Zerbaxa 1 g - 0,5 g
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Zerbaxa 1 g/0,5 g poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke injectieflacon bevat ceftolozaansulfaat overeenkomend met 1 g ceftolozaan en
tazobactamnatrium overeenkomend met 0,5 g tazobactam.
Na reconstitutie met 10 ml oplosmiddel is het totale volume van de oplossing in de injectieflacon
11,4 ml, en bevat 88 mg/ml ceftolozaan en 44 mg/ml tazobactam.
Hulpstof met bekend effect
Elke injectieflacon bevat 10 mmol (230 mg) natrium.
Als het poeder is gereconstitueerd met 10 ml natriumchloride 9 mg/ml (0,9 %) oplossing voor injectie,
bevat de injectieflacon 11,5 mmol (265 mg) natrium.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE
VORM
Poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie (poeder voor concentraat).
Wit tot geelachtig poeder.
4.
4.1
KLINISCHE
GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Zerbaxa is geïndiceerd voor de behandeling van de volgende infecties bij volwassenen en pediatrische
patiënten (zie rubrieken 4.2 en 5.1):
-
-
-
Gecompliceerde intra-abdominale infecties (zie rubriek 4.4);
Acute pyelonefritis;
Gecompliceerde urineweginfecties (zie rubriek 4.4).
Zerbaxa is ook geïndiceerd voor de behandeling van de volgende infectie bij volwassenen (18 jaar of
ouder), (zie rubriek 5.1):
-
In het ziekenhuis opgelopen pneumonie (HAP), waaronder beademingspneumonie (ook wel
ventilator-geassocieerde pneumonie [VAP] genoemd).
Men dient rekening te houden met de officiële richtlijnen betreffende het juiste gebruik van
antibacteriële middelen.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Het aanbevolen intraveneuze doseringsregime voor volwassen patiënten met een creatinineklaring van
> 50 ml/min wordt per type infectie weergegeven in tabel 1.
2
Tabel 1: Intraveneuze dosis Zerbaxa per type infectie bij volwassen patiënten (18 jaar of ouder)
met een creatinineklaring* > 50 ml/min
Type infectie
Dosis
Frequentie
Inlooptijd Behandelingsduur
Gecompliceerde intra-
1 g ceftolozaan/
Om de 8 uur
1 uur
4-14 dagen
abdominale infectie**
0,5 g
tazobactam
1 g ceftolozaan/
Gecompliceerde
Om de 8 uur
1 uur
7 dagen
urineweginfectie
0,5 g
Acute pyelonefritis
tazobactam
In het ziekenhuis opgelopen 2 g ceftolozaan/
Om de 8 uur
1 uur
8-14 dagen
pneumonie, waaronder
1 g tazobactam
beademingspneumonie***
*Creatinineklaring geschat met gebruik van de Cockcroft-Gault-formule.
**Te gebruiken in combinatie met metronidazol bij verdenking op anaerobe pathogenen.
***Te gebruiken in combinatie met een antibacterieel middel dat werkzaam is tegen grampositieve
pathogenen wanneer hiervan bekend is of die ervan verdacht worden dat ze een bijdrage leveren aan
het ontstekingsproces.
Het aanbevolen intraveneuze doseringsregime voor pediatrische patiënten met een geschatte
glomerulaire filtratiesnelheid (eGFR) > 50 ml/min/1,73m
2
wordt per type infectie weergegeven in
tabel 2.
Tabel 2: Intraveneuze dosis Zerbaxa per type infectie bij pediatrische patiënten (vanaf
geboorte
*
tot 18 jaar) met een eGFR** > 50 ml/min/1,73m
2
Dosis
Frequentie
Inlooptijd Behandelingsduur
20 mg/kg
Om de 8 uur
1 uur
5-14 dagen*****
ceftolozaan /
10 mg/kg
tazobactam tot
een maximale
dosis van 1 g
ceftolozaan /
0,5 g
tazobactam****
Gecompliceerde
20 mg/kg
Om de 8 uur
1 uur
7-14 dagen*****
urineweginfectie
ceftolozaan /
10 mg/kg
Acute pyelonefritis
tazobactam tot
een maximale
dosis van 1 g
ceftolozaan /
0,5 g
tazobactam****
*Gedefinieerd als > 32 weken zwangerschapsduur en
≥
7 dagen postnataal
**eGFR geschat met gebruik van de Bedside Schwartz-vergelijking.
***Te gebruiken in combinatie met metronidazol. wanneer anaerobe pathogenen worden vermoed
****Bij kinderen met een gewicht > 50 kg, mag de maximale dosis niet meer zijn dan 1 g
ceftolozaan/0,5 g tazobactam.
*****De totale weergegeven behandelingsduur kan intraveneus Zerbaxa gevolgd door een geschikte
orale behandeling zijn.
Speciale populaties
Type infectie
Gecompliceerde intra-
abdominale infectie***
Ouderen (≥
65 jaar)
De dosering hoeft niet te worden aangepast voor ouderen op basis van alleen de leeftijd (zie
rubriek 5.2).
3
Nierfunctiestoornis
Bij volwassen patiënten met een licht verminderde nierfunctie (geschatte
creatinineklaring > 50 ml/min) hoeft de dosering niet te worden aangepast (zie rubriek 5.2).
Bij volwassen patiënten met een matig of ernstig verminderde nierfunctie en bij volwassen patiënten
met terminale nierinsufficiëntie (end
stage renal disease)
die hemodialyse ondergaan, moet de dosis
worden aangepast zoals vermeld in tabel 3 (zie rubrieken 5.1 en 6.6).
Tabel 3: Aanbevolen intraveneuze doseringsregimes voor Zerbaxa bij volwassen patiënten
(18 jaar of ouder) met een creatinineklaring*
van ≤
50 ml/min
Gecompliceerde intra-abdominale
In het ziekenhuis opgelopen
Geschatte
infecties, gecompliceerde
pneumonie, waaronder
creatinineklaring
urineweginfecties en acute
beademingspneumonie**
(ml/min)*
pyelonefritis**
1 g ceftolozaan/0,5 g tazobactam
500 mg ceftolozaan/250 mg tazobactam
30 tot 50
intraveneus toegediend om de
intraveneus toegediend om de 8 uur
8 uur
500 mg ceftolozaan/250 mg
250 mg ceftolozaan/125 mg tazobactam
15 tot 29
tazobactam intraveneus toegediend
intraveneus toegediend om de 8 uur
om de 8 uur
Een eenmalige oplaaddosis van
Een eenmalige oplaaddosis van 500 mg
1,5 g ceftolozaan/0,75 g
ceftolozaan/250 mg tazobactam, 8 uur
tazobactam, 8 uur later gevolgd
later gevolgd door een onderhoudsdosis
door een onderhoudsdosis van
van 100 mg ceftolozaan/50 mg
Terminale
300 mg ceftolozaan/150 mg
tazobactam toegediend om de 8 uur
nierinsufficiëntie
tazobactam toegediend om de
gedurende de resterende
met hemodialyse
8 uur gedurende de resterende
behandelingsperiode (op de dagen van
behandelingsperiode (op de dagen
hemodialyse moet de dosis zo snel
van hemodialyse moet de dosis zo
mogelijk na afloop van de hemodialyse
snel mogelijk na afloop van de
worden toegediend)
hemodialyse worden toegediend)
*Creatinineklaring geschat met gebruik van de Cockcroft-Gault-formule.
**Alle doses Zerbaxa worden met een inlooptijd van 1 uur intraveneus toegediend en zijn aanbevolen
voor alle indicaties. De behandelingsduur moet de aanbevelingen opvolgen uit tabel 1.
Er is niet voldoende informatie om een doseringsschema aan te bevelen voor pediatrische patiënten
met een matige of ernstige nierfunctiestoornis (eGFR
≤
50 ml/min/1,73m
2
) of een terminale
nierinsufficiëntie (zie rubrieken 5.1 en 5.2).
Leverfunctiestoornis
De dosering hoeft niet te worden aangepast bij patiënten met een verminderde leverfunctie (zie
rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van ceftolozaan/tazobactam bij kinderen en adolescenten jonger dan
18 jaar zijn nog niet vastgesteld voor de behandeling van in het ziekenhuis opgelopen pneumonie
(HAP), waaronder beademingspneumonie (VAP).
Wijze van toediening
Alle doses Zerbaxa moeten via intraveneuze infusie worden toegediend gedurende een periode van
1 uur.
Te nemen voorzorgsmaatregelen voorafgaand aan gebruik of toediening van het geneesmiddel
Zie rubriek 6.2 voor gevallen van onverenigbaarheid.
4
Zie rubriek 6.6 voor instructies over reconstitutie en verdunning van het geneesmiddel voorafgaand
aan toediening.
4.3
-
-
-
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstoffen;
Overgevoeligheid voor antibacteriële middelen die tot de cefalosporinegroep behoren;
Ernstige overgevoeligheid (bijv. anafylactische reactie, ernstige huidreactie) voor andere
antibacteriële middelen uit de bètalactamgroep (bijv. penicillines of carbapenems).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Overgevoeligheidsreacties
Ernstige en in sommige gevallen fatale overgevoeligheidsreacties (anafylactische reacties) zijn
mogelijk (zie rubrieken 4.3 en 4.8). Indien een ernstige allergische reactie optreedt gedurende de
behandeling met ceftolozaan/tazobactam, moet het gebruik van het geneesmiddel worden gestaakt en
geschikte maatregelen worden genomen.
Patiënten met een voorgeschiedenis van overgevoeligheid voor cefalosporines, penicillines of andere
antibacteriële middelen uit de bètalactamgroep kunnen ook overgevoelig zijn voor
ceftolozaan/tazobactam.
Ceftolozaan/tazobactam is gecontra-indiceerd bij patiënten met een voorgeschiedenis van
overgevoeligheid voor ceftolozaan, tazobactam of cefalosporines (zie rubriek 4.3).
Ceftolozaan/tazobactam is ook gecontra-indiceerd bij patiënten met ernstige overgevoeligheid (bijv.
anafylactische reactie, ernstige huidreactie) voor andere antibacteriële middelen uit de
bètalactamgroep (bijv. penicillines of carbapenems) (zie rubriek 4.3).
Ceftolozaan/tazobactam moet met voorzichtigheid worden gebruikt bij patiënten met een
voorgeschiedenis van een ander type overgevoeligheidsreactie op penicillines of andere antibacteriële
middelen uit de bètalactamgroep.
Effect op de nierfunctie
Een vermindering van de nierfunctie is waargenomen bij volwassen patiënten die
ceftolozaan/tazobactam kregen.
Nierfunctiestoornis
De dosis ceftolozaan/tazobactam moet worden aangepast op basis van de nierfunctie (zie rubriek 4.2,
tabel 3).
In klinische studies naar gecompliceerde intra-abdominale infecties en gecompliceerde
urineweginfecties, waaronder pyelonefritis, was de werkzaamheid van ceftolozaan/tazobactam lager
bij volwassen patiënten met een matig verminderde nierfunctie vergeleken met patiënten met een
normale of licht verminderde nierfunctie bij baseline.
Patiënten met een nierfunctiestoornis bij baseline moeten gedurende de behandeling frequent worden
gecontroleerd op veranderingen in de nierfunctie, en de dosis ceftolozaan/tazobactam moet indien
nodig worden aangepast.
5
Beperkingen van de klinische gegevens
Patiënten die immuungecompromitteerd waren, patiënten met ernstige neutropenie en patiënten met
terminale nierinsufficiëntie met hemodialyse werden uitgesloten van klinische onderzoeken.
Gecompliceerde intra-abdominale infecties
In een onderzoek bij volwassen patiënten met gecompliceerde intra-abdominale infecties was de meest
voorkomende diagnose appendixperforatie of een abces rondom de appendix (420/970 [43,3 %]
patiënten), van wie 137/420 (32,6 %) diffuse peritonitis hadden bij baseline. Ongeveer 82 % van alle
patiënten in het onderzoek had APACHE II (Acute Physiology and Chronic Health Evaluation II)
scores van < 10 en 2,3 % had bacteriëmie bij baseline. Voor de patiënten die klinisch evalueerbaar
(CE) waren, was het klinische genezingspercentage voor ceftolozaan/tazobactam 95,9 % bij
293 patiënten jonger dan 65 jaar en 87,8 % bij 82 patiënten van 65 jaar en ouder.
Gecompliceerde urineweginfecties
Gegevens omtrent de klinische werkzaamheid bij volwassen patiënten met gecompliceerde lage-
urineweginfecties zijn beperkt. In een gerandomiseerd klinisch onderzoek met een vergelijkende
werkzame stof had 18,2 % (126/693) van de microbiologisch evalueerbare (ME) patiënten een
gecompliceerde lage-urineweginfectie, waaronder 60/126 patiënten die werden behandeld met
ceftolozaan/tazobactam. Eén van deze 60 patiënten had bacteriëmie bij baseline.
Met
Clostridioides difficile
geassocieerde diarree
Colitis geassocieerd met antibacteriële therapie en pseudomembraneuze colitis zijn gemeld met
ceftolozaan/tazobactam (zie rubriek 4.8). Deze infectietypen kunnen in ernst variëren van licht tot
levensbedreigend. Daarom is het belangrijk om deze diagnose te overwegen bij patiënten die diarree
krijgen tijdens of na de toediening van ceftolozaan/tazobactam. In dergelijke omstandigheden moet
overwogen worden om de behandeling met ceftolozaan/tazobactam stop te zetten en ondersteunende
maatregelen te nemen in combinatie met de toediening van een specifieke behandeling voor
Clostridioides difficile.
Niet-gevoelige micro-organismen
Het gebruik van ceftolozaan/tazobactam kan de wildgroei van niet-gevoelige micro-organismen
bevorderen. Als er een superinfectie optreedt tijdens of na de behandeling dienen passende
maatregelen te worden genomen.
Ceftolozaan/tazobactam is niet werkzaam tegen bacteriën die bètalactamase enzymen produceren die
zowel in staat zijn om ceftolozaan af te breken en die niet worden geremd door de
tazobactamcomponent (zie rubriek 5.1).
Directe antiglobulinetest (Coombs-test) seroconversie en mogelijk risico op hemolytische anemie
De ontwikkeling van een positieve directe antiglobulinetest (DAGT) kan tijdens de behandeling met
ceftolozaan/tazobactam optreden (zie rubriek 4.8). In klinische studies werd geen bewijs van hemolyse
gevonden bij patiënten die tijdens de behandeling een positieve DAGT ontwikkelden.
Natriumgehalte
Ceftolozaan/tazobactam bevat 230 mg natrium per injectieflacon, overeenkomend met 11,5 % van de
door de WHO aanbevolen maximale dagelijkse inname van 2 g natrium voor een volwassene. De
gereconstitueerde injectieflacon met 10 ml natriumchloride 0,9 % (normale zoutoplossing) voor
injectie bevat 265 mg natrium per injectieflacon, overeenkomend met 13,3 % van de door de WHO
aanbevolen maximale dagelijkse inname van 2 g natrium voor een volwassene.
6
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Er worden geen significante geneesmiddelinteracties verwacht tussen ceftolozaan/tazobactam en
substraten, remmers en inductoren van cytochroom-P450-enzymen (CYP's) op basis van
in vitro-
en
in vivo
–
onderzoek.
In vitro-onderzoek
heeft aangetoond dat ceftolozaan, tazobactam en de M1-metaboliet van tazobactam
geen remmend effect hadden op CYP1A2, CYP2B6, CYP2C8, CYP2C9, CYP2C19, CYP2D6 of
CYP3A4 en geen inducerend effect hadden op CYP1A2, CYP2B6 of CYP3A4 bij therapeutische
plasmaconcentraties.
Ceftolozaan en tazobactam waren geen substraten voor P-gp of BCRP en tazobactam was
in vitro
geen
substraat voor OCT2 bij therapeutische plasmaconcentraties.
In vitro-gegevens
wijzen erop dat
ceftolozaan
in vitro
geen remmend effect had op P-gp, BCRP, OATP1B1, OATP1B3, OCT1, OCT2,
MRP, BSEP, OAT1, OAT3, MATE1 of MATE2-K bij therapeutische plasmaconcentraties.
In vitro-
gegevens wijzen erop dat noch tazobactam, noch de M1-metaboliet van tazobactam een remmend
effect heeft op de transporteiwitten P-gp, BCRP, OATP1B1, OATP1B3, OCT1, OCT2 of BSEP bij
therapeutische plasmaconcentraties.
Tazobactam is een substraat voor OAT1 en OAT3.
In vitro
had tazobactam een remmend effect op de
humane transporteiwitten OAT1 en OAT3, met IC
50
-waarden van respectievelijk 118 en 147 mcg/ml.
Gelijktijdige toediening van ceftolozaan/tazobactam met het OAT1- en OAT3-substraat furosemide in
een klinisch onderzoek had geen significant verhogend effect op de plasmablootstellingen aan
furosemide (geometrisch gemiddelde verhoudingen van 0,83 en 0,87 voor respectievelijk C
max
en
AUC). Werkzame stoffen die OAT1 of OAT3 remmen (bijv. probenecide) kunnen echter de
plasmaconcentraties van tazobactam verhogen.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn geen gegevens over het gebruik van ceftolozaan/tazobactam bij zwangere vrouwen.
Tazobactam passeert de placenta. Het is niet bekend of ceftolozaan de placenta passeert.
Uit dieronderzoek met tazobactam is reproductietoxiciteit gebleken (zie rubriek 5.3) zonder bewijs
voor teratogene effecten. Onderzoeken met ceftolozaan bij muizen en ratten hebben geen
voortplantingstoxiciteit of teratogeniteit aangetoond. Ceftolozaan toegediend aan ratten tijdens dracht
en borstvoeding werd in verband gebracht met een afname van de auditieve schrikrespons op dag 60
na de geboorte bij mannelijke jongen (zie rubriek 5.3).
Zerbaxa mag alleen tijdens de zwangerschap worden gebruikt indien het verwachte voordeel opweegt
tegen de mogelijke risico's voor de zwangere vrouw en foetus.
Borstvoeding
Het is niet bekend of ceftolozaan en tazobactam in de moedermelk worden uitgescheiden. Risico voor
pasgeborenen/zuigelingen kan niet worden uitgesloten. Er moet worden besloten of borstvoeding moet
worden gestaakt of dat behandeling met Zerbaxa moet worden gestaakt dan wel niet moet worden
ingesteld, waarbij het voordeel van borstvoeding voor het kind en het voordeel van behandeling voor
de vrouw in overweging moeten worden genomen.
Vruchtbaarheid
De effecten van ceftolozaan en tazobactam op de vruchtbaarheid bij de mens zijn niet onderzocht.
Vruchtbaarheidsonderzoek bij ratten toonde geen effect op de vruchtbaarheid en het paargedrag na
intraperitoneale toediening van tazobactam of intraveneuze toediening van ceftolozaan (zie
rubriek 5.3).
7
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Zerbaxa kan een geringe invloed hebben op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te
bedienen. Er kan duizeligheid optreden na toediening van Zerbaxa (zie rubriek 4.8).
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Zerbaxa werd geëvalueerd in direct vergelijkende klinische fase 3-onderzoeken naar gecompliceerde
intra-abdominale infecties en gecompliceerde urineweginfecties (waaronder pyelonefritis) bij
volwassen patiënten.
De meest
voorkomende bijwerkingen (≥
3 % in gepoolde fase 3-onderzoeken naar gecompliceerde
intra-abdominale infecties en gecompliceerde urineweginfecties, waaronder pyelonefritis) die optraden
bij patiënten die Zerbaxa kregen, waren misselijkheid, hoofdpijn, constipatie, diarree en pyrexie. Deze
bijwerkingen waren over het algemeen licht tot matig in ernst.
Zerbaxa werd geëvalueerd in een direct vergelijkend klinisch fase 3-onderzoek bij volwassen patiënten
naar in het ziekenhuis opgelopen pneumonie, waaronder beademingspneumonie.
De meest
voorkomende bijwerkingen (≥
5 % in een fase 3-onderzoek naar in het ziekenhuis opgelopen
pneumonie, waaronder beademingspneumonie) die optraden bij patiënten die Zerbaxa kregen, waren
diarree, alanine-aminotransferase verhoogd en aspartaataminotransferase verhoogd. Deze
bijwerkingen waren over het algemeen licht of matig in ernst.
Tabel met bijwerkingen
De volgende bijwerkingen zijn tijdens klinisch onderzoek bij volwassenen, met Zerbaxa vastgesteld.
Bijwerkingen zijn ingedeeld volgens MedDRA-systeem/orgaanklasse en frequentie. De
frequentiecategorieën zijn als volgt gedefinieerd: vaak (≥
1/100, <
1/10), soms (≥
1/1000, < 1/100) (zie
tabel 4).
8
Tabel 4. Bijwerkingen vastgesteld tijdens klinische onderzoeken bij volwassenen met
ceftolozaan/tazobactam
Vaak
Soms
Systeem/orgaanklasse
(≥
1/100, < 1/10)
(≥
1/1000, < 1/100)
Candidiasis waaronder
orofaryngeale en
vulvovaginale
1
,
Infecties en parasitaire
Clostridioides difficile-
Clostridioides difficile-colitis
2
aandoeningen
colitis
1
, fungale
urineweginfecties
1
,
Clostridioides difficile-
infecties
2
Bloed- en
Trombocytose
1
Anemie
1
lymfestelselaandoeningen
Hyperglykemie
1
,
Voedings- en stofwisselings-
Hypokaliëmie
1
hypomagnesiëmie
1
,
stoornissen
hypofosfatemie
1
Psychische stoornissen
Insomnia
1
, angst
1
Zenuwstelselaandoeningen
Hoofdpijn
1
, duizeligheid
1
Ischemische beroerte
1
Atriale fibrillatie
1
,
Hartaandoeningen
tachycardie
1
, angina pectoris
1
Bloedvataandoeningen
Hypotensie
1
Flebitis
1
, veneuze trombose
1
Ademhalingsstelsel-,
borstkas- en
Dyspneu
1
mediastinumaandoeningen
Gastritis
1
, abdominale
Maag-
Misselijkheid
1
, diarree
3
, constipatie
1
,
distensie
1
, dyspepsie
1
,
darmstelselaandoeningen
braken
3
, abdominale pijn
1
flatulentie
1
, paralytische
ileus
1
Huid- en
Rash
1
Urticaria
1
onderhuidaandoeningen
Nier- en
Verminderde nierfunctie
1
,
urinewegaandoeningen
nierfalen
1
Algemene aandoeningen en
Pyrexie
1
, reacties op infusieplaats
1
toedieningsplaatsstoornissen
Verhoogd alanineaminotransferase
3
,
Positieve Coombs-test
3
,
verhoogd aspartaataminotransferase
3
, verhoogd serum-gamma-
transaminasen verhoogd
2
,
glutamyltranspeptidase
Onderzoeken
2
leverfunctietest abnormaal , alkalische (GGT)
1
, verhoogd alkalische
fosfatase in bloed verhoogd
2
,
fosfatase in serum
1
,
gamma
-
glutamyltransferase verhoogd
2
Clostridioides-test
positief
2
1
Specifiek voor de gecompliceerde intra-abdominale infecties, acute pyelonefritis en gecompliceerde
urineweginfecties, die gedurende maximaal 14 dagen werden behandeld met Zerbaxa (1 g/0,5 g om de
8 uur intraveneus toegediend).
2
Specifiek voor in het ziekenhuis opgelopen pneumonie, waaronder beademingspneumonie, die
gedurende maximaal 14 dagen werd behandeld met Zerbaxa (2 g/1 g om de 8 uur intraveneus
toegediend).
3
Geldt voor alle indicaties: gecompliceerde intra-abdominale infecties, acute pyelonefritis,
gecompliceerde urineweginfecties en in het ziekenhuis opgelopen pneumonie, waaronder
beademingspneumonie.
Pediatrische patiënten
De veiligheidsbeoordeling bij pediatrische patiënten in de leeftijd vanaf geboorte tot 18 jaar is
gebaseerd op veiligheidsgegevens van twee studies. In deze studies kregen 70 patiënten met
gecompliceerde intra-abdominale infecties en 100 patiënten met gecompliceerde urineweginfecties
9
(waaronder acute pyelonefritis) Zerbaxa. Het veiligheidsprofiel bij deze 170 pediatrische patiënten
was over het algemeen vergelijkbaar met die waargenomen bij de volwassen populatie met
gecompliceerde intra-abdominale infecties en gecompliceerde urineweginfecties (waaronder acute
pyelonefritis). Er werden drie nieuwe bijwerkingen waargenomen bij de pediatrische groep. Dit zijn:
neutropenie, verhoogde eetlust en dysgeusie (alle met de frequentie vaak). De meest voorkomende
bijwerkingen
(≥
2 % in gepoolde pediatrische fase 2-studies) bij patiënten die Zerbaxa kregen, waren
diarree, verhoogd alanineaminotransferase, en verhoogd aspartaataminotransferase. De
veiligheidsgegevens bij patiënten jonger dan 3 maanden met gecompliceerde intra-abdominale
infecties zijn beperkt.
Beschrijving van specifieke bijwerkingen
Laboratoriumwaarden
De ontwikkeling van een positieve directe Coombs-test kan tijdens de behandeling met Zerbaxa
optreden. In de klinische onderzoeken bij volwassenen naar gecompliceerde intra-abdominale infecties
en gecompliceerde urineweginfecties was de incidentie van seroconversie naar een positieve directe
Coombs-test 0,2 % bij patiënten die Zerbaxa kregen en 0 % bij patiënten die de comparator kregen. In
het klinische onderzoek bij volwassenen naar in het ziekenhuis opgelopen pneumonie, waaronder
beademingspneumonie, was de incidentie van seroconversie naar een positieve directe Coombs-test
31,2 % bij patiënten die Zerbaxa kregen en 3,6 % bij patiënten die meropenem kregen. In het klinische
onderzoek bij pediatrische patiënten naar gecompliceerde intra-abdominale infecties was de incidentie
van seroconversie naar een positieve directe Coombs-test 45,3 % bij patiënten die Zerbaxa kregen en
33,3 % bij patiënten die meropenem kregen. In het klinische onderzoek bij pediatrische patiënten naar
gecompliceerde urineweginfecties was de incidentie van seroconversie naar een positieve directe
Coombs-test 29,7 % bij patiënten die Zerbaxa kregen en 8,7 % bij patiënten die meropenem kregen. In
klinische studies werden geen aanwijzingen voor hemolyse gevonden bij patiënten die in een van de
behandelingsgroepen een positieve directe Coombs-test ontwikkelden.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico
’
s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Er is geen ervaring met een overdosis Zerbaxa. De hoogste enkelvoudige dosis Zerbaxa die in
klinische onderzoeken werd toegediend aan gezonde vrijwilligers was 3 g/1,5 g
ceftolozaan/tazobactam.
Bij overdosering moet de toediening van Zerbaxa worden stopgezet en moet een algemene
ondersteunende behandeling worden gegeven. Zerbaxa kan door hemodialyse uit het lichaam worden
verwijderd. Ongeveer 66 % van ceftolozaan, 56 % van tazobactam en 51 % van de M1-metaboliet van
tazobactam werden door dialyse verwijderd.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: antibacteriële middelen voor systemisch gebruik, andere
cefalosporinen en penems, ATC-code: J01DI54.
10
Werkingsmechanisme
Ceftolozaan behoort tot de cefalosporinegroep van antimicrobiële middelen. Ceftolozaan oefent een
bactericide werking uit door zich te binden aan belangrijke penicilline-bindende eiwitten (PBP
’
s). Dit
leidt tot remming van de bacteriële celwandsynthese met celdood als gevolg.
Tazobactam is een bètalactam die structureel verwant is aan penicillines. Het is een remmer van een
groot aantal Moleculaire Klasse A-bètalactamasen, waaronder CTX-M, SHV en TEM-enzymen. Zie
hieronder.
Resistentiemechanismen
Mechanismen van bacteriële resistentie tegen ceftolozaan/tazobactam zijn onder meer:
i.
Productie van bètalactamasen die ceftolozaan kunnen hydrolyseren en die niet worden
geremd door tazobactam (zie hieronder)
ii.
Modificatie van PBP
’
s
Tazobactam remt niet alle Klasse A-enzymen.
Bovendien heeft tazobactam geen remmend effect op de volgende typen bètalactamase:
i. AmpC-enzymen (geproduceerd door Enterobacterales)
ii. Serine-carbapenemasen (bijv.
Klebsiella pneumoniae
carbapenemasen [KPC’s])
iii. Metallo-bètalactamasen (bijv. New Delhi metallo-bètalactamase [NDM])
iv. Ambler Klasse D bètalactamasen (OXA-carbapenemasen)
Farmacokinetische/farmacodynamische relaties
Voor ceftolozaan is de tijd dat de plasmaconcentratie hoger is dan de minimum remmende
concentratie (MRC) ceftolozaan voor het infecterende organisme de beste voorspeller gebleken van de
werkzaamheid in diermodellen voor infecties.
Voor tazobactam was de met werkzaamheid geassocieerde PD-index bepaald als het percentage van
het dosisinterval gedurende welke de plasmaconcentratie tazobactam een drempelwaarde overstijgt
(% T > drempelwaarde). De tijd boven een drempelconcentratie is vastgesteld als de parameter die de
werkzaamheid van tazobactam het best voorspelt in niet-klinische
in-vitro-
en
in-vivo-modellen.
Breekpunten voor de gevoeligheidsbepaling
De volgende breekpunten voor de minimale remmende concentratie zijn door het Europees Comité
voor Antimicrobiële Gevoeligheidstests (EUCAST) vastgesteld:
Pathogeen
Enterobacterales
Soort infectie
Gecompliceerde intra-abdominale infecties*
Gecompliceerde urineweginfecties*
Acute pyelonefritis*
In het ziekenhuis opgelopen pneumonie, waaronder
beademingspneumonie**
Gecompliceerde intra-abdominale infecties*
Gecompliceerde urineweginfecties*
Acute pyelonefritis*
In het ziekenhuis opgelopen pneumonie, waaronder
beademingspneumonie**
In het ziekenhuis opgelopen pneumonie, waaronder
beademingspneumonie**
11
Minimale
remmende
concentraties (mg/l)
Gevoeli Resistent
g
≤
2
>2
P. aeruginosa
≤
4
>4
H. influenzae
≤
0,5
> 0,5
*Gebaseerd op 1 g ceftolozaan/0,5 g tazobactam intraveneus toegediend om de 8 uur.
**Gebaseerd op 2 g ceftolozaan/1 g tazobactam intraveneus toegediend om de 8 uur.
Klinische werkzaamheid tegen specifieke pathogenen
In klinische onderzoeken is werkzaamheid aangetoond tegen de pathogenen die onder elke indicatie
vermeld staan en die
in vitro
gevoelig waren voor Zerbaxa:
Gecompliceerde intra-abdominale infecties
Gramnegatieve bacteriën
Enterobacter cloacae
Escherichia coli
Klebsiella oxytoca
Klebsiella pneumoniae
Proteus mirabilis
Pseudomonas aeruginosa
Grampositieve bacteriën
Streptococcus anginosus
Streptococcus constellatus
Streptococcus salivarius
Gecompliceerde urineweginfecties, waaronder pyelonefritis
Gramnegatieve bacteriën
Escherichia coli
Klebsiella pneumoniae
Proteus mirabilis
In het ziekenhuis opgelopen pneumonie, waaronder beademingspneumonie
Gramnegatieve bacteriën
Enterobacter cloacae
Escherichia coli
Haemophilus influenzae
Klebsiella oxytoca
Klebsiella pneumoniae
Proteus mirabilis
Pseudomonas aeruginosa
Serratia marcescens
De klinische werkzaamheid is niet vastgesteld tegen de volgende pathogenen, hoewel
in vitro-
onderzoek aangeeft dat ze gevoelig zouden zijn voor Zerbaxa in de afwezigheid van verworven
resistentiemechanismen:
Citrobacter freundii
Citrobacter koseri
Klebsiella (Enterobacter) aerogenes
Morganella morganii
Proteus vulgaris
Serratia liquefaciens
In vitro-gegevens
wijzen erop dat de volgende species niet gevoelig zijn voor ceftolozaan/tazobactam:
Staphylococcus aureus
Enterococcus faecalis
Enterococcus faecium
12
Pediatrische patiënten
Zerbaxa is geëvalueerd in twee geblindeerde, gerandomiseerde klinische onderzoeken met werkzame
controle bij pediatrische patiënten vanaf de geboorte (gedefinieerd als > 32 weken zwangerschapsduur
en ≥
7 dagen na de geboorte) tot 18 jaar. Eén bij patiënten met gecompliceerde intra-abdominale
infecties (in combinatie met metronidazol) en de andere bij patiënten met gecompliceerde
urineweginfecties en acute pyelonefritis. De primaire doelstellingen in deze studies waren het
beoordelen van de veiligheid en verdraagbaarheid van ceftolozaan/tazobactam. De werkzaamheid was
een secundair beschrijvend eindpunt. Patiënten jonger dan 18 jaar met een eGFR < 50 ml/min/1,73 m
2
(geschat met behulp van de Bedside Schwartz-vergelijking) werden uitgesloten van deze klinische
onderzoeken. Verder zijn de gegevens bij patiënten jonger dan 3 maanden met gecompliceerde intra-
abdominale infecties zeer beperkt (1 patiënt in de Zerbaxa-groep). Het klinische genezingspercentage
bij TOC (MITT) was 80,0 % (56/70) voor Zerbaxa vergeleken met 100 % (21/21) voor meropenem bij
pediatrische patiënten met gecompliceerde intra-abdominale infecties. Microbiologisch
eradicatiepercentage (uitroeiing) bij TOC (mMITT) was 84,5 % (60/71) voor Zerbaxa vergeleken met
87,5 % (21/24) voor meropenem bij pediatrische patiënten met acute pyelonefritis en gecompliceerde
urineweginfecties.
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten tot uitstel van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met Zerbaxa in een of meerdere subgroepen van
pediatrische patiënten met in het ziekenhuis opgelopen pneumonie, waaronder beademingspneumonie
(zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
De C
max
en AUC van ceftolozaan/tazobactam stijgen ongeveer in verhouding met de dosis binnen het
dosisbereik voor eenmalige toediening van ceftolozaan van 250 mg tot 3 g en het dosisbereik voor
eenmalige toediening van tazobactam van 500 mg tot 1,5 g. Na herhaalde toediening van intraveneuze
infusies met 1 g/0,5 g ceftolozaan/tazobactam of 2 g/1 g ceftolozaan/tazobactam gedurende 1 uur,
toegediend om de 8 uur gedurende maximaal 10 dagen bij gezonde volwassenen met een normale
nierfunctie werd geen merkbare accumulatie van ceftolozaan/tazobactam waargenomen. De
eliminatiehalfwaardetijd (t
½
) van ceftolozaan of tazobactam is onafhankelijk van de dosis.
Distributie
De binding van ceftolozaan en tazobactam aan humane plasma-eiwitten is laag (respectievelijk
ongeveer 16 % tot 21 % en 30 %). Het gemiddelde (variatiecoëfficiënt, CV %) verdelingsvolume van
ceftolozaan/tazobactam bij
steady state
in gezonde, volwassen mannen (n = 51) na een eenmalige
intraveneuze dosis van 1 g/0,5 g bedroeg 13,5 l (21 %) en 18,2 l (25 %) voor respectievelijk
ceftolozaan en tazobactam. Dit is vergelijkbaar met het extracellulair vochtvolume.
Na 1 uur durende intraveneuze infusies van 2 g/1 g ceftolozaan/tazobactam, of aangepast aan de
nierfunctie, om de 8 uur toegediend aan beademde volwassen patiënten met bevestigde of
vermoedelijke pneumonie (N=22), waren de concentraties ceftolozaan en tazobactam in de vloeistof in
de pulmonale epitheelbekleding meer dan respectievelijk 8 mcg/ml en 1 mcg/ml over 100 % van het
toedieningsinterval. De gemiddelde pulmonale epitheliale tot vrije AUC-ratio
’
s van ceftolozaan en
tazobactam in plasma waren respectievelijk ongeveer 50 % en 62 % en zijn vergelijkbaar met die bij
gezonde volwassen personen (respectievelijk ongeveer 61 % en 63 %) die 1 g/0,5 g
ceftolozaan/tazobactam kregen.
Biotransformatie
Ceftolozaan wordt als onveranderde, oorspronkelijke stof in de urine uitgescheiden en lijkt dus niet in
merkbare mate gemetaboliseerd te worden. De bètalactamring van tazobactam wordt gehydrolyseerd
tot de farmacologisch inactieve metaboliet M1 van tazobactam.
13
Eliminatie
Ceftolozaan, tazobactam en metaboliet M1 van tazobactam worden via de nieren geëlimineerd. Na
toediening van een eenmalige, intraveneuze dosis van 1 g/0,5 g ceftolozaan/tazobactam bij gezonde,
volwassen mannen werd meer dan 95 % van ceftolozaan als onveranderde, oorspronkelijke stof in de
urine uitgescheiden. Meer dan 80 % van tazobactam werd als de oorspronkelijke stof uitgescheiden en
het resterende deel werd als metaboliet M1 van tazobactam uitgescheiden. Na een eenmalige dosis
ceftolozaan/tazobactam was de renale klaring van ceftolozaan (3,41
–
6,69 l/u) vergelijkbaar met de
plasmaklaring (4,10 - 6,73 l/u) en vergelijkbaar met de glomerulaire filtratiesnelheid voor de
ongebonden fractie. Dit suggereert dat ceftolozaan via glomerulaire filtratie door de nieren wordt
geëlimineerd.
Bij gezonde volwassenen met een normale nierfunctie bedraagt de gemiddelde terminale
eliminatiehalfwaardetijd van ceftolozaan en tazobactam respectievelijk ongeveer 3 uur en 1 uur.
Lineariteit/non-lineariteit
De C
max
en AUC van ceftolozaan/tazobactam stijgen in verhouding met de dosis. Na herhaalde
intraveneuze infusies van maximaal 2,0 g/1,0 g, toegediend om de 8 uur gedurende maximaal
10 dagen bij gezonde volwassenen met een normale nierfunctie, vindt er geen merkbare stijging van
de plasmaconcentraties van ceftolozaan/tazobactam plaats. De eliminatiehalfwaardetijd (t
½
) van
ceftolozaan is onafhankelijk van de dosis.
Bijzondere populaties
Nierfunctiestoornis
Ceftolozaan/tazobactam en metaboliet M1 van tazobactam worden via de nieren geëlimineerd.
De dosisgenormaliseerde, geometrisch gemiddelde AUC van ceftolozaan vertoonde een 1,26-voudige,
2,5-voudige en 5-voudige verhoging bij volwassenen met een respectievelijk licht, matig en ernstig
verminderde nierfunctie, vergeleken met gezonde volwassenen met een normale nierfunctie. De
dosisgenormaliseerde, geometrisch gemiddelde AUC van de respectievelijke doses tazobactam
vertoonde ongeveer een 1,3-voudige, 2-voudige en 4-voudige verhoging. Om een systemische
blootstelling te handhaven die vergelijkbaar is met die bij een normale nierfunctie is een
dosisaanpassing nodig (zie rubriek 4.2).
Bij volwassenen met terminale nierinsufficiëntie die hemodialyse krijgen, wordt ongeveer twee derde
van de toegediende dosis ceftolozaan/tazobactam door hemodialyse verwijderd. De aanbevolen dosis
voor volwassenen met terminale nierinsufficiëntie die hemodialyse krijgen met gecompliceerde intra-
abdominale infecties of gecompliceerde urineweginfecties (waaronder acute pyelonefritis), is een
eenmalige oplaaddosis van 500 mg/250 mg ceftolozaan/tazobactam gevolgd door een onderhoudsdosis
van 100 mg/50 mg ceftolozaan/tazobactam toegediend om de 8 uur gedurende de resterende
behandelingsperiode. De aanbevolen dosis voor volwassenen met terminale nierinsufficiëntie die
hemodialyse krijgen met in het ziekenhuis opgelopen pneumonie, waaronder beademingspneumonie,
is een eenmalige oplaaddosis van 1,5 g/0,75 g ceftolozaan/tazobactam gevolgd door een
onderhoudsdosis van 300 mg/150 mg ceftolozaan/tazobactam toegediend om de 8 uur gedurende de
resterende behandelingsperiode. Bij hemodialyse moet de dosis onmiddellijk na afloop van de dialyse
worden toegediend (zie rubriek 4.2).
Verhoogde renale klaring
Na een enkele, 1 uur durende intraveneuze infusie van 2 g/1 g ceftolozaan/tazobactam aan zeer ernstig
zieke volwassenen met een CrCl hoger dan of gelijk aan 180 ml/min (N=10), waren de gemiddelde
terminale halfwaardetijden van ceftolozaan en tazobactam respectievelijk 2,6 uur en 1,5 uur. De vrije
plasmaconcentraties ceftolozaan waren meer dan 8 mcg/ml over 70 % van een periode van 8 uur; de
vrije concentraties tazobactam waren meer dan 1 mcg/ml over 60 % van een periode van 8 uur. Er
wordt geen aanpassing van de dosis van ceftolozaan/tazobactam aanbevolen voor volwassenen met in
14
het ziekenhuis opgelopen pneumonie, waaronder beademingspneumonie, met een verhoogde renale
klaring.
Leverfunctiestoornis
Aangezien ceftolozaan/tazobactam niet door de lever wordt gemetaboliseerd, wordt verwacht dat de
systemische klaring van ceftolozaan/tazobactam niet beïnvloed wordt door een verminderde
leverfunctie. Er wordt geen dosisaanpassing voor ceftolozaan/tazobactam aangeraden bij patiënten met
een verminderde leverfunctie (zie rubriek 4.2).
Ouderen
In een farmacokinetische populatieanalyse van ceftolozaan/tazobactam werden geen klinisch relevante
verschillen in de blootstelling waargenomen die verband hielden met de leeftijd. Een dosisaanpassing
van ceftolozaan/tazobactam op basis van alleen de leeftijd wordt niet aanbevolen.
Pediatrische patiënten
Voor dosisaanbevelingen van Zerbaxa voor pediatrische patiënten met gecompliceerde
intra-abdominale infecties en gecompliceerde urineweginfecties, waaronder pyelonefritis, zie tabel 2
in rubriek 4.2.
De farmacokinetiek van ceftolozaan en tazobactam bij pediatrische patiënten (jonger dan 18 jaar) werd
geëvalueerd in één fase 1-studie (bij bewezen of vermoede gramnegatieve infectie) en twee fase 2-
studies (bij gecompliceerde intra-abdominale infecties en bij gecompliceerde urineweginfecties,
waaronder pyelonefritis). De gegevens van deze drie studies werden samengevoegd en
farmacokinetische populatiemodellering werd uitgevoerd om een pediatrische individuele
steady-state
AUC en C
max
te schatten. Hiernaast werden simulaties uitgevoerd voor het bepalen van
farmacokinetische/farmacodynamische (PK/PD) waarschijnlijkheid van bereiken van doel (PTA).
De individuele
steady-state
AUC en C
max
voor ceftolozaan en tazobactam bij pediatrische patiënten in
de leeftijd van 2 tot 18 jaar met gecompliceerde intra-abdominale infecties of gecompliceerde
urineweginfecties waren over het algemeen gelijk aan die bij volwassenen. Er is beperkte ervaring met
het gebruik van ceftolozaan en tazobactam bij pediatrische patiënten jonger dan 2 jaar. De aanbevolen
doseringsschema's bij deze pediatrische patiënten waren gebaseerd op simulaties met gebruik van
farmacokinetische populatiemodellen. Er worden geen klinisch relevante verschillen in
steady-state
AUC en C
max
verwacht tussen pediatrische patiënten onder de 2 jaar en oudere kinderen en
volwassenen.
Er waren onvoldoende klinische farmacokinetische gegevens van pediatrische patiënten met een
eGFR
≤
50 ml/min/1,73 m
2
met gecompliceerde intra-abdominale infecties of gecompliceerde
urineweginfecties om een doseringsschema aan te bevelen voor pediatrische patiënten met een
eGFR
≤
50 ml/min/1,73 m
2
.
Geslacht
In een farmacokinetische populatieanalyse van ceftolozaan/tazobactam werden geen klinisch relevante
verschillen in AUC waargenomen voor ceftolozaan en tazobactam. Een dosisaanpassing op basis van
geslacht wordt niet aanbevolen.
Etniciteit
In een farmacokinetische populatieanalyse van ceftolozaan/tazobactam werden geen klinisch relevante
verschillen in AUC van ceftolozaan/tazobactam waargenomen bij blanke patiënten vergeleken met
andere etniciteiten. Een dosisaanpassing op basis van ras wordt niet aanbevolen.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig
van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij herhaalde
dosering bij volwassen en jonge dieren of genotoxiciteit. Er is geen onderzoek naar carcinogeniteit
met ceftolozaan/tazobactam uitgevoerd.
15
Effecten bij niet-klinische onderzoeken werden uitsluitend waargenomen na blootstelling die geacht
wordt beduidend hoger te liggen dan het maximale niveau waaraan de mens wordt blootgesteld, zodat
deze weinig relevant zijn voor klinisch gebruik.
Bijwerkingen die niet zijn waargenomen in klinische onderzoeken, maar wel bij dieren werden gezien
bij soortgelijke blootstellingsniveaus als de klinische blootstellingsniveaus en die relevant zouden
kunnen zijn voor het klinisch gebruik: ceftolozaan toegediend bij ratten tijdens dracht en borstvoeding
werd in verband gebracht met een afname van de auditieve schrikrespons 60 dagen na de geboorte bij
mannelijke jongen na maternale doses van 300 en 1000 mg/kg/dag. Bij ratten werd een dosis van
300 mg/kg/dag in verband gebracht met een plasmablootstelling (AUC) van ceftolozaan die lager was
dan de plasma-AUC van ceftolozaan bij de hoogste aanbevolen humane dosis van 2 gram om de 8 uur.
Bij ratten had de intraperitoneale toediening van tazobactam een negatieve invloed op de peri- en
postnatale ontwikkeling (verlaagd gewicht van de jongen, toename van doodgeboorten, toename in
sterfte van de jongen) met gelijktijdige maternale toxiciteit.
Environmental Risk Assessment (ERA)
Environmental risk assessment-onderzoeken
hebben aangetoond dat een van de werkzame
bestanddelen, ceftolozaan, een risico kan vormen voor organismen in het oppervlaktewater (zie
rubriek 6.6).
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Natriumchloride
Arginine
Watervrij citroenzuur
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Dit geneesmiddel mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen dan die welke vermeld zijn
in rubriek 6.6.
6.3
3 jaar.
Houdbaarheid
Na reconstitutie en verdunning is chemische en fysische in-use-stabiliteit aangetoond gedurende
24 uur bij kamertemperatuur of 4 dagen bij 2 tot 8 °C. Het geneesmiddel is gevoelig voor licht en dient
te worden beschermd tegen licht als het niet in de oorspronkelijke verpakking wordt bewaard.
Vanuit microbiologisch oogpunt moet het geneesmiddel onmiddellijk na reconstitutie gebruikt
worden. Als het niet onmiddellijk wordt gebruikt, zijn de in-use-bewaartermijnen en -condities
voorafgaand aan het gebruik de verantwoordelijkheid van de gebruiker. De bewaartermijn is normaal
gesproken nooit langer dan 24 uur bij een temperatuur van 2 tot 8 °C, tenzij de
reconstitutie/verdunning heeft plaatsgevonden onder gecontroleerde en gevalideerde aseptische
omstandigheden.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de koelkast (2 °C
–
8 °C).
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
16
Voor de bewaarcondities van het geneesmiddel na reconstitutie en verdunning, zie rubriek 6.3.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Injectieflacon van 20 ml (helder type I-glas) met stop (bromobutylrubber) en een afsluitkapje.
Verpakkingsgrootte van 10 injectieflacons.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Elke injectieflacon is uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Bij bereiding van de infusievloeistof moet een aseptische techniek worden gehanteerd.
Bereiding van de doses
Het poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie voor elke injectieflacon wordt
gereconstitueerd met 10 ml water voor injecties of natriumchloride 9 mg/ml (0,9 %) oplossing voor
injectie per injectieflacon; schud de injectieflacon na reconstitutie voorzichtig om het poeder op te
lossen. Het uiteindelijke volume is ongeveer 11,4 ml per injectieflacon. De uiteindelijke concentratie
is ongeveer 132 mg/ml (88 mg/ml ceftolozaan en 44 mg/ml tazobactam) per injectieflacon.
LET OP: DE GERECONSTITUEERDE OPLOSSING IS NIET BESTEMD VOOR
RECHTSTREEKSE INJECTIE.
Zerbaxa oplossing voor infusie is een heldere, kleurloze tot lichtgele oplossing.
Kleurverschillen binnen dit bereik hebben geen invloed op de werkzaamheid van het geneesmiddel.
Zie rubriek 4.2 voor aanbevolen doseringsregimes voor Zerbaxa op basis van indicatie en nierfunctie.
De bereiding van elke dosis wordt hieronder weergegeven.
Instructies voor het bereiden van doses voor volwassenen in INFUUSZAK:
Voor bereiding van de dosis van 2 g ceftolozaan/1 g tazobactam: trek met een spuit de volledige
inhoud van twee injectieflacons met gereconstitueerde oplossing op (ongeveer 11,4 ml per
injectieflacon) en voeg toe aan een infuuszak met 100 ml natriumchloride 0,9 % voor injectie (normale
zoutoplossing) of 5 % glucose voor injectie.
Voor bereiding van de dosis van 1,5 g ceftolozaan/0,75 g tazobactam: trek met een spuit de volledige
inhoud van één injectieflacon met gereconstitueerde oplossing (ongeveer 11,4 ml per injectieflacon)
en 5,7 ml uit een tweede injectieflacon met gereconstitueerde oplossing op en voeg toe aan een
infuuszak met 100 ml natriumchloride 0,9 % voor injectie (normale zoutoplossing) of 5 % glucose
voor injectie.
Voor bereiding van de dosis van 1 g ceftolozaan/0,5 g tazobactam: trek de volledige inhoud (ongeveer
11,4 ml) van de injectieflacon met gereconstitueerde oplossing op met een spuit en voeg toe aan een
infuuszak met 100 ml natriumchloride 0,9 % voor injectie (normale zoutoplossing) of 5 % glucose
voor injectie.
Voor bereiding van de dosis van 500 mg ceftolozaan/250 mg tazobactam: trek 5,7 ml van de inhoud
van de injectieflacon met gereconstitueerde oplossing op en voeg toe aan een infuuszak met 100 ml
natriumchloride 0,9 % oplossing voor injectie (normale zoutoplossing) of 5 % glucose voor injectie.
Voor bereiding van de dosis van 300 mg ceftolozaan/150 mg tazobactam: trek 3,5 ml van de inhoud
van de injectieflacon met gereconstitueerde oplossing op en voeg toe aan een infuuszak met 100 ml
natriumchloride 0,9 % oplossing voor injectie (normale zoutoplossing) of 5 % glucose voor injectie.
17
Voor bereiding van de dosis van 250 mg ceftolozaan/125 mg tazobactam: trek 2,9 ml van de inhoud
van de injectieflacon met gereconstitueerde oplossing op en voeg toe aan een infuuszak met 100 ml
natriumchloride 0,9 % oplossing voor injectie (normale zoutoplossing) of 5 % glucose voor injectie.
Voor bereiding van de dosis van 100 mg ceftolozaan/50 mg tazobactam: trek 1,2 ml van de inhoud van
de injectieflacon met gereconstitueerde oplossing op en voeg toe aan een infuuszak met 100 ml
natriumchloride 0,9 % oplossing voor injectie (normale zoutoplossing) of 5 % glucose voor injectie.
Instructies voor het bereiden van doses voor pediatrische patiënten in INFUUSZAK of
INFUUSSPUIT:
OPMERKING: de volgende procedure beschrijft de stappen voor het bereiden van 100 ml
stockoplossing met een eindconcentratie van 10 mg/ml ceftolozaan/5 mg/ml tazobactam. Het volume
van deze stockoplossing dat aan de pediatrische patiënt wordt toegediend, moet gebaseerd worden op
de berekening van de juiste dosis op basis van het gewicht van de patiënt (zie rubriek 4.2). De
gedetailleerde stappen en berekeningen worden gegeven.
1.
De stockoplossing maken (100 ml met 10 mg/ml ceftolozaan/5 mg/ml tazobactam):
Trek met een spuit de volledige inhoud (ongeveer 11,4 ml) op uit de gereconstitueerde
injectieflacon en voeg dit toe aan een infuuszak met 89 ml natriumchloride 0,9 % voor injectie
(normale zoutoplossing) of 5 % glucose voor injectie.
Bereiden van het vereiste volume van de stockoplossing voor het infuus:
a
Bereken de juiste hoeveelheid Zerbaxa (in mg) om de juiste hoeveelheid aan de
pediatrische patiënt te geven. Bereken op basis van deze dosis in mg, het juiste volume
van de 10 mg/ml ceftolozaan/5 mg/ml tazobactam stockoplossing om toe te dienen.
Zie tabel 5 hieronder om de berekening te bevestigen. Let op, de tabel bevat NIET alle
mogelijke berekende doses, maar kan gebruikt worden om het passende volume te
schatten voor de verificatie van de berekening.
b
Breng een correct berekend volume van de stockoplossing over naar een geschikte maat
infuuszak of infuusspuit. De in tabel 5 weergegeven waarden zijn bij benadering en het
kan nodig zijn om voor kleinere volumes af te ronden naar het dichtstbijzijnde
maatstreepje van een spuit van de juiste grootte.
2
Tabel 5: Bereiding van Zerbaxa voor pediatrische patiënten (vanaf geboorte* tot 18 jaar) vanuit
de 100 ml stockoplossing van 10 mg/ml ceftolozaan/5 mg/ml tazobactam
Zerbaxa-dosis
(mg/kg)
Gewicht (kg)
Berekende
hoeveelheid
ceftolozaan (mg)
1000
800
600
400
300
200
100
60
30
Berekende
hoeveelheid
tazobactam
(mg)
500
400
300
200
150
100
50
30
15
Volume van
stockoplossing
om toe te dienen
aan patiënt (ml)
100
80
60
40
30
20
10
6
3
50 en hoger
40
20 mg/kg
ceftolozaan /
10 mg/kg
tazobactam**
30
20
15
10
5
3
1,5
*
Gedefinieerd als > 32
weken zwangerschapsduur en ≥
7 dagen postnataal.
**Bij kinderen met een gewicht
>
50 kg en met een eGFR > 50 ml/min/1,73 m
2
mag de maximale
dosis niet meer zijn dan 1 g ceftolozaan/0,5 g tazobactam.
18
Een van de werkzame bestanddelen, ceftolozaan, kan schadelijke effecten hebben als het in het
aquatisch milieu terechtkomt (zie rubriek 5.3). Gooi geen ongebruikt geneesmiddel of afvalmateriaal
weg via het afvalwater. Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd
overeenkomstig lokale voorschriften. Deze maatregelen helpen om het milieu te beschermen.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Merck Sharp & Dohme B.V.
Waarderweg 39
2031 BN Haarlem
Nederland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1032/001
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 18 september 2015
Datum van laatste verlenging: 17 april 2020
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
MM/YYYY
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
19
BIJLAGE II
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
B.
C.
D.
20
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
FAREVA Mirabel
Route de Marsat
Riom
63963, Clermont-Ferrand Cedex 9
Frankrijk
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentie data (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
21
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
22
A. ETIKETTERING
23
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Zerbaxa 1 g/0,5 g poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
ceftolozaan/tazobactam
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke injectieflacon bevat ceftolozaansulfaat overeenkomend met 1 g ceftolozaan en
tazobactamnatrium overeenkomend met 0,5 g tazobactam.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat ook: natriumchloride, arginine, watervrij citroenzuur.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
10 injectieflacons
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Intraveneus gebruik na reconstitutie en verdunning.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
24
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Merck Sharp & Dohme B.V.
Waarderweg 39
2031 BN Haarlem
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1032/001
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
25
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET INJECTIEFLACON
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Zerbaxa 1 g/0,5 g poeder voor concentraat
ceftolozaan/tazobactam
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
IV gebruik na reconstitutie en verdunning
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
6.
OVERIGE
26
B. BIJSLUITER
27
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
Zerbaxa 1 g/0,5 g poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
ceftolozaan/tazobactam
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel toegediend krijgt want er staat
belangrijke informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Zerbaxa en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet toegediend krijgen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe krijgt u dit middel toegediend?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Zerbaxa en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Zerbaxa is een geneesmiddel dat gebruikt wordt om een reeks verschillende bacteriële infecties te
behandelen. Het bevat twee werkzame stoffen:
-
ceftolozaan, een antibioticum dat tot de groep
‘
cefalosporines
’
behoort en dat veel soorten
infectieveroorzakende bacteriën kan doden;
-
tazobactam, dat de werking van bepaalde enzymen, bètalactamasen genoemd, blokkeert. Deze
enzymen maken bacteriën resistent tegen ceftolozaan door het antibioticum af te breken voordat
het kan werken. Door de werking van deze enzymen te blokkeren, maakt tazobactam
ceftolozaan doeltreffender in het doden van de bacteriën.
Zerbaxa wordt gebruikt bij alle leeftijdsgroepen voor de behandeling van gecompliceerde infecties in
de buik, de nieren en urinewegen.
Zerbaxa wordt ook gebruikt bij volwassenen voor de behandeling van een infectie van de longen
(pneumonie).
2.
Wanneer mag u dit middel niet toegediend krijgen of moet u er extra voorzichtig mee
zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
-
U bent allergisch voor geneesmiddelen die bekend zijn als
‘
cefalosporines
’
.
-
U heeft een ernstige allergische reactie gehad (bijv. ernstige vervelling van de huid, zwelling
van het gezicht, de handen, de voeten, de lippen, de tong of de keel; of problemen met slikken
of ademhalen) op sommige andere antibiotica (bijv. penicillines of carbapenems).
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel toegediend krijgt:
-
als u weet dat u overgevoelig bent of bent geweest voor cefalosporines, penicillines of andere
antibiotica.
-
als u diarree krijgt terwijl u Zerbaxa gebruikt.
28
Infecties die veroorzaakt worden door bacteriën die niet gevoelig zijn voor Zerbaxa of die veroorzaakt
worden door een schimmel kunnen voorkomen tijdens of na behandeling met Zerbaxa. Vertel het uw
arts als u denkt dat u een andere infectie heeft.
Door behandeling met Zerbaxa kan uw lichaam soms antilichamen maken die reageren met uw rode
bloedcellen. Als aan u is verteld dat u een afwijkend resultaat heeft van een bepaald bloedonderzoek
(de zogenaamde Coombs-test), vertel dan uw arts dat u Zerbaxa krijgt toegediend of kortgeleden
toegediend heeft gekregen.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Dit geneesmiddel mag niet aan kinderen jonger dan 18 jaar worden gegeven voor de behandeling van
een infectie van de longen (pneumonie). Dit is omdat er niet voldoende informatie is over het gebruik
van dit middel voor de behandeling van deze infectie bij deze leeftijdsgroep.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Zerbaxa nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker.
Sommige geneesmiddelen kunnen een wisselwerking hebben met ceftolozaan en tazobactam,
waaronder:
-
probenecide (een geneesmiddel tegen jicht). Dit kan ervoor zorgen dat het langer duurt voordat
tazobactam uw lichaam verlaat.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of
apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Uw arts zal beslissen of u Zerbaxa kan gebruiken als u
zwanger bent.
Als u borstvoeding geeft, zal uw arts beslissen of u met de borstvoeding moet stoppen of de
behandeling met Zerbaxa moet stoppen of dat u niet moet beginnen met Zerbaxa. Hierbij moet het
voordeel van borstvoeding voor het kind en het voordeel van behandeling voor u in overweging
worden genomen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Zerbaxa kan duizeligheid veroorzaken, die uw rijvaardigheid en het gebruik van machines kan
beïnvloeden.
Zerbaxa bevat natrium
Dit geneesmiddel bevat 230 mg natrium (dat in keukenzout/tafelzout zit) per injectieflacon. Dit is
gelijk aan 11,5 % van de aanbevolen maximale dagelijkse hoeveelheid natrium in de voeding voor een
volwassene. De bereide injectieflacon met 10 ml natriumchloride 0,9 % (normale zoutoplossing) voor
injectie bevat 265 mg natrium per injectieflacon. Dit is gelijk aan 13,3 % van de aanbevolen maximale
dagelijkse hoeveelheid natrium in de voeding voor een volwassene.
3.
Hoe krijgt u dit middel toegediend?
Uw arts of een andere zorgverlener zal u dit geneesmiddel geven via een infuus in een ader (een
druppelinfuus gedurende één uur). De dosis geneesmiddel die u krijgt is afhankelijk van of u
nierproblemen heeft of niet.
De dosis hangt af van het soort infectie dat u heeft, waar in uw lichaam de infectie zit en hoe ernstig de
infectie is. Uw arts zal beslissen welke dosis u nodig heeft.
29
Gebruik bij volwassenen
De aanbevolen dosis van Zerbaxa is elke 8 uur 1 g ceftolozaan en 0,5 g tazobactam of 2 g ceftolozaan
en 1 g tazobactam. Deze dosis wordt toegediend in een ader (rechtstreeks in de bloedsomloop).
De behandeling met Zerbaxa duurt meestal tussen de 4 en 14 dagen. Hoelang hangt af van de ernst en
plaats van de infectie en hoe uw lichaam op de behandeling reageert.
Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar
De aanbevolen dosis van Zerbaxa is elke 8 uur 20 mg ceftolozaan per kilo lichaamsgewicht en 10 mg
tazobactam per kilo lichaamsgewicht. Deze dosis wordt toegediend in een ader (rechtstreeks in de
bloedsomloop). De dosis mag niet meer zijn dan 1 g ceftolozaan en 0,5 g tazobactam.
De behandeling met Zerbaxa duurt meestal tussen de 5 en 14 dagen. Hoelang hangt af van de ernst en
plaats van de infectie en hoe het lichaam op de behandeling reageert.
Patiënten met nierproblemen
Het kan zijn dat uw arts de dosis Zerbaxa verlaagt of bepaalt hoe vaak u Zerbaxa krijgt toegediend.
Het kan ook zijn dat uw arts uw bloed wil testen om er zeker van te zijn dat u een geschikte dosis
krijgt toegediend, vooral als u dit geneesmiddel gedurende lange tijd moet krijgen.
Heeft u te veel van dit middel toegediend gekregen?
Dit geneesmiddel wordt door een arts of andere zorgverlener toegediend. Daarom is het zeer
onwaarschijnlijk dat u te veel Zerbaxa toegediend krijgt. Als u zich echter toch zorgen maakt, vertel
dit dan onmiddellijk aan uw arts, verpleegkundige of apotheker.
Wat moet u doen wanneer u uw infusie niet toegediend heeft gekregen?
Als u denkt dat u een dosis Zerbaxa niet toegediend heeft gekregen, vertel dit dan onmiddellijk aan uw
arts of andere zorgverlener.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of
apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Vertel het uw arts onmiddellijk als u deze verschijnselen opmerkt want u heeft dan mogelijk met
spoed medische behandeling nodig:
-
Plotselinge zwelling van uw lippen, gezicht, keel of tong, ernstige huiduitslag en problemen met
slikken of ademhalen. Dit kunnen tekenen zijn van een ernstige allergische reactie (anafylaxie)
en kunnen levensbedreigend zijn.
-
Diarree die ernstig wordt of niet verdwijnt of bloed of slijm in de ontlasting tijdens of na
behandeling met Zerbaxa. In dat geval mag u geen geneesmiddelen gebruiken die de stoelgang
stoppen of vertragen.
Volwassenen die behandeld worden voor gecompliceerde infecties in de buik, nieren en urinewegen
Vaak
voorkomende bijwerkingen (kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 10 gebruikers):
Hoofdpijn, maagpijn, verstopping (obstipatie), diarree, misselijkheid, braken, verhoogde
leverenzymwaarden (bloedonderzoek), huiduitslag, koorts (hoge temperatuur), verlaagde
bloeddruk, verlaagd kaliumgehalte (uit bloedonderzoek), stijging van het aantal bloedplaatjes,
duizeligheid, angst, moeite met slapen, reacties op de infusieplaats.
Soms
voorkomende bijwerkingen (kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 100 gebruikers):
Ontsteking van de dikke darm veroorzaakt door
C. difficile
bacteriën, ontsteking van de maag,
opgezwollen buik, spijsverteringsstoornis, overmatige gasvorming in maag of ingewanden,
30
verstopping van de darm, schimmelinfectie in de mond (spruw), schimmelinfectie van de
vrouwelijke geslachtsdelen, schimmelinfectie van de urineweg, verhoogde suiker
(glucose-)gehalten (uit bloedonderzoek), verlaagde magnesiumgehalten (uit bloedonderzoek),
verlaagde fosfaatgehalten (uit bloedonderzoek), ischemische beroerte (beroerte veroorzaakt
door verminderde bloedstroom in de hersenen), irritatie of ontsteking van een ader op de
injectieplaats, veneuze trombose (bloedstolstel in een ader), weinig rode bloedcellen,
boezemfibrilleren (snelle of onregelmatige hartslag), versnelde hartslag, angina pectoris (pijn op
de borst, of een beklemmend, drukkend of zwaar gevoel op de borst), jeukende huiduitslag of
zwellingen op de huid, netelroos (galbulten), positieve Coombs-test (een bloedtest die zoekt
naar antilichamen die tegen uw rode bloedcellen kunnen vechten), nierproblemen, nierziekte,
kortademigheid.
Andere bijwerkingen bij kinderen en jongeren die behandeld worden voor gecompliceerde infecties in
de buik, nieren en urinewegen
Vaak
voorkomende bijwerkingen (komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers):
Meer eetlust, laag aantal witte bloedcellen, veranderde smaak
Volwassenen die behandeld worden voor een infectie van de longen (pneumonie)
Vaak
voorkomende bijwerkingen (komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers):
Ontsteking van de dikke darm door de
C. difficile-bacterie,
diarree, overgeven, leverenzymen
verhoogd (in bloedonderzoek)
Soms
voorkomende bijwerkingen (komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers):
Infectie door
C. difficile-bacterie,
positieve
C. difficile-test
(via ontlastingsonderzoek), positieve
Coombs-test (een bloedtest die zoekt naar antilichamen die tegen uw rode bloedcellen kunnen
vechten)
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos en op
de injectieflacon na
‘
EXP
’
. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Ongeopende injectieflacons: Bewaren in de koelkast (2 °C
–
8 °C).
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de wc. Als u geneesmiddelen op de juiste manier
afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stoffen in dit middel zijn ceftolozaan en tazobactam.
-
Elke injectieflacon bevat ceftolozaansulfaat overeenkomend met 1 g ceftolozaan en
tazobactamnatrium overeenkomend met 0,5 g tazobactam. Voor doses boven 1 g ceftolozaan en
0,5 g tazobactam worden twee injectieflacons gebruikt.
31
-
De andere stoffen in dit middel zijn natriumchloride, arginine en watervrij citroenzuur.
Hoe ziet Zerbaxa eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Zerbaxa is een wit tot lichtgeel poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie (poeder voor
concentraat) geleverd in een injectieflacon.
Zerbaxa is beschikbaar in verpakkingen met een injectieflacon van 20 ml in helder type I-glas met stop
(bromobutylrubber) en een afsluitkapje.
Verpakkingsgrootte van 10 injectieflacons.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Merck Sharp & Dohme B.V.
Waarderweg 39
2031 BN Haarlem
Nederland
Fabrikant
FAREVA Mirabel
Route de Marsat
Riom
63963, Clermont-Ferrand Cedex 9
Frankrijk
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
MSD Belgium
Tél/Tel: +32(0)27766211
dpoc_belux@merck.com
Lietuva
UAB Merck Sharp & Dohme
Tel.: +370 5 278 02 47
msd_lietuva@merck.com
Luxembourg/Luxemburg
MSD Belgium
Tél/Tel: +32(0)27766211
dpoc_belux@merck.com
Magyarország
MSD Pharma Hungary Kft.
Tel.: +361 888 53 00
hungary_msd@merck.com
Malta
Merck Sharp & Dohme Cyprus Limited
Tel: 8007 4433 (+356 99917558)
malta_info@merck.com
Nederland
Merck Sharp & Dohme B.V.
Tel: 0800 9999000 (+31 23 5153153)
medicalinfo.nl@merck.com
Norge
MSD (Norge) AS
Tlf: +47 32 20 73 00
msdnorge@msd.no
България
Мерк Шарп и Доум България ЕООД
Тел.:
+359 2 819 3737
info-msdbg@merck.com
Česká republika
Merck Sharp & Dohme s.r.o.
Tel.: +420 233 010 111
dpoc_czechslovak@merck.com
Danmark
MSD Danmark ApS
Tlf: +45 4482 4000
dkmail@merck.com
Deutschland
MSD Sharp & Dohme GmbH
Tel: 0800 673 673 673 (+49 (0) 89 4561 0)
e-mail@msd.de
Eesti
Merck Sharp & Dohme OÜ
Tel.: +372 6144 200
msdeesti@merck.com
32
Ελλάδα
MSD
Α
.
Φ
.
Β
.
Ε
.
Ε
.
Τηλ:
+30 210 98 97 300
dpoc_greece@merck.com
Österreich
Merck Sharp & Dohme Ges.m.b.H.
Tel: +43 (0) 1 26 044
dpoc_austria@merck.com
Polska
MSD Polska Sp.z o.o.
Tel.: +48 22 549 51 00
msdpolska@merck.com
Portugal
Merck Sharp & Dohme, Lda
Tel: +351 21 4465700
inform_pt@merck.com
România
Merck Sharp & Dohme Romania S.R.L.
Tel: +40 21 529 29 00
msdromania@merck.com
Slovenija
Merck Sharp & Dohme, inovativna zdravila d.o.o.
Tel: + 386 1 5204 201
msd.slovenia@merck.com
España
Merck Sharp & Dohme de España, S.A.
Tel: +34 91 321 06 00
msd_info@merck.com
France
MSD France
Tél: + 33 (0) 1 80 46 40 40
Hrvatska
Merck Sharp & Dohme d.o.o.
Tel: + 385 1 6611 333
croatia_info@merck.com
Ireland
Merck Sharp & Dohme Ireland (Human Health)
Limited
Tel: +353 (0)1 299 8700
medinfo_ireland@merck.com
Ísland
Vistor hf.
Sími: +354 535 7000
Slovenská republika
Merck Sharp & Dohme, s. r. o.
Tel.: +421 2 58282010
dpoc_czechslovak@merck.com
Suomi/Finland
MSD Finland Oy
Puh/Tel: +358 (0) 9 804650
info@msd.fi
Sverige
Merck Sharp & Dohme (Sweden) AB
Tel: +46 77 5700488
medicinskinfo@merck.com
United Kingdom (Northern Ireland)
Merck Sharp & Dohme Ireland (Human Health)
Limited
Tel: +353 (0)1 2998700
medinfoNI@msd.com
Ι
talia
MSD Italia S.r.l.
Tel: 800 23 99 89 (+39 06 361911)
medicalinformation.it@msd.com
Κύπρος
Merck Sharp & Dohme Cyprus Limited
Τηλ:
800 00 673 (+357 22866700)
cyprus_info@merck.com
Latvija
SIA Merck Sharp & Dohme Latvija
Tel: +371 67364224
msd_lv@merck.com.
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in {maand JJJJ}.
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu.
33
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
Bereiding van oplossingen
Elke injectieflacon is uitsluitend voor eenmalig gebruik. Bij bereiding van de infusievloeistof moet een
aseptische techniek worden gehanteerd.
Bereiding van de doses
Het poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie voor elke injectieflacon wordt
gereconstitueerd met 10 ml water voor injecties of natriumchloride 9 mg/ml (0,9 %) oplossing voor
injectie per injectieflacon; schud de injectieflacon na reconstitutie voorzichtig om het poeder op te
lossen. Het uiteindelijke volume is ongeveer 11,4 ml per injectieflacon. De uiteindelijke concentratie
is ongeveer 132 mg/ml (88 mg/ml ceftolozaan en 44 mg/ml tazobactam) per injectieflacon.
LET OP: DE GERECONSTITUEERDE OPLOSSING IS NIET BESTEMD VOOR
RECHTSTREEKSE INJECTIE.
Zerbaxa oplossing voor infusie is een heldere, kleurloze tot lichtgele oplossing.
Kleurverschillen binnen dit bereik hebben geen invloed op de werkzaamheid van het geneesmiddel.
Na reconstitutie en verdunning is chemische en fysische stabiliteit tijdens gebruik (in-use
stability)
aangetoond gedurende 24 uur bij kamertemperatuur of 4 dagen bij 2 tot 8 °C. Het geneesmiddel is
gevoelig voor licht en moet worden beschermd tegen licht als het niet in de oorspronkelijke
verpakking wordt bewaard.
Zie rubriek 4.2 van de Samenvatting van de productkenmerken voor aanbevolen doseringsregimes
voor Zerbaxa op basis van indicatie en nierfunctie. De bereiding van elke dosis wordt hieronder
weergegeven.
Instructies voor het bereiden van doses voor volwassenen in INFUUSZAK:
Voor bereiding van de dosis van 2 g ceftolozaan/1 g tazobactam: trek met een spuit de volledige
inhoud van twee injectieflacons met gereconstitueerde oplossing op (ongeveer 11,4 ml per
injectieflacon) en voeg toe aan een infuuszak met 100 ml natriumchloride 0,9 % voor injectie (normale
zoutoplossing) of 5 % glucose voor injectie.
Voor bereiding van de dosis van 1,5 g ceftolozaan/0,75 g tazobactam: trek met een spuit de volledige
inhoud van één injectieflacon met gereconstitueerde oplossing (ongeveer 11,4 ml per injectieflacon)
en 5,7 ml uit een tweede injectieflacon met gereconstitueerde oplossing op en voeg toe aan een
infuuszak met 100 ml natriumchloride 0,9 % voor injectie (normale zoutoplossing) of 5 % glucose
voor injectie.
Voor bereiding van de dosis van 1 g ceftolozaan/0,5 g tazobactam: trek de volledige inhoud (ongeveer
11,4 ml) van de injectieflacon met gereconstitueerde oplossing op met een spuit en voeg toe aan een
infuuszak met 100 ml natriumchloride 0,9 % voor injectie (normale zoutoplossing) of 5 % glucose
voor injectie.
Voor bereiding van de dosis van 500 mg ceftolozaan/250 mg tazobactam: trek 5,7 ml van de inhoud
van de injectieflacon met gereconstitueerde oplossing op en voeg toe aan een infuuszak met 100 ml
natriumchloride 0,9 % oplossing voor injectie (normale zoutoplossing) of 5 % glucose voor injectie.
34
Voor bereiding van de dosis van 300 mg ceftolozaan/150 mg tazobactam: trek 3,5 ml van de inhoud
van de injectieflacon met gereconstitueerde oplossing op en voeg toe aan een infuuszak met 100 ml
natriumchloride 0,9 % oplossing voor injectie (normale zoutoplossing) of 5 % glucose voor injectie.
Voor bereiding van de dosis van 250 mg ceftolozaan/125 mg tazobactam: trek 2,9 ml van de inhoud
van de injectieflacon met gereconstitueerde oplossing op en voeg toe aan een infuuszak met 100 ml
natriumchloride 0,9 % oplossing voor injectie (normale zoutoplossing) of 5 % glucose voor injectie.
Voor bereiding van de dosis van 100 mg ceftolozaan/50 mg tazobactam: trek 1,2 ml van de inhoud van
de injectieflacon met gereconstitueerde oplossing op en voeg toe aan een infuuszak met 100 ml
natriumchloride 0,9 % oplossing voor injectie (normale zoutoplossing) of 5 % glucose voor injectie.
Instructies voor het bereiden van doses voor pediatrische patiënten in INFUUSZAK of
INFUUSSPUIT:
OPMERKING: de volgende procedure beschrijft de stappen voor het bereiden van 100 ml
stockoplossing met een eindconcentratie van 10 mg/ml ceftolozaan/5 mg/ml tazobactam. Het volume
van deze stockoplossing dat aan de pediatrische patiënt wordt toegediend, moet gebaseerd worden op
de berekening van de juiste dosis op basis van het gewicht van de patiënt (zie rubriek 4.2 van de
samenvatting van de productkenmerken). De gedetailleerde stappen en berekeningen worden gegeven.
1.
De stockoplossing maken (100 ml met 10 mg/ml ceftolozaan/5 mg/ml tazobactam):
Trek met een spuit de volledige inhoud (ongeveer 11,4 ml) op uit de gereconstitueerde
injectieflacon en voeg dit toe aan een infuuszak met 89 ml natriumchloride 0,9 % voor injectie
(normale zoutoplossing) of 5 % glucose voor injectie.
Bereiden van het vereiste volume van de stockoplossing voor het infuus:
a
Bereken de juiste hoeveelheid Zerbaxa (in mg) om de juiste hoeveelheid aan de
pediatrische patiënt te geven. Bereken op basis van deze dosis in mg, het juiste volume
van de 10 mg/ml ceftolozaan/5 mg/ml tazobactam stockoplossing om toe te dienen.
Zie tabel 1 hieronder om de berekening te bevestigen. Let op, de tabel bevat NIET alle
mogelijke berekende doses, maar kan gebruikt worden om het passende volume te
schatten voor de verificatie van de berekening.
b
Breng een correct berekend volume van de stockoplossing over naar een geschikte maat
infuuszak of infuusspuit. De in tabel 1 weergegeven waarden zijn bij benadering en het
kan nodig zijn om voor kleinere volumes af te ronden naar het dichtstbijzijnde
maatstreepje van een spuit van de juiste grootte.
2
Tabel 1: Bereiding van Zerbaxa voor pediatrische patiënten (van geboorte
*
tot 18 jaar) vanuit
de 100 ml stockoplossing van 10 mg/ml ceftolozaan/5 mg/ml tazobactam
Zerbaxa dosis
(mg/kg)
Gewicht (kg)
Berekende
hoeveelheid
ceftolozaan (mg)
1000
800
600
400
300
200
100
60
30
Berekende
hoeveelheid
tazobactam
(mg)
500
400
300
200
150
100
50
30
15
Volume van
stockoplossing
om toe te dienen
aan patiënt (ml)
100
80
60
40
30
20
10
6
3
50 en hoger
40
20 mg/kg
ceftolozaan /
10 mg/kg
tazobactam**
30
20
15
10
5
3
1,5
35
*
Gedefinieerd als > 32
weken zwangerschapsduur en ≥
7 dagen postnataal.
**Bij kinderen met een gewicht
>
50 kg en met een eGFR > 50 ml/min/1,73 m
2
mag de maximale
dosis niet meer zijn dan 1 g ceftolozaan / 0,5 g tazobactam.
Vanuit microbiologisch oogpunt moet het geneesmiddel onmiddellijk na reconstitutie gebruikt
worden. Als het niet onmiddellijk wordt gebruikt, zijn de in-use-bewaartermijnen en -condities
voorafgaand aan het gebruik de verantwoordelijkheid van de gebruiker. De bewaartermijn is normaal
gesproken nooit langer dan 24 uur bij een temperatuur van 2 tot 8 °C, tenzij de
reconstitutie/verdunning heeft plaatsgevonden onder gecontroleerde en gevalideerde aseptische
omstandigheden.
Een van de werkzame bestanddelen, ceftolozaan, kan schadelijke effecten hebben als het
in het aquatisch milieu terechtkomt. Gooi geen ongebruikt geneesmiddel of
afvalmateriaal weg via het afvalwater. Al het ongebruikte geneesmiddel of
afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften. Deze
maatregelen helpen om het milieu te beschermen.
36
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Zerbaxa 1 g/0,5 g poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke injectieflacon bevat ceftolozaansulfaat overeenkomend met 1 g ceftolozaan en
tazobactamnatrium overeenkomend met 0,5 g tazobactam.
Na reconstitutie met 10 ml oplosmiddel is het totale volume van de oplossing in de injectieflacon
11,4 ml, en bevat 88 mg/ml ceftolozaan en 44 mg/ml tazobactam.
Hulpstof met bekend effect
Elke injectieflacon bevat 10 mmol (230 mg) natrium.
Als het poeder is gereconstitueerd met 10 ml natriumchloride 9 mg/ml (0,9 %) oplossing voor injectie,
bevat de injectieflacon 11,5 mmol (265 mg) natrium.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie (poeder voor concentraat).
Wit tot geelachtig poeder.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Zerbaxa is geïndiceerd voor de behandeling van de volgende infecties bij volwassenen en pediatrische
patiënten (zie rubrieken 4.2 en 5.1):
-
Gecompliceerde intra-abdominale infecties (zie rubriek 4.4);
-
Acute pyelonefritis;
-
Gecompliceerde urineweginfecties (zie rubriek 4.4).
Zerbaxa is ook geïndiceerd voor de behandeling van de volgende infectie bij volwassenen (18 jaar of
ouder), (zie rubriek 5.1):
-
In het ziekenhuis opgelopen pneumonie (HAP), waaronder beademingspneumonie (ook wel
ventilator-geassocieerde pneumonie [VAP] genoemd).
Men dient rekening te houden met de officiële richtlijnen betreffende het juiste gebruik van
antibacteriële middelen.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
Het aanbevolen intraveneuze doseringsregime voor volwassen patiënten met een creatinineklaring van
> 50 ml/min wordt per type infectie weergegeven in tabel 1.
Type infectie
Dosis
Frequentie
Inlooptijd Behandelingsduur
Gecompliceerde intra-
1 g ceftolozaan/
Om de 8 uur
1 uur
4-14 dagen
abdominale infectie**
0,5 g
tazobactam
Gecompliceerde
1 g ceftolozaan/
Om de 8 uur
1 uur
7 dagen
urineweginfectie
0,5 g
Acute pyelonefritis
tazobactam
In het ziekenhuis opgelopen 2 g ceftolozaan/
Om de 8 uur
1 uur
8-14 dagen
pneumonie, waaronder
1 g tazobactam
beademingspneumonie***
*Creatinineklaring geschat met gebruik van de Cockcroft-Gault-formule.
**Te gebruiken in combinatie met metronidazol bij verdenking op anaerobe pathogenen.
***Te gebruiken in combinatie met een antibacterieel middel dat werkzaam is tegen grampositieve
pathogenen wanneer hiervan bekend is of die ervan verdacht worden dat ze een bijdrage leveren aan
het ontstekingsproces.
Het aanbevolen intraveneuze doseringsregime voor pediatrische patiënten met een geschatte
glomerulaire filtratiesnelheid (eGFR) > 50 ml/min/1,73m2 wordt per type infectie weergegeven in
tabel 2.
Tabel 2: Intraveneuze dosis Zerbaxa per type infectie bij pediatrische patiënten (vanaf
geboorte*
tot 18 jaar) met een eGFR** > 50 ml/min/1,73m2
Type infectie
Dosis
Frequentie
Inlooptijd Behandelingsduur
Gecompliceerde intra-
20 mg/kg
Om de 8 uur
1 uur
5-14 dagen*****
abdominale infectie***
ceftolozaan /
10 mg/kg
tazobactam tot
een maximale
dosis van 1 g
ceftolozaan /
0,5 g
tazobactam****
Gecompliceerde
20 mg/kg
Om de 8 uur
1 uur
7-14 dagen*****
urineweginfectie
ceftolozaan /
Acute pyelonefritis
10 mg/kg
tazobactam tot
een maximale
dosis van 1 g
ceftolozaan /
0,5 g
tazobactam****
*Gedefinieerd als > 32 weken zwangerschapsduur en 7 dagen postnataal
**eGFR geschat met gebruik van de Bedside Schwartz-vergelijking.
***Te gebruiken in combinatie met metronidazol. wanneer anaerobe pathogenen worden vermoed
****Bij kinderen met een gewicht >
50 kg, mag de maximale dosis niet meer zijn dan 1 g
ceftolozaan/0,5 g tazobactam.
*****De totale weergegeven behandelingsduur kan intraveneus Zerbaxa gevolgd door een geschikte
orale behandeling zijn.
Speciale populaties
Ouderen ( 65 jaar)
De dosering hoeft niet te worden aangepast voor ouderen op basis van alleen de leeftijd (zie
rubriek 5.2).
Bij volwassen patiënten met een matig of ernstig verminderde nierfunctie en bij volwassen patiënten
met terminale nierinsufficiëntie (end stage renal disease) die hemodialyse ondergaan, moet de dosis
worden aangepast zoals vermeld in tabel 3 (zie rubrieken 5.1 en 6.6).
Tabel 3: Aanbevolen intraveneuze doseringsregimes voor Zerbaxa bij volwassen patiënten
(18 jaar of ouder) met een creatinineklaring* van 50 ml/min
Geschatte
Gecompliceerde intra-abdominale
In het ziekenhuis opgelopen
infecties, gecompliceerde
pneumonie, waaronder
creatinineklaring
(ml/min)*
urineweginfecties en acute
beademingspneumonie**
pyelonefritis**
1 g ceftolozaan/0,5 g tazobactam
500 mg ceftolozaan/250 mg tazobactam
30 tot 50
intraveneus toegediend om de
intraveneus toegediend om de 8 uur
8 uur
500 mg ceftolozaan/250 mg
250 mg ceftolozaan/125 mg tazobactam
15 tot 29
tazobactam intraveneus toegediend
intraveneus toegediend om de 8 uur
om de 8 uur
Een eenmalige oplaaddosis van
Een eenmalige oplaaddosis van 500 mg
1,5 g ceftolozaan/0,75 g
ceftolozaan/250 mg tazobactam, 8 uur
tazobactam, 8 uur later gevolgd
later gevolgd door een onderhoudsdosis
door een onderhoudsdosis van
van 100 mg ceftolozaan/50 mg
Terminale
300 mg ceftolozaan/150 mg
tazobactam toegediend om de 8 uur
nierinsufficiëntie
tazobactam toegediend om de
gedurende de resterende
met hemodialyse
8 uur gedurende de resterende
behandelingsperiode (op de dagen van
behandelingsperiode (op de dagen
hemodialyse moet de dosis zo snel
van hemodialyse moet de dosis zo
mogelijk na afloop van de hemodialyse
snel mogelijk na afloop van de
worden toegediend)
hemodialyse worden toegediend)
*Creatinineklaring geschat met gebruik van de Cockcroft-Gault-formule.
**Alle doses Zerbaxa worden met een inlooptijd van 1 uur intraveneus toegediend en zijn aanbevolen
voor alle indicaties. De behandelingsduur moet de aanbevelingen opvolgen uit tabel 1.
Er is niet voldoende informatie om een doseringsschema aan te bevelen voor pediatrische patiënten
met een matige of ernstige nierfunctiestoornis (eGFR 50 ml/min/1,73m2) of een terminale
nierinsufficiëntie (zie rubrieken 5.1 en 5.2).
Leverfunctiestoornis
De dosering hoeft niet te worden aangepast bij patiënten met een verminderde leverfunctie (zie
rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van ceftolozaan/tazobactam bij kinderen en adolescenten jonger dan
18 jaar zijn nog niet vastgesteld voor de behandeling van in het ziekenhuis opgelopen pneumonie
(HAP), waaronder beademingspneumonie (VAP).
Wijze van toediening
Alle doses Zerbaxa moeten via intraveneuze infusie worden toegediend gedurende een periode van
1 uur.
Te nemen voorzorgsmaatregelen voorafgaand aan gebruik of toediening van het geneesmiddel
Zie rubriek 6.2 voor gevallen van onverenigbaarheid.
4.3 Contra-indicaties
-
Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstoffen;
-
Overgevoeligheid voor antibacteriële middelen die tot de cefalosporinegroep behoren;
-
Ernstige overgevoeligheid (bijv. anafylactische reactie, ernstige huidreactie) voor andere
antibacteriële middelen uit de bètalactamgroep (bijv. penicillines of carbapenems).
4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Overgevoeligheidsreacties
Ernstige en in sommige gevallen fatale overgevoeligheidsreacties (anafylactische reacties) zijn
mogelijk (zie rubrieken 4.3 en 4.8). Indien een ernstige allergische reactie optreedt gedurende de
behandeling met ceftolozaan/tazobactam, moet het gebruik van het geneesmiddel worden gestaakt en
geschikte maatregelen worden genomen.
Patiënten met een voorgeschiedenis van overgevoeligheid voor cefalosporines, penicillines of andere
antibacteriële middelen uit de bètalactamgroep kunnen ook overgevoelig zijn voor
ceftolozaan/tazobactam.
Ceftolozaan/tazobactam is gecontra-indiceerd bij patiënten met een voorgeschiedenis van
overgevoeligheid voor ceftolozaan, tazobactam of cefalosporines (zie rubriek 4.3).
Ceftolozaan/tazobactam is ook gecontra-indiceerd bij patiënten met ernstige overgevoeligheid (bijv.
anafylactische reactie, ernstige huidreactie) voor andere antibacteriële middelen uit de
bètalactamgroep (bijv. penicillines of carbapenems) (zie rubriek 4.3).
Ceftolozaan/tazobactam moet met voorzichtigheid worden gebruikt bij patiënten met een
voorgeschiedenis van een ander type overgevoeligheidsreactie op penicillines of andere antibacteriële
middelen uit de bètalactamgroep.
Effect op de nierfunctie
Een vermindering van de nierfunctie is waargenomen bij volwassen patiënten die
ceftolozaan/tazobactam kregen.
Nierfunctiestoornis
De dosis ceftolozaan/tazobactam moet worden aangepast op basis van de nierfunctie (zie rubriek 4.2,
tabel 3).
In klinische studies naar gecompliceerde intra-abdominale infecties en gecompliceerde
urineweginfecties, waaronder pyelonefritis, was de werkzaamheid van ceftolozaan/tazobactam lager
bij volwassen patiënten met een matig verminderde nierfunctie vergeleken met patiënten met een
normale of licht verminderde nierfunctie bij baseline.
Patiënten met een nierfunctiestoornis bij baseline moeten gedurende de behandeling frequent worden
gecontroleerd op veranderingen in de nierfunctie, en de dosis ceftolozaan/tazobactam moet indien
nodig worden aangepast.
Patiënten die immuungecompromitteerd waren, patiënten met ernstige neutropenie en patiënten met
terminale nierinsufficiëntie met hemodialyse werden uitgesloten van klinische onderzoeken.
Gecompliceerde intra-abdominale infecties
In een onderzoek bij volwassen patiënten met gecompliceerde intra-abdominale infecties was de meest
voorkomende diagnose appendixperforatie of een abces rondom de appendix (420/970 [43,3 %]
patiënten), van wie 137/420 (32,6 %) diffuse peritonitis hadden bij baseline. Ongeveer 82 % van alle
patiënten in het onderzoek had APACHE II (Acute Physiology and Chronic Health Evaluation II)
scores van < 10 en 2,3 % had bacteriëmie bij baseline. Voor de patiënten die klinisch evalueerbaar
(CE) waren, was het klinische genezingspercentage voor ceftolozaan/tazobactam 95,9 % bij
293 patiënten jonger dan 65 jaar en 87,8 % bij 82 patiënten van 65 jaar en ouder.
Gecompliceerde urineweginfecties
Gegevens omtrent de klinische werkzaamheid bij volwassen patiënten met gecompliceerde lage-
urineweginfecties zijn beperkt. In een gerandomiseerd klinisch onderzoek met een vergelijkende
werkzame stof had 18,2 % (126/693) van de microbiologisch evalueerbare (ME) patiënten een
gecompliceerde lage-urineweginfectie, waaronder 60/126 patiënten die werden behandeld met
ceftolozaan/tazobactam. Eén van deze 60 patiënten had bacteriëmie bij baseline.
Met Clostridioides difficile geassocieerde diarree
Colitis geassocieerd met antibacteriële therapie en pseudomembraneuze colitis zijn gemeld met
ceftolozaan/tazobactam (zie rubriek 4.8). Deze infectietypen kunnen in ernst variëren van licht tot
levensbedreigend. Daarom is het belangrijk om deze diagnose te overwegen bij patiënten die diarree
krijgen tijdens of na de toediening van ceftolozaan/tazobactam. In dergelijke omstandigheden moet
overwogen worden om de behandeling met ceftolozaan/tazobactam stop te zetten en ondersteunende
maatregelen te nemen in combinatie met de toediening van een specifieke behandeling voor
Clostridioides difficile.
Niet-gevoelige micro-organismen
Het gebruik van ceftolozaan/tazobactam kan de wildgroei van niet-gevoelige micro-organismen
bevorderen. Als er een superinfectie optreedt tijdens of na de behandeling dienen passende
maatregelen te worden genomen.
Ceftolozaan/tazobactam is niet werkzaam tegen bacteriën die bètalactamase enzymen produceren die
zowel in staat zijn om ceftolozaan af te breken en die niet worden geremd door de
tazobactamcomponent (zie rubriek 5.1).
Directe antiglobulinetest (Coombs-test) seroconversie en mogelijk risico op hemolytische anemie
De ontwikkeling van een positieve directe antiglobulinetest (DAGT) kan tijdens de behandeling met
ceftolozaan/tazobactam optreden (zie rubriek 4.8). In klinische studies werd geen bewijs van hemolyse
gevonden bij patiënten die tijdens de behandeling een positieve DAGT ontwikkelden.
Natriumgehalte
Ceftolozaan/tazobactam bevat 230 mg natrium per injectieflacon, overeenkomend met 11,5 % van de
door de WHO aanbevolen maximale dagelijkse inname van 2 g natrium voor een volwassene. De
gereconstitueerde injectieflacon met 10 ml natriumchloride 0,9 % (normale zoutoplossing) voor
injectie bevat 265 mg natrium per injectieflacon, overeenkomend met 13,3 % van de door de WHO
aanbevolen maximale dagelijkse inname van 2 g natrium voor een volwassene.
Er worden geen significante geneesmiddelinteracties verwacht tussen ceftolozaan/tazobactam en
substraten, remmers en inductoren van cytochroom-P450-enzymen (CYP's) op basis van in vitro- en
in vivoonderzoek.
In vitro-onderzoek heeft aangetoond dat ceftolozaan, tazobactam en de M1-metaboliet van tazobactam
geen remmend effect hadden op CYP1A2, CYP2B6, CYP2C8, CYP2C9, CYP2C19, CYP2D6 of
CYP3A4 en geen inducerend effect hadden op CYP1A2, CYP2B6 of CYP3A4 bij therapeutische
plasmaconcentraties.
Ceftolozaan en tazobactam waren geen substraten voor P-gp of BCRP en tazobactam was in vitro geen
substraat voor OCT2 bij therapeutische plasmaconcentraties. In vitro-gegevens wijzen erop dat
ceftolozaan in vitro geen remmend effect had op P-gp, BCRP, OATP1B1, OATP1B3, OCT1, OCT2,
MRP, BSEP, OAT1, OAT3, MATE1 of MATE2-K bij therapeutische plasmaconcentraties. In vitro-
gegevens wijzen erop dat noch tazobactam, noch de M1-metaboliet van tazobactam een remmend
effect heeft op de transporteiwitten P-gp, BCRP, OATP1B1, OATP1B3, OCT1, OCT2 of BSEP bij
therapeutische plasmaconcentraties.
Tazobactam is een substraat voor OAT1 en OAT3. In vitro had tazobactam een remmend effect op de
humane transporteiwitten OAT1 en OAT3, met IC50-waarden van respectievelijk 118 en 147 mcg/ml.
Gelijktijdige toediening van ceftolozaan/tazobactam met het OAT1- en OAT3-substraat furosemide in
een klinisch onderzoek had geen significant verhogend effect op de plasmablootstellingen aan
furosemide (geometrisch gemiddelde verhoudingen van 0,83 en 0,87 voor respectievelijk Cmax en
AUC). Werkzame stoffen die OAT1 of OAT3 remmen (bijv. probenecide) kunnen echter de
plasmaconcentraties van tazobactam verhogen.
4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn geen gegevens over het gebruik van ceftolozaan/tazobactam bij zwangere vrouwen.
Tazobactam passeert de placenta. Het is niet bekend of ceftolozaan de placenta passeert.
Uit dieronderzoek met tazobactam is reproductietoxiciteit gebleken (zie rubriek 5.3) zonder bewijs
voor teratogene effecten. Onderzoeken met ceftolozaan bij muizen en ratten hebben geen
voortplantingstoxiciteit of teratogeniteit aangetoond. Ceftolozaan toegediend aan ratten tijdens dracht
en borstvoeding werd in verband gebracht met een afname van de auditieve schrikrespons op dag 60
na de geboorte bij mannelijke jongen (zie rubriek 5.3).
Zerbaxa mag alleen tijdens de zwangerschap worden gebruikt indien het verwachte voordeel opweegt
tegen de mogelijke risico's voor de zwangere vrouw en foetus.
Borstvoeding
Het is niet bekend of ceftolozaan en tazobactam in de moedermelk worden uitgescheiden. Risico voor
pasgeborenen/zuigelingen kan niet worden uitgesloten. Er moet worden besloten of borstvoeding moet
worden gestaakt of dat behandeling met Zerbaxa moet worden gestaakt dan wel niet moet worden
ingesteld, waarbij het voordeel van borstvoeding voor het kind en het voordeel van behandeling voor
de vrouw in overweging moeten worden genomen.
Vruchtbaarheid
De effecten van ceftolozaan en tazobactam op de vruchtbaarheid bij de mens zijn niet onderzocht.
Vruchtbaarheidsonderzoek bij ratten toonde geen effect op de vruchtbaarheid en het paargedrag na
intraperitoneale toediening van tazobactam of intraveneuze toediening van ceftolozaan (zie
rubriek 5.3).
Zerbaxa kan een geringe invloed hebben op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te
bedienen. Er kan duizeligheid optreden na toediening van Zerbaxa (zie rubriek 4.8).
4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Zerbaxa werd geëvalueerd in direct vergelijkende klinische fase 3-onderzoeken naar gecompliceerde
intra-abdominale infecties en gecompliceerde urineweginfecties (waaronder pyelonefritis) bij
volwassen patiënten.
De meest voorkomende bijwerkingen ( 3 % in gepoolde fase 3-onderzoeken naar gecompliceerde
intra-abdominale infecties en gecompliceerde urineweginfecties, waaronder pyelonefritis) die optraden
bij patiënten die Zerbaxa kregen, waren misselijkheid, hoofdpijn, constipatie, diarree en pyrexie. Deze
bijwerkingen waren over het algemeen licht tot matig in ernst.
Zerbaxa werd geëvalueerd in een direct vergelijkend klinisch fase 3-onderzoek bij volwassen patiënten
naar in het ziekenhuis opgelopen pneumonie, waaronder beademingspneumonie.
De meest voorkomende bijwerkingen ( 5 % in een fase 3-onderzoek naar in het ziekenhuis opgelopen
pneumonie, waaronder beademingspneumonie) die optraden bij patiënten die Zerbaxa kregen, waren
diarree, alanine-aminotransferase verhoogd en aspartaataminotransferase verhoogd. Deze
bijwerkingen waren over het algemeen licht of matig in ernst.
Tabel met bijwerkingen
De volgende bijwerkingen zijn tijdens klinisch onderzoek bij volwassenen, met Zerbaxa vastgesteld.
Bijwerkingen zijn ingedeeld volgens MedDRA-systeem/orgaanklasse en frequentie. De
frequentiecategorieën zijn als volgt gedefinieerd: vaak ( 1/100, < 1/10), soms ( 1/1000, < 1/100) (zie
tabel 4).
Vaak
Soms
Systeem/orgaanklasse
(1/100, < 1/10)
( 1/1000, < 1/100)
Candidiasis waaronder
orofaryngeale en
vulvovaginale1,
Infecties en parasitaire
Clostridioides difficile-
aandoeningen
Clostridioides difficile-colitis2
colitis1, fungale
urineweginfecties1,
Clostridioides difficile-
infecties2
Bloed- en
Trombocytose1
Anemie1
lymfestelselaandoeningen
Hyperglykemie1,
Voedings- en stofwisselings- Hypokaliëmie1
hypomagnesiëmie1,
stoornissen
hypofosfatemie1
Psychische stoornissen
Insomnia1, angst1
Zenuwstelselaandoeningen
Hoofdpijn1, duizeligheid1
Ischemische beroerte1
Atriale fibrillatie1,
Hartaandoeningen
tachycardie1, angina pectoris1
Bloedvataandoeningen
Hypotensie1
Flebitis1, veneuze trombose1
Ademhalingsstelsel-,
borstkas- en
Dyspneu1
mediastinumaandoeningen
Gastritis1, abdominale
Maag-
Misselijkheid1, diarree3, constipatie1,
distensie1, dyspepsie1,
darmstelselaandoeningen
braken3, abdominale pijn1
flatulentie1, paralytische
ileus1
Huid- en
Rash1
Urticaria1
onderhuidaandoeningen
Nier- en
Verminderde nierfunctie1,
urinewegaandoeningen
nierfalen1
Algemene aandoeningen en
Pyrexie1, reacties op infusieplaats1
toedieningsplaatsstoornissen
Verhoogd alanineaminotransferase3,
Positieve Coombs-test3,
verhoogd aspartaataminotransferase3, verhoogd serum-gamma-
transaminasen verhoogd2,
glutamyltranspeptidase
Onderzoeken
leverfunctietest abnormaal2, alkalische (GGT) 1, verhoogd alkalische
fosfatase in bloed verhoogd2,
fosfatase in serum1,
gamma
-glutamyltransferase verhoogd2 Clostridioides-test positief2
1 Specifiek voor de gecompliceerde intra-abdominale infecties, acute pyelonefritis en gecompliceerde
urineweginfecties, die gedurende maximaal 14 dagen werden behandeld met Zerbaxa (1 g/0,5 g om de
8 uur intraveneus toegediend).
2 Specifiek voor in het ziekenhuis opgelopen pneumonie, waaronder beademingspneumonie, die
gedurende maximaal 14 dagen werd behandeld met Zerbaxa (2 g/1 g om de 8 uur intraveneus
toegediend).
3 Geldt voor alle indicaties: gecompliceerde intra-abdominale infecties, acute pyelonefritis,
gecompliceerde urineweginfecties en in het ziekenhuis opgelopen pneumonie, waaronder
beademingspneumonie.
Pediatrische patiënten
De veiligheidsbeoordeling bij pediatrische patiënten in de leeftijd vanaf geboorte tot 18 jaar is
gebaseerd op veiligheidsgegevens van twee studies. In deze studies kregen 70 patiënten met
gecompliceerde intra-abdominale infecties en 100 patiënten met gecompliceerde urineweginfecties
Beschrijving van specifieke bijwerkingen
Laboratoriumwaarden
De ontwikkeling van een positieve directe Coombs-test kan tijdens de behandeling met Zerbaxa
optreden. In de klinische onderzoeken bij volwassenen naar gecompliceerde intra-abdominale infecties
en gecompliceerde urineweginfecties was de incidentie van seroconversie naar een positieve directe
Coombs-test 0,2 % bij patiënten die Zerbaxa kregen en 0 % bij patiënten die de comparator kregen. In
het klinische onderzoek bij volwassenen naar in het ziekenhuis opgelopen pneumonie, waaronder
beademingspneumonie, was de incidentie van seroconversie naar een positieve directe Coombs-test
31,2 % bij patiënten die Zerbaxa kregen en 3,6 % bij patiënten die meropenem kregen. In het klinische
onderzoek bij pediatrische patiënten naar gecompliceerde intra-abdominale infecties was de incidentie
van seroconversie naar een positieve directe Coombs-test 45,3 % bij patiënten die Zerbaxa kregen en
33,3 % bij patiënten die meropenem kregen. In het klinische onderzoek bij pediatrische patiënten naar
gecompliceerde urineweginfecties was de incidentie van seroconversie naar een positieve directe
Coombs-test 29,7 % bij patiënten die Zerbaxa kregen en 8,7 % bij patiënten die meropenem kregen. In
klinische studies werden geen aanwijzingen voor hemolyse gevonden bij patiënten die in een van de
behandelingsgroepen een positieve directe Coombs-test ontwikkelden.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9 Overdosering
Er is geen ervaring met een overdosis Zerbaxa. De hoogste enkelvoudige dosis Zerbaxa die in
klinische onderzoeken werd toegediend aan gezonde vrijwilligers was 3 g/1,5 g
ceftolozaan/tazobactam.
Bij overdosering moet de toediening van Zerbaxa worden stopgezet en moet een algemene
ondersteunende behandeling worden gegeven. Zerbaxa kan door hemodialyse uit het lichaam worden
verwijderd. Ongeveer 66 % van ceftolozaan, 56 % van tazobactam en 51 % van de M1-metaboliet van
tazobactam werden door dialyse verwijderd.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: antibacteriële middelen voor systemisch gebruik, andere
cefalosporinen en penems, ATC-code: J01DI54.
Ceftolozaan behoort tot de cefalosporinegroep van antimicrobiële middelen. Ceftolozaan oefent een
bactericide werking uit door zich te binden aan belangrijke penicilline-bindende eiwitten (PBP's). Dit
leidt tot remming van de bacteriële celwandsynthese met celdood als gevolg.
Tazobactam is een bètalactam die structureel verwant is aan penicillines. Het is een remmer van een
groot aantal Moleculaire Klasse A-bètalactamasen, waaronder CTX-M, SHV en TEM-enzymen. Zie
hieronder.
Resistentiemechanismen
Mechanismen van bacteriële resistentie tegen ceftolozaan/tazobactam zijn onder meer:
i.
Productie van bètalactamasen die ceftolozaan kunnen hydrolyseren en die niet worden
geremd door tazobactam (zie hieronder)
ii.
Modificatie van PBP's
Tazobactam remt niet alle Klasse A-enzymen.
Bovendien heeft tazobactam geen remmend effect op de volgende typen bètalactamase:
i. AmpC-enzymen (geproduceerd door Enterobacterales)
ii. Serine-carbapenemasen (bijv. Klebsiella pneumoniae carbapenemasen [KPC's])
iii. Metallo-bètalactamasen (bijv. New Delhi metallo-bètalactamase [NDM])
iv. Ambler Klasse D bètalactamasen (OXA-carbapenemasen)
Farmacokinetische/farmacodynamische relaties
Voor ceftolozaan is de tijd dat de plasmaconcentratie hoger is dan de minimum remmende
concentratie (MRC) ceftolozaan voor het infecterende organisme de beste voorspeller gebleken van de
werkzaamheid in diermodellen voor infecties.
Voor tazobactam was de met werkzaamheid geassocieerde PD-index bepaald als het percentage van
het dosisinterval gedurende welke de plasmaconcentratie tazobactam een drempelwaarde overstijgt
(% T > drempelwaarde). De tijd boven een drempelconcentratie is vastgesteld als de parameter die de
werkzaamheid van tazobactam het best voorspelt in niet-klinische in-vitro- en in-vivo-modellen.
Breekpunten voor de gevoeligheidsbepaling
De volgende breekpunten voor de minimale remmende concentratie zijn door het Europees Comité
voor Antimicrobiële Gevoeligheidstests (EUCAST) vastgesteld:
Minimale
remmende
concentraties (mg/l)
Pathogeen
Soort infectie
Gevoeli Resistent
g
Enterobacterales
Gecompliceerde intra-abdominale infecties*
2
> 2
Gecompliceerde urineweginfecties*
Acute pyelonefritis*
In het ziekenhuis opgelopen pneumonie, waaronder
beademingspneumonie**
P. aeruginosa
Gecompliceerde intra-abdominale infecties*
4
> 4
Gecompliceerde urineweginfecties*
Acute pyelonefritis*
In het ziekenhuis opgelopen pneumonie, waaronder
beademingspneumonie**
H. influenzae
In het ziekenhuis opgelopen pneumonie, waaronder
0,5
> 0,5
beademingspneumonie**
Klinische werkzaamheid tegen specifieke pathogenen
In klinische onderzoeken is werkzaamheid aangetoond tegen de pathogenen die onder elke indicatie
vermeld staan en die in vitro gevoelig waren voor Zerbaxa:
Gecompliceerde intra-abdominale infecties
Gramnegatieve bacteriën
Enterobacter cloacae
Escherichia coli
Klebsiella oxytoca
Klebsiella pneumoniae
Proteus mirabilis
Pseudomonas aeruginosa
Grampositieve bacteriën
Streptococcus anginosus
Streptococcus constellatus
Streptococcus salivarius
Gecompliceerde urineweginfecties, waaronder pyelonefritis
Gramnegatieve bacteriën
Escherichia coli
Klebsiella pneumoniae
Proteus mirabilis
In het ziekenhuis opgelopen pneumonie, waaronder beademingspneumonie
Gramnegatieve bacteriën
Enterobacter cloacae
Escherichia coli
Haemophilus influenzae
Klebsiella oxytoca
Klebsiella pneumoniae
Proteus mirabilis
Pseudomonas aeruginosa
Serratia marcescens
De klinische werkzaamheid is niet vastgesteld tegen de volgende pathogenen, hoewel in vitro-
onderzoek aangeeft dat ze gevoelig zouden zijn voor Zerbaxa in de afwezigheid van verworven
resistentiemechanismen:
Citrobacter freundii
Citrobacter koseri
Klebsiella (Enterobacter) aerogenes
Morganella morganii
Proteus vulgaris
Serratia liquefaciens
In vitro-gegevens wijzen erop dat de volgende species niet gevoelig zijn voor ceftolozaan/tazobactam:
Staphylococcus aureus
Enterococcus faecalis
Enterococcus faecium
Zerbaxa is geëvalueerd in twee geblindeerde, gerandomiseerde klinische onderzoeken met werkzame
controle bij pediatrische patiënten vanaf de geboorte (gedefinieerd als > 32 weken zwangerschapsduur
en 7 dagen na de geboorte) tot 18 jaar. Eén bij patiënten met gecompliceerde intra-abdominale
infecties (in combinatie met metronidazol) en de andere bij patiënten met gecompliceerde
urineweginfecties en acute pyelonefritis. De primaire doelstellingen in deze studies waren het
beoordelen van de veiligheid en verdraagbaarheid van ceftolozaan/tazobactam. De werkzaamheid was
een secundair beschrijvend eindpunt. Patiënten jonger dan 18 jaar met een eGFR < 50 ml/min/1,73 m2
(geschat met behulp van de Bedside Schwartz-vergelijking) werden uitgesloten van deze klinische
onderzoeken. Verder zijn de gegevens bij patiënten jonger dan 3 maanden met gecompliceerde intra-
abdominale infecties zeer beperkt (1 patiënt in de Zerbaxa-groep). Het klinische genezingspercentage
bij TOC (MITT) was 80,0 % (56/70) voor Zerbaxa vergeleken met 100 % (21/21) voor meropenem bij
pediatrische patiënten met gecompliceerde intra-abdominale infecties. Microbiologisch
eradicatiepercentage (uitroeiing) bij TOC (mMITT) was 84,5 % (60/71) voor Zerbaxa vergeleken met
87,5 % (21/24) voor meropenem bij pediatrische patiënten met acute pyelonefritis en gecompliceerde
urineweginfecties.
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten tot uitstel van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met Zerbaxa in een of meerdere subgroepen van
pediatrische patiënten met in het ziekenhuis opgelopen pneumonie, waaronder beademingspneumonie
(zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
5.2 Farmacokinetische eigenschappen
De Cmax en AUC van ceftolozaan/tazobactam stijgen ongeveer in verhouding met de dosis binnen het
dosisbereik voor eenmalige toediening van ceftolozaan van 250 mg tot 3 g en het dosisbereik voor
eenmalige toediening van tazobactam van 500 mg tot 1,5 g. Na herhaalde toediening van intraveneuze
infusies met 1 g/0,5 g ceftolozaan/tazobactam of 2 g/1 g ceftolozaan/tazobactam gedurende 1 uur,
toegediend om de 8 uur gedurende maximaal 10 dagen bij gezonde volwassenen met een normale
nierfunctie werd geen merkbare accumulatie van ceftolozaan/tazobactam waargenomen. De
eliminatiehalfwaardetijd (t½) van ceftolozaan of tazobactam is onafhankelijk van de dosis.
Distributie
De binding van ceftolozaan en tazobactam aan humane plasma-eiwitten is laag (respectievelijk
ongeveer 16 % tot 21 % en 30 %). Het gemiddelde (variatiecoëfficiënt, CV %) verdelingsvolume van
ceftolozaan/tazobactam bij steady state in gezonde, volwassen mannen (n = 51) na een eenmalige
intraveneuze dosis van 1 g/0,5 g bedroeg 13,5 l (21 %) en 18,2 l (25 %) voor respectievelijk
ceftolozaan en tazobactam. Dit is vergelijkbaar met het extracellulair vochtvolume.
Na 1 uur durende intraveneuze infusies van 2 g/1 g ceftolozaan/tazobactam, of aangepast aan de
nierfunctie, om de 8 uur toegediend aan beademde volwassen patiënten met bevestigde of
vermoedelijke pneumonie (N=22), waren de concentraties ceftolozaan en tazobactam in de vloeistof in
de pulmonale epitheelbekleding meer dan respectievelijk 8 mcg/ml en 1 mcg/ml over 100 % van het
toedieningsinterval. De gemiddelde pulmonale epitheliale tot vrije AUC-ratio's van ceftolozaan en
tazobactam in plasma waren respectievelijk ongeveer 50 % en 62 % en zijn vergelijkbaar met die bij
gezonde volwassen personen (respectievelijk ongeveer 61 % en 63 %) die 1 g/0,5 g
ceftolozaan/tazobactam kregen.
Biotransformatie
Ceftolozaan wordt als onveranderde, oorspronkelijke stof in de urine uitgescheiden en lijkt dus niet in
merkbare mate gemetaboliseerd te worden. De bètalactamring van tazobactam wordt gehydrolyseerd
tot de farmacologisch inactieve metaboliet M1 van tazobactam.
Ceftolozaan, tazobactam en metaboliet M1 van tazobactam worden via de nieren geëlimineerd. Na
toediening van een eenmalige, intraveneuze dosis van 1 g/0,5 g ceftolozaan/tazobactam bij gezonde,
volwassen mannen werd meer dan 95 % van ceftolozaan als onveranderde, oorspronkelijke stof in de
urine uitgescheiden. Meer dan 80 % van tazobactam werd als de oorspronkelijke stof uitgescheiden en
het resterende deel werd als metaboliet M1 van tazobactam uitgescheiden. Na een eenmalige dosis
ceftolozaan/tazobactam was de renale klaring van ceftolozaan (3,41 6,69 l/u) vergelijkbaar met de
plasmaklaring (4,10 - 6,73 l/u) en vergelijkbaar met de glomerulaire filtratiesnelheid voor de
ongebonden fractie. Dit suggereert dat ceftolozaan via glomerulaire filtratie door de nieren wordt
geëlimineerd.
Bij gezonde volwassenen met een normale nierfunctie bedraagt de gemiddelde terminale
eliminatiehalfwaardetijd van ceftolozaan en tazobactam respectievelijk ongeveer 3 uur en 1 uur.
Lineariteit/non-lineariteit
De Cmax en AUC van ceftolozaan/tazobactam stijgen in verhouding met de dosis. Na herhaalde
intraveneuze infusies van maximaal 2,0 g/1,0 g, toegediend om de 8 uur gedurende maximaal
10 dagen bij gezonde volwassenen met een normale nierfunctie, vindt er geen merkbare stijging van
de plasmaconcentraties van ceftolozaan/tazobactam plaats. De eliminatiehalfwaardetijd (t½) van
ceftolozaan is onafhankelijk van de dosis.
Bijzondere populaties
Nierfunctiestoornis
Ceftolozaan/tazobactam en metaboliet M1 van tazobactam worden via de nieren geëlimineerd.
De dosisgenormaliseerde, geometrisch gemiddelde AUC van ceftolozaan vertoonde een 1,26-voudige,
2,5-voudige en 5-voudige verhoging bij volwassenen met een respectievelijk licht, matig en ernstig
verminderde nierfunctie, vergeleken met gezonde volwassenen met een normale nierfunctie. De
dosisgenormaliseerde, geometrisch gemiddelde AUC van de respectievelijke doses tazobactam
vertoonde ongeveer een 1,3-voudige, 2-voudige en 4-voudige verhoging. Om een systemische
blootstelling te handhaven die vergelijkbaar is met die bij een normale nierfunctie is een
dosisaanpassing nodig (zie rubriek 4.2).
Bij volwassenen met terminale nierinsufficiëntie die hemodialyse krijgen, wordt ongeveer twee derde
van de toegediende dosis ceftolozaan/tazobactam door hemodialyse verwijderd. De aanbevolen dosis
voor volwassenen met terminale nierinsufficiëntie die hemodialyse krijgen met gecompliceerde intra-
abdominale infecties of gecompliceerde urineweginfecties (waaronder acute pyelonefritis), is een
eenmalige oplaaddosis van 500 mg/250 mg ceftolozaan/tazobactam gevolgd door een onderhoudsdosis
van 100 mg/50 mg ceftolozaan/tazobactam toegediend om de 8 uur gedurende de resterende
behandelingsperiode. De aanbevolen dosis voor volwassenen met terminale nierinsufficiëntie die
hemodialyse krijgen met in het ziekenhuis opgelopen pneumonie, waaronder beademingspneumonie,
is een eenmalige oplaaddosis van 1,5 g/0,75 g ceftolozaan/tazobactam gevolgd door een
onderhoudsdosis van 300 mg/150 mg ceftolozaan/tazobactam toegediend om de 8 uur gedurende de
resterende behandelingsperiode. Bij hemodialyse moet de dosis onmiddellijk na afloop van de dialyse
worden toegediend (zie rubriek 4.2).
Verhoogde renale klaring
Na een enkele, 1 uur durende intraveneuze infusie van 2 g/1 g ceftolozaan/tazobactam aan zeer ernstig
zieke volwassenen met een CrCl hoger dan of gelijk aan 180 ml/min (N=10), waren de gemiddelde
terminale halfwaardetijden van ceftolozaan en tazobactam respectievelijk 2,6 uur en 1,5 uur. De vrije
plasmaconcentraties ceftolozaan waren meer dan 8 mcg/ml over 70 % van een periode van 8 uur; de
vrije concentraties tazobactam waren meer dan 1 mcg/ml over 60 % van een periode van 8 uur. Er
wordt geen aanpassing van de dosis van ceftolozaan/tazobactam aanbevolen voor volwassenen met in
Leverfunctiestoornis
Aangezien ceftolozaan/tazobactam niet door de lever wordt gemetaboliseerd, wordt verwacht dat de
systemische klaring van ceftolozaan/tazobactam niet beïnvloed wordt door een verminderde
leverfunctie. Er wordt geen dosisaanpassing voor ceftolozaan/tazobactam aangeraden bij patiënten met
een verminderde leverfunctie (zie rubriek 4.2).
Ouderen
In een farmacokinetische populatieanalyse van ceftolozaan/tazobactam werden geen klinisch relevante
verschillen in de blootstelling waargenomen die verband hielden met de leeftijd. Een dosisaanpassing
van ceftolozaan/tazobactam op basis van alleen de leeftijd wordt niet aanbevolen.
Pediatrische patiënten
Voor dosisaanbevelingen van Zerbaxa voor pediatrische patiënten met gecompliceerde
intra-abdominale infecties en gecompliceerde urineweginfecties, waaronder pyelonefritis, zie tabel 2
in rubriek 4.2.
De farmacokinetiek van ceftolozaan en tazobactam bij pediatrische patiënten (jonger dan 18 jaar) werd
geëvalueerd in één fase 1-studie (bij bewezen of vermoede gramnegatieve infectie) en twee fase 2-
studies (bij gecompliceerde intra-abdominale infecties en bij gecompliceerde urineweginfecties,
waaronder pyelonefritis). De gegevens van deze drie studies werden samengevoegd en
farmacokinetische populatiemodellering werd uitgevoerd om een pediatrische individuele
steady-state AUC en Cmax te schatten. Hiernaast werden simulaties uitgevoerd voor het bepalen van
farmacokinetische/farmacodynamische (PK/PD) waarschijnlijkheid van bereiken van doel (PTA).
De individuele steady-state AUC en Cmax voor ceftolozaan en tazobactam bij pediatrische patiënten in
de leeftijd van 2 tot 18 jaar met gecompliceerde intra-abdominale infecties of gecompliceerde
urineweginfecties waren over het algemeen gelijk aan die bij volwassenen. Er is beperkte ervaring met
het gebruik van ceftolozaan en tazobactam bij pediatrische patiënten jonger dan 2 jaar. De aanbevolen
doseringsschema's bij deze pediatrische patiënten waren gebaseerd op simulaties met gebruik van
farmacokinetische populatiemodellen. Er worden geen klinisch relevante verschillen in steady-state
AUC en Cmax verwacht tussen pediatrische patiënten onder de 2 jaar en oudere kinderen en
volwassenen.
Er waren onvoldoende klinische farmacokinetische gegevens van pediatrische patiënten met een
eGFR 50 ml/min/1,73 m2 met gecompliceerde intra-abdominale infecties of gecompliceerde
urineweginfecties om een doseringsschema aan te bevelen voor pediatrische patiënten met een
eGFR 50 ml/min/1,73 m2.
Geslacht
In een farmacokinetische populatieanalyse van ceftolozaan/tazobactam werden geen klinisch relevante
verschillen in AUC waargenomen voor ceftolozaan en tazobactam. Een dosisaanpassing op basis van
geslacht wordt niet aanbevolen.
Etniciteit
In een farmacokinetische populatieanalyse van ceftolozaan/tazobactam werden geen klinisch relevante
verschillen in AUC van ceftolozaan/tazobactam waargenomen bij blanke patiënten vergeleken met
andere etniciteiten. Een dosisaanpassing op basis van ras wordt niet aanbevolen.
5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig
van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij herhaalde
dosering bij volwassen en jonge dieren of genotoxiciteit. Er is geen onderzoek naar carcinogeniteit
met ceftolozaan/tazobactam uitgevoerd.
Bijwerkingen die niet zijn waargenomen in klinische onderzoeken, maar wel bij dieren werden gezien
bij soortgelijke blootstellingsniveaus als de klinische blootstellingsniveaus en die relevant zouden
kunnen zijn voor het klinisch gebruik: ceftolozaan toegediend bij ratten tijdens dracht en borstvoeding
werd in verband gebracht met een afname van de auditieve schrikrespons 60 dagen na de geboorte bij
mannelijke jongen na maternale doses van 300 en 1000 mg/kg/dag. Bij ratten werd een dosis van
300 mg/kg/dag in verband gebracht met een plasmablootstelling (AUC) van ceftolozaan die lager was
dan de plasma-AUC van ceftolozaan bij de hoogste aanbevolen humane dosis van 2 gram om de 8 uur.
Bij ratten had de intraperitoneale toediening van tazobactam een negatieve invloed op de peri- en
postnatale ontwikkeling (verlaagd gewicht van de jongen, toename van doodgeboorten, toename in
sterfte van de jongen) met gelijktijdige maternale toxiciteit.
Environmental Risk Assessment (ERA)
Environmental risk assessment-onderzoeken hebben aangetoond dat een van de werkzame
bestanddelen, ceftolozaan, een risico kan vormen voor organismen in het oppervlaktewater (zie
rubriek 6.6).
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1 Lijst van hulpstoffen
Natriumchloride
Arginine
Watervrij citroenzuur
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Dit geneesmiddel mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen dan die welke vermeld zijn
in rubriek 6.6.
6.3 Houdbaarheid
3 jaar.
Na reconstitutie en verdunning is chemische en fysische in-use-stabiliteit aangetoond gedurende
24 uur bij kamertemperatuur of 4 dagen bij 2 tot 8 °C. Het geneesmiddel is gevoelig voor licht en dient
te worden beschermd tegen licht als het niet in de oorspronkelijke verpakking wordt bewaard.
Vanuit microbiologisch oogpunt moet het geneesmiddel onmiddellijk na reconstitutie gebruikt
worden. Als het niet onmiddellijk wordt gebruikt, zijn de in-use-bewaartermijnen en -condities
voorafgaand aan het gebruik de verantwoordelijkheid van de gebruiker. De bewaartermijn is normaal
gesproken nooit langer dan 24 uur bij een temperatuur van 2 tot 8 °C, tenzij de
reconstitutie/verdunning heeft plaatsgevonden onder gecontroleerde en gevalideerde aseptische
omstandigheden.
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de koelkast (2 °C 8 °C).
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
6.5 Aard en inhoud van de verpakking
Injectieflacon van 20 ml (helder type I-glas) met stop (bromobutylrubber) en een afsluitkapje.
Verpakkingsgrootte van 10 injectieflacons.
6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Elke injectieflacon is uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Bij bereiding van de infusievloeistof moet een aseptische techniek worden gehanteerd.
Bereiding van de doses
Het poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie voor elke injectieflacon wordt
gereconstitueerd met 10 ml water voor injecties of natriumchloride 9 mg/ml (0,9 %) oplossing voor
injectie per injectieflacon; schud de injectieflacon na reconstitutie voorzichtig om het poeder op te
lossen. Het uiteindelijke volume is ongeveer 11,4 ml per injectieflacon. De uiteindelijke concentratie
is ongeveer 132 mg/ml (88 mg/ml ceftolozaan en 44 mg/ml tazobactam) per injectieflacon.
LET OP: DE GERECONSTITUEERDE OPLOSSING IS NIET BESTEMD VOOR
RECHTSTREEKSE INJECTIE.
Zerbaxa oplossing voor infusie is een heldere, kleurloze tot lichtgele oplossing.
Kleurverschillen binnen dit bereik hebben geen invloed op de werkzaamheid van het geneesmiddel.
Zie rubriek 4.2 voor aanbevolen doseringsregimes voor Zerbaxa op basis van indicatie en nierfunctie.
De bereiding van elke dosis wordt hieronder weergegeven.
Instructies voor het bereiden van doses voor volwassenen in INFUUSZAK:
Voor bereiding van de dosis van 2 g ceftolozaan/1 g tazobactam: trek met een spuit de volledige
inhoud van twee injectieflacons met gereconstitueerde oplossing op (ongeveer 11,4 ml per
injectieflacon) en voeg toe aan een infuuszak met 100 ml natriumchloride 0,9 % voor injectie (normale
zoutoplossing) of 5 % glucose voor injectie.
Voor bereiding van de dosis van 1,5 g ceftolozaan/0,75 g tazobactam: trek met een spuit de volledige
inhoud van één injectieflacon met gereconstitueerde oplossing (ongeveer 11,4 ml per injectieflacon)
en 5,7 ml uit een tweede injectieflacon met gereconstitueerde oplossing op en voeg toe aan een
infuuszak met 100 ml natriumchloride 0,9 % voor injectie (normale zoutoplossing) of 5 % glucose
voor injectie.
Voor bereiding van de dosis van 1 g ceftolozaan/0,5 g tazobactam: trek de volledige inhoud (ongeveer
11,4 ml) van de injectieflacon met gereconstitueerde oplossing op met een spuit en voeg toe aan een
infuuszak met 100 ml natriumchloride 0,9 % voor injectie (normale zoutoplossing) of 5 % glucose
voor injectie.
Voor bereiding van de dosis van 500 mg ceftolozaan/250 mg tazobactam: trek 5,7 ml van de inhoud
van de injectieflacon met gereconstitueerde oplossing op en voeg toe aan een infuuszak met 100 ml
natriumchloride 0,9 % oplossing voor injectie (normale zoutoplossing) of 5 % glucose voor injectie.
Voor bereiding van de dosis van 300 mg ceftolozaan/150 mg tazobactam: trek 3,5 ml van de inhoud
van de injectieflacon met gereconstitueerde oplossing op en voeg toe aan een infuuszak met 100 ml
natriumchloride 0,9 % oplossing voor injectie (normale zoutoplossing) of 5 % glucose voor injectie.
Voor bereiding van de dosis van 100 mg ceftolozaan/50 mg tazobactam: trek 1,2 ml van de inhoud van
de injectieflacon met gereconstitueerde oplossing op en voeg toe aan een infuuszak met 100 ml
natriumchloride 0,9 % oplossing voor injectie (normale zoutoplossing) of 5 % glucose voor injectie.
Instructies voor het bereiden van doses voor pediatrische patiënten in INFUUSZAK of
INFUUSSPUIT:
OPMERKING: de volgende procedure beschrijft de stappen voor het bereiden van 100 ml
stockoplossing met een eindconcentratie van 10 mg/ml ceftolozaan/5 mg/ml tazobactam. Het volume
van deze stockoplossing dat aan de pediatrische patiënt wordt toegediend, moet gebaseerd worden op
de berekening van de juiste dosis op basis van het gewicht van de patiënt (zie rubriek 4.2). De
gedetailleerde stappen en berekeningen worden gegeven.
1.
De stockoplossing maken (100 ml met 10 mg/ml ceftolozaan/5 mg/ml tazobactam):
Trek met een spuit de volledige inhoud (ongeveer 11,4 ml) op uit de gereconstitueerde
injectieflacon en voeg dit toe aan een infuuszak met 89 ml natriumchloride 0,9 % voor injectie
(normale zoutoplossing) of 5 % glucose voor injectie.
2
Bereiden van het vereiste volume van de stockoplossing voor het infuus:
a
Bereken de juiste hoeveelheid Zerbaxa (in mg) om de juiste hoeveelheid aan de
pediatrische patiënt te geven. Bereken op basis van deze dosis in mg, het juiste volume
van de 10 mg/ml ceftolozaan/5 mg/ml tazobactam stockoplossing om toe te dienen.
Zie tabel 5 hieronder om de berekening te bevestigen. Let op, de tabel bevat NIET alle
mogelijke berekende doses, maar kan gebruikt worden om het passende volume te
schatten voor de verificatie van de berekening.
b
Breng een correct berekend volume van de stockoplossing over naar een geschikte maat
infuuszak of infuusspuit. De in tabel 5 weergegeven waarden zijn bij benadering en het
kan nodig zijn om voor kleinere volumes af te ronden naar het dichtstbijzijnde
maatstreepje van een spuit van de juiste grootte.
Tabel 5: Bereiding van Zerbaxa voor pediatrische patiënten (vanaf geboorte* tot 18 jaar) vanuit
de 100 ml stockoplossing van 10 mg/ml ceftolozaan/5 mg/ml tazobactam
Berekende
Volume van
Zerbaxa-dosis
Berekende
hoeveelheid
stockoplossing
Gewicht (kg)
hoeveelheid
(mg/kg)
tazobactam
om toe te dienen
ceftolozaan (mg)
(mg)
aan patiënt (ml)
50 en hoger
1000
500
100
40
800
400
80
30
600
300
60
20 mg/kg
20
400
200
40
ceftolozaan /
15
300
150
30
10 mg/kg
tazobactam**
10
200
100
20
5
100
50
10
3
60
30
6
1,5
30
15
3
*Gedefinieerd als > 32 weken zwangerschapsduur en 7 dagen postnataal.
**Bij kinderen met een gewicht
> 50 kg en met een eGFR > 50 ml/min/1,73 m2 mag de maximale
dosis niet meer zijn dan 1 g ceftolozaan/0,5 g tazobactam.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Merck Sharp & Dohme B.V.
Waarderweg 39
2031 BN Haarlem
Nederland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1032/001
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 18 september 2015
Datum van laatste verlenging: 17 april 2020
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
MM/YYYY
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
FAREVA Mirabel
Route de Marsat
Riom
63963, Clermont-Ferrand Cedex 9
Frankrijk
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentie data (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Zerbaxa 1 g/0,5 g poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
ceftolozaan/tazobactam
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke injectieflacon bevat ceftolozaansulfaat overeenkomend met 1 g ceftolozaan en
tazobactamnatrium overeenkomend met 0,5 g tazobactam.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat ook: natriumchloride, arginine, watervrij citroenzuur.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
10 injectieflacons
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Intraveneus gebruik na reconstitutie en verdunning.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Merck Sharp & Dohme B.V.
Waarderweg 39
2031 BN Haarlem
Nederland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1032/001
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
ETIKET INJECTIEFLACON
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Zerbaxa 1 g/0,5 g poeder voor concentraat
ceftolozaan/tazobactam
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
IV gebruik na reconstitutie en verdunning
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
6.
OVERIGE
Zerbaxa 1 g/0,5 g poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
ceftolozaan/tazobactam
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel toegediend krijgt want er staat
belangrijke informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Zerbaxa en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet toegediend krijgen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe krijgt u dit middel toegediend?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Zerbaxa en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Zerbaxa is een geneesmiddel dat gebruikt wordt om een reeks verschillende bacteriële infecties te
behandelen. Het bevat twee werkzame stoffen:
-
ceftolozaan, een antibioticum dat tot de groep `cefalosporines' behoort en dat veel soorten
infectieveroorzakende bacteriën kan doden;
-
tazobactam, dat de werking van bepaalde enzymen, bètalactamasen genoemd, blokkeert. Deze
enzymen maken bacteriën resistent tegen ceftolozaan door het antibioticum af te breken voordat
het kan werken. Door de werking van deze enzymen te blokkeren, maakt tazobactam
ceftolozaan doeltreffender in het doden van de bacteriën.
Zerbaxa wordt gebruikt bij alle leeftijdsgroepen voor de behandeling van gecompliceerde infecties in
de buik, de nieren en urinewegen.
Zerbaxa wordt ook gebruikt bij volwassenen voor de behandeling van een infectie van de longen
(pneumonie).
2.
Wanneer mag u dit middel niet toegediend krijgen of moet u er extra voorzichtig mee
zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
-
U bent allergisch voor geneesmiddelen die bekend zijn als `cefalosporines'.
-
U heeft een ernstige allergische reactie gehad (bijv. ernstige vervelling van de huid, zwelling
van het gezicht, de handen, de voeten, de lippen, de tong of de keel; of problemen met slikken
of ademhalen) op sommige andere antibiotica (bijv. penicillines of carbapenems).
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel toegediend krijgt:
-
als u weet dat u overgevoelig bent of bent geweest voor cefalosporines, penicillines of andere
antibiotica.
-
als u diarree krijgt terwijl u Zerbaxa gebruikt.
Door behandeling met Zerbaxa kan uw lichaam soms antilichamen maken die reageren met uw rode
bloedcellen. Als aan u is verteld dat u een afwijkend resultaat heeft van een bepaald bloedonderzoek
(de zogenaamde Coombs-test), vertel dan uw arts dat u Zerbaxa krijgt toegediend of kortgeleden
toegediend heeft gekregen.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Dit geneesmiddel mag niet aan kinderen jonger dan 18 jaar worden gegeven voor de behandeling van
een infectie van de longen (pneumonie). Dit is omdat er niet voldoende informatie is over het gebruik
van dit middel voor de behandeling van deze infectie bij deze leeftijdsgroep.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Zerbaxa nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker.
Sommige geneesmiddelen kunnen een wisselwerking hebben met ceftolozaan en tazobactam,
waaronder:
-
probenecide (een geneesmiddel tegen jicht). Dit kan ervoor zorgen dat het langer duurt voordat
tazobactam uw lichaam verlaat.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of
apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Uw arts zal beslissen of u Zerbaxa kan gebruiken als u
zwanger bent.
Als u borstvoeding geeft, zal uw arts beslissen of u met de borstvoeding moet stoppen of de
behandeling met Zerbaxa moet stoppen of dat u niet moet beginnen met Zerbaxa. Hierbij moet het
voordeel van borstvoeding voor het kind en het voordeel van behandeling voor u in overweging
worden genomen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Zerbaxa kan duizeligheid veroorzaken, die uw rijvaardigheid en het gebruik van machines kan
beïnvloeden.
Zerbaxa bevat natrium
Dit geneesmiddel bevat 230 mg natrium (dat in keukenzout/tafelzout zit) per injectieflacon. Dit is
gelijk aan 11,5 % van de aanbevolen maximale dagelijkse hoeveelheid natrium in de voeding voor een
volwassene. De bereide injectieflacon met 10 ml natriumchloride 0,9 % (normale zoutoplossing) voor
injectie bevat 265 mg natrium per injectieflacon. Dit is gelijk aan 13,3 % van de aanbevolen maximale
dagelijkse hoeveelheid natrium in de voeding voor een volwassene.
3.
Hoe krijgt u dit middel toegediend?
Uw arts of een andere zorgverlener zal u dit geneesmiddel geven via een infuus in een ader (een
druppelinfuus gedurende één uur). De dosis geneesmiddel die u krijgt is afhankelijk van of u
nierproblemen heeft of niet.
De dosis hangt af van het soort infectie dat u heeft, waar in uw lichaam de infectie zit en hoe ernstig de
infectie is. Uw arts zal beslissen welke dosis u nodig heeft.
De behandeling met Zerbaxa duurt meestal tussen de 4 en 14 dagen. Hoelang hangt af van de ernst en
plaats van de infectie en hoe uw lichaam op de behandeling reageert.
Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar
De aanbevolen dosis van Zerbaxa is elke 8 uur 20 mg ceftolozaan per kilo lichaamsgewicht en 10 mg
tazobactam per kilo lichaamsgewicht. Deze dosis wordt toegediend in een ader (rechtstreeks in de
bloedsomloop). De dosis mag niet meer zijn dan 1 g ceftolozaan en 0,5 g tazobactam.
De behandeling met Zerbaxa duurt meestal tussen de 5 en 14 dagen. Hoelang hangt af van de ernst en
plaats van de infectie en hoe het lichaam op de behandeling reageert.
Patiënten met nierproblemen
Het kan zijn dat uw arts de dosis Zerbaxa verlaagt of bepaalt hoe vaak u Zerbaxa krijgt toegediend.
Het kan ook zijn dat uw arts uw bloed wil testen om er zeker van te zijn dat u een geschikte dosis
krijgt toegediend, vooral als u dit geneesmiddel gedurende lange tijd moet krijgen.
Heeft u te veel van dit middel toegediend gekregen?
Dit geneesmiddel wordt door een arts of andere zorgverlener toegediend. Daarom is het zeer
onwaarschijnlijk dat u te veel Zerbaxa toegediend krijgt. Als u zich echter toch zorgen maakt, vertel
dit dan onmiddellijk aan uw arts, verpleegkundige of apotheker.
Wat moet u doen wanneer u uw infusie niet toegediend heeft gekregen?
Als u denkt dat u een dosis Zerbaxa niet toegediend heeft gekregen, vertel dit dan onmiddellijk aan uw
arts of andere zorgverlener.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of
apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Vertel het uw arts onmiddellijk als u deze verschijnselen opmerkt want u heeft dan mogelijk met
spoed medische behandeling nodig:
-
Plotselinge zwelling van uw lippen, gezicht, keel of tong, ernstige huiduitslag en problemen met
slikken of ademhalen. Dit kunnen tekenen zijn van een ernstige allergische reactie (anafylaxie)
en kunnen levensbedreigend zijn.
-
Diarree die ernstig wordt of niet verdwijnt of bloed of slijm in de ontlasting tijdens of na
behandeling met Zerbaxa. In dat geval mag u geen geneesmiddelen gebruiken die de stoelgang
stoppen of vertragen.
Volwassenen die behandeld worden voor gecompliceerde infecties in de buik, nieren en urinewegen
Vaak voorkomende bijwerkingen (kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 10 gebruikers):
Hoofdpijn, maagpijn, verstopping (obstipatie), diarree, misselijkheid, braken, verhoogde
leverenzymwaarden (bloedonderzoek), huiduitslag, koorts (hoge temperatuur), verlaagde
bloeddruk, verlaagd kaliumgehalte (uit bloedonderzoek), stijging van het aantal bloedplaatjes,
duizeligheid, angst, moeite met slapen, reacties op de infusieplaats.
Soms voorkomende bijwerkingen (kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 100 gebruikers):
Ontsteking van de dikke darm veroorzaakt door C. difficile bacteriën, ontsteking van de maag,
opgezwollen buik, spijsverteringsstoornis, overmatige gasvorming in maag of ingewanden,
Andere bijwerkingen bij kinderen en jongeren die behandeld worden voor gecompliceerde infecties in
de buik, nieren en urinewegen
Vaak voorkomende bijwerkingen (komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers):
Meer eetlust, laag aantal witte bloedcellen, veranderde smaak
Volwassenen die behandeld worden voor een infectie van de longen (pneumonie)
Vaak voorkomende bijwerkingen (komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers):
Ontsteking van de dikke darm door de C. difficile-bacterie, diarree, overgeven, leverenzymen
verhoogd (in bloedonderzoek)
Soms voorkomende bijwerkingen (komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers):
Infectie door C. difficile-bacterie, positieve C. difficile-test (via ontlastingsonderzoek), positieve
Coombs-test (een bloedtest die zoekt naar antilichamen die tegen uw rode bloedcellen kunnen
vechten)
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos en op
de injectieflacon na `EXP'. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Ongeopende injectieflacons: Bewaren in de koelkast (2 °C 8 °C).
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de wc. Als u geneesmiddelen op de juiste manier
afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stoffen in dit middel zijn ceftolozaan en tazobactam.
-
Elke injectieflacon bevat ceftolozaansulfaat overeenkomend met 1 g ceftolozaan en
tazobactamnatrium overeenkomend met 0,5 g tazobactam. Voor doses boven 1 g ceftolozaan en
0,5 g tazobactam worden twee injectieflacons gebruikt.
De andere stoffen in dit middel zijn natriumchloride, arginine en watervrij citroenzuur.
Hoe ziet Zerbaxa eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Zerbaxa is een wit tot lichtgeel poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie (poeder voor
concentraat) geleverd in een injectieflacon.
Zerbaxa is beschikbaar in verpakkingen met een injectieflacon van 20 ml in helder type I-glas met stop
(bromobutylrubber) en een afsluitkapje.
Verpakkingsgrootte van 10 injectieflacons.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Merck Sharp & Dohme B.V.
Waarderweg 39
2031 BN Haarlem
Nederland
Fabrikant
FAREVA Mirabel
Route de Marsat
Riom
63963, Clermont-Ferrand Cedex 9
Frankrijk
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
MSD Belgium
UAB Merck Sharp & Dohme
Tél/Tel: +32(0)27766211
Tel.: +370 5 278 02 47
dpoc_belux@merck.com
msd_lietuva@merck.com
Luxembourg/Luxemburg
MSD Belgium
.: +359 2 819 3737
Tél/Tel: +32(0)27766211
info-msdbg@merck.com
dpoc_belux@merck.com
Ceská republika
Magyarország
Merck Sharp & Dohme s.r.o.
MSD Pharma Hungary Kft.
Tel.: +420 233 010 111
Tel.: +361 888 53 00
dpoc_czechslovak@merck.com
hungary_msd@merck.com
Danmark
Malta
MSD Danmark ApS
Merck Sharp & Dohme Cyprus Limited
Tlf: +45 4482 4000
Tel: 8007 4433 (+356 99917558)
dkmail@merck.com
malta_info@merck.com
Deutschland
Nederland
MSD Sharp & Dohme GmbH
Merck Sharp & Dohme B.V.
Tel: 0800 673 673 673 (+49 (0) 89 4561 0)
Tel: 0800 9999000 (+31 23 5153153)
e-mail@msd.de
medicalinfo.nl@merck.com
Eesti
Norge
Merck Sharp & Dohme OÜ
MSD (Norge) AS
Tel.: +372 6144 200
Tlf: +47 32 20 73 00
msdeesti@merck.com
msdnorge@msd.no
Österreich
MSD .....
Merck Sharp & Dohme Ges.m.b.H.
: +30 210 98 97 300
Tel: +43 (0) 1 26 044
dpoc_greece@merck.com
dpoc_austria@merck.com
España
Polska
Merck Sharp & Dohme de España, S.A.
MSD Polska Sp.z o.o.
Tel: +34 91 321 06 00
Tel.: +48 22 549 51 00
msd_info@merck.com
msdpolska@merck.com
France
Portugal
MSD France
Merck Sharp & Dohme, Lda
Tél: + 33 (0) 1 80 46 40 40
Tel: +351 21 4465700
inform_pt@merck.com
Hrvatska
România
Merck Sharp & Dohme d.o.o.
Merck Sharp & Dohme Romania S.R.L.
Tel: + 385 1 6611 333
Tel: +40 21 529 29 00
croatia_info@merck.com
msdromania@merck.com
Ireland
Slovenija
Merck Sharp & Dohme Ireland (Human Health)
Merck Sharp & Dohme, inovativna zdravila d.o.o.
Limited
Tel: + 386 1 5204 201
Tel: +353 (0)1 299 8700
msd.slovenia@merck.com
medinfo_ireland@merck.com
Ísland
Slovenská republika
Vistor hf.
Merck Sharp & Dohme, s. r. o.
Sími: +354 535 7000
Tel.: +421 2 58282010
dpoc_czechslovak@merck.com
talia
Suomi/Finland
MSD Italia S.r.l.
MSD Finland Oy
Tel: 800 23 99 89 (+39 06 361911)
Puh/Tel: +358 (0) 9 804650
medicalinformation.it@msd.com
info@msd.fi
Sverige
Merck Sharp & Dohme Cyprus Limited
Merck Sharp & Dohme (Sweden) AB
: 800 00 673 (+357 22866700)
Tel: +46 77 5700488
cyprus_info@merck.com
medicinskinfo@merck.com
Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
SIA Merck Sharp & Dohme Latvija
Merck Sharp & Dohme Ireland (Human Health)
Tel: +371 67364224
Limited
msd_lv@merck.com.
Tel: +353 (0)1 2998700
medinfoNI@msd.com
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in {maand JJJJ}.
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
Bereiding van oplossingen
Elke injectieflacon is uitsluitend voor eenmalig gebruik. Bij bereiding van de infusievloeistof moet een
aseptische techniek worden gehanteerd.
Bereiding van de doses
Het poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie voor elke injectieflacon wordt
gereconstitueerd met 10 ml water voor injecties of natriumchloride 9 mg/ml (0,9 %) oplossing voor
injectie per injectieflacon; schud de injectieflacon na reconstitutie voorzichtig om het poeder op te
lossen. Het uiteindelijke volume is ongeveer 11,4 ml per injectieflacon. De uiteindelijke concentratie
is ongeveer 132 mg/ml (88 mg/ml ceftolozaan en 44 mg/ml tazobactam) per injectieflacon.
LET OP: DE GERECONSTITUEERDE OPLOSSING IS NIET BESTEMD VOOR
RECHTSTREEKSE INJECTIE.
Zerbaxa oplossing voor infusie is een heldere, kleurloze tot lichtgele oplossing.
Kleurverschillen binnen dit bereik hebben geen invloed op de werkzaamheid van het geneesmiddel.
Na reconstitutie en verdunning is chemische en fysische stabiliteit tijdens gebruik (in-use stability)
aangetoond gedurende 24 uur bij kamertemperatuur of 4 dagen bij 2 tot 8 °C. Het geneesmiddel is
gevoelig voor licht en moet worden beschermd tegen licht als het niet in de oorspronkelijke
verpakking wordt bewaard.
Zie rubriek 4.2 van de Samenvatting van de productkenmerken voor aanbevolen doseringsregimes
voor Zerbaxa op basis van indicatie en nierfunctie. De bereiding van elke dosis wordt hieronder
weergegeven.
Instructies voor het bereiden van doses voor volwassenen in INFUUSZAK:
Voor bereiding van de dosis van 2 g ceftolozaan/1 g tazobactam: trek met een spuit de volledige
inhoud van twee injectieflacons met gereconstitueerde oplossing op (ongeveer 11,4 ml per
injectieflacon) en voeg toe aan een infuuszak met 100 ml natriumchloride 0,9 % voor injectie (normale
zoutoplossing) of 5 % glucose voor injectie.
Voor bereiding van de dosis van 1,5 g ceftolozaan/0,75 g tazobactam: trek met een spuit de volledige
inhoud van één injectieflacon met gereconstitueerde oplossing (ongeveer 11,4 ml per injectieflacon)
en 5,7 ml uit een tweede injectieflacon met gereconstitueerde oplossing op en voeg toe aan een
infuuszak met 100 ml natriumchloride 0,9 % voor injectie (normale zoutoplossing) of 5 % glucose
voor injectie.
Voor bereiding van de dosis van 1 g ceftolozaan/0,5 g tazobactam: trek de volledige inhoud (ongeveer
11,4 ml) van de injectieflacon met gereconstitueerde oplossing op met een spuit en voeg toe aan een
infuuszak met 100 ml natriumchloride 0,9 % voor injectie (normale zoutoplossing) of 5 % glucose
voor injectie.
Voor bereiding van de dosis van 500 mg ceftolozaan/250 mg tazobactam: trek 5,7 ml van de inhoud
van de injectieflacon met gereconstitueerde oplossing op en voeg toe aan een infuuszak met 100 ml
natriumchloride 0,9 % oplossing voor injectie (normale zoutoplossing) of 5 % glucose voor injectie.
Voor bereiding van de dosis van 250 mg ceftolozaan/125 mg tazobactam: trek 2,9 ml van de inhoud
van de injectieflacon met gereconstitueerde oplossing op en voeg toe aan een infuuszak met 100 ml
natriumchloride 0,9 % oplossing voor injectie (normale zoutoplossing) of 5 % glucose voor injectie.
Voor bereiding van de dosis van 100 mg ceftolozaan/50 mg tazobactam: trek 1,2 ml van de inhoud van
de injectieflacon met gereconstitueerde oplossing op en voeg toe aan een infuuszak met 100 ml
natriumchloride 0,9 % oplossing voor injectie (normale zoutoplossing) of 5 % glucose voor injectie.
Instructies voor het bereiden van doses voor pediatrische patiënten in INFUUSZAK of
INFUUSSPUIT:
OPMERKING: de volgende procedure beschrijft de stappen voor het bereiden van 100 ml
stockoplossing met een eindconcentratie van 10 mg/ml ceftolozaan/5 mg/ml tazobactam. Het volume
van deze stockoplossing dat aan de pediatrische patiënt wordt toegediend, moet gebaseerd worden op
de berekening van de juiste dosis op basis van het gewicht van de patiënt (zie rubriek 4.2 van de
samenvatting van de productkenmerken). De gedetailleerde stappen en berekeningen worden gegeven.
1.
De stockoplossing maken (100 ml met 10 mg/ml ceftolozaan/5 mg/ml tazobactam):
Trek met een spuit de volledige inhoud (ongeveer 11,4 ml) op uit de gereconstitueerde
injectieflacon en voeg dit toe aan een infuuszak met 89 ml natriumchloride 0,9 % voor injectie
(normale zoutoplossing) of 5 % glucose voor injectie.
2
Bereiden van het vereiste volume van de stockoplossing voor het infuus:
a
Bereken de juiste hoeveelheid Zerbaxa (in mg) om de juiste hoeveelheid aan de
pediatrische patiënt te geven. Bereken op basis van deze dosis in mg, het juiste volume
van de 10 mg/ml ceftolozaan/5 mg/ml tazobactam stockoplossing om toe te dienen.
Zie tabel 1 hieronder om de berekening te bevestigen. Let op, de tabel bevat NIET alle
mogelijke berekende doses, maar kan gebruikt worden om het passende volume te
schatten voor de verificatie van de berekening.
b
Breng een correct berekend volume van de stockoplossing over naar een geschikte maat
infuuszak of infuusspuit. De in tabel 1 weergegeven waarden zijn bij benadering en het
kan nodig zijn om voor kleinere volumes af te ronden naar het dichtstbijzijnde
maatstreepje van een spuit van de juiste grootte.
Tabel 1: Bereiding van Zerbaxa voor pediatrische patiënten (van geboorte* tot 18 jaar) vanuit
de 100 ml stockoplossing van 10 mg/ml ceftolozaan/5 mg/ml tazobactam
Berekende
Volume van
Berekende
Zerbaxa dosis
Gewicht (kg)
hoeveelheid
hoeveelheid
stockoplossing
(mg/kg)
tazobactam
om toe te dienen
ceftolozaan (mg)
(mg)
aan patiënt (ml)
50 en hoger
1000
500
100
40
800
400
80
30
600
300
60
20 mg/kg
20
400
200
40
ceftolozaan /
15
300
150
30
10 mg/kg
tazobactam**
10
200
100
20
5
100
50
10
3
60
30
6
1,5
30
15
3
Vanuit microbiologisch oogpunt moet het geneesmiddel onmiddellijk na reconstitutie gebruikt
worden. Als het niet onmiddellijk wordt gebruikt, zijn de in-use-bewaartermijnen en -condities
voorafgaand aan het gebruik de verantwoordelijkheid van de gebruiker. De bewaartermijn is normaal
gesproken nooit langer dan 24 uur bij een temperatuur van 2 tot 8 °C, tenzij de
reconstitutie/verdunning heeft plaatsgevonden onder gecontroleerde en gevalideerde aseptische
omstandigheden.
Een van de werkzame bestanddelen, ceftolozaan, kan schadelijke effecten hebben als het
in het aquatisch milieu terechtkomt. Gooi geen ongebruikt geneesmiddel of
afvalmateriaal weg via het afvalwater. Al het ongebruikte geneesmiddel of
afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften. Deze
maatregelen helpen om het milieu te beschermen.