Zyvoxid 2 mg/ml
Bijsluiter
BEL 22B09
BEL 22B09
Bijsluiter: Informatie voor de gebruiker
Zyvoxid 2 mg/ml oplossing voor infusie
linezolid
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in
deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Zyvoxid en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Zyvoxid en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Zyvoxid is een antibioticum uit de klasse van de oxazolidinonen dat de groei remt van bepaalde bacteriën
(kiemen) die infecties veroorzaken. Het wordt gebruikt bij de behandeling van longontsteking en sommige
infecties van de huid of onderliggende weefsels. Uw arts bepaalt of Zyvoxid geschikt is voor de behandeling
van uw infectie.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor linezolid of voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u
vinden in rubriek 6.
U neemt geneesmiddelen bekend als monoamino-oxidaseremmers (MAOI's, bijvoorbeeld fenelzine,
isocarboxazide, selegiline, moclobemide) in of heeft deze de afgelopen 2 weken ingenomen. Deze
geneesmiddelen kunnen gebruikt worden bij de behandeling van depressie of de ziekte van Parkinson.
U geeft borstvoeding, omdat Zyvoxid in de moedermelk overgaat en schadelijk kan zijn voor de baby.
Waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt.
Zyvoxid kan ongeschikt zijn voor u als u
ja
antwoordt op één van de volgende vragen. Breng in dergelijk
geval uw arts op de hoogte omdat hij/zij uw algemene gezondheidstoestand en bloeddruk zal moeten
controleren voor en tijdens uw behandeling of kan beslissen dat een andere behandeling beter voor u is.
Raadpleeg uw arts als u niet zeker bent of deze categorieën van toepassing zijn op u.
Heeft u een hoge bloeddruk, ongeacht of u hier al dan niet geneesmiddelen voor gebruikt?
Werd bij u een overactieve schildklier vastgesteld?
Heeft u een bijniertumor (feochromocytoom) of het carcinoïdsyndroom (veroorzaakt door tumoren van
het hormoonsysteem met symptomen van diarree, roodheid van de huid, piepende ademhaling)?
Lijdt u aan manische depressie, een schizoaffectieve stoornis, mentale verwardheid of andere mentale
problemen?
Heeft u een voorgeschiedenis van hyponatriëmie (laag natriumgehalte in het bloed) of neemt u
geneesmiddelen die het natriumgehalte in het bloed verlagen zoals bepaalde diuretica (ook
“plastabletten” genoemd) zoals hydrochloorthiazide?
1/18
Bijsluiter
BEL 22B09
Gebruikt u opioïden?
Het gebruik van bepaalde geneesmiddelen, waaronder antidepressiva en opioïden, in combinatie met
Zyvoxid kan leiden tot het serotoninesyndroom, een mogelijk levensbedreigende aandoening (zie rubriek 2
“Neemt u nog andere geneesmiddelen in?” en rubriek 4).
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Vertel uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt als u:
Bejaard bent.
Gemakkelijk blauwe plekken krijgt en bloedt.
Bloedarmoede heeft (laag aantal rode bloedcellen).
Vatbaar bent voor infecties.
Een voorgeschiedenis van epilepsieaanvallen heeft.
Lever- of nierproblemen heeft en vooral als u gedialyseerd wordt.
Diarree heeft.
Breng uw arts onmiddellijk op de hoogte als u tijdens de behandeling lijdt aan:
Stoornissen van het gezichtsvermogen, zoals wazig zien, veranderingen in het kleurenzien,
moeilijkheden om details te zien of als uw gezichtsveld beperkt wordt.
Verlies van gevoeligheid in uw armen of benen, of een tintelend of prikkend gevoel in uw armen of
benen.
Tijdens of na de inname van Zyvoxid kunt u net zoals met andere antibiotica diarree krijgen. Wanneer
deze diarree ernstig wordt, aanhoudt of wanneer u merkt dat uw ontlasting bloed of slijm bevat, moet u
onmiddellijk stoppen met het innemen van Zyvoxid en uw arts raadplegen. In deze situatie mag u geen
geneesmiddelen nemen die de darmbeweging stoppen of vertragen.
Terugkerende misselijkheid of braken, buikpijn of snel ademhalen.
Zich ziek en onwel voelen met spierzwakte, hoofdpijn, verwardheid en geheugenstoornissen wat kan
wijzen op hyponatriëmie (laag natriumgehalte in het bloed).
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Er bestaat een risico dat Zyvoxid wisselwerkingen heeft met bepaalde andere geneesmiddelen en
bijwerkingen veroorzaakt, zoals wijzigingen in de bloeddruk, temperatuur of hartslag.
Gebruikt u naast Zyvoxid nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker.
Vertel uw arts als u de volgende geneesmiddelen inneemt of de afgelopen 2 weken ingenomen heeft
omdat Zyvoxid
niet mag
gebruikt worden als u deze geneesmiddelen al gebruikt of kort geleden gebruikt
heeft (zie ook rubriek 2 hierboven “Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?”).
Monoamino-oxidaseremmers (MAOI's, bijvoorbeeld fenelzine, isocarboxazide, selegiline,
moclobemide). Deze kunnen gebruikt worden bij de behandeling van depressie of de ziekte van
Parkinson.
Vertel uw arts ook als u de volgende geneesmiddelen inneemt. Uw arts kan nog altijd beslissen om u toch
Zyvoxid te geven, maar hij/zij zal uw algemene gezondheidstoestand en bloeddruk moeten controleren voor
en tijdens uw behandeling. In andere gevallen kan uw arts beslissen dat een andere behandeling beter is voor
u.
Ontzwellende middelen tegen verkoudheid of griep die pseudo-efedrine of fenylpropanolamine bevatten.
Sommige geneesmiddelen die gebruikt worden bij de behandeling van astma, zoals salbutamol,
terbutaline, fenoterol.
Bepaalde antidepressiva bekend als tricyclische of SSRI's (selectieve serotonineheropnameremmers). Er
zijn veel dergelijke geneesmiddelen, zoals amitriptyline, citalopram, clomipramine, dosulepine,
doxepine, fluoxetine, fluvoxamine, imipramine, lofepramine, paroxetine, sertraline.
Geneesmiddelen die gebruikt worden bij de behandeling van migraine, zoals sumatriptan en
zolmitriptan.
2/18
Bijsluiter
BEL 22B09
Geneesmiddelen die gebruikt worden bij de behandeling van plotse, ernstige allergische reacties, zoals
adrenaline (epinefrine).
Geneesmiddelen die uw bloeddruk verhogen, zoals noradrenaline (norepinefrine), dopamine en
dobutamine.
Opioïden bijvoorbeeld pethidine – gebruikt bij de behandeling van matige tot ernstige pijn.
Geneesmiddelen die gebruikt worden bij de behandeling van angststoornissen, zoals buspiron.
Geneesmiddelen die de bloedstolling stoppen, zoals warfarine.
Een antibioticum dat rifampicine genoemd wordt.
Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol?
U kunt Zyvoxid vóór, tijdens of na een maaltijd gebruiken.
Vermijd het eten van grote hoeveelheden belegen kaas, gistextracten of sojaboonextracten (bv. sojasaus)
en het drinken van alcohol (vooral bier van het vat en wijn) omdat Zyvoxid kan reageren met tyramine,
een stof die van nature aanwezig is in sommige voedingsmiddelen. Deze interactie kan uw bloeddruk
verhogen.
Verwittig onmiddellijk uw arts, apotheker of verpleegkundige als u na het eten of drinken kloppende
hoofdpijn krijgt.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Het effect van Zyvoxid bij zwangere vrouwen is niet bekend. Daarom mag het niet ingenomen worden
tijdens de zwangerschap, tenzij aangeraden door uw arts. Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u
zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit
geneesmiddel gebruikt.
U mag geen borstvoeding geven als u Zyvoxid inneemt omdat het overgaat in de moedermelk en schadelijk
kan zijn voor de baby.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Zyvoxid kan duizeligheid of problemen met uw gezichtsvermogen veroorzaken. In dergelijk geval mag u
niet rijden of geen machines bedienen. Denk eraan dat wanneer u zich niet goed voelt dit uw rijvaardigheid
of het vermogen om machines te bedienen kan beïnvloeden.
Zyvoxid bevat
Glucose
1 ml Zyvoxid oplossing bevat 45,7 mg glucose (13,7 g glucose in één zak).
Licht uw arts of verpleegkundige in als u aan diabetes lijdt.
Natrium
1 ml Zyvoxid oplossing bevat 0,38 mg natrium (belangrijk bestanddeel van keukenzout/tafelzout) (114 mg
natrium in één zak). Het natrium in één zak komt overeen met 5,7% van de aanbevolen maximale dagelijkse
hoeveelheid natrium in de voeding voor een volwassene.
Licht uw arts of verpleegkundige in als u een natriumarm dieet volgt.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Volwassenen
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals beschreven in deze bijsluiter of zoals uw arts, apotheker of
verpleegkundige u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
Dit geneesmiddel zal door een arts of professionele gezondheidszorgverstrekker toegediend worden via een
infuus in een ader. De aanbevolen dosis voor volwassenen (18 jaar en ouder) bedraagt 300 ml (600 mg
3/18
Bijsluiter
BEL 22B09
linezolid) tweemaal per dag rechtstreeks toegediend in de bloedstroom (intraveneus) via een infuus over een
periode van 30 tot 120 minuten.
Als u een nierdialysepatiënt bent, moet Zyvoxid na uw dialyse toegediend worden.
Een behandelingskuur duurt gewoonlijk 10 tot 14 dagen, maar kan tot 28 dagen duren. De veiligheid en
doeltreffendheid van dit geneesmiddel zijn niet vastgesteld voor behandelingsperiodes langer dan 28 dagen.
Uw arts zal bepalen hoelang u behandeld moet worden.
Tijdens uw behandeling met Zyvoxid, moet uw arts regelmatig bloedtests uitvoeren om uw bloedbeeld te
controleren.
Uw arts moet uw gezichtsvermogen controleren als u Zyvoxid langer dan 28 dagen gebruikt.
Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar
Zyvoxid wordt normaal gezien niet gebruikt voor de behandeling van kinderen en jongeren tot 18 jaar.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Verwittig onmiddellijk uw arts of verpleegkundige als u vreest dat u meer Zyvoxid heeft gekregen dan u zou
mogen. Wanneer u te veel van Zyvoxid heeft gekregen, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts,
apotheker of het Antigifcentrum (070/245.245).
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Aangezien dit geneesmiddel onder nauwgezet toezicht toegediend zal worden, is het heel onwaarschijnlijk dat u
een dosis mist. Verwittig onmiddellijk een arts of verpleegkundige als u denkt dat u een behandelingsdosis
gemist heeft. Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te
maken.
Vertel onmiddellijk uw arts, verpleegkundige of apotheker als
tijdens uw behandeling met Zyvoxid een
van de volgende bijwerkingen optreedt.
De ernstige bijwerkingen (frequentie tussen haakjes) van Zyvoxid zijn:
Ernstige huidreacties (soms), zwelling, vooral rond het gelaat en de hals (soms), piepende ademhaling
en/of ademhalingsproblemen (zelden). Dit kan het teken zijn van een allergische reactie en het kan
nodig zijn om de inname van Zyvoxid te stoppen. Huidreacties zoals een verhoogde paarse uitslag door
ontsteking van de bloedvaten (zelden), een rode pijnlijke en schilferende huid (dermatitis) (soms),
huiduitslag (vaak), jeuk (vaak).
Stoornissen van uw gezichtsvermogen (soms), zoals wazig zien (soms), veranderingen in het kleurenzien
(niet bekend), moeilijkheden om details te zien (niet bekend) of als uw gezichtsveld beperkt wordt
(zelden).
Ernstige diarree die bloed en/of slijm bevat (antibioticageassocieerde colitis, inclusief
pseudomembraneuze colitis), die in zeldzame omstandigheden kan leiden tot levensbedreigende
complicaties (soms).
Terugkerende misselijkheid of braken, buikpijn of snel ademhalen (zelden).
Met Zyvoxid werden epilepsieaanvallen gemeld (soms).
Serotoninesyndroom (niet bekend): verwittig uw arts indien u symptomen zoals opgewondenheid,
verwardheid, delirium, stijfheid, beven, coördinatiestoornissen, epilepsieaanvallen, snelle hartslag,
ernstige ademhalingsproblemen en diarree (die kan duiden op het serotoninesyndroom) ervaart terwijl u
ook antidepressiva die bekend zijn als SSRI’s of opioïden inneemt (zie rubriek 2).
4/18
Bijsluiter
BEL 22B09
Onverklaarde bloeding of blauwe plekken, die toe te schrijven kunnen zijn aan wijzigingen in de
aantallen van sommige bloedcellen, die de bloedstolling kunnen beïnvloeden of kunnen leiden tot
bloedarmoede (vaak).
Wijzigingen in de aantallen van sommige bloedcellen die uw weerstand tegen infecties kunnen
verminderen (soms). Enkele verschijnselen van infectie zijn: koorts (vaak), keelpijn (soms),
mondzweren (soms) en vermoeidheid (soms).
Ontsteking van de alvleesklier (soms).
Stuipen (soms).
Voorbijgaande ischemische aanvallen (tijdelijke doorbloedingsstoornis in de hersenen die kortstondig
verlies van het gezichtsvermogen, zwakte van armen en benen, onduidelijk praten en verlies van het
bewustzijn veroorzaakt) (soms).
Oorsuizen (tinnitus) (soms).
Bij patiënten die langer dan 28 dagen Zyvoxid kregen, werden gevoelloosheid, een tintelend gevoel of wazig
zien gemeld. Raadpleeg bij problemen met uw gezichtsvermogen zo snel mogelijk uw arts.
Andere bijwerkingen omvatten:
Vaak (kunnen optreden bij maximaal 1 op 10 mensen):
Schimmelinfecties, vooral mond- of vaginale spruw.
Hoofdpijn.
Metaalsmaak in de mond.
Diarree, misselijkheid of braken.
Wijzigingen van sommige bloedtestresultaten, waaronder degene die proteïnen, zouten of enzymen
meten die uw nier- of leverfunctie of bloedsuikerspiegels meten.
Slaapstoornissen.
Verhoogde bloeddruk.
Bloedarmoede (laag aantal rode bloedcellen).
Duizeligheid.
Plaatselijke of algemene buikpijn.
Constipatie.
Indigestie.
Plaatselijke pijn.
Daling van het aantal bloedplaatjes.
Soms (kunnen optreden bij maximaal 1 op 100 mensen):
Ontsteking van de vagina of de genitale zone bij vrouwen.
Een tintelend gevoel of gevoelloosheid.
Gezwollen, gevoelige of verkleurde tong.
Droge mond.
Pijn ter hoogte van en rond de toedieningsplaats van het infuus.
Aderontsteking (ook ter hoogte van de toedieningsplaats van het infuus).
Vaker urineren.
Rillingen.
Zich dorstig voelen.
Verhoogde zweetproductie.
Hyponatriëmie (daling van het natriumgehalte in het bloed).
Nierfalen.
Opgeblazen buik.
Pijn op de injectieplaats.
Verhoging van het creatininegehalte.
Maagpijn.
Hartritmeveranderingen (bijv. versneld ritme).
Daling van het aantal bloedcellen.
5/18
Bijsluiter
BEL 22B09
Zwakte en/of veranderingen van de zintuiglijke waarneming.
Zelden (kunnen optreden bij maximaal 1 op 1.000 mensen):
Oppervlakkige tandverkleuring, verwijderbaar met professionele tandreiniging (manuele
tandsteenverwijdering).
De volgende bijwerkingen werden eveneens gemeld (niet bekend: frequentie kan met de beschikbare
gegevens niet worden bepaald):
Alopecie (haaruitval).
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit geldt
ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks
melden via het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten - Afdeling Vigilantie,
Postbus 97, B-1000 BRUSSEL, Madou (website:
www.eenbijwerkingmelden.be;
e-mail:
adr@fagg.be).
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit
geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de verpakking,
zakken en het omhulsel na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Het ziekenhuispersoneel zal ervoor zorgen dat de Zyvoxid oplossing niet gebruikt wordt na de op de zak na
EXP vermelde vervaldatum en onmiddellijk na opening toegediend wordt. Vóór gebruik zullen ze de
oplossing visueel controleren en alleen een heldere oplossing zonder deeltjes zal gebruikt worden. Ze zullen
er ook voor zorgen dat de oplossing tot gebruik correct bewaard wordt in de doos en folieverpakking ter
bescherming tegen licht en buiten het zicht en bereik van kinderen.
Na opening:
Vanuit microbiologisch oogpunt moet het product onmiddellijk worden gebruikt, tenzij de gebruikte
methode voor het openen het risico op microbiële contaminatie uitsluit. Als het product niet onmiddellijk
wordt gebruikt, vallen de bewaartijden en -omstandigheden onder de verantwoordelijkheid van de gebruiker.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw apotheker
wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een verantwoorde manier
vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is linezolid. Elke 1 ml oplossing bevat 2 mg linezolid. Elke infuuszak
van 300 ml bevat 600 mg linezolid.
De andere stoffen in dit middel zijn glucosemonohydraat (een soort suiker, zie rubriek 2 ‘Zyvoxid bevat
glucose’), natriumcitraatdihydraat (E331, zie rubriek 2 ‘Zyvoxid bevat natrium’), watervrij citroenzuur
(E330), zoutzuur (E507) of natriumhydroxide (E524) en water voor injecties.
Hoe ziet Zyvoxid eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Zyvoxid is een heldere oplossing in infuuszakken voor eenmalig gebruik die 300 ml oplossing bevatten.
De zakken zijn verpakt in dozen van 1, 2, 5, 10, 20 of 25 zakken.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6/18
Bijsluiter
BEL 22B09
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Pfizer NV, Pleinlaan 17, 1050 Brussel, België.
Fabrikant
Fresenius Kabi Norge AS, Svinesundveien 80, NO-1788 Halden, Noorwegen.
Nummer van de vergunning voor het in de handel brengen
Zyvoxid 2 mg/ml oplossing voor infusie:
BE226651 (Excel zak)
BE397713 (Freeflex zak)
Afleveringswijze:
geneesmiddel op medisch voorschrift.
Dit geneesmiddel is geregistreerd in lidstaten van de EEA onder de volgende namen
België
Zyvoxid
Cyprus
Zyvoxid
Denemarken
Zyvoxid
Duitsland
Zyvoxid
Estland
Zyvoxid
Finland
Zyvoxid
Frankrijk
Zyvoxid
Griekenland
Zyvoxid
Ierland
Zyvox
IJsland
Zyvoxid
Italië
Zyvoxid
Letland
Zyvoxid
Litouwen
Zyvoxid
Luxemburg
Zyvoxid
Malta
Zyvox
Nederland
Zyvoxid
Noorwegen
Zyvoxid
Oostenrijk
Zyvoxid
Polen
Zyvoxid
Portugal
Zyvoxid
Slovenië
Zyvoxid
Slowakije
Zyvoxid
Spanje
Zyvoxid
Tsjechische Republiek Zyvoxid
Verenigd Koninkrijk
Zyvox
Zweden
Zyvoxid
Deze bijsluiter is voor het laatst herzien in 03/2022.
7/18
Bijsluiter
BEL 22B09
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg
Zyvoxid 2 mg/ml oplossing voor infusie
linezolid
BELANGRIJK: Raadpleeg de samenvatting van de productkenmerken alvorens dit geneesmiddel voor te
schrijven.
Linezolid is niet actief tegen infecties veroorzaakt door Gram-negatieve pathogenen. Een specifieke
behandeling tegen Gram-negatieve organismen moet gelijktijdig worden opgestart wanneer een Gram-
negatieve pathogeen is aangetoond of wordt vermoed.
Beschrijving
Voor éénmalig gebruik, klaar voor gebruik, latexvrije infuuszakken bestaande uit een meerlagige polyolefine
film (Excel of Freeflex) verzegeld in een folielaminaten omhulsel. De infuuszak bevat 300 ml oplossing, en
is verpakt in een doos. Elke doos bevat 1, 2, 5, 10*, 20 of 25 infuuszakken.
Opmerking:
*Momenteel worden uitsluitend dozen met 10 zakken in de handel gebracht.
Zyvoxid 2 mg/ml oplossing voor infusie bevat 2 mg/ml linezolid in een isotone, heldere, kleurloze tot gele
oplossing. De andere bestanddelen zijn: glucosemonohydraat, natriumcitraatdihydraat (E331), watervrij
citroenzuur (E330), zoutzuur (E507) of natriumhydroxide (E524), water voor injecties.
Dosering en wijze van toediening
Linezolid hoort enkel opgestart te worden in een hospitaalomgeving en na consultatie van een relevante
specialist zoals een microbioloog of een specialist in infectieziekten.
Patiënten die de behandeling beginnen met de parenterale formulering kunnen worden overgeschakeld op
één van beide orale presentaties indien klinisch aangewezen. In dergelijke omstandigheden is er geen
doseringsaanpassing nodig, aangezien linezolid een orale biologische beschikbaarheid heeft van ongeveer
100%. De oplossing voor infusie moet toegediend worden over een periode van 30 tot 120 minuten.
De aanbevolen dosis linezolid moet tweemaal daags intraveneus (IV) worden toegediend.
Aanbevolen dosering en behandelingsduur voor volwassenen
De duur van de behandeling is afhankelijk van de pathogeen, de plaats en de ernst van de infectie, en de
klinische respons van de patiënt.
De volgende aanbevelingen voor de duur van de behandeling weerspiegelen deze gebruikt in de klinische
studies. Kortere behandelingen kunnen geschikt zijn voor sommige types infectie maar zijn niet geëvalueerd
in klinische studies.
De maximale behandelingsduur bedraagt 28 dagen. De veiligheid en de doeltreffendheid van linezolid
gedurende behandelingsperioden van langer dan 28 dagen zijn nog niet bepaald.
De aanbevolen dosis of behandelingsduur hoeft niet verhoogd te worden bij infecties die gepaard gaan met
bacteriëmie.
De aanbevolen doseringen voor de oplossing voor infusie en de tabletten/het granulaat voor orale suspensie
zijn identiek en zijn de volgende:
8/18
Bijsluiter
BEL 22B09
Infecties
Nosocomiale pneumonie
Buiten het ziekenhuis
verworven pneumonie
Gecompliceerde infecties van
de huid en weke weefsels
Dosering en toedieningsweg
voor tweemaal daagse
toediening
600 mg tweemaal per dag
Behandelingsduur
10-14 opeenvolgende dagen
600 mg tweemaal per dag
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van linezolid bij kinderen in de leeftijd tot 18 jaar oud zijn niet vastgesteld.
De momenteel beschikbare gegevens worden beschreven in rubrieken 4.8, 5.1 en 5.2 van de samenvatting
van de productkenmerken, maar er kan geen doseringsadvies worden gegeven.
Oudere patiënten
Er is geen dosisaanpassing vereist.
Nierfunctiestoornis
Er is geen dosisaanpassing vereist.
Ernstige nierfunctiestoornis (d.i. CL
CR
< 30 ml/min)
Er is geen dosisaanpassing vereist. Wegens de ongekende klinische significantie van een verhoogde
blootstelling (tot 10 keer) aan de twee belangrijkste metabolieten van linezolid bij patiënten met ernstige
nierinsufficiëntie, hoort linezolid bij deze patiënten met bijzondere omzichtigheid gebruikt te worden en
alleen als men denkt dat het verwachte voordeel opweegt tegen het theoretische risico.
Aangezien ongeveer 30% van een dosis linezolid verwijderd wordt tijdens een hemodialysesessie van 3 uur,
hoort Zyvoxid te worden gegeven na dialyse bij patiënten die een dergelijke behandeling ondergaan. De
voornaamste metabolieten van linezolid worden voor een deel verwijderd door hemodialyse, maar de
concentraties van deze metabolieten zijn nog altijd aanzienlijk hoger na dialyse dan die waargenomen bij
patiënten met een normale nierfunctie of zwakke tot matige nierinsufficiëntie. Daarom dient linezolid met
bijzondere omzichtigheid te worden gebruikt bij patiënten met ernstige nierinsufficiëntie die dialyse
ondergaan, en alleen als het verwachte voordeel opweegt tegen het theoretische risico.
Tot op heden is er geen ervaring met het toedienen van linezolid aan patiënten die continue ambulante
peritoneale dialyse (CAPD) of alternatieve behandelingen voor nierfalen (andere dan hemodialyse)
ondergaan.
Leverfunctiestoornis
Patiënten met lichte tot matige leverinsufficiëntie (Child-Pugh klasse A of B): Er is geen dosisaanpassing
vereist.
Ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh klasse C)
Omdat linezolid gemetaboliseerd wordt door een niet-enzymatisch proces, wordt niet verwacht dat een
verminderde leverfunctie zijn metabolisme significant wijzigt en daarom is een dosisaanpassing niet
aanbevolen. Er zijn echter beperkte klinische gegevens en bij deze patiënten wordt aangeraden om linezolid
te gebruiken alleen wanneer het verwachte voordeel opweegt tegen het theoretische risico (zie rubrieken 4.4
en 5.2 van de SKP).
Contra-indicaties
Patiënten die overgevoelig zijn voor linezolid of voor een van de hulpstoffen.
Linezolid mag niet gebruikt worden bij patiënten die geneesmiddelen nemen die de monoamino-oxidasen A
of B remmen (bv. fenelzine, isocarboxazide, selegiline, moclobemide) of binnen de twee weken na gebruik
van dergelijke geneesmiddelen.
9/18
Bijsluiter
BEL 22B09
Tenzij er faciliteiten voorhanden zijn om de patiënt van nabij te observeren en de bloeddruk te monitoren
hoort linezolid niet toegediend te worden aan patiënten met de volgende onderliggende klinische
aandoeningen of die op hetzelfde moment behandeld worden met de volgende types medicatie:
Patiënten met ongecontroleerde hypertensie, feochromocytoom, carcinoïd, thyrotoxicose, bipolaire
depressie, schizoaffectieve stoornis, acute verwardheid.
Patiënten die één van de volgende geneesmiddelen innemen: serotonineheropnameremmers, tricyclische
antidepressiva, serotonine-5-HT1-receptoragonisten (triptanen), direct en indirect werkende
sympathicomimetica (inclusief de adrenerge bronchodilatatoren, pseudo-efedrine en
fenylpropanolamine), vasopressieve stoffen (bv. epinefrine, norepinefrine), dopaminerge stoffen (bv
dopamine, dobutamine), pethidine of buspiron.
Borstvoeding moet gestopt worden vóór en tijdens toediening (zie rubriek 4.6 van de SKP).
Bijzondere waarschuwingen en bijzondere voorzorgen bij gebruik
Myelosuppressie
Myelosuppressie (inclusief anemie, leukopenie, pancytopenie en trombocytopenie) werd gerapporteerd bij
patiënten die linezolid kregen. In gevallen met gekende afloop stegen de getroffen hematologische
parameters bij stopzetten van linezolid opnieuw naar de waarden van vóór de start van de behandeling. Het
risico op deze effecten lijkt gebonden te zijn aan de behandelingsduur. Oudere patiënten die met linezolid
worden behandeld, kunnen een groter risico op bloeddyscrasie lopen dan jongere patiënten.
Trombocytopenie kan vaker optreden bij al dan niet gedialyseerde patiënten met ernstige nierinsufficiëntie.
Een nauwgezette opvolging van het aantal bloedcellen is daarom aangeraden bij patiënten met vooraf
bestaande anemie, granulocytopenie of trombocytopenie, bij patiënten die gelijktijdig geneesmiddelen
krijgen die de hemoglobinespiegels kunnen doen dalen, het aantal bloedcellen kunnen onderdrukken of het
aantal bloedplaatjes of hun functie negatief kunnen beïnvloeden, bij patiënten met ernstige nierinsufficiëntie,
of bij patiënten die langer dan 10 tot 14 dagen behandeld worden. Linezolid mag aan deze patiënten enkel
toegediend worden als de mogelijkheid bestaat om de hemoglobinespiegels, het aantal bloedcellen en het
aantal bloedplaatjes van nabij op te volgen.
Als significante myelosuppressie optreedt tijdens een behandeling met linezolid, moet de behandeling
gestaakt worden tenzij voortzetten van de behandeling als absoluut noodzakelijk wordt beschouwd, in welk
geval een intensieve opvolging van het aantal bloedcellen en geschikte managementstrategieën dienen
geïmplementeerd te worden.
Het is bij patiënten die linezolid krijgen bovendien aangeraden wekelijks de volledige bloedcellenaantallen
(inclusief hemoglobinespiegels, bloedplaatjes- en totale en gedifferentieerde leukocytaantallen) op te volgen,
ongeacht de baselinewaarden.
In “compassionate use”-studies werd een hogere incidentie van ernstige anemie gemeld bij patiënten die
langer behandeld werden met linezolid dan de maximale aanbevolen duur van 28 dagen. Deze patiënten
vereisten vaker een bloedtransfusie. Gevallen van anemie die een bloedtransfusie vereisten, zijn na het op de
markt brengen eveneens gemeld; daarbij deden zich meer gevallen voor bij patiënten die een
linezolidbehandeling toegediend kregen gedurende meer dan 28 dagen.
Gevallen van sideroblastische anemie zijn na het op de markt brengen gemeld. Wanneer het tijdstip van
begin bekend was, hadden de meeste patiënten een linezolidbehandeling gedurende meer dan 28 dagen
toegediend gekregen. De meeste patiënten herstelden volledig of gedeeltelijk na stopzetting van linezolid
met of zonder behandeling van hun anemie.
Wanverhouding van de mortaliteit in een klinische studie bij patiënten met katheter-gerelateerde Gram-
positieve bloedstroominfecties
Een verhoogde mortaliteit werd waargenomen bij met linezolid behandelde patiënten t.o.v. patiënten
behandeld met vancomycine/dicloxacilline/oxacilline in een open-label studie uitgevoerd bij ernstig zieke
patiënten met intravasculaire kathetergerelateerde infecties [78/363 (21,5%) tegenover 58/363 (16,0%)]. De
mortaliteit was voornamelijk afhankelijk van de status van de Gram-positieve infectie bij de baseline. Voor
patiënten met een zuiver Gram-positieve infectie waren de mortaliteitsspercentages gelijkaardig (oddsratio
0,96; 95% betrouwbaarheidsinterval: 0,58-1,59), maar voor patiënten geïnfecteerd met een ander pathogeen
10/18
Bijsluiter
BEL 22B09
of bij wie geen pathogeen werd geïdentificeerd bij de baseline waren ze significant hoger (p=0,0162) in de
linezolidgroep (oddsratio 2,48; 95% betrouwbaarheidsinterval: 1,38-4,46). De grootste wanverhouding werd
aangetroffen gedurende de behandeling en binnen de 7 dagen na stopzetting van het bestudeerde
geneesmiddel. Meer patiënten in de linezolidgroep verwierven infecties met Gram-negatieve pathogenen
tijdens de studie en overleden ten gevolge van Gram-negatieve of van polymicrobiële infecties. Daarom
hoort linezolid bij gecompliceerde infecties van de huid en de weke weefsels bij patiënten van wie men weet
of vermoed dat ze een co-infectie hebben met Gram-negatieve organismen alleen gebruikt te worden als er
geen therapeutisch alternatief is. Onder deze omstandigheden moet gelijktijdig een behandeling tegen Gram-
negatieve organismen worden opgestart.
Antibioticageassocieerde diarree en colitis
Met bijna alle antibiotica, inclusief linezolid, werden antibioticageassocieerde diarree en
antibioticageassocieerde colitis, inclusief pseudomembraneuze colitis en
Clostridium difficile-geassocieerde
diarree gemeld, waarvan de ernst kan variëren van lichte diarree tot fatale colitis. Daarom is het belangrijk
om deze diagnose te overwegen bij patiënten die ernstige diarree krijgen tijdens of na het gebruik van
linezolid. Bij vermoeden van of bevestigde antibioticageassocieerde diarree of antibioticageassocieerde
colitis moet de lopende behandeling met antibacteriële middelen, inclusief linezolid, stopgezet worden en
moeten onmiddellijk gepaste therapeutische maatregelen genomen worden. In deze situatie zijn
geneesmiddelen die de peristaltiek remmen gecontra-indiceerd.
Lactaatacidose
Lactaatacidose is gemeld bij gebruik van linezolid. Patiënten die tekenen en symptomen van metabole
acidose ontwikkelen, met inbegrip van herhaalde misselijkheid of braken, buikpijn, een lage
bicarbonaatconcentratie of hyperventilatie tijdens de behandeling met linezolid, dienen onmiddellijk
medische zorgen te krijgen. Als lactaatacidose optreedt, dient het voortgezet gebruik van linezolid te worden
afgewogen tegenover de potentiële risico's.
Mitochondriale disfunctie
Linezolid remt de mitochondriale proteïnesynthese. Bijwerkingen, zoals lactaatacidose, anemie en
neuropathie (optische en perifere) kunnen optreden als gevolg van deze remming; deze voorvallen zijn
frequenter als het geneesmiddel langer dan 28 dagen wordt gebruikt.
Serotoninesyndroom
Bij gelijktijdige toediening van linezolid en serotonerge middelen, inclusief antidepressiva zoals selectieve
serotonineheropnameremmers (SSRI’s) en opioïden, werden spontane meldingen van het
serotoninesyndroom gerapporteerd (zie rubriek 4.5 van de samenvatting van de productkenmerken). Daarom
is de gelijktijdige toediening van linezolid en serotonerge middelen gecontra-indiceerd (zie rubriek 4.3 van
de samenvatting van de productkenmerken), behalve wanneer de gelijktijdige toediening van linezolid en
serotonerge middelen noodzakelijk is. In deze gevallen moeten de patiënten nauwgezet geobserveerd worden
voor tekenen en symptomen van het serotoninesyndroom zoals cognitieve disfunctie, hyperpyrexie,
hyperreflexie en incoördinatie. Wanneer tekenen of symptomen optreden moeten artsen de stopzetting van
één of beide middelen overwegen; wanneer het concomitante serotonerge middel stopgezet wordt, kunnen
ontwenningssymptomen optreden.
Hyponatriëmie en SIADH
Hyponatriëmie en/of syndroom van inadequate secretie van antidiuretisch hormoon (SIADH,
Syndrome of
Inappropriate Antidiuretic Hormone Secretion)
zijn waargenomen bij sommige patiënten die werden
behandeld met linezolid. Het wordt aanbevolen om de natriumconcentraties in het serum regelmatig te
controleren bij patiënten met een risico op hyponatriëmie zoals oudere patiënten of bij patiënten die
geneesmiddelen innemen die het natriumgehalte in het bloed kunnen verlagen (bijv. thiazidediuretica zoals
hydrochloorthiazide).
Perifere en optische neuropathie
Zowel perifere neuropathie als optische neuritis en optische neuropathie, soms evoluerend tot verlies van het
gezichtsvermogen, zijn gemeld bij patiënten behandeld met Zyvoxid; deze meldingen deden zich
voornamelijk voor bij patiënten behandeld gedurende langer dan de maximale aanbevolen duur van 28
dagen.
11/18
Bijsluiter
BEL 22B09
Alle patiënten dienen geadviseerd te worden om symptomen van visuele stoornissen, zoals veranderingen in
de gezichtsscherpte of in het kleurenzien, wazig zien of gezichtsveldstoornissen te melden. In dergelijke
gevallen is een onmiddellijke evaluatie aanbevolen met verwijzing naar een oftalmoloog indien nodig. Bij
patiënten die langer dan de aanbevolen 28 dagen met Zyvoxid behandeld worden, dient de gezichtsfunctie
regelmatig te worden gecontroleerd.
Ingeval een perifere of optische neuropathie zich voordoet, dient het voortgezet gebruik van Zyvoxid te
worden afgewogen tegenover de potentiële risico's.
Er kan een toegenomen risico op neuropathie ontstaan wanneer linezolid wordt gebruikt bij patiënten die
gelijktijdig of recent antimycobacteriële middelen voor de behandeling van tuberculose innemen,
respectievelijk innamen.
Convulsies
Convulsies zijn gemeld bij patiënten tijdens de behandeling met Zyvoxid. In de meeste van deze gevallen
werden een voorgeschiedenis van epilepsieaanvallen of risicofactoren voor epilepsieaanvallen gemeld. De
patiënten dienen geadviseerd te worden om hun arts te informeren indien zij een voorgeschiedenis van
epilepsieaanvallen hebben.
Monoamino-oxidase-inhibitoren
Linezolid is een omkeerbare, niet-selectieve monoamino-oxidase-inhibitor (MAOI); bij de dosissen die
gebruikt worden voor antibacteriële therapie heeft het echter geen antidepressief effect. De gegevens uit
geneesmiddeleninteractiestudies en omtrent de veiligheid van linezolid bij toediening aan patiënten met
onderliggende aandoeningen en/of die gelijktijdig geneesmiddelen nemen die hen zouden kunnen
blootstellen aan een risico ten gevolge van MAO-remming, zijn zeer beperkt. Bijgevolg is linezolid niet
aanbevolen voor gebruik in deze omstandigheden tenzij de mogelijkheid bestaat om de patiënt van nabij te
observeren en te monitoren.
Gebruik met tyraminerijk voedsel
Patiënten moeten afgeraden worden om grote hoeveelheden tyraminerijk voedsel te gebruiken.
Superinfectie
De effecten van een behandeling met linezolid op de normale flora werden niet geëvalueerd in klinische
studies.
Het gebruik van antibiotica kan occasioneel leiden tot overgroei van niet-gevoelige organismen. Zo
ontwikkelde bijvoorbeeld ongeveer 3% van de patiënten die de aanbevolen linezoliddosissen kregen
geneesmiddelengebonden candidose tijdens de klinische studies. Indien een superinfectie tijdens de
behandeling zou voorkomen, horen gepaste maatregelen genomen te worden.
Speciale populaties
Linezolid hoort met bijzondere omzichtigheid gebruikt te worden bij patiënten met ernstige
nierinsufficiëntie, en alleen als men denkt dat het verwachte voordeel opweegt tegen het theoretische risico
(zie rubrieken 4.2 en 5.2 van de samenvatting van de productkenmerken).
Het is aanbevolen linezolid enkel toe te dienen aan patiënten met ernstige leverinsufficiëntie als het
waargenomen voordeel opweegt tegen het theoretische risico.
Verminderde fertiliteit
Linezolid verminderde de fertiliteit van volwassen mannelijke ratten op omkeerbare wijze en induceerde
abnormale spermamorfologie bij blootstelling aan spiegels die ongeveer gelijk waren aan die verwacht bij de
mens; mogelijke effecten van linezolid op het mannelijke reproductiesysteem bij de mens zijn niet gekend.
Klinische studies
De veiligheid en doeltreffendheid van linezolid toegediend gedurende periodes langer dan 28 dagen werden
niet bepaald.
12/18
Bijsluiter
BEL 22B09
Gecontroleerde klinische studies omvatten geen patiënten met diabetische-voetlesies, decubitus of
ischemische lesies, ernstige brandwonden of gangreen. Daarom is ervaring in het gebruik van linezolid voor
de behandeling van deze aandoeningen beperkt.
Hulpstoffen
Glucose
Iedere ml oplossing bevat 45,7 mg glucose (d.i. 13,7 g/300 ml glucose). Bij patiënten met diabetes-mellitus
of andere aandoeningen geassocieerd met glucose-intolerantie moet hiermee rekening worden gehouden.
Natrium
Iedere ml oplossing bevat ook 0,38 mg (114 mg/300 ml) natrium, overeenkomend met 0,02% van de door de
WHO maximale aanbevolen dagelijkse inname (ADI) van 2 g voor een volwassene. De hoeveelheid natrium
moet in aanmerking worden genomen bij patiënten op een gecontroleerd natriumdieet.
Zyvoxid oplossing voor intraveneuze infusie kan verder worden bereid voor toediening met oplossingen die
natrium bevatten (zie rubrieken 4.2, 6.2 en 6.6) en hiermee dient rekening te worden gehouden in verband
met de totale hoeveelheid natrium van alle bronnen die aan de patiënt zullen worden toegediend.
Interacties
Monoamino-oxidase-inhibitoren
Linezolid is een omkeerbare, niet-selectieve monoamino-oxidase-inhibitor (MAOI). De gegevens uit
geneesmiddeleninteractiestudies en omtrent de veiligheid van linezolid bij toediening aan patiënten die
gelijktijdig geneesmiddelen nemen die hen zouden kunnen blootstellen aan een risico ten gevolge van MAO-
remming zijn zeer beperkt. Bijgevolg is linezolid niet aanbevolen voor gebruik in deze omstandigheden,
tenzij het mogelijk is de patiënt van nabij te observeren en te monitoren.
Potentiële interacties met bloeddrukverhogend effect
Bij gezonde vrijwilligers met een normale bloeddruk, versterkte linezolid het bloeddrukverhogend effect van
pseudo-efedrine en fenylpropanolaminehydrochloride. De gelijktijdige toediening van linezolid met ofwel
pseudo-efedrine ofwel fenylpropanolamine leidde tot een gemiddelde verhoging van de systolische
bloeddruk met ongeveer 30-40 mmHg, in vergelijking met een stijging van 11-15 mmHg met linezolid
alleen, van 14-18 mmHg met ofwel pseudo-efedrine ofwel fenylpropanolamine alleen, en van 8-11 mmHg
met placebo. Er werden geen vergelijkbare studies uitgevoerd bij patiënten met hypertensie. Het is raadzaam
om de dosissen van geneesmiddelen met een vasopressieve werking, inclusief dopaminerge stoffen,
zorgvuldig te titreren om de gewenste respons te bekomen in geval van gelijktijdige toediening met linezolid.
Potentiële serotonerge interacties
De potentiële geneesmiddeleninteractie met dextromethorfan werd bestudeerd bij gezonde vrijwilligers. De
proefpersonen kregen dextromethorfan (twee dosissen van 20 mg met een interval van 4 uur) met of zonder
linezolid. Er werden bij gezonde proefpersonen die linezolid en dextromethorfan kregen geen
serotoninesyndroomeffecten waargenomen (verwardheid, delirium, rusteloosheid, tremor, blozen, diaforese,
hyperpyrexie).
Postmarketingervaring: er was één melding van een patiënt die tijdens de behandeling met linezolid en
dextromethorfan effecten vertoonde gelijkend op het serotoninesyndroom, maar die verdwenen na
stopzetting van beide geneesmiddelen.
Bij het klinische gebruik van linezolid met serotonerge middelen, inclusief antidepressiva zoals selectieve
serotonineheropnameremmers (SSRI’s) en opioïden, werden gevallen van het serotoninesyndroom
gerapporteerd. Daarom wordt, hoewel de gelijktijdige toediening gecontra-indiceerd is (zie rubriek 4.3 van
de samenvatting van de productkenmerken), de behandeling van patiënten voor wie de behandeling met
linezolid en serotonerge middelen noodzakelijk is, beschreven in bijzondere waarschuwingen en bijzondere
voorzorgen bij gebruik.
13/18
Bijsluiter
BEL 22B09
Gebruik met tyraminerijk voedsel
Er werd geen significante pressorrespons waargenomen bij proefpersonen die gelijktijdig linezolid en minder
dan 100 mg tyramine kregen. Dit suggereert dat het alleen noodzakelijk is om de inname van buitensporige
hoeveelheden voedsel en drank met een hoog tyraminegehalte (bijvoorbeeld belegen kazen, gistextracten,
niet-gedistilleerde alcoholische dranken en gefermenteerde sojaboonproducten zoals sojasaus) te vermijden.
Door cytochroom P450 gemetaboliseerde geneesmiddelen
Linezolid wordt niet meetbaar gemetaboliseerd door het cytochroom-P450-(CYP)-enzymsysteem en het remt
geen enkele van de klinisch significante humane CYP-isovormen (1A2, 2C9, 2C19, 2D6, 2E1, 3A4).
Linezolid induceert evenmin de P450-iso-enzymen bij ratten. Bijgevolg zijn er geen CYP450-geïnduceerde
geneesmiddeleninteracties te verwachten met linezolid.
Rifampicine
Het effect van rifampicine op de farmacokinetiek van linezolid werd onderzocht bij zestien gezonde
volwassen mannelijke vrijwilligers die gedurende 2,5 dagen tweemaal per dag 600 mg linezolid kregen met
en zonder 600 mg rifampicine eenmaal per dag gedurende 8 dagen. Rifampicine verminderde de C
max
en
AUC van linezolid met respectievelijk gemiddeld 21% [90% BI, 15, 27] en gemiddeld 32% [90% BI, 27,
37]. Het mechanisme van deze interactie en de klinische significantie daarvan zijn onbekend.
Warfarine
Als warfarine bij steady-state toegevoegd werd aan een behandeling met linezolid, daalde de gemiddelde
maximale INR met 10% bij gelijktijdige toediening en de AUC)INR met 5%. Er zijn onvoldoende gegevens
beschikbaar van patiënten die behandeld werden met warfarine en linezolid om de eventuele klinische
significantie van deze bevindingen te beoordelen.
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn beperkte gegevens over het gebruik van linezolid bij zwangere vrouwen. Studies bij dieren hebben
reproductie toxiciteit aangetoond. Er bestaat een mogelijk risico voor de mens.
Zyvoxid mag niet worden gebruikt tijdens de zwangerschap tenzij absoluut noodzakelijk, d.i. alleen als het
potentiële voordeel opweegt tegen het theoretische risico.
Borstvoeding
Gegevens uit studies bij dieren suggereren dat linezolid en zijn metabolieten kunnen overgaan in de
moedermelk, en dus dient borstvoeding te worden onderbroken vóór en tijdens de hele duur van de
toediening.
Vruchtbaarheid
Uit dieronderzoek is gebleken dat linezolid een daling van de vruchtbaarheid veroorzaakte.
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Patiënten dienen te worden gewaarschuwd voor de mogelijkheid van duizeligheid of symptomen van visuele
stoornissen tijdens het gebruik van linezolid, en geadviseerd om geen wagen te besturen of machines te
bedienen indien een van deze symptomen optreedt.
Bijwerkingen
De onderstaande tabel toont een lijst van ongewenste reacties op het geneesmiddel met een frequentie op
basis van gegevens door alle oorzaken uit klinische studies die meer dan 6.000 volwassen patiënten
omvatten. Zij kregen tot maximum 28 dagen lang de aanbevolen dosissen linezolid. De meest gemelde
bijwerkingen waren diarree (8,9%), misselijkheid (6,9%), braken (4,3%) en hoofdpijn (4,2%).
De meest gemelde geneesmiddelen gebonden bijwerkingen die leidden tot het stoppen van de behandeling
waren hoofdpijn, diarree, misselijkheid en braken. Ongeveer 3% van de patiënten staakte de behandeling
omdat ze een bijwerking ondervonden door het geneesmiddel.
14/18
Bijsluiter
BEL 22B09
Bijkomende ongewenste reacties die tijdens de ervaring na het op de markt brengen werden gemeld, zijn in
de tabel opgenomen onder de frequentiecategorie “Niet bekend”, daar de werkelijke frequentie met de
beschikbare gegevens niet kan worden bepaald.
De volgende bijwerkingen werden opgemerkt en gemeld tijdens de behandeling met linezolid met de
volgende frequenties: zeer vaak (> 1/10); vaak (≥ 1/100 tot < 1/10); soms (≥ 1/1.000 tot < 1/100); zelden
(≥ 1/10.000 tot < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet
worden bepaald).
Systeem/orgaan-
klasse
Vaak
(≥ 1/100 tot
< 1/10)
candidose,
orale candidose,
vaginale
candidose,
fungale infecties
trombocytopenie
*, anemie*
†
Soms
(≥ 1/1.000 tot
< 1/100)
antibiotica-
geassocieerde colitis,
met inbegrip van
pseudo-
membraneuze
colitis*, vaginitis
pancytopenie*,
leukopenie*,
neutropenie,
eosinofilie
Zelden
(≥ 1/10.000
tot < 1/1.000)
Zeer zelden
(< 1/10.000)
Niet bekend (kan
met de
beschikbare
gegevens niet
worden bepaald)
Infecties en
parasitaire
aandoeningen
Bloed- en
lymfestelsel-
aandoeningen
Immuunsysteem-
aandoeningen
Voedings- en
stofwisselings-
stoornissen
Psychische
stoornissen
Zenuwstelsel-
aandoeningen
sideroblastisch
e anemie*
anafylaxie
myelosuppressie*
hyponatriëmie
slapeloosheid
hoofdpijn,
smaak-
verandering
(metaalsmaak),
duizeligheid
convulsies*, perifere
neuropathie*,
hypoesthesie,
paresthesie
optische
neuropathie*, wazig
zien*
lactaatacidose
*
serotoninesyn-
droom**
Oog-
aandoeningen
gezichtsveld-
stoornissen *
optische neuritis*,
verlies van het
gezichtsvermogen
*, veranderingen
in de gezichts-
scherpte* of in het
kleurenzien*
Evenwichts-
orgaan- en
ooraandoeningen
Hart-
aandoeningen
Bloedvat-
aandoeningen
Maagdarm-
stelsel-
aandoeningen
oorsuizen
aritmie (tachycardie)
hypertensie
transiënte
ischemische
aanvallen, flebitis,
tromboflebitis
pancreatitis,
gastritis,
abdominale distensie,
diarree,
misselijkheid,
braken,
oppervlakkige
tand-
verkleuring
15/18
Bijsluiter
BEL 22B09
Systeem/orgaan-
klasse
Vaak
(≥ 1/100 tot
< 1/10)
gelokaliseerde of
algemene
buikpijn,
constipatie,
dyspepsie
Soms
(≥ 1/1.000 tot
< 1/100)
droge mond,
glossitis,
losse stoelgang,
stomatitis,
tongverkleuring of -
aandoening
verhoogde totaal
bilirubine
Zelden
(≥ 1/10.000
tot < 1/1.000)
Zeer zelden
(< 1/10.000)
Niet bekend (kan
met de
beschikbare
gegevens niet
worden bepaald)
Lever- en
galaandoeningen
Huid- en
onderhuid-
aandoeningen
abnormale
leverfunctie-test,
verhoogde
ASAT, ALAT of
alkalische
fosfatase
pruritus,
uitslag
angio-oedeem,
urticaria, bulleuze
dermatitis,
dermatitis,
diaforese
toxische
epidermale
necrolyse
#
,
Stevens-
Johnson-
syndroom
#
,
overgevoeligh
eidsvasculitis
alopecie
Nier- en
urineweg-
aandoeningen
Voortplantings-
stelsel- en
borstaan-
doeningen
Algemene
aandoeningen en
toedienings-
plaats-
stoornissen
Onderzoeken
verhoogde BUN
nierinsufficiëntie,
verhoogde creatinine,
polyurie
vulvovaginale
stoornis
koorts,
gelokaliseerde
pijn
rillingen,
vermoeidheid,
pijn op de
injectieplaats,
verhoogde dorst
Chemie
Verhoogd natrium-
of calciumgehalte.
Verminderde niet-
nuchtere glucose.
Verhoogde of
verminderde
chloride.
Chemie
Verhoogde LDH,
creatinekinase,
lipase, amylase
of niet-nuchtere
glucose.
Verminderd
totale
proteïnegehalte,
albumine-,
natrium- of
calciumgehalte.
Verhoogd of
verminderd
kalium- of
bicarbonaatgehalt
16/18
Bijsluiter
BEL 22B09
Systeem/orgaan-
klasse
Vaak
(≥ 1/100 tot
< 1/10)
e.
Soms
(≥ 1/1.000 tot
< 1/100)
Zelden
(≥ 1/10.000
tot < 1/1.000)
Zeer zelden
(< 1/10.000)
Niet bekend (kan
met de
beschikbare
gegevens niet
worden bepaald)
Hematologie
Hematologie
Verhoogde
Verhoogd aantal
neutrofielen of
reticulocyten.
eosinofielen.
Verminderd aantal
Verlaagde
neutrofielen.
hemoglobine,
verlaagd
hematocrietgehal
te of aantal rode
bloedcellen
verhoogd of
verlaagd aantal
bloedplaatjes of
witte bloedcellen.
* Zie rubriek “Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik”.
** Zie rubrieken “Contra-indicaties” en “Interacties”.
#
Frequentie van bijwerkingen geschat met behulp van “De regel van 3”
†
Zie hieronder.
De volgende bijwerkingen van linezolid werden in zeldzame gevallen als ernstig beschouwd: gelokaliseerde
buikpijn, transiënte ischemische aanvallen en hypertensie.
†
In gecontroleerde klinische studies waarin linezolid gedurende maximaal 28 dagen werd toegediend, meldde
2,0% van de patiënten anemie. In een “compassionate use”-programma met patiënten met levensbedreigende
infecties en onderliggende comorbiditeiten bedroeg het percentage patiënten dat tijdens de behandeling met
linezolid gedurende ≤ 28 dagen anemie ontwikkelde 2,5% (33/1326) tegenover 12,3% (53/430) bij de
patiënten die > 28 dagen behandeld werden. Het aantal gevallen dat een ernstige geneesmiddelengerelateerde
anemie meldde en een bloedtransfusie nodig had, bedroeg 9% (3/33) bij de patiënten behandeld gedurende
≤ 28 dagen en 15% (8/53) bij deze behandeld gedurende > 28 dagen.
Pediatrische patiënten
Veiligheidsgegevens van klinische studies gebaseerd op meer dan 500 pediatrische patiënten (van de
geboorte tot 17 jaar) duiden er niet op dat het veiligheidsprofiel van linezolid voor pediatrische patiënten
verschilt van dat voor volwassen patiënten.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen.
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze
wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd.
Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg worden verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via
het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten - Afdeling Vigilantie, Postbus 97,
B-1000 BRUSSEL, Madou (website:
www.eenbijwerkingmelden.be;
e-mail:
adr@fagg.be).
Overdosering
Er is geen specifiek antidotum bekend.
Er zijn geen gevallen van overdosering gemeld. De volgende informatie zou echter nuttig kunnen blijken:
Ondersteunende zorg wordt aangeraden, samen met de instandhouding van de glomerulaire filtratie.
Ongeveer 30% van een dosis linezolid wordt verwijderd tijdens een drie uur durende hemodialysesessie,
17/18
Bijsluiter
BEL 22B09
maar er zijn geen gegevens beschikbaar over de verwijdering van linezolid door middel van peritoneale
dialyse of hemoperfusie.
Instructies voor gebruik en verwerking
Voor eenmalig gebruik. Verwijder de omslag slechts wanneer klaar voor gebruik. Controleer de infuuszak op
kleine lekken door stevig in de zak te knijpen. Gebruik de zak niet als hij lekt, omdat de steriliteit aangetast
kan zijn. De oplossing moet visueel geïnspecteerd worden vóór gebruik en enkel heldere oplossingen, zonder
deeltjes mogen gebruikt worden. Gebruik deze infuuszakken niet in serieschakelingen. Alle ongebruikte
vloeistof moet worden vernietigd. Geen bijzondere vereisten voor verwijdering. Al het ongebruikte
geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften. Sluit
gedeeltelijk gebruikte zakken niet opnieuw aan.
Zyvoxid-oplossing voor infusie is verenigbaar met de volgende oplossingen: 5%-glucoseoplossing voor
intraveneuze infusie, 0,9%-natriumchlorideoplossing voor intraveneuze infusie, Ringer-lactaatoplossing voor
injectie (Hartmann’s oplossing voor injectie).
Gevallen van onverenigbaarheid
Er mogen geen additieven aan deze oplossing worden toegevoegd. Indien linezolid gelijktijdig met andere
geneesmiddelen moet worden toegediend, dient ieder geneesmiddel apart te worden toegediend
overeenkomstig de eigen gebruiksaanwijzing. Wanneer meerdere geneesmiddelen langs dezelfde
intraveneuze lijn na elkaar moeten toegediend worden, hoort de lijn, vóór en na de toediening van linezolid,
gespoeld te worden met een oplossing voor infusie die hiermee verenigbaar is.
Zyvoxid-oplossing voor infusie is fysisch onverenigbaar met de volgende verbindingen: amfotericine B,
chloorpromazinehydrochloride, diazepam, pentamidine-isethionaat, erytromycinelactobionaat,
natriumfenytoïne en sulfamethoxazol/trimethoprim. Het is bovendien chemisch onverenigbaar met
natriumceftriaxon.
Houdbaarheid
Vóór openen: 3 jaar.
Na het openen: Vanuit microbiologisch standpunt moet het product onmiddellijk gebruikt worden, tenzij de
methode van het openen het risico op microbiële contaminatie uitsluit. Indien niet onmiddellijk gebruikt,
vallen de bewaartermijn en de bewaaromstandigheden tijdens het gebruik onder de verantwoordelijkheid van
de gebruiker.
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaar in de originele buitenverpakking (omhulsel en karton) tot voor gebruik ter bescherming tegen licht.
BEL 22B09
18/18
BEL 22B09
BEL 22B09
Bijsluiter: Informatie voor de gebruiker
Zyvoxid 2 mg/ml oplossing voor infusie
linezolid
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in
deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Zyvoxid en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Zyvoxid en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Zyvoxid is een antibioticum uit de klasse van de oxazolidinonen dat de groei remt van bepaalde bacteriën
(kiemen) die infecties veroorzaken. Het
wordt gebruikt bij de behandeling van longontsteking en sommige
infecties van de huid of onderliggende weefsels. Uw arts bepaalt of Zyvoxid geschikt is voor de behandeling
van uw infectie.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor linezolid of voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u
vinden in rubriek 6.
U neemt geneesmiddelen bekend als monoamino-oxidaseremmers (MAOI's, bijvoorbeeld fenelzine,
isocarboxazide, selegiline, moclobemide) in of heeft deze de afgelopen 2 weken ingenomen. Deze
geneesmiddelen kunnen gebruikt worden bij de behandeling van depressie of de ziekte van Parkinson.
U geeft borstvoeding, omdat Zyvoxid in de moedermelk overgaat en schadelijk kan zijn voor de baby.
Waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt.
Zyvoxid
kan ongeschikt zijn voor u als u
ja antwoordt op één van de volgende vragen. Breng in dergelijk
geval uw arts op de hoogte omdat hij/zij uw algemene gezondheidstoestand en bloeddruk zal moeten
controleren voor en tijdens uw behandeling of kan beslissen dat een andere behandeling beter voor u is.
Raadpleeg uw arts als u niet zeker bent of deze categorieën van toepassing zijn op u.
Heeft u een hoge bloeddruk, ongeacht of u hier al dan niet geneesmiddelen voor gebruikt?
Werd bij u een overactieve schildklier vastgesteld?
Heeft u een bijniertumor (feochromocytoom) of het carcinoïdsyndroom (veroorzaakt door tumoren van
het hormoonsysteem met symptomen van diarree, roodheid van de huid, piepende ademhaling)?
Lijdt u aan manische depressie, een schizoaffectieve stoornis, mentale verwardheid of andere mentale
problemen?
Heeft u een voorgeschiedenis van hyponatriëmie (laag natriumgehalte in het bloed) of neemt u
geneesmiddelen die het natriumgehalte in het bloed verlagen zoals bepaalde diuretica (ook
'plastabletten' genoemd) zoals hydrochloorthiazide?
BEL 22B09
Gebruikt u opioïden?
Het gebruik van bepaalde geneesmiddelen, waaronder antidepressiva en opioïden, in combinatie met
Zyvoxid kan leiden tot het serotoninesyndroom, een mogelijk levensbedreigende aandoening (zie rubriek 2
'Neemt u nog andere geneesmiddelen in?' en rubriek 4).
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Vertel uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt als u:
Bejaard bent.
Gemakkelijk blauwe plekken krijgt en bloedt.
Bloedarmoede heeft (laag aantal rode bloedcellen).
Vatbaar bent voor infecties.
Een voorgeschiedenis van epilepsieaanvallen heeft.
Lever- of nierproblemen heeft en vooral als u gedialyseerd wordt.
Diarree heeft.
Breng uw arts onmiddellijk op de hoogte als u tijdens de behandeling lijdt aan:
Stoornissen van het gezichtsvermogen, zoals wazig zien, veranderingen in het kleurenzien,
moeilijkheden om details te zien of als uw gezichtsveld beperkt wordt.
Verlies van gevoeligheid in uw armen of benen, of een tintelend of prikkend gevoel in uw armen of
benen.
Tijdens of na de inname van Zyvoxid kunt u net zoals met andere antibiotica diarree krijgen. Wanneer
deze diarree ernstig wordt, aanhoudt of wanneer u merkt dat uw ontlasting bloed of slijm bevat, moet u
onmiddellijk stoppen met het innemen van Zyvoxid en uw arts raadplegen. In deze situatie mag u geen
geneesmiddelen nemen die de darmbeweging stoppen of vertragen.
Terugkerende misselijkheid of braken, buikpijn of snel ademhalen.
Zich ziek en onwel voelen met spierzwakte, hoofdpijn, verwardheid en geheugenstoornissen wat kan
wijzen op hyponatriëmie (laag natriumgehalte in het bloed).
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Er bestaat een risico dat Zyvoxid wisselwerkingen heeft met bepaalde andere geneesmiddelen en
bijwerkingen veroorzaakt, zoals wijzigingen in de bloeddruk, temperatuur of hartslag.
Gebruikt u naast Zyvoxid nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker.
Vertel uw arts als u de volgende geneesmiddelen inneemt of de afgelopen 2 weken ingenomen heeft
omdat Zyvoxid
niet mag gebruikt worden als u deze geneesmiddelen al gebruikt of kort geleden gebruikt
heeft (zie ook rubriek 2 hierboven 'Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?').
Monoamino-oxidaseremmers (MAOI's, bijvoorbeeld fenelzine, isocarboxazide, selegiline,
moclobemide). Deze kunnen gebruikt worden bij de behandeling van depressie of de ziekte van
Parkinson.
Vertel uw arts ook als u de volgende geneesmiddelen inneemt. Uw arts kan nog altijd beslissen om u toch
Zyvoxid te geven, maar hij/zij zal uw algemene gezondheidstoestand en bloeddruk moeten controleren voor
en tijdens uw behandeling. In andere gevallen kan uw arts beslissen dat een andere behandeling beter is voor
u.
Ontzwellende middelen tegen verkoudheid of griep die pseudo-efedrine of fenylpropanolamine bevatten.
Sommige geneesmiddelen die gebruikt worden bij de behandeling van astma, zoals salbutamol,
terbutaline, fenoterol.
Bepaalde antidepressiva bekend als tricyclische of SSRI's (selectieve serotonineheropnameremmers). Er
zijn veel dergelijke geneesmiddelen, zoals amitriptyline, citalopram, clomipramine, dosulepine,
doxepine, fluoxetine, fluvoxamine, imipramine, lofepramine, paroxetine, sertraline.
Geneesmiddelen die gebruikt worden bij de behandeling van migraine, zoals sumatriptan en
zolmitriptan.
BEL 22B09
Geneesmiddelen die gebruikt worden bij de behandeling van plotse, ernstige allergische reacties, zoals
adrenaline (epinefrine).
Geneesmiddelen die uw bloeddruk verhogen, zoals noradrenaline (norepinefrine), dopamine en
dobutamine.
Opioïden bijvoorbeeld pethidine gebruikt bij de behandeling van matige tot ernstige pijn.
Geneesmiddelen die gebruikt worden bij de behandeling van angststoornissen, zoals buspiron.
Geneesmiddelen die de bloedstolling stoppen, zoals warfarine.
Een antibioticum dat rifampicine genoemd wordt.
Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol?
U kunt Zyvoxid vóór, tijdens of na een maaltijd gebruiken.
Vermijd het eten van grote hoeveelheden belegen kaas, gistextracten of sojaboonextracten (bv. sojasaus)
en het drinken van alcohol (vooral bier van het vat en wijn) omdat Zyvoxid kan reageren met tyramine,
een stof die van nature aanwezig is in sommige voedingsmiddelen. Deze interactie kan uw bloeddruk
verhogen.
Verwittig onmiddellijk uw arts, apotheker of verpleegkundige als u na het eten of drinken kloppende
hoofdpijn krijgt.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Het effect van Zyvoxid bij zwangere vrouwen is niet bekend. Daarom mag het niet ingenomen worden
tijdens de zwangerschap, tenzij aangeraden door uw arts. Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u
zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit
geneesmiddel gebruikt.
U mag geen borstvoeding geven als u Zyvoxid
inneemt omdat het overgaat in de moedermelk en schadelijk
kan zijn voor de baby.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Zyvoxid kan duizeligheid of problemen met uw gezichtsvermogen veroorzaken. In dergelijk geval mag u
niet rijden of geen machines bedienen. Denk eraan dat wanneer u zich niet goed voelt dit uw rijvaardigheid
of het vermogen om machines te bedienen kan beïnvloeden.
Zyvoxid bevat
Glucose
1 ml Zyvoxid oplossing bevat 45,7 mg glucose (13,7 g glucose in één zak).
Licht uw arts of verpleegkundige in als u aan diabetes lijdt.
Natrium
1 ml Zyvoxid oplossing bevat 0,38 mg natrium (belangrijk bestanddeel van keukenzout/tafelzout) (114 mg
natrium in één zak). Het natrium in één zak komt overeen met 5,7% van de aanbevolen maximale dagelijkse
hoeveelheid natrium in de voeding voor een volwassene.
Licht uw arts of verpleegkundige in als u een natriumarm dieet volgt.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Volwassenen
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals beschreven in deze bijsluiter of zoals uw arts, apotheker of
verpleegkundige u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
Dit geneesmiddel zal door een arts of professionele gezondheidszorgverstrekker toegediend worden via een
infuus in een ader. De aanbevolen dosis voor volwassenen (18 jaar en ouder) bedraagt 300 ml (600 mg
BEL 22B09
linezolid) tweemaal per dag rechtstreeks toegediend in de bloedstroom (intraveneus) via een infuus over een
periode van 30 tot 120 minuten.
Als u een nierdialysepatiënt bent, moet Zyvoxid na uw dialyse toegediend worden.
Een behandelingskuur duurt gewoonlijk 10 tot 14 dagen, maar kan tot 28 dagen duren. De veiligheid en
doeltreffendheid van dit geneesmiddel zijn niet vastgesteld voor behandelingsperiodes langer dan 28 dagen.
Uw arts zal bepalen hoelang u behandeld moet worden.
Tijdens uw behandeling met Zyvoxid, moet uw arts regelmatig bloedtests uitvoeren om uw bloedbeeld te
controleren.
Uw arts moet uw gezichtsvermogen controleren als u Zyvoxid langer dan 28 dagen gebruikt.
Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar
Zyvoxid
wordt normaal gezien niet gebruikt voor de behandeling van kinderen en jongeren tot 18 jaar.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Verwittig onmiddellijk uw arts of verpleegkundige als u vreest dat u meer Zyvoxid heeft gekregen dan u zou
mogen. Wanneer u te veel van Zyvoxid heeft gekregen, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts,
apotheker of het Antigifcentrum (070/245.245).
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Aangezien dit geneesmiddel onder nauwgezet toezicht toegediend zal worden, is het heel onwaarschijnlijk dat u
een dosis mist. Verwittig onmiddellijk een arts of verpleegkundige als u denkt dat u een behandelingsdosis
gemist heeft. Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te
maken.
Vertel onmiddellijk uw arts, verpleegkundige of apotheker als tijdens uw behandeling met Zyvoxid een
van de volgende bijwerkingen optreedt.
De ernstige bijwerkingen (frequentie tussen haakjes) van Zyvoxid zijn:
Ernstige huidreacties (soms), zwelling, vooral rond het gelaat en de hals (soms), piepende ademhaling
en/of ademhalingsproblemen (zelden). Dit kan het teken zijn van een allergische reactie en het kan
nodig zijn om de inname van Zyvoxid te stoppen. Huidreacties zoals een verhoogde paarse uitslag door
ontsteking van de bloedvaten (zelden), een rode pijnlijke en schilferende huid (dermatitis) (soms),
huiduitslag (vaak), jeuk (vaak).
Stoornissen van uw gezichtsvermogen (soms), zoals wazig zien (soms), veranderingen in het kleurenzien
(niet bekend), moeilijkheden om details te zien (niet bekend) of als uw gezichtsveld beperkt wordt
(zelden).
Ernstige diarree die bloed en/of slijm bevat (antibioticageassocieerde colitis, inclusief
pseudomembraneuze colitis), die in zeldzame omstandigheden kan leiden tot levensbedreigende
complicaties (soms).
Terugkerende misselijkheid of braken, buikpijn of snel ademhalen (zelden).
Met Zyvoxid werden epilepsieaanvallen gemeld (soms).
Serotoninesyndroom (niet bekend): verwittig uw arts indien u symptomen zoals opgewondenheid,
verwardheid, delirium, stijfheid, beven, coördinatiestoornissen, epilepsieaanvallen, snelle hartslag,
ernstige ademhalingsproblemen en diarree (die kan duiden op het serotoninesyndroom) ervaart terwijl u
ook antidepressiva die bekend zijn als SSRI's of opioïden inneemt (zie rubriek 2).
BEL 22B09
Onverklaarde bloeding of blauwe plekken, die toe te schrijven kunnen zijn aan wijzigingen in de
aantallen van sommige bloedcellen, die de bloedstolling kunnen beïnvloeden of kunnen leiden tot
bloedarmoede (vaak).
Wijzigingen in de aantallen van sommige bloedcellen die uw weerstand tegen infecties kunnen
verminderen (soms). Enkele verschijnselen van infectie zijn: koorts (vaak), keelpijn (soms),
mondzweren (soms) en vermoeidheid (soms).
Ontsteking van de alvleesklier (soms).
Stuipen (soms).
Voorbijgaande ischemische aanvallen (tijdelijke doorbloedingsstoornis in de hersenen die kortstondig
verlies van het gezichtsvermogen, zwakte van armen en benen, onduidelijk praten en verlies van het
bewustzijn veroorzaakt) (soms).
Oorsuizen (tinnitus) (soms).
Bij patiënten die langer dan 28 dagen Zyvoxid kregen, werden gevoelloosheid, een tintelend gevoel of wazig
zien gemeld. Raadpleeg bij problemen met uw gezichtsvermogen zo snel mogelijk uw arts.
Andere bijwerkingen omvatten:
Vaak (kunnen optreden bij maximaal 1 op 10 mensen):
Schimmelinfecties, vooral mond- of vaginale spruw.
Hoofdpijn.
Metaalsmaak in de mond.
Diarree, misselijkheid of braken.
Wijzigingen van sommige bloedtestresultaten, waaronder degene die proteïnen, zouten of enzymen
meten die uw nier- of leverfunctie of bloedsuikerspiegels meten.
Slaapstoornissen.
Verhoogde bloeddruk.
Bloedarmoede (laag aantal rode bloedcellen).
Duizeligheid.
Plaatselijke of algemene buikpijn.
Constipatie.
Indigestie.
Plaatselijke pijn.
Daling van het aantal bloedplaatjes.
Soms (kunnen optreden bij maximaal 1 op 100 mensen):
Ontsteking van de vagina of de genitale zone bij vrouwen.
Een tintelend gevoel of gevoelloosheid.
Gezwollen, gevoelige of verkleurde tong.
Droge mond.
Pijn ter hoogte van en rond de toedieningsplaats van het infuus.
Aderontsteking (ook ter hoogte van de toedieningsplaats van het infuus).
Vaker urineren.
Rillingen.
Zich dorstig voelen.
Verhoogde zweetproductie.
Hyponatriëmie (daling van het natriumgehalte in het bloed).
Nierfalen.
Opgeblazen buik.
Pijn op de injectieplaats.
Verhoging van het creatininegehalte.
Maagpijn.
Hartritmeveranderingen (bijv. versneld ritme).
Daling van het aantal bloedcellen.
BEL 22B09
Zwakte en/of veranderingen van de zintuiglijke waarneming.
Zelden (kunnen optreden bij maximaal 1 op 1.000 mensen):
Oppervlakkige tandverkleuring, verwijderbaar met professionele tandreiniging (manuele
tandsteenverwijdering).
De volgende bijwerkingen werden eveneens gemeld (niet bekend: frequentie kan met de beschikbare
gegevens niet worden bepaald):
Alopecie (haaruitval).
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit geldt
ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks
melden via het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten - Afdeling Vigilantie,
Postbus 97, B-1000 BRUSSEL, Madou (website: www.eenbijwerkingmelden.be; e-mail: adr@fagg.be).
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit
geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de verpakking,
zakken en het omhulsel na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Het ziekenhuispersoneel zal ervoor zorgen dat de Zyvoxid oplossing niet gebruikt wordt na de op de zak na
EXP vermelde vervaldatum en onmiddellijk na opening toegediend wordt. Vóór gebruik zullen ze de
oplossing visueel controleren en alleen een heldere oplossing zonder deeltjes zal gebruikt worden. Ze zullen
er ook voor zorgen dat de oplossing tot gebruik correct bewaard wordt in de doos en folieverpakking ter
bescherming tegen licht en buiten het zicht en bereik van kinderen.
Na opening:
Vanuit microbiologisch oogpunt moet het product onmiddellijk worden gebruikt, tenzij de gebruikte
methode voor het openen het risico op microbiële contaminatie uitsluit. Als het product niet onmiddellijk
wordt gebruikt, vallen de bewaartijden en -omstandigheden onder de verantwoordelijkheid van de gebruiker.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw apotheker
wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een verantwoorde manier
vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is linezolid. Elke 1 ml oplossing bevat 2 mg linezolid. Elke infuuszak
van 300 ml bevat 600 mg linezolid.
De andere stoffen in dit middel zijn glucosemonohydraat (een soort suiker, zie rubriek 2 `Zyvoxid bevat
glucose'), natriumcitraatdihydraat (E331, zie rubriek 2 `Zyvoxid bevat natrium'), watervrij citroenzuur
(E330), zoutzuur (E507) of natriumhydroxide (E524) en water voor injecties.
Hoe ziet Zyvoxid eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Zyvoxid
is een heldere oplossing in infuuszakken voor eenmalig gebruik die 300 ml oplossing bevatten.
De zakken zijn verpakt in dozen van 1, 2, 5, 10, 20 of 25 zakken.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
BEL 22B09
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Pfizer NV, Pleinlaan 17, 1050 Brussel, België.
Fabrikant
Fresenius Kabi Norge AS, Svinesundveien 80, NO-1788 Halden, Noorwegen.
Nummer van de vergunning voor het in de handel brengen
Zyvoxid 2 mg/ml oplossing voor infusie:
BE226651 (Excel zak)
BE397713 (Freeflex zak)
Afleveringswijze: geneesmiddel op medisch voorschrift.
Dit geneesmiddel is geregistreerd in lidstaten van de EEA onder de volgende namen
België
Zyvoxid
Cyprus
Zyvoxid
Denemarken
Zyvoxid
Duitsland
Zyvoxid
Estland
Zyvoxid
Finland
Zyvoxid
Frankrijk
Zyvoxid
Griekenland
Zyvoxid
Ierland
Zyvox
IJsland
Zyvoxid
Italië
Zyvoxid
Letland
Zyvoxid
Litouwen
Zyvoxid
Luxemburg
Zyvoxid
Malta
Zyvox
Nederland
Zyvoxid
Noorwegen
Zyvoxid
Oostenrijk
Zyvoxid
Polen
Zyvoxid
Portugal
Zyvoxid
Slovenië
Zyvoxid
Slowakije
Zyvoxid
Spanje
Zyvoxid
Tsjechische Republiek
Zyvoxid
Verenigd Koninkrijk
Zyvox
Zweden
Zyvoxid
Deze bijsluiter is voor het laatst herzien in 03/2022.
BEL 22B09
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg
Zyvoxid 2 mg/ml oplossing voor infusie
linezolid
BELANGRIJK: Raadpleeg de samenvatting van de productkenmerken alvorens dit geneesmiddel voor te
schrijven.
Linezolid is niet actief tegen infecties veroorzaakt door Gram-negatieve pathogenen. Een specifieke
behandeling tegen Gram-negatieve organismen moet gelijktijdig worden opgestart wanneer een Gram-
negatieve pathogeen is aangetoond of wordt vermoed.
Beschrijving
Voor éénmalig gebruik, klaar voor gebruik, latexvrije infuuszakken bestaande uit een meerlagige polyolefine
film (Excel of Freeflex) verzegeld in een folielaminaten omhulsel. De infuuszak bevat 300 ml oplossing, en
is verpakt in een doos. Elke doos bevat 1, 2, 5, 10*, 20 of 25 infuuszakken.
Opmerking:
*Momenteel worden uitsluitend dozen met 10 zakken in de handel gebracht.
Zyvoxid 2 mg/ml oplossing voor infusie bevat 2 mg/ml linezolid in een isotone, heldere, kleurloze tot gele
oplossing. De andere bestanddelen zijn: glucosemonohydraat, natriumcitraatdihydraat (E331), watervrij
citroenzuur (E330), zoutzuur (E507) of natriumhydroxide (E524), water voor injecties.
Dosering en wijze van toediening
Linezolid hoort enkel opgestart te worden in een hospitaalomgeving en na consultatie van een relevante
specialist zoals een microbioloog of een specialist in infectieziekten.
Patiënten die de behandeling beginnen met de parenterale formulering kunnen worden overgeschakeld op
één van beide orale presentaties indien klinisch aangewezen. In dergelijke omstandigheden is er geen
doseringsaanpassing nodig, aangezien linezolid een orale biologische beschikbaarheid heeft van ongeveer
100%. De oplossing voor infusie moet toegediend worden over een periode van 30 tot 120 minuten.
De aanbevolen dosis linezolid moet tweemaal daags intraveneus (IV) worden toegediend.
Aanbevolen dosering en behandelingsduur voor volwassenen
De duur van de behandeling is afhankelijk van de pathogeen, de plaats en de ernst van de infectie, en de
klinische respons van de patiënt.
De volgende aanbevelingen voor de duur van de behandeling weerspiegelen deze gebruikt in de klinische
studies. Kortere behandelingen kunnen geschikt zijn voor sommige types infectie maar zijn niet geëvalueerd
in klinische studies.
De maximale behandelingsduur bedraagt 28 dagen. De veiligheid en de doeltreffendheid van linezolid
gedurende behandelingsperioden van langer dan 28 dagen zijn nog niet bepaald.
De aanbevolen dosis of behandelingsduur hoeft niet verhoogd te worden bij infecties die gepaard gaan met
bacteriëmie.
De aanbevolen doseringen voor de oplossing voor infusie en de tabletten/het granulaat voor orale suspensie
zijn identiek en zijn de volgende:
BEL 22B09
Dosering en toedieningsweg
Infecties
voor tweemaal daagse
Behandelingsduur
toediening
Nosocomiale pneumonie
Buiten het ziekenhuis
600 mg tweemaal per dag
verworven pneumonie
10-14 opeenvolgende dagen
Gecompliceerde infecties van
600 mg tweemaal per dag
de huid en weke weefsels
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van linezolid bij kinderen in de leeftijd tot 18 jaar oud zijn niet vastgesteld.
De momenteel beschikbare gegevens worden beschreven in rubrieken 4.8, 5.1 en 5.2 van de samenvatting
van de productkenmerken, maar er kan geen doseringsadvies worden gegeven.
Oudere patiënten
Er is geen dosisaanpassing vereist.
Nierfunctiestoornis
Er is geen dosisaanpassing vereist.
Ernstige nierfunctiestoornis (d.i. CLCR < 30 m
l/min)
Er is geen dosisaanpassing vereist. Wegens de ongekende klinische significantie van een verhoogde
blootstelling (tot 10 keer) aan de twee belangrijkste metabolieten van linezolid bij patiënten met ernstige
nierinsufficiëntie, hoort linezolid bij deze patiënten met bijzondere omzichtigheid gebruikt te worden en
alleen als men denkt dat het verwachte voordeel opweegt tegen het theoretische risico.
Aangezien ongeveer 30% van een dosis linezolid verwijderd wordt tijdens een hemodialysesessie van 3 uur,
hoort Zyvoxid te worden gegeven na dialyse bij patiënten die een dergelijke behandeling ondergaan. De
voornaamste metabolieten van linezolid worden voor een deel verwijderd door hemodialyse, maar de
concentraties van deze metabolieten zijn nog altijd aanzienlijk hoger na dialyse dan die waargenomen bij
patiënten met een normale nierfunctie of zwakke tot matige nierinsufficiëntie. Daarom dient linezolid met
bijzondere omzichtigheid te worden gebruikt bij patiënten met ernstige nierinsufficiëntie die dialyse
ondergaan, en alleen als het verwachte voordeel opweegt tegen het theoretische risico.
Tot op heden is er geen ervaring met het toedienen van linezolid aan patiënten die continue ambulante
peritoneale dialyse (CAPD) of alternatieve behandelingen voor nierfalen (andere dan hemodialyse)
ondergaan.
Leverfunctiestoornis
Patiënten met lichte tot matige leverinsufficiëntie (Child-Pugh klasse A of B): Er is geen dosisaanpassing
vereist.
Ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh klasse C)
Omdat linezolid gemetaboliseerd wordt door een niet-enzymatisch proces, wordt niet verwacht dat een
verminderde leverfunctie zijn metabolisme significant wijzigt en daarom is een dosisaanpassing niet
aanbevolen. Er zijn echter beperkte klinische gegevens en bij deze patiënten wordt aangeraden om linezolid
te gebruiken alleen wanneer het verwachte voordeel opweegt tegen het theoretische risico (zie rubrieken 4.4
en 5.2 van de SKP).
Contra-indicaties
Patiënten die overgevoelig zijn voor linezolid of voor een van de hulpstoffen.
Linezolid mag niet gebruikt worden bij patiënten die geneesmiddelen nemen die de monoamino-oxidasen A
of B remmen (bv. fenelzine, isocarboxazide, selegiline, moclobemide) of binnen de twee weken na gebruik
van dergelijke geneesmiddelen.
BEL 22B09
Tenzij er faciliteiten voorhanden zijn om de patiënt van nabij te observeren en de bloeddruk te monitoren
hoort linezolid niet toegediend te worden aan patiënten met de volgende onderliggende klinische
aandoeningen of die op hetzelfde moment behandeld worden met de volgende types medicatie:
Patiënten met ongecontroleerde hypertensie, feochromocytoom, carcinoïd, thyrotoxicose, bipolaire
depressie, schizoaffectieve stoornis, acute verwardheid.
Patiënten die één van de volgende geneesmiddelen innemen: serotonineheropnameremmers, tricyclische
antidepressiva, serotonine-5-HT1-receptoragonisten (triptanen), direct en indirect werkende
sympathicomimetica (inclusief de adrenerge bronchodilatatoren, pseudo-efedrine en
fenylpropanolamine), vasopressieve stoffen (bv. epinefrine, norepinefrine), dopaminerge stoffen (bv
dopamine, dobutamine), pethidine of buspiron.
Borstvoeding moet gestopt worden vóór en tijdens toediening (zie rubriek 4.6 van de SKP).
Bijzondere waarschuwingen en bijzondere voorzorgen bij gebruik
Myelosuppressie
Myelosuppressie (inclusief anemie, leukopenie, pancytopenie en trombocytopenie) werd gerapporteerd bij
patiënten die linezolid kregen. In gevallen met gekende afloop stegen de getroffen hematologische
parameters bij stopzetten van linezolid opnieuw naar de waarden van vóór de start van de behandeling. Het
risico op deze effecten lijkt gebonden te zijn aan de behandelingsduur. Oudere patiënten die met linezolid
worden behandeld, kunnen een groter risico op bloeddyscrasie lopen dan jongere patiënten.
Trombocytopenie kan vaker optreden bij al dan niet gedialyseerde patiënten met ernstige nierinsufficiëntie.
Een nauwgezette opvolging van het aantal bloedcellen is daarom aangeraden bij patiënten met vooraf
bestaande anemie, granulocytopenie of trombocytopenie, bij patiënten die gelijktijdig geneesmiddelen
krijgen die de hemoglobinespiegels kunnen doen dalen, het aantal bloedcellen kunnen onderdrukken of het
aantal bloedplaatjes of hun functie negatief kunnen beïnvloeden, bij patiënten met ernstige nierinsufficiëntie,
of bij patiënten die langer dan 10 tot 14 dagen behandeld worden. Linezolid mag aan deze patiënten enkel
toegediend worden als de mogelijkheid bestaat om de hemoglobinespiegels, het aantal bloedcellen en het
aantal bloedplaatjes van nabij op te volgen.
Als significante myelosuppressie optreedt tijdens een behandeling met linezolid, moet de behandeling
gestaakt worden tenzij voortzetten van de behandeling als absoluut noodzakelijk wordt beschouwd, in welk
geval een intensieve opvolging van het aantal bloedcellen en geschikte managementstrategieën dienen
geïmplementeerd te worden.
Het is bij patiënten die linezolid krijgen bovendien aangeraden wekelijks de volledige bloedcellenaantallen
(inclusief hemoglobinespiegels, bloedplaatjes- en totale en gedifferentieerde leukocytaantallen) op te volgen,
ongeacht de baselinewaarden.
In 'compassionate use'-studies werd een hogere incidentie van ernstige anemie gemeld bij patiënten die
langer behandeld werden met linezolid dan de maximale aanbevolen duur van 28 dagen. Deze patiënten
vereisten vaker een bloedtransfusie. Gevallen van anemie die een bloedtransfusie vereisten, zijn na het op de
markt brengen eveneens gemeld; daarbij deden zich meer gevallen voor bij patiënten die een
linezolidbehandeling toegediend kregen gedurende meer dan 28 dagen.
Gevallen van sideroblastische anemie zijn na het op de markt brengen gemeld. Wanneer het tijdstip van
begin bekend was, hadden de meeste patiënten een linezolidbehandeling gedurende meer dan 28 dagen
toegediend gekregen. De meeste patiënten herstelden volledig of gedeeltelijk na stopzetting van linezolid
met of zonder behandeling van hun anemie.
Wanverhouding van de mortaliteit in een klinische studie bij patiënten met katheter-gerelateerde Gram-
positieve bloedstroominfecties
Een verhoogde mortaliteit werd waargenomen bij met linezolid behandelde patiënten t.o.v. patiënten
behandeld met vancomycine/dicloxacilline/oxacilline in een open-label studie uitgevoerd bij ernstig zieke
patiënten met intravasculaire kathetergerelateerde infecties [78/363 (21,5%) tegenover 58/363 (16,0%)]. De
mortaliteit was voornamelijk afhankelijk van de status van de Gram-positieve infectie bij de baseline. Voor
patiënten met een zuiver Gram-positieve infectie waren de mortaliteitsspercentages gelijkaardig (oddsratio
0,96; 95% betrouwbaarheidsinterval: 0,58-1,59), maar voor patiënten geïnfecteerd met een ander pathogeen
BEL 22B09
of bij wie geen pathogeen werd geïdentificeerd bij de baseline waren ze significant hoger (p=0,0162) in de
linezolidgroep (oddsratio 2,48; 95% betrouwbaarheidsinterval: 1,38-4,46). De grootste wanverhouding werd
aangetroffen gedurende de behandeling en binnen de 7 dagen na stopzetting van het bestudeerde
geneesmiddel. Meer patiënten in de linezolidgroep verwierven infecties met Gram-negatieve pathogenen
tijdens de studie en overleden ten gevolge van Gram-negatieve of van polymicrobiële infecties. Daarom
hoort linezolid bij gecompliceerde infecties van de huid en de weke weefsels bij patiënten van wie men weet
of vermoed dat ze een co-infectie hebben met Gram-negatieve organismen alleen gebruikt te worden als er
geen therapeutisch alternatief is. Onder deze omstandigheden moet gelijktijdig een behandeling tegen Gram-
negatieve organismen worden opgestart.
Antibioticageassocieerde diarree en colitis
Met bijna alle antibiotica, inclusief linezolid, werden antibioticageassocieerde diarree en
antibioticageassocieerde colitis, inclusief pseudomembraneuze colitis en Clostridium difficile-geassocieerde
diarree gemeld, waarvan de ernst kan variëren van lichte diarree tot fatale colitis. Daarom is het belangrijk
om deze diagnose te overwegen bij patiënten die ernstige diarree krijgen tijdens of na het gebruik van
linezolid. Bij vermoeden van of bevestigde antibioticageassocieerde diarree of antibioticageassocieerde
colitis moet de lopende behandeling met antibacteriële middelen, inclusief linezolid, stopgezet worden en
moeten onmiddellijk gepaste therapeutische maatregelen genomen worden. In deze situatie zijn
geneesmiddelen die de peristaltiek remmen gecontra-indiceerd.
Lactaatacidose
Lactaatacidose is gemeld bij gebruik van linezolid. Patiënten die tekenen en symptomen van metabole
acidose ontwikkelen, met inbegrip van herhaalde misselijkheid of braken, buikpijn, een lage
bicarbonaatconcentratie of hyperventilatie tijdens de behandeling met linezolid, dienen onmiddellijk
medische zorgen te krijgen. Als lactaatacidose optreedt, dient het voortgezet gebruik van linezolid te worden
afgewogen tegenover de potentiële risico's.
Mitochondriale disfunctie
Linezolid remt de mitochondriale proteïnesynthese. Bijwerkingen, zoals lactaatacidose, anemie en
neuropathie (optische en perifere) kunnen optreden als gevolg van deze remming; deze voorvallen zijn
frequenter als het geneesmiddel langer dan 28 dagen wordt gebruikt.
Serotoninesyndroom
Bij gelijktijdige toediening van linezolid en serotonerge middelen, inclusief antidepressiva zoals selectieve
serotonineheropnameremmers (SSRI's) en opioïden, werden spontane meldingen van het
serotoninesyndroom gerapporteerd (zie rubriek 4.5 van de samenvatting van de productkenmerken). Daarom
is de gelijktijdige toediening van linezolid en serotonerge middelen gecontra-indiceerd (zie rubriek 4.3 van
de samenvatting van de productkenmerken), behalve wanneer de gelijktijdige toediening van linezolid en
serotonerge middelen noodzakelijk is. In deze gevallen moeten de patiënten nauwgezet geobserveerd worden
voor tekenen en symptomen van het serotoninesyndroom zoals cognitieve disfunctie, hyperpyrexie,
hyperreflexie en incoördinatie. Wanneer tekenen of symptomen optreden moeten artsen de stopzetting van
één of beide middelen overwegen; wanneer het concomitante serotonerge middel stopgezet wordt, kunnen
ontwenningssymptomen optreden.
Hyponatriëmie en SIADH
Hyponatriëmie en/of syndroom van inadequate secretie van antidiuretisch hormoon (SIADH, Syndrome of
Inappropriate Antidiuretic Hormone Secretion) zijn waargenomen bij sommige patiënten die werden
behandeld met linezolid. Het wordt aanbevolen om de natriumconcentraties in het serum regelmatig te
controleren bij patiënten met een risico op hyponatriëmie zoals oudere patiënten of bij patiënten die
geneesmiddelen innemen die het natriumgehalte in het bloed kunnen verlagen (bijv. thiazidediuretica zoals
hydrochloorthiazide).
Perifere en optische neuropathie
Zowel perifere neuropathie als optische neuritis en optische neuropathie, soms evoluerend tot verlies van het
gezichtsvermogen, zijn gemeld bij patiënten behandeld met Zyvoxid; deze meldingen deden zich
voornamelijk voor bij patiënten behandeld gedurende langer dan de maximale aanbevolen duur van 28
dagen.
BEL 22B09
Alle patiënten dienen geadviseerd te worden om symptomen van visuele stoornissen, zoals veranderingen in
de gezichtsscherpte of in het kleurenzien, wazig zien of gezichtsveldstoornissen te melden. In dergelijke
gevallen is een onmiddellijke evaluatie aanbevolen met verwijzing naar een oftalmoloog indien nodig. Bij
patiënten die langer dan de aanbevolen 28 dagen met Zyvoxid behandeld worden, dient de gezichtsfunctie
regelmatig te worden gecontroleerd.
Ingeval een perifere of optische neuropathie zich voordoet, dient het voortgezet gebruik van Zyvoxid te
worden afgewogen tegenover de potentiële risico's.
Er kan een toegenomen risico op neuropathie ontstaan wanneer linezolid wordt gebruikt bij patiënten die
gelijktijdig of recent antimycobacteriële middelen voor de behandeling van tuberculose innemen,
respectievelijk innamen.
Convulsies
Convulsies zijn gemeld bij patiënten tijdens de behandeling met Zyvoxid. In de meeste van deze gevallen
werden een voorgeschiedenis van epilepsieaanvallen of risicofactoren voor epilepsieaanvallen gemeld. De
patiënten dienen geadviseerd te worden om hun arts te informeren indien zij een voorgeschiedenis van
epilepsieaanvallen hebben.
Monoamino-oxidase-inhibitoren
Linezolid is een omkeerbare, niet-selectieve monoamino-oxidase-inhibitor (MAOI); bij de dosissen die
gebruikt worden voor antibacteriële therapie heeft het echter geen antidepressief effect. De gegevens uit
geneesmiddeleninteractiestudies en omtrent de veiligheid van linezolid bij toediening aan patiënten met
onderliggende aandoeningen en/of die gelijktijdig geneesmiddelen nemen die hen zouden kunnen
blootstellen aan een risico ten gevolge van MAO-remming, zijn zeer beperkt. Bijgevolg is linezolid niet
aanbevolen voor gebruik in deze omstandigheden tenzij de mogelijkheid bestaat om de patiënt van nabij te
observeren en te monitoren.
Gebruik met tyraminerijk voedsel
Patiënten moeten afgeraden worden om grote hoeveelheden tyraminerijk voedsel te gebruiken.
Superinfectie
De effecten van een behandeling met linezolid op de normale flora werden niet geëvalueerd in klinische
studies.
Het gebruik van antibiotica kan occasioneel leiden tot overgroei van niet-gevoelige organismen. Zo
ontwikkelde bijvoorbeeld ongeveer 3% van de patiënten die de aanbevolen linezoliddosissen kregen
geneesmiddelengebonden candidose tijdens de klinische studies. Indien een superinfectie tijdens de
behandeling zou voorkomen, horen gepaste maatregelen genomen te worden.
Speciale populaties
Linezolid hoort met bijzondere omzichtigheid gebruikt te worden bij patiënten met ernstige
nierinsufficiëntie, en alleen als men denkt dat het verwachte voordeel opweegt tegen het theoretische risico
(zie rubrieken 4.2 en 5.2 van de samenvatting van de productkenmerken).
Het is aanbevolen linezolid enkel toe te dienen aan patiënten met ernstige leverinsufficiëntie als het
waargenomen voordeel opweegt tegen het theoretische risico.
Verminderde fertiliteit
Linezolid verminderde de fertiliteit van volwassen mannelijke ratten op omkeerbare wijze en induceerde
abnormale spermamorfologie bij blootstelling aan spiegels die ongeveer gelijk waren aan die verwacht bij de
mens; mogelijke effecten van linezolid op het mannelijke reproductiesysteem bij de mens zijn niet gekend.
Klinische studies
De veiligheid en doeltreffendheid van linezolid toegediend gedurende periodes langer dan 28 dagen werden
niet bepaald.
BEL 22B09
Gecontroleerde klinische studies omvatten geen patiënten met diabetische-voetlesies, decubitus of
ischemische lesies, ernstige brandwonden of gangreen. Daarom is ervaring in het gebruik van linezolid voor
de behandeling van deze aandoeningen beperkt.
Hulpstoffen
Glucose
Iedere ml oplossing bevat 45,7 mg glucose (d.i. 13,7 g/300 ml glucose). Bij patiënten met diabetes-mellitus
of andere aandoeningen geassocieerd met glucose-intolerantie moet hiermee rekening worden gehouden.
Natrium
Iedere ml oplossing bevat ook 0,38 mg (114 mg/300 ml) natrium, overeenkomend met 0,02% van de door de
WHO maximale aanbevolen dagelijkse inname (ADI) van 2 g voor een volwassene. De hoeveelheid natrium
moet in aanmerking worden genomen bij patiënten op een gecontroleerd natriumdieet.
Zyvoxid oplossing voor intraveneuze infusie kan verder worden bereid voor toediening met oplossingen die
natrium bevatten (zie rubrieken 4.2, 6.2 en 6.6) en hiermee dient rekening te worden gehouden in verband
met de totale hoeveelheid natrium van alle bronnen die aan de patiënt zullen worden toegediend.
Interacties
Monoamino-oxidase-inhibitoren
Linezolid is een omkeerbare, niet-selectieve monoamino-oxidase-inhibitor (MAOI). De gegevens uit
geneesmiddeleninteractiestudies en omtrent de veiligheid van linezolid bij toediening aan patiënten die
gelijktijdig geneesmiddelen nemen die hen zouden kunnen blootstellen aan een risico ten gevolge van MAO-
remming zijn zeer beperkt. Bijgevolg is linezolid niet aanbevolen voor gebruik in deze omstandigheden,
tenzij het mogelijk is de patiënt van nabij te observeren en te monitoren.
Potentiële interacties met bloeddrukverhogend effect
Bij gezonde vrijwilligers met een normale bloeddruk, versterkte linezolid het bloeddrukverhogend effect van
pseudo-efedrine en fenylpropanolaminehydrochloride. De gelijktijdige toediening van linezolid met ofwel
pseudo-efedrine ofwel fenylpropanolamine leidde tot een gemiddelde verhoging van de systolische
bloeddruk met ongeveer 30-40 mmHg, in vergelijking met een stijging van 11-15 mmHg met linezolid
alleen, van 14-18 mmHg met ofwel pseudo-efedrine ofwel fenylpropanolamine alleen, en van 8-11 mmHg
met placebo. Er werden geen vergelijkbare studies uitgevoerd bij patiënten met hypertensie. Het is raadzaam
om de dosissen van geneesmiddelen met een vasopressieve werking, inclusief dopaminerge stoffen,
zorgvuldig te titreren om de gewenste respons te bekomen in geval van gelijktijdige toediening met linezolid.
Potentiële serotonerge interacties
De potentiële geneesmiddeleninteractie met dextromethorfan werd bestudeerd bij gezonde vrijwilligers. De
proefpersonen kregen dextromethorfan (twee dosissen van 20 mg met een interval van 4 uur) met of zonder
linezolid. Er werden bij gezonde proefpersonen die linezolid en dextromethorfan kregen geen
serotoninesyndroomeffecten waargenomen (verwardheid, delirium, rusteloosheid, tremor, blozen, diaforese,
hyperpyrexie).
Postmarketingervaring: er was één melding van een patiënt die tijdens de behandeling met linezolid en
dextromethorfan effecten vertoonde gelijkend op het serotoninesyndroom, maar die verdwenen na
stopzetting van beide geneesmiddelen.
Bij het klinische gebruik van linezolid met serotonerge middelen, inclusief antidepressiva zoals selectieve
serotonineheropnameremmers (SSRI's) en opioïden, werden gevallen van het serotoninesyndroom
gerapporteerd. Daarom wordt, hoewel de gelijktijdige toediening gecontra-indiceerd is (zie rubriek 4.3 van
de samenvatting van de productkenmerken), de behandeling van patiënten voor wie de behandeling met
linezolid en serotonerge middelen noodzakelijk is, beschreven in bijzondere waarschuwingen en bijzondere
voorzorgen bij gebruik.
BEL 22B09
Gebruik met tyraminerijk voedsel
Er werd geen significante pressorrespons waargenomen bij proefpersonen die gelijktijdig linezolid en minder
dan 100 mg tyramine kregen. Dit suggereert dat het alleen noodzakelijk is om de inname van buitensporige
hoeveelheden voedsel en drank met een hoog tyraminegehalte (bijvoorbeeld belegen kazen, gistextracten,
niet-gedistilleerde alcoholische dranken en gefermenteerde sojaboonproducten zoals sojasaus) te vermijden.
Door cytochroom P450 gemetaboliseerde geneesmiddelen
Linezolid wordt niet meetbaar gemetaboliseerd door het cytochroom-P450-(CYP)-enzymsysteem en het remt
geen enkele van de klinisch significante humane CYP-isovormen (1A2, 2C9, 2C19, 2D6, 2E1, 3A4).
Linezolid induceert evenmin de P450-iso-enzymen bij ratten. Bijgevolg zijn er geen CYP450-geïnduceerde
geneesmiddeleninteracties te verwachten met linezolid.
Rifampicine
Het effect van rifampicine op de farmacokinetiek van linezolid werd onderzocht bij zestien gezonde
volwassen mannelijke vrijwilligers die gedurende 2,5 dagen tweemaal per dag 600 mg linezolid kregen met
en zonder 600 mg rifampicine eenmaal per dag gedurende 8 dagen. Rifampicine verminderde de Cmax en
AUC van linezolid met respectievelijk gemiddeld 21% [90% BI, 15, 27] en gemiddeld 32% [90% BI, 27,
37]. Het mechanisme van deze interactie en de klinische significantie daarvan zijn onbekend.
Warfarine
Als warfarine bij steady-state toegevoegd werd aan een behandeling met linezolid, daalde de gemiddelde
maximale INR met 10% bij gelijktijdige toediening en de AUC)INR met 5%. Er zijn onvoldoende gegevens
beschikbaar van patiënten die behandeld werden met warfarine en linezolid om de eventuele klinische
significantie van deze bevindingen te beoordelen.
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn beperkte gegevens over het gebruik van linezolid bij zwangere vrouwen. Studies bij dieren hebben
reproductie toxiciteit aangetoond. Er bestaat een mogelijk risico voor de mens.
Zyvoxid mag niet worden gebruikt tijdens de zwangerschap tenzij absoluut noodzakelijk, d.i. alleen als het
potentiële voordeel opweegt tegen het theoretische risico.
Borstvoeding
Gegevens uit studies bij dieren suggereren dat linezolid en zijn metabolieten kunnen overgaan in de
moedermelk, en dus dient borstvoeding te worden onderbroken vóór en tijdens de hele duur van de
toediening.
Vruchtbaarheid
Uit dieronderzoek is gebleken dat linezolid een daling van de vruchtbaarheid veroorzaakte.
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Patiënten dienen te worden gewaarschuwd voor de mogelijkheid van duizeligheid of symptomen van visuele
stoornissen tijdens het gebruik van linezolid, en geadviseerd om geen wagen te besturen of machines te
bedienen indien een van deze symptomen optreedt.
Bijwerkingen
De onderstaande tabel toont een lijst van ongewenste reacties op het geneesmiddel met een frequentie op
basis van gegevens door alle oorzaken uit klinische studies die meer dan 6.000 volwassen patiënten
omvatten. Zij kregen tot maximum 28 dagen lang de aanbevolen dosissen linezolid. De meest gemelde
bijwerkingen waren diarree (8,9%), misselijkheid (6,9%), braken (4,3%) en hoofdpijn (4,2%).
De meest gemelde geneesmiddelen gebonden bijwerkingen die leidden tot het stoppen van de behandeling
waren hoofdpijn, diarree, misselijkheid en braken. Ongeveer 3% van de patiënten staakte de behandeling
omdat ze een bijwerking ondervonden door het geneesmiddel.
BEL 22B09
Bijkomende ongewenste reacties die tijdens de ervaring na het op de markt brengen werden gemeld, zijn in
de tabel opgenomen onder de frequentiecategorie 'Niet bekend', daar de werkelijke frequentie met de
beschikbare gegevens niet kan worden bepaald.
De volgende bijwerkingen werden opgemerkt en gemeld tijdens de behandeling met linezolid met de
volgende frequenties: zeer vaak (> 1/10); vaak ( 1/100 tot < 1/10); soms ( 1/1.000 tot < 1/100); zelden
( 1/10.000 tot < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet
worden bepaald).
Systeem/orgaan-
Vaak
Soms
Zelden
Zeer zelden
Niet bekend (kan
klasse
( 1/100 tot
( 1/1.000 tot
( 1/10.000
(< 1/10.000)
met de
< 1/10)
< 1/100)
tot < 1/1.000)
beschikbare
gegevens niet
worden bepaald)
Infecties en
candidose,
antibiotica-
parasitaire
orale candidose,
geassocieerde colitis,
aandoeningen
vaginale
met inbegrip van
candidose,
pseudo-
fungale infecties
membraneuze
colitis*, vaginitis
Bloed- en
trombocytopenie
pancytopenie*,
sideroblastisch
myelosuppressie*
lymfestelsel-
*, anemie*
leukopenie*,
e anemie*
aandoeningen
neutropenie,
eosinofilie
Immuunsysteem-
anafylaxie
aandoeningen
Voedings- en
hyponatriëmie
lactaatacidose
stofwisselings-
*
stoornissen
Psychische
slapeloosheid
stoornissen
Zenuwstelsel-
hoofdpijn,
convulsies*, perifere
serotoninesyn-
aandoeningen
smaak-
neuropathie*,
droom**
verandering
hypoesthesie,
(metaalsmaak),
paresthesie
duizeligheid
Oog-
optische
gezichtsveld-
optische neuritis*,
aandoeningen
neuropathie*, wazig
stoornissen *
verlies van het
zien*
gezichtsvermogen
*, veranderingen
in de gezichts-
scherpte* of in het
kleurenzien*
Evenwichts-
oorsuizen
orgaan- en
ooraandoeningen
Hart-
aritmie (tachycardie)
aandoeningen
Bloedvat-
hypertensie
transiënte
aandoeningen
ischemische
aanvallen, flebitis,
tromboflebitis
Maagdarm-
diarree,
pancreatitis,
oppervlakkige
stelsel-
misselijkheid,
gastritis,
tand-
aandoeningen
braken,
abdominale distensie, verkleuring
BEL 22B09
Systeem/orgaan-
Vaak
Soms
Zelden
Zeer zelden
Niet bekend (kan
klasse
( 1/100 tot
( 1/1.000 tot
( 1/10.000
(< 1/10.000)
met de
< 1/10)
< 1/100)
tot < 1/1.000)
beschikbare
gegevens niet
worden bepaald)
gelokaliseerde of droge mond,
algemene
glossitis,
buikpijn,
losse stoelgang,
constipatie,
stomatitis,
dyspepsie
tongverkleuring of -
aandoening
Lever- en
abnormale
verhoogde totaal
galaandoeningen
leverfunctie-test,
bilirubine
verhoogde
ASAT, ALAT of
alkalische
fosfatase
Huid- en
pruritus,
angio-oedeem,
toxische
alopecie
onderhuid-
uitslag
urticaria, bulleuze
epidermale
aandoeningen
dermatitis,
necrolyse#,
dermatitis,
Stevens-
diaforese
Johnson-
syndroom#,
overgevoeligh
eidsvasculitis
Nier- en
verhoogde BUN
nierinsufficiëntie,
urineweg-
verhoogde creatinine,
aandoeningen
polyurie
Voortplantings-
vulvovaginale
stelsel- en
stoornis
borstaan-
doeningen
Algemene
koorts,
rillingen,
aandoeningen en gelokaliseerde
vermoeidheid,
toedienings-
pijn
pijn op de
plaats-
injectieplaats,
stoornissen
verhoogde dorst
Onderzoeken
Chemie
Chemie
Verhoogde LDH,
Verhoogd natrium-
creatinekinase,
of calciumgehalte.
lipase, amylase
Verminderde niet-
of niet-nuchtere
nuchtere glucose.
glucose.
Verhoogde of
Verminderd
verminderde
totale
chloride.
proteïnegehalte,
albumine-,
natrium- of
calciumgehalte.
Verhoogd of
verminderd
kalium- of
bicarbonaatgehalt
BEL 22B09
Systeem/orgaan-
Vaak
Soms
Zelden
Zeer zelden
Niet bekend (kan
klasse
( 1/100 tot
( 1/1.000 tot
( 1/10.000
(< 1/10.000)
met de
< 1/10)
< 1/100)
tot < 1/1.000)
beschikbare
gegevens niet
worden bepaald)
e.
Hematologie
Hematologie
Verhoogde
Verhoogd aantal
neutrofielen of
reticulocyten.
eosinofielen.
Verminderd aantal
Verlaagde
neutrofielen.
hemoglobine,
verlaagd
hematocrietgehal
te of aantal rode
bloedcellen
verhoogd of
verlaagd aantal
bloedplaatjes of
witte bloedcellen.
* Zie rubriek 'Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik'.
** Zie rubrieken 'Contra-indicaties' en 'Interacties'.
# Frequentie van bijwerkingen geschat met behulp van 'De regel van 3'
Zie hieronder.
De volgende bijwerkingen van linezolid werden in zeldzame gevallen als ernstig beschouwd: gelokaliseerde
buikpijn, transiënte ischemische aanvallen en hypertensie.
In gecontroleerde klinische studies waarin linezolid gedurende maximaal 28 dagen werd toegediend, meldde
2,0% van de patiënten anemie. In een 'compassionate use'-programma met patiënten met levensbedreigende
infecties en onderliggende comorbiditeiten bedroeg het percentage patiënten dat tijdens de behandeling met
linezolid gedurende 28 dagen anemie ontwikkelde 2,5% (33/1326) tegenover 12,3% (53/430) bij de
patiënten die > 28 dagen behandeld werden. Het aantal gevallen dat een ernstige geneesmiddelengerelateerde
anemie meldde en een bloedtransfusie nodig had, bedroeg 9% (3/33) bij de patiënten behandeld gedurende
28 dagen en 15% (8/53) bij deze behandeld gedurende > 28 dagen.
Pediatrische patiënten
Veiligheidsgegevens van klinische studies gebaseerd op meer dan 500 pediatrische patiënten (van de
geboorte tot 17 jaar) duiden er niet op dat het veiligheidsprofiel van linezolid voor pediatrische patiënten
verschilt van dat voor volwassen patiënten.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen.
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze
wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd.
Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg worden verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via
het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten - Afdeling Vigilantie, Postbus 97,
B-1000 BRUSSEL, Madou (website: www.eenbijwerkingmelden.be; e-mail: adr@fagg.be).
Overdosering
Er is geen specifiek antidotum bekend.
Er zijn geen gevallen van overdosering gemeld. De volgende informatie zou echter nuttig kunnen blijken:
Ondersteunende zorg wordt aangeraden, samen met de instandhouding van de glomerulaire filtratie.
Ongeveer 30% van een dosis linezolid wordt verwijderd tijdens een drie uur durende hemodialysesessie,
BEL 22B09
maar er zijn geen gegevens beschikbaar over de verwijdering van linezolid door middel van peritoneale
dialyse of hemoperfusie.
Instructies voor gebruik en verwerking
Voor eenmalig gebruik. Verwijder de omslag slechts wanneer klaar voor gebruik. Controleer de infuuszak op
kleine lekken door stevig in de zak te knijpen. Gebruik de zak niet als hij lekt, omdat de steriliteit aangetast
kan zijn. De oplossing moet visueel geïnspecteerd worden vóór gebruik en enkel heldere oplossingen, zonder
deeltjes mogen gebruikt worden. Gebruik deze infuuszakken niet in serieschakelingen. Alle ongebruikte
vloeistof moet worden vernietigd. Geen bijzondere vereisten voor verwijdering. Al het ongebruikte
geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften. Sluit
gedeeltelijk gebruikte zakken niet opnieuw aan.
Zyvoxid-oplossing voor infusie is verenigbaar met de volgende oplossingen: 5%-glucoseoplossing voor
intraveneuze infusie, 0,9%-natriumchlorideoplossing voor intraveneuze infusie, Ringer-lactaatoplossing voor
injectie (Hartmann's oplossing voor injectie).
Gevallen van onverenigbaarheid
Er mogen geen additieven aan deze oplossing worden toegevoegd. Indien linezolid gelijktijdig met andere
geneesmiddelen moet worden toegediend, dient ieder geneesmiddel apart te worden toegediend
overeenkomstig de eigen gebruiksaanwijzing. Wanneer meerdere geneesmiddelen langs dezelfde
intraveneuze lijn na elkaar moeten toegediend worden, hoort de lijn, vóór en na de toediening van linezolid,
gespoeld te worden met een oplossing voor infusie die hiermee verenigbaar is.
Zyvoxid-oplossing voor infusie is fysisch onverenigbaar met de volgende verbindingen: amfotericine B,
chloorpromazinehydrochloride, diazepam, pentamidine-isethionaat, erytromycinelactobionaat,
natriumfenytoïne en sulfamethoxazol/trimethoprim. Het is bovendien chemisch onverenigbaar met
natriumceftriaxon.
Houdbaarheid
Vóór openen: 3 jaar.
Na het openen: Vanuit microbiologisch standpunt moet het product onmiddellijk gebruikt worden, tenzij de
methode van het openen het risico op microbiële contaminatie uitsluit. Indien niet onmiddellijk gebruikt,
vallen de bewaartermijn en de bewaaromstandigheden tijdens het gebruik onder de verantwoordelijkheid van
de gebruiker.
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaar in de originele buitenverpakking (omhulsel en karton) tot voor gebruik ter bescherming tegen licht.
BEL 22B09
BEL 22B09
Bijsluiter: Informatie voor de gebruiker
Zyvoxid 2 mg/ml oplossing voor infusie
linezolid
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in
deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Zyvoxid en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Zyvoxid en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Zyvoxid is een antibioticum uit de klasse van de oxazolidinonen dat de groei remt van bepaalde bacteriën
(kiemen) die infecties veroorzaken. Het
wordt gebruikt bij de behandeling van longontsteking en sommige
infecties van de huid of onderliggende weefsels. Uw arts bepaalt of Zyvoxid geschikt is voor de behandeling
van uw infectie.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor linezolid of voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u
vinden in rubriek 6.
U neemt geneesmiddelen bekend als monoamino-oxidaseremmers (MAOI's, bijvoorbeeld fenelzine,
isocarboxazide, selegiline, moclobemide) in of heeft deze de afgelopen 2 weken ingenomen. Deze
geneesmiddelen kunnen gebruikt worden bij de behandeling van depressie of de ziekte van Parkinson.
U geeft borstvoeding, omdat Zyvoxid in de moedermelk overgaat en schadelijk kan zijn voor de baby.
Waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt.
Zyvoxid
kan ongeschikt zijn voor u als u
ja antwoordt op één van de volgende vragen. Breng in dergelijk
geval uw arts op de hoogte omdat hij/zij uw algemene gezondheidstoestand en bloeddruk zal moeten
controleren voor en tijdens uw behandeling of kan beslissen dat een andere behandeling beter voor u is.
Raadpleeg uw arts als u niet zeker bent of deze categorieën van toepassing zijn op u.
Heeft u een hoge bloeddruk, ongeacht of u hier al dan niet geneesmiddelen voor gebruikt?
Werd bij u een overactieve schildklier vastgesteld?
Heeft u een bijniertumor (feochromocytoom) of het carcinoïdsyndroom (veroorzaakt door tumoren van
het hormoonsysteem met symptomen van diarree, roodheid van de huid, piepende ademhaling)?
Lijdt u aan manische depressie, een schizoaffectieve stoornis, mentale verwardheid of andere mentale
problemen?
Heeft u een voorgeschiedenis van hyponatriëmie (laag natriumgehalte in het bloed) of neemt u
geneesmiddelen die het natriumgehalte in het bloed verlagen zoals bepaalde diuretica (ook
'plastabletten' genoemd) zoals hydrochloorthiazide?
BEL 22B09
Gebruikt u opioïden?
Het gebruik van bepaalde geneesmiddelen, waaronder antidepressiva en opioïden, in combinatie met
Zyvoxid kan leiden tot het serotoninesyndroom, een mogelijk levensbedreigende aandoening (zie rubriek 2
'Neemt u nog andere geneesmiddelen in?' en rubriek 4).
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Vertel uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt als u:
Bejaard bent.
Gemakkelijk blauwe plekken krijgt en bloedt.
Bloedarmoede heeft (laag aantal rode bloedcellen).
Vatbaar bent voor infecties.
Een voorgeschiedenis van epilepsieaanvallen heeft.
Lever- of nierproblemen heeft en vooral als u gedialyseerd wordt.
Diarree heeft.
Breng uw arts onmiddellijk op de hoogte als u tijdens de behandeling lijdt aan:
Stoornissen van het gezichtsvermogen, zoals wazig zien, veranderingen in het kleurenzien,
moeilijkheden om details te zien of als uw gezichtsveld beperkt wordt.
Verlies van gevoeligheid in uw armen of benen, of een tintelend of prikkend gevoel in uw armen of
benen.
Tijdens of na de inname van Zyvoxid kunt u net zoals met andere antibiotica diarree krijgen. Wanneer
deze diarree ernstig wordt, aanhoudt of wanneer u merkt dat uw ontlasting bloed of slijm bevat, moet u
onmiddellijk stoppen met het innemen van Zyvoxid en uw arts raadplegen. In deze situatie mag u geen
geneesmiddelen nemen die de darmbeweging stoppen of vertragen.
Terugkerende misselijkheid of braken, buikpijn of snel ademhalen.
Zich ziek en onwel voelen met spierzwakte, hoofdpijn, verwardheid en geheugenstoornissen wat kan
wijzen op hyponatriëmie (laag natriumgehalte in het bloed).
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Er bestaat een risico dat Zyvoxid wisselwerkingen heeft met bepaalde andere geneesmiddelen en
bijwerkingen veroorzaakt, zoals wijzigingen in de bloeddruk, temperatuur of hartslag.
Gebruikt u naast Zyvoxid nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker.
Vertel uw arts als u de volgende geneesmiddelen inneemt of de afgelopen 2 weken ingenomen heeft
omdat Zyvoxid
niet mag gebruikt worden als u deze geneesmiddelen al gebruikt of kort geleden gebruikt
heeft (zie ook rubriek 2 hierboven 'Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?').
Monoamino-oxidaseremmers (MAOI's, bijvoorbeeld fenelzine, isocarboxazide, selegiline,
moclobemide). Deze kunnen gebruikt worden bij de behandeling van depressie of de ziekte van
Parkinson.
Vertel uw arts ook als u de volgende geneesmiddelen inneemt. Uw arts kan nog altijd beslissen om u toch
Zyvoxid te geven, maar hij/zij zal uw algemene gezondheidstoestand en bloeddruk moeten controleren voor
en tijdens uw behandeling. In andere gevallen kan uw arts beslissen dat een andere behandeling beter is voor
u.
Ontzwellende middelen tegen verkoudheid of griep die pseudo-efedrine of fenylpropanolamine bevatten.
Sommige geneesmiddelen die gebruikt worden bij de behandeling van astma, zoals salbutamol,
terbutaline, fenoterol.
Bepaalde antidepressiva bekend als tricyclische of SSRI's (selectieve serotonineheropnameremmers). Er
zijn veel dergelijke geneesmiddelen, zoals amitriptyline, citalopram, clomipramine, dosulepine,
doxepine, fluoxetine, fluvoxamine, imipramine, lofepramine, paroxetine, sertraline.
Geneesmiddelen die gebruikt worden bij de behandeling van migraine, zoals sumatriptan en
zolmitriptan.
BEL 22B09
Geneesmiddelen die gebruikt worden bij de behandeling van plotse, ernstige allergische reacties, zoals
adrenaline (epinefrine).
Geneesmiddelen die uw bloeddruk verhogen, zoals noradrenaline (norepinefrine), dopamine en
dobutamine.
Opioïden bijvoorbeeld pethidine gebruikt bij de behandeling van matige tot ernstige pijn.
Geneesmiddelen die gebruikt worden bij de behandeling van angststoornissen, zoals buspiron.
Geneesmiddelen die de bloedstolling stoppen, zoals warfarine.
Een antibioticum dat rifampicine genoemd wordt.
Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol?
U kunt Zyvoxid vóór, tijdens of na een maaltijd gebruiken.
Vermijd het eten van grote hoeveelheden belegen kaas, gistextracten of sojaboonextracten (bv. sojasaus)
en het drinken van alcohol (vooral bier van het vat en wijn) omdat Zyvoxid kan reageren met tyramine,
een stof die van nature aanwezig is in sommige voedingsmiddelen. Deze interactie kan uw bloeddruk
verhogen.
Verwittig onmiddellijk uw arts, apotheker of verpleegkundige als u na het eten of drinken kloppende
hoofdpijn krijgt.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Het effect van Zyvoxid bij zwangere vrouwen is niet bekend. Daarom mag het niet ingenomen worden
tijdens de zwangerschap, tenzij aangeraden door uw arts. Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u
zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit
geneesmiddel gebruikt.
U mag geen borstvoeding geven als u Zyvoxid
inneemt omdat het overgaat in de moedermelk en schadelijk
kan zijn voor de baby.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Zyvoxid kan duizeligheid of problemen met uw gezichtsvermogen veroorzaken. In dergelijk geval mag u
niet rijden of geen machines bedienen. Denk eraan dat wanneer u zich niet goed voelt dit uw rijvaardigheid
of het vermogen om machines te bedienen kan beïnvloeden.
Zyvoxid bevat
Glucose
1 ml Zyvoxid oplossing bevat 45,7 mg glucose (13,7 g glucose in één zak).
Licht uw arts of verpleegkundige in als u aan diabetes lijdt.
Natrium
1 ml Zyvoxid oplossing bevat 0,38 mg natrium (belangrijk bestanddeel van keukenzout/tafelzout) (114 mg
natrium in één zak). Het natrium in één zak komt overeen met 5,7% van de aanbevolen maximale dagelijkse
hoeveelheid natrium in de voeding voor een volwassene.
Licht uw arts of verpleegkundige in als u een natriumarm dieet volgt.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Volwassenen
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals beschreven in deze bijsluiter of zoals uw arts, apotheker of
verpleegkundige u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
Dit geneesmiddel zal door een arts of professionele gezondheidszorgverstrekker toegediend worden via een
infuus in een ader. De aanbevolen dosis voor volwassenen (18 jaar en ouder) bedraagt 300 ml (600 mg
BEL 22B09
linezolid) tweemaal per dag rechtstreeks toegediend in de bloedstroom (intraveneus) via een infuus over een
periode van 30 tot 120 minuten.
Als u een nierdialysepatiënt bent, moet Zyvoxid na uw dialyse toegediend worden.
Een behandelingskuur duurt gewoonlijk 10 tot 14 dagen, maar kan tot 28 dagen duren. De veiligheid en
doeltreffendheid van dit geneesmiddel zijn niet vastgesteld voor behandelingsperiodes langer dan 28 dagen.
Uw arts zal bepalen hoelang u behandeld moet worden.
Tijdens uw behandeling met Zyvoxid, moet uw arts regelmatig bloedtests uitvoeren om uw bloedbeeld te
controleren.
Uw arts moet uw gezichtsvermogen controleren als u Zyvoxid langer dan 28 dagen gebruikt.
Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar
Zyvoxid
wordt normaal gezien niet gebruikt voor de behandeling van kinderen en jongeren tot 18 jaar.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Verwittig onmiddellijk uw arts of verpleegkundige als u vreest dat u meer Zyvoxid heeft gekregen dan u zou
mogen. Wanneer u te veel van Zyvoxid heeft gekregen, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts,
apotheker of het Antigifcentrum (070/245.245).
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Aangezien dit geneesmiddel onder nauwgezet toezicht toegediend zal worden, is het heel onwaarschijnlijk dat u
een dosis mist. Verwittig onmiddellijk een arts of verpleegkundige als u denkt dat u een behandelingsdosis
gemist heeft. Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te
maken.
Vertel onmiddellijk uw arts, verpleegkundige of apotheker als tijdens uw behandeling met Zyvoxid een
van de volgende bijwerkingen optreedt.
De ernstige bijwerkingen (frequentie tussen haakjes) van Zyvoxid zijn:
Ernstige huidreacties (soms), zwelling, vooral rond het gelaat en de hals (soms), piepende ademhaling
en/of ademhalingsproblemen (zelden). Dit kan het teken zijn van een allergische reactie en het kan
nodig zijn om de inname van Zyvoxid te stoppen. Huidreacties zoals een verhoogde paarse uitslag door
ontsteking van de bloedvaten (zelden), een rode pijnlijke en schilferende huid (dermatitis) (soms),
huiduitslag (vaak), jeuk (vaak).
Stoornissen van uw gezichtsvermogen (soms), zoals wazig zien (soms), veranderingen in het kleurenzien
(niet bekend), moeilijkheden om details te zien (niet bekend) of als uw gezichtsveld beperkt wordt
(zelden).
Ernstige diarree die bloed en/of slijm bevat (antibioticageassocieerde colitis, inclusief
pseudomembraneuze colitis), die in zeldzame omstandigheden kan leiden tot levensbedreigende
complicaties (soms).
Terugkerende misselijkheid of braken, buikpijn of snel ademhalen (zelden).
Met Zyvoxid werden epilepsieaanvallen gemeld (soms).
Serotoninesyndroom (niet bekend): verwittig uw arts indien u symptomen zoals opgewondenheid,
verwardheid, delirium, stijfheid, beven, coördinatiestoornissen, epilepsieaanvallen, snelle hartslag,
ernstige ademhalingsproblemen en diarree (die kan duiden op het serotoninesyndroom) ervaart terwijl u
ook antidepressiva die bekend zijn als SSRI's of opioïden inneemt (zie rubriek 2).
BEL 22B09
Onverklaarde bloeding of blauwe plekken, die toe te schrijven kunnen zijn aan wijzigingen in de
aantallen van sommige bloedcellen, die de bloedstolling kunnen beïnvloeden of kunnen leiden tot
bloedarmoede (vaak).
Wijzigingen in de aantallen van sommige bloedcellen die uw weerstand tegen infecties kunnen
verminderen (soms). Enkele verschijnselen van infectie zijn: koorts (vaak), keelpijn (soms),
mondzweren (soms) en vermoeidheid (soms).
Ontsteking van de alvleesklier (soms).
Stuipen (soms).
Voorbijgaande ischemische aanvallen (tijdelijke doorbloedingsstoornis in de hersenen die kortstondig
verlies van het gezichtsvermogen, zwakte van armen en benen, onduidelijk praten en verlies van het
bewustzijn veroorzaakt) (soms).
Oorsuizen (tinnitus) (soms).
Bij patiënten die langer dan 28 dagen Zyvoxid kregen, werden gevoelloosheid, een tintelend gevoel of wazig
zien gemeld. Raadpleeg bij problemen met uw gezichtsvermogen zo snel mogelijk uw arts.
Andere bijwerkingen omvatten:
Vaak (kunnen optreden bij maximaal 1 op 10 mensen):
Schimmelinfecties, vooral mond- of vaginale spruw.
Hoofdpijn.
Metaalsmaak in de mond.
Diarree, misselijkheid of braken.
Wijzigingen van sommige bloedtestresultaten, waaronder degene die proteïnen, zouten of enzymen
meten die uw nier- of leverfunctie of bloedsuikerspiegels meten.
Slaapstoornissen.
Verhoogde bloeddruk.
Bloedarmoede (laag aantal rode bloedcellen).
Duizeligheid.
Plaatselijke of algemene buikpijn.
Constipatie.
Indigestie.
Plaatselijke pijn.
Daling van het aantal bloedplaatjes.
Soms (kunnen optreden bij maximaal 1 op 100 mensen):
Ontsteking van de vagina of de genitale zone bij vrouwen.
Een tintelend gevoel of gevoelloosheid.
Gezwollen, gevoelige of verkleurde tong.
Droge mond.
Pijn ter hoogte van en rond de toedieningsplaats van het infuus.
Aderontsteking (ook ter hoogte van de toedieningsplaats van het infuus).
Vaker urineren.
Rillingen.
Zich dorstig voelen.
Verhoogde zweetproductie.
Hyponatriëmie (daling van het natriumgehalte in het bloed).
Nierfalen.
Opgeblazen buik.
Pijn op de injectieplaats.
Verhoging van het creatininegehalte.
Maagpijn.
Hartritmeveranderingen (bijv. versneld ritme).
Daling van het aantal bloedcellen.
BEL 22B09
Zwakte en/of veranderingen van de zintuiglijke waarneming.
Zelden (kunnen optreden bij maximaal 1 op 1.000 mensen):
Oppervlakkige tandverkleuring, verwijderbaar met professionele tandreiniging (manuele
tandsteenverwijdering).
De volgende bijwerkingen werden eveneens gemeld (niet bekend: frequentie kan met de beschikbare
gegevens niet worden bepaald):
Alopecie (haaruitval).
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit geldt
ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks
melden via het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten - Afdeling Vigilantie,
Postbus 97, B-1000 BRUSSEL, Madou (website: www.eenbijwerkingmelden.be; e-mail: adr@fagg.be).
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit
geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de verpakking,
zakken en het omhulsel na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Het ziekenhuispersoneel zal ervoor zorgen dat de Zyvoxid oplossing niet gebruikt wordt na de op de zak na
EXP vermelde vervaldatum en onmiddellijk na opening toegediend wordt. Vóór gebruik zullen ze de
oplossing visueel controleren en alleen een heldere oplossing zonder deeltjes zal gebruikt worden. Ze zullen
er ook voor zorgen dat de oplossing tot gebruik correct bewaard wordt in de doos en folieverpakking ter
bescherming tegen licht en buiten het zicht en bereik van kinderen.
Na opening:
Vanuit microbiologisch oogpunt moet het product onmiddellijk worden gebruikt, tenzij de gebruikte
methode voor het openen het risico op microbiële contaminatie uitsluit. Als het product niet onmiddellijk
wordt gebruikt, vallen de bewaartijden en -omstandigheden onder de verantwoordelijkheid van de gebruiker.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw apotheker
wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een verantwoorde manier
vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is linezolid. Elke 1 ml oplossing bevat 2 mg linezolid. Elke infuuszak
van 300 ml bevat 600 mg linezolid.
De andere stoffen in dit middel zijn glucosemonohydraat (een soort suiker, zie rubriek 2 `Zyvoxid bevat
glucose'), natriumcitraatdihydraat (E331, zie rubriek 2 `Zyvoxid bevat natrium'), watervrij citroenzuur
(E330), zoutzuur (E507) of natriumhydroxide (E524) en water voor injecties.
Hoe ziet Zyvoxid eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Zyvoxid
is een heldere oplossing in infuuszakken voor eenmalig gebruik die 300 ml oplossing bevatten.
De zakken zijn verpakt in dozen van 1, 2, 5, 10, 20 of 25 zakken.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
BEL 22B09
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Pfizer NV, Pleinlaan 17, 1050 Brussel, België.
Fabrikant
Fresenius Kabi Norge AS, Svinesundveien 80, NO-1788 Halden, Noorwegen.
Nummer van de vergunning voor het in de handel brengen
Zyvoxid 2 mg/ml oplossing voor infusie:
BE226651 (Excel zak)
BE397713 (Freeflex zak)
Afleveringswijze: geneesmiddel op medisch voorschrift.
Dit geneesmiddel is geregistreerd in lidstaten van de EEA onder de volgende namen
België
Zyvoxid
Cyprus
Zyvoxid
Denemarken
Zyvoxid
Duitsland
Zyvoxid
Estland
Zyvoxid
Finland
Zyvoxid
Frankrijk
Zyvoxid
Griekenland
Zyvoxid
Ierland
Zyvox
IJsland
Zyvoxid
Italië
Zyvoxid
Letland
Zyvoxid
Litouwen
Zyvoxid
Luxemburg
Zyvoxid
Malta
Zyvox
Nederland
Zyvoxid
Noorwegen
Zyvoxid
Oostenrijk
Zyvoxid
Polen
Zyvoxid
Portugal
Zyvoxid
Slovenië
Zyvoxid
Slowakije
Zyvoxid
Spanje
Zyvoxid
Tsjechische Republiek
Zyvoxid
Verenigd Koninkrijk
Zyvox
Zweden
Zyvoxid
Deze bijsluiter is voor het laatst herzien in 03/2022.
BEL 22B09
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg
Zyvoxid 2 mg/ml oplossing voor infusie
linezolid
BELANGRIJK: Raadpleeg de samenvatting van de productkenmerken alvorens dit geneesmiddel voor te
schrijven.
Linezolid is niet actief tegen infecties veroorzaakt door Gram-negatieve pathogenen. Een specifieke
behandeling tegen Gram-negatieve organismen moet gelijktijdig worden opgestart wanneer een Gram-
negatieve pathogeen is aangetoond of wordt vermoed.
Beschrijving
Voor éénmalig gebruik, klaar voor gebruik, latexvrije infuuszakken bestaande uit een meerlagige polyolefine
film (Excel of Freeflex) verzegeld in een folielaminaten omhulsel. De infuuszak bevat 300 ml oplossing, en
is verpakt in een doos. Elke doos bevat 1, 2, 5, 10*, 20 of 25 infuuszakken.
Opmerking:
*Momenteel worden uitsluitend dozen met 10 zakken in de handel gebracht.
Zyvoxid 2 mg/ml oplossing voor infusie bevat 2 mg/ml linezolid in een isotone, heldere, kleurloze tot gele
oplossing. De andere bestanddelen zijn: glucosemonohydraat, natriumcitraatdihydraat (E331), watervrij
citroenzuur (E330), zoutzuur (E507) of natriumhydroxide (E524), water voor injecties.
Dosering en wijze van toediening
Linezolid hoort enkel opgestart te worden in een hospitaalomgeving en na consultatie van een relevante
specialist zoals een microbioloog of een specialist in infectieziekten.
Patiënten die de behandeling beginnen met de parenterale formulering kunnen worden overgeschakeld op
één van beide orale presentaties indien klinisch aangewezen. In dergelijke omstandigheden is er geen
doseringsaanpassing nodig, aangezien linezolid een orale biologische beschikbaarheid heeft van ongeveer
100%. De oplossing voor infusie moet toegediend worden over een periode van 30 tot 120 minuten.
De aanbevolen dosis linezolid moet tweemaal daags intraveneus (IV) worden toegediend.
Aanbevolen dosering en behandelingsduur voor volwassenen
De duur van de behandeling is afhankelijk van de pathogeen, de plaats en de ernst van de infectie, en de
klinische respons van de patiënt.
De volgende aanbevelingen voor de duur van de behandeling weerspiegelen deze gebruikt in de klinische
studies. Kortere behandelingen kunnen geschikt zijn voor sommige types infectie maar zijn niet geëvalueerd
in klinische studies.
De maximale behandelingsduur bedraagt 28 dagen. De veiligheid en de doeltreffendheid van linezolid
gedurende behandelingsperioden van langer dan 28 dagen zijn nog niet bepaald.
De aanbevolen dosis of behandelingsduur hoeft niet verhoogd te worden bij infecties die gepaard gaan met
bacteriëmie.
De aanbevolen doseringen voor de oplossing voor infusie en de tabletten/het granulaat voor orale suspensie
zijn identiek en zijn de volgende:
BEL 22B09
Dosering en toedieningsweg
Infecties
voor tweemaal daagse
Behandelingsduur
toediening
Nosocomiale pneumonie
Buiten het ziekenhuis
600 mg tweemaal per dag
verworven pneumonie
10-14 opeenvolgende dagen
Gecompliceerde infecties van
600 mg tweemaal per dag
de huid en weke weefsels
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van linezolid bij kinderen in de leeftijd tot 18 jaar oud zijn niet vastgesteld.
De momenteel beschikbare gegevens worden beschreven in rubrieken 4.8, 5.1 en 5.2 van de samenvatting
van de productkenmerken, maar er kan geen doseringsadvies worden gegeven.
Oudere patiënten
Er is geen dosisaanpassing vereist.
Nierfunctiestoornis
Er is geen dosisaanpassing vereist.
Ernstige nierfunctiestoornis (d.i. CLCR < 30 m
l/min)
Er is geen dosisaanpassing vereist. Wegens de ongekende klinische significantie van een verhoogde
blootstelling (tot 10 keer) aan de twee belangrijkste metabolieten van linezolid bij patiënten met ernstige
nierinsufficiëntie, hoort linezolid bij deze patiënten met bijzondere omzichtigheid gebruikt te worden en
alleen als men denkt dat het verwachte voordeel opweegt tegen het theoretische risico.
Aangezien ongeveer 30% van een dosis linezolid verwijderd wordt tijdens een hemodialysesessie van 3 uur,
hoort Zyvoxid te worden gegeven na dialyse bij patiënten die een dergelijke behandeling ondergaan. De
voornaamste metabolieten van linezolid worden voor een deel verwijderd door hemodialyse, maar de
concentraties van deze metabolieten zijn nog altijd aanzienlijk hoger na dialyse dan die waargenomen bij
patiënten met een normale nierfunctie of zwakke tot matige nierinsufficiëntie. Daarom dient linezolid met
bijzondere omzichtigheid te worden gebruikt bij patiënten met ernstige nierinsufficiëntie die dialyse
ondergaan, en alleen als het verwachte voordeel opweegt tegen het theoretische risico.
Tot op heden is er geen ervaring met het toedienen van linezolid aan patiënten die continue ambulante
peritoneale dialyse (CAPD) of alternatieve behandelingen voor nierfalen (andere dan hemodialyse)
ondergaan.
Leverfunctiestoornis
Patiënten met lichte tot matige leverinsufficiëntie (Child-Pugh klasse A of B): Er is geen dosisaanpassing
vereist.
Ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh klasse C)
Omdat linezolid gemetaboliseerd wordt door een niet-enzymatisch proces, wordt niet verwacht dat een
verminderde leverfunctie zijn metabolisme significant wijzigt en daarom is een dosisaanpassing niet
aanbevolen. Er zijn echter beperkte klinische gegevens en bij deze patiënten wordt aangeraden om linezolid
te gebruiken alleen wanneer het verwachte voordeel opweegt tegen het theoretische risico (zie rubrieken 4.4
en 5.2 van de SKP).
Contra-indicaties
Patiënten die overgevoelig zijn voor linezolid of voor een van de hulpstoffen.
Linezolid mag niet gebruikt worden bij patiënten die geneesmiddelen nemen die de monoamino-oxidasen A
of B remmen (bv. fenelzine, isocarboxazide, selegiline, moclobemide) of binnen de twee weken na gebruik
van dergelijke geneesmiddelen.
BEL 22B09
Tenzij er faciliteiten voorhanden zijn om de patiënt van nabij te observeren en de bloeddruk te monitoren
hoort linezolid niet toegediend te worden aan patiënten met de volgende onderliggende klinische
aandoeningen of die op hetzelfde moment behandeld worden met de volgende types medicatie:
Patiënten met ongecontroleerde hypertensie, feochromocytoom, carcinoïd, thyrotoxicose, bipolaire
depressie, schizoaffectieve stoornis, acute verwardheid.
Patiënten die één van de volgende geneesmiddelen innemen: serotonineheropnameremmers, tricyclische
antidepressiva, serotonine-5-HT1-receptoragonisten (triptanen), direct en indirect werkende
sympathicomimetica (inclusief de adrenerge bronchodilatatoren, pseudo-efedrine en
fenylpropanolamine), vasopressieve stoffen (bv. epinefrine, norepinefrine), dopaminerge stoffen (bv
dopamine, dobutamine), pethidine of buspiron.
Borstvoeding moet gestopt worden vóór en tijdens toediening (zie rubriek 4.6 van de SKP).
Bijzondere waarschuwingen en bijzondere voorzorgen bij gebruik
Myelosuppressie
Myelosuppressie (inclusief anemie, leukopenie, pancytopenie en trombocytopenie) werd gerapporteerd bij
patiënten die linezolid kregen. In gevallen met gekende afloop stegen de getroffen hematologische
parameters bij stopzetten van linezolid opnieuw naar de waarden van vóór de start van de behandeling. Het
risico op deze effecten lijkt gebonden te zijn aan de behandelingsduur. Oudere patiënten die met linezolid
worden behandeld, kunnen een groter risico op bloeddyscrasie lopen dan jongere patiënten.
Trombocytopenie kan vaker optreden bij al dan niet gedialyseerde patiënten met ernstige nierinsufficiëntie.
Een nauwgezette opvolging van het aantal bloedcellen is daarom aangeraden bij patiënten met vooraf
bestaande anemie, granulocytopenie of trombocytopenie, bij patiënten die gelijktijdig geneesmiddelen
krijgen die de hemoglobinespiegels kunnen doen dalen, het aantal bloedcellen kunnen onderdrukken of het
aantal bloedplaatjes of hun functie negatief kunnen beïnvloeden, bij patiënten met ernstige nierinsufficiëntie,
of bij patiënten die langer dan 10 tot 14 dagen behandeld worden. Linezolid mag aan deze patiënten enkel
toegediend worden als de mogelijkheid bestaat om de hemoglobinespiegels, het aantal bloedcellen en het
aantal bloedplaatjes van nabij op te volgen.
Als significante myelosuppressie optreedt tijdens een behandeling met linezolid, moet de behandeling
gestaakt worden tenzij voortzetten van de behandeling als absoluut noodzakelijk wordt beschouwd, in welk
geval een intensieve opvolging van het aantal bloedcellen en geschikte managementstrategieën dienen
geïmplementeerd te worden.
Het is bij patiënten die linezolid krijgen bovendien aangeraden wekelijks de volledige bloedcellenaantallen
(inclusief hemoglobinespiegels, bloedplaatjes- en totale en gedifferentieerde leukocytaantallen) op te volgen,
ongeacht de baselinewaarden.
In 'compassionate use'-studies werd een hogere incidentie van ernstige anemie gemeld bij patiënten die
langer behandeld werden met linezolid dan de maximale aanbevolen duur van 28 dagen. Deze patiënten
vereisten vaker een bloedtransfusie. Gevallen van anemie die een bloedtransfusie vereisten, zijn na het op de
markt brengen eveneens gemeld; daarbij deden zich meer gevallen voor bij patiënten die een
linezolidbehandeling toegediend kregen gedurende meer dan 28 dagen.
Gevallen van sideroblastische anemie zijn na het op de markt brengen gemeld. Wanneer het tijdstip van
begin bekend was, hadden de meeste patiënten een linezolidbehandeling gedurende meer dan 28 dagen
toegediend gekregen. De meeste patiënten herstelden volledig of gedeeltelijk na stopzetting van linezolid
met of zonder behandeling van hun anemie.
Wanverhouding van de mortaliteit in een klinische studie bij patiënten met katheter-gerelateerde Gram-
positieve bloedstroominfecties
Een verhoogde mortaliteit werd waargenomen bij met linezolid behandelde patiënten t.o.v. patiënten
behandeld met vancomycine/dicloxacilline/oxacilline in een open-label studie uitgevoerd bij ernstig zieke
patiënten met intravasculaire kathetergerelateerde infecties [78/363 (21,5%) tegenover 58/363 (16,0%)]. De
mortaliteit was voornamelijk afhankelijk van de status van de Gram-positieve infectie bij de baseline. Voor
patiënten met een zuiver Gram-positieve infectie waren de mortaliteitsspercentages gelijkaardig (oddsratio
0,96; 95% betrouwbaarheidsinterval: 0,58-1,59), maar voor patiënten geïnfecteerd met een ander pathogeen
BEL 22B09
of bij wie geen pathogeen werd geïdentificeerd bij de baseline waren ze significant hoger (p=0,0162) in de
linezolidgroep (oddsratio 2,48; 95% betrouwbaarheidsinterval: 1,38-4,46). De grootste wanverhouding werd
aangetroffen gedurende de behandeling en binnen de 7 dagen na stopzetting van het bestudeerde
geneesmiddel. Meer patiënten in de linezolidgroep verwierven infecties met Gram-negatieve pathogenen
tijdens de studie en overleden ten gevolge van Gram-negatieve of van polymicrobiële infecties. Daarom
hoort linezolid bij gecompliceerde infecties van de huid en de weke weefsels bij patiënten van wie men weet
of vermoed dat ze een co-infectie hebben met Gram-negatieve organismen alleen gebruikt te worden als er
geen therapeutisch alternatief is. Onder deze omstandigheden moet gelijktijdig een behandeling tegen Gram-
negatieve organismen worden opgestart.
Antibioticageassocieerde diarree en colitis
Met bijna alle antibiotica, inclusief linezolid, werden antibioticageassocieerde diarree en
antibioticageassocieerde colitis, inclusief pseudomembraneuze colitis en Clostridium difficile-geassocieerde
diarree gemeld, waarvan de ernst kan variëren van lichte diarree tot fatale colitis. Daarom is het belangrijk
om deze diagnose te overwegen bij patiënten die ernstige diarree krijgen tijdens of na het gebruik van
linezolid. Bij vermoeden van of bevestigde antibioticageassocieerde diarree of antibioticageassocieerde
colitis moet de lopende behandeling met antibacteriële middelen, inclusief linezolid, stopgezet worden en
moeten onmiddellijk gepaste therapeutische maatregelen genomen worden. In deze situatie zijn
geneesmiddelen die de peristaltiek remmen gecontra-indiceerd.
Lactaatacidose
Lactaatacidose is gemeld bij gebruik van linezolid. Patiënten die tekenen en symptomen van metabole
acidose ontwikkelen, met inbegrip van herhaalde misselijkheid of braken, buikpijn, een lage
bicarbonaatconcentratie of hyperventilatie tijdens de behandeling met linezolid, dienen onmiddellijk
medische zorgen te krijgen. Als lactaatacidose optreedt, dient het voortgezet gebruik van linezolid te worden
afgewogen tegenover de potentiële risico's.
Mitochondriale disfunctie
Linezolid remt de mitochondriale proteïnesynthese. Bijwerkingen, zoals lactaatacidose, anemie en
neuropathie (optische en perifere) kunnen optreden als gevolg van deze remming; deze voorvallen zijn
frequenter als het geneesmiddel langer dan 28 dagen wordt gebruikt.
Serotoninesyndroom
Bij gelijktijdige toediening van linezolid en serotonerge middelen, inclusief antidepressiva zoals selectieve
serotonineheropnameremmers (SSRI's) en opioïden, werden spontane meldingen van het
serotoninesyndroom gerapporteerd (zie rubriek 4.5 van de samenvatting van de productkenmerken). Daarom
is de gelijktijdige toediening van linezolid en serotonerge middelen gecontra-indiceerd (zie rubriek 4.3 van
de samenvatting van de productkenmerken), behalve wanneer de gelijktijdige toediening van linezolid en
serotonerge middelen noodzakelijk is. In deze gevallen moeten de patiënten nauwgezet geobserveerd worden
voor tekenen en symptomen van het serotoninesyndroom zoals cognitieve disfunctie, hyperpyrexie,
hyperreflexie en incoördinatie. Wanneer tekenen of symptomen optreden moeten artsen de stopzetting van
één of beide middelen overwegen; wanneer het concomitante serotonerge middel stopgezet wordt, kunnen
ontwenningssymptomen optreden.
Hyponatriëmie en SIADH
Hyponatriëmie en/of syndroom van inadequate secretie van antidiuretisch hormoon (SIADH, Syndrome of
Inappropriate Antidiuretic Hormone Secretion) zijn waargenomen bij sommige patiënten die werden
behandeld met linezolid. Het wordt aanbevolen om de natriumconcentraties in het serum regelmatig te
controleren bij patiënten met een risico op hyponatriëmie zoals oudere patiënten of bij patiënten die
geneesmiddelen innemen die het natriumgehalte in het bloed kunnen verlagen (bijv. thiazidediuretica zoals
hydrochloorthiazide).
Perifere en optische neuropathie
Zowel perifere neuropathie als optische neuritis en optische neuropathie, soms evoluerend tot verlies van het
gezichtsvermogen, zijn gemeld bij patiënten behandeld met Zyvoxid; deze meldingen deden zich
voornamelijk voor bij patiënten behandeld gedurende langer dan de maximale aanbevolen duur van 28
dagen.
BEL 22B09
Alle patiënten dienen geadviseerd te worden om symptomen van visuele stoornissen, zoals veranderingen in
de gezichtsscherpte of in het kleurenzien, wazig zien of gezichtsveldstoornissen te melden. In dergelijke
gevallen is een onmiddellijke evaluatie aanbevolen met verwijzing naar een oftalmoloog indien nodig. Bij
patiënten die langer dan de aanbevolen 28 dagen met Zyvoxid behandeld worden, dient de gezichtsfunctie
regelmatig te worden gecontroleerd.
Ingeval een perifere of optische neuropathie zich voordoet, dient het voortgezet gebruik van Zyvoxid te
worden afgewogen tegenover de potentiële risico's.
Er kan een toegenomen risico op neuropathie ontstaan wanneer linezolid wordt gebruikt bij patiënten die
gelijktijdig of recent antimycobacteriële middelen voor de behandeling van tuberculose innemen,
respectievelijk innamen.
Convulsies
Convulsies zijn gemeld bij patiënten tijdens de behandeling met Zyvoxid. In de meeste van deze gevallen
werden een voorgeschiedenis van epilepsieaanvallen of risicofactoren voor epilepsieaanvallen gemeld. De
patiënten dienen geadviseerd te worden om hun arts te informeren indien zij een voorgeschiedenis van
epilepsieaanvallen hebben.
Monoamino-oxidase-inhibitoren
Linezolid is een omkeerbare, niet-selectieve monoamino-oxidase-inhibitor (MAOI); bij de dosissen die
gebruikt worden voor antibacteriële therapie heeft het echter geen antidepressief effect. De gegevens uit
geneesmiddeleninteractiestudies en omtrent de veiligheid van linezolid bij toediening aan patiënten met
onderliggende aandoeningen en/of die gelijktijdig geneesmiddelen nemen die hen zouden kunnen
blootstellen aan een risico ten gevolge van MAO-remming, zijn zeer beperkt. Bijgevolg is linezolid niet
aanbevolen voor gebruik in deze omstandigheden tenzij de mogelijkheid bestaat om de patiënt van nabij te
observeren en te monitoren.
Gebruik met tyraminerijk voedsel
Patiënten moeten afgeraden worden om grote hoeveelheden tyraminerijk voedsel te gebruiken.
Superinfectie
De effecten van een behandeling met linezolid op de normale flora werden niet geëvalueerd in klinische
studies.
Het gebruik van antibiotica kan occasioneel leiden tot overgroei van niet-gevoelige organismen. Zo
ontwikkelde bijvoorbeeld ongeveer 3% van de patiënten die de aanbevolen linezoliddosissen kregen
geneesmiddelengebonden candidose tijdens de klinische studies. Indien een superinfectie tijdens de
behandeling zou voorkomen, horen gepaste maatregelen genomen te worden.
Speciale populaties
Linezolid hoort met bijzondere omzichtigheid gebruikt te worden bij patiënten met ernstige
nierinsufficiëntie, en alleen als men denkt dat het verwachte voordeel opweegt tegen het theoretische risico
(zie rubrieken 4.2 en 5.2 van de samenvatting van de productkenmerken).
Het is aanbevolen linezolid enkel toe te dienen aan patiënten met ernstige leverinsufficiëntie als het
waargenomen voordeel opweegt tegen het theoretische risico.
Verminderde fertiliteit
Linezolid verminderde de fertiliteit van volwassen mannelijke ratten op omkeerbare wijze en induceerde
abnormale spermamorfologie bij blootstelling aan spiegels die ongeveer gelijk waren aan die verwacht bij de
mens; mogelijke effecten van linezolid op het mannelijke reproductiesysteem bij de mens zijn niet gekend.
Klinische studies
De veiligheid en doeltreffendheid van linezolid toegediend gedurende periodes langer dan 28 dagen werden
niet bepaald.
BEL 22B09
Gecontroleerde klinische studies omvatten geen patiënten met diabetische-voetlesies, decubitus of
ischemische lesies, ernstige brandwonden of gangreen. Daarom is ervaring in het gebruik van linezolid voor
de behandeling van deze aandoeningen beperkt.
Hulpstoffen
Glucose
Iedere ml oplossing bevat 45,7 mg glucose (d.i. 13,7 g/300 ml glucose). Bij patiënten met diabetes-mellitus
of andere aandoeningen geassocieerd met glucose-intolerantie moet hiermee rekening worden gehouden.
Natrium
Iedere ml oplossing bevat ook 0,38 mg (114 mg/300 ml) natrium, overeenkomend met 0,02% van de door de
WHO maximale aanbevolen dagelijkse inname (ADI) van 2 g voor een volwassene. De hoeveelheid natrium
moet in aanmerking worden genomen bij patiënten op een gecontroleerd natriumdieet.
Zyvoxid oplossing voor intraveneuze infusie kan verder worden bereid voor toediening met oplossingen die
natrium bevatten (zie rubrieken 4.2, 6.2 en 6.6) en hiermee dient rekening te worden gehouden in verband
met de totale hoeveelheid natrium van alle bronnen die aan de patiënt zullen worden toegediend.
Interacties
Monoamino-oxidase-inhibitoren
Linezolid is een omkeerbare, niet-selectieve monoamino-oxidase-inhibitor (MAOI). De gegevens uit
geneesmiddeleninteractiestudies en omtrent de veiligheid van linezolid bij toediening aan patiënten die
gelijktijdig geneesmiddelen nemen die hen zouden kunnen blootstellen aan een risico ten gevolge van MAO-
remming zijn zeer beperkt. Bijgevolg is linezolid niet aanbevolen voor gebruik in deze omstandigheden,
tenzij het mogelijk is de patiënt van nabij te observeren en te monitoren.
Potentiële interacties met bloeddrukverhogend effect
Bij gezonde vrijwilligers met een normale bloeddruk, versterkte linezolid het bloeddrukverhogend effect van
pseudo-efedrine en fenylpropanolaminehydrochloride. De gelijktijdige toediening van linezolid met ofwel
pseudo-efedrine ofwel fenylpropanolamine leidde tot een gemiddelde verhoging van de systolische
bloeddruk met ongeveer 30-40 mmHg, in vergelijking met een stijging van 11-15 mmHg met linezolid
alleen, van 14-18 mmHg met ofwel pseudo-efedrine ofwel fenylpropanolamine alleen, en van 8-11 mmHg
met placebo. Er werden geen vergelijkbare studies uitgevoerd bij patiënten met hypertensie. Het is raadzaam
om de dosissen van geneesmiddelen met een vasopressieve werking, inclusief dopaminerge stoffen,
zorgvuldig te titreren om de gewenste respons te bekomen in geval van gelijktijdige toediening met linezolid.
Potentiële serotonerge interacties
De potentiële geneesmiddeleninteractie met dextromethorfan werd bestudeerd bij gezonde vrijwilligers. De
proefpersonen kregen dextromethorfan (twee dosissen van 20 mg met een interval van 4 uur) met of zonder
linezolid. Er werden bij gezonde proefpersonen die linezolid en dextromethorfan kregen geen
serotoninesyndroomeffecten waargenomen (verwardheid, delirium, rusteloosheid, tremor, blozen, diaforese,
hyperpyrexie).
Postmarketingervaring: er was één melding van een patiënt die tijdens de behandeling met linezolid en
dextromethorfan effecten vertoonde gelijkend op het serotoninesyndroom, maar die verdwenen na
stopzetting van beide geneesmiddelen.
Bij het klinische gebruik van linezolid met serotonerge middelen, inclusief antidepressiva zoals selectieve
serotonineheropnameremmers (SSRI's) en opioïden, werden gevallen van het serotoninesyndroom
gerapporteerd. Daarom wordt, hoewel de gelijktijdige toediening gecontra-indiceerd is (zie rubriek 4.3 van
de samenvatting van de productkenmerken), de behandeling van patiënten voor wie de behandeling met
linezolid en serotonerge middelen noodzakelijk is, beschreven in bijzondere waarschuwingen en bijzondere
voorzorgen bij gebruik.
BEL 22B09
Gebruik met tyraminerijk voedsel
Er werd geen significante pressorrespons waargenomen bij proefpersonen die gelijktijdig linezolid en minder
dan 100 mg tyramine kregen. Dit suggereert dat het alleen noodzakelijk is om de inname van buitensporige
hoeveelheden voedsel en drank met een hoog tyraminegehalte (bijvoorbeeld belegen kazen, gistextracten,
niet-gedistilleerde alcoholische dranken en gefermenteerde sojaboonproducten zoals sojasaus) te vermijden.
Door cytochroom P450 gemetaboliseerde geneesmiddelen
Linezolid wordt niet meetbaar gemetaboliseerd door het cytochroom-P450-(CYP)-enzymsysteem en het remt
geen enkele van de klinisch significante humane CYP-isovormen (1A2, 2C9, 2C19, 2D6, 2E1, 3A4).
Linezolid induceert evenmin de P450-iso-enzymen bij ratten. Bijgevolg zijn er geen CYP450-geïnduceerde
geneesmiddeleninteracties te verwachten met linezolid.
Rifampicine
Het effect van rifampicine op de farmacokinetiek van linezolid werd onderzocht bij zestien gezonde
volwassen mannelijke vrijwilligers die gedurende 2,5 dagen tweemaal per dag 600 mg linezolid kregen met
en zonder 600 mg rifampicine eenmaal per dag gedurende 8 dagen. Rifampicine verminderde de Cmax en
AUC van linezolid met respectievelijk gemiddeld 21% [90% BI, 15, 27] en gemiddeld 32% [90% BI, 27,
37]. Het mechanisme van deze interactie en de klinische significantie daarvan zijn onbekend.
Warfarine
Als warfarine bij steady-state toegevoegd werd aan een behandeling met linezolid, daalde de gemiddelde
maximale INR met 10% bij gelijktijdige toediening en de AUC)INR met 5%. Er zijn onvoldoende gegevens
beschikbaar van patiënten die behandeld werden met warfarine en linezolid om de eventuele klinische
significantie van deze bevindingen te beoordelen.
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn beperkte gegevens over het gebruik van linezolid bij zwangere vrouwen. Studies bij dieren hebben
reproductie toxiciteit aangetoond. Er bestaat een mogelijk risico voor de mens.
Zyvoxid mag niet worden gebruikt tijdens de zwangerschap tenzij absoluut noodzakelijk, d.i. alleen als het
potentiële voordeel opweegt tegen het theoretische risico.
Borstvoeding
Gegevens uit studies bij dieren suggereren dat linezolid en zijn metabolieten kunnen overgaan in de
moedermelk, en dus dient borstvoeding te worden onderbroken vóór en tijdens de hele duur van de
toediening.
Vruchtbaarheid
Uit dieronderzoek is gebleken dat linezolid een daling van de vruchtbaarheid veroorzaakte.
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Patiënten dienen te worden gewaarschuwd voor de mogelijkheid van duizeligheid of symptomen van visuele
stoornissen tijdens het gebruik van linezolid, en geadviseerd om geen wagen te besturen of machines te
bedienen indien een van deze symptomen optreedt.
Bijwerkingen
De onderstaande tabel toont een lijst van ongewenste reacties op het geneesmiddel met een frequentie op
basis van gegevens door alle oorzaken uit klinische studies die meer dan 6.000 volwassen patiënten
omvatten. Zij kregen tot maximum 28 dagen lang de aanbevolen dosissen linezolid. De meest gemelde
bijwerkingen waren diarree (8,9%), misselijkheid (6,9%), braken (4,3%) en hoofdpijn (4,2%).
De meest gemelde geneesmiddelen gebonden bijwerkingen die leidden tot het stoppen van de behandeling
waren hoofdpijn, diarree, misselijkheid en braken. Ongeveer 3% van de patiënten staakte de behandeling
omdat ze een bijwerking ondervonden door het geneesmiddel.
BEL 22B09
Bijkomende ongewenste reacties die tijdens de ervaring na het op de markt brengen werden gemeld, zijn in
de tabel opgenomen onder de frequentiecategorie 'Niet bekend', daar de werkelijke frequentie met de
beschikbare gegevens niet kan worden bepaald.
De volgende bijwerkingen werden opgemerkt en gemeld tijdens de behandeling met linezolid met de
volgende frequenties: zeer vaak (> 1/10); vaak ( 1/100 tot < 1/10); soms ( 1/1.000 tot < 1/100); zelden
( 1/10.000 tot < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet
worden bepaald).
Systeem/orgaan-
Vaak
Soms
Zelden
Zeer zelden
Niet bekend (kan
klasse
( 1/100 tot
( 1/1.000 tot
( 1/10.000
(< 1/10.000)
met de
< 1/10)
< 1/100)
tot < 1/1.000)
beschikbare
gegevens niet
worden bepaald)
Infecties en
candidose,
antibiotica-
parasitaire
orale candidose,
geassocieerde colitis,
aandoeningen
vaginale
met inbegrip van
candidose,
pseudo-
fungale infecties
membraneuze
colitis*, vaginitis
Bloed- en
trombocytopenie
pancytopenie*,
sideroblastisch
myelosuppressie*
lymfestelsel-
*, anemie*
leukopenie*,
e anemie*
aandoeningen
neutropenie,
eosinofilie
Immuunsysteem-
anafylaxie
aandoeningen
Voedings- en
hyponatriëmie
lactaatacidose
stofwisselings-
*
stoornissen
Psychische
slapeloosheid
stoornissen
Zenuwstelsel-
hoofdpijn,
convulsies*, perifere
serotoninesyn-
aandoeningen
smaak-
neuropathie*,
droom**
verandering
hypoesthesie,
(metaalsmaak),
paresthesie
duizeligheid
Oog-
optische
gezichtsveld-
optische neuritis*,
aandoeningen
neuropathie*, wazig
stoornissen *
verlies van het
zien*
gezichtsvermogen
*, veranderingen
in de gezichts-
scherpte* of in het
kleurenzien*
Evenwichts-
oorsuizen
orgaan- en
ooraandoeningen
Hart-
aritmie (tachycardie)
aandoeningen
Bloedvat-
hypertensie
transiënte
aandoeningen
ischemische
aanvallen, flebitis,
tromboflebitis
Maagdarm-
diarree,
pancreatitis,
oppervlakkige
stelsel-
misselijkheid,
gastritis,
tand-
aandoeningen
braken,
abdominale distensie, verkleuring
BEL 22B09
Systeem/orgaan-
Vaak
Soms
Zelden
Zeer zelden
Niet bekend (kan
klasse
( 1/100 tot
( 1/1.000 tot
( 1/10.000
(< 1/10.000)
met de
< 1/10)
< 1/100)
tot < 1/1.000)
beschikbare
gegevens niet
worden bepaald)
gelokaliseerde of droge mond,
algemene
glossitis,
buikpijn,
losse stoelgang,
constipatie,
stomatitis,
dyspepsie
tongverkleuring of -
aandoening
Lever- en
abnormale
verhoogde totaal
galaandoeningen
leverfunctie-test,
bilirubine
verhoogde
ASAT, ALAT of
alkalische
fosfatase
Huid- en
pruritus,
angio-oedeem,
toxische
alopecie
onderhuid-
uitslag
urticaria, bulleuze
epidermale
aandoeningen
dermatitis,
necrolyse#,
dermatitis,
Stevens-
diaforese
Johnson-
syndroom#,
overgevoeligh
eidsvasculitis
Nier- en
verhoogde BUN
nierinsufficiëntie,
urineweg-
verhoogde creatinine,
aandoeningen
polyurie
Voortplantings-
vulvovaginale
stelsel- en
stoornis
borstaan-
doeningen
Algemene
koorts,
rillingen,
aandoeningen en gelokaliseerde
vermoeidheid,
toedienings-
pijn
pijn op de
plaats-
injectieplaats,
stoornissen
verhoogde dorst
Onderzoeken
Chemie
Chemie
Verhoogde LDH,
Verhoogd natrium-
creatinekinase,
of calciumgehalte.
lipase, amylase
Verminderde niet-
of niet-nuchtere
nuchtere glucose.
glucose.
Verhoogde of
Verminderd
verminderde
totale
chloride.
proteïnegehalte,
albumine-,
natrium- of
calciumgehalte.
Verhoogd of
verminderd
kalium- of
bicarbonaatgehalt
BEL 22B09
Systeem/orgaan-
Vaak
Soms
Zelden
Zeer zelden
Niet bekend (kan
klasse
( 1/100 tot
( 1/1.000 tot
( 1/10.000
(< 1/10.000)
met de
< 1/10)
< 1/100)
tot < 1/1.000)
beschikbare
gegevens niet
worden bepaald)
e.
Hematologie
Hematologie
Verhoogde
Verhoogd aantal
neutrofielen of
reticulocyten.
eosinofielen.
Verminderd aantal
Verlaagde
neutrofielen.
hemoglobine,
verlaagd
hematocrietgehal
te of aantal rode
bloedcellen
verhoogd of
verlaagd aantal
bloedplaatjes of
witte bloedcellen.
* Zie rubriek 'Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik'.
** Zie rubrieken 'Contra-indicaties' en 'Interacties'.
# Frequentie van bijwerkingen geschat met behulp van 'De regel van 3'
Zie hieronder.
De volgende bijwerkingen van linezolid werden in zeldzame gevallen als ernstig beschouwd: gelokaliseerde
buikpijn, transiënte ischemische aanvallen en hypertensie.
In gecontroleerde klinische studies waarin linezolid gedurende maximaal 28 dagen werd toegediend, meldde
2,0% van de patiënten anemie. In een 'compassionate use'-programma met patiënten met levensbedreigende
infecties en onderliggende comorbiditeiten bedroeg het percentage patiënten dat tijdens de behandeling met
linezolid gedurende 28 dagen anemie ontwikkelde 2,5% (33/1326) tegenover 12,3% (53/430) bij de
patiënten die > 28 dagen behandeld werden. Het aantal gevallen dat een ernstige geneesmiddelengerelateerde
anemie meldde en een bloedtransfusie nodig had, bedroeg 9% (3/33) bij de patiënten behandeld gedurende
28 dagen en 15% (8/53) bij deze behandeld gedurende > 28 dagen.
Pediatrische patiënten
Veiligheidsgegevens van klinische studies gebaseerd op meer dan 500 pediatrische patiënten (van de
geboorte tot 17 jaar) duiden er niet op dat het veiligheidsprofiel van linezolid voor pediatrische patiënten
verschilt van dat voor volwassen patiënten.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen.
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze
wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd.
Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg worden verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via
het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten - Afdeling Vigilantie, Postbus 97,
B-1000 BRUSSEL, Madou (website: www.eenbijwerkingmelden.be; e-mail: adr@fagg.be).
Overdosering
Er is geen specifiek antidotum bekend.
Er zijn geen gevallen van overdosering gemeld. De volgende informatie zou echter nuttig kunnen blijken:
Ondersteunende zorg wordt aangeraden, samen met de instandhouding van de glomerulaire filtratie.
Ongeveer 30% van een dosis linezolid wordt verwijderd tijdens een drie uur durende hemodialysesessie,
BEL 22B09
maar er zijn geen gegevens beschikbaar over de verwijdering van linezolid door middel van peritoneale
dialyse of hemoperfusie.
Instructies voor gebruik en verwerking
Voor eenmalig gebruik. Verwijder de omslag slechts wanneer klaar voor gebruik. Controleer de infuuszak op
kleine lekken door stevig in de zak te knijpen. Gebruik de zak niet als hij lekt, omdat de steriliteit aangetast
kan zijn. De oplossing moet visueel geïnspecteerd worden vóór gebruik en enkel heldere oplossingen, zonder
deeltjes mogen gebruikt worden. Gebruik deze infuuszakken niet in serieschakelingen. Alle ongebruikte
vloeistof moet worden vernietigd. Geen bijzondere vereisten voor verwijdering. Al het ongebruikte
geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften. Sluit
gedeeltelijk gebruikte zakken niet opnieuw aan.
Zyvoxid-oplossing voor infusie is verenigbaar met de volgende oplossingen: 5%-glucoseoplossing voor
intraveneuze infusie, 0,9%-natriumchlorideoplossing voor intraveneuze infusie, Ringer-lactaatoplossing voor
injectie (Hartmann's oplossing voor injectie).
Gevallen van onverenigbaarheid
Er mogen geen additieven aan deze oplossing worden toegevoegd. Indien linezolid gelijktijdig met andere
geneesmiddelen moet worden toegediend, dient ieder geneesmiddel apart te worden toegediend
overeenkomstig de eigen gebruiksaanwijzing. Wanneer meerdere geneesmiddelen langs dezelfde
intraveneuze lijn na elkaar moeten toegediend worden, hoort de lijn, vóór en na de toediening van linezolid,
gespoeld te worden met een oplossing voor infusie die hiermee verenigbaar is.
Zyvoxid-oplossing voor infusie is fysisch onverenigbaar met de volgende verbindingen: amfotericine B,
chloorpromazinehydrochloride, diazepam, pentamidine-isethionaat, erytromycinelactobionaat,
natriumfenytoïne en sulfamethoxazol/trimethoprim. Het is bovendien chemisch onverenigbaar met
natriumceftriaxon.
Houdbaarheid
Vóór openen: 3 jaar.
Na het openen: Vanuit microbiologisch standpunt moet het product onmiddellijk gebruikt worden, tenzij de
methode van het openen het risico op microbiële contaminatie uitsluit. Indien niet onmiddellijk gebruikt,
vallen de bewaartermijn en de bewaaromstandigheden tijdens het gebruik onder de verantwoordelijkheid van
de gebruiker.
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaar in de originele buitenverpakking (omhulsel en karton) tot voor gebruik ter bescherming tegen licht.
BEL 22B09