Zavicefta 2000 mg - 500 mg
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Zavicefta 2 g/0,5 g poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke injectieflacon bevat ceftazidimpentahydraat equivalent aan 2 g ceftazidim en avibactamnatrium
equivalent aan 0,5 g avibactam.
Na reconstitutie bevat 1 ml oplossing 167,3 mg ceftazidim en 41,8 mg avibactam (zie rubriek 6.6).
Hulpstof(fen) met bekend effect:
Zavicefta bevat ongeveer 146 mg natrium per injectieflacon.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie (poeder voor concentraat).
Een wit tot geel poeder.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Zavicefta is geïndiceerd voor gebruik bij volwassenen en kinderen in de leeftijd van 3 maanden en
ouder voor de behandeling van de volgende infecties (zie rubrieken 4.4 en 5.1):
Gecompliceerde intra-abdominale infecties (complicated
Intra-Abdominal Infection,
cIAI)
Gecompliceerde urineweginfecties (complicated
Urinary Tract Infection,
cUTI), waaronder
pyelonefritis
In het ziekenhuis opgelopen pneumonie (hospital-acquired
pneumonia,
HAP), waaronder
ventilator-geassocieerde pneumonie (ventilator
associated pneumonia,
VAP)
Behandeling van volwassen patiënten met bacteriëmie die gepaard gaat, of waarvan wordt vermoed
dat die gepaard gaat, met een van de hierboven genoemde infecties.
Zavicefta is ook geïndiceerd voor de behandeling van infecties als gevolg van aerobe, Gram-negatieve
organismen bij volwassenen en kinderen in de leeftijd van 3 maanden en ouder met beperkte
behandelopties (zie rubrieken 4.2, 4.4 en 5.1).
Er dient rekening te worden gehouden met officiële richtlijnen betreffende het adequate gebruik van
antibacteriële middelen.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Het wordt aanbevolen om Zavicefta, alleen na overleg met een arts die adequate ervaring heeft in de
behandeling van infectieuze aandoeningen, te gebruiken voor de behandeling van infecties als gevolg
2
van aerobe, Gram-negatieve organismen bij volwassenen en kinderen in de leeftijd van 3 maanden en
ouder met beperkte behandelopties (zie rubriek 4.4).
Dosering
Dosering bij volwassenen met een creatinineklaring (CrCL) >50 ml/min
Tabel 1 geeft de aanbevolen intraveneuze dosering weer voor volwassenen met een geschatte
creatinineklaring (CrCL) >50 ml/min (zie rubrieken 4.4 en 5.1).
Tabel 1: Aanbevolen dosering voor volwassenen met een geschatte CrCL
>50
ml/min
1
Infectietype
Dosis
Frequentie Infusietijd
Behandelingsduur
ceftazidim/avibactam
2,3
cIAI
2 g/0,5 g
Elke 8 uur
2 uur
5-14 dagen
cUTI, waaronder
pyelonefritis
3
HAP/VAP
3
Bacteriëmie die gepaard
gaat, of waarvan wordt
vermoed dat die gepaard
gaat, met een van de
hierboven genoemde
infecties
Infecties als gevolg van
aerobe, Gram-negatieve
organismen bij patiënten
met beperkte
behandelingsopties
2,3
1
2 g/0,5 g
2 g/0,5 g
2 g/0,5 g
Elke 8 uur
Elke 8 uur
Elke 8 uur
2 uur
2 uur
2 uur
5-10 dagen
4
7-14 dagen
De behandelingsduur
dient in
overeenstemming te
zijn met de plaats van
de infectie.
Op basis van de ernst
van de infectie, de
pathogenen en de
klinische en
bacteriologische
vooruitgang van de
patiënt
5
2 g/0,5 g
Elke 8 uur
2 uur
CrCL is geschat aan de hand van de Cockcroft-Gault-formule.
Dient te worden gebruikt in combinatie met metronidazol wanneer anaerobe pathogenen bekend zijn of worden
verdacht bij te dragen aan het infectieproces.
3
Dient te worden gebruikt in combinatie met een antibacterieel middel actief tegen Gram-positieve pathogenen
wanneer deze bekend zijn of worden verdacht bij te dragen aan het infectieproces.
4
De getoonde totale duur kan bestaan uit intraveneus toegediende Zavicefta gevolgd door een geschikte orale
therapie.
5
Er is zeer beperkte ervaring met het gebruik van Zavicefta gedurende meer dan 14 dagen.
2
Dosering bij kinderen met een creatinineklaring (CrCL) >50 ml/min/1,73 m
2
Tabel 2 geeft de aanbevolen intraveneuze dosering weer voor kinderen met een geschatte
creatinineklaring (CrCL) >50 ml/min/1,73 m
2
(zie rubrieken 4.4 en 5.1).
3
Tabel 2: Aanbevolen dosering voor kinderen met een geschatte CrCL
1
>50 ml/min/1,73 m
2
Infectietype
Leeftijdsgroep
Dosis
Frequentie Infusietijd Behandelingsduur
7
ceftazidim/avibactam
cIAI
2,3
OF
cUTI waaronder
pyelonefritis
3
OF
HAP/VAP
3
OF
Infecties als
gevolg van
aerobe, Gram-
negatieve
organismen bij
patiënten met
beperkte
behandelingsoptie
s (LTO)
2,3
1
50 mg/kg/12,5 mg/kg
6 maanden tot
<18 jaar
tot maximaal
2 g/0,5 g
Elke 8 uur
2 uur
Elke 8 uur
2 uur
cIAI: 5-14 dagen
cUTI
4
: 5-14 dagen
HAP/VAP:
7-14 dagen
LTO: op basis van
de ernst van de
infectie, de
pathogenen en de
klinische en
bacteriologische
vooruitgang van
de patiënt
5
3 maanden tot
<6 maanden
6
40 mg/kg/10 mg/kg
Elke 8 uur
2 uur
CrCL is geschat aan de hand van de ‘bedside’-formule van Schwartz.
2
Dient te worden gebruikt in combinatie met metronidazol wanneer bekend is of vermoed wordt dat anaerobe
pathogenen bijdragen aan het infectieproces.
3
Dient te worden gebruikt in combinatie met een antibacterieel middel actief tegen Gram-positieve pathogenen
wanneer bekend is of vermoed wordt dat deze bijdragen aan het infectieproces.
4
De getoonde totale behandelingsduur kan bestaan uit intraveneus toegediende Zavicefta gevolgd door een
geschikte orale therapie.
5
Er is zeer beperkte ervaring met het gebruik van Zavicefta gedurende meer dan 14 dagen.
6
Er is beperkte ervaring met het gebruik van Zavicefta bij kinderen van 3 maanden tot <6 maanden (zie
rubriek 5.2).
7
Ceftazidim/avibactam is een combinatiegeneesmiddel in een vaste verhouding van 4:1 en
doseringsaanbevelingen zijn uitsluitend gebaseerd op het ceftazidimdeel (zie rubriek 6.6).
Speciale patiëntengroepen
Ouderen
Aanpassing van de dosis is niet nodig voor oudere patiënten (zie rubriek 5.2).
Nierinsufficiëntie
Aanpassing van de dosis is niet nodig voor patiënten met lichte nierinsufficiëntie (geschatte CrCL
> 50 - ≤ 80 ml/min) (zie rubriek 5.2).
Tabel 3 geeft de aanbevolen dosisaanpassingen weer voor volwassenen met een geschatte CrCL
≤50 ml/min (zie rubrieken 4.4 en 5.2).
4
Dosering bij volwassenen met een CrCL ≤ 50 ml/min
Tabel 3: Aanbevolen dosering voor volwassenen met een geschatte CrCL
1
≤ 50 ml/min
Geschatte CrCL
Frequentie
Infusietijd
Dosis ceftazidim/avibactam
2,4
(ml/min)
Volwassenen
31-50
1 g/0,25 g
Elke 8 uur
16-30
Elke 12 uur
6-15
Elke 24 uur
2 uur
Eindstadium
Elke 48 uur
0,75 g/0,1875 g
nierziekte,
waaronder met
hemodialyse
3
1
CrCL is geschat aan de hand van de Cockcroft-Gault-formule.
2
De dosisaanbevelingen zijn gebaseerd op farmacokinetische modellen (zie rubriek 5.2).
3
Ceftazidim en avibactam worden via hemodialyse verwijderd (zie rubrieken 4.9 en 5.2). Toediening van
Zavicefta moet op dagen van hemodialyse plaatsvinden ná voltooiing van de hemodialyse.
4
Ceftazidim/avibactam is een combinatiegeneesmiddel in een vaste verhouding van 4:1 en
doseringsaanbevelingen zijn uitsluitend gebaseerd op het ceftazidimdeel (zie rubriek 6.6).
Leeftijdsgroep
Tabel 4 en tabel 5 geven de aanbevolen dosisaanpassingen weer voor kinderen met een geschatte
CrCL≤50 ml/min/1,73 m
2
overeenkomstig de verschillende leeftijdsgroepen (zie rubrieken 4.4 en 5.2).
Dosering bij kinderen in de leeftijd van ≥2 jaar met een CrCL ≤50 ml/min/1,73 m
2
Tabel 4: Aanbevolen dosering voor kinderen met een geschatte CrCL
1
≤50 ml/min/1,73 m
2
Leeftijdsgroep
Geschatte CrCl
Dosis
Frequentie
Infusietijd
2
2.4
(ml/min/1,73 m ) ceftazidim/avibactam
31-50
25 mg/kg/6,25 mg/kg
tot maximaal
1 g/0,25 g
Elke 8 uur
Kinderen in de
leeftijd van
2 jaar tot
<18 jaar
16-30
18,75 mg/kg/4,7 mg/kg
tot maximaal
0,75 g/0,1875 g
Elke 12 uur
2 uur
Elke 24 uur
6-15
Eindstadium
nierziekte,
waaronder met
hemodialyse
3
Elke 48 uur
1
2
CrCL is geschat aan de hand van de ‘bedside’-formule van Schwartz.
De dosisaanbevelingen zijn gebaseerd op farmacokinetische modellen (zie rubriek 5.2).
3
Ceftazidim en avibactam worden via hemodialyse verwijderd (zie rubrieken 4.9 en 5.2). Toediening van
Zavicefta moet op dagen van hemodialyse plaatsvinden ná voltooiing van de hemodialyse.
4
Ceftazidim/avibactam is een combinatiegeneesmiddel in een vaste verhouding van 4:1 en
doseringsaanbevelingen zijn uitsluitend gebaseerd op het ceftazidimdeel (zie rubriek 6.6).
5
Dosering bij kinderen in de leeftijd van <2 jaar met een CrCl ≤50 ml/min/1,73 m
2
Tabel 5: Aanbevolen dosering voor kinderen met een geschatte CrCL
1
≤50 ml/min/1,73 m
2
Leeftijdsgroep
Geschatte CrCL
Dosis
Frequentie
Infusietijd
2
2,3
(ml/min/1,73 m ) ceftazidim/avibactam
3 tot <6 maanden
31-50
6 maanden tot
<2 jaar
3 tot <6 maanden
16-30
6 maanden tot
<2 jaar
1
2
20 mg/kg/5 mg/kg
25 mg/kg/6,25 mg/kg
15 mg/kg/3,75 mg/kg
Elke 8 uur
Elke 8 uur
2 uur
Elke 12 uur
18,75 mg/kg/4,7 mg/kg
Elke 12 uur
Berekend met behulp van de ‘bedside’-formule van Schwartz
De dosisaanbevelingen zijn gebaseerd op farmacokinetische modellen (zie rubriek 5.2).
3
Ceftazidim/avibactam is een combinatiegeneesmiddel in een vaste verhouding van 4:1 en
doseringsaanbevelingen zijn uitsluitend gebaseerd op het ceftazidimdeel (zie rubriek 6.6).
Er zijn onvoldoende gegevens om een doseringsschema aan te bevelen voor kinderen in de leeftijd van
<2 jaar met een CrCL <16 ml/min/1,73 m
2
.
Leverinsufficiëntie
Aanpassing van de dosis is niet nodig voor patiënten met leverinsufficiëntie (zie rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Zavicefta bij kinderen in de leeftijd van <3 maanden zijn niet
vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Intraveneus gebruik.
Zavicefta wordt via intraveneuze infusie gedurende 120 minuten toegediend met een geschikt
infusievolume (zie rubriek 6.6).
Voor instructies over reconstitutie en verdunning van het geneesmiddel voorafgaand aan toediening,
zie rubriek 6.6.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Overgevoeligheid voor antibacteriële middelen uit de cefalosporine-klasse.
Ernstige overgevoeligheid (bijvoorbeeld anafylactische reactie, ernstige huidreactie) voor
antibacteriële middelen uit andere β-lactam-klassen (bijvoorbeeld penicillines, monobactams of
carbapenems).
6
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Overgevoeligheidsreacties
Ernstige en soms fatale overgevoeligheidsreacties zijn mogelijk (zie rubrieken 4.3 en 4.8). Als zich
overgevoeligheidsreacties voordoen, moet de behandeling met Zavicefta onmiddellijk worden
stopgezet en moeten geschikte noodmaatregelen worden getroffen.
Voordat de behandeling wordt gestart, moet worden vastgesteld of de patiënt een voorgeschiedenis
heeft van overgevoeligheidsreacties op ceftazidim, andere cefalosporines of antibacteriële middelen uit
andere β-lactam-klassen. Voorzichtigheid is geboden wanneer ceftazidim/avibactam wordt toegediend
aan patiënten met een voorgeschiedenis van niet-ernstige overgevoeligheid voor penicillines,
monobactams of carbapenems.
Clostridioides difficile-geassocieerde
diarree
Clostridioides difficile-geassocieerde
diarree is gemeld met ceftazidim/avibactam en kan in ernst
variëren van licht tot levensbedreigend. Met deze diagnose moet rekening gehouden worden bij
patiënten die diarree hebben tijdens of na de toediening van Zavicefta (zie rubriek 4.8). Stopzetten van
de therapie met Zavicefta en toediening van een specifieke behandeling voor
Clostridioides difficile
moet worden overwogen. Er mogen geen geneesmiddelen worden gegeven die de peristaltiek remmen.
Nierinsufficiëntie
Aangezien ceftazidim en avibactam via de nieren worden uitgescheiden, moet de dosis worden
gereduceerd naargelang de mate van nierinsufficiëntie (zie rubriek 4.2). Neurologische gevolgen,
waaronder tremor, myoclonus, niet-convulsieve status epilepticus, convulsies, encefalopathie en coma,
zijn soms gemeld met ceftazidim wanneer de dosis niet werd gereduceerd bij patiënten met
nierinsufficiëntie.
Bij patiënten met een nierinsufficiëntie wordt nauwgezette monitoring van de geschatte
creatinineklaring aangeraden. Bij sommige patiënten kan de creatinineklaring geschat op basis van
serumcreatinine snel veranderen, met name in een vroeg stadium van behandeling van de infectie.
Nefrotoxiciteit
Gelijktijdige behandeling met hoge doses cefalosporines en nefrotoxische geneesmiddelen, zoals
aminoglycosides of krachtige diuretica (bijvoorbeeld furosemide), kan een nadelige invloed hebben op
de nierfunctie.
Directe antiglobulinetest (DAGT- of Coombs-test) seroconversie en mogelijk risico op hemolytische
anemie
Het gebruik van ceftazidim/avibactam kan leiden tot de ontwikkeling van een positieve directe
antiglobulinetest (DAGT- of Coombs-test), wat kan interfereren met de kruisproeven met bloed en/of
kan leiden tot door geneesmiddelen geïnduceerde, auto-immune hemolytische anemie (zie rubriek
4.8). Hoewel in klinische onderzoeken DAGT-seroconversie zeer vaak voorkwam bij patiënten die
Zavicefta kregen (het geschatte bereik van seroconversie bij fase 3 studies was 3,2% tot 20,8% bij
patiënten met een negatieve Coombs-test bij aanvang en minstens één vervolgtest), was er geen bewijs
van hemolyse bij patiënten die een positieve DAGT ontwikkelden door de behandeling. De
mogelijkheid van het optreden van hemolytische anemie door een behandeling met Zavicefta kan
echter niet worden uitgesloten. Patiënten bij wie anemie optreedt tijdens of na de behandeling met
Zavicefta moeten op deze mogelijkheid worden onderzocht.
7
Beperking van de klinische gegevens
Studies naar klinische werkzaamheid en veiligheid van Zavicefta zijn bij cIAI, cUTI en HAP
uitgevoerd (inclusief VAP).
Gecompliceerde intra-abdominale infecties bij volwassenen
In twee studies bij patiënten met cIAI was de meest voorkomende diagnose (ongeveer 42%) een
geperforeerde blindedarm of een abces rondom de blindedarm. Ongeveer 87% van patiënten had
APACHE II scores van ≤ 10 en 4% had bacteriëmie bij aanvang. Overlijden vond plaats bij 2,1%
(18/857) van de patiënten die Zavicefta en metronidazol ontvingen en bij 1,4% (12/863) van de
patiënten die meropenem ontvingen.
In een subgroep met CrCL 30 tot 50 ml/min bij aanvang vond overlijden plaats bij 16,7% (9/54) van
de patiënten die Zavicefta en metronidazol ontvingen en bij 6,8% (4/59) van de patiënten die
meropenem ontvingen. Patiënten met CrCL 30 tot 50 ml/min ontvingen een lagere dosering Zavicefta
dan op dit moment wordt aanbevolen bij patiënten in deze subgroep.
Gecompliceerde urineweginfecties bij volwassenen
In twee studies bij patiënten met cUTI waren 381/1091 (34,9%) patiënten ingeschreven met cUTI
zonder pyelonefritis, terwijl 710 (65,1%) waren ingeschreven met acute pyelonefritis (mMITT
populatie). Een totaal van 81 cUTI patiënten (7,4%) had bacteriëmie bij aanvang.
In het ziekenhuis opgelopen pneumonie (waaronder ventilator-geassocieerde pneumonie) bij
volwassenen
In één onderzoek bij patiënten met in het ziekenhuis opgelopen pneumonie hadden 280/808 (34,7%)
VAP en 40/808 (5%) waren bij aanvang bacteriëmisch.
Patiënten met beperkte behandelopties
Het gebruik van ceftazidim/avibactam voor het behandelen van patiënten met infecties als gevolg van
Gram-negatieve, aerobe pathogenen voor wie beperkte behandelopties zijn, is gebaseerd op ervaring
met ceftazidim alleen en op analyses van de farmacokinetische-farmacodynamische verhouding voor
ceftazidim/avibactam (zie rubriek 5.1).
Werkingsspectrum van ceftazidim/avibactam
Ceftazidim heeft weinig tot geen activiteit tegen de meeste Gram-positieve organismen en anaeroben
(zie rubrieken 4.2 en 5.1). Aanvullende antibacteriële middelen moeten worden gebruikt wanneer deze
pathogenen bekend zijn of worden verdacht bij te dragen aan het infectieproces.
Het remmende spectrum van avibactam omvat veel van de enzymen die ceftazidim inactiveren,
waaronder Ambler klasse A β-lactamasen en klasse C β-lactamasen. Avibactam is geen remmer van
klasse B-enzymen (metallo-β-lactamasen) en is niet in staat om veel van de klasse D-enzymen te
remmen (zie rubriek 5.1).
Niet-gevoelige organismen
Langdurig gebruik kan leiden tot woekering van niet-gevoelige organismen (bijvoorbeeld
enterokokken, schimmels), waardoor de behandeling wellicht moet worden onderbroken of andere
geschikte maatregelen moeten worden getroffen.
Interferentie met laboratoriumtesten
Ceftazidim kan interfereren met koperreductiemethoden (Benedict, Fehling, Clinitest) voor detectie
van glucosurie wat kan leiden tot fout-positieve resultaten. Ceftazidim interfereert niet met testen voor
glucosurie op enzymbasis.
8
Natriumarm dieet
Dit geneesmiddel bevat ongeveer 146 mg natrium per injectieflacon, overeenkomend met 7,3% van de
door de WHO aanbevolen maximale dagelijkse inname van 2 g voor een volwassene.
De maximale dagelijkse dosis van dit product is equivalent aan 22% van de door de WHO aanbevolen
maximale dagelijkse natriuminname. Zavicefta wordt beschouwd als rijk aan natrium. Hiermee moet
rekening worden gehouden bij toediening van Zavicefta aan patiënten die een natriumarm dieet
volgen.
Zavicefta kan worden verdund met oplossingen die natrium bevatten (zie rubriek 6.6) en hiermee dient
rekening te worden gehouden in verband met de totale hoeveelheid natrium van alle bronnen die aan
de patiënt zal worden toegediend.
Pediatrische patiënten
Er bestaat een mogelijk risico op overdosering, met name voor kinderen in de leeftijd van 3 tot minder
dan 12 maanden. Voorzichtigheid is geboden bij het berekenen van het toedieningsvolume van de
dosis (zie rubrieken 4.9 en 6.6).
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
In vitro
is avibactam een substraat van de transporters OAT1 en OAT3, wat kan bijdragen aan de
actieve opname van avibactam vanuit het bloedcompartiment en daardoor de uitscheiding van
avibactam kan beïnvloeden. Probenecide (een krachtige OAT-remmer) remt deze opname met 56% tot
70%
in vitro
en heeft derhalve het potentieel om de eliminatie van avibactam te wijzigen. Aangezien
er geen klinisch interactie-onderzoek naar avibactam en probenecide is uitgevoerd, wordt gelijktijdige
toediening van avibactam en probenecide niet aanbevolen.
Avibactam vertoonde
in vitro
geen significante remming van cytochroom P450-enzymen. Avibactam
en ceftazidim vertoonden geen cytochroom P450-inductie
in vitro
bij klinisch relevante concentraties.
Avibactam en ceftazidim remmen de belangrijkste renale of hepatische transporters niet in het klinisch
relevante blootstellingsbereik; derhalve wordt het interactiepotentieel via deze mechanismen
beschouwd als laag.
Klinische gegevens hebben aangetoond dat er geen interactie plaatsvindt tussen ceftazidim en
avibactam, en tussen ceftazidim/avibactam en metronidazol.
Andere soorten interactie
Gelijktijdige behandeling met hoge doses cefalosporines en nefrotoxische geneesmiddelen, zoals
aminoglycosides of krachtige diuretica (bijvoorbeeld furosemide), kan een nadelige invloed hebben op
de nierfunctie (zie rubriek 4.4).
In vitro
is chlooramfenicol antagonistisch ten opzichte van ceftazidim en andere cefalosporines. De
klinische relevantie van deze bevinding is onbekend, maar vanwege de kans op antagonisme
in vivo
moet deze geneesmiddelcombinatie worden vermeden.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
De resultaten van dieronderzoek met ceftazidim duiden niet op directe of indirecte schadelijke effecten
wat betreft zwangerschap, embryonale/foetale ontwikkeling, bevalling of postnatale ontwikkeling. Uit
dieronderzoek met avibactam is reproductietoxiciteit gebleken zonder bewijs van teratogene effecten
(zie rubriek 5.3).
9
Ceftazidim/avibactam mag tijdens de zwangerschap uitsluitend worden gebruikt als de mogelijke
voordelen opwegen tegen de mogelijke risico's.
Borstvoeding
Ceftazidim wordt in kleine hoeveelheden in de moedermelk uitgescheiden. Het is niet bekend of
avibactam in de moedermelk wordt uitgescheiden. Risico voor pasgeborenen/zuigelingen kan niet
worden uitgesloten. Er moet worden besloten of borstvoeding moet worden gestaakt of dat
behandeling met ceftazidim/avibactam moet worden gestaakt dan wel niet moet worden ingesteld,
waarbij het voordeel van borstvoeding voor het kind en het voordeel van behandeling voor de vrouw
in overweging moeten worden genomen.
Vruchtbaarheid
De effecten van ceftazidim/avibactam op de vruchtbaarheid bij de mens zijn niet onderzocht. Er zijn
geen gegevens beschikbaar over dieronderzoeken met ceftazidim. Resultaten van dieronderzoek met
avibactam duiden niet op schadelijke effecten wat betreft de vruchtbaarheid (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Na toediening van Zavicefta kunnen er bijwerkingen optreden (bijvoorbeeld duizeligheid), die van
invloed kunnen zijn op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen (zie
rubriek 4.8).
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
In zeven klinische fase 2- en fase 3-studies werden 2024 volwassenen behandeld met Zavicefta. De
meest voorkomende bijwerkingen die zich voordeden bij ≥5% van de patiënten die werden behandeld
met Zavicefta, waren een positieve directe Coombs-test, misselijkheid en diarree. De intensiteit van
misselijkheid en diarree was doorgaans licht tot matig.
Tabel met bijwerkingen
De volgende bijwerkingen zijn gemeld met ceftazidim alleen en/of zijn geïdentificeerd tijdens de
klinische fase 2- en fase 3-studies met Zavicefta. Bijwerkingen zijn geclassificeerd naar frequentie en
volgens systeem/orgaanklasse. De frequentiecategorieën zijn afgeleid van de bijwerkingen en/of
mogelijk klinisch significante laboratoriumafwijkingen en worden gedefinieerd volgens de volgende
conventies:
Zeer vaak (≥1/10)
Vaak (≥1/100, <1/10)
Soms (≥1/1.000, <1/100)
Zelden (≥1/10.000, <1/1.000)
Zeer zelden (<1/10.000)
Niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
Tabel 6: Frequentie van bijwerkingen volgens systeem/orgaanklasse
Systeem/
orgaanklasse
Infecties en
parasitaire
aandoeningen
Zeer vaak
Vaak
Candidiasis
(waaronder vulvovaginale
candidiasis en
orale candidiasis)
Soms
Colitis door
Clostridioides
difficile
Pseudo-
10
Zeer
zelden
Niet bekend
Systeem/
orgaanklasse
Zeer vaak
Vaak
Soms
membraneuze
colitis
Neutropenie
Leukopenie
Lymfocytose
Zeer
zelden
Niet bekend
Bloed- en
lymfestelselaan-
doeningen
Positieve
directe
Coombs-
test
Eosinofilie
Trombocytose
Trombocytopenie
Agranulocytose
Hemolytische
anemie
Immuunsysteem-
aandoeningen
Zenuwstelsel-
aandoeningen
Maagdarmstelsel-
aandoeningen
Anafylactische
reactie
Hoofdpijn
Duizeligheid
Diarree
Buikpijn
Misselijkheid
Paresthesie
Dysgeusie
Lever- en
galaandoeningen
Braken
Verhoogde waarde
van alanine-
aminotransferase
Verhoogde waarde
van aspartaat-
aminotransferase
Verhoogde waarde
van alkalische fosfatase in
het bloed
Verhoogde waarde
van gammaglutamyl-
transferase
Verhoogde waarde
van lactaatdehydrogenase
in het bloed
Geelzucht
11
Systeem/
orgaanklasse
Huid- en
onderhuid-
aandoeningen
Zeer vaak
Vaak
Maculopapulaire rash
Urticaria
Pruritus
Soms
Zeer
zelden
Niet bekend
Toxische
epidermale
necrolyse
Stevens-
Johnson-
syndroom
Erythema
multiforme
Angio-oedeem
Geneesmiddel
reactie met
eosinofilie en
systemische
symptomen
(DRESS)
Nier- en
urineweg-
aandoeningen
Verhoogde
creatininewaarde
in het bloed
Verhoogde
ureumwaarde
in het bloed
Acuut nierletsel
Tubulo-
interstitiële
nefritis
Algemene
aandoeningen en
toedieningsplaats-
stoornissen
Trombose op
de infuusplaats
Flebitis op de infuusplaats
Pyrexie
Pediatrische patiënten
De beoordeling van de veiligheid bij kinderen is gebaseerd op de veiligheidsgegevens van twee studies
waarin 61 patiënten (in de leeftijd van 3 jaar tot minder dan 18 jaar) met cIAI en 67 patiënten met
cUTI (in de leeftijd van 3 maanden tot minder dan 18 jaar) Zavicefta kregen. Over het algemeen was
het veiligheidsprofiel bij deze 128 kinderen vergelijkbaar met het veiligheidsprofiel dat werd
waargenomen bij volwassen patiënten met cIAI en cUTI.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
12
4.9
Overdosering
Overdosering met ceftazidim/avibactam kan leiden tot neurologische gevolgen, waaronder
encefalopathie, convulsies en coma, vanwege de ceftazidim-component.
De serumspiegel van ceftazidim kan worden verlaagd door hemodialyse of peritoneale dialyse. Tijdens
een hemodialyseperiode van 4 uur werd 55% van de dosis avibactam verwijderd.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Antibacteriële middelen voor systemisch gebruik, andere
bèta-lactam antibacteriële middelen, cefalosporines van de derde generatie, ATC-code: J01DD52
Werkingsmechanisme
Ceftazidim remt de synthese van bacteriële peptidoglycaancelwanden volgend op binding aan
penicilline-bindende eiwitten (PBP's), wat leidt tot bacteriële cellyse en -dood. Avibactam is een niet-
β-lactam, β-lactamase-remmer die werkt door vorming van een covalent adduct met het enzym dat
stabiel is voor hydrolyse. Het middel remt zowel Ambler klasse A als Ambler klasse C β-lactamasen
en bepaalde klasse D-enzymen, waaronder
extended-spectrum
β-lactamasen (ESBL's), KPC- en OXA-
48-carbapenemasen en AmpC-enzymen. Avibactam is geen remmer van klasse B-enzymen (metallo-
β-lactamasen) en is niet in staat om veel klasse D-enzymen te remmen.
Resistentie
Bacteriële resistentiemechanismen die mogelijk van invloed kunnen zijn op ceftazidim/avibactam
omvatten mutante of verworven PBP's, verminderde permeabiliteit van het buitenmembraan voor één
van beide verbindingen, actieve efflux van één van beide verbindingen en β-lactamase-enzymen die
refractair zijn ten opzichte van remming door avibactam en in staat tot hydrolyse van ceftazidim.
Antibacteriële activiteit in combinatie met andere antibacteriële middelen
Noch synergie noch antagonisme werd aangetoond bij geneesmiddelcombinatiestudies
in vitro
met
ceftazidim/avibactam en metronidazol, tobramycine, levofloxacine, vancomycine, linezolid, colistine
en tigecycline.
Breekpunten voor gevoeligheidstests
De minimale remmende concentraties (MIC) breekpunten vastgesteld door EUCAST (European
Committee on Antimicrobial Susceptibility Testing)
voor ceftazidim/avibactam zijn als volgt:
Organismen
Enterobacterales
Pseudomonas aeruginosa
Farmacokinetische/farmacodynamische relatie
Het is aangetoond dat de antimicrobiële activiteit van ceftazidim ten opzichte van specifieke
pathogenen het beste correleert met de relatieve tijd dat de concentratie vrije geneesmiddelen boven de
minimale remmende concentratie ceftazidim/avibactam over het dosisinterval (%
fT
>MIC van
ceftazidim/avibactam) blijft. Voor avibactam is de PK/PD-index de relatieve tijd dat de concentratie
vrije geneesmiddelen boven een drempelconcentratie over het dosisinterval (%
fT
>C
T
) blijft.
13
Gevoelig
≤8 mg/l
≤8 mg/l
Resistent
>8 mg/l
>8 mg/l
Klinische werkzaamheid tegen specifieke pathogenen
In klinische onderzoeken is werkzaamheid aangetoond tegen de volgende pathogenen, die
in vitro
gevoelig waren voor ceftazidim/avibactam.
Gecompliceerde intra-abdominale infecties
Gram-negatieve micro-organismen
Citrobacter freundii
Enterobacter cloacae
Escherichia coli
Klebsiella oxytoca
Klebsiella pneumoniae
Pseudomonas aeruginosa
Gecompliceerde urineweginfecties
Gram-negatieve micro-organismen
Escherichia coli
Klebsiella pneumoniae
Proteus mirabilis
Enterobacter cloacae
Pseudomonas aeruginosa
In het ziekenhuis opgelopen pneumonie, waaronder ventilator-geassocieerde pneumonie (VAP)
Gram-negatieve micro-organismen
Enterobacter cloacae
Escherichia coli
Klebsiella pneumoniae
Proteus mirabilis
Serratia marcescens
Pseudomonas aeruginosa
Er is geen klinische werkzaamheid aangetoond tegen de volgende pathogenen die relevant zijn voor de
goedgekeurde indicaties, hoewel uit
in-vitro-onderzoeken
blijkt dat deze gevoelig zouden zijn voor
ceftazidim/avibactam bij afwezigheid van verkregen resistentiemechanismen.
Gram-negatieve micro-organismen
Citrobacter koseri
Enterobacter aerogenes
Morganella morganii
Proteus vulgaris
Providencia rettgeri
Uit
in-vitro-gegevens
blijkt dat de volgende species niet gevoelig zijn voor ceftazidim/avibactam.
Staphylococcus aureus
(meticilline-gevoelig en meticilline-resistent)
Anaerobe bacteriën
Enterococcus
spp.
Stenotrophomonas maltophilia
Acinetobacter
spp.
Pediatrische patiënten
Zavicefta is geëvalueerd bij kinderen in de leeftijd van 3 maanden tot <18 jaar in twee enkelblinde,
gerandomiseerde, vergelijkende klinische fase 2-studies: één bij patiënten met cIAI en één bij
patiënten met cUTI. De primaire doelstelling in elke studie was de veiligheid en verdraagbaarheid van
14
ceftazidim-avibactam (+/- metronidazol) te beoordelen. Secundaire doelstellingen waren onder meer
de beoordeling van de farmacokinetiek en de werkzaamheid; werkzaamheid was een beschrijvend
eindpunt in beide studies. Het percentage klinische genezing bij TOC (ITT) bedroeg 91,8% (56/61)
voor Zavicefta, vergeleken met 95,5% (21/22) voor meropenem bij pediatrische patiënten met cIAI.
Het percentage microbiologische uitroeiing bij TOC (micro-ITT) bedroeg 79,6% (43/54) voor
Zavicefta, vergeleken met 60,9% (14/23) voor cefepim bij pediatrische patiënten met cUTI.
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten tot uitstel van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met Zavicefta in een of meerdere subgroepen van
pediatrische patiënten voor de behandeling van cIAI, cUTI, pneumonie en infecties met Gram-
negatieve bacteriën (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Distributie
De binding van zowel ceftazidim als avibactam aan menselijke eiwitten is respectievelijk ongeveer
10% en 8%. Het steady-state distributievolume van ceftazidim en avibactam was respectievelijk
ongeveer 17 l en 22 l bij gezonde volwassenen na meerdere doses van 2 g/0,5 g ceftazidim/avibactam
die elke 8 uur gedurende 2 uur via een infuus werden toegediend. Zowel ceftazidim als avibactam
dringen bij mensen in dezelfde mate door in de bronchiale epitheelvloeistof (ELF) met een
concentratie van rond 30% van die in plasma. De concentratietijdprofielen zijn vergelijkbaar voor de
ELF en het plasma.
Ceftazidim dringt slecht door een intacte bloed-hersenbarrière. Ceftazidimconcentraties van 4 tot
20 mg/l of meer in het hersenvocht zijn mogelijk wanneer de hersenvliezen ontstoken zijn. In hoeverre
avibactam door de bloed-hersenbarrière dringt, is niet klinisch onderzocht. Bij konijnen met ontstoken
hersenvliezen was de blootstelling van ceftazidim en avibactam in het hersenvocht echter
respectievelijk 43% en 38% van de plasma-AUC. Ceftazidim dringt gemakkelijk door de placenta en
wordt in de moedermelk uitgescheiden.
Biotransformatie
Ceftazidim wordt niet gemetaboliseerd. Er werd geen metabolisme van avibactam waargenomen in
preparaten van menselijke lever (microsomen en hepatocyten). Ongewijzigde avibactam was de
belangrijkste geneesmiddelgerelateerde component in menselijk plasma en menselijke urine na
toediening van [
14
C]-avibactam.
Eliminatie
De terminale halfwaardetijd (t½) van zowel ceftazidim als avibactam bedraagt na intraveneuze
toediening ongeveer 2 uur. Ceftazidim wordt ongewijzigd in de urine uitgescheiden door middel van
glomerulaire filtratie; ongeveer 80-90% van de dosis wordt binnen 24 uur in de urine teruggevonden.
Avibactam wordt ongewijzigd in de urine uitgescheiden met een nierklaring van ongeveer 158 ml/min,
wat suggestief is voor actieve tubulaire secretie naast glomerulaire filtratie. Ongeveer 97% van de
dosis avibactam wordt teruggevonden in de urine, 95% binnen 12 uur. Minder dan 1% van de
ceftazidim wordt uitgescheiden via de gal en minder dan 0,25% van de avibactam wordt uitgescheiden
in de ontlasting.
Lineariteit/non-lineariteit
De farmacokinetiek van zowel ceftazidim als avibactam is ongeveer lineair over het onderzochte
dosisbereik (0,05 g tot 2 g) bij enkelvoudige intraveneuze toediening. Er werd geen duidelijke
accumulatie van ceftazidim of avibactam waargenomen na meerdere intraveneuze infusies van
2 g/0,5 g ceftazidim/avibactam die elke 8 uur werden toegediend gedurende maximaal 11 dagen bij
gezonde volwassenen met een normale nierfunctie.
15
Speciale patiëntengroepen
Nierinsufficiëntie
De eliminatie van ceftazidim en avibactam is verminderd bij patiënten met matige of ernstige
nierinsufficiëntie. De gemiddelde verhogingen van de AUC van avibactam zijn 3,8-voudig en 7-
voudig bij patiënten met matige en ernstige nierinsufficiëntie, zie rubriek 4.2.
Leverinsufficiëntie
Lichte tot matige leverinsufficiëntie had geen effect op de farmacokinetiek van ceftazidim bij personen
die gedurende 5 dagen elke 8 uur 2 g intraveneus kregen toegediend, mits er geen sprake was van een
verminderde nierfunctie. De farmacokinetiek van ceftazidim bij patiënten met ernstige
leverinsufficiëntie is niet vastgesteld. De farmacokinetiek van avibactam bij patiënten met
leverinsufficiëntie, ongeacht in welke mate, is niet onderzocht.
Aangezien ceftazidim en avibactam geen significant levermetabolisme lijken te ondergaan, wordt niet
verwacht dat de systemische klaring van beide werkzame stoffen significant verandert door
leverinsufficiëntie.
Ouderen (≥65 jaar)
De verminderde klaring van ceftazidim die werd waargenomen bij oudere patiënten werd
voornamelijk veroorzaakt door een leeftijdsgerelateerde afname in de nierklaring van ceftazidim. De
gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd van ceftazidim varieerde van 3,5 tot 4 uur na intraveneuze
bolusdosering met 2 g elke 12 uur bij oudere patiënten van 80 jaar of ouder.
Na één intraveneuze toediening van 500 mg avibactam door middel van een 30 minuten durende
IV-infusie vertoonden oudere patiënten een langere terminale halfwaardetijd van avibactam, wat kan
worden veroorzaakt door de leeftijdsgerelateerde afname in nierklaring.
Pediatrische patiënten
De farmacokinetiek van ceftazidim en avibactam is geëvalueerd bij kinderen in de leeftijd van
3 maanden tot <18 jaar met een vermoede of bevestigde infectie na een enkelvoudige dosis ceftazidim
50 mg/kg en avibactam 12,5 mg/kg voor patiënten met een gewicht van <40 kg of Zavicefta 2 g/0,5 g
(ceftazidim 2 gram en avibactam 0,5 gram) voor patiënten met een gewicht van ≥40 kg.
Plasmaconcentraties van ceftazidim en avibactam waren vergelijkbaar voor alle vier leeftijdscohorten
in de studie (3 maanden tot <2 jaar, 2 tot <6 jaar, 6 tot <12 jaar en 12 tot <18 jaar). AUC
0-t
- en
C
max
-waarden van ceftazidim en avibactam in de twee oudere cohorten (kinderen in de leeftijd van
6 tot <18 jaar), waarin een uitgebreidere farmacokinetische staalafname had plaatsgevonden, waren
vergelijkbaar met de waarden die waren waargenomen bij gezonde volwassen proefpersonen met een
normale nierfunctie die Zavicefta 2 g/0,5 g hadden gekregen. Gegevens uit deze studie en de twee
pediatrische fase 2-studies bij patiënten met cIAI en cUTI werden gepoold met farmacokinetische
gegevens van volwassenen (fase 1 tot en met fase 3) om het populatiefarmacokinetische model bij te
werken, dat werd gebruikt voor simulaties ter beoordeling van het bereiken van de
farmacokinetische/farmacodynamische streefwaarden. Resultaten uit deze simulaties toonden aan dat
de aanbevolen doseringsschema’s voor kinderen met cIAI, cUTI en HAP/VAP, waaronder
dosisaanpassingen voor patiënten met een nierinsufficiëntie, leiden tot waarden voor systemische
blootstelling en waarden voor het bereiken van de farmacokinetische/farmacodynamische
streefwaarden die vergelijkbaar zijn met die bij volwassenen met de goedgekeurde dosis Zavicefta van
2 g/0,5 g toegediend gedurende 2 uur, elke 8 uur.
Er is beperkte ervaring met het gebruik van ceftazidim plus avibactam bij de pediatrische groepen van
3 maanden tot <6 maanden. De aanbevolen doseringsschema’s zijn gebaseerd op simulaties die zijn
uitgevoerd met de definitieve populatiefarmacokinetische modellen. Simulaties toonden aan dat de
aanbevolen doseringsschema’s leiden tot blootstellingen die vergelijkbaar zijn met andere
leeftijdsgroepen waarin >90% van de farmacokinetische/farmacodynamische streefwaarden was
bereikt. Gebaseerd op gegevens van de afgeronde pediatrische klinische studies waren er met de
16
aanbevolen doseringsschema’s geen aanwijzingen voor een te hoge of te lage blootstelling bij de
proefpersonen in de leeftijd van 3 maanden tot <6 maanden.
Daarnaast zijn er zeer weinig gegevens over kinderen in de leeftijd van 3 maanden tot <2 jaar met een
verminderde nierfunctie (CrCL ≤50 ml/min/1,73 m
2
), en geen gegevens over een ernstige
nierinsufficiëntie uit de afgeronde pediatrische klinische studies. Populatiefarmacokinetische modellen
voor ceftazidim en avibactam zijn gebruikt voor simulaties voor patiënten met een verminderde
nierfunctie.
Geslacht en ras
De farmacokinetiek van ceftazidim/avibactam wordt niet significant beïnvloed door geslacht of ras.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Ceftazidim
Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig
van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij herhaalde
dosering, reproductietoxiciteit of genotoxiciteit. Er is geen onderzoek naar de carcinogeniciteit van
ceftazidim uitgevoerd.
Avibactam
Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig
van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij herhaalde
dosering of genotoxiciteit. Er is geen onderzoek naar de carcinogeniciteit van avibactam uitgevoerd.
Reproductietoxiciteit
Bij zwangere konijnen die avibactam 300 en 1000 mg/kg/dag kregen toegediend, was er sprake van
een dosisgerelateerd lager gemiddeld foetaal gewicht en vertraagde ossificatie, mogelijk gerelateerd
aan maternale toxiciteit. Het plasmablootstellingsniveau op het maternale en foetale NOAEL
(100 mg/kg/dag) duidt op middelmatige tot lage veiligheidsmarges.
Bij ratten werden geen nadelige effecten waargenomen op de embryofoetale ontwikkeling of de
vruchtbaarheid. Na toediening van avibactam aan ratten gedurende de zwangerschaps- en
lactatieperiode was er geen effect op de overleving, de groei of de ontwikkeling van de jongen. Er was
echter bij minder dan 10% van de rattenjongen wel sprake van een verhoogde incidentie van dilatatie
van het nierbekken en de ureter als de maternale blootstelling hoger was dan of gelijk was aan
ongeveer 1,5 maal de therapeutische blootstelling bij de mens.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Natriumcarbonaat (watervrij)
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
De verenigbaarheid van Zavicefta met andere geneesmiddelen is niet vastgesteld. Zavicefta mag niet
worden gemengd met of fysiek worden toegevoegd aan oplossingen die andere geneesmiddelen
bevatten.
Dit geneesmiddel mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen dan die vermeld zijn in
rubriek 6.6.
17
6.3
Houdbaarheid
Droog poeder
3 jaar
Na reconstitutie
De gereconstitueerde injectieflacon moet onmiddellijk worden gebruikt.
Na verdunning
Infuuszakken
Als de intraveneuze oplossing wordt bereid met in rubriek 6.6 vermelde verdunningsmiddelen
(ceftazidimconcentratie van 8 mg/ml) is de chemische en fysische stabiliteit bij het gebruik
aangetoond (vanaf het initieel aanprikken van de injectieflacon) voor maximaal 12 uur bij 2-8°C,
gevolgd door maximaal 4 uur bij niet hoger dan 25°C.
Als de intraveneuze oplossing wordt bereid met in rubriek 6.6 vermelde verdunningsmiddelen
(ceftazidimconcentratie van >8 mg/ml tot 40 mg/ml) is de chemische en fysische stabiliteit bij het
gebruik aangetoond (vanaf het initieel aanprikken van de injectieflacon) voor maximaal 4 uur bij niet
hoger dan 25°C.
Vanuit microbiologisch oogpunt dient het geneesmiddel onmiddellijk te worden gebruikt, tenzij
reconstitutie/verdunning onder gecontroleerde en gevalideerde aseptische omstandigheden hebben
plaatsgevonden. Als het middel niet onmiddellijk wordt gebruikt, vallen de
in-use
bewaartijden
en -omstandigheden voorafgaand aan het gebruik onder de verantwoordelijkheid van de gebruiker en
mag het niet het bovenvermelde overschrijden.
Infuusspuiten
Chemische en fysische stabiliteit bij het gebruik is aangetoond (vanaf het initieel aanprikken van de
injectieflacon) voor maximaal 6 uur bij niet hoger dan 25°C.
Vanuit microbiologisch oogpunt dient het geneesmiddel onmiddellijk te worden gebruikt, tenzij
reconstitutie/verdunning onder gecontroleerde en gevalideerde aseptische omstandigheden hebben
plaatsgevonden. Als het middel niet onmiddellijk wordt gebruikt, vallen de
in-use
bewaartijden
en -omstandigheden voorafgaand aan het gebruik onder de verantwoordelijkheid van de gebruiker en
mag opslag niet langer duren dan 6 uur bij niet hoger dan 25°C.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Voor de bewaarcondities van het gereconstitueerde en verdunde geneesmiddel, zie rubriek 6.3.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
20 ml glazen injectieflacon (Type 1) afgesloten met een rubberen (halobutyl) stop en een aluminium
sluiting met flip-off kapje.
Het geneesmiddel wordt geleverd in verpakkingen van 10 injectieflacons.
18
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Het poeder moet gereconstitueerd worden met water voor injecties en het resulterende concentraat
moet vervolgens onmiddellijk worden verdund voorafgaand aan het gebruik. De gereconstitueerde
oplossing is lichtgeel en vrij van deeltjes.
Zavicefta (ceftazidim/avibactam) is een combinatiegeneesmiddel; elke injectieflacon bevat 2 g
ceftazidim en 0,5 g avibactam in een vaste verhouding van 4:1. Doseringsaanbevelingen zijn
uitsluitend gebaseerd op het ceftazidimdeel.
Standaard aseptische technieken moeten worden gebruikt voor de bereiding en toediening van de
oplossing. De doses mogen worden bereid in een infuuszak of in een infuusspuit van een geschikt
volume.
Parenterale geneesmiddelen moeten visueel op deeltjes worden geïnspecteerd voordat deze worden
toegediend.
Elke injectieflacon is uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
De totale tijdsduur vanaf het begin van de reconstitutie tot en met het afronden van de bereiding van
het intraveneuze infuus mag niet meer dan 30 minuten bedragen.
Instructies voor het bereiden van doses voor volwassenen en kinderen in een INFUUSZAK of in een
INFUUSSPUIT:
OPMERKING: de volgende procedure beschrijft de stappen voor het bereiden van een
infuusoplossing met een definitieve concentratie van 8-40 mg/ml ceftazidim. Alle berekeningen
dienen voltooid te worden voordat er met deze stappen wordt gestart.
Voor kinderen in de leeftijd
van 3 tot 12 maanden,
worden eveneens gedetailleerde stappen vermeld voor het bereiden van een
concentratie van 20 mg/ml (voldoende voor de meeste scenario’s).
1. Bereid de
gereconstitueerde oplossing
(167,3
mg/ml
ceftazidim):
a) Steek de injectienaald door de dop van het flesje en injecteer 10 ml steriel water voor injecties.
b) Trek de naald terug en schud het flesje totdat de oplossing helder is.
c) Steek
nadat
het product is opgelost, een ontluchtingsnaald door de dop van het flesje om de
interne druk te verlichten (dit is belangrijk om de steriliteit van het middel te behouden).
2. Bereid de
definitieve oplossing
voor infusie (definitieve concentratie moet
8-40 mg/ml
ceftazidim
bedragen):
a) Infuuszak: verdun de gereconstitueerde oplossing verder door een geschikt berekend volume
van de gereconstitueerde oplossing over te brengen naar een infuuszak met daarin één van de
volgende middelen: natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie, dextrose
50 mg/ml (5%) oplossing voor injectie of Ringer-lactaatoplossing.
b) Infuusspuit: verdun de gereconstitueerde oplossing verder door een geschikt berekend volume
van de gereconstitueerde oplossing in combinatie met een voldoende volume
verdunningsmiddel (natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie of dextrose
50 mg/ml (5%) oplossing voor injectie) over te brengen naar een infuusspuit.
Raadpleeg tabel 7 hieronder.
19
Tabel 7: Bereiding van Zavicefta-doses voor volwassenen en kinderen in INFUUSZAK of in
INFUUSSPUIT
Volume dat moet worden
Dosis
opgetrokken uit de
Definitief volume na
Definitief volume in
Zavicefta
2
gereconstitueerde
verdunning in infuuszak
infuusspuit
(ceftazidim)
1
injectieflacon
Volledige inhoud (ongeveer
2g
50 ml tot 250 ml
50 ml
12 ml)
1g
6 ml
25 ml tot 125 ml
25 ml tot 50 ml
0,75 g
4,5 ml
19 ml tot 93 ml
19 ml tot 50 ml
Volume (ml) zal variëren
Volume (ml) zal variëren
op basis van de
Volume (ml) berekend op
op basis van de
beschikbare grootte van
basis van vereiste dosis:
beschikbare grootte van de
Alle overige
de infuusspuit en de
infuuszak en de gewenste
doses
gewenste definitieve
Dosis (mg ceftazidim) ÷
definitieve concentratie
concentratie
167,3 mg/ml ceftazidim
(moet 8-40 mg/ml
(moet 8-40 mg/ml
ceftazidim zijn)
ceftazidim zijn)
1
Uitsluitend gebaseerd op het ceftazidimdeel.
2
Verdun tot de definitieve ceftazidimconcentratie van 8 mg/ml voor stabiliteit bij het gebruik voor
maximaal 12 uur bij 2-8°C, gevolgd door maximaal 4 uur bij niet hoger dan 25°C (d.w.z. verdun een
dosis ceftazidim van 2 g in 250 ml, een dosis ceftazidim van 1 g in 125 ml, een dosis ceftazidim van
0,75 g in 93 ml, enz.). Alle andere ceftazidimconcentraties (>8 mg/ml tot 40 mg/ml) hebben een
stabiliteit bij het gebruik van maximaal 4 uur bij niet hoger dan 25°C.
Bereiding van Zavicefta voor gebruik bij kinderen in de leeftijd van 3 tot 12 maanden in een
INFUUSSPUIT:
OPMERKING: de volgende procedure beschrijft de stappen voor het bereiden van een
infuusoplossing met een definitieve concentratie van 20 mg/ml ceftazidim (voldoende voor de meeste
scenario’s). Alternatieve concentraties kunnen worden bereid, maar moeten een definitieve
concentratie hebben in het bereik van 8-40 mg/ml ceftazidim.
1. Bereid de
gereconstitueerde oplossing
(167,3
mg/ml
ceftazidim):
a) Steek de injectienaald door de dop van het flesje en injecteer 10 ml steriel water voor injecties.
b) Trek de naald terug en schud het flesje totdat de oplossing helder is.
c) Steek
nadat
het product is opgelost, een ontluchtingsnaald door de dop van het flesje om de
interne druk te verlichten (dit is belangrijk om de steriliteit van het middel te behouden).
2. Bereid de
definitieve oplossing
voor infusie met een definitieve concentratie van
20 mg/ml
ceftazidim:
a) Verdun de gereconstitueerde oplossing verder door een geschikt berekend volume van de
gereconstitueerde oplossing in combinatie met een voldoende volume verdunningsmiddel
(natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie of dextrose 50 mg/ml (5%) oplossing
voor injectie) over te brengen naar een infuusspuit.
b) Raadpleeg tabel 8, 9 of 10 hieronder om de berekeningen te bevestigen. De weergegeven
waarden zijn een benadering omdat het mogelijk noodzakelijk is om af te ronden tot op de
dichtstbijzijnde gradatiemarkering van een spuit van geschikte grootte. Houd er rekening mee
dat de tabellen NIET alle mogelijk berekende doses bevatten, maar ze kunnen worden
gebruikt om het volume te schatten om de berekening te controleren.
20
Tabel 8: Bereiding van Zavicefta-doses (definitieve concentratie van 20 mg/ml ceftazidim) voor
kinderen in de leeftijd van 3 tot 12 maanden met een creatinineklaring (CrCL) >50 ml/min/1,73 m
2
Volume gereconstitueerde
Volume toe te
Leeftijd en dosis
Gewicht
Dosis
oplossing dat moet worden
voegen
1
Zavicefta (mg/kg)
(kg)
(mg ceftazidim)
opgetrokken uit de
verdunningsmiddel
injectieflacon (ml)
om te mengen (ml)
5
250
1,5
11
6
300
1,8
13
6 maanden tot
7
350
2,1
15
12 maanden
8
400
2,4
18
9
450
2,7
20
50 mg/kg
10
500
3
22
ceftazidim
11
550
3,3
24
12
600
3,6
27
4
160
1
7,4
5
200
1,2
8,8
3 maanden tot
6
240
1,4
10
<6 maanden
7
280
1,7
13
40 mg/kg
8
320
1,9
14
ceftazidim
9
360
2,2
16
10
400
2,4
18
1
Uitsluitend gebaseerd op het ceftazidimdeel.
Tabel 9: Bereiding van Zavicefta-doses (definitieve concentratie van 20 mg/ml ceftazidim) voor
kinderen in de leeftijd van 3 tot 12 maanden met een CrCL 31 tot 50 ml/min/1,73 m
2
Volume gereconstitueerde
Volume toe te
Leeftijd en dosis
Gewicht
Dosis
oplossing dat moet worden
voegen
Zavicefta
(kg)
(mg ceftazidim)
opgetrokken uit de
verdunningsmiddel
(mg/kg)
1
injectieflacon (ml)
om te mengen (ml)
5
125
0,75
5,5
6
150
0,9
6,6
6 maanden tot
7
175
1
7,4
12 maanden
8
200
1,2
8,8
9
225
1,3
9,6
25 mg/kg
10
250
1,5
11
ceftazidim
11
275
1,6
12
12
300
1,8
13
4
80
0,48
3,5
5
100
0,6
4,4
3 maanden tot
6
120
0,72
5,3
<6 maanden
7
140
0,84
6,2
20 mg/kg
8
160
1
7,4
ceftazidim
9
180
1,1
8,1
10
200
1,2
8,8
1
Uitsluitend gebaseerd op het ceftazidimdeel.
21
Tabel 10: Bereiding van Zavicefta-doses (definitieve concentratie van 20 mg/ml ceftazidim) voor
kinderen in de leeftijd van 3 tot 12 maanden met een CrCL 16 tot 30 ml/min/1,73 m
2
Volume gereconstitueerde
Volume toe te
Leeftijd en dosis
Gewicht
Dosis
oplossing dat moet worden
voegen
Zavicefta
(kg)
(mg ceftazidim)
opgetrokken uit de
verdunningsmiddel
(mg/kg)
1
injectieflacon (ml)
om te mengen (ml)
5
93,75
0,56
4,1
6
112,5
0,67
4,9
6 maanden tot
7
131,25
0,78
5,7
12 maanden
8
150
0,9
6,6
9
168,75
1
7,4
18,75 mg/kg
10
187,5
1,1
8,1
ceftazidim
11
206,25
1,2
8,8
12
225
1,3
9,6
4
60
0,36
2,7
5
75
0,45
3,3
3 maanden tot
6
90
0,54
4
<6 maanden
7
105
0,63
4,6
15 mg/kg
8
120
0,72
5,3
ceftazidim
9
135
0,81
6
10
150
0,9
6,6
1
Uitsluitend gebaseerd op het ceftazidimdeel.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Pfizer Ireland Pharmaceuticals
Operations Support Group
Ringaskiddy, County Cork
Ierland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/16/1109/001
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 24 juni 2016
Datum van laatste verlenging:
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
22
BIJLAGE II
A.
B.
C.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN
LEVERING EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING
TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET
GENEESMIDDEL
D.
23
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
ACS Dobfar S.p.A
VIA A. FLEMING, 2
VERONA 37135
ITALIË
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
24
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
25
A. ETIKETTERING
26
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
ZAVICEFTA 2 g/0,5 g poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
ceftazidim/avibactam
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke injectieflacon bevat ceftazidimpentahydraat equivalent aan 2 g ceftazidim en avibactamnatrium
equivalent aan 0,5 g avibactam.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit product heeft een hoog natriumgehalte (zie de bijsluiter voor aanvullende informatie).
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
10 injectieflacons
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Intraveneus gebruik
Verdunnen voor gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
27
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Pfizer Ireland Pharmaceuticals
Operations Support Group
Ringaskiddy, County Cork
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/16/1109/001
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
28
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
INJECTIEFLACON ETIKET
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
ZAVICEFTA 2 g/0,5 g poeder voor concentraat
ceftazidim/avibactam
IV
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
ceftazidim 2 g/avibactam 0,5 g
6.
OVERIGE
29
B. BIJSLUITER
30
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Zavicefta 2 g/0,5 g poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
ceftazidim/avibactam
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1.
Wat is Zavicefta en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe gebruikt u dit middel?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Wat is Zavicefta en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Zavicefta?
Zavicefta is een antibioticum dat twee werkzame stoffen bevat: ceftazidim en avibactam.
Ceftazidim behoort tot de groep antibiotica die “cefalosporines” worden genoemd. Deze stof
kan vele soorten bacteriën doden.
Avibactam is een “bèta-lactamase-remmer” die ceftazidim helpt om sommige bacteriën te
doden die de stof niet zelf kan doden.
Waarvoor wordt Zavicefta gebruikt?
Zavicefta wordt bij volwassenen en kinderen in de leeftijd van 3 maanden en ouder gebruikt voor het
behandelen van:
infecties van de maag en darmen (buik)
infecties van de blaas of nieren, ook wel “urineweginfecties” genoemd
een infectie van de longen die “pneumonie” wordt genoemd
infecties die worden veroorzaakt door bacteriën die mogelijk niet met andere antibiotica kunnen
worden gedood
Zavicefta wordt gebruikt bij volwassenen voor de behandeling van infectie van het bloed die gepaard
gaat met infecties van de buik, urineweginfecties of pneumonie.
Hoe werkt Zavicefta?
Zavicefta werkt door bepaalde soorten bacteriën, die ernstige infecties kunnen veroorzaken, te doden.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
U bent allergisch voor andere cefalosporine-antibiotica.
U heeft ooit een ernstige allergische reactie gehad op andere antibiotica behorend tot de
penicilline- of carbapenemgroepen.
31
Gebruik Zavicefta niet als een van het bovenstaande op u van toepassing is. Neem bij twijfel contact
op met uw arts of verpleegkundige voordat u Zavicefta gebruikt.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt als:
u ooit een allergische reactie heeft gehad (zelfs als het slechts huiduitslag was) op andere
antibiotica behorend tot de penicilline- of carbapenemgroepen
u nierproblemen heeft – uw arts geeft u dan mogelijk een lagere dosis om te verzekeren dat u
niet te veel van dit geneesmiddel toegediend krijgt. Dit zou bijwerkingen kunnen voorzaken
zoals epileptische aanvallen (zie rubriek
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?).
Als een van het bovenstaande op u van toepassing is (of als u twijfelt), neem dan contact op met uw
arts of verpleegkundige voordat u Zavicefta gebruikt.
Neem contact op met uw arts of verpleegkundige als u diarree krijgt tijdens uw behandeling.
Overige infecties
Er bestaat een kleine kans dat u tijdens of na de behandeling met Zavicefta een andere infectie krijgt
veroorzaakt door andere bacteriën waaronder spruw (schimmelinfectie van de mond of genitaliën).
Laboratoriumtests
Vertel uw arts dat u Zavicefta gebruikt wanneer u tests moet ondergaan. Het resultaat kan namelijk
afwijkend zijn als u een test krijgt die “DAGT” of “Coombs” wordt genoemd. Deze test zoekt naar
antilichamen die tegen uw rode bloedcellen vechten.
Zavicefta kan daarnaast ook van invloed zijn op de resultaten van bepaalde urinetests voor suiker.
Vertel de persoon die het monster afneemt dat u Zavicefta gebruikt.
Kinderen
Zavicefta mag niet worden gebruikt bij kinderen jonger dan 3 maanden. Het is namelijk niet bekend of
het geneesmiddel veilig te gebruiken is in deze leeftijdsgroep.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Zavicefta nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
verpleegkundige.
Overleg met uw arts voordat u Zavicefta gaat gebruiken als u één van de volgende geneesmiddelen
gebruikt:
een antibioticum dat chlooramfenicol wordt genoemd
een type antibioticum dat een aminoglycoside wordt genoemd, zoals gentamicine of
tobramycine
een vochtafdrijvende tablet die furosemide wordt genoemd
een geneesmiddel voor jicht dat probenecide wordt genoemd
Neem contact op met uw arts voordat u Zavicefta gaat gebruiken als een van het bovenstaande op u
van toepassing is.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Door het gebruik van Zavicefta kunt u zich duizelig voelen. Dit kan van invloed zijn op uw
rijvaardigheid of het vermogen om gereedschappen of machines te bedienen.
32
Zavicefta bevat natrium
Dit middel bevat ongeveer 146 mg natrium (een belangrijk bestanddeel van keukenzout/tafelzout) per
injectieflacon. Dit komt overeen met 7,3% van de aanbevolen maximale dagelijkse hoeveelheid
natrium in de voeding voor een volwassene.
Neem contact op met uw arts of apotheker als u gedurende een langere periode dagelijks 3 of meer
injectieflacons nodig heeft, vooral als u is aangeraden een zoutarm (natriumarm) dieet te volgen.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Zavicefta wordt door een arts of verpleegkundige aan u toegediend.
De aanbevolen dosering
De aanbevolen dosering voor volwassenen is elke 8 uur één injectieflacon (2 g ceftazidim en
0,5 g avibactam). De dosis voor kinderen in de leeftijd van 3 maanden en ouder wordt door de arts
berekend gebaseerd op het gewicht en de leeftijd van het kind.
Het middel wordt met behulp van een druppelinfuus in een ader toegediend. Dit duurt doorgaans
ongeveer 2 uur.
De duur van een behandelingskuur is doorgaans 5 tot 14 dagen, afhankelijk van welk type infectie u
heeft en hoe u reageert op de behandeling.
Personen met nierproblemen
Als u nierproblemen heeft, geeft uw arts u wellicht een lagere dosis. Zavicefta wordt namelijk via de
nieren uitgescheiden door het lichaam.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Zavicefta wordt door een arts of verpleegkundige aan u toegediend, dus het is onwaarschijnlijk dat u
de verkeerde dosis krijgt. Als u echter bijwerkingen krijgt of denkt dat u te veel Zavicefta toegediend
heeft gekregen, waarschuw dan onmiddellijk uw arts of verpleegkundige. Als u te veel Zavicefta
gebruikt, kan het een effect hebben op de hersenen en toevallen of coma veroorzaken.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als u denkt dat u een dosis bent vergeten, waarschuw dan onmiddellijk uw arts of verpleegkundige.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken. Bij het gebruik van dit geneesmiddel kunnen de volgende bijwerkingen optreden:
Ernstige bijwerkingen
Neem onmiddellijk contact op met uw arts als u één van de volgende ernstige bijwerkingen krijgt – u
heeft misschien dringend medische behandeling nodig:
ernstige allergische reacties – tekenen zijn onder meer plotselinge zwelling van de lippen, het
gezicht, de keel of de tong, ernstige huiduitslag of andere ernstige huidreacties, moeite met
slikken of ademhalen. Een dergelijke reactie kan levensbedreigend zijn.
diarree die steeds erger wordt of aanhoudt, of ontlasting die bloed of slijm bevat – dit kan
voorkomen tijdens de behandeling met Zavicefta of nadat de behandeling is gestopt. Als deze
bijwerking optreedt, mag u geen geneesmiddelen gebruiken die de stoelgang tegenhouden of
vertragen.
33
Neem onmiddellijk contact op met uw arts als één van de bovenstaande ernstige bijwerkingen
optreedt.
Overige bijwerkingen
Neem contact op met uw arts of verpleegkundige als u één van de volgende bijwerkingen krijgt:
Zeer vaak:
(kan voorkomen bij meer dan 1 op de 10 personen)
Afwijkend resultaat bij een test die “DAGT” of “Coombs” wordt genoemd. Deze test zoekt naar
antilichamen die tegen uw rode bloedcellen vechten. Het is mogelijk dat dit bloedarmoede
(hierdoor kunt u zich vermoeid voelen) en geelzucht (gele verkleuring van de huid en ogen)
veroorzaakt.
Vaak:
(kan voorkomen bij maximaal 1 op de 10 personen)
Schimmelinfecties, waaronder ook in de mond en vagina
Verandering in aantal van sommige typen bloedcellen (“eosinofielen” en “trombocyten”
genoemd) – zoals aangetoond in bloedtests
Hoofdpijn
Zich duizelig voelen
Misselijkheid of braken
Buikpijn
Diarree
Toename van de hoeveelheid van bepaalde enzymen die door de lever worden aangemaakt –
zoals aangetoond in bloedtests
Gezwollen, jeukende huiduitslag (“netelroos”)
Jeuk
Roodheid, pijn of zwelling op de plaats waar Zavicefta in de ader werd toegediend
Koorts
Soms:
(kan voorkomen bij maximaal 1 op de 100 personen)
Toename in aantal van een bepaald type bloedcellen (“lymfocyten” genoemd) – zoals
aangetoond in bloedtests
Afname in aantal van sommige typen bloedcellen (“leukocyten” genoemd) – zoals aangetoond
in bloedtests
Tintelingen of gevoelloosheid
Vieze smaak in uw mond
Toename van het gehalte van bepaalde typen stoffen in het bloed (“creatinine” en “ureum”
genoemd). Deze stoffen laten zien hoe goed uw nieren werken.
Zeer zelden:
(kan voorkomen bij maximaal 1 op de 10.000 personen)
Zwelling in een deel van de nier waardoor de normale nierfunctie afneemt
Niet bekend:
(frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
Significante afname van het type witte bloedcellen dat wordt gebruikt om infecties te bestrijden
– zoals aangetoond in bloedtests
Afname van het aantal rode bloedcellen (hemolytische anemie) – zoals aangetoond in bloedtests
Ernstige allergische reactie (zie
Ernstige bijwerkingen
hierboven)
Gele verkleuring van het wit van de ogen of de huid
Plotseling ontstaan van ernstige huiduitslag of blaren of schilferingen van de huid, eventueel in
combinatie met hoge koorts of gewrichtspijn (dit kunnen tekenen zijn van ernstigere medische
aandoeningen zoals toxische epidermale necrolyse, het Stevens-Johnson-syndroom, erythema
multiforme of een aandoening die bekend staat als DRESS, geneesmiddelreactie met eosinofilie
en systemische symptomen).
Zwelling onder de huid, met name van de lippen en rond de ogen.
Neem contact op met uw arts of verpleegkundige als één van de bovenstaande bijwerkingen optreedt.
34
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. Dit geldt ook
voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks
melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden,
kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de verpakking.
Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stoffen in dit middel zijn ceftazidim en avibactam. Elke injectieflacon bevat
ceftazidimpentahydraat equivalent aan 2 g ceftazidim en avibactamnatrium equivalent aan 0,5 g
avibactam.
De andere stof in dit middel is natriumcarbonaat (watervrij) (zie rubriek 2 “Zavicefta bevat
natrium”).
Hoe ziet Zavicefta eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Zavicefta is een wit tot geel poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie in een injectieflacon.
Het is beschikbaar in verpakkingen van 10 injectieflacons.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Pfizer Ireland Pharmaceuticals
Operations Support Group
Ringaskiddy, County Cork
Ierland
Fabrikant
ACS Dobfar S.p.A.
Via Alessandro Fleming 2
Verona 37135
Italië
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Luxembourg/Luxemburg
Pfizer NV/SA
Tél/Tel: +32 (0)2 554 62 11
Lietuva
Pfizer Luxembourg SARL filialas Lietuvoje
Tel. +370 5 251 4000
35
България
Пфайзер Люксембург САРЛ, Кло½ България
Тел: +359 2 970 4333
Česká republika
Pfizer, spol. s r.o.
Tel: +420 283 004 111
Danmark
Pfizer ApS
Tlf: +45 44 20 11 00
Deutschland
PFIZER PHARMA GmbH
Tel: +49 (0)30 550055-51000
Eesti
Pfizer Luxembourg SARL Eesti filiaal
Tel: +372 666 7500
Ελλάδα
Pfizer Ελλάς Α.Ε.
Τηλ.: +30 210 6785800
España
Pfizer, S.L.
Tel: +34 91 490 99 00
France
Pfizer
Tél: +33 (0)1 58 07 34 40
Hrvatska
Pfizer Croatia d.o.o.
Tel: +385 1 3908 777
Magyarország
Pfizer Kft.
Tel.: + 36 1 488 37 00
Malta
Vivian Corporation Ltd.
Tel.: +356 21344610
Nederland
Pfizer bv
Tel: +31 (0)10 406 43 01
Norge
Pfizer AS
Tlf: +47 67 52 61 00
Österreich
Pfizer Corporation Austria Ges.m.b.H.
Tel: +43 (0)1 521 15-0
Polska
Pfizer Polska Sp. z o.o.
Tel.: +48 22 335 61 00
Portugal
Laboratórios Pfizer, Lda.
Tel: +351 21 423 5500
România
Pfizer Romania S.R.L.
Tel: +40 (0) 21 207 28 00
Slovenija
Pfizer Luxembourg SARL
Pfizer, podružnica za svetovanje s področja
farmacevtske dejavnosti, Ljubljana
Tel.: +386 (0)1 52 11 400
Slovenská republika
Pfizer Luxembourg SARL, organizačná zložka
Tel: + 421 2 3355 5500
Suomi/Finland
Pfizer Oy
Puh/Tel: +358 (0)9 430 040
Sverige
Pfizer AB
Tel: +46 (0)8 550 520 00
United Kingdom (Northern Ireland)
Pfizer Limited
Tel: +44 (0) 1304 616161
Ireland
Pfizer Healthcare Ireland
Tel: +1800 633 363 (toll free)
Tel: +44 (0)1304 616161
Ísland
Icepharma hf.
Sími: +354 540 8000
Italia
Pfizer S.r.l.
Tel: +39 06 33 18 21
Κύπρος
Pfizer Ελλάς Α.Ε. (Cyprus Branch)
Τηλ.: +357 22817690
36
Latvija
Pfizer Luxembourg SARL filiāle Latvijā
Tel: + 371 670 35 775
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in MM/JJJJ
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
Belangrijk: Raadpleeg de samenvatting van de productkenmerken voordat u dit middel voorschrijft.
De verenigbaarheid van Zavicefta met andere geneesmiddelen is niet vastgesteld. Zavicefta mag niet
worden gemengd met of fysiek worden toegevoegd aan oplossingen die andere geneesmiddelen
bevatten.
Het poeder moet gereconstitueerd worden met water voor injecties en het resulterende concentraat
moet vervolgens onmiddellijk worden verdund voorafgaand aan het gebruik. De gereconstitueerde
oplossing is lichtgeel en vrij van deeltjes.
Meng de te reconstitueren oplossing voorzichtig en controleer of de inhoud volledig is opgelost.
Parenterale geneesmiddelen moeten visueel op deeltjes worden geïnspecteerd voordat deze worden
toegediend.
Infuuszakken
Als de intraveneuze oplossing wordt bereid met in rubriek 6.6 vermelde verdunningsmiddelen
(ceftazidimconcentratie van 8 mg/ml) is de chemische en fysische stabiliteit bij het gebruik
aangetoond (vanaf het initieel aanprikken van de injectieflacon) voor maximaal 12 uur bij 2-8°C,
gevolgd door maximaal 4 uur bij niet hoger dan 25°C.
Als de intraveneuze oplossing wordt bereid met in rubriek 6.6 vermelde verdunningsmiddelen
(ceftazidimconcentratie van >8 mg/ml tot 40 mg/ml) is de chemische en fysische stabiliteit bij het
gebruik aangetoond (vanaf het initieel aanprikken van de injectieflacon) voor maximaal 4 uur bij niet
hoger dan 25°C.
Vanuit microbiologisch oogpunt dient het geneesmiddel onmiddellijk te worden gebruikt, tenzij
reconstitutie/verdunning onder gecontroleerde en gevalideerde aseptische omstandigheden hebben
plaatsgevonden. Als het middel niet onmiddellijk wordt gebruikt, vallen de
in-use
bewaartijden en -
omstandigheden voorafgaand aan het gebruik onder de verantwoordelijkheid van de gebruiker en mag
het niet het bovenvermelde overschrijden.
Infuusspuiten
Chemische en fysische stabiliteit bij het gebruik is aangetoond (vanaf het initieel aanprikken van de
injectieflacon) voor maximaal 6 uur bij niet hoger dan 25°C.
Vanuit microbiologisch oogpunt dient het geneesmiddel onmiddellijk te worden gebruikt, tenzij
reconstitutie/verdunning onder gecontroleerde en gevalideerde aseptische omstandigheden hebben
plaatsgevonden. Als het middel niet onmiddellijk wordt gebruikt, vallen de
in-use
bewaartijden
en -omstandigheden voorafgaand aan het gebruik onder de verantwoordelijkheid van de gebruiker en
mag opslag niet langer duren dan 6 uur bij niet hoger dan 25°C..
37
Zavicefta (ceftazidim/avibactam) is een combinatiegeneesmiddel; elke injectieflacon bevat 2 g
ceftazidim en 0,5 g avibactam in een vaste verhouding van 4:1. Doseringsaanbevelingen zijn
uitsluitend gebaseerd op het ceftazidimdeel.
Standaard aseptische technieken moeten worden gebruikt voor de bereiding en toediening van de
oplossing. Doses mogen worden bereid in een infuuszak of in een infuusspuit van een geschikt
volume.
De resulterende oplossing dient gedurende 120 minuten te worden toegediend.
Elke injectieflacon is uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
De totale tijdsduur vanaf het begin van de reconstitutie tot en met het afronden van de bereiding van
het intraveneuze infuus mag niet meer dan 30 minuten bedragen.
Instructies voor het bereiden van doses voor volwassenen en kinderen in een INFUUSZAK of in een
INFUUSSPUIT:
OPMERKING: de volgende procedure beschrijft de stappen voor het bereiden van een
infuusoplossing met een definitieve concentratie van 8-40 mg/ml ceftazidim. Alle berekeningen
dienen voltooid te worden voordat er met deze stappen wordt gestart.
Voor kinderen in de leeftijd
van 3 tot 12 maanden,
worden eveneens gedetailleerde stappen vermeld voor het bereiden van een
concentratie van 20 mg/ml (voldoende voor de meeste scenario’s).
1. Bereid de
gereconstitueerde oplossing
(167,3
mg/ml
ceftazidim):
a) Steek de injectienaald door de dop van het flesje en injecteer 10 ml steriel water voor injecties.
b) Trek de naald terug en schud het flesje totdat de oplossing helder is.
c) Steek
nadat
het product is opgelost, een ontluchtingsnaald door de dop van het flesje om de
interne druk te verlichten (dit is belangrijk om de steriliteit van het middel te behouden).
2. Bereid de
definitieve oplossing
voor infusie (definitieve concentratie moet
8-40 mg/ml
ceftazidim
bedragen):
a) Infuuszak: verdun de gereconstitueerde oplossing verder door een geschikt berekend volume
van de gereconstitueerde oplossing over te brengen naar een infuuszak met daarin één van de
volgende middelen: natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie, dextrose
50 mg/ml (5%) oplossing voor injectie of Ringer-lactaatoplossing.
b) Infuusspuit: verdun de gereconstitueerde oplossing verder door een geschikt berekend volume
van de gereconstitueerde oplossing in combinatie met een voldoende volume
verdunningsmiddel (natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie of dextrose
50 mg/ml (5%) oplossing voor injectie) over te brengen naar een infuusspuit.
Raadpleeg de tabel hieronder.
Bereiding van Zavicefta-doses voor volwassenen en kinderen in INFUUSZAK of in INFUUSSPUIT
Volume dat moet worden
Dosis
opgetrokken uit de
Definitief volume na
Definitief volume in
Zavicefta
2
gereconstitueerde
verdunning in infuuszak
infuusspuit
(ceftazidim)
1
injectieflacon
Volledige inhoud (ongeveer
2g
50 ml tot 250 ml
50 ml
12 ml)
1g
6 ml
25 ml tot 125 ml
25 ml tot 50 ml
0,75 g
4,5 ml
19 ml tot 93 ml
19 ml tot 50 ml
Volume (ml) berekend op
Volume (ml) zal variëren op
Volume (ml) zal variëren op
Alle overige
basis van vereiste dosis:
basis van de beschikbare
basis van de beschikbare
doses
grootte van de infuuszak en de grootte van de infuusspuit en
38
Dosis (mg ceftazidim) ÷
167,3 mg/ml ceftazidim
1
2
gewenste definitieve
concentratie
(moet 8-40 mg/ml ceftazidim
zijn)
de gewenste definitieve
concentratie
(moet 8-40 mg/ml ceftazidim
zijn)
Uitsluitend gebaseerd op het ceftazidimdeel.
Verdun tot de definitieve ceftazidimconcentratie van 8 mg/ml voor stabiliteit bij het gebruik voor
maximaal 12 uur bij 2-8°C, gevolgd door maximaal 4 uur bij niet hoger dan 25°C (d.w.z. verdun een
dosis ceftazidim van 2 g in 250 ml, een dosis ceftazidim van 1 g in 125 ml, een dosis ceftazidim van
0,75 g in 93 ml, enz.). Alle andere ceftazidimconcentraties (>8 mg/ml tot 40 mg/ml) hebben een
stabiliteit bij het gebruik van maximaal 4 uur bij niet hoger dan 25°C.
Bereiding van Zavicefta voor gebruik bij kinderen in de leeftijd van 3 tot 12 maanden in een
INFUUSSPUIT:
OPMERKING: de volgende procedure beschrijft de stappen voor het bereiden van een
infuusoplossing met een definitieve concentratie van 20 mg/ml ceftazidim (voldoende voor de meeste
scenario’s). Alternatieve concentraties kunnen worden bereid, maar moeten een definitieve
concentratie hebben in het bereik van 8-40 mg/ml ceftazidim.
1. Bereid de
gereconstitueerde oplossing
(167,3
mg/ml
ceftazidim):
a) Steek de injectienaald door de dop van het flesje en injecteer 10 ml steriel water voor injecties.
b) Trek de naald terug en schud het flesje totdat de oplossing helder is.
c) Steek
nadat
het product is opgelost, een ontluchtingsnaald door de dop van het flesje om de
interne druk te verlichten (dit is belangrijk om de steriliteit van het middel te behouden).
2. Bereid de
definitieve oplossing
voor infusie met een definitieve concentratie van
20 mg/ml
ceftazidim:
a) Verdun de gereconstitueerde oplossing verder door een geschikt berekend volume van de
gereconstitueerde oplossing in combinatie met een voldoende volume verdunningsmiddel
(natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie of dextrose 50 mg/ml (5%) oplossing
voor injectie) over te brengen naar een infuusspuit.
b) Raadpleeg de tabellen hieronder om de berekeningen te bevestigen. De weergegeven waarden
zijn een benadering omdat het mogelijk noodzakelijk is om af te ronden tot op de
dichtstbijzijnde gradatiemarkering van een spuit van geschikte grootte. Houd er rekening mee
dat de tabellen NIET alle mogelijk berekende doses bevatten, maar ze kunnen worden
gebruikt om het volume te schatten om de berekening te controleren.
Bereiding van Zavicefta-doses (definitieve concentratie van 20 mg/ml ceftazidim) voor kinderen in de
leeftijd van 3 tot 12 maanden met een creatinineklaring (CrCL) >50 ml/min/1,73 m
2
Volume gereconstitueerde
Volume toe te
Leeftijd en dosis
Gewicht
Dosis
oplossing dat moet worden
voegen
1
Zavicefta (mg/kg)
(kg)
(mg ceftazidim)
opgetrokken uit de
verdunningsmiddel
injectieflacon (ml)
om te mengen (ml)
5
250
1,5
11
6
300
1,8
13
6 maanden tot
7
350
2,1
15
12 maanden
8
400
2,4
18
9
450
2,7
20
50 mg/kg
10
500
3
22
ceftazidim
11
550
3,3
24
12
600
3,6
27
4
160
1
7,4
3 maanden tot
5
200
1,2
8,8
<6 maanden
6
240
1,4
10
40 mg/kg
7
280
1,7
13
ceftazidim
8
320
1,9
14
39
9
360
10
400
1
Uitsluitend gebaseerd op het ceftazidimdeel.
2,2
2,4
16
18
Bereiding van Zavicefta-doses (definitieve concentratie van 20 mg/ml ceftazidim) voor kinderen in de
leeftijd van 3 tot 12 maanden met een CrCL 31 tot 50 ml/min/1,73 m
2
Volume gereconstitueerde
Volume toe te
Leeftijd en dosis
Gewicht
Dosis
oplossing dat moet worden
voegen
Zavicefta
(kg)
(mg ceftazidim)
opgetrokken uit de
verdunningsmiddel
(mg/kg)
1
injectieflacon (ml)
om te mengen (ml)
5
125
0,75
5,5
6
150
0,9
6,6
6 maanden tot
7
175
1
7,4
12 maanden
8
200
1,2
8,8
9
225
1,3
9,6
25 mg/kg
10
250
1,5
11
ceftazidim
11
275
1,6
12
12
300
1,8
13
4
80
0,48
3,5
5
100
0,6
4,4
3 maanden tot
6
120
0,72
5,3
<6 maanden
7
140
0,84
6,2
20 mg/kg
8
160
1
7,4
ceftazidim
9
180
1,1
8,1
10
200
1,2
8,8
1
Uitsluitend gebaseerd op het ceftazidimdeel.
Bereiding van Zavicefta-doses (definitieve concentratie van 20 mg/ml ceftazidim) voor kinderen in de
leeftijd van 3 tot 12 maanden met een CrCL 16 tot 30 ml/min/1,73 m
2
Volume gereconstitueerde
Volume toe te
Leeftijd en dosis
Gewicht
Dosis
oplossing dat moet worden
voegen
Zavicefta
(kg)
(mg ceftazidim)
opgetrokken uit de
verdunningsmiddel
(mg/kg)
1
injectieflacon (ml)
om te mengen (ml)
5
93,75
0,56
4,1
6
112,5
0,67
4,9
6 maanden tot
7
131,25
0,78
5,7
12 maanden
8
150
0,9
6,6
9
168,75
1
7,4
18,75 mg/kg
10
187,5
1,1
8,1
ceftazidim
11
206,25
1,2
8,8
12
225
1,3
9,6
4
60
0,36
2,7
5
75
0,45
3,3
3 maanden tot
6
90
0,54
4
<6 maanden
7
105
0,63
4,6
15 mg/kg
8
120
0,72
5,3
ceftazidim
9
135
0,81
6
10
150
0,9
6,6
1
Uitsluitend gebaseerd op het ceftazidimdeel.
40
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Zavicefta 2 g/0,5 g poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke injectieflacon bevat ceftazidimpentahydraat equivalent aan 2 g ceftazidim en avibactamnatrium
equivalent aan 0,5 g avibactam.
Na reconstitutie bevat 1 ml oplossing 167,3 mg ceftazidim en 41,8 mg avibactam (zie rubriek 6.6).
Hulpstof(fen) met bekend effect:
Zavicefta bevat ongeveer 146 mg natrium per injectieflacon.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie (poeder voor concentraat).
Een wit tot geel poeder.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Zavicefta is geïndiceerd voor gebruik bij volwassenen en kinderen in de leeftijd van 3 maanden en
ouder voor de behandeling van de volgende infecties (zie rubrieken 4.4 en 5.1):
Gecompliceerde intra-abdominale infecties (complicated Intra-Abdominal Infection, cIAI)
Gecompliceerde urineweginfecties (complicated Urinary Tract Infection, cUTI), waaronder
pyelonefritis
In het ziekenhuis opgelopen pneumonie (hospital-acquired pneumonia, HAP), waaronder
ventilator-geassocieerde pneumonie (ventilator associated pneumonia, VAP)
Behandeling van volwassen patiënten met bacteriëmie die gepaard gaat, of waarvan wordt vermoed
dat die gepaard gaat, met een van de hierboven genoemde infecties.
Zavicefta is ook geïndiceerd voor de behandeling van infecties als gevolg van aerobe, Gram-negatieve
organismen bij volwassenen en kinderen in de leeftijd van 3 maanden en ouder met beperkte
behandelopties (zie rubrieken 4.2, 4.4 en 5.1).
Er dient rekening te worden gehouden met officiële richtlijnen betreffende het adequate gebruik van
antibacteriële middelen.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Het wordt aanbevolen om Zavicefta, alleen na overleg met een arts die adequate ervaring heeft in de
behandeling van infectieuze aandoeningen, te gebruiken voor de behandeling van infecties als gevolg
Dosering
Dosering bij volwassenen met een creatinineklaring (CrCL) >50 ml/min
Tabel 1 geeft de aanbevolen intraveneuze dosering weer voor volwassenen met een geschatte
creatinineklaring (CrCL) >50 ml/min (zie rubrieken 4.4 en 5.1).
Tabel 1: Aanbevolen dosering voor volwassenen met een geschatte CrCL
>50 ml/min1
Infectietype
Dosis
Frequentie
Infusietijd
Behandelingsduur
ceftazidim/avibactam
cIAI2,3
2 g/0,5 g
Elke 8 uur
2 uur
5-14 dagen
cUTI, waaronder
2 g/0,5 g
Elke 8 uur
2 uur
5-10 dagen4
pyelonefritis3
HAP/VAP3
2 g/0,5 g
Elke 8 uur
2 uur
7-14 dagen
Bacteriëmie die gepaard
2 g/0,5 g
Elke 8 uur
2 uur
De behandelingsduur
gaat, of waarvan wordt
dient in
vermoed dat die gepaard
overeenstemming te
gaat, met een van de
zijn met de plaats van
hierboven genoemde
de infectie.
infecties
Infecties als gevolg van
2 g/0,5 g
Elke 8 uur
2 uur
Op basis van de ernst
aerobe, Gram-negatieve
van de infectie, de
organismen bij patiënten
pathogenen en de
met beperkte
klinische en
behandelingsopties2,3
bacteriologische
vooruitgang van de
patiënt5
1 CrCL is geschat aan de hand van de Cockcroft-Gault-formule.
2 Dient te worden gebruikt in combinatie met metronidazol wanneer anaerobe pathogenen bekend zijn of worden
verdacht bij te dragen aan het infectieproces.
3 Dient te worden gebruikt in combinatie met een antibacterieel middel actief tegen Gram-positieve pathogenen
wanneer deze bekend zijn of worden verdacht bij te dragen aan het infectieproces.
4 De getoonde totale duur kan bestaan uit intraveneus toegediende Zavicefta gevolgd door een geschikte orale
therapie.
5 Er is zeer beperkte ervaring met het gebruik van Zavicefta gedurende meer dan 14 dagen.
Dosering bij kinderen met een creatinineklaring (CrCL) >50 ml/min/1,73 m2
Tabel 2 geeft de aanbevolen intraveneuze dosering weer voor kinderen met een geschatte
creatinineklaring (CrCL) >50 ml/min/1,73 m2 (zie rubrieken 4.4 en 5.1).
Infectietype
Leeftijdsgroep
Dosis
Frequentie
Infusietijd
Behandelingsduur
ceftazidim/avibactam7
cIAI2,3
OF
50 mg/kg/12,5 mg/kg
6 maanden tot
cIAI: 5-14 dagen
cUTI waaronder
tot maximaal
Elke 8 uur
2 uur
<18 jaar
cUTI4: 5-14 dagen
pyelonefritis3
2 g/0,5 g
HAP/VAP:
OF
7-14 dagen
Elke 8 uur
2 uur
LTO: op basis van
HAP/VAP3
de ernst van de
infectie, de
OF
pathogenen en de
klinische en
Infecties als
bacteriologische
gevolg van
vooruitgang van
aerobe, Gram-
3 maanden tot
de patiënt5
negatieve
<6 maanden6
40 mg/kg/10 mg/kg
Elke 8 uur
2 uur
organismen bij
patiënten met
beperkte
behandelingsoptie
s (LTO)2,3
1 CrCL is geschat aan de hand van de `bedside'-formule van Schwartz.
2 Dient te worden gebruikt in combinatie met metronidazol wanneer bekend is of vermoed wordt dat anaerobe
pathogenen bijdragen aan het infectieproces.
3 Dient te worden gebruikt in combinatie met een antibacterieel middel actief tegen Gram-positieve pathogenen
wanneer bekend is of vermoed wordt dat deze bijdragen aan het infectieproces.
4 De getoonde totale behandelingsduur kan bestaan uit intraveneus toegediende Zavicefta gevolgd door een
geschikte orale therapie.
5 Er is zeer beperkte ervaring met het gebruik van Zavicefta gedurende meer dan 14 dagen.
6 Er is beperkte ervaring met het gebruik van Zavicefta bij kinderen van 3 maanden tot <6 maanden (zie
rubriek 5.2).
7 Ceftazidim/avibactam is een combinatiegeneesmiddel in een vaste verhouding van 4:1 en
doseringsaanbevelingen zijn uitsluitend gebaseerd op het ceftazidimdeel (zie rubriek 6.6).
Speciale patiëntengroepen
Ouderen
Aanpassing van de dosis is niet nodig voor oudere patiënten (zie rubriek 5.2).
Nierinsufficiëntie
Aanpassing van de dosis is niet nodig voor patiënten met lichte nierinsufficiëntie (geschatte CrCL
> 50 - 80 ml/min) (zie rubriek 5.2).
Tabel 3 geeft de aanbevolen dosisaanpassingen weer voor volwassenen met een geschatte CrCL
50 ml/min (zie rubrieken 4.4 en 5.2).
Tabel 3: Aanbevolen dosering voor volwassenen met een geschatte CrCL1 50 ml/min
Leeftijdsgroep
Geschatte CrCL
Dosis ceftazidim/avibactam2,4
Frequentie
Infusietijd
(ml/min)
Volwassenen
31-50
1 g/0,25 g
Elke 8 uur
16-30
Elke 12 uur
6-15
Elke 24 uur
2 uur
Eindstadium
0,75 g/0,1875 g
Elke 48 uur
nierziekte,
waaronder met
hemodialyse3
1 CrCL is geschat aan de hand van de Cockcroft-Gault-formule.
2 De dosisaanbevelingen zijn gebaseerd op farmacokinetische modellen (zie rubriek 5.2).
3 Ceftazidim en avibactam worden via hemodialyse verwijderd (zie rubrieken 4.9 en 5.2). Toediening van
Zavicefta moet op dagen van hemodialyse plaatsvinden ná voltooiing van de hemodialyse.
4 Ceftazidim/avibactam is een combinatiegeneesmiddel in een vaste verhouding van 4:1 en
doseringsaanbevelingen zijn uitsluitend gebaseerd op het ceftazidimdeel (zie rubriek 6.6).
Tabel 4 en tabel 5 geven de aanbevolen dosisaanpassingen weer voor kinderen met een geschatte
CrCL50 ml/min/1,73 m2 overeenkomstig de verschillende leeftijdsgroepen (zie rubrieken 4.4 en 5.2).
Dosering bij kinderen in de leeftijd van 2 jaar met een CrCL 50 ml/min/1,73 m2
Tabel 4: Aanbevolen dosering voor kinderen met een geschatte CrCL1 50 ml/min/1,73 m2
Leeftijdsgroep
Geschatte CrCl
Dosis
Frequentie
Infusietijd
(ml/min/1,73 m2)
ceftazidim/avibactam2.4
25 mg/kg/6,25 mg/kg
31-50
Elke 8 uur
tot maximaal
1 g/0,25 g
Kinderen in de
16-30
Elke 12 uur
leeftijd van
2 uur
2 jaar tot
18,75 mg/kg/4,7 mg/kg
<18 jaar
6-15
tot maximaal
Elke 24 uur
0,75 g/0,1875 g
Eindstadium
nierziekte,
Elke 48 uur
waaronder met
hemodialyse3
1 CrCL is geschat aan de hand van de `bedside'-formule van Schwartz.
2 De dosisaanbevelingen zijn gebaseerd op farmacokinetische modellen (zie rubriek 5.2).
3 Ceftazidim en avibactam worden via hemodialyse verwijderd (zie rubrieken 4.9 en 5.2). Toediening van
Zavicefta moet op dagen van hemodialyse plaatsvinden ná voltooiing van de hemodialyse.
4 Ceftazidim/avibactam is een combinatiegeneesmiddel in een vaste verhouding van 4:1 en
doseringsaanbevelingen zijn uitsluitend gebaseerd op het ceftazidimdeel (zie rubriek 6.6).
Tabel 5: Aanbevolen dosering voor kinderen met een geschatte CrCL1 50 ml/min/1,73 m2
Leeftijdsgroep
Geschatte CrCL
Dosis
Frequentie
Infusietijd
(ml/min/1,73 m2)
ceftazidim/avibactam2,3
3 tot <6 maanden
20 mg/kg/5 mg/kg
Elke 8 uur
31-50
6 maanden tot
25 mg/kg/6,25 mg/kg
Elke 8 uur
<2 jaar
2 uur
3 tot <6 maanden
15 mg/kg/3,75 mg/kg
Elke 12 uur
16-30
6 maanden tot
18,75 mg/kg/4,7 mg/kg
Elke 12 uur
<2 jaar
1 Berekend met behulp van de `bedside'-formule van Schwartz
2 De dosisaanbevelingen zijn gebaseerd op farmacokinetische modellen (zie rubriek 5.2).
3 Ceftazidim/avibactam is een combinatiegeneesmiddel in een vaste verhouding van 4:1 en
doseringsaanbevelingen zijn uitsluitend gebaseerd op het ceftazidimdeel (zie rubriek 6.6).
Er zijn onvoldoende gegevens om een doseringsschema aan te bevelen voor kinderen in de leeftijd van
<2 jaar met een CrCL <16 ml/min/1,73 m2.
Leverinsufficiëntie
Aanpassing van de dosis is niet nodig voor patiënten met leverinsufficiëntie (zie rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Zavicefta bij kinderen in de leeftijd van <3 maanden zijn niet
vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Intraveneus gebruik.
Zavicefta wordt via intraveneuze infusie gedurende 120 minuten toegediend met een geschikt
infusievolume (zie rubriek 6.6).
Voor instructies over reconstitutie en verdunning van het geneesmiddel voorafgaand aan toediening,
zie rubriek 6.6.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Overgevoeligheid voor antibacteriële middelen uit de cefalosporine-klasse.
Ernstige overgevoeligheid (bijvoorbeeld anafylactische reactie, ernstige huidreactie) voor
antibacteriële middelen uit andere -lactam-klassen (bijvoorbeeld penicillines, monobactams of
carbapenems).
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Overgevoeligheidsreacties
Ernstige en soms fatale overgevoeligheidsreacties zijn mogelijk (zie rubrieken 4.3 en 4.8). Als zich
overgevoeligheidsreacties voordoen, moet de behandeling met Zavicefta onmiddellijk worden
stopgezet en moeten geschikte noodmaatregelen worden getroffen.
Voordat de behandeling wordt gestart, moet worden vastgesteld of de patiënt een voorgeschiedenis
heeft van overgevoeligheidsreacties op ceftazidim, andere cefalosporines of antibacteriële middelen uit
andere -lactam-klassen. Voorzichtigheid is geboden wanneer ceftazidim/avibactam wordt toegediend
aan patiënten met een voorgeschiedenis van niet-ernstige overgevoeligheid voor penicillines,
monobactams of carbapenems.
Clostridioides difficile-geassocieerde diarree
Clostridioides difficile-geassocieerde diarree is gemeld met ceftazidim/avibactam en kan in ernst
variëren van licht tot levensbedreigend. Met deze diagnose moet rekening gehouden worden bij
patiënten die diarree hebben tijdens of na de toediening van Zavicefta (zie rubriek 4.8). Stopzetten van
de therapie met Zavicefta en toediening van een specifieke behandeling voor Clostridioides difficile
moet worden overwogen. Er mogen geen geneesmiddelen worden gegeven die de peristaltiek remmen.
Nierinsufficiëntie
Aangezien ceftazidim en avibactam via de nieren worden uitgescheiden, moet de dosis worden
gereduceerd naargelang de mate van nierinsufficiëntie (zie rubriek 4.2). Neurologische gevolgen,
waaronder tremor, myoclonus, niet-convulsieve status epilepticus, convulsies, encefalopathie en coma,
zijn soms gemeld met ceftazidim wanneer de dosis niet werd gereduceerd bij patiënten met
nierinsufficiëntie.
Bij patiënten met een nierinsufficiëntie wordt nauwgezette monitoring van de geschatte
creatinineklaring aangeraden. Bij sommige patiënten kan de creatinineklaring geschat op basis van
serumcreatinine snel veranderen, met name in een vroeg stadium van behandeling van de infectie.
Nefrotoxiciteit
Gelijktijdige behandeling met hoge doses cefalosporines en nefrotoxische geneesmiddelen, zoals
aminoglycosides of krachtige diuretica (bijvoorbeeld furosemide), kan een nadelige invloed hebben op
de nierfunctie.
Directe antiglobulinetest (DAGT- of Coombs-test) seroconversie en mogelijk risico op hemolytische
anemie
Het gebruik van ceftazidim/avibactam kan leiden tot de ontwikkeling van een positieve directe
antiglobulinetest (DAGT- of Coombs-test), wat kan interfereren met de kruisproeven met bloed en/of
kan leiden tot door geneesmiddelen geïnduceerde, auto-immune hemolytische anemie (zie rubriek
4.8). Hoewel in klinische onderzoeken DAGT-seroconversie zeer vaak voorkwam bij patiënten die
Zavicefta kregen (het geschatte bereik van seroconversie bij fase 3 studies was 3,2% tot 20,8% bij
patiënten met een negatieve Coombs-test bij aanvang en minstens één vervolgtest), was er geen bewijs
van hemolyse bij patiënten die een positieve DAGT ontwikkelden door de behandeling. De
mogelijkheid van het optreden van hemolytische anemie door een behandeling met Zavicefta kan
echter niet worden uitgesloten. Patiënten bij wie anemie optreedt tijdens of na de behandeling met
Zavicefta moeten op deze mogelijkheid worden onderzocht.
Studies naar klinische werkzaamheid en veiligheid van Zavicefta zijn bij cIAI, cUTI en HAP
uitgevoerd (inclusief VAP).
Gecompliceerde intra-abdominale infecties bij volwassenen
In twee studies bij patiënten met cIAI was de meest voorkomende diagnose (ongeveer 42%) een
geperforeerde blindedarm of een abces rondom de blindedarm. Ongeveer 87% van patiënten had
APACHE II scores van 10 en 4% had bacteriëmie bij aanvang. Overlijden vond plaats bij 2,1%
(18/857) van de patiënten die Zavicefta en metronidazol ontvingen en bij 1,4% (12/863) van de
patiënten die meropenem ontvingen.
In een subgroep met CrCL 30 tot 50 ml/min bij aanvang vond overlijden plaats bij 16,7% (9/54) van
de patiënten die Zavicefta en metronidazol ontvingen en bij 6,8% (4/59) van de patiënten die
meropenem ontvingen. Patiënten met CrCL 30 tot 50 ml/min ontvingen een lagere dosering Zavicefta
dan op dit moment wordt aanbevolen bij patiënten in deze subgroep.
Gecompliceerde urineweginfecties bij volwassenen
In twee studies bij patiënten met cUTI waren 381/1091 (34,9%) patiënten ingeschreven met cUTI
zonder pyelonefritis, terwijl 710 (65,1%) waren ingeschreven met acute pyelonefritis (mMITT
populatie). Een totaal van 81 cUTI patiënten (7,4%) had bacteriëmie bij aanvang.
In het ziekenhuis opgelopen pneumonie (waaronder ventilator-geassocieerde pneumonie) bij
volwassenen
In één onderzoek bij patiënten met in het ziekenhuis opgelopen pneumonie hadden 280/808 (34,7%)
VAP en 40/808 (5%) waren bij aanvang bacteriëmisch.
Patiënten met beperkte behandelopties
Het gebruik van ceftazidim/avibactam voor het behandelen van patiënten met infecties als gevolg van
Gram-negatieve, aerobe pathogenen voor wie beperkte behandelopties zijn, is gebaseerd op ervaring
met ceftazidim alleen en op analyses van de farmacokinetische-farmacodynamische verhouding voor
ceftazidim/avibactam (zie rubriek 5.1).
Werkingsspectrum van ceftazidim/avibactam
Ceftazidim heeft weinig tot geen activiteit tegen de meeste Gram-positieve organismen en anaeroben
(zie rubrieken 4.2 en 5.1). Aanvullende antibacteriële middelen moeten worden gebruikt wanneer deze
pathogenen bekend zijn of worden verdacht bij te dragen aan het infectieproces.
Het remmende spectrum van avibactam omvat veel van de enzymen die ceftazidim inactiveren,
waaronder Ambler klasse A -lactamasen en klasse C -lactamasen. Avibactam is geen remmer van
klasse B-enzymen (metallo--lactamasen) en is niet in staat om veel van de klasse D-enzymen te
remmen (zie rubriek 5.1).
Niet-gevoelige organismen
Langdurig gebruik kan leiden tot woekering van niet-gevoelige organismen (bijvoorbeeld
enterokokken, schimmels), waardoor de behandeling wellicht moet worden onderbroken of andere
geschikte maatregelen moeten worden getroffen.
Interferentie met laboratoriumtesten
Ceftazidim kan interfereren met koperreductiemethoden (Benedict, Fehling, Clinitest) voor detectie
van glucosurie wat kan leiden tot fout-positieve resultaten. Ceftazidim interfereert niet met testen voor
glucosurie op enzymbasis.
Dit geneesmiddel bevat ongeveer 146 mg natrium per injectieflacon, overeenkomend met 7,3% van de
door de WHO aanbevolen maximale dagelijkse inname van 2 g voor een volwassene.
De maximale dagelijkse dosis van dit product is equivalent aan 22% van de door de WHO aanbevolen
maximale dagelijkse natriuminname. Zavicefta wordt beschouwd als rijk aan natrium. Hiermee moet
rekening worden gehouden bij toediening van Zavicefta aan patiënten die een natriumarm dieet
volgen.
Zavicefta kan worden verdund met oplossingen die natrium bevatten (zie rubriek 6.6) en hiermee dient
rekening te worden gehouden in verband met de totale hoeveelheid natrium van alle bronnen die aan
de patiënt zal worden toegediend.
Pediatrische patiënten
Er bestaat een mogelijk risico op overdosering, met name voor kinderen in de leeftijd van 3 tot minder
dan 12 maanden. Voorzichtigheid is geboden bij het berekenen van het toedieningsvolume van de
dosis (zie rubrieken 4.9 en 6.6).
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
In vitro is avibactam een substraat van de transporters OAT1 en OAT3, wat kan bijdragen aan de
actieve opname van avibactam vanuit het bloedcompartiment en daardoor de uitscheiding van
avibactam kan beïnvloeden. Probenecide (een krachtige OAT-remmer) remt deze opname met 56% tot
70% in vitro en heeft derhalve het potentieel om de eliminatie van avibactam te wijzigen. Aangezien
er geen klinisch interactie-onderzoek naar avibactam en probenecide is uitgevoerd, wordt gelijktijdige
toediening van avibactam en probenecide niet aanbevolen.
Avibactam vertoonde in vitro geen significante remming van cytochroom P450-enzymen. Avibactam
en ceftazidim vertoonden geen cytochroom P450-inductie in vitro bij klinisch relevante concentraties.
Avibactam en ceftazidim remmen de belangrijkste renale of hepatische transporters niet in het klinisch
relevante blootstellingsbereik; derhalve wordt het interactiepotentieel via deze mechanismen
beschouwd als laag.
Klinische gegevens hebben aangetoond dat er geen interactie plaatsvindt tussen ceftazidim en
avibactam, en tussen ceftazidim/avibactam en metronidazol.
Andere soorten interactie
Gelijktijdige behandeling met hoge doses cefalosporines en nefrotoxische geneesmiddelen, zoals
aminoglycosides of krachtige diuretica (bijvoorbeeld furosemide), kan een nadelige invloed hebben op
de nierfunctie (zie rubriek 4.4).
In vitro is chlooramfenicol antagonistisch ten opzichte van ceftazidim en andere cefalosporines. De
klinische relevantie van deze bevinding is onbekend, maar vanwege de kans op antagonisme in vivo
moet deze geneesmiddelcombinatie worden vermeden.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
De resultaten van dieronderzoek met ceftazidim duiden niet op directe of indirecte schadelijke effecten
wat betreft zwangerschap, embryonale/foetale ontwikkeling, bevalling of postnatale ontwikkeling. Uit
dieronderzoek met avibactam is reproductietoxiciteit gebleken zonder bewijs van teratogene effecten
(zie rubriek 5.3).
Borstvoeding
Ceftazidim wordt in kleine hoeveelheden in de moedermelk uitgescheiden. Het is niet bekend of
avibactam in de moedermelk wordt uitgescheiden. Risico voor pasgeborenen/zuigelingen kan niet
worden uitgesloten. Er moet worden besloten of borstvoeding moet worden gestaakt of dat
behandeling met ceftazidim/avibactam moet worden gestaakt dan wel niet moet worden ingesteld,
waarbij het voordeel van borstvoeding voor het kind en het voordeel van behandeling voor de vrouw
in overweging moeten worden genomen.
Vruchtbaarheid
De effecten van ceftazidim/avibactam op de vruchtbaarheid bij de mens zijn niet onderzocht. Er zijn
geen gegevens beschikbaar over dieronderzoeken met ceftazidim. Resultaten van dieronderzoek met
avibactam duiden niet op schadelijke effecten wat betreft de vruchtbaarheid (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Na toediening van Zavicefta kunnen er bijwerkingen optreden (bijvoorbeeld duizeligheid), die van
invloed kunnen zijn op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen (zie
rubriek 4.8).
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
In zeven klinische fase 2- en fase 3-studies werden 2024 volwassenen behandeld met Zavicefta. De
meest voorkomende bijwerkingen die zich voordeden bij 5% van de patiënten die werden behandeld
met Zavicefta, waren een positieve directe Coombs-test, misselijkheid en diarree. De intensiteit van
misselijkheid en diarree was doorgaans licht tot matig.
Tabel met bijwerkingen
De volgende bijwerkingen zijn gemeld met ceftazidim alleen en/of zijn geïdentificeerd tijdens de
klinische fase 2- en fase 3-studies met Zavicefta. Bijwerkingen zijn geclassificeerd naar frequentie en
volgens systeem/orgaanklasse. De frequentiecategorieën zijn afgeleid van de bijwerkingen en/of
mogelijk klinisch significante laboratoriumafwijkingen en worden gedefinieerd volgens de volgende
conventies:
Zeer vaak (1/10)
Vaak (1/100, <1/10)
Soms (1/1.000, <1/100)
Zelden (1/10.000, <1/1.000)
Zeer zelden (<1/10.000)
Niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
Tabel 6: Frequentie van bijwerkingen volgens systeem/orgaanklasse
Systeem/
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zeer
Niet bekend
orgaanklasse
zelden
Infecties en
Candidiasis
Colitis door
parasitaire
(waaronder vulvovaginale Clostridioides
aandoeningen
candidiasis en
difficile
orale candidiasis)
Pseudo-
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zeer
Niet bekend
orgaanklasse
zelden
membraneuze
colitis
Bloed- en
Positieve
Eosinofilie
Neutropenie
Agranulocytose
lymfestelselaan-
directe
doeningen
Coombs-
Trombocytose
Leukopenie
Hemolytische
test
anemie
Trombocytopenie
Lymfocytose
Immuunsysteem-
Anafylactische
aandoeningen
reactie
Zenuwstelsel-
Hoofdpijn
Paresthesie
aandoeningen
Duizeligheid
Maagdarmstelsel-
Diarree
Dysgeusie
aandoeningen
Buikpijn
Misselijkheid
Braken
Lever- en
Verhoogde waarde
Geelzucht
galaandoeningen
van alanine-
aminotransferase
Verhoogde waarde
van aspartaat-
aminotransferase
Verhoogde waarde
van alkalische fosfatase in
het bloed
Verhoogde waarde
van gammaglutamyl-
transferase
Verhoogde waarde
van lactaatdehydrogenase
in het bloed
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zeer
Niet bekend
orgaanklasse
zelden
Huid- en
Maculopapulaire rash
Toxische
onderhuid-
epidermale
aandoeningen
Urticaria
necrolyse
Pruritus
Stevens-
Johnson-
syndroom
Erythema
multiforme
Angio-oedeem
Geneesmiddel
reactie met
eosinofilie en
systemische
symptomen
(DRESS)
Nier- en
Verhoogde
Tubulo-
urineweg-
creatininewaarde
interstitiële
aandoeningen
in het bloed
nefritis
Verhoogde
ureumwaarde
in het bloed
Acuut nierletsel
Algemene
Trombose op
aandoeningen en
de infuusplaats
toedieningsplaats-
stoornissen
Flebitis op de infuusplaats
Pyrexie
Pediatrische patiënten
De beoordeling van de veiligheid bij kinderen is gebaseerd op de veiligheidsgegevens van twee studies
waarin 61 patiënten (in de leeftijd van 3 jaar tot minder dan 18 jaar) met cIAI en 67 patiënten met
cUTI (in de leeftijd van 3 maanden tot minder dan 18 jaar) Zavicefta kregen. Over het algemeen was
het veiligheidsprofiel bij deze 128 kinderen vergelijkbaar met het veiligheidsprofiel dat werd
waargenomen bij volwassen patiënten met cIAI en cUTI.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
Overdosering
Overdosering met ceftazidim/avibactam kan leiden tot neurologische gevolgen, waaronder
encefalopathie, convulsies en coma, vanwege de ceftazidim-component.
De serumspiegel van ceftazidim kan worden verlaagd door hemodialyse of peritoneale dialyse. Tijdens
een hemodialyseperiode van 4 uur werd 55% van de dosis avibactam verwijderd.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Antibacteriële middelen voor systemisch gebruik, andere
bèta-lactam antibacteriële middelen, cefalosporines van de derde generatie, ATC-code: J01DD52
Werkingsmechanisme
Ceftazidim remt de synthese van bacteriële peptidoglycaancelwanden volgend op binding aan
penicilline-bindende eiwitten (PBP's), wat leidt tot bacteriële cellyse en -dood. Avibactam is een niet-
-lactam, -lactamase-remmer die werkt door vorming van een covalent adduct met het enzym dat
stabiel is voor hydrolyse. Het middel remt zowel Ambler klasse A als Ambler klasse C -lactamasen
en bepaalde klasse D-enzymen, waaronder extended-spectrum -lactamasen (ESBL's), KPC- en OXA-
48-carbapenemasen en AmpC-enzymen. Avibactam is geen remmer van klasse B-enzymen (metallo-
-lactamasen) en is niet in staat om veel klasse D-enzymen te remmen.
Resistentie
Bacteriële resistentiemechanismen die mogelijk van invloed kunnen zijn op ceftazidim/avibactam
omvatten mutante of verworven PBP's, verminderde permeabiliteit van het buitenmembraan voor één
van beide verbindingen, actieve efflux van één van beide verbindingen en -lactamase-enzymen die
refractair zijn ten opzichte van remming door avibactam en in staat tot hydrolyse van ceftazidim.
Antibacteriële activiteit in combinatie met andere antibacteriële middelen
Noch synergie noch antagonisme werd aangetoond bij geneesmiddelcombinatiestudies in vitro met
ceftazidim/avibactam en metronidazol, tobramycine, levofloxacine, vancomycine, linezolid, colistine
en tigecycline.
Breekpunten voor gevoeligheidstests
De minimale remmende concentraties (MIC) breekpunten vastgesteld door EUCAST (European
Committee on Antimicrobial Susceptibility Testing) voor ceftazidim/avibactam zijn als volgt:
Organismen
Gevoelig
Resistent
Enterobacterales
8 mg/l
>8 mg/l
Pseudomonas aeruginosa
8 mg/l
>8 mg/l
Farmacokinetische/farmacodynamische relatie
Het is aangetoond dat de antimicrobiële activiteit van ceftazidim ten opzichte van specifieke
pathogenen het beste correleert met de relatieve tijd dat de concentratie vrije geneesmiddelen boven de
minimale remmende concentratie ceftazidim/avibactam over het dosisinterval (% fT >MIC van
ceftazidim/avibactam) blijft. Voor avibactam is de PK/PD-index de relatieve tijd dat de concentratie
vrije geneesmiddelen boven een drempelconcentratie over het dosisinterval (% fT >CT) blijft.
In klinische onderzoeken is werkzaamheid aangetoond tegen de volgende pathogenen, die in vitro
gevoelig waren voor ceftazidim/avibactam.
Gecompliceerde intra-abdominale infecties
Gram-negatieve micro-organismen
Citrobacter freundii
Enterobacter cloacae
Escherichia coli
Klebsiella oxytoca
Klebsiella pneumoniae
Pseudomonas aeruginosa
Gecompliceerde urineweginfecties
Gram-negatieve micro-organismen
Escherichia coli
Klebsiella pneumoniae
Proteus mirabilis
Enterobacter cloacae
Pseudomonas aeruginosa
In het ziekenhuis opgelopen pneumonie, waaronder ventilator-geassocieerde pneumonie (VAP)
Gram-negatieve micro-organismen
Enterobacter cloacae
Escherichia coli
Klebsiella pneumoniae
Proteus mirabilis
Serratia marcescens
Pseudomonas aeruginosa
Er is geen klinische werkzaamheid aangetoond tegen de volgende pathogenen die relevant zijn voor de
goedgekeurde indicaties, hoewel uit in-vitro-onderzoeken blijkt dat deze gevoelig zouden zijn voor
ceftazidim/avibactam bij afwezigheid van verkregen resistentiemechanismen.
Gram-negatieve micro-organismen
Citrobacter koseri
Enterobacter aerogenes
Morganella morganii
Proteus vulgaris
Providencia rettgeri
Uit in-vitro-gegevens blijkt dat de volgende species niet gevoelig zijn voor ceftazidim/avibactam.
Staphylococcus aureus (meticilline-gevoelig en meticilline-resistent)
Anaerobe bacteriën
Enterococcus spp.
Stenotrophomonas maltophilia
Acinetobacter spp.
Pediatrische patiënten
Zavicefta is geëvalueerd bij kinderen in de leeftijd van 3 maanden tot <18 jaar in twee enkelblinde,
gerandomiseerde, vergelijkende klinische fase 2-studies: één bij patiënten met cIAI en één bij
patiënten met cUTI. De primaire doelstelling in elke studie was de veiligheid en verdraagbaarheid van
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten tot uitstel van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met Zavicefta in een of meerdere subgroepen van
pediatrische patiënten voor de behandeling van cIAI, cUTI, pneumonie en infecties met Gram-
negatieve bacteriën (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Distributie
De binding van zowel ceftazidim als avibactam aan menselijke eiwitten is respectievelijk ongeveer
10% en 8%. Het steady-state distributievolume van ceftazidim en avibactam was respectievelijk
ongeveer 17 l en 22 l bij gezonde volwassenen na meerdere doses van 2 g/0,5 g ceftazidim/avibactam
die elke 8 uur gedurende 2 uur via een infuus werden toegediend. Zowel ceftazidim als avibactam
dringen bij mensen in dezelfde mate door in de bronchiale epitheelvloeistof (ELF) met een
concentratie van rond 30% van die in plasma. De concentratietijdprofielen zijn vergelijkbaar voor de
ELF en het plasma.
Ceftazidim dringt slecht door een intacte bloed-hersenbarrière. Ceftazidimconcentraties van 4 tot
20 mg/l of meer in het hersenvocht zijn mogelijk wanneer de hersenvliezen ontstoken zijn. In hoeverre
avibactam door de bloed-hersenbarrière dringt, is niet klinisch onderzocht. Bij konijnen met ontstoken
hersenvliezen was de blootstelling van ceftazidim en avibactam in het hersenvocht echter
respectievelijk 43% en 38% van de plasma-AUC. Ceftazidim dringt gemakkelijk door de placenta en
wordt in de moedermelk uitgescheiden.
Biotransformatie
Ceftazidim wordt niet gemetaboliseerd. Er werd geen metabolisme van avibactam waargenomen in
preparaten van menselijke lever (microsomen en hepatocyten). Ongewijzigde avibactam was de
belangrijkste geneesmiddelgerelateerde component in menselijk plasma en menselijke urine na
toediening van [14C]-avibactam.
Eliminatie
De terminale halfwaardetijd (t½) van zowel ceftazidim als avibactam bedraagt na intraveneuze
toediening ongeveer 2 uur. Ceftazidim wordt ongewijzigd in de urine uitgescheiden door middel van
glomerulaire filtratie; ongeveer 80-90% van de dosis wordt binnen 24 uur in de urine teruggevonden.
Avibactam wordt ongewijzigd in de urine uitgescheiden met een nierklaring van ongeveer 158 ml/min,
wat suggestief is voor actieve tubulaire secretie naast glomerulaire filtratie. Ongeveer 97% van de
dosis avibactam wordt teruggevonden in de urine, 95% binnen 12 uur. Minder dan 1% van de
ceftazidim wordt uitgescheiden via de gal en minder dan 0,25% van de avibactam wordt uitgescheiden
in de ontlasting.
Lineariteit/non-lineariteit
De farmacokinetiek van zowel ceftazidim als avibactam is ongeveer lineair over het onderzochte
dosisbereik (0,05 g tot 2 g) bij enkelvoudige intraveneuze toediening. Er werd geen duidelijke
accumulatie van ceftazidim of avibactam waargenomen na meerdere intraveneuze infusies van
2 g/0,5 g ceftazidim/avibactam die elke 8 uur werden toegediend gedurende maximaal 11 dagen bij
gezonde volwassenen met een normale nierfunctie.
Nierinsufficiëntie
De eliminatie van ceftazidim en avibactam is verminderd bij patiënten met matige of ernstige
nierinsufficiëntie. De gemiddelde verhogingen van de AUC van avibactam zijn 3,8-voudig en 7-
voudig bij patiënten met matige en ernstige nierinsufficiëntie, zie rubriek 4.2.
Leverinsufficiëntie
Lichte tot matige leverinsufficiëntie had geen effect op de farmacokinetiek van ceftazidim bij personen
die gedurende 5 dagen elke 8 uur 2 g intraveneus kregen toegediend, mits er geen sprake was van een
verminderde nierfunctie. De farmacokinetiek van ceftazidim bij patiënten met ernstige
leverinsufficiëntie is niet vastgesteld. De farmacokinetiek van avibactam bij patiënten met
leverinsufficiëntie, ongeacht in welke mate, is niet onderzocht.
Aangezien ceftazidim en avibactam geen significant levermetabolisme lijken te ondergaan, wordt niet
verwacht dat de systemische klaring van beide werkzame stoffen significant verandert door
leverinsufficiëntie.
Ouderen (65 jaar)
De verminderde klaring van ceftazidim die werd waargenomen bij oudere patiënten werd
voornamelijk veroorzaakt door een leeftijdsgerelateerde afname in de nierklaring van ceftazidim. De
gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd van ceftazidim varieerde van 3,5 tot 4 uur na intraveneuze
bolusdosering met 2 g elke 12 uur bij oudere patiënten van 80 jaar of ouder.
Na één intraveneuze toediening van 500 mg avibactam door middel van een 30 minuten durende
IV-infusie vertoonden oudere patiënten een langere terminale halfwaardetijd van avibactam, wat kan
worden veroorzaakt door de leeftijdsgerelateerde afname in nierklaring.
Pediatrische patiënten
De farmacokinetiek van ceftazidim en avibactam is geëvalueerd bij kinderen in de leeftijd van
3 maanden tot <18 jaar met een vermoede of bevestigde infectie na een enkelvoudige dosis ceftazidim
50 mg/kg en avibactam 12,5 mg/kg voor patiënten met een gewicht van <40 kg of Zavicefta 2 g/0,5 g
(ceftazidim 2 gram en avibactam 0,5 gram) voor patiënten met een gewicht van 40 kg.
Plasmaconcentraties van ceftazidim en avibactam waren vergelijkbaar voor alle vier leeftijdscohorten
in de studie (3 maanden tot <2 jaar, 2 tot <6 jaar, 6 tot <12 jaar en 12 tot <18 jaar). AUC0-t- en
Cmax-waarden van ceftazidim en avibactam in de twee oudere cohorten (kinderen in de leeftijd van
6 tot <18 jaar), waarin een uitgebreidere farmacokinetische staalafname had plaatsgevonden, waren
vergelijkbaar met de waarden die waren waargenomen bij gezonde volwassen proefpersonen met een
normale nierfunctie die Zavicefta 2 g/0,5 g hadden gekregen. Gegevens uit deze studie en de twee
pediatrische fase 2-studies bij patiënten met cIAI en cUTI werden gepoold met farmacokinetische
gegevens van volwassenen (fase 1 tot en met fase 3) om het populatiefarmacokinetische model bij te
werken, dat werd gebruikt voor simulaties ter beoordeling van het bereiken van de
farmacokinetische/farmacodynamische streefwaarden. Resultaten uit deze simulaties toonden aan dat
de aanbevolen doseringsschema's voor kinderen met cIAI, cUTI en HAP/VAP, waaronder
dosisaanpassingen voor patiënten met een nierinsufficiëntie, leiden tot waarden voor systemische
blootstelling en waarden voor het bereiken van de farmacokinetische/farmacodynamische
streefwaarden die vergelijkbaar zijn met die bij volwassenen met de goedgekeurde dosis Zavicefta van
2 g/0,5 g toegediend gedurende 2 uur, elke 8 uur.
Er is beperkte ervaring met het gebruik van ceftazidim plus avibactam bij de pediatrische groepen van
3 maanden tot <6 maanden. De aanbevolen doseringsschema's zijn gebaseerd op simulaties die zijn
uitgevoerd met de definitieve populatiefarmacokinetische modellen. Simulaties toonden aan dat de
aanbevolen doseringsschema's leiden tot blootstellingen die vergelijkbaar zijn met andere
leeftijdsgroepen waarin >90% van de farmacokinetische/farmacodynamische streefwaarden was
bereikt. Gebaseerd op gegevens van de afgeronde pediatrische klinische studies waren er met de
Daarnaast zijn er zeer weinig gegevens over kinderen in de leeftijd van 3 maanden tot <2 jaar met een
verminderde nierfunctie (CrCL 50 ml/min/1,73 m2), en geen gegevens over een ernstige
nierinsufficiëntie uit de afgeronde pediatrische klinische studies. Populatiefarmacokinetische modellen
voor ceftazidim en avibactam zijn gebruikt voor simulaties voor patiënten met een verminderde
nierfunctie.
Geslacht en ras
De farmacokinetiek van ceftazidim/avibactam wordt niet significant beïnvloed door geslacht of ras.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Ceftazidim
Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig
van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij herhaalde
dosering, reproductietoxiciteit of genotoxiciteit. Er is geen onderzoek naar de carcinogeniciteit van
ceftazidim uitgevoerd.
Avibactam
Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig
van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij herhaalde
dosering of genotoxiciteit. Er is geen onderzoek naar de carcinogeniciteit van avibactam uitgevoerd.
Reproductietoxiciteit
Bij zwangere konijnen die avibactam 300 en 1000 mg/kg/dag kregen toegediend, was er sprake van
een dosisgerelateerd lager gemiddeld foetaal gewicht en vertraagde ossificatie, mogelijk gerelateerd
aan maternale toxiciteit. Het plasmablootstellingsniveau op het maternale en foetale NOAEL
(100 mg/kg/dag) duidt op middelmatige tot lage veiligheidsmarges.
Bij ratten werden geen nadelige effecten waargenomen op de embryofoetale ontwikkeling of de
vruchtbaarheid. Na toediening van avibactam aan ratten gedurende de zwangerschaps- en
lactatieperiode was er geen effect op de overleving, de groei of de ontwikkeling van de jongen. Er was
echter bij minder dan 10% van de rattenjongen wel sprake van een verhoogde incidentie van dilatatie
van het nierbekken en de ureter als de maternale blootstelling hoger was dan of gelijk was aan
ongeveer 1,5 maal de therapeutische blootstelling bij de mens.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Natriumcarbonaat (watervrij)
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
De verenigbaarheid van Zavicefta met andere geneesmiddelen is niet vastgesteld. Zavicefta mag niet
worden gemengd met of fysiek worden toegevoegd aan oplossingen die andere geneesmiddelen
bevatten.
Dit geneesmiddel mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen dan die vermeld zijn in
rubriek 6.6.
Houdbaarheid
Droog poeder
3 jaar
Na reconstitutie
De gereconstitueerde injectieflacon moet onmiddellijk worden gebruikt.
Na verdunning
Infuuszakken
Als de intraveneuze oplossing wordt bereid met in rubriek 6.6 vermelde verdunningsmiddelen
(ceftazidimconcentratie van 8 mg/ml) is de chemische en fysische stabiliteit bij het gebruik
aangetoond (vanaf het initieel aanprikken van de injectieflacon) voor maximaal 12 uur bij 2-8°C,
gevolgd door maximaal 4 uur bij niet hoger dan 25°C.
Als de intraveneuze oplossing wordt bereid met in rubriek 6.6 vermelde verdunningsmiddelen
(ceftazidimconcentratie van >8 mg/ml tot 40 mg/ml) is de chemische en fysische stabiliteit bij het
gebruik aangetoond (vanaf het initieel aanprikken van de injectieflacon) voor maximaal 4 uur bij niet
hoger dan 25°C.
Vanuit microbiologisch oogpunt dient het geneesmiddel onmiddellijk te worden gebruikt, tenzij
reconstitutie/verdunning onder gecontroleerde en gevalideerde aseptische omstandigheden hebben
plaatsgevonden. Als het middel niet onmiddellijk wordt gebruikt, vallen de in-use bewaartijden
en -omstandigheden voorafgaand aan het gebruik onder de verantwoordelijkheid van de gebruiker en
mag het niet het bovenvermelde overschrijden.
Infuusspuiten
Chemische en fysische stabiliteit bij het gebruik is aangetoond (vanaf het initieel aanprikken van de
injectieflacon) voor maximaal 6 uur bij niet hoger dan 25°C.
Vanuit microbiologisch oogpunt dient het geneesmiddel onmiddellijk te worden gebruikt, tenzij
reconstitutie/verdunning onder gecontroleerde en gevalideerde aseptische omstandigheden hebben
plaatsgevonden. Als het middel niet onmiddellijk wordt gebruikt, vallen de in-use bewaartijden
en -omstandigheden voorafgaand aan het gebruik onder de verantwoordelijkheid van de gebruiker en
mag opslag niet langer duren dan 6 uur bij niet hoger dan 25°C.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Voor de bewaarcondities van het gereconstitueerde en verdunde geneesmiddel, zie rubriek 6.3.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
20 ml glazen injectieflacon (Type 1) afgesloten met een rubberen (halobutyl) stop en een aluminium
sluiting met flip-off kapje.
Het geneesmiddel wordt geleverd in verpakkingen van 10 injectieflacons.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Het poeder moet gereconstitueerd worden met water voor injecties en het resulterende concentraat
moet vervolgens onmiddellijk worden verdund voorafgaand aan het gebruik. De gereconstitueerde
oplossing is lichtgeel en vrij van deeltjes.
Zavicefta (ceftazidim/avibactam) is een combinatiegeneesmiddel; elke injectieflacon bevat 2 g
ceftazidim en 0,5 g avibactam in een vaste verhouding van 4:1. Doseringsaanbevelingen zijn
uitsluitend gebaseerd op het ceftazidimdeel.
Standaard aseptische technieken moeten worden gebruikt voor de bereiding en toediening van de
oplossing. De doses mogen worden bereid in een infuuszak of in een infuusspuit van een geschikt
volume.
Parenterale geneesmiddelen moeten visueel op deeltjes worden geïnspecteerd voordat deze worden
toegediend.
Elke injectieflacon is uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
De totale tijdsduur vanaf het begin van de reconstitutie tot en met het afronden van de bereiding van
het intraveneuze infuus mag niet meer dan 30 minuten bedragen.
Instructies voor het bereiden van doses voor volwassenen en kinderen in een INFUUSZAK of in een
INFUUSSPUIT:
OPMERKING: de volgende procedure beschrijft de stappen voor het bereiden van een
infuusoplossing met een definitieve concentratie van 8-40 mg/ml ceftazidim. Alle berekeningen
dienen voltooid te worden voordat er met deze stappen wordt gestart.
Voor kinderen in de leeftijd
van 3 tot 12 maanden, worden eveneens gedetailleerde stappen vermeld voor het bereiden van een
concentratie van 20 mg/ml (voldoende voor de meeste scenario's).
1. Bereid de
gereconstitueerde oplossing (
167,3 mg/ml ceftazidim):
a) Steek de injectienaald door de dop van het flesje en injecteer 10 ml steriel water voor injecties.
b) Trek de naald terug en schud het flesje totdat de oplossing helder is.
c) Steek
nadat het product is opgelost, een ontluchtingsnaald door de dop van het flesje om de
interne druk te verlichten (dit is belangrijk om de steriliteit van het middel te behouden).
2. Bereid de
definitieve oplossing voor infusie (definitieve concentratie moet
8-40 mg/ml ceftazidim
bedragen):
a) Infuuszak: verdun de gereconstitueerde oplossing verder door een geschikt berekend volume
van de gereconstitueerde oplossing over te brengen naar een infuuszak met daarin één van de
volgende middelen: natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie, dextrose
50 mg/ml (5%) oplossing voor injectie of Ringer-lactaatoplossing.
b) Infuusspuit: verdun de gereconstitueerde oplossing verder door een geschikt berekend volume
van de gereconstitueerde oplossing in combinatie met een voldoende volume
verdunningsmiddel (natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie of dextrose
50 mg/ml (5%) oplossing voor injectie) over te brengen naar een infuusspuit.
Raadpleeg tabel 7 hieronder.
Volume dat moet worden
Dosis
opgetrokken uit de
Definitief volume na
Definitief volume in
Zavicefta
gereconstitueerde
verdunning in infuuszak2
infuusspuit
(ceftazidim)1
injectieflacon
Volledige inhoud (ongeveer
2 g
50 ml tot 250 ml
50 ml
12 ml)
1 g
6 ml
25 ml tot 125 ml
25 ml tot 50 ml
0,75 g
4,5 ml
19 ml tot 93 ml
19 ml tot 50 ml
Volume (ml) zal variëren
Volume (ml) zal variëren
op basis van de
Volume (ml) berekend op
op basis van de
beschikbare grootte van
basis van vereiste dosis:
beschikbare grootte van de
Alle overige
de infuusspuit en de
infuuszak en de gewenste
doses
gewenste definitieve
Dosis (mg ceftazidim) ÷
definitieve concentratie
concentratie
167,3 mg/ml ceftazidim
(moet 8-40 mg/ml
(moet 8-40 mg/ml
ceftazidim zijn)
ceftazidim zijn)
1 Uitsluitend gebaseerd op het ceftazidimdeel.
2 Verdun tot de definitieve ceftazidimconcentratie van 8 mg/ml voor stabiliteit bij het gebruik voor
maximaal 12 uur bij 2-8°C, gevolgd door maximaal 4 uur bij niet hoger dan 25°C (d.w.z. verdun een
dosis ceftazidim van 2 g in 250 ml, een dosis ceftazidim van 1 g in 125 ml, een dosis ceftazidim van
0,75 g in 93 ml, enz.). Alle andere ceftazidimconcentraties (>8 mg/ml tot 40 mg/ml) hebben een
stabiliteit bij het gebruik van maximaal 4 uur bij niet hoger dan 25°C.
Bereiding van Zavicefta voor gebruik bij kinderen in de leeftijd van 3 tot 12 maanden in een
INFUUSSPUIT:
OPMERKING: de volgende procedure beschrijft de stappen voor het bereiden van een
infuusoplossing met een definitieve concentratie van 20 mg/ml ceftazidim (voldoende voor de meeste
scenario's). Alternatieve concentraties kunnen worden bereid, maar moeten een definitieve
concentratie hebben in het bereik van 8-40 mg/ml ceftazidim.
1. Bereid de
gereconstitueerde oplossing (
167,3 mg/ml ceftazidim):
a) Steek de injectienaald door de dop van het flesje en injecteer 10 ml steriel water voor injecties.
b) Trek de naald terug en schud het flesje totdat de oplossing helder is.
c) Steek
nadat het product is opgelost, een ontluchtingsnaald door de dop van het flesje om de
interne druk te verlichten (dit is belangrijk om de steriliteit van het middel te behouden).
2. Bereid de
definitieve oplossing voor infusie met een definitieve concentratie van
20 mg/ml
ceftazidim:
a) Verdun de gereconstitueerde oplossing verder door een geschikt berekend volume van de
gereconstitueerde oplossing in combinatie met een voldoende volume verdunningsmiddel
(natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie of dextrose 50 mg/ml (5%) oplossing
voor injectie) over te brengen naar een infuusspuit.
b) Raadpleeg tabel 8, 9 of 10 hieronder om de berekeningen te bevestigen. De weergegeven
waarden zijn een benadering omdat het mogelijk noodzakelijk is om af te ronden tot op de
dichtstbijzijnde gradatiemarkering van een spuit van geschikte grootte. Houd er rekening mee
dat de tabellen NIET alle mogelijk berekende doses bevatten, maar ze kunnen worden
gebruikt om het volume te schatten om de berekening te controleren.
Volume gereconstitueerde
Volume toe te
Leeftijd en dosis
Gewicht
Dosis
oplossing dat moet worden
voegen
Zavicefta (mg/kg)1
(kg)
(mg ceftazidim)
opgetrokken uit de
verdunningsmiddel
injectieflacon (ml)
om te mengen (ml)
5
250
1,5
11
6
300
1,8
13
6 maanden tot
7
350
2,1
15
12 maanden
8
400
2,4
18
50 mg/kg
9
450
2,7
20
ceftazidim
10
500
3
22
11
550
3,3
24
12
600
3,6
27
4
160
1
7,4
3 maanden tot
5
200
1,2
8,8
<6 maanden
6
240
1,4
10
7
280
1,7
13
40 mg/kg
8
320
1,9
14
ceftazidim
9
360
2,2
16
10
400
2,4
18
1 Uitsluitend gebaseerd op het ceftazidimdeel.
Tabel 9: Bereiding van Zavicefta-doses (definitieve concentratie van 20 mg/ml ceftazidim) voor
kinderen in de leeftijd van 3 tot 12 maanden met een CrCL 31 tot 50 ml/min/1,73 m2
Volume gereconstitueerde
Volume toe te
Leeftijd en dosis
Gewicht
Dosis
oplossing dat moet worden
voegen
Zavicefta
(kg)
(mg ceftazidim)
opgetrokken uit de
verdunningsmiddel
(mg/kg)1
injectieflacon (ml)
om te mengen (ml)
5
125
0,75
5,5
6
150
0,9
6,6
6 maanden tot
7
175
1
7,4
12 maanden
8
200
1,2
8,8
25 mg/kg
9
225
1,3
9,6
ceftazidim
10
250
1,5
11
11
275
1,6
12
12
300
1,8
13
4
80
0,48
3,5
3 maanden tot
5
100
0,6
4,4
<6 maanden
6
120
0,72
5,3
7
140
0,84
6,2
20 mg/kg
8
160
1
7,4
ceftazidim
9
180
1,1
8,1
10
200
1,2
8,8
1 Uitsluitend gebaseerd op het ceftazidimdeel.
Volume gereconstitueerde
Volume toe te
Leeftijd en dosis
Gewicht
Dosis
oplossing dat moet worden
voegen
Zavicefta
(kg)
(mg ceftazidim)
opgetrokken uit de
verdunningsmiddel
(mg/kg)1
injectieflacon (ml)
om te mengen (ml)
5
93,75
0,56
4,1
6
112,5
0,67
4,9
6 maanden tot
7
131,25
0,78
5,7
12 maanden
8
150
0,9
6,6
18,75 mg/kg
9
168,75
1
7,4
ceftazidim
10
187,5
1,1
8,1
11
206,25
1,2
8,8
12
225
1,3
9,6
4
60
0,36
2,7
3 maanden tot
5
75
0,45
3,3
<6 maanden
6
90
0,54
4
7
105
0,63
4,6
15 mg/kg
8
120
0,72
5,3
ceftazidim
9
135
0,81
6
10
150
0,9
6,6
1 Uitsluitend gebaseerd op het ceftazidimdeel.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Pfizer Ireland Pharmaceuticals
Operations Support Group
Ringaskiddy, County Cork
Ierland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/16/1109/001
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 24 juni 2016
Datum van laatste verlenging:
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN
LEVERING EN GEBRUIK
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING
TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET
GENEESMIDDEL
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
ACS Dobfar S.p.A
VIA A. FLEMING, 2
VERONA 37135
ITALIË
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
ZAVICEFTA 2 g/0,5 g poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
ceftazidim/avibactam
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke injectieflacon bevat ceftazidimpentahydraat equivalent aan 2 g ceftazidim en avibactamnatrium
equivalent aan 0,5 g avibactam.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit product heeft een hoog natriumgehalte (zie de bijsluiter voor aanvullende informatie).
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
10 injectieflacons
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Intraveneus gebruik
Verdunnen voor gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Pfizer Ireland Pharmaceuticals
Operations Support Group
Ringaskiddy, County Cork
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/16/1109/001
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
INJECTIEFLACON ETIKET
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
ZAVICEFTA 2 g/0,5 g poeder voor concentraat
ceftazidim/avibactam
IV
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
ceftazidim 2 g/avibactam 0,5 g
6.
OVERIGE
Zavicefta 2 g/0,5 g poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
ceftazidim/avibactam
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Zavicefta en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Zavicefta en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Zavicefta?
Zavicefta is een antibioticum dat twee werkzame stoffen bevat: ceftazidim en avibactam.
Ceftazidim behoort tot de groep antibiotica die 'cefalosporines' worden genoemd. Deze stof
kan vele soorten bacteriën doden.
Avibactam is een 'bèta-lactamase-remmer' die ceftazidim helpt om sommige bacteriën te
doden die de stof niet zelf kan doden.
Waarvoor wordt Zavicefta gebruikt?
Zavicefta wordt bij volwassenen en kinderen in de leeftijd van 3 maanden en ouder gebruikt voor het
behandelen van:
infecties van de maag en darmen (buik)
infecties van de blaas of nieren, ook wel 'urineweginfecties' genoemd
een infectie van de longen die 'pneumonie' wordt genoemd
infecties die worden veroorzaakt door bacteriën die mogelijk niet met andere antibiotica kunnen
worden gedood
Zavicefta wordt gebruikt bij volwassenen voor de behandeling van infectie van het bloed die gepaard
gaat met infecties van de buik, urineweginfecties of pneumonie.
Hoe werkt Zavicefta?
Zavicefta werkt door bepaalde soorten bacteriën, die ernstige infecties kunnen veroorzaken, te doden.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
U bent allergisch voor andere cefalosporine-antibiotica.
U heeft ooit een ernstige allergische reactie gehad op andere antibiotica behorend tot de
penicilline- of carbapenemgroepen.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt als:
u ooit een allergische reactie heeft gehad (zelfs als het slechts huiduitslag was) op andere
antibiotica behorend tot de penicilline- of carbapenemgroepen
u nierproblemen heeft uw arts geeft u dan mogelijk een lagere dosis om te verzekeren dat u
niet te veel van dit geneesmiddel toegediend krijgt. Dit zou bijwerkingen kunnen voorzaken
zoals epileptische aanvallen (zie rubriek
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?).
Als een van het bovenstaande op u van toepassing is (of als u twijfelt), neem dan contact op met uw
arts of verpleegkundige voordat u Zavicefta gebruikt.
Neem contact op met uw arts of verpleegkundige als u diarree krijgt tijdens uw behandeling.
Overige infecties
Er bestaat een kleine kans dat u tijdens of na de behandeling met Zavicefta een andere infectie krijgt
veroorzaakt door andere bacteriën waaronder spruw (schimmelinfectie van de mond of genitaliën).
Laboratoriumtests
Vertel uw arts dat u Zavicefta gebruikt wanneer u tests moet ondergaan. Het resultaat kan namelijk
afwijkend zijn als u een test krijgt die 'DAGT' of 'Coombs' wordt genoemd. Deze test zoekt naar
antilichamen die tegen uw rode bloedcellen vechten.
Zavicefta kan daarnaast ook van invloed zijn op de resultaten van bepaalde urinetests voor suiker.
Vertel de persoon die het monster afneemt dat u Zavicefta gebruikt.
Kinderen
Zavicefta mag niet worden gebruikt bij kinderen jonger dan 3 maanden. Het is namelijk niet bekend of
het geneesmiddel veilig te gebruiken is in deze leeftijdsgroep.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Zavicefta nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
verpleegkundige.
Overleg met uw arts voordat u Zavicefta gaat gebruiken als u één van de volgende geneesmiddelen
gebruikt:
een antibioticum dat chlooramfenicol wordt genoemd
een type antibioticum dat een aminoglycoside wordt genoemd, zoals gentamicine of
tobramycine
een vochtafdrijvende tablet die furosemide wordt genoemd
een geneesmiddel voor jicht dat probenecide wordt genoemd
Neem contact op met uw arts voordat u Zavicefta gaat gebruiken als een van het bovenstaande op u
van toepassing is.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Door het gebruik van Zavicefta kunt u zich duizelig voelen. Dit kan van invloed zijn op uw
rijvaardigheid of het vermogen om gereedschappen of machines te bedienen.
Neem contact op met uw arts of apotheker als u gedurende een langere periode dagelijks 3 of meer
injectieflacons nodig heeft, vooral als u is aangeraden een zoutarm (natriumarm) dieet te volgen.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Zavicefta wordt door een arts of verpleegkundige aan u toegediend.
De aanbevolen dosering
De aanbevolen dosering voor volwassenen is elke 8 uur één injectieflacon (2 g ceftazidim en
0,5 g avibactam). De dosis voor kinderen in de leeftijd van 3 maanden en ouder wordt door de arts
berekend gebaseerd op het gewicht en de leeftijd van het kind.
Het middel wordt met behulp van een druppelinfuus in een ader toegediend. Dit duurt doorgaans
ongeveer 2 uur.
De duur van een behandelingskuur is doorgaans 5 tot 14 dagen, afhankelijk van welk type infectie u
heeft en hoe u reageert op de behandeling.
Personen met nierproblemen
Als u nierproblemen heeft, geeft uw arts u wellicht een lagere dosis. Zavicefta wordt namelijk via de
nieren uitgescheiden door het lichaam.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Zavicefta wordt door een arts of verpleegkundige aan u toegediend, dus het is onwaarschijnlijk dat u
de verkeerde dosis krijgt. Als u echter bijwerkingen krijgt of denkt dat u te veel Zavicefta toegediend
heeft gekregen, waarschuw dan onmiddellijk uw arts of verpleegkundige. Als u te veel Zavicefta
gebruikt, kan het een effect hebben op de hersenen en toevallen of coma veroorzaken.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als u denkt dat u een dosis bent vergeten, waarschuw dan onmiddellijk uw arts of verpleegkundige.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken. Bij het gebruik van dit geneesmiddel kunnen de volgende bijwerkingen optreden:
Ernstige bijwerkingen
Neem onmiddellijk contact op met uw arts als u één van de volgende ernstige bijwerkingen krijgt u
heeft misschien dringend medische behandeling nodig:
ernstige allergische reacties tekenen zijn onder meer plotselinge zwelling van de lippen, het
gezicht, de keel of de tong, ernstige huiduitslag of andere ernstige huidreacties, moeite met
slikken of ademhalen. Een dergelijke reactie kan levensbedreigend zijn.
diarree die steeds erger wordt of aanhoudt, of ontlasting die bloed of slijm bevat dit kan
voorkomen tijdens de behandeling met Zavicefta of nadat de behandeling is gestopt. Als deze
bijwerking optreedt, mag u geen geneesmiddelen gebruiken die de stoelgang tegenhouden of
vertragen.
Overige bijwerkingen
Neem contact op met uw arts of verpleegkundige als u één van de volgende bijwerkingen krijgt:
Zeer vaak: (kan voorkomen bij meer dan 1 op de 10 personen)
Afwijkend resultaat bij een test die 'DAGT' of 'Coombs' wordt genoemd. Deze test zoekt naar
antilichamen die tegen uw rode bloedcellen vechten. Het is mogelijk dat dit bloedarmoede
(hierdoor kunt u zich vermoeid voelen) en geelzucht (gele verkleuring van de huid en ogen)
veroorzaakt.
Vaak: (kan voorkomen bij maximaal 1 op de 10 personen)
Schimmelinfecties, waaronder ook in de mond en vagina
Verandering in aantal van sommige typen bloedcellen ('eosinofielen' en 'trombocyten'
genoemd) zoals aangetoond in bloedtests
Hoofdpijn
Zich duizelig voelen
Misselijkheid of braken
Buikpijn
Diarree
Toename van de hoeveelheid van bepaalde enzymen die door de lever worden aangemaakt
zoals aangetoond in bloedtests
Gezwollen, jeukende huiduitslag ('netelroos')
Jeuk
Roodheid, pijn of zwelling op de plaats waar Zavicefta in de ader werd toegediend
Koorts
Soms: (kan voorkomen bij maximaal 1 op de 100 personen)
Toename in aantal van een bepaald type bloedcellen ('lymfocyten' genoemd) zoals
aangetoond in bloedtests
Afname in aantal van sommige typen bloedcellen ('leukocyten' genoemd) zoals aangetoond
in bloedtests
Tintelingen of gevoelloosheid
Vieze smaak in uw mond
Toename van het gehalte van bepaalde typen stoffen in het bloed ('creatinine' en 'ureum'
genoemd). Deze stoffen laten zien hoe goed uw nieren werken.
Zeer zelden: (kan voorkomen bij maximaal 1 op de 10.000 personen)
Zwelling in een deel van de nier waardoor de normale nierfunctie afneemt
Niet bekend: (frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
Significante afname van het type witte bloedcellen dat wordt gebruikt om infecties te bestrijden
zoals aangetoond in bloedtests
Afname van het aantal rode bloedcellen (hemolytische anemie) zoals aangetoond in bloedtests
Ernstige allergische reactie (zie
Ernstige bijwerkingen hierboven)
Gele verkleuring van het wit van de ogen of de huid
Plotseling ontstaan van ernstige huiduitslag of blaren of schilferingen van de huid, eventueel in
combinatie met hoge koorts of gewrichtspijn (dit kunnen tekenen zijn van ernstigere medische
aandoeningen zoals toxische epidermale necrolyse, het Stevens-Johnson-syndroom, erythema
multiforme of een aandoening die bekend staat als DRESS, geneesmiddelreactie met eosinofilie
en systemische symptomen).
Zwelling onder de huid, met name van de lippen en rond de ogen.
Neem contact op met uw arts of verpleegkundige als één van de bovenstaande bijwerkingen optreedt.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de verpakking.
Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stoffen in dit middel zijn ceftazidim en avibactam. Elke injectieflacon bevat
ceftazidimpentahydraat equivalent aan 2 g ceftazidim en avibactamnatrium equivalent aan 0,5 g
avibactam.
De andere stof in dit middel is natriumcarbonaat (watervrij) (zie rubriek 2 'Zavicefta bevat
natrium').
Hoe ziet Zavicefta eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Zavicefta is een wit tot geel poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie in een injectieflacon.
Het is beschikbaar in verpakkingen van 10 injectieflacons.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Pfizer Ireland Pharmaceuticals
Operations Support Group
Ringaskiddy, County Cork
Ierland
Fabrikant
ACS Dobfar S.p.A.
Via Alessandro Fleming 2
Verona 37135
Italië
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Luxembourg/Luxemburg
Pfizer Luxembourg SARL filialas Lietuvoje
Pfizer NV/SA
Tel. +370 5 251 4000
Tél/Tel: +32 (0)2 554 62 11
Magyarország
,
Pfizer Kft.
: +359 2 970 4333
Tel.: + 36 1 488 37 00
Ceská republika
Malta
Pfizer, spol. s r.o.
Vivian Corporation Ltd.
Tel: +420 283 004 111
Tel.: +356 21344610
Danmark
Nederland
Pfizer ApS
Pfizer bv
Tlf: +45 44 20 11 00
Tel: +31 (0)10 406 43 01
Deutschland
Norge
PFIZER PHARMA GmbH
Pfizer AS
Tel: +49 (0)30 550055-51000
Tlf: +47 67 52 61 00
Eesti
Österreich
Pfizer Luxembourg SARL Eesti filiaal
Pfizer Corporation Austria Ges.m.b.H.
Tel: +372 666 7500
Tel: +43 (0)1 521 15-0
Polska
Pfizer ..
Pfizer Polska Sp. z o.o.
.: +30 210 6785800
Tel.: +48 22 335 61 00
España
Portugal
Pfizer, S.L.
Laboratórios Pfizer, Lda.
Tel: +34 91 490 99 00
Tel: +351 21 423 5500
France
România
Pfizer
Pfizer Romania S.R.L.
Tél: +33 (0)1 58 07 34 40
Tel: +40 (0) 21 207 28 00
Hrvatska
Slovenija
Pfizer Croatia d.o.o.
Pfizer Luxembourg SARL
Tel: +385 1 3908 777
Pfizer, podruznica za svetovanje s podrocja
farmacevtske dejavnosti, Ljubljana
Tel.: +386 (0)1 52 11 400
Ireland
Slovenská republika
Pfizer Healthcare Ireland
Pfizer Luxembourg SARL, organizacná zlozka
Tel: +1800 633 363 (toll free)
Tel: + 421 2 3355 5500
Tel: +44 (0)1304 616161
Ísland
Suomi/Finland
Icepharma hf.
Pfizer Oy
Sími: +354 540 8000
Puh/Tel: +358 (0)9 430 040
Italia
Sverige
Pfizer S.r.l.
Pfizer AB
Tel: +39 06 33 18 21
Tel: +46 (0)8 550 520 00
United Kingdom (Northern Ireland)
Pfizer .. (Cyprus Branch)
Pfizer Limited
.: +357 22817690
Tel: +44 (0) 1304 616161
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in MM/JJJJ
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
Belangrijk: Raadpleeg de samenvatting van de productkenmerken voordat u dit middel voorschrijft.
De verenigbaarheid van Zavicefta met andere geneesmiddelen is niet vastgesteld. Zavicefta mag niet
worden gemengd met of fysiek worden toegevoegd aan oplossingen die andere geneesmiddelen
bevatten.
Het poeder moet gereconstitueerd worden met water voor injecties en het resulterende concentraat
moet vervolgens onmiddellijk worden verdund voorafgaand aan het gebruik. De gereconstitueerde
oplossing is lichtgeel en vrij van deeltjes.
Meng de te reconstitueren oplossing voorzichtig en controleer of de inhoud volledig is opgelost.
Parenterale geneesmiddelen moeten visueel op deeltjes worden geïnspecteerd voordat deze worden
toegediend.
Infuuszakken
Als de intraveneuze oplossing wordt bereid met in rubriek 6.6 vermelde verdunningsmiddelen
(ceftazidimconcentratie van 8 mg/ml) is de chemische en fysische stabiliteit bij het gebruik
aangetoond (vanaf het initieel aanprikken van de injectieflacon) voor maximaal 12 uur bij 2-8°C,
gevolgd door maximaal 4 uur bij niet hoger dan 25°C.
Als de intraveneuze oplossing wordt bereid met in rubriek 6.6 vermelde verdunningsmiddelen
(ceftazidimconcentratie van >8 mg/ml tot 40 mg/ml) is de chemische en fysische stabiliteit bij het
gebruik aangetoond (vanaf het initieel aanprikken van de injectieflacon) voor maximaal 4 uur bij niet
hoger dan 25°C.
Vanuit microbiologisch oogpunt dient het geneesmiddel onmiddellijk te worden gebruikt, tenzij
reconstitutie/verdunning onder gecontroleerde en gevalideerde aseptische omstandigheden hebben
plaatsgevonden. Als het middel niet onmiddellijk wordt gebruikt, vallen de in-use bewaartijden en -
omstandigheden voorafgaand aan het gebruik onder de verantwoordelijkheid van de gebruiker en mag
het niet het bovenvermelde overschrijden.
Infuusspuiten
Chemische en fysische stabiliteit bij het gebruik is aangetoond (vanaf het initieel aanprikken van de
injectieflacon) voor maximaal 6 uur bij niet hoger dan 25°C.
Vanuit microbiologisch oogpunt dient het geneesmiddel onmiddellijk te worden gebruikt, tenzij
reconstitutie/verdunning onder gecontroleerde en gevalideerde aseptische omstandigheden hebben
plaatsgevonden. Als het middel niet onmiddellijk wordt gebruikt, vallen de in-use bewaartijden
en -omstandigheden voorafgaand aan het gebruik onder de verantwoordelijkheid van de gebruiker en
mag opslag niet langer duren dan 6 uur bij niet hoger dan 25°C..
Standaard aseptische technieken moeten worden gebruikt voor de bereiding en toediening van de
oplossing. Doses mogen worden bereid in een infuuszak of in een infuusspuit van een geschikt
volume.
De resulterende oplossing dient gedurende 120 minuten te worden toegediend.
Elke injectieflacon is uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
De totale tijdsduur vanaf het begin van de reconstitutie tot en met het afronden van de bereiding van
het intraveneuze infuus mag niet meer dan 30 minuten bedragen.
Instructies voor het bereiden van doses voor volwassenen en kinderen in een INFUUSZAK of in een
INFUUSSPUIT:
OPMERKING: de volgende procedure beschrijft de stappen voor het bereiden van een
infuusoplossing met een definitieve concentratie van 8-40 mg/ml ceftazidim. Alle berekeningen
dienen voltooid te worden voordat er met deze stappen wordt gestart.
Voor kinderen in de leeftijd
van 3 tot 12 maanden, worden eveneens gedetailleerde stappen vermeld voor het bereiden van een
concentratie van 20 mg/ml (voldoende voor de meeste scenario's).
1. Bereid de
gereconstitueerde oplossing (
167,3 mg/ml ceftazidim):
a) Steek de injectienaald door de dop van het flesje en injecteer 10 ml steriel water voor injecties.
b) Trek de naald terug en schud het flesje totdat de oplossing helder is.
c) Steek
nadat het product is opgelost, een ontluchtingsnaald door de dop van het flesje om de
interne druk te verlichten (dit is belangrijk om de steriliteit van het middel te behouden).
2. Bereid de
definitieve oplossing voor infusie (definitieve concentratie moet
8-40 mg/ml ceftazidim
bedragen):
a) Infuuszak: verdun de gereconstitueerde oplossing verder door een geschikt berekend volume
van de gereconstitueerde oplossing over te brengen naar een infuuszak met daarin één van de
volgende middelen: natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie, dextrose
50 mg/ml (5%) oplossing voor injectie of Ringer-lactaatoplossing.
b) Infuusspuit: verdun de gereconstitueerde oplossing verder door een geschikt berekend volume
van de gereconstitueerde oplossing in combinatie met een voldoende volume
verdunningsmiddel (natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie of dextrose
50 mg/ml (5%) oplossing voor injectie) over te brengen naar een infuusspuit.
Raadpleeg de tabel hieronder.
Bereiding van Zavicefta-doses voor volwassenen en kinderen in INFUUSZAK of in INFUUSSPUIT
Volume dat moet worden
Dosis
opgetrokken uit de
Definitief volume na
Definitief volume in
Zavicefta
gereconstitueerde
verdunning in infuuszak2
infuusspuit
(ceftazidim)1
injectieflacon
Volledige inhoud (ongeveer
2 g
50 ml tot 250 ml
50 ml
12 ml)
1 g
6 ml
25 ml tot 125 ml
25 ml tot 50 ml
0,75 g
4,5 ml
19 ml tot 93 ml
19 ml tot 50 ml
Volume (ml) berekend op
Volume (ml) zal variëren op
Volume (ml) zal variëren op
Alle overige
basis van vereiste dosis:
basis van de beschikbare
basis van de beschikbare
doses
grootte van de infuuszak en de grootte van de infuusspuit en
gewenste definitieve
de gewenste definitieve
167,3 mg/ml ceftazidim
concentratie
concentratie
(moet 8-40 mg/ml ceftazidim
(moet 8-40 mg/ml ceftazidim
zijn)
zijn)
1 Uitsluitend gebaseerd op het ceftazidimdeel.
2 Verdun tot de definitieve ceftazidimconcentratie van 8 mg/ml voor stabiliteit bij het gebruik voor
maximaal 12 uur bij 2-8°C, gevolgd door maximaal 4 uur bij niet hoger dan 25°C (d.w.z. verdun een
dosis ceftazidim van 2 g in 250 ml, een dosis ceftazidim van 1 g in 125 ml, een dosis ceftazidim van
0,75 g in 93 ml, enz.). Alle andere ceftazidimconcentraties (>8 mg/ml tot 40 mg/ml) hebben een
stabiliteit bij het gebruik van maximaal 4 uur bij niet hoger dan 25°C.
Bereiding van Zavicefta voor gebruik bij kinderen in de leeftijd van 3 tot 12 maanden in een
INFUUSSPUIT:
OPMERKING: de volgende procedure beschrijft de stappen voor het bereiden van een
infuusoplossing met een definitieve concentratie van 20 mg/ml ceftazidim (voldoende voor de meeste
scenario's). Alternatieve concentraties kunnen worden bereid, maar moeten een definitieve
concentratie hebben in het bereik van 8-40 mg/ml ceftazidim.
1. Bereid de
gereconstitueerde oplossing (
167,3 mg/ml ceftazidim):
a) Steek de injectienaald door de dop van het flesje en injecteer 10 ml steriel water voor injecties.
b) Trek de naald terug en schud het flesje totdat de oplossing helder is.
c) Steek
nadat het product is opgelost, een ontluchtingsnaald door de dop van het flesje om de
interne druk te verlichten (dit is belangrijk om de steriliteit van het middel te behouden).
2. Bereid de
definitieve oplossing voor infusie met een definitieve concentratie van
20 mg/ml
ceftazidim:
a) Verdun de gereconstitueerde oplossing verder door een geschikt berekend volume van de
gereconstitueerde oplossing in combinatie met een voldoende volume verdunningsmiddel
(natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie of dextrose 50 mg/ml (5%) oplossing
voor injectie) over te brengen naar een infuusspuit.
b) Raadpleeg de tabellen hieronder om de berekeningen te bevestigen. De weergegeven waarden
zijn een benadering omdat het mogelijk noodzakelijk is om af te ronden tot op de
dichtstbijzijnde gradatiemarkering van een spuit van geschikte grootte. Houd er rekening mee
dat de tabellen NIET alle mogelijk berekende doses bevatten, maar ze kunnen worden
gebruikt om het volume te schatten om de berekening te controleren.
Bereiding van Zavicefta-doses (definitieve concentratie van 20 mg/ml ceftazidim) voor kinderen in de
leeftijd van 3 tot 12 maanden met een creatinineklaring (CrCL) >50 ml/min/1,73 m2
Volume gereconstitueerde
Volume toe te
Leeftijd en dosis
Gewicht
Dosis
oplossing dat moet worden
voegen
Zavicefta (mg/kg)1
(kg)
(mg ceftazidim)
opgetrokken uit de
verdunningsmiddel
injectieflacon (ml)
om te mengen (ml)
5
250
1,5
11
6
300
1,8
13
6 maanden tot
7
350
2,1
15
12 maanden
8
400
2,4
18
50 mg/kg
9
450
2,7
20
ceftazidim
10
500
3
22
11
550
3,3
24
12
600
3,6
27
3 maanden tot
4
160
1
7,4
<6 maanden
5
200
1,2
8,8
6
240
1,4
10
40 mg/kg
7
280
1,7
13
ceftazidim
8
320
1,9
14
360
2,2
16
10
400
2,4
18
1 Uitsluitend gebaseerd op het ceftazidimdeel.
Bereiding van Zavicefta-doses (definitieve concentratie van 20 mg/ml ceftazidim) voor kinderen in de
leeftijd van 3 tot 12 maanden met een CrCL 31 tot 50 ml/min/1,73 m2
Volume gereconstitueerde
Volume toe te
Leeftijd en dosis
Gewicht
Dosis
oplossing dat moet worden
voegen
Zavicefta
(kg)
(mg ceftazidim)
opgetrokken uit de
verdunningsmiddel
(mg/kg)1
injectieflacon (ml)
om te mengen (ml)
5
125
0,75
5,5
6
150
0,9
6,6
6 maanden tot
7
175
1
7,4
12 maanden
8
200
1,2
8,8
25 mg/kg
9
225
1,3
9,6
ceftazidim
10
250
1,5
11
11
275
1,6
12
12
300
1,8
13
4
80
0,48
3,5
3 maanden tot
5
100
0,6
4,4
<6 maanden
6
120
0,72
5,3
7
140
0,84
6,2
20 mg/kg
8
160
1
7,4
ceftazidim
9
180
1,1
8,1
10
200
1,2
8,8
1 Uitsluitend gebaseerd op het ceftazidimdeel.
Bereiding van Zavicefta-doses (definitieve concentratie van 20 mg/ml ceftazidim) voor kinderen in de
leeftijd van 3 tot 12 maanden met een CrCL 16 tot 30 ml/min/1,73 m2
Volume gereconstitueerde
Volume toe te
Leeftijd en dosis
Gewicht
Dosis
oplossing dat moet worden
voegen
Zavicefta
(kg)
(mg ceftazidim)
opgetrokken uit de
verdunningsmiddel
(mg/kg)1
injectieflacon (ml)
om te mengen (ml)
5
93,75
0,56
4,1
6
112,5
0,67
4,9
6 maanden tot
7
131,25
0,78
5,7
12 maanden
8
150
0,9
6,6
18,75 mg/kg
9
168,75
1
7,4
ceftazidim
10
187,5
1,1
8,1
11
206,25
1,2
8,8
12
225
1,3
9,6
4
60
0,36
2,7
3 maanden tot
5
75
0,45
3,3
<6 maanden
6
90
0,54
4
7
105
0,63
4,6
15 mg/kg
8
120
0,72
5,3
ceftazidim
9
135
0,81
6
10
150
0,9
6,6
1 Uitsluitend gebaseerd op het ceftazidimdeel.