Vomend anti-emeticum 5 mg/ml/s.c. vial
Bijsluiter – NL Versie
VOMEND ANTI-EMETICUM 5 MG/ML
BIJSLUITER
VOMEND 5 mg/ml injectieoplossing voor honden en katten
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Dechra Regulatory BV
Handelsweg 25, 5531 AE Bladel
Nederland
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
Eurovet Animal Health BV
Handelsweg 25
5531 AE Bladel
Nederland
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
VOMEND ANTI-EMETICUM 5 mg/ml oplossing voor injectie voor honden en katten
Metoclopramide hydrochloride
3.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDDD(E)L(EN)
1 ml bevat:
Werkzaam bestanddeel:
Metoclopramide (als hydrochloride monohydraat)
equivalent aan metoclopramide hydrochloride
Hulpstof:
Benzylalcohol (E1519)
Heldere, kleurloze, waterige oplossing.
4.
INDICATIE(S)
4,457 mg
5 mg
18 mg
Symptomatische behandeling van braken en verminderde gastro-intestinale motiliteit, geassocieerd
met gastritis, pylorusspasme, chronische nefritis en digestieve intolerantie voor bepaalde
geneesmiddelen.
5.
CONTRA-INDICATIE(S)
Niet gebruiken in gevallen van gastro-intestinale perforatie of obstructie.
6.
BIJWERKINGEN
In zeer zeldzame gevallen
(minder dan 1 van de 10.000 dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)
werden
na de behandeling van honden en katten extrapiramidale stoornissen (agitatie, ataxie, abnormale
lichaamshouding en/of bewegingen, prostratie, tremor en agressie, vocalisatie) waargenomen.
Bijsluiter – NL Versie
VOMEND ANTI-EMETICUM 5 MG/ML
Deze bijwerkingen zijn van voorbijgaande aard en verdwijnen zodra de behandeling wordt
stopgezet.
In zeer zeldzame gevallen kunnen zich allergische reacties voordoen.
Indien u ernstige bijwerkingen of andersoortige reacties vaststelt die niet in deze bijsluiter worden
vermeld, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.
7.
DIERSOORT(EN) WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
Honden en katten.
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, WIJZE VAN GEBRUIK EN
TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair of subcutaan.
0,5 mg metoclopramide hydrochloride per kg lichaamsgewicht, indien nodig om de 6-8 uur.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
5,0 mg/10 kg (equivalent aan 1 ml/10 kg)
Injecties mogen om de 6 – 8 uur worden herhaald.
10.
WACHTTERMIJN(EN)
Niet van toepassing.
11.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ BEWAREN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking.
Niet te gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket en de doos na EXP.
Houdbaarheid na eerste opening van de primaire verpakking: 28 dagen.
12.
SPECIALE WAARSCHUWING(EN)
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Bij dieren met een verminderde lever- of nierfunctie moet de dosis (omwille van een verhoogd
risico op bijwerkingen) worden aangepast. Bij dieren met epilepsie toepassing vermijden. De
dosering nauwgezet opvolgen, in het bijzonder bij katten en kleine fokhonden.
Na langdurig braken moet een vocht- en elektrolytenvervangende therapie in overweging worden
genomen.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door degene die het geneesmiddel aan de dieren toedient
Handen wassen na het toedienen van het geneesmiddel.
In geval van accidentele zelfinjectie dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de
bijsluiter of het etiket te worden getoond.
In geval van ongewilde aanraking met de huid of ogen, deze onmiddellijk met veel water reinigen.
Indien bijwerkingen optreden dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en hem de
bijsluiter of het etiket te worden getoond.
Gebruik tijdens dracht of lactatie
Uit laboratoriumstudies bij laboratoriumdieren zijn geen gegevens naar voren gekomen die wijzen
op teratogene of foetotoxische effecten. Echter, studies bij laboratoriumdieren zijn beperkt en de
veiligheid van het werkzame bestanddeel werd niet geëvalueerd ten aanzien van de doeldieren.
Bijsluiter – NL Versie
VOMEND ANTI-EMETICUM 5 MG/ML
Gebruik van het product tijdens dracht en lactatie moet bepaald worden overeenkomstig de
baten/risicobeoordeling van de behandelend dierenarts.
Interactie(s) met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
In geval van gastritis dient het gebruik van anticholinerge geneesmiddelen (atropine) te worden
vermeden, omdat deze het effect van metoclopramide op de gastro-intestinale motiliteit kunnen
tegenwerken.
Er is geen contra-indicatie voor het gebruik van anticholinerge geneesmiddelen in geval van
gelijktijdige diarree.
Gelijktijdig gebruik van metoclopramide met neuroleptica die van phenotiazine (acepromazine) en
butyrofenonen zijn afgeleid, verhoogt het risico op extrapiramidale effecten (zie rubriek
Bijwerkingen).
Metoclopramide kan de werking van depressiva van het centrale zenuwstelsel potentiëren. In geval
van gelijktijdig gebruik is het raadzaam om de laagste dosering van metoclopramide te gebruiken
om zo een overmatige sedatie te voorkomen.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)
De meeste klinische tekenen die werden gerapporteerd na overdosering zijn bekende
extrapiramidale bijwerkingen (zie rubriek Bijwerkingen).
Bij afwezigheid van een specifiek antidoot, wordt het aanbevolen om het dier een rustige omgeving
te bieden totdat de extrapiramidale bijwerkingen zijn verdwenen.
Omdat metoclopramide snel wordt gemetaboliseerd en uitgescheiden, verdwijnen de bijwerkingen
over het algemeen snel.
Onverenigbaarheden
Niet vermengen met enig ander diergeneesmiddel.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE RESTANTEN
HIERVAN
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale
vereisten te worden verwijderd.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Januari 2020
15.
OVERIGE INFORMATIE
Verpakkingsgrootten:
1 flacon met 5 ml, 10 ml, 20 ml, 25 ml, 30 ml en 50 ml injectieoplossing.
1 flacon in een kartonnen doos.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
BE-V381805
Op diergeneeskundig voorschrift.
VOMEND ANTI-EMETICUM 5 MG/ML
BIJSLUITER
VOMEND 5 mg/ml injectieoplossing voor honden en katten
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Dechra Regulatory BV
Handelsweg 25, 5531 AE Bladel
Nederland
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
Eurovet Animal Health BV
Handelsweg 25
5531 AE Bladel
Nederland
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
VOMEND ANTI-EMETICUM 5 mg/ml oplossing voor injectie voor honden en katten
Metoclopramide hydrochloride
3.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDDD(E)L(EN)
1 ml bevat:
Werkzaam bestanddeel:
Metoclopramide (als hydrochloride monohydraat)
4,457 mg
equivalent aan metoclopramide hydrochloride
5 mg
Hulpstof:
Benzylalcohol (E1519)
18 mg
Heldere, kleurloze, waterige oplossing.
4.
INDICATIE(S)
Symptomatische behandeling van braken en verminderde gastro-intestinale motiliteit, geassocieerd
met gastritis, pylorusspasme, chronische nefritis en digestieve intolerantie voor bepaalde
geneesmiddelen.
5.
CONTRA-INDICATIE(S)
Niet gebruiken in gevallen van gastro-intestinale perforatie of obstructie.
6.
BIJWERKINGEN
In zeer zeldzame gevallen (minder dan 1 van de 10.000 dieren, inclusief geïsoleerde rapporten) werden
na de behandeling van honden en katten extrapiramidale stoornissen (agitatie, ataxie, abnormale
VOMEND ANTI-EMETICUM 5 MG/ML
Deze bijwerkingen zijn van voorbijgaande aard en verdwijnen zodra de behandeling wordt
stopgezet.
In zeer zeldzame gevallen kunnen zich allergische reacties voordoen.
Indien u ernstige bijwerkingen of andersoortige reacties vaststelt die niet in deze bijsluiter worden
vermeld, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.
7.
DIERSOORT(EN) WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
Honden en katten.
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, WIJZE VAN GEBRUIK EN
TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair of subcutaan.
0,5 mg metoclopramide hydrochloride per kg lichaamsgewicht, indien nodig om de 6-8 uur.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
5,0 mg/10 kg (equivalent aan 1 ml/10 kg)
Injecties mogen om de 6 8 uur worden herhaald.
10.
WACHTTERMIJN(EN)
Niet van toepassing.
11.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ BEWAREN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking.
Niet te gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket en de doos na EXP.
Houdbaarheid na eerste opening van de primaire verpakking: 28 dagen.
12.
SPECIALE WAARSCHUWING(EN)
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Bij dieren met een verminderde lever- of nierfunctie moet de dosis (omwille van een verhoogd
risico op bijwerkingen) worden aangepast. Bij dieren met epilepsie toepassing vermijden. De
dosering nauwgezet opvolgen, in het bijzonder bij katten en kleine fokhonden.
Na langdurig braken moet een vocht- en elektrolytenvervangende therapie in overweging worden
genomen.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door degene die het geneesmiddel aan de dieren toedient
Handen wassen na het toedienen van het geneesmiddel.
In geval van accidentele zelfinjectie dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de
bijsluiter of het etiket te worden getoond.
In geval van ongewilde aanraking met de huid of ogen, deze onmiddellijk met veel water reinigen.
Indien bijwerkingen optreden dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en hem de
bijsluiter of het etiket te worden getoond.
VOMEND ANTI-EMETICUM 5 MG/ML
Gebruik van het product tijdens dracht en lactatie moet bepaald worden overeenkomstig de
baten/risicobeoordeling van de behandelend dierenarts.
Interactie(s) met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
In geval van gastritis dient het gebruik van anticholinerge geneesmiddelen (atropine) te worden
vermeden, omdat deze het effect van metoclopramide op de gastro-intestinale motiliteit kunnen
tegenwerken.
Er is geen contra-indicatie voor het gebruik van anticholinerge geneesmiddelen in geval van
gelijktijdige diarree.
Gelijktijdig gebruik van metoclopramide met neuroleptica die van phenotiazine (acepromazine) en
butyrofenonen zijn afgeleid, verhoogt het risico op extrapiramidale effecten (zie rubriek
Bijwerkingen).
Metoclopramide kan de werking van depressiva van het centrale zenuwstelsel potentiëren. In geval
van gelijktijdig gebruik is het raadzaam om de laagste dosering van metoclopramide te gebruiken
om zo een overmatige sedatie te voorkomen.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)
De meeste klinische tekenen die werden gerapporteerd na overdosering zijn bekende
extrapiramidale bijwerkingen (zie rubriek Bijwerkingen).
Bij afwezigheid van een specifiek antidoot, wordt het aanbevolen om het dier een rustige omgeving
te bieden totdat de extrapiramidale bijwerkingen zijn verdwenen.
Omdat metoclopramide snel wordt gemetaboliseerd en uitgescheiden, verdwijnen de bijwerkingen
over het algemeen snel.
Onverenigbaarheden
Niet vermengen met enig ander diergeneesmiddel.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE RESTANTEN
HIERVAN
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale
vereisten te worden verwijderd.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Januari 2020
15.
OVERIGE INFORMATIE
Verpakkingsgrootten:
1 flacon met 5 ml, 10 ml, 20 ml, 25 ml, 30 ml en 50 ml injectieoplossing.
1 flacon in een kartonnen doos.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
BIJSLUITER
VOMEND 5 mg/ml injectieoplossing voor honden en katten
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Dechra Regulatory BV
Handelsweg 25, 5531 AE Bladel
Nederland
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
Eurovet Animal Health BV
Handelsweg 25
5531 AE Bladel
Nederland
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
VOMEND ANTI-EMETICUM 5 mg/ml oplossing voor injectie voor honden en katten
Metoclopramide hydrochloride
3.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDDD(E)L(EN)
1 ml bevat:
Werkzaam bestanddeel:
Metoclopramide (als hydrochloride monohydraat)
4,457 mg
equivalent aan metoclopramide hydrochloride
5 mg
Hulpstof:
Benzylalcohol (E1519)
18 mg
Heldere, kleurloze, waterige oplossing.
4.
INDICATIE(S)
Symptomatische behandeling van braken en verminderde gastro-intestinale motiliteit, geassocieerd
met gastritis, pylorusspasme, chronische nefritis en digestieve intolerantie voor bepaalde
geneesmiddelen.
5.
CONTRA-INDICATIE(S)
Niet gebruiken in gevallen van gastro-intestinale perforatie of obstructie.
6.
BIJWERKINGEN
In zeer zeldzame gevallen (minder dan 1 van de 10.000 dieren, inclusief geïsoleerde rapporten) werden
na de behandeling van honden en katten extrapiramidale stoornissen (agitatie, ataxie, abnormale
VOMEND ANTI-EMETICUM 5 MG/ML
Deze bijwerkingen zijn van voorbijgaande aard en verdwijnen zodra de behandeling wordt
stopgezet.
In zeer zeldzame gevallen kunnen zich allergische reacties voordoen.
Indien u ernstige bijwerkingen of andersoortige reacties vaststelt die niet in deze bijsluiter worden
vermeld, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.
7.
DIERSOORT(EN) WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
Honden en katten.
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, WIJZE VAN GEBRUIK EN
TOEDIENINGSWEG(EN)
Intramusculair of subcutaan.
0,5 mg metoclopramide hydrochloride per kg lichaamsgewicht, indien nodig om de 6-8 uur.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
5,0 mg/10 kg (equivalent aan 1 ml/10 kg)
Injecties mogen om de 6 8 uur worden herhaald.
10.
WACHTTERMIJN(EN)
Niet van toepassing.
11.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ BEWAREN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking.
Niet te gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket en de doos na EXP.
Houdbaarheid na eerste opening van de primaire verpakking: 28 dagen.
12.
SPECIALE WAARSCHUWING(EN)
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Bij dieren met een verminderde lever- of nierfunctie moet de dosis (omwille van een verhoogd
risico op bijwerkingen) worden aangepast. Bij dieren met epilepsie toepassing vermijden. De
dosering nauwgezet opvolgen, in het bijzonder bij katten en kleine fokhonden.
Na langdurig braken moet een vocht- en elektrolytenvervangende therapie in overweging worden
genomen.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door degene die het geneesmiddel aan de dieren toedient
Handen wassen na het toedienen van het geneesmiddel.
In geval van accidentele zelfinjectie dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de
bijsluiter of het etiket te worden getoond.
In geval van ongewilde aanraking met de huid of ogen, deze onmiddellijk met veel water reinigen.
Indien bijwerkingen optreden dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en hem de
bijsluiter of het etiket te worden getoond.
VOMEND ANTI-EMETICUM 5 MG/ML
Gebruik van het product tijdens dracht en lactatie moet bepaald worden overeenkomstig de
baten/risicobeoordeling van de behandelend dierenarts.
Interactie(s) met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
In geval van gastritis dient het gebruik van anticholinerge geneesmiddelen (atropine) te worden
vermeden, omdat deze het effect van metoclopramide op de gastro-intestinale motiliteit kunnen
tegenwerken.
Er is geen contra-indicatie voor het gebruik van anticholinerge geneesmiddelen in geval van
gelijktijdige diarree.
Gelijktijdig gebruik van metoclopramide met neuroleptica die van phenotiazine (acepromazine) en
butyrofenonen zijn afgeleid, verhoogt het risico op extrapiramidale effecten (zie rubriek
Bijwerkingen).
Metoclopramide kan de werking van depressiva van het centrale zenuwstelsel potentiëren. In geval
van gelijktijdig gebruik is het raadzaam om de laagste dosering van metoclopramide te gebruiken
om zo een overmatige sedatie te voorkomen.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)
De meeste klinische tekenen die werden gerapporteerd na overdosering zijn bekende
extrapiramidale bijwerkingen (zie rubriek Bijwerkingen).
Bij afwezigheid van een specifiek antidoot, wordt het aanbevolen om het dier een rustige omgeving
te bieden totdat de extrapiramidale bijwerkingen zijn verdwenen.
Omdat metoclopramide snel wordt gemetaboliseerd en uitgescheiden, verdwijnen de bijwerkingen
over het algemeen snel.
Onverenigbaarheden
Niet vermengen met enig ander diergeneesmiddel.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE RESTANTEN
HIERVAN
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale
vereisten te worden verwijderd.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Januari 2020
15.
OVERIGE INFORMATIE
Verpakkingsgrootten:
1 flacon met 5 ml, 10 ml, 20 ml, 25 ml, 30 ml en 50 ml injectieoplossing.
1 flacon in een kartonnen doos.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.