Wilzin 25 mg

BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Wilzin 25 mg harde capsules
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke harde capsule bevat 25 mg zink (overeenkomend met 83,92 mg zinkacetaatdihydraat).
Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Harde capsule.
Capsule met aqua blue opake dop en huis, met de opdruk "93-376”.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Behandeling van de ziekte van Wilson.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Men dient met de behandeling met Wilzin te beginnen onder toezicht van een arts die ervaring heeft in
het behandelen van de ziekte van Wilson (zie rubriek 4.4). Wilzin is een levenslange therapie.
Er is geen verschil in dosis tussen symptomatische en presymptomatische patiënten.
Wilzin is verkrijgbaar in harde capsules van 25 mg of 50 mg.
Volwassenen:
De gebruikelijke dosis is 3-maal daags 50 mg met een maximale dosis van 5-maal daags
50 mg.
Kinderen en adolescenten:
Gegevens over kinderen onder de 6 jaar zijn zeer beperkt, maar daar de ziekte volledig
penetrant is, dient profylactische behandeling zo vroeg mogelijk overwogen te worden. De
aanbevolen dosis is als volgt:
- van 1 tot 6 jaar: tweemaal daags 25 mg
- van 6 tot 16 jaar bij een lichaamsgewicht van minder dan 57 kg: driemaal daags 25 mg
- vanaf 16 jaar of wanneer het lichaamsgewicht hoger is dan 57 kg: driemaal daags 50 mg.
Zwangere vrouwen:
Een dosis van 3-maal daags 25 mg is gewoonlijk effectief maar de dosis dient aangepast te
worden aan koperspiegels (zie rubriek 4.4 en rubriek 4.6).
In alle gevallen dient de dosis aangepast te worden in overeenstemming met therapeutische observatie
(zie rubriek 4.4.).
Wilzin moet tenminste 1 uur vóór, of 2-3 uur na het eten op een lege maag worden ingenomen. In het
geval van gastrische intolerantie die vaak optreedt bij de ochtenddosis, kan deze dosis worden
uitgesteld tot halverwege de ochtend, tussen ontbijt en lunch. Het is ook mogelijk Wilzin met wat
proteïne te nemen, zoals vlees (zie rubriek 4.5).
Bij kinderen die geen capsules kunnen doorslikken, dienen zij geopend en de inhoud in wat water
opgelost te worden (mogelijk met suiker of siroop gezoet water).
2
Wanneer een patiënt voor onderhoudstherapie van chelatietherapie wordt overgeschakeld op Wilzin,
dient de chelatietherapie voortgezet te worden en gedurende 2 tot 3 weken gelijktijdig toegediend te
worden daar dit de tijd is die nodig is om de zinkbehandeling maximale metallothioneïne-inductie te
laten induceren en de koperabsorptie volledig te blokkeren. De toediening van de chelatiebehandeling
en Wilzin dient minstens een uur na elkaar plaats te vinden.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de hulpstoffen.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
In verband met zijn aanvankelijk trage werking wordt zinkacetaatdihydraat afgeraden voor de
aanvangstherapie van symptomatische patiënten. Symptomatische patiënten moeten aanvankelijk
worden behandeld met een chelatiemiddel; zodra de koperspiegels zich onder toxische drempels
bevinden en patiënten klinisch stabiel zijn, kan onderhoudsbehandeling met Wilzin worden
overwogen.
Desondanks zou in afwachting van door zink geïnduceerde duodenale metallothioneïneproductie en
als gevolg effectieve remming van koperabsorptie, aanvankelijk zinkacetaatdehydraat kunnen worden
toegediend aan symptomatische patiënten in combinatie met een chelatiemiddel.
Hoewel het zelden voorkomt, kan in het begin van de behandeling klinische verslechtering optreden,
zoals ook is gemeld met chelatiemiddelen. Of dit verband houdt met mobilisatie van kopervoorraden
of met de natuurlijke geschiedenis van de ziekte is nog niet duidelijk. In deze situatie wordt een
verandering van therapie geadviseerd.
Bij het overschakelen van patiënten met portale hypertensie van een chelatiemiddel naar Wilzin is
voorzichtigheid geboden, wanneer dergelijke patiënten het goed doen en de behandeling wordt
getolereerd. Twee patiënten uit een serie van 16 overleden als gevolg van leverdecompensatie en
geavanceerde portale hypertensie nadat zij van penicillamine werden overgeschakeld op zinktherapie.
Therapeutische observatie
Het doel van de behandeling is het plasma vrij te houden van koper (ook bekend als niet-
ceruloplasmineplasmakoper) lager dan 250 microgram/l (normaal: 100-150 microgram/l) en de
koperuitscheiding in de urine lager dan 125 microgram/24 u (normaal: < 50 microgram/24 u). Het
niet-ceruloplasmineplasmakoper wordt berekend door de ceruloplasmine-gebonden koper af te trekken
van het totale plasmakoper, waarbij ervan wordt uitgegaan dat elke milligram ceruloplasmine 3
microgram koper bevat.
De uitscheiding van koper in urine is alleen een nauwkeurige weergave van lichaamsbelasting met
teveel koper wanneer patiënten geen chelatietherapie ontvangen. Koperniveaus in de urine worden
gewoonlijk verhoogd met chelatietherapie zoals penicillamine of triëntine.
De hoeveelheid koper in de lever kan niet worden gebruikt voor het reguleren van de therapie daar het
geen onderscheid maakt tussen mogelijk toxisch, vrij koper en metallothioneïnegebonden koper.
Bij behandelde patiënten kunnen analyses van urine- en/of plasmazink een nuttige maatregel zijn voor
behandelingscompliantie. Waarden van zink in de urine boven 2 mg/24 u en van plasmazink boven
1250 microgram/l wijzen gewoonlijk op een adequate compliantie.
Zoals met alle anti-kopermiddelen brengt overbehandeling het risico van koperdeficiëntie met zich
mee, hetgeen vooral schadelijk is voor kinderen en zwangere vrouwen daar men koper nodig heeft
voor een goede groei en geestelijke ontwikkeling. Bij deze patiënten dienen de urinekoperniveaus iets
boven de bovenlimiet van normaal of in het hoge normale bereik te liggen (d.w.z. 40 – 50
microgram/24 u).
Laboratoriumfollow-up inclusief hematologische bewaking en bepaling van lipoproteïnen dienen ook
uitgevoerd te worden om vroege verschijnselen van koperdeficiëntie, zoals anemie en/of leukopenie
resulterend uit beenmergdepressie en verlaging van de HDL-cholesterol en HDL/totaal cholesterol
ratio, te detecteren.
3
Omdat een kopertekort ook myeloneuropathie tot gevolg kan hebben, moeten artsen bedacht zijn op
sensorische en motorische symptomen en verschijnselen die mogelijk kunnen wijzen op beginnende
neuropathie of myelopathie bij patiënten die worden behandeld met Wilzin.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Andere antikopermiddelen
Er zijn farmacodynamische onderzoeken verricht bij patiënten met de ziekte van Wilson met de
combinatie van Wilzin (driemaal daags 50 mg) met ascorbinezuur (eenmaal daags 1 g), penicillamine
(viermaal daags 250 mg) en triëntine (viermaal daags 250 mg). Zij toonden geen significant algemeen
effect op de koperbalans hoewel milde interactie van zink met chelators (penicillamine en triëntine)
kon worden opgemerkt met lagere fecale maar met hogere urinekoper uitscheiding in vergelijking met
alleen zink. Dit komt waarschijnlijk deels door enige mate van complexvorming met zink door de
chelator, waardoor het effect van beide werkzame stoffen wordt verminderd.
Wanneer een patiënt voor onderhoudstherapie van chelatietherapie wordt overgeschakeld op Wilzin,
dient de chelatietherapie voortgezet te worden en gedurende 2 tot 3 weken gelijktijdig toegediend te
worden daar dit de tijd is die nodig is om de zinkbehandeling maximale metallothioneïne-inductie te
laten induceren en de koperabsorptie volledig te blokkeren. De toediening van de chelatiebehandeling
en Wilzin dient minstens een uur na elkaar plaats te vinden.
Andere medicinale producten
De absorptie van zink kan worden verlaagd door ijzer- en calciumsupplementen, tetracyclinen en
fosfor bevattende verbindingen, terwijl zink de absorptie van ijzer, tetracyclinen, fluorchinolonen kan
verminderen.
Voedsel
Onderzoeken van de gelijktijdige toediening van zink met voedsel uitgevoerd bij gezonde vrijwilligers
hebben aangetoond dat de absorptie van zink bij veel voedingsmiddelen aanzienlijk werd vertraagd
(inclusief brood, hardgekookte eieren, koffie en melk). Stoffen in voedsel, met name fytaten en vezels,
binden zink en voorkomen dat het in de intestinale cellen komt. Proteïne leek echter het minst te
storen.
4.6
Zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Volgens de gegevens over een klein aantal gevallen van blootstelling tijdens de zwangerschap bij
patiënten met de ziekte van Wilson heeft zink geen nadelige effecten op de gezondheid van de
embryo/foetus en moeder. Vijf miskramen en 2 aangeboren afwijkingen (microcefalie en te corrigeren
hartdefect) werden gemeld op 42 zwangerschappen.
Uit experimenteel onderzoek bij dieren naar de effecten van verschillende zinkzouten zijn geen directe
of indirecte schadelijke effecten naar voren gekomen op zwangerschap, de ontwikkeling van het
embryo/de foetus, de bevalling of de postnatale ontwikkeling (zie rubriek 5.3).
Het is uitermate belangrijk dat zwangere patiënten met de ziekte van Wilson hun behandeling
voortzetten tijdens de zwangerschap. Welke behandeling men zou moeten gebruiken, zink of
chelatiemiddel, dient door de arts te worden beslist. De dosis dient aangepast te worden om zeker te
stellen dat de foetus geen koperdeficiëntie krijgt en een nauwlettende observatie van de patiënte is
absoluut noodzakelijk (zie rubriek 4.4).
Borstvoeding
Zink wordt uitgescheiden in humane borstvoeding en door zink geïnduceerde koperdeficiëntie kan
zich voordoen bij een baby die borstvoeding krijgt. Daarom dient het geven van borstvoeding
vermeden te worden tijdens de behandeling met Wilzin.
4
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en van het vermogen om machines te bedienen
Er is geen onderzoek verricht met betrekking tot de effecten op de rijvaardigheid en op het vermogen
om machines te bedienen.
4.8
Bijwerkingen
Gemelde ongunstige reacties worden hieronder vermeld, zowel volgens systeemorgaanklasse als
volgens frequentie.
Frequenties worden gedefinieerd als: zeer vaak (≥ 1/10), vaak (≥1/100 tot <1/10), soms (≥1/1.000 tot
<1/100), zelden (≥ 1/10.000 tot < 1/1.000), zeer zelden (< 1/10,000), niet bekend (kan met de
beschikbare gegevens niet worden bepaald).
Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst).
Systeem /orgaanklasse
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Maagdarmstelselaandoeningen
Onderzoeken
Bijwerkingen
soms:
vaak:
vaak:
sideroblastaire anemie, leukopenie
gastrische irritatie
bloedamylase, lipase en alkalische
fosfatase verhoogd
Anemia kan micro-, normo- of macrocytisch zijn en gaat vaak samen met leukopenie. Onderzoek van
beenmerg brengt gewoonlijk karakteristieke "geringde sideroblasten" (d.w.z. ontwikkelende rode
bloedcellen die met ijzer verzadigde paranucleaire mitochondria bevatten) aan het licht. Zij kunnen
vroege aanwijzingen zijn van koperdeficiëntie en kunnen zich snel herstellen na verlaging van de
zinkdosering. Zij moeten echter onderscheiden worden van hemolytische anemie die gewoonlijk
optreedt bij verhoogd serumvrij koper bij een ongecontroleerde ziekte van Wilson.
De meest voorkomende bijwerking is maagirritatie. Deze is gewoonlijk het ergst bij de eerste
ochtenddosis en verdwijnt na de eerste behandelingsdagen. Door de eerste dosis uit te stellen tot
halverwege de ochtend of de dosis in te nemen met wat proteïne zullen de symptomen gewoonlijk
verlichten.
Verhogingen van serum alkalische fosfatase, amylase en lipase kunnen zich na een behandelingstijd
van een paar weken voordoen, waarbij de niveaus gewoonlijk binnen en behandelingstermijn van een
tot twee jaar terugkeren tot hoog normaal.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
In de literatuur zijn drie gevallen van acute orale overdosering met zinkzouten (sulfaat of gluconaat)
gemeld. Een vrouw van 35 overleed op de vijfde dag na het innemen van 6 g zink (40 keer de
voorgestelde therapeutische dosis) en dit werd toegeschreven aan nierfalen en hemorragische
pancreatitis met hyperglycemische coma. Dezelfde dosis heeft geen symptomen geproduceerd behalve
braken bij een adolescent die werd behandeld door middel van volledige darmspoeling.
Een andere adolescent die 4 g zink had ingenomen had na 5 uur een serumzinkspiegel van ongeveer
50 mg/l en ondervond alleen ernstige misselijkheid, braken en duizeligheid.
5
Voor de behandeling van een overdosis dient met zo snel mogelijk een maagspoeling of geïnduceerd
braken toe te passen om niet-geabsorbeerd zink te verwijderen. Men dient chelatietherapie met zware
metalen te overwegen wanneer de plasmazinkspiegels sterk verhoogd zijn (> 10 mg/l).
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: diverse spijsverteringskanaal- en metabolismeproducten, ATC-code:
A16AX05.
De ziekte van Wilson (hepatolenticulaire degeneratie) is een autosomaal recessief metabolisch defect
in leverexcretie van koper in de gal. Koperstapeling in de lever leidt tot hepatocellulair letsel en
tenslotte cirrhosis. Wanneer de levercapaciteit om koper op te slaan is overschreden komt koper vrij in
het bloed en wordt opgenomen op extra-hepatische locaties, zoals de hersenen, hetgeen resulteert in
motorische stoornissen en psychiatrische manifestaties. Patiënten kunnen klinisch voornamelijk
hepatische, neurologische of psychiatrische symptomen vertonen.
Het actieve deel in zinkacetaatdihydraat is zinkkation, dat de intestinale absorptie van koper uit het
voedsel en de herabsorptie van endogeen uitgescheiden koper blokkeert. Zink induceert de productie
van metallothioneïne in de enterocyt, een proteïne die koper bindt en daarbij voorkomt dat het in het
bloed terechtkomt. Het gebonden koper wordt dan na desquamatie van de intestinale cellen
geëlimineerd in de ontlasting.
Farmacodynamische onderzoeken van kopermetabolisme bij patiënten met de ziekte van Wilson
omvatten bepalingen van netto koperbalans en radiogelabelde koperopname. Een dagelijks regime van
150 mg Wilzin in drie toedieningen is effectief gebleken in het aanzienlijk verlagen van
koperabsorptie en het induceren van een negatieve koperbalans.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Daar het werkingsmechanisme van zink een effect is op het opnemen van koper op het niveau van de
intestinale cel, blijken farmacokinetische evaluaties op basis van bloedzinkspiegels geen nuttige
informatie te geven over zinkbiobeschikbaarheid op de werkingsplek.
Zink wordt geabsorbeerd in de dunne darm en de absorptiekinetiek suggereert bij hogere doses een
neiging tot verzadiging. Fractionele zinkabsorptie is negatief gecorreleerd met zinkopname. Het
varieert van 30 tot 60% bij gebruikelijke opname van voedsel (7-15 mg/d) en neemt af tot 7% bij
farmacologische doses van 100 mg/d.
In het bloed wordt ongeveer 80% van geabsorbeerd zink gedistribueerd naar erytrocyten, waarbij het
grootste deel van het restant wordt gebonden aan albumine en andere plasmaproteïnen. De lever is de
belangrijkste opslagplaats voor zink en hepatische zinkniveaus worden verhoogd tijdens
onderhoudsbehandeling met zink.
De plasma-eliminatiehalfwaardetijd van zink bij gezonde proefpersonen na een dosis van 45 mg is
rond 1 uur. De eliminatie van zink resulteert voornamelijk via fecale uitscheiding en relatief weinig
via urine en transpiratie. De fecale uitscheiding is voor het grootste deel te danken aan het passeren
van niet-geabsorbeerd zink, maar is ook het gevolg van endogene intestinale uitscheiding.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Er zijn preklinische onderzoeken gedaan met zinkacetaat en met andere zinkzouten. Beschikbare
farmacologische en toxicologische gegevens hebben grote overeenkomsten aangetoond tussen
zinkzouten en onder diersoorten.
6
De orale LD50 is ongeveer 300 mg zink/kg lichaamsgewicht (ongeveer 100 tot 150 keer de menselijke
therapeutische doses). Toxiciteitsonderzoeken met herhaalde dosis hebben aangetoond dat de NOEL
(No Observed Effect Level – Geen geobserveerd effectniveau) ongeveer 95 mg zink/kg
lichaamsgewicht (ongeveer 48 keer de menselijke therapeutische dosis) is.
Het evidentie belang , uit
in vitro
en
in vivo
tests, geeft aan dat zink geen klinische relevante
genotoxische activiteit heeft.
Uitgevoerde reproductietoxicologie-onderzoeken met andere zinkzouten hebben geen klinisch
relevante aanwijzingen getoond van embryotoxiciteit, foetotoxiciteit of teratogeniciteit.
Er is geen conventioneel carcinogeniciteitsonderzoek gedaan met zinkacetaatdihydraat.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Inhoud van capsule
maïszetmeel
magnesiumstearaat.
Schaal van capsule
gelatine
titaandioxide (E171)
brilliant blue FCF (E133)
Drukinkt
ijzeroxidezwart (E172)
schellak
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
3 jaar.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Niet bewaren boven 25°C.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Witte HDPE-fles die is voorzien van een polypropyleen en HDPE sluiting en een opvulling bevat
(wattenspiraal). Elke fles bevat 250 capsules.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Recordati Rare Diseases
Immeuble “Le Wilson”
70 avenue du Général de Gaulle
F-92800 Puteaux - Frankrijk
7
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/286/001
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN
DE VERGUNNING
Datum van verlening van de eerste vergunning: 13 oktober 2004
Datum van laatste hernieuwing: 13 oktober 2009
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europese
Geneesmiddelen Bureau (EMA):http://www.ema.europa.eu
8
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Wilzin 50 mg harde capsules
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke harde capsule bevat 50 mg zink (overeenkomend met 167,84 mg zinkacetaatdihydraat).
Hulpstoffen:
Elke capsule bevat 1,75 mg sunset yellow FCF (E110)
Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Harde capsule.
Capsule met oranje opake dop en huis, met de opdruk "93-377”.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Behandeling van de ziekte van Wilson.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Men dient met de behandeling met Wilzin te beginnen onder toezicht van een arts die ervaring heeft in
het behandelen van de ziekte van Wilson (zie rubriek 4.4). Wilzin is een levenslange therapie.
Er is geen verschil in dosis tussen symptomatische en presymptomatische patiënten.
Wilzin is verkrijgbaar in harde capsules van 25 mg of 50 mg.
Volwassenen:
De gebruikelijke dosis is 3-maal daags 50 mg met een maximale dosis van 5-maal daags
50 mg.
Kinderen en adolescenten:
Gegevens over kinderen onder de 6 jaar zijn zeer beperkt, maar daar de ziekte volledig
penetrant is, dient profylactische behandeling zo vroeg mogelijk overwogen te worden. De
aanbevolen dosis is als volgt:
- van 1 tot 6 jaar: tweemaal daags 25 mg
- van 6 tot 16 jaar bij een lichaamsgewicht van minder dan 57 kg: driemaal daags 25 mg
- vanaf 16 jaar of wanneer het lichaamsgewicht hoger is dan 57 kg: driemaal daags 50 mg.
Zwangere vrouwen:
Een dosis van 3-maal daags 25 mg is gewoonlijk effectief maar de dosis dient aangepast te
worden aan koperspiegels (zie rubriek 4.4 en rubriek 4.6).
In alle gevallen dient de dosis aangepast te worden in overeenstemming met therapeutische observatie
(zie rubriek 4.4.).
Wilzin moet tenminste 1 uur vóór, of 2-3 uur na het eten op een lege maag worden ingenomen. In het
geval van gastrische intolerantie die vaak optreedt bij de ochtenddosis, kan deze dosis worden
uitgesteld tot halverwege de ochtend, tussen ontbijt en lunch. Het is ook mogelijk Wilzin met wat
proteïne te nemen, zoals vlees (zie rubriek 4.5).
9
Bij kinderen die geen capsules kunnen doorslikken, dienen zij geopend en de inhoud in wat water
opgelost te worden (mogelijk met suiker of siroop gezoet water).
Wanneer een patiënt voor onderhoudstherapie van chelatietherapie wordt overgeschakeld op Wilzin,
dient de chelatietherapie voortgezet te worden en gedurende 2 tot 3 weken gelijktijdig toegediend te
worden daar dit de tijd is die nodig is om de zinkbehandeling maximale metallothioneïne-inductie te
laten induceren en de koperabsorptie volledig te blokkeren. De toediening van de chelatiebehandeling
en Wilzin dient minstens een uur na elkaar plaats te vinden.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de hulpstoffen.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
In verband met zijn aanvankelijk trage werking wordt zinkacetaatdihydraat afgeraden voor de
aanvangstherapie van symptomatische patiënten. Symptomatische patiënten moeten aanvankelijk
worden behandeld met een chelatiemiddel; zodra de koperspiegels zich onder toxische drempels
bevinden en patiënten klinisch stabiel zijn, kan onderhoudsbehandeling met Wilzin worden
overwogen.
Desondanks zou in afwachting van door zink geïnduceerde duodenale metallothioneïneproductie en
als gevolg effectieve remming van koperabsorptie, aanvankelijk zinkacetaatdehydraat kunnen worden
toegediend aan symptomatische patiënten in combinatie met een chelatiemiddel.
Hoewel het zelden voorkomt, kan in het begin van de behandeling klinische verslechtering optreden,
zoals ook is gemeld met chelatiemiddelen. Of dit verband houdt met mobilisatie van kopervoorraden
of met de natuurlijke geschiedenis van de ziekte is nog niet duidelijk. In deze situatie wordt een
verandering van therapie geadviseerd.
Bij het overschakelen van patiënten met portale hypertensie van een chelatiemiddel naar Wilzin is
voorzichtigheid geboden, wanneer dergelijke patiënten het goed doen en de behandeling wordt
getolereerd. Twee patiënten uit een serie van 16 overleden als gevolg van leverdecompensatie en
geavanceerde portale hypertensie nadat zij van penicillamine werden overgeschakeld op zinktherapie.
Therapeutische observatie
Het doel van de behandeling is het plasma vrij te houden van koper (ook bekend als niet-
ceruloplasmineplasmakoper) lager dan 250 microgram/l (normaal: 100-150 microgram/l) en de
koperuitscheiding in de urine lager dan 125 microgram/24 u (normaal: < 50 microgram/24 u). Het
niet-ceruloplasmineplasmakoper wordt berekend door de ceruloplasmine-gebonden koper af te trekken
van het totale plasmakoper, waarbij ervan wordt uitgegaan dat elke milligram ceruloplasmine 3
microgram koper bevat.
De uitscheiding van koper in urine is alleen een nauwkeurige weergave van lichaamsbelasting met
teveel koper wanneer patiënten geen chelatietherapie ontvangen. Koperniveaus in de urine worden
gewoonlijk verhoogd met chelatietherapie zoals penicillamine of triëntine.
De hoeveelheid koper in de lever kan niet worden gebruikt voor het reguleren van de therapie daar het
geen onderscheid maakt tussen mogelijk toxisch, vrij koper en metallothioneïnegebonden koper.
Bij behandelde patiënten kunnen analyses van urine- en/of plasmazink een nuttige maatregel zijn voor
behandelingscompliantie. Waarden van zink in de urine boven 2 mg/24 u en van plasmazink boven
1250 microgram/l wijzen gewoonlijk op een adequate compliantie.
Zoals met alle anti-kopermiddelen brengt overbehandeling het risico van koperdeficiëntie met zich
mee, hetgeen vooral schadelijk is voor kinderen en zwangere vrouwen daar men koper nodig heeft
voor een goede groei en geestelijke ontwikkeling. Bij deze patiënten dienen de urinekoperniveaus iets
boven de bovenlimiet van normaal of in het hoge normale bereik te liggen (d.w.z. 40 – 50
microgram/24 u).
Laboratoriumfollow-up inclusief hematologische bewaking en bepaling van lipoproteïnen dienen ook
uitgevoerd te worden om vroege verschijnselen van koperdeficiëntie, zoals anemie en/of leukopenie
10
resulterend uit beenmergdepressie en verlaging van de HDL-cholesterol en HDL/totaal cholesterol
ratio, te dedecteren.
Omdat een kopertekort ook myeloneuropathie tot gevolg kan hebben, moeten artsen bedacht zijn op
sensorische en motorische symptomen en verschijnselen die mogelijk kunnen wijzen op beginnende
neuropathie of myelopathie bij patiënten die worden behandeld met Wilzin.
De capsuleschaal bevat sunset yellow FCF (E110) dat allergische reacties kan veroorzaken.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Andere antikopermiddelen
Er zijn farmacodynamische onderzoeken verricht bij patiënten met de ziekte van Wilson met de
combinatie van Wilzin (driemaal daags 50 mg) met ascorbinezuur (eenmaal daags 1 g), penicillamine
(viermaal daags 250 mg) en triëntine (viermaal daags 250 mg). Zij toonden geen significant algemeen
effect op de koperbalans hoewel milde interactie van zink met chelators (penicillamine en triëntine)
kon worden opgemerkt met lagere fecale maar met hogere urinekoper uitscheiding in vergelijking met
alleen zink. Dit komt waarschijnlijk deels door enige mate van complexvorming met zink door de
chelator, waardoor het effect van beide werkzame stoffen wordt verminderd.
Wanneer een patiënt voor onderhoudstherapie van chelatietherapie wordt overgeschakeld op Wilzin,
dient de chelatietherapie voortgezet te worden en gedurende 2 tot 3 weken gelijktijdig toegediend te
worden daar dit de tijd is die nodig is om de zinkbehandeling maximale metallothioneïne-inductie te
laten induceren en de koperabsorptie volledig te blokkeren. De toediening van de chelatiebehandeling
en Wilzin dient minstens een uur na elkaar plaats te vinden.
Andere medicinale producten
De absorptie van zink kan worden verlaagd door ijzer- en calciumsupplementen, tetracyclinen en
fosfor bevattende verbindingen, terwijl zink de absorptie van ijzer, tetracyclinen, fluorchinolonen kan
verminderen.
Voedsel
Onderzoeken van de gelijktijdige toediening van zink met voedsel uitgevoerd bij gezonde vrijwilligers
hebben aangetoond dat de absorptie van zink bij veel voedingsmiddelen aanzienlijk werd vertraagd
(inclusief brood, hardgekookte eieren, koffie en melk). Stoffen in voedsel, met name fytaten en vezels,
binden zink en voorkomen dat het in de intestinale cellen komt. Proteïne leek echter het minst te
storen.
4.6
Zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Volgens de gegevens over een klein aantal gevallen van blootstelling tijdens de zwangerschap bij
patiënten met de ziekte van Wilson heeft zink geen nadelige effecten op de gezondheid van de
embryo/foetus en moeder. Vijf miskramen en 2 aangeboren afwijkingen (microcefalie en te corrigeren
hartdefect) werden gemeld op 42 zwangerschappen.
Uit experimenteel onderzoek bij dieren naar de effecten van verschillende zinkzouten zijn geen directe
of indirecte schadelijke effecten naar voren gekomen op zwangerschap, de ontwikkeling van het
embryo/de foetus, de bevalling of de postnatale ontwikkeling (zie rubriek 5.3).
Het is uitermate belangrijk dat zwangere patiënten met de ziekte van Wilson hun behandeling
voortzetten tijdens de zwangerschap. Welke behandeling men zou moeten gebruiken, zink of
chelatiemiddel, dient door de arts te worden beslist. De dosis dient aangepast te worden om zeker te
stellen dat de foetus geen koperdeficiëntie krijgt en een nauwlettende observatie van de patiënte is
absoluut noodzakelijk (zie rubriek 4.4).
Borstvoeding
Zink wordt uitgescheiden in humane borstvoeding en door zink geïnduceerde koperdeficiëntie kan
11
zich voordoen bij een baby die borstvoeding krijgt. Daarom dient het geven van borstvoeding
vermeden te worden tijdens de behandeling met Wilzin.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en van het vermogen om machines te bedienen
Er is geen onderzoek verricht met betrekking tot de effecten op de rijvaardigheid en op het vermogen
om machines te bedienen.
4.8
Bijwerkingen
Door de eerste dosis uit te stellen tot halverwege de ochtend of de dosis in te nemen met wat proteïne
zullen de symptomen meestal worden verlichtGemelde ongunstige reacties worden hieronder vermeld,
zowel op systeemorgaanklasse als op frequentie. Frequenties worden gedefinieerd als: zeer vaak (≥
1/10), vaak (≥1/100, <1/10) en soms (≥1/1.000, <1/100), zelden (≥ 1/10.000 tot < 1/1.000), zeer zelden
(< 1/10,000), niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst).
Systeem/orgaanklasse
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Maagdarmstelselaandoeningen
Onderzoeken
Bijwerkingen
soms:
vaak:
vaak:
sideroblastaire anemie, leukopenie
gastrische irritatie
bloedamylase, lipase en alkalische
fosfatase verhoogd
Anemia kan micro-, normo- of macrocytisch zijn en wordt vaak in verband gebracht met leukopenie.
Onderzoek van beenmerg brengt gewoonlijk karakteristieke "geringde sideroblasten" (d.w.z.
ontwikkelende rode bloedcellen die met ijzer verzadigde paranucleaire mitochondria bevatten) aan het
licht. Zij kunnen vroege aanwijzingen zijn van koperdeficiëntie en kunnen zich snel herstellen na
verlaging van de zinkdosering. Zij moeten echter onderscheiden worden van hemolytische anemie die
gewoonlijk optreedt bij verhoogd serumvrij koper bij een ongecontroleerde ziekte van Wilson.
De meest voorkomende bijwerking is maagirritatie. Deze is gewoonlijk het ergst bij de eerste
ochtenddosis en verdwijnt na de eerste behandelingsdagen. Door de eerste dosis uit te stellen tot
halverwege de ochtend of de dosis in te nemen met wat proteïne zullen de symptomen meestal worden
verlicht.
Verhogingen van serum alkalische fosfatase, amylase en lipase kunnen zich na een behandelingstijd
van een paar weken voordoen, waarbij de niveaus gewoonlijk binnen en behandelingstermijn van een
tot twee jaar terugkeren tot hoog normaal.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
In de literatuur zijn drie gevallen van acute orale overdosering met zinkzouten (sulfaat of gluconaat)
gemeld. Een vrouw van 35 overleed op de vijfde dag na het innemen van 6 g zink (40 keer de
voorgestelde therapeutische dosis) en dit werd toegeschreven aan nierfalen en hemorragische
12
pancreatitis met hyperglycemische coma. Dezelfde dosis heeft geen symptomen geproduceerd behalve
braken bij een adolescent die werd behandeld door middel van volledige darmspoeling.
Een andere adolescent die 4 g zink had ingenomen had na 5 uur een serumzinkspiegel van ongeveer
50 mg/l en ondervond alleen ernstige misselijkheid, braken en duizeligheid.
Behandeling van een overdosis dient met zo snel mogelijk maagspoeling of geïnduceerd braken plaats
te vinden om niet-geabsorbeerd zink te verwijderen. Men dient chelatietherapie met zware metalen te
overwegen wanneer de plasmazinkspiegels sterk verhoogd zijn (> 10 mg/l).
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: divers spijsverteringskanaal- en metabolismeproducten, ATC-code:
A16AX05.
De ziekte van Wilson (hepatolenticulaire degeneratie) is een autosomaal recessief metabolisch defect
in leverexcretie van koper in de gal. Koperstapeling in de lever leidt tot hepatocellulair letsel en
tenslotte cirrhosis. Wanneer de levercapaciteit om koper op te slaan is overschreden komt koper vrij in
het bloed en wordt opgenomen op extra-hepatische locaties, zoals de hersenen, hetgeen resulteert in
motorische stoornissen en psychiatrische manifestaties. Patiënten kunnen klinisch voornamelijk
hepatische, neurologische of psychiatrische symptomen vertonen.
Het actieve deel in zinkacetaatdihydraat is zinkkation, dat de intestinale absorptie van koper uit het
voedsel en de herabsorptie van endogeen uitgescheiden koper blokkeert. Zink induceert de productie
van metallothioneïne in de enterocyt, een proteïne die koper bindt en daarbij voorkomt dat het in het
bloed terechtkomt. Het gebonden koper wordt dan na desquamatie van de intestinale cellen
geëlimineerd in de ontlasting.
Farmacodynamische onderzoeken van kopermetabolisme bij patiënten met de ziekte van Wilson
omvatten bepalingen van netto koperbalans en radiogelabelde koperopname. Een dagelijks regime van
150 mg Wilzin in drie toedieningen is effectief gebleken in het aanzienlijk verlagen van
koperabsorptie en het induceren van een negatieve koperbalans.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Daar het werkingsmechanisme van zink een effect is op het opnemen van koper op het niveau van de
intestinale cel, blijken farmacokinetische evaluaties op basis van bloedzinkspiegels geen nuttige
informatie te geven over zinkbiobeschikbaarheid op de werkingsplek.
Zink wordt geabsorbeerd in de dunne darm en de absorptiekinetiek suggereert bij hogere doses een
neiging tot verzadiging. Fractionele zinkabsorptie is negatief gecorreleerd met zinkopname. Het
varieert van 30 tot 60% bij gebruikelijke opname van voedsel (7-15 mg/d) en neemt af tot 7% bij
farmacologische doses van 100 mg/d.
In het bloed wordt ongeveer 80% van geabsorbeerd zink gedistribueerd naar erytrocyten, waarbij het
grootste deel van het restant wordt gebonden aan albumine en andere plasmaproteïnen. De lever is de
belangrijkste opslagplaats voor zink en hepatische zinkniveaus worden verhoogd tijdens
onderhoudsbehandeling met zink.
De plasma-eliminatiehalfwaardetijd van zink bij gezonde proefpersonen na een dosis van 45 mg is
rond 1 uur. De eliminatie van zink resulteert voornamelijk via fecale uitscheiding en relatief weinig
via urine en transpiratie. De fecale uitscheiding is voor het grootste deel te danken aan het passeren
van niet-geabsorbeerd zink, maar is ook het gevolg van endogene intestinale uitscheiding.
13
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Er zijn preklinische onderzoeken gedaan met zinkacetaat en met andere zinkzouten. Beschikbare
farmacologische en toxicologische gegevens hebben grote overeenkomsten aangetoond tussen
zinkzouten en onder diersoorten.
De orale LD50 is ongeveer 300 mg zink/kg lichaamsgewicht (ongeveer 100 tot 150 keer de menselijke
therapeutische doses). Toxiciteitsonderzoeken met herhaalde dosis hebben aangetoond dat de NOEL
(No Observed Effect Level – Geen geobserveerd effectniveau) ongeveer 95 mg zink/kg
lichaamsgewicht (ongeveer 48 keer de menselijke therapeutische dosis) is.
Het evidentie belang, uit
in vitro
en
in vivo
tests, geeft aan dat zink geen klinische relevante
genotoxische activiteit heeft.
Uitgevoerde reproductietoxicologie-onderzoeken met andere zinkzouten hebben geen klinisch
relevante aanwijzingen getoond van embryotoxiciteit, foetotoxiciteit of teratogeniciteit.
Er is geen conventioneel carcinogeniciteitsonderzoek gedaan met zinkacetaatdihydraat.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Inhoud van capsule
maïszetmeel
magnesiumstearaat.
Schaal van capsule
gelatine
titaandioxide (E171)
sunset yellow FCF (E110)
Drukinkt
ijzeroxidezwart (E172)
schellak
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
3 jaar.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Niet bewaren boven 25°C.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Witte HDPE-fles met een polypropyleen en HDPE sluiting die een opvulling bevat (wattenspiraal).
Elke fles bevat 250 capsules.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten.
14
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Recordati Rare Diseases
Immeuble “Le Wilson”
70 avenue du Général de Gaulle
F-92800 Puteaux
Frankrijk
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/286/002
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 13 oktober 2004
Datum van laatste herziening: 13 oktober 2009
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europese
Geneesmiddelen Bureau (EMA):http://www.ema.europa.eu
15
BIJLAGE II
A.
B.
FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN
VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
C.
D.
16
A.
FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Recordati Rare Diseases
Immeuble “Le Wilson”
70, avenue du Général de Gaulle
F-92800 Puteaux
Frankrijk
of
Recordati Rare Diseases
Eco River Parc
30, rue des Peupliers
F-92000 Nanterre
Frankrijk
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel dienen de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende partij te zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (Zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
De houder van de vergunning voor het in de handel brengen moet de Europese Commissie op de
hoogte brengen van zijn marketingplannen voor het bij dit besluit goedgekeurde geneesmiddel.
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Niet van toepassing.
17
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
18
A. ETIKETTERING
19
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING EN OP DE PRIMAIRE VERPAKKING
MOETEN WORDEN VERMELD
ETIKET VOOR OP KARTONNEN DOOS EN FLES (Wilzin 25 mg harde capsules)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Wilzin 25 mg harde capsules
Zink
2.
GEHALTE AAN WERKZAME BESTANDD(E)L(EN)
Elke harde capsule bevat 25 mg zink (overeenkomend met 83,92 mg zinkacetaatdihydraat).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
250 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
Voor oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Niet bewaren boven 25° C.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
20
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Recordati Rare Diseases
Immeuble “Le Wilson”
70 avenue du Général de Gaulle
F-92800 Puteaux
Frankrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/286/001
13.
Lot
PARTIJNUMMER VAN DE FABRIKANT
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Wilzin 25 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
NN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
21
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING EN OP DE PRIMAIRE VERPAKKING
MOETEN WORDEN VERMELD
ETIKET VOOR OP KARTONNEN DOOS EN FLES (Wilzin 50 mg harde capsules)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Wilzin 50 mg harde capsules
Zink
2.
GEHALTE AAN WERKZAME BESTANDD(E)L(EN)
Elke harde capsule bevat 50 mg zink (overeenkomend met 167,84 mg zinkacetaatdihydraat)
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat E110. Zie de bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
250 harde capsules.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
Voor oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Niet bewaren boven 25° C.
22
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Recordati Rare Diseases
Immeuble “Le Wilson”
70 avenue du Général de Gaulle
F-92800 Puteaux
Frankrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/286/002
13.
Lot
PARTIJNUMMER VAN DE FABRIKANT
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Wilzin 50 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
NN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
23
B. BIJSLUITER
24
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER
Wilzin 25 mg harde capsules
Wilzin 50 mg harde capsules
zink
Lees de hele bijsluiter aandachtig door voordat u start met het innemen van dit geneesmiddel.
-
Bewaar deze bijsluiter. Het kan nodig zijn om deze nog eens door te lezen.
-
Heeft u nog vragen, raadpleeg dan uw arts of apotheker.
-
Dit geneesmiddel is aan u persoonlijk voorgeschreven. Geef dit geneesmiddel niet door aan
anderen. Dit geneesmiddel kan schadelijk voor hen zijn, zelfs als de verschijnselen dezelfde zijn
als waarvoor u het geneesmiddel heeft gekregen.
-
Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet
in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker..
In deze bijsluiter:
1.
Wat is Wilzin en waarvoor wordt het gebruikt
2.
Wat u moet weten voordat u Wilzin inneemt
3.
Hoe wordt Wilzin ingenomen
4.
Mogelijke bijwerkingen
5
Hoe bewaart u Wilzin
6.
Aanvullende informatie
1.
WAT IS WILZIN EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT
Wilzin behoort tot de groep geneesmiddelen Andere producten voor het spijsverteringskanaal en de
stofwisseling.
Wilzin is geïndiceerd voor de behandeling van de ziekte van Wilson, een zeldzaam erfelijk defect in
koperexcretie. Koper in voedsel dat niet correct kan worden uitgescheiden, stapelt zich eerst op in de
lever, daarna in andere organen zoals de ogen en de hersenen. Dit kan leiden tot leverbeschadiging en
neurologische aandoeningen.
Wilzin blokkeert de absorptie van koper uit de darm, waardoor wordt voorkomen dat het in het bloed
terecht komt en dat het zich verder opstapelt in het lichaam. Niet-geabsorbeerd koper wordt daarna
uitgescheiden in de ontlasting.
De ziekte van Wilson blijft gedurende het hele leven van de patiënt en daarom is de noodzaak van
deze behandeling levenslang.
2.
WAT U MOET WETEN VOORDAT U WILZIN INNEEMT
Neem Wilzin niet in
Als u allergisch (overgevoelig) bent voor zink of voor één van de andere bestanddelen van Wilzin.
Wees extra voorzichtig met Wilzin
In verband met het trage begin van de werking wordt Wilzin gewoonlijk afgeraden voor
aanvangstherapie van patiënten met tekenen en symptomen van de ziekte van Wilson.
Wanneer u op dit moment wordt behandeld met een ander anti-kopermiddel, bijvoorbeeld
penicillamine, kan uw arts Wilzin toevoegen alvorens te stoppen met de aanvankelijke behandeling.
Zoals met andere anti-kopermiddelen zoals penicillamine, kunnen uw symptomen na het begin van de
behandeling erger worden. In dit geval dient u uw arts te informeren.
25
Om uw conditie en behandeling te volgen zal uw arts uw bloed en urine regelmatig controleren. Dit is
om zeker te stellen dat u voldoende behandeling krijgt. Observatie kan aanwijzingen opmerken van
onvoldoende behandeling (koperoverschot) of excessieve behandeling (kopertekort), die beide
schadelijk kunnen zijn, vooral voor kinderen in de groei en zwangere vrouwen.
U moet uw arts op de hoogte brengen indien u ongewone spierzwakte of een abnormaal gevoel in uw
ledematen waarneemt, omdat dit een teken kan zijn van overmatige behandeling.
Inname met andere geneesmiddelen
Vertel uw arts of apotheker als u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit
geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen.
Raadpleeg uw arts alvorens andere geneesmiddelen in te nemen die de werkzaamheid van Wilzin
kunnen beïnvloeden, zoals ijzer, calciumsupplementen, tetracyclinen (antibiotica) of fosfor. Aan de
andere kant, kan de werkzaamheid van sommige andere geneesmiddelen, zoals ijzer, tetracyclinen,
fluorchinolonen (antibiotica), worden verminderd door Wilzin.
Inname van Wilzin met voedsel en drank
Wilzin dient op een lege maag te worden ingenomen, buiten de maaltijden. Voedselvezels en sommige
zuivelproducten, met name, vertragen de absorptie van zinkzouten. Sommige patiënten ondervinden
maagklachten na de ochtenddosis. Bespreek de kwestie met uw arts voor de ziekte van Wilson,
wanneer u dit ondervindt.
Deze bijwerking kan worden verminderd door de eerste dosis van de dag uit te stellen tot halverwege
de ochtend (tussen ontbijt en het middagmaal). Het kan ook verminderd worden door de eerste dosis
Wilzin in te nemen met een kleine hoeveelheid proteïne-bevattend voedsel, zoals vlees (maar geen
melk).
Zwangerschap
Raadpleeg uw arts wanneer u van plan bent zwanger te raken. Het is zeer belangrijk dat u tijdens de
zwangerschap doorgaat met een anti-kopertherapie.
Wanneer u tijdens de therapie met Wilzin zwanger raakt, zal uw arts beslissen welke behandeling en
welke dosis het best is in uw situatie.
Borstvoeding
Het geven van borstvoeding dient vermeden te worden wanneer u de Wilzin-therapie krijgt. Bespreek
dit met uw arts.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Er zijn geen studies uitgevoerd naar de effecten op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te
bedienen.
Belangrijke informatie over enkele bestanddelen van Wilzin
De harde capsule van Wilzin 50 mg bevat sunset yellow FCF (E110) dat allergische reacties kan
veroorzaken.
3.
HOE WORDT WILZIN INGENOMEN
Volg bij het innemen van Wilzin nauwgezet het advies van uw arts. Raadpleeg bij twijfel uw arts of
apotheker. Voor andere doseringsschema’s is Wilzin verkrijgbaar in harde capsules van 25 mg of
50 mg.
Voor volwassenen:
De gebruikelijke dosis is driemaal daags 1 harde capsule met Wilzin 50 mg (of 2 harde
capsules met Wilzin 25 mg) met een maximale dosis van vijf keer per dag 1 harde capsule met
Wilzin 50 mg (of 2 harde capsules met Wilzin 25 mg).
Voor kinderen en adolescenten:
De gebruikelijke dosis is:
- van 1 tot 6 jaar: tweemaal daags 1 harde capsule met Wilzin 25 mg
26
- van 6 tot 16 jaar bij een lichaamsgewicht van minder dan 57 kg: driemaal daags 1 harde
capsule met Wilzin 25 mg
- vanaf 16 jaar of met een lichaamsgewicht van meer dan 57 kg: driemaal daags 2 harde
capsules met Wilzin 25 mg of 1 harde capsule met Wilzin 50 mg.
Neem Wilzin altijd op een lege maag, tenminste één uur vóór, of 2-3 uur na het eten in.
Wanneer de ochtenddosis niet goed wordt verdragen (zie rubriek 4) is het mogelijk deze uit te stellen
tot halverwege de ochtend, tussen ontbijt en lunch. Het is ook mogelijk Wilzin in te nemen met wat
proteïne, zoals vlees.
Houd, wanneer men u Wilzin heeft voorgeschreven met een ander anti-kopermiddel, zoals
penicillamine, dan tussen de twee geneesmiddelen een tussenpoos aan van tenminste 1 uur.
Om kinderen die geen capsules kunnen doorslikken Wilzin te geven, kunt u de capsule openen en het
poeder mengen met wat water (mogelijk zoet gemaakt met suiker of siroop).
Wat u moet doen als u meer van Wilzin heeft ingenomen dan u zou mogen:
Wanneer u meer Wilzin heeft genomen dan is voorgeschreven, kunt u misselijkheid, braken en
duizeligheid ondervinden. In dit geval moet u uw arts om raad vragen.
Wat u moet doen als u bent vergeten Wilzin in te nemen:
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen
Als u nog vragen heeft over het innemen van dit geneesmiddel, vraag dan uw arts.
4.
MOGELIJKE BIJWERKINGEN
Zoals alle geneesmiddelen kan Wilzin bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze
bijwerkingen krijgt.
Deze bijwerkingen kunnen optreden in bepaalde frequenties, die als volgt gedefinieerd zijn:
zeer vaak : bij meer dan 1 op de 10 gebruikers
vaak:
bij 1 tot 10 op de 100 gebruikers
soms:
bij 1 tot 10 op de 1.000 gebruikers
zelden:
bij 1 tot 10 op de 10.000 gebruikers
zeer zelden: bij minder dan 1 op de 10.000 gebruikers
niet bekend: frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
Vaak::
Na het innemen van Wilzin, kan maagirritatie optreden, vooral in het begin van de
behandeling.
Er zijn veranderingen in bloedtests gemeld, inclusief een verhoging in een aantal lever- en
pancreasenzymen.
Soms:
Er kan een verlaging van rode en witte bloedcellen optreden.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan . U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
27
5.
HOE BEWAART U WILZIN
Buiten het bereik en het zicht van kinderen houden.
Gebruik Wilzin niet meer na de vervaldatum die staat vermeld op de fles en de verpakking, na
EXP. De vervaldatum verwijst naar de laatste dag van die maand.
Niet bewaren boven 25° C.
Geneesmiddelen dienen niet weggegooid te worden via het afvalwater of met huishoudelijk afval.
Vraag uw apotheker wat u met medicijnen moet doen die niet meer nodig zijn. Deze maatregelen
zullen helpen bij de bescherming van het milieu.
6.
AANVULLENDE INFORMATIE
Wat bevat Wilzin
Het werkzame bestanddeel is zink. Elke harde capsule bevat 25 mg zink (overeenkomend met
83,92 mg zinkacetaatdihydraat) of 50 mg zink (overeenkomend met 167,84 mg zinkacetaatdihydraat).
De andere bestanddelen zijn maïszetmeel en magnesiumstearaat. De capsuleschalen bevatten gelatine,
titaandioxide (E171) en brilliant blue FCF (E133) voor Wilzin 25 mg of sunset yellow FCF (E110)
voor Wilzin 50 mg. De drukinkt bevat ijzeroxide zwart (E172) en schellak.
Hoe ziet Wilzin er uit en wat is de inhoud van de verpakking
Wilzin 25 mg is een aquablauwe harde capsule bedrukt met "93-376”.
Wilzin 50 mg is een oranje opake harde capsule bedrukt met “93-377”.
Het is verkrijgbaar in verpakkingen van 250 harde capsules in een polyethyleenfles afgesloten met een
polypropyleen en polyethyleen sluiting. De fles bevat ook een prop watten.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Recordati Rare Diseases
Immeuble “Le Wilson”
70, avenue du Général de Gaulle
F-92800 Puteaux
Frankrijk
Fabrikant
Recordati Rare Diseases
Immeuble “Le Wilson”
70, avenue du Général de Gaulle
F- 92800 Puteaux
Frankrijk
of
Recordati Rare Diseases
Eco River Parc
30, rue des Peupliers
F-92000 Nanterre
Frankrijk
28
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen.
Belgique/België/Belgien
Recordati
Tél/Tel: +32 2 46101 36
България
Recordati Rare Diseases
Teл.: +33 (0)1 47 73 64 58
Фра½ция
Česká republika
Recordati Rare Diseases
Tel: +33 (0)1 47 73 64 58
Francie
Danmark
Recordati AB.
Tlf : +46 8 545 80 230
Sverige
Deutschland
Recordati Rare Diseases Germany GmbH
Tel: +49 731 140 554 0
Lietuva
Recordati AB.
Tel: + 46 8 545 80 230
Švedija
Luxembourg/Luxemburg
Recordati
Tél/Tel: +32 2 46101 36
Belgique/Belgien
Magyarország
Recordati Rare Diseases
Tel: +33 (0)1 47 73 64 58
Franciaország
Malta
Recordati Rare Diseases
Tel: +33 1 47 73 64 58
Franza
Nederland
Recordati
Tel: +32 2 46101 36
België
Norge
Recordati AB.
Tlf : +46 8 545 80 230
Sverige
Österreich
Recordati Rare Diseases Germany GmbH
Tel: +49 731 140 554 0
Deutschland
Polska
Recordati Rare Diseases
Tel: +33 (0)1 47 73 64 58
Francja
Portugal
Jaba Recordati S.A.
Tel: +351 21 432 95 00
România
Recordati Rare Diseases
Tel: +33 (0)1 47 73 64 58
Franţa
Slovenija
Recordati Rare Diseases
Tel: +33 (0)1 47 73 64 58
Francija
29
Eesti
Recordati AB.
Tel: + 46 8 545 80 230
Rootsi
Ελλάδα
Recordati Rare Diseases
Τηλ: +33 1 47 73 64 58
Γαλλία
España
Recordati Rare Diseases Spain S.L.U.
Tel: + 34 91 659 28 90
France
Recordati Rare Diseases
Tél: +33 (0)1 47 73 64 58
Hrvatska
Recordati Rare Diseases
Tél: +33 (0)1 47 73 64 58
Francuska
Ireland
Recordati Rare Diseases
Tel: +33 (0)1 47 73 64 58
France
Ísland
Recordati AB.
Simi:+46 8 545 80 230
Svíþjóð
Italia
Recordati Rare Diseases Italy Srl
Tel: +39 02 487 87 173
Κύπρος
Recordati Rare Diseases
Τηλ : +33 1 47 73 64 58
Γαλλία
Latvija
Recordati AB.
Tel: + 46 8 545 80 230
Zviedrija
Slovenská republika
Recordati Rare Diseases
Tel: +33 (0)1 47 73 64 58
Francúzsko
Suomi/Finland
Recordati AB.
Puh/Tel : +46 8 545 80 230
Sverige
Sverige
Recordati AB.
Tel : +46 8 545 80 230
United Kingdom
Recordati Rare Diseases UK Ltd.
Tel: +44 (0)1491 414333
Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europese
Geneesmiddelen Bureau (EMA)
http://www.ema.europa.eu.
Er zijn ook verwijzingen naar andere websites over zeldzame ziektes en behandelingen.
30

BIJLAGE I

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Wilzin 25 mg harde capsules

2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Elke harde capsule bevat 25 mg zink (overeenkomend met 83,92 mg zinkacetaatdihydraat).
Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1

3.
FARMACEUTISCHE VORM
Harde capsule.
Capsule met aqua blue opake dop en huis, met de opdruk "93-376'.

4.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties
Behandeling van de ziekte van Wilson.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Men dient met de behandeling met Wilzin te beginnen onder toezicht van een arts die ervaring heeft in
het behandelen van de ziekte van Wilson (zie rubriek 4.4). Wilzin is een levenslange therapie.
Er is geen verschil in dosis tussen symptomatische en presymptomatische patiënten.
Wilzin is verkrijgbaar in harde capsules van 25 mg of 50 mg.
Volwassenen:
De gebruikelijke dosis is 3-maal daags 50 mg met een maximale dosis van 5-maal daags
50 mg.
Kinderen en adolescenten:
Gegevens over kinderen onder de 6 jaar zijn zeer beperkt, maar daar de ziekte volledig
penetrant is, dient profylactische behandeling zo vroeg mogelijk overwogen te worden. De
aanbevolen dosis is als volgt:
- van 1 tot 6 jaar: tweemaal daags 25 mg
- van 6 tot 16 jaar bij een lichaamsgewicht van minder dan 57 kg: driemaal daags 25 mg
- vanaf 16 jaar of wanneer het lichaamsgewicht hoger is dan 57 kg: driemaal daags 50 mg.
Zwangere vrouwen:
Een dosis van 3-maal daags 25 mg is gewoonlijk effectief maar de dosis dient aangepast te
worden aan koperspiegels (zie rubriek 4.4 en rubriek 4.6).
In alle gevallen dient de dosis aangepast te worden in overeenstemming met therapeutische observatie
(zie rubriek 4.4.).
Wilzin moet tenminste 1 uur vóór, of 2-3 uur na het eten op een lege maag worden ingenomen. In het
geval van gastrische intolerantie die vaak optreedt bij de ochtenddosis, kan deze dosis worden
uitgesteld tot halverwege de ochtend, tussen ontbijt en lunch. Het is ook mogelijk Wilzin met wat
proteïne te nemen, zoals vlees (zie rubriek 4.5).
Bij kinderen die geen capsules kunnen doorslikken, dienen zij geopend en de inhoud in wat water
opgelost te worden (mogelijk met suiker of siroop gezoet water).
Systeem /orgaanklasse
Bijwerkingen

Bloed- en lymfestelselaandoeningen
soms:
sideroblastaire anemie, leukopenie
Maagdarmstelselaandoeningen
vaak:
gastrische irritatie
Onderzoeken
vaak:
bloedamylase, lipase en alkalische
fosfatase verhoogd
Anemia kan micro-, normo- of macrocytisch zijn en gaat vaak samen met leukopenie. Onderzoek van
beenmerg brengt gewoonlijk karakteristieke "geringde sideroblasten" (d.w.z. ontwikkelende rode
bloedcellen die met ijzer verzadigde paranucleaire mitochondria bevatten) aan het licht. Zij kunnen
vroege aanwijzingen zijn van koperdeficiëntie en kunnen zich snel herstellen na verlaging van de
zinkdosering. Zij moeten echter onderscheiden worden van hemolytische anemie die gewoonlijk
optreedt bij verhoogd serumvrij koper bij een ongecontroleerde ziekte van Wilson.
De meest voorkomende bijwerking is maagirritatie. Deze is gewoonlijk het ergst bij de eerste
ochtenddosis en verdwijnt na de eerste behandelingsdagen. Door de eerste dosis uit te stellen tot
halverwege de ochtend of de dosis in te nemen met wat proteïne zullen de symptomen gewoonlijk
verlichten.
Verhogingen van serum alkalische fosfatase, amylase en lipase kunnen zich na een behandelingstijd
van een paar weken voordoen, waarbij de niveaus gewoonlijk binnen en behandelingstermijn van een
tot twee jaar terugkeren tot hoog normaal.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.

4.9 Overdosering
In de literatuur zijn drie gevallen van acute orale overdosering met zinkzouten (sulfaat of gluconaat)
gemeld. Een vrouw van 35 overleed op de vijfde dag na het innemen van 6 g zink (40 keer de
voorgestelde therapeutische dosis) en dit werd toegeschreven aan nierfalen en hemorragische
pancreatitis met hyperglycemische coma. Dezelfde dosis heeft geen symptomen geproduceerd behalve
braken bij een adolescent die werd behandeld door middel van volledige darmspoeling.
Een andere adolescent die 4 g zink had ingenomen had na 5 uur een serumzinkspiegel van ongeveer
50 mg/l en ondervond alleen ernstige misselijkheid, braken en duizeligheid.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen

Farmacotherapeutische categorie: diverse spijsverteringskanaal- en metabolismeproducten, ATC-code:
A16AX05.
De ziekte van Wilson (hepatolenticulaire degeneratie) is een autosomaal recessief metabolisch defect
in leverexcretie van koper in de gal. Koperstapeling in de lever leidt tot hepatocellulair letsel en
tenslotte cirrhosis. Wanneer de levercapaciteit om koper op te slaan is overschreden komt koper vrij in
het bloed en wordt opgenomen op extra-hepatische locaties, zoals de hersenen, hetgeen resulteert in
motorische stoornissen en psychiatrische manifestaties. Patiënten kunnen klinisch voornamelijk
hepatische, neurologische of psychiatrische symptomen vertonen.
Het actieve deel in zinkacetaatdihydraat is zinkkation, dat de intestinale absorptie van koper uit het
voedsel en de herabsorptie van endogeen uitgescheiden koper blokkeert. Zink induceert de productie
van metallothioneïne in de enterocyt, een proteïne die koper bindt en daarbij voorkomt dat het in het
bloed terechtkomt. Het gebonden koper wordt dan na desquamatie van de intestinale cellen
geëlimineerd in de ontlasting.
Farmacodynamische onderzoeken van kopermetabolisme bij patiënten met de ziekte van Wilson
omvatten bepalingen van netto koperbalans en radiogelabelde koperopname. Een dagelijks regime van
150 mg Wilzin in drie toedieningen is effectief gebleken in het aanzienlijk verlagen van
koperabsorptie en het induceren van een negatieve koperbalans.
5.2 Farmacokinetische eigenschappen
Daar het werkingsmechanisme van zink een effect is op het opnemen van koper op het niveau van de
intestinale cel, blijken farmacokinetische evaluaties op basis van bloedzinkspiegels geen nuttige
informatie te geven over zinkbiobeschikbaarheid op de werkingsplek.
Zink wordt geabsorbeerd in de dunne darm en de absorptiekinetiek suggereert bij hogere doses een
neiging tot verzadiging. Fractionele zinkabsorptie is negatief gecorreleerd met zinkopname. Het
varieert van 30 tot 60% bij gebruikelijke opname van voedsel (7-15 mg/d) en neemt af tot 7% bij
farmacologische doses van 100 mg/d.
In het bloed wordt ongeveer 80% van geabsorbeerd zink gedistribueerd naar erytrocyten, waarbij het
grootste deel van het restant wordt gebonden aan albumine en andere plasmaproteïnen. De lever is de
belangrijkste opslagplaats voor zink en hepatische zinkniveaus worden verhoogd tijdens
onderhoudsbehandeling met zink.
De plasma-eliminatiehalfwaardetijd van zink bij gezonde proefpersonen na een dosis van 45 mg is
rond 1 uur. De eliminatie van zink resulteert voornamelijk via fecale uitscheiding en relatief weinig
via urine en transpiratie. De fecale uitscheiding is voor het grootste deel te danken aan het passeren
van niet-geabsorbeerd zink, maar is ook het gevolg van endogene intestinale uitscheiding.

5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek

Er zijn preklinische onderzoeken gedaan met zinkacetaat en met andere zinkzouten. Beschikbare
farmacologische en toxicologische gegevens hebben grote overeenkomsten aangetoond tussen
zinkzouten en onder diersoorten.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen
Inhoud van capsule
maïszetmeel
magnesiumstearaat.
Schaal van capsule
gelatine
titaandioxide (E171)
brilliant blue FCF (E133)
Drukinkt
ijzeroxidezwart (E172)
schellak

6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3 Houdbaarheid
3 jaar.
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Niet bewaren boven 25°C.
6.5 Aard en inhoud van de verpakking
Witte HDPE-fles die is voorzien van een polypropyleen en HDPE sluiting en een opvulling bevat
(wattenspiraal). Elke fles bevat 250 capsules.
6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten.

7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Recordati Rare Diseases
Immeuble 'Le Wilson'
70 avenue du Général de Gaulle
F-92800 Puteaux - Frankrijk
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/286/001

9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN
DE VERGUNNING

Datum van verlening van de eerste vergunning: 13 oktober 2004
Datum van laatste hernieuwing: 13 oktober 2009

10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST

Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europese
Geneesmiddelen Bureau (EMA):http://www.ema.europa.eu
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Wilzin 50 mg harde capsules

2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Elke harde capsule bevat 50 mg zink (overeenkomend met 167,84 mg zinkacetaatdihydraat).
Hulpstoffen:
Elke capsule bevat 1,75 mg sunset yellow FCF (E110)
Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Harde capsule.
Capsule met oranje opake dop en huis, met de opdruk "93-377'.

4.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties
Behandeling van de ziekte van Wilson.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Men dient met de behandeling met Wilzin te beginnen onder toezicht van een arts die ervaring heeft in
het behandelen van de ziekte van Wilson (zie rubriek 4.4). Wilzin is een levenslange therapie.
Er is geen verschil in dosis tussen symptomatische en presymptomatische patiënten.
Wilzin is verkrijgbaar in harde capsules van 25 mg of 50 mg.
Volwassenen:
De gebruikelijke dosis is 3-maal daags 50 mg met een maximale dosis van 5-maal daags
50 mg.
Kinderen en adolescenten:
Gegevens over kinderen onder de 6 jaar zijn zeer beperkt, maar daar de ziekte volledig
penetrant is, dient profylactische behandeling zo vroeg mogelijk overwogen te worden. De
aanbevolen dosis is als volgt:
- van 1 tot 6 jaar: tweemaal daags 25 mg
- van 6 tot 16 jaar bij een lichaamsgewicht van minder dan 57 kg: driemaal daags 25 mg
- vanaf 16 jaar of wanneer het lichaamsgewicht hoger is dan 57 kg: driemaal daags 50 mg.
Zwangere vrouwen:
Een dosis van 3-maal daags 25 mg is gewoonlijk effectief maar de dosis dient aangepast te
worden aan koperspiegels (zie rubriek 4.4 en rubriek 4.6).
In alle gevallen dient de dosis aangepast te worden in overeenstemming met therapeutische observatie
(zie rubriek 4.4.).
Wilzin moet tenminste 1 uur vóór, of 2-3 uur na het eten op een lege maag worden ingenomen. In het
geval van gastrische intolerantie die vaak optreedt bij de ochtenddosis, kan deze dosis worden
uitgesteld tot halverwege de ochtend, tussen ontbijt en lunch. Het is ook mogelijk Wilzin met wat
proteïne te nemen, zoals vlees (zie rubriek 4.5).
Systeem/orgaanklasse
Bijwerkingen


Bloed- en lymfestelselaandoeningen
soms:
sideroblastaire anemie, leukopenie
Maagdarmstelselaandoeningen
vaak:
gastrische irritatie
Onderzoeken
vaak:
bloedamylase, lipase en alkalische
fosfatase verhoogd
Anemia kan micro-, normo- of macrocytisch zijn en wordt vaak in verband gebracht met leukopenie.
Onderzoek van beenmerg brengt gewoonlijk karakteristieke "geringde sideroblasten" (d.w.z.
ontwikkelende rode bloedcellen die met ijzer verzadigde paranucleaire mitochondria bevatten) aan het
licht. Zij kunnen vroege aanwijzingen zijn van koperdeficiëntie en kunnen zich snel herstellen na
verlaging van de zinkdosering. Zij moeten echter onderscheiden worden van hemolytische anemie die
gewoonlijk optreedt bij verhoogd serumvrij koper bij een ongecontroleerde ziekte van Wilson.
De meest voorkomende bijwerking is maagirritatie. Deze is gewoonlijk het ergst bij de eerste
ochtenddosis en verdwijnt na de eerste behandelingsdagen. Door de eerste dosis uit te stellen tot
halverwege de ochtend of de dosis in te nemen met wat proteïne zullen de symptomen meestal worden
verlicht.
Verhogingen van serum alkalische fosfatase, amylase en lipase kunnen zich na een behandelingstijd
van een paar weken voordoen, waarbij de niveaus gewoonlijk binnen en behandelingstermijn van een
tot twee jaar terugkeren tot hoog normaal.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.

4.9 Overdosering
In de literatuur zijn drie gevallen van acute orale overdosering met zinkzouten (sulfaat of gluconaat)
gemeld. Een vrouw van 35 overleed op de vijfde dag na het innemen van 6 g zink (40 keer de
voorgestelde therapeutische dosis) en dit werd toegeschreven aan nierfalen en hemorragische
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen

Farmacotherapeutische categorie: divers spijsverteringskanaal- en metabolismeproducten, ATC-code:
A16AX05.
De ziekte van Wilson (hepatolenticulaire degeneratie) is een autosomaal recessief metabolisch defect
in leverexcretie van koper in de gal. Koperstapeling in de lever leidt tot hepatocellulair letsel en
tenslotte cirrhosis. Wanneer de levercapaciteit om koper op te slaan is overschreden komt koper vrij in
het bloed en wordt opgenomen op extra-hepatische locaties, zoals de hersenen, hetgeen resulteert in
motorische stoornissen en psychiatrische manifestaties. Patiënten kunnen klinisch voornamelijk
hepatische, neurologische of psychiatrische symptomen vertonen.
Het actieve deel in zinkacetaatdihydraat is zinkkation, dat de intestinale absorptie van koper uit het
voedsel en de herabsorptie van endogeen uitgescheiden koper blokkeert. Zink induceert de productie
van metallothioneïne in de enterocyt, een proteïne die koper bindt en daarbij voorkomt dat het in het
bloed terechtkomt. Het gebonden koper wordt dan na desquamatie van de intestinale cellen
geëlimineerd in de ontlasting.
Farmacodynamische onderzoeken van kopermetabolisme bij patiënten met de ziekte van Wilson
omvatten bepalingen van netto koperbalans en radiogelabelde koperopname. Een dagelijks regime van
150 mg Wilzin in drie toedieningen is effectief gebleken in het aanzienlijk verlagen van
koperabsorptie en het induceren van een negatieve koperbalans.
5.2 Farmacokinetische eigenschappen
Daar het werkingsmechanisme van zink een effect is op het opnemen van koper op het niveau van de
intestinale cel, blijken farmacokinetische evaluaties op basis van bloedzinkspiegels geen nuttige
informatie te geven over zinkbiobeschikbaarheid op de werkingsplek.
Zink wordt geabsorbeerd in de dunne darm en de absorptiekinetiek suggereert bij hogere doses een
neiging tot verzadiging. Fractionele zinkabsorptie is negatief gecorreleerd met zinkopname. Het
varieert van 30 tot 60% bij gebruikelijke opname van voedsel (7-15 mg/d) en neemt af tot 7% bij
farmacologische doses van 100 mg/d.
In het bloed wordt ongeveer 80% van geabsorbeerd zink gedistribueerd naar erytrocyten, waarbij het
grootste deel van het restant wordt gebonden aan albumine en andere plasmaproteïnen. De lever is de
belangrijkste opslagplaats voor zink en hepatische zinkniveaus worden verhoogd tijdens
onderhoudsbehandeling met zink.
De plasma-eliminatiehalfwaardetijd van zink bij gezonde proefpersonen na een dosis van 45 mg is
rond 1 uur. De eliminatie van zink resulteert voornamelijk via fecale uitscheiding en relatief weinig
via urine en transpiratie. De fecale uitscheiding is voor het grootste deel te danken aan het passeren
van niet-geabsorbeerd zink, maar is ook het gevolg van endogene intestinale uitscheiding.

FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen
Inhoud van capsule
maïszetmeel
magnesiumstearaat.
Schaal van capsule
gelatine
titaandioxide (E171)
sunset yellow FCF (E110)
Drukinkt
ijzeroxidezwart (E172)
schellak
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3 Houdbaarheid
3 jaar.
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Niet bewaren boven 25°C.
6.5 Aard en inhoud van de verpakking
Witte HDPE-fles met een polypropyleen en HDPE sluiting die een opvulling bevat (wattenspiraal).
Elke fles bevat 250 capsules.
6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten.



HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Recordati Rare Diseases
Immeuble 'Le Wilson'
70 avenue du Général de Gaulle
F-92800 Puteaux
Frankrijk

8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/286/002

9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN
DE VERGUNNING

Datum van eerste verlening van de vergunning: 13 oktober 2004
Datum van laatste herziening: 13 oktober 2009

10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST

Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europese
Geneesmiddelen Bureau (EMA):http://www.ema.europa.eu
BIJLAGE II

A.
FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE

B.

VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN GEBRUIK


C.

ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN


D.

VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN
VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL

FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Recordati Rare Diseases
Immeuble 'Le Wilson'
70, avenue du Général de Gaulle
F-92800 Puteaux
Frankrijk
of
Recordati Rare Diseases
Eco River Parc
30, rue des Peupliers
F-92000 Nanterre
Frankrijk
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel dienen de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende partij te zijn opgenomen.

B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK

Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (Zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).

C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN

De houder van de vergunning voor het in de handel brengen moet de Europese Commissie op de
hoogte brengen van zijn marketingplannen voor het bij dit besluit goedgekeurde geneesmiddel.

Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.

D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL

Niet van toepassing.

BIJLAGE III

ETIKETTERING EN BIJSLUITER
A. ETIKETTERING
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Wilzin 25 mg harde capsules
Zink

2.
GEHALTE AAN WERKZAME BESTANDD(E)L(EN)
Elke harde capsule bevat 25 mg zink (overeenkomend met 83,92 mg zinkacetaatdihydraat).

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
250 harde capsules

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
Voor oraal gebruik.

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Niet bewaren boven 25° C.

10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

HANDEL BRENGEN
Recordati Rare Diseases
Immeuble 'Le Wilson'
70 avenue du Général de Gaulle
F-92800 Puteaux
Frankrijk

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/286/001

13. PARTIJNUMMER VAN DE FABRIKANT
Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE
Wilzin 25 mg


17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE

2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS

PC:
SN:
NN:
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Wilzin 50 mg harde capsules
Zink

2.
GEHALTE AAN WERKZAME BESTANDD(E)L(EN)
Elke harde capsule bevat 50 mg zink (overeenkomend met 167,84 mg zinkacetaatdihydraat)

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat E110. Zie de bijsluiter voor verdere informatie.

4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
250 harde capsules.

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
Voor oraal gebruik.

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Niet bewaren boven 25° C.

NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Recordati Rare Diseases
Immeuble 'Le Wilson'
70 avenue du Général de Gaulle
F-92800 Puteaux
Frankrijk

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/286/002

13. PARTIJNUMMER VAN DE FABRIKANT
Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE
Wilzin 50 mg


17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE

2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS

PC:
SN:
NN:
B. BIJSLUITER

Wilzin 25 mg harde capsules
Wilzin 50 mg harde capsules

zink

Lees de hele bijsluiter aandachtig door voordat u start met het innemen van dit geneesmiddel.
-
Bewaar deze bijsluiter. Het kan nodig zijn om deze nog eens door te lezen.
-
Heeft u nog vragen, raadpleeg dan uw arts of apotheker.
-
Dit geneesmiddel is aan u persoonlijk voorgeschreven. Geef dit geneesmiddel niet door aan
anderen. Dit geneesmiddel kan schadelijk voor hen zijn, zelfs als de verschijnselen dezelfde zijn
als waarvoor u het geneesmiddel heeft gekregen.
-
Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet
in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker..
In deze bijsluiter:
1.
Wat is Wilzin en waarvoor wordt het gebruikt
2.
Wat u moet weten voordat u Wilzin inneemt
3.
Hoe wordt Wilzin ingenomen
4.
Mogelijke bijwerkingen
5
Hoe bewaart u Wilzin
6.
Aanvullende informatie
1.
WAT IS WILZIN EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT
Wilzin behoort tot de groep geneesmiddelen Andere producten voor het spijsverteringskanaal en de
stofwisseling.
Wilzin is geïndiceerd voor de behandeling van de ziekte van Wilson, een zeldzaam erfelijk defect in
koperexcretie. Koper in voedsel dat niet correct kan worden uitgescheiden, stapelt zich eerst op in de
lever, daarna in andere organen zoals de ogen en de hersenen. Dit kan leiden tot leverbeschadiging en
neurologische aandoeningen.
Wilzin blokkeert de absorptie van koper uit de darm, waardoor wordt voorkomen dat het in het bloed
terecht komt en dat het zich verder opstapelt in het lichaam. Niet-geabsorbeerd koper wordt daarna
uitgescheiden in de ontlasting.
De ziekte van Wilson blijft gedurende het hele leven van de patiënt en daarom is de noodzaak van
deze behandeling levenslang.

2.
WAT U MOET WETEN VOORDAT U WILZIN INNEEMT

Neem Wilzin niet in
Als u allergisch (overgevoelig) bent voor zink of voor één van de andere bestanddelen van Wilzin.
Wees extra voorzichtig met Wilzin
In verband met het trage begin van de werking wordt Wilzin gewoonlijk afgeraden voor
aanvangstherapie van patiënten met tekenen en symptomen van de ziekte van Wilson.
Wanneer u op dit moment wordt behandeld met een ander anti-kopermiddel, bijvoorbeeld
penicillamine, kan uw arts Wilzin toevoegen alvorens te stoppen met de aanvankelijke behandeling.
Zoals met andere anti-kopermiddelen zoals penicillamine, kunnen uw symptomen na het begin van de
behandeling erger worden. In dit geval dient u uw arts te informeren.
HOE WORDT WILZIN INGENOMEN
Volg bij het innemen van Wilzin nauwgezet het advies van uw arts. Raadpleeg bij twijfel uw arts of
apotheker. Voor andere doseringsschema's is Wilzin verkrijgbaar in harde capsules van 25 mg of
50 mg.
Voor volwassenen:
De gebruikelijke dosis is driemaal daags 1 harde capsule met Wilzin 50 mg (of 2 harde
capsules met Wilzin 25 mg) met een maximale dosis van vijf keer per dag 1 harde capsule met
Wilzin 50 mg (of 2 harde capsules met Wilzin 25 mg).
Voor kinderen en adolescenten:
De gebruikelijke dosis is:
- van 1 tot 6 jaar: tweemaal daags 1 harde capsule met Wilzin 25 mg
- van 6 tot 16 jaar bij een lichaamsgewicht van minder dan 57 kg: driemaal daags 1 harde
capsule met Wilzin 25 mg
- vanaf 16 jaar of met een lichaamsgewicht van meer dan 57 kg: driemaal daags 2 harde
capsules met Wilzin 25 mg of 1 harde capsule met Wilzin 50 mg.
Neem Wilzin altijd op een lege maag, tenminste één uur vóór, of 2-3 uur na het eten in.
Wanneer de ochtenddosis niet goed wordt verdragen (zie rubriek 4) is het mogelijk deze uit te stellen
tot halverwege de ochtend, tussen ontbijt en lunch. Het is ook mogelijk Wilzin in te nemen met wat
proteïne, zoals vlees.
Houd, wanneer men u Wilzin heeft voorgeschreven met een ander anti-kopermiddel, zoals
penicillamine, dan tussen de twee geneesmiddelen een tussenpoos aan van tenminste 1 uur.
Om kinderen die geen capsules kunnen doorslikken Wilzin te geven, kunt u de capsule openen en het
poeder mengen met wat water (mogelijk zoet gemaakt met suiker of siroop).
Wat u moet doen als u meer van Wilzin heeft ingenomen dan u zou mogen:
Wanneer u meer Wilzin heeft genomen dan is voorgeschreven, kunt u misselijkheid, braken en
duizeligheid ondervinden. In dit geval moet u uw arts om raad vragen.
Wat u moet doen als u bent vergeten Wilzin in te nemen:
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen
Als u nog vragen heeft over het innemen van dit geneesmiddel, vraag dan uw arts.

4.
MOGELIJKE BIJWERKINGEN
Zoals alle geneesmiddelen kan Wilzin bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze
bijwerkingen krijgt.
Deze bijwerkingen kunnen optreden in bepaalde frequenties, die als volgt gedefinieerd zijn:
zeer vaak : bij meer dan 1 op de 10 gebruikers
vaak:
bij 1 tot 10 op de 100 gebruikers
soms:
bij 1 tot 10 op de 1.000 gebruikers
zelden:
bij 1 tot 10 op de 10.000 gebruikers
zeer zelden: bij minder dan 1 op de 10.000 gebruikers
niet bekend: frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
Vaak::
Na het innemen van Wilzin, kan maagirritatie optreden, vooral in het begin van de
behandeling.
Er zijn veranderingen in bloedtests gemeld, inclusief een verhoging in een aantal lever- en
pancreasenzymen.
Soms:
Er kan een verlaging van rode en witte bloedcellen optreden.

Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan . U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.

HOE BEWAART U WILZIN
Buiten het bereik en het zicht van kinderen houden.
Gebruik Wilzin niet meer na de vervaldatum die staat vermeld op de fles en de verpakking, na
EXP. De vervaldatum verwijst naar de laatste dag van die maand.
Niet bewaren boven 25° C.
Geneesmiddelen dienen niet weggegooid te worden via het afvalwater of met huishoudelijk afval.
Vraag uw apotheker wat u met medicijnen moet doen die niet meer nodig zijn. Deze maatregelen
zullen helpen bij de bescherming van het milieu.

6.
AANVULLENDE INFORMATIE

Wat bevat Wilzin
Het werkzame bestanddeel is zink. Elke harde capsule bevat 25 mg zink (overeenkomend met
83,92 mg zinkacetaatdihydraat) of 50 mg zink (overeenkomend met 167,84 mg zinkacetaatdihydraat).
De andere bestanddelen zijn maïszetmeel en magnesiumstearaat. De capsuleschalen bevatten gelatine,
titaandioxide (E171) en brilliant blue FCF (E133) voor Wilzin 25 mg of sunset yellow FCF (E110)
voor Wilzin 50 mg. De drukinkt bevat ijzeroxide zwart (E172) en schellak.
Hoe ziet Wilzin er uit en wat is de inhoud van de verpakking
Wilzin 25 mg is een aquablauwe harde capsule bedrukt met "93-376'.
Wilzin 50 mg is een oranje opake harde capsule bedrukt met '93-377'.
Het is verkrijgbaar in verpakkingen van 250 harde capsules in een polyethyleenfles afgesloten met een
polypropyleen en polyethyleen sluiting. De fles bevat ook een prop watten.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Recordati Rare Diseases
Immeuble 'Le Wilson'
70, avenue du Général de Gaulle
F-92800 Puteaux
Frankrijk
Fabrikant
Recordati Rare Diseases
Immeuble 'Le Wilson'
70, avenue du Général de Gaulle
F- 92800 Puteaux
Frankrijk
of
Recordati Rare Diseases
Eco River Parc
30, rue des Peupliers
F-92000 Nanterre
Frankrijk
Lietuva
Recordati
Recordati AB.
Tél/Tel: +32 2 46101 36
Tel: + 46 8 545 80 230
Svedija

Luxembourg/Luxemburg
Recordati Rare Diseases
Recordati
Te.: +33 (0)1 47 73 64 58
Tél/Tel: +32 2 46101 36
Belgique/Belgien


Ceská republika
Magyarország
Recordati Rare Diseases
Recordati Rare Diseases
Tel: +33 (0)1 47 73 64 58
Tel: +33 (0)1 47 73 64 58
Francie
Franciaország

Danmark
Malta
Recordati AB.
Recordati Rare Diseases
Tlf : +46 8 545 80 230
Tel: +33 1 47 73 64 58
Sverige
Franza

Deutschland
Nederland
Recordati Rare Diseases Germany GmbH
Recordati
Tel: +49 731 140 554 0
Tel: +32 2 46101 36
België

Eesti
Norge
Recordati AB.
Recordati AB.
Tel: + 46 8 545 80 230
Tlf : +46 8 545 80 230
Rootsi
Sverige



Österreich
Recordati Rare Diseases
Recordati Rare Diseases Germany GmbH
: +33 1 47 73 64 58
Tel: +49 731 140 554 0
Deutschland

España
Polska
Recordati Rare Diseases Spain S.L.U.
Recordati Rare Diseases
Tel: + 34 91 659 28 90
Tel: +33 (0)1 47 73 64 58
Francja
France
Portugal
Recordati Rare Diseases
Jaba Recordati S.A.
Tél: +33 (0)1 47 73 64 58
Tel: +351 21 432 95 00


Hrvatska
România
Recordati Rare Diseases
Recordati Rare Diseases
Tél: +33 (0)1 47 73 64 58
Tel: +33 (0)1 47 73 64 58
Francuska
Frana


Ireland
Slovenija
Recordati Rare Diseases
Recordati Rare Diseases
Tel: +33 (0)1 47 73 64 58
Tel: +33 (0)1 47 73 64 58
France
Francija

Ísland
Slovenská republika
Recordati AB.
Recordati Rare Diseases
Simi:+46 8 545 80 230
Tel: +33 (0)1 47 73 64 58
Svíþjóð
Francúzsko


Italia
Suomi/Finland
Recordati Rare Diseases Italy Srl
Recordati AB.
Tel: +39 02 487 87 173
Puh/Tel : +46 8 545 80 230

Sverige


Sverige
Recordati Rare Diseases
Recordati AB.
: +33 1 47 73 64 58
Tel : +46 8 545 80 230



Latvija

United Kingdom
Recordati AB.
Recordati Rare Diseases UK Ltd.
Tel: + 46 8 545 80 230
Tel: +44 (0)1491 414333
Zviedrija


Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europese
Geneesmiddelen Bureau (EMA) http://www.ema.europa.eu.
Er zijn ook verwijzingen naar andere websites over zeldzame ziektes en behandelingen.

Heb je dit medicijn gebruikt? Wilzin 25 mg te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Wilzin 25 mg te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Wilzin 25 mg

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG