Xylocaine 1 %

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
XYLOCAINE 1%, oplossing voor injectie
XYLOCAINE 2%, oplossing voor injectie
Lidocaïnehydrochloride
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
- Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
- Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet
in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Xylocaine en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u Xylocaine niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u Xylocaine?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u Xylocaine?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1. Wat is Xylocaine en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Xylocaine is een middel dat een plaatselijk verdovende werking uitoefent.
Xylocaine 1% is aangewezen bij volwassenen en kinderen ouder dan 1 jaar voor:
- de verdoving van een deel van het lichaam bij een chirurgische interventie
- het verlichten van pijn tijdens de bevalling, na een chirurgische interventie of na een acuut letsel
- de behandeling van bepaalde types van chronische pijn.
Xylocaine 2% is aangewezen bij volwassenen voor:
- de verdoving van een deel van het lichaam bij een chirurgische interventie
- het verlichten van pijn tijdens de bevalling, na een chirurgische interventie of na een acuut letsel
- de behandeling van bepaalde types van chronische pijn.
2. Wanneer mag u Xylocaine niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u Xylocaine niet gebruiken?
- U bent allergisch voor een van de stoffen die in dit geneesmiddel zitten. Deze stoffen kunt u vinden
in rubriek 6.
- U bent allergisch (overgevoelig) voor plaatselijke verdovende middelen van dezelfde chemische
familie (anesthetica van het amide type).
- Indien u een uitgesproken lage bloeddruk (hypotensie) heeft zoals in geval van een shock als
gevolg van een falende werking van het hart (cardiogene shock) of een sterk verminderde
doorbloeding van het lichaam door ernstig bloedverlies of vochtverlies (hypovolemische shock)
mag u geen verdoving via het ruggenmergvlies krijgen (epidurale anesthesie).
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met Xylocaine?
De arts zal Xylocaine bij u toedienen.
De dosis moet worden aangepast bij patiënten:
- Die uitgeput of acuut ziek zijn.
- Die bloedvergiftiging hebben.
- Die ernstige leveraandoeningen of hartfalen hebben.
- Bij kinderen die ouder dan 12 jaar zijn en minder dan 25 kg wegen.
De doses moeten aangepast worden aan hun gewicht en toestand.
Voorzichtigheid is geboden bij patiënten:
-
Die
bejaard of in een slechte algemene toestand zijn.
- Die een bepaalde vorm van een hartritmestoornis hebben (partieel of totaal AV-blok).
- Die een gevorderde leveraandoening of een ernstige nieraandoening (nierdysfunctie) hebben.
- Die behandeld worden met medicijnen tegen een onregelmatig hartritme (anti-aritmica van klasse III
(b.v. amiodarone)).
- Met epilepsie.
-
Die een ziekte hebben die berust op een stoornis in de aanmaak van de rode bloedkleurstof (acute
porfyrie).
Als u nog andere geneesmiddelen neemt, gelieve dan ook de rubriek “Gebruikt u nog andere
geneesmiddelen?” te lezen.
Raadpleeg uw arts indien één van de bovenstaande waarschuwingen voor u van toepassing is, of dat in
het verleden is geweest.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Xylocaine nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat
de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker. Dat geldt ook voor geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig heeft.
Vertel het uw arts als u een van de onderstaande geneesmiddelen gebruikt:
- Bepaalde middelen ter behandeling van hartritmestoornissen (anti-aritmica).
- Bepaalde middelen ter behandeling van hoge bloeddruk en hartritmestoornissen (bèta-blokkers).
- Middelen tegen maagzuur (cimetidine).
- Een groep van geneesmiddelen die de hartwerking versterken en/of het hartritme normaliseren
(digitalispreparaten).
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Niet van toepassing.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Zwangerschap
Xylocaine vertoonde geen schadelijke effecten tijdens de zwangerschap.
Borstvoeding
Een van de werkzame stoffen in dit middel, lidocaïne, wordt via de moedermelk doorgegeven.
Het is weinig waarschijnlijk dat dit geneesmiddel de zuigeling kan beïnvloeden.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Lokale verdovingsmiddelen kunnen de mentale functies licht beïnvloeden en de beweging en
coördinatie tijdelijk wijzigen. Deze effecten hangen af van de dosis. Houd daar rekening mee als u een
voertuig wilt besturen of machines wilt bedienen.
Xylocaine bevat methylparahydroxybenzoaat
De Xylocaine oplossingen bevatten methylparahydroxybenzoaat als bewaarmiddel, hetgeen
allergische reacties (mogelijk vertraagd) en uitzonderlijk benauwdheid door kramp van de spieren van
de luchtwegen (bronchospasmen) kan uitlokken.
3. Hoe gebruikt u Xylocaine?
De arts zal Xylocaine bij u toedienen. Hij zal de dosering aanpassen aan de aard van de ingreep, uw
gewicht, leeftijd en lichamelijke conditie.
Gebruik dit middel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over het
juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Heeft u te veel van Xylocaine gebruikt?
Wanneer u te veel van Xylocaine heeft gebruikt, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts,
apotheker of het
Antigifcentrum (070/245.245).
Bent u vergeten Xylocaine te gebruiken?
Niet van toepassing.
Als u stopt met het gebruik van Xylocaine
Niet van toepassing.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4. Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Algemeen
Het profiel in verband met bijwerkingen van Xylocaine is gelijkaardig aan dat van andere
verdovingsmiddelen van hetzelfde type. Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen de
bijwerkingen veroorzaakt door het geneesmiddel op zich en de natuurlijke effecten van de verdoving,
effecten rechtstreeks of onrechtstreeks veroorzaakt door de injectie.
De frequenties aan bijwerkingen worden als volgt gerangschikt:
Zeer vaak
(bij meer dan 1 op de 10 patiënten)
Vaak
(bij meer dan 1 op de 100, maar minder dan 1 op de 10 patiënten)
Soms
(bij meer dan 1 op de 1000, maar minder dan 1 op de 100 patiënten)
Zelden
(bij meer dan 1 op de 10.000, maar minder dan 1 op de 1000 patiënten)
Zeer zelden
(bij minder dan 1 op de 10.000 patiënten).
Vaak:
- Lage bloeddruk (hypotensie), hoge bloeddruk (hypertensie)
- Misselijkheid (nausea), braken
- Tintelingen (paresthesie), duizeligheid
- Vertraagde werking van het hart (bradycardie)
Soms:
- Tekenen en symptomen van vergiftiging (toxiciteit) ter hoogte van het centraal zenuwstelsel:
- Stuipen (convulsies), tintelingen rondom de mond (periorale paresthesie), gevoelloosheid van
de tong
-
Verhoogde gehoorscherpte (hyperacusis), gezichtsstoornissen (visusstoornissen), beven
(tremor), oorsuizen (tinnitus), spraakgebrek (dysartrie), onderdrukking van het centraal
zenuwstelsel
Zelden:
- Hartstilstand, hartritmestoornissen (hartaritmieën)
- Allergische reacties, anafylactische shock/reacties
- Ademhalingsonderdrukking (respiratoire depressie)
- Zenuwziekte (neuropathie), perifere zenuwbeschadiging
- Ontsteking van de weke hersen- en ruggenmergvliezen membraan (arachnoïditis)
- Dubbelzien (diplopie)
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem (zie onderstaande details). Door bijwerkingen te
melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
België
Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten - Afdeling Vigilantie
Website:
www.fagg.be
5. Hoe bewaart u Xylocaine?
Uw arts of het hospitaal zal Xylocaine bewaren. Het personeel is verantwoordelijk voor de correcte
bewaring, bereiding en aflevering en het wegwerpen van Xylocaine.
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Bewaren bij kamertemperatuur (15°C-25°C). Niet in de vriezer bewaren.
Bij gebruik werd een fysico-chemische stabiliteit gedurende 3 dagen bij kamertemperatuur (20°C-
23°C) aangetoond. Vanuit microbiologisch standpunt, eens geopend, mag het product bewaard
worden, zolang de fysico-chemische stabiliteit het toelaat, t.t.z. 3 dagen bij kamertemperatuur. Andere
bewaartijden en omstandigheden tijdens het gebruik vallen onder de verantwoordelijkheid van de
gebruiker.
Gebruik Xylocaine niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos na EXP.
Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die niet meer nodig zijn. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in Xylocaine?
-
De werkzame stof in Xylocaine is lidocaïnehydrochloride.
Xylocaine 1%, oplossing voor injectie bevat lidocaïnehydrochloride (= anhydrisch 10 mg/ml).
Xylocaine 2%, oplossing voor injectie bevat lidocaïnehydrochloride (= anhydrisch 20 mg/ml).
-
De andere stoffen in Xylocaine zijn:
Natriumchloride - Methylparahydroxybenzoaat - Zoutzuur / Natriumhydroxide ad pH 5,0-7,0 -
Water voor injectie tot 20 ml.
Hoe ziet Xylocaine eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Verpakking met één injectieflacon van 20 ml (met bewaarrmiddel) met bromobutyl stop.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Aspen Pharma Trading Limited,
3016 Lake Drive,
Citywest Business Campus,
Dublin 24,
Ierland.
Tel: +32 24 009 864 (BE)/+35 227 861 279 (LU)
Fabrikant
Recipharm Monts, rue de Montbazon, F-37260 Monts, Frankrijk
Nummers van de vergunning voor het in de handel brengen
Xylocaine 1 %, oplossing voor injectie: BE052631
Xylocaine 2 %, oplossing voor injectie: BE052735
Afleveringswijze
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in 03/2018.
De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in
de gezondheidszorg
ALGEMEEN
Voor de volledige informatie voor wat betreft: het gebruik bij therapeutische indicaties, contra-
indicaties, bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik, interacties met andere
geneesmiddelen en andere vormen van interactie, zwangerschap en het geven van borstvoeding,
beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te gebruiken, bijwerkingen,
overdosering, speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren, farmacodynamische eigenschappen:
raadpleeg de SKP-tekst. Deze tekst is opvraagbaar bij Aspen Pharma Trading Limited, tel +32 24 009
864 (BE)/+35 227 861 279 (LU).
Dosering en wijze van toediening
Volwassenen en kinderen ouder dan 12 jaar
De volgende tabel geeft een aanwijzing voor de dosering voor de courant gebruikte technieken bij de
gemiddelde volwassene. De cijfers weerspiegelen de verwachte gemiddelde benodigde dosisspreiding.
Standaard handboeken moeten geraadpleegd worden voor factoren in verband met specifieke
bloktechnieken en voor individuele vereisten van de patiënt.
De ervaring van de clinicus en de kennis van de lichamelijke gesteldheid van de patiënt zijn
belangrijke elementen voor het berekenen van de vereiste dosis. De laagste dosis voor voldoende
anesthesie moet gebruikt worden. Individuele variaties van intreden van effect en werkingsduur
kunnen zich voordoen.
Aanbevolen dosis
Conc.
mg/ml
CHIRURGISCHE ANESTHESIE
Lumbale epidurale toediening
a)
Thoracale epidurale toediening
a)
Caudale epidurale blokkade
a)
Intra-articulaire blokkade
b)
20*
20*
10
20*
10
15-25
10-15
20-30
15-25
≤ 40
300-500
200-300
200-300
300-500
≤ 400
15-20
10-20
15-30
15-30
5-10
1,5-2
1,5-2
1-1,5
1,5-2
30 à 60 minuten na
uitwassing
Volume
ml
Dosis
mg
Begin
min.
Duur van effect
uur
Plaatselijke blokkade (Field block)
(bv. blokkade en infiltratie van
kleine zenuwen)
10
Infiltratie
Vingerblokkade
10
Intercostale blokkade (per zenuw)
Niet
10
meer dan 8 zenuwen tegelijk blokkeren
≤ 40
1-5
2-5
10-15
10
10
≤ 400
10-50
20-50
100-150
100
100
1-2
2-5
3-5
3-5
5-10
3-5
2-3
1,5-2
1-2
1,5-2
1,5-2
1-1,5
Peribulbaire blokkade
Pudendus-blokkade
Blokkade van grote zenuwen
Paracervicale blokkade (beide
kanten)
10
10
10
Conc.
mg/ml
Blokkade van plexus brachialis:
Axillair
Supraclaviculair, interscaleen en
subclavisch perivasculair
subclavia perivasculair
Blokkade van nervus sciaticus
10
10
20*
Volume
ml
40-50
30-40
15-20
Dosis
mg
400-500
300-400
300-400
Begin
min.
15-30
15-30
15-30
Duur van effect
uur
1,5-2
1,5-2
2-3
3 in 1 (femoralis, obturatorius en
10
30-40
300-400
15-30
1,5-2
lateralis cutaneus)
a) Dosis inclusief testdosis
b) Er zijn post-marketing meldingen van chondrolyse bij patiënten die een postoperatieve intra-
articulaire continue infusie kregen met plaatselijke verdoving. Xylocaine is niet goedgekeurd
voor deze indicatie (zie ook rubriek 4.4 van de SKP).
=
tot
*Xylocaine 2% is alleen bij volwassenen geïndiceerd.
Xylocaine, oplossing voor injectie met methylparahydroxybenzoaat (methylparabeen) als
bewaarmiddelen, nl. deze in multidosis injectieflacons, mag niet gebruikt worden voor anesthesie via
intrathecale, intracisternale, of intra- of retrobulbaire toedieningsweg.
Doorgaans zijn voor anesthesie voor heelkunde (bijvoorbeeld epidurale toediening) hogere
concentraties en dosissen vereist. Indien een minder diep blok vereist is, is gebruik van een lagere
concentratie aangewezen. Het volume geneesmiddel zal een invloed hebben op de uitgebreidheid van
de anesthesie.
Om intravasculaire injectie te voorkomen, moet herhaaldelijk geaspireerd worden vóór en tijdens
toediening van de hoofddosis. Deze moet traag geïnjecteerd worden of in opklimmende dosissen aan
een snelheid van 100-200 mg/min, terwijl de vitale functies van de patiënt van nabij opgevolgd
worden en verbaal contact gehouden wordt. Wanneer een epidurale dosis moet worden geïnjecteerd, is
een voorafgaande testdosis van 3-5 ml van een kortwerkend lokaal anestheticum met adrenaline
aanbevolen. Een onopzettelijke intravasculaire injectie kan herkend worden door een tijdelijke
versnelling van de hartfrequentie en een accidentele intrathecale injectie door tekenen van spinaal
blok. In geval van toxische symptomen moet de injectie onmiddellijk gestopt worden.
Pediatrische patiënten tussen 1 en 12 jaar oud
De dosissen vermeld in de tabel moeten worden gezien als richtlijnen voor gebruik in pediatrie. Er zijn
individuele verschillen. Bij kinderen met een hoog lichaamsgewicht is vaak een geleidelijke verlaging
van de dosis noodzakelijk op basis van het ideale lichaamsgewicht. Standaardhandboeken moeten
geraadpleegd worden voor factoren van invloed op specifieke blokkadetechnieken en vereisten voor
afzonderlijke patiënten.
Aanbevolen dosis bij kinderen
Conc.
mg/ml
Caudale epidurale
blokkade
10
Volume
ml/kg
0,5
Dosis
mg/kg
5
Begin
min.
10-15
Duur van het effect
uur
1-1,5
Rekening houden met zowel leeftijd als gewicht bij berekening van de dosis.
Xylocaine, oplossing voor injectie met methylparahydroxybenzoaat (methylparabeen) als
bewaarmiddelen, nl. deze in multidosis injectieflacons, mag niet gebruikt worden voor anesthesie via
intrathecale, intracisternale, of intra- of retrobulbaire toedieningsweg.

XYLOCAINE 1%, oplossing voor injectie
XYLOCAINE 2%, oplossing voor injectie

Lidocaïnehydrochloride
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
- Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
- Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet
in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Xylocaine en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u Xylocaine niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u Xylocaine?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u Xylocaine?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1. Wat is Xylocaine en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Xylocaine is een middel dat een plaatselijk verdovende werking uitoefent.
Xylocaine 1% is aangewezen bij volwassenen en kinderen ouder dan 1 jaar voor:
- de verdoving van een deel van het lichaam bij een chirurgische interventie
- het verlichten van pijn tijdens de bevalling, na een chirurgische interventie of na een acuut letsel
- de behandeling van bepaalde types van chronische pijn.
Xylocaine 2% is aangewezen bij volwassenen voor:
- de verdoving van een deel van het lichaam bij een chirurgische interventie
- het verlichten van pijn tijdens de bevalling, na een chirurgische interventie of na een acuut letsel
- de behandeling van bepaalde types van chronische pijn.
2. Wanneer mag u Xylocaine niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u Xylocaine niet gebruiken?
- U bent allergisch voor een van de stoffen die in dit geneesmiddel zitten. Deze stoffen kunt u vinden
in rubriek 6.
- U bent allergisch (overgevoelig) voor plaatselijke verdovende middelen van dezelfde chemische
familie (anesthetica van het amide type).
- Indien u een uitgesproken lage bloeddruk (hypotensie) heeft zoals in geval van een shock als
gevolg van een falende werking van het hart (cardiogene shock) of een sterk verminderde
doorbloeding van het lichaam door ernstig bloedverlies of vochtverlies (hypovolemische shock)
mag u geen verdoving via het ruggenmergvlies krijgen (epidurale anesthesie).
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met Xylocaine?
De arts zal Xylocaine bij u toedienen.
De doses moeten aangepast worden aan hun gewicht en toestand.
Voorzichtigheid is geboden bij patiënten:
- Die bejaard of in een slechte algemene toestand zijn.
- Die een bepaalde vorm van een hartritmestoornis hebben (partieel of totaal AV-blok).
- Die een gevorderde leveraandoening of een ernstige nieraandoening (nierdysfunctie) hebben.
- Die behandeld worden met medicijnen tegen een onregelmatig hartritme (anti-aritmica van klasse III
(b.v. amiodarone)).
- Met epilepsie.
- Die een ziekte hebben die berust op een stoornis in de aanmaak van de rode bloedkleurstof (acute
porfyrie).
Als u nog andere geneesmiddelen neemt, gelieve dan ook de rubriek 'Gebruikt u nog andere
geneesmiddelen?' te lezen.
Raadpleeg uw arts indien één van de bovenstaande waarschuwingen voor u van toepassing is, of dat in
het verleden is geweest.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Xylocaine nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat
de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker. Dat geldt ook voor geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig heeft.
Vertel het uw arts als u een van de onderstaande geneesmiddelen gebruikt:
- Bepaalde middelen ter behandeling van hartritmestoornissen (anti-aritmica).
- Bepaalde middelen ter behandeling van hoge bloeddruk en hartritmestoornissen (bèta-blokkers).

- Middelen tegen maagzuur (cimetidine).
- Een groep van geneesmiddelen die de hartwerking versterken en/of het hartritme normaliseren
(digitalispreparaten).
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Niet van toepassing.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Zwangerschap
Xylocaine vertoonde geen schadelijke effecten tijdens de zwangerschap.
Borstvoeding
Een van de werkzame stoffen in dit middel, lidocaïne, wordt via de moedermelk doorgegeven.
Het is weinig waarschijnlijk dat dit geneesmiddel de zuigeling kan beïnvloeden.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Lokale verdovingsmiddelen kunnen de mentale functies licht beïnvloeden en de beweging en
coördinatie tijdelijk wijzigen. Deze effecten hangen af van de dosis. Houd daar rekening mee als u een
voertuig wilt besturen of machines wilt bedienen.
3. Hoe gebruikt u Xylocaine?
De arts zal Xylocaine bij u toedienen. Hij zal de dosering aanpassen aan de aard van de ingreep, uw
gewicht, leeftijd en lichamelijke conditie.
Gebruik dit middel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over het
juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Heeft u te veel van Xylocaine gebruikt?
Wanneer u te veel van Xylocaine heeft gebruikt, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts,
apotheker of het
Antigifcentrum (070/245.245).
Bent u vergeten Xylocaine te gebruiken?
Niet van toepassing.
Als u stopt met het gebruik van Xylocaine
Niet van toepassing.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4. Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Algemeen
Het profiel in verband met bijwerkingen van Xylocaine is gelijkaardig aan dat van andere
verdovingsmiddelen van hetzelfde type. Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen de
bijwerkingen veroorzaakt door het geneesmiddel op zich en de natuurlijke effecten van de verdoving,
effecten rechtstreeks of onrechtstreeks veroorzaakt door de injectie.
De frequenties aan bijwerkingen worden als volgt gerangschikt:
Zeer vaak (bij meer dan 1 op de 10 patiënten)
Vaak (bij meer dan 1 op de 100, maar minder dan 1 op de 10 patiënten)
Soms (bij meer dan 1 op de 1000, maar minder dan 1 op de 100 patiënten)
Zelden (bij meer dan 1 op de 10.000, maar minder dan 1 op de 1000 patiënten)
Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 10.000 patiënten).
Vaak:
- Lage bloeddruk (hypotensie), hoge bloeddruk (hypertensie)
- Misselijkheid (nausea), braken
- Tintelingen (paresthesie), duizeligheid
- Vertraagde werking van het hart (bradycardie)
Soms:
- Tekenen en symptomen van vergiftiging (toxiciteit) ter hoogte van het centraal zenuwstelsel:
- Stuipen (convulsies), tintelingen rondom de mond (periorale paresthesie), gevoelloosheid van
de tong
Verhoogde gehoorscherpte (hyperacusis), gezichtsstoornissen (visusstoornissen), beven
(tremor), oorsuizen (tinnitus), spraakgebrek (dysartrie), onderdrukking van het centraal
zenuwstelsel
Zelden:
-
Hartstilstand, hartritmestoornissen (hartaritmieën)
- Allergische reacties, anafylactische shock/reacties
- Ademhalingsonderdrukking (respiratoire depressie)
- Zenuwziekte (neuropathie), perifere zenuwbeschadiging
- Ontsteking van de weke hersen- en ruggenmergvliezen membraan (arachnoïditis)
- Dubbelzien (diplopie)
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem (zie onderstaande details). Door bijwerkingen te
melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
België
Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten - Afdeling Vigilantie
Website: www.fagg.be
5. Hoe bewaart u Xylocaine?
Uw arts of het hospitaal zal Xylocaine bewaren. Het personeel is verantwoordelijk voor de correcte
bewaring, bereiding en aflevering en het wegwerpen van Xylocaine.

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Bewaren bij kamertemperatuur (15°C-25°C). Niet in de vriezer bewaren.
Bij gebruik werd een fysico-chemische stabiliteit gedurende 3 dagen bij kamertemperatuur (20°C-
23°C) aangetoond. Vanuit microbiologisch standpunt, eens geopend, mag het product bewaard
worden, zolang de fysico-chemische stabiliteit het toelaat, t.t.z. 3 dagen bij kamertemperatuur. Andere
bewaartijden en omstandigheden tijdens het gebruik vallen onder de verantwoordelijkheid van de
gebruiker.
Gebruik Xylocaine niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos na EXP.
Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die niet meer nodig zijn. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in Xylocaine?
-
De werkzame stof in Xylocaine is lidocaïnehydrochloride.
Xylocaine 1%, oplossing voor injectie bevat lidocaïnehydrochloride (= anhydrisch 10 mg/ml).
Xylocaine 2%, oplossing voor injectie bevat lidocaïnehydrochloride (= anhydrisch 20 mg/ml).
- De andere stoffen in Xylocaine zijn:
Natriumchloride - Methylparahydroxybenzoaat - Zoutzuur / Natriumhydroxide ad pH 5,0-7,0 -
Water voor injectie tot 20 ml.
Hoe ziet Xylocaine eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Aspen Pharma Trading Limited,
3016 Lake Drive,
Citywest Business Campus,
Dublin 24,
Ierland.
Tel: +32 24 009 864 (BE)/+35 227 861 279 (LU)
Fabrikant
Recipharm Monts, rue de Montbazon, F-37260 Monts, Frankrijk
Nummers van de vergunning voor het in de handel brengen
Xylocaine 1 %, oplossing voor injectie: BE052631
Xylocaine 2 %, oplossing voor injectie: BE052735
Afleveringswijze
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in 03/2018.
ALGEMEEN
Voor de volledige informatie voor wat betreft: het gebruik bij therapeutische indicaties, contra-
indicaties, bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik, interacties met andere
geneesmiddelen en andere vormen van interactie, zwangerschap en het geven van borstvoeding,
beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te gebruiken, bijwerkingen,
overdosering, speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren, farmacodynamische eigenschappen:
raadpleeg de SKP-tekst. Deze tekst is opvraagbaar bij Aspen Pharma Trading Limited, tel +32 24 009
864 (BE)/+35 227 861 279 (LU).
Dosering en wijze van toediening
Volwassenen en kinderen ouder dan 12 jaar
De volgende tabel geeft een aanwijzing voor de dosering voor de courant gebruikte technieken bij de
gemiddelde volwassene. De cijfers weerspiegelen de verwachte gemiddelde benodigde dosisspreiding.
Standaard handboeken moeten geraadpleegd worden voor factoren in verband met specifieke
bloktechnieken en voor individuele vereisten van de patiënt.
De ervaring van de clinicus en de kennis van de lichamelijke gesteldheid van de patiënt zijn
belangrijke elementen voor het berekenen van de vereiste dosis. De laagste dosis voor voldoende
anesthesie moet gebruikt worden. Individuele variaties van intreden van effect en werkingsduur
kunnen zich voordoen.
Aanbevolen
dosis
Conc.
Volume
Dosis
Begin
Duur van effect
mg/ml
ml
mg
min.
uur
CHIRURGISCHE ANESTHESIE
Lumbale epidurale toedieninga)
20*
15-25
300-500
15-20
1,5-2
Thoracale epidurale toedieninga)
20*
10-15
200-300
10-20
1,5-2
Caudale epidurale blokkadea)
10
20-30
200-300
15-30
1-1,5
20*
15-25
300-500
15-30
1,5-2
Intra-articulaire blokkadeb)
10
40
400
5-10
30 à 60 minuten na
uitwassing
Plaatselijke blokkade (Field block)
(bv. blokkade en infiltratie van
kleine zenuwen)
Infiltratie
10
40
400
1-2
2-3
Vingerblokkade
10
1-5
10-50
2-5
1,5-2
Intercostale blokkade (per zenuw)
Niet 10
2-5
20-50
3-5
1-2
meer dan 8 zenuwen tegelijk blokkeren
Peribulbaire blokkade
10
10-15
100-150
3-5
1,5-2
Pudendus-blokkade
10
10
100
5-10
1,5-2
Blokkade van grote zenuwen
Paracervicale blokkade (beide
10
10
100
3-5
1-1,5
kanten)
Volume
Dosis
Begin
Duur van effect
mg/ml
ml
mg
min.
uur
Blokkade van plexus brachialis:
Axillair
10
40-50
400-500
15-30
1,5-2
Supraclaviculair, interscaleen en
10
30-40
300-400
15-30
1,5-2
subclavisch perivasculair
subclavia perivasculair
Blokkade van nervus sciaticus
20*
15-20
300-400
15-30
2-3
3 in 1
(femoralis, obturatorius en
10
30-40
300-400
15-30
1,5-2
lateralis cutaneus)
a)
Dosis inclusief testdosis
b)
Er zijn post-marketing meldingen van chondrolyse bij patiënten die een postoperatieve intra-
articulaire continue infusie kregen met plaatselijke verdoving. Xylocaine is niet goedgekeurd
voor deze indicatie (zie ook rubriek 4.4 van de SKP).
= tot
*Xylocaine 2% is alleen bij volwassenen geïndiceerd.
Xylocaine, oplossing voor injectie met methylparahydroxybenzoaat (methylparabeen) als
bewaarmiddelen, nl. deze in multidosis injectieflacons, mag niet gebruikt worden voor anesthesie via
intrathecale, intracisternale, of intra- of retrobulbaire toedieningsweg.
Doorgaans zijn voor anesthesie voor heelkunde (bijvoorbeeld epidurale toediening) hogere
concentraties en dosissen vereist. Indien een minder diep blok vereist is, is gebruik van een lagere
concentratie aangewezen. Het volume geneesmiddel zal een invloed hebben op de uitgebreidheid van
de anesthesie.
Om intravasculaire injectie te voorkomen, moet herhaaldelijk geaspireerd worden vóór en tijdens
toediening van de hoofddosis. Deze moet traag geïnjecteerd worden of in opklimmende dosissen aan
een snelheid van 100-200 mg/min, terwijl de vitale functies van de patiënt van nabij opgevolgd
worden en verbaal contact gehouden wordt. Wanneer een epidurale dosis moet worden geïnjecteerd, is
een voorafgaande testdosis van 3-5 ml van een kortwerkend lokaal anestheticum met adrenaline
aanbevolen. Een onopzettelijke intravasculaire injectie kan herkend worden door een tijdelijke
versnelling van de hartfrequentie en een accidentele intrathecale injectie door tekenen van spinaal
blok. In geval van toxische symptomen moet de injectie onmiddellijk gestopt worden.
Pediatrische patiënten tussen 1 en 12 jaar oud
De dosissen vermeld in de tabel moeten worden gezien als richtlijnen voor gebruik in pediatrie. Er zijn
individuele verschillen. Bij kinderen met een hoog lichaamsgewicht is vaak een geleidelijke verlaging
van de dosis noodzakelijk op basis van het ideale lichaamsgewicht. Standaardhandboeken moeten
geraadpleegd worden voor factoren van invloed op specifieke blokkadetechnieken en vereisten voor
afzonderlijke patiënten.
Aanbevolen dosis bij kinderen
Conc.
Volume
Dosis
Begin
Duur van het effect
mg/ml
ml/kg
mg/kg
min.
uur
Caudale epidurale
10
0,5
5
10-15
1-1,5
blokkade
Rekening houden met zowel leeftijd als gewicht bij berekening van de dosis.

Heb je dit medicijn gebruikt? Xylocaine 1 % te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Xylocaine 1 % te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Xylocaine 1 %

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG