(IM), maar het kan ook intraveneus (IV) of subcutaan (SC) worden geïnjecteerd.
Bij varkens is de meest aangewezen toedieningsweg intramusculaire injectie (IM), maar het kan ook
intraveneus (IV) worden geïnjecteerd.
ml
µg busereline
Diersoort
Indicatie
diergeneesmiddel
per dier
4µg/ml per dier
Behandeling van anoestrus
20
5
Ovulatie-inductie
20
5
Uitgestelde ovulatie
10
2,5
Verhoging van het
drachtigheidspercentage na kunstmatige
inseminatie, alsook na
oestrussynchronisatie met een PGF2-
analoog. Resultaten kunnen echter
variëren afhankelijk van de
Koeien
fokomstandigheden.
10
2,5
Voor oestrussynchronisatie bij koeien op
basis van een vast 10-daags inseminatie
regime, het diergeneesmiddel toedienen
op dag 0, gevolgd door PGF2alpha
behandeling op dag 7, en een tweede
behandeling met het diergeneesmiddel op
dag 9 volgens de genoemde dosering.
Folliculaire cysten met of zonder
20
5
symptomen van nymfomanie
Behandeling van folliculaire cysten met
40
10
of zonder symptomen van nymfomanie
Merries
Ovulatie-inductie voor een betere
synchronisatie van de ovulatie met het
40
10
tijdstip van dekking
Gelten
Ovulatie-inductie na oestrus
10
2,5
VETERELIN 0,004 MG/ML
diergeneesmiddel.
Verbetering van het
0,8
0,2
bevruchtingspercentage
Voedsters
Ovulatie-inductie bij inseminatie post-
0,8
0,2
partum.
Het diergeneesmiddel éénmalig toedienen.
De flacon kan maximaal 20 maal aangeprikt worden.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Geen.
10. WACHTTERMIJN
(Orgaan)vlees: 0 dagen.
Melk: 0 uren.
11.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ BEWAREN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Niet bewaren boven 25ºC.
Bewaar het diergeneesmiddel in de buitenverpakking ter bescherming tegen licht.
Niet te gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket na EXP.
De uiterste gebruiksdatum verwijst naar de laatste dag van die maand
Na aanbreken binnen 8 uur gebruiken.
12.
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Contra-indicaties
Niet gebruiken bij dieren met een bekende overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of één
van de hulpstoffen.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Gelten:
Het gebruik van het diergeneesmiddel anders dan aanbevolen kan resulteren in de vorming van
folliculaire cysten, die de vruchtbaarheid en worpgrootte nadelig kunnen beïnvloeden. Een aseptische
techniek wordt aanbevolen.
VETERELIN 0,004 MG/ML
Gebruik tijdens dracht, lactatie of leg
Gebruik wordt afgeraden tijdens de dracht en/of lactatie.
Speciale waarschuwingen voor elke diersoort waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is
Behandeling met een GnRH-analoog is alleen symptomatisch; de oorzaken van een
vruchtbaarheidsstoornis worden niet door deze behandeling weggenomen.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)
Na herhaalde toediening van een dosis van 3,5 ml product, kan bij gelten een verminderde
voedselconsumptie worden waargenomen na de 2e injectie. Dit effect is van voorbijgaande aard en
vraagt geen specifieke behandeling.
Onverenigbaarheden
Aangezien er geen onderzoek is verricht naar de verenigbaarheid, moet het diergeneesmiddel niet met
andere diergeneesmiddelen worden vermengd.
13. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE RESTANTEN HIERVAN
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de nationale
vereisten te worden verwijderd.
14. DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
September 2016
15. OVERIGE INFORMATIE
Lijst van verpakkingsgrootten:
Doos bevat:
1 x 10 ml flacon
1 x 20 ml flacon
5 x 10 ml flacon
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
BE-V395577
KANALISATIE