Accupril 40 mg
Bijsluiter
BEL 22D21
BEL 22D21
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Accupril 5 mg filmomhulde tabletten
Accupril 10 mg filmomhulde tabletten
Accupril 20 mg filmomhulde tabletten
Accupril 40 mg filmomhulde tabletten
quinapril
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien hebt u hem later weer nodig.
-
Hebt u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Accupril en waarvoor wordt dit geneesmiddel ingenomen?
2. Wanneer mag u dit geneesmiddel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe neemt u dit geneesmiddel in?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit geneesmiddel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1. Wat is Accupril en waarvoor wordt dit geneesmiddel ingenomen?
Accupril is een geneesmiddel tegen hypertensie en hartdecompensatie. Quinaprilhydrochloride, de
werkzame stof van Accupril, is een specifieke remmer van het angiotensineconverterend enzym (ACE-
remmer).
Accupril is geïndiceerd bij:
-
De behandeling van essentiële hypertensie (te hoge bloeddruk). Accupril mag in dit geval alleen, of
met een diureticum (geneesmiddel dat de urineproductie bevordert), of een bètablokker (een ander
geneesmiddel tegen hypertensie) worden gebruikt.
-
De behandeling van hartdecompensatie (wanneer het hart niet in staat is om voldoende bloed naar
de weefsels te pompen om aan de behoeften van het organisme te voldoen) in combinatie met een
diureticum en/of een hartversterkend geneesmiddel op basis van digitaline.
2. Wanneer mag u dit geneesmiddel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit geneesmiddel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor quinapril of voor een van de stoffen in dit geneesmiddel (deze stoffen kunt u
vinden in rubriek 6 van deze bijsluiter), of voor een ander geneesmiddel van de groep van de ACE-
remmers.
-
U bent sinds meer dan 3 maanden zwanger (het is ook verkieslijk om het gebruik van Accupril te
vermijden tijdens het eerste trimester van de zwangerschap - zie rubriek "Zwangerschap en
borstvoeding").
-
U heeft een voorgeschiedenis van angioneurotisch oedeem (oedeem van het gelaat of van de
slijmvliezen) gerelateerd aan een eerdere behandeling met een ACE-remmer.
-
U lijdt aan een erfelijk angioneurotisch oedeem of een angioneurotisch oedeem van onbekende
oorsprong.
-
U neemt sacubitril/valsartan, een geneesmiddel voor hartinsufficiëntie.
1
Bijsluiter
BEL 22D21
-
-
-
U lijdt aan een vernauwing van de nierslagader (bilaterale stenose van de nierslagader of stenose op
één nier).
U lijdt aan hartobstructie.
U heeft diabetes of een nierfunctiestoornis en u wordt behandeld met een bloeddrukverlagend
geneesmiddel dat aliskiren bevat.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit geneesmiddel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel inneemt.
-
Raadpleeg onmiddellijk uw behandelende arts wanneer de volgende bijwerkingen optreden:
ijlhoofdigheid, kortdurend bewustzijnsverlies, overmatig zweten of dehydratie, abdominale pijn
(met of zonder misselijkheid en braken), hevig braken en ernstige diarree, keelpijn en koorts die
langer dan 3 dagen aanhouden.
Indien u lijdt aan een bindweefselaandoening, bijvoorbeeld lupus erythematosus, reumatoïde artritis
of sclerodermie, neem dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Een goede nierfunctie is belangrijk bij deze behandeling. Neem contact op met uw arts bij een
wijziging van de nierfunctie (renaal falen). Neem bij de minste aantasting of wijziging van de
werking van de nieren (bv. verandering van de urinekleur, minder of vaker urineren) contact op met
uw behandelende arts. Indien nodig zal hij uw nierfunctie controleren en eventueel de dosis
aanpassen.
Let op: Accupril kan gevoeligheidsreacties veroorzaken: huidletsels, lichtgevoeligheid, netelroos,
letsels van de bloedvaten, ademhalingsmoeilijkheden, allergische reacties.
Als uw leverfunctie gewijzigd is, moet Accupril met voorzichtigheid worden toegediend. In geval
van geelzucht of een verstoring van de leverenzymenwaarden, dient u contact op te nemen met uw
arts en moet de behandeling worden stopgezet.
Indien een plotse zwelling optreedt van het gelaat, de ogen, de lippen, de tong, de glottis en/of de
keel (angioneurotisch oedeem) zal de inname van Accupril worden onderbroken tot uw
behandelende arts u opnieuw onderzocht heeft. De arts zal de dosis aanpassen of de behandeling
onderbreken om eerst de zwelling te behandelen. De zwelling van de tong, de glottis of de keel is
het gevaarlijkste effect vermits deze de luchtwegen kan afsluiten met moeilijk ademen en zelfs
asfyxie (verstikking) tot gevolg. De arts kan in dergelijk geval met spoed subcutaan een 1:1000
(0,3 ml tot 0,5 ml) adrenalineoplossing (epinefrine) toedienen.
In geval van gelijktijdige behandeling met een mTOR-remmer (bijv. temsirolimus), een DPP-4-
remmer (bijv. vildagliptine) of een neutrale endopeptidase-remmer (bijv. racecadotril), kan het
risico op angioneurotisch oedeem vergroten (zie rubriek "Gebruikt u nog andere
geneesmiddelen?").
Als u een patiënt van het zwarte ras bent, hebt u een groter risico op angioneurotisch oedeem.
Zoals de andere ACE-remmers, kan Accupril het kaliumgehalte in het bloed verhogen.
Voorzichtigheid is geboden bij een gelijktijdige toediening met specifieke kaliumsparende diuretica
of met andere geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze het kaliumgehalte in het bloed verhogen.
Als deze soorten geneesmiddelen ook worden gebruikt, zal uw arts een nauwkeurige controle van
uw kaliumgehalte uitvoeren (zie rubriek "Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?"). Gebruik geen
kaliumrijke zoutsubstituten, behoudens andersluidend advies van uw arts. Accupril kan het
hypokaliëmische effect (vermindering van het kaliumgehalte) van thiazidediuretica verminderen als
ze gelijktijdig worden toegediend.
Als u geneesmiddelen neemt of aandoeningen heeft die het natriumgehalte in uw bloed kunnen
verminderen.
Indien u reeds een behandeling tegen hypertensie krijgt, dient Accupril met voorzichtigheid te
worden gebruikt. Accupril kan een bloeddrukdaling (hypotensie) veroorzaken: bij een te lage
bloeddruk (symptomatische hypotensie) kunnen ijlhoofdigheid, duizeligheid, en beven optreden.
Indien u wordt behandeld voor een te hoge bloeddruk, is de kans op dit fenomeen waarschijnlijk te
wijten aan een zouttekort door een diureticumbehandeling die daarvoor werd ingesteld.
Indien u lijdt aan hartdecompensatie of een hartaandoening, dient Accupril met voorzichtigheid te
worden gebruikt. Indien de bloeddruk te sterk daalt tijdens een behandeling om de goede werking
van het hart te ondersteunen (hartdecompensatie), zal uw arts u zeer nauwlettend volgen, vooral de
2 eerste weken van de behandeling. Wanneer hij het nodig acht zal hij eventueel de dosis verhogen.
2
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Bijsluiter
BEL 22D21
-
-
-
-
-
-
-
Indien u een chirurgische ingreep (onder narcose) moet ondergaan, moet het verplegende personeel
worden verwittigd dat u Accupril gebruikt. Dit geldt ook voor patiënten die aangewezen zijn op een
kunstnier.
Het gebruik van ACE-remmers is geassocieerd met een vermindering van de suikerspiegel bij
diabetespatiënten die worden behandeld met insuline of orale geneesmiddelen tegen diabetes. In dit
geval kan een strikte controle noodzakelijk zijn.
Hoest is gemeld bij het gebruik van ACE-remmers, met inbegrip van quinapril. Het gaat om een
aanhoudende, niet-productieve hoest die verdwijnt bij stopzetting van de behandeling.
Verwittig uw arts als u een desensibilisatiebehandeling krijgt voor het gif van insecten (bijen of
wespen).
Hemodialysepatiënten die high flux-membranen in polyacrylonitril gebruiken kunnen tijdens de
behandeling met Accupril allergische reacties krijgen. Verwittig ook uw arts in geval van
aferese van de lipoproteïnen.
Zwangerschap: bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden? Neem dan
contact op met uw arts. Accupril is niet aanbevolen tijdens het eerste trimester van de
zwangerschap en mag niet gebruikt worden als u meer dan 3 maanden zwanger bent: het gebruik
van Accupril tijdens deze periode kan ernstige schade veroorzaken aan uw baby (zie rubriek
"Zwangerschap en borstvoeding").
Als u een van de volgende geneesmiddelen voor de behandeling van hoge bloeddruk inneemt:
-
Een angiotensine II-receptorantagonist (ARB’s) (ook bekend als sartans – bijvoorbeeld
valsartan, telmisartan, irbesartan), in het bijzonder als u diabetes-gerelateerde nierproblemen
heeft.
-
Aliskiren.
Uw arts zal mogelijk regelmatig uw nierfunctie, bloeddruk en het aantal elektrolyten (bijv. kalium) in
uw bloed controleren.
Zie ook de informatie in de rubriek “Wanneer mag u dit geneesmiddel niet gebruiken?”.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Accupril mag niet bij kinderen worden gebruikt.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen ?
Gebruikt u naast Accupril nog andere geneesmiddelen , heeft u dat kort geleden gedaan of gaat u dit
misschien binnenkort doen? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Uw arts kan uw dosis aanpassen en/of andere voorzorgsmaatregelen nemen:
-
Als u een angiotensine II-receptorantagonist (ARB) of aliskiren inneemt (zie ook de informatie
in de rubrieken “Wanneer mag u dit geneesmiddel niet gebruiken?” en “Wanneer moet u extra
voorzichtig zijn met dit geneesmiddel?”).
Er zijn specifieke gevallen waarin de gelijktijdige inname van verschillende geneesmiddelen
(geneesmiddelencombinatie) een gunstig resultaat oplevert. Accupril behoort tot deze categorie
producten. Enkel de arts kan bepalen of combinaties voordeel kunnen bieden voor u. Wat Accupril
betreft zijn de volgende combinaties mogelijk:
-
Voor de behandeling van hypertensie is de bijkomende inname van een diureticum of een
bètablokker zeer nuttig om het gewenste resultaat te bereiken.
-
Voor hartdecompensatie is bekend dat de gelijktijdige toediening van quinapril en een
diureticum, of digitalis-preparaten, bijdragen tot het bereiken van een gunstig resultaat.
Niettemin dient men aandacht te hebben voor het risico op een plotse bloeddrukdaling bij gelijktijdig
gebruik van verschillende antihypertensiva.
Interacties waarmee rekening moet worden gehouden:
- Tetracyclinen:
Accupril kan de werking van antibiotica van de tetracyclinengroep duidelijk
verminderen. Een tussentijd van enkele uren tussen de inname van beide geneesmiddelen verhelpt
dit ongemak.
3
Bijsluiter
BEL 22D21
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Geneesmiddelen die het kaliumgehalte in het bloed verhogen:
de gelijktijdige toediening van
Accupril en een kaliumsparend diureticum, kaliumsupplementen of kaliumbevattende
zoutsubstituten, of van andere geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze het kaliumgehalte in het
bloed verhogen, zal slechts met voorzichtigheid en onder strikt toezicht van een arts gebeuren.
Sulfamethoxazol/trimethoprim (antibioticum):
een belangrijke verhoging van het kaliumgehalte in
het bloed werd gemeld bij een gelijktijdig gebruik van ACE-remmers en sulfamethoxazol/
trimethoprim bij oudere patiënten of bij patiënten met een verminderde nierfunctie. De toediening
van Accupril met andere geneesmiddelen die trimethoprim bevatten, moet voorzichtig gebeuren.
Daarbij moet het kaliumgehalte in het bloed van dichtbij worden opgevolgd.
Diuretica (geneesmiddelen die de urineproductie verhogen):
de combinatie met diuretica kan,
vooral in het begin van de behandeling, een iets te sterke bloeddrukdaling veroorzaken. Daarom
zal de arts in het begin van de behandeling regelmatig uw bloeddruk controleren.
Andere antihypertensiva (geneesmiddelen die de bloeddruk verlagen):
verhoging van het effect van
Accupril.
Chirurgische ingreep, anesthesie:
verwittig de arts vóór elke ingreep dat u een behandeling met
Accupril volgt.
Lithium:
verhoging van het risico op lithiumvergiftiging.
Niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID’s) en COX-2-remmers:
NSAID's
kunnen de waterafdrijvende effecten van Accupril verminderen. Bij sommige patiënten (ouderen,
hypovolemische patiënten of patiënten met een gestoorde nierwerking) kan het gelijktijdige gebruik
van een ACE-remmer en een NSAID of een COX-2-remmer tot een slechte nierfunctie leiden.
Alcohol, barbituraten en narcotica:
mogelijke hypotensie (plotse bloeddrukdaling).
Antacida (geneesmiddelen tegen maagzuur):
ze kunnen de werking van Accupril verminderen.
Sympathicomimetica (geneesmiddelen die het sympathische zenuwstelsel stimuleren):
ze kunnen
het bloeddrukverlagende effect van Accupril verminderen.
Antidiabetica (geneesmiddelen tegen diabetes):
ACE-remmers kunnen de werking van
geneesmiddelen tegen diabetes (insuline, orale antidiabetica) versterken. Een aanpassing van de
dosering van de diabetesbehandeling kan noodzakelijk zijn.
Verwittig uw arts wanneer u de volgende geneesmiddelen gebruikt:
allopurinol, cytostatica en
immunosuppressiva, corticosteroïden, procaïnamide, injecteerbaar goud, (bv. natrium-
aurothiomalaat).
Aliskiren:
aliskiren en Accupril mogen niet samen toegediend worden bij patiënten met diabetes.
Het gelijktijdig gebruik moet vermeden worden bij patiënten met een renaal falen.
mTOR-remmers (antitumorale geneesmiddelen), DPP-4-remmers (geneesmiddelen om diabetes
te behandelen) of neutrale endopeptidase-remmers:
men moet uiterst voorzichtig zijn bij
gelijktijdig gebruik van Accupril met een mTOR-remmer (bijv. temsirolimus), een DPP-4-
remmer (bijv. vildagliptine) of een neutrale endopeptidase-remmer (bijv. racecadotril) want er
bestaat een verhoogd risico op angioneurotisch oedeem.
Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol?
Accupril mag tijdens of buiten de maaltijden worden ingenomen. Alcohol versterkt de
bloeddrukverlagende effecten van ACE-remmers (waaronder Accupril), met een risico op hypotensie.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Zwangerschap
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn (of wilt u zwanger worden)? Vertel dat dan aan uw arts.
Normaal zal uw arts u de raad geven Accupril te staken vóór u zwanger wordt of van zodra u
zwanger bent. Hij zal u dan een ander geneesmiddel voorschrijven in plaats van Accupril. Accupril is
niet aanbevolen tijdens het eerste trimester van de zwangerschap en mag niet worden gebruikt als u
meer dan 3 maanden zwanger bent: het gebruik van Accupril na de derde maand van de
zwangerschap kan ernstige schade veroorzaken aan uw baby.
Borstvoeding
4
Bijsluiter
BEL 22D21
Geeft u borstvoeding of wilt u borstvoeding geven? Vertel dat dan aan uw arts. Borstvoeding geven aan
pasgeborenen (eerste weken na de geboorte) en vooral aan te vroeg geborenen, is niet aanbevolen als u
Accupril inneemt. Wanneer borstvoeding wordt gegeven aan een oudere baby, zal uw arts u vertellen
welke voordelen en risico's verbonden zijn aan het gebruik van Accupril tijdens de borstvoeding,
vergeleken met andere behandelingen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
De rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen kunnen verminderd zijn, vooral in het
begin van de behandeling.
Accupril bevat lactose
Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw
arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
3. Hoe neemt u dit geneesmiddel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
1. Bij hypertensie
-
In monotherapie, d.w.z. zonder diureticum (geneesmiddel dat de urineproductie verhoogt), bedraagt
de totale voorgeschreven dagdosis tussen 10 mg en 40 mg quinapril.
De aanvangsdosis bedraagt gewoonlijk 10 mg quinapril eenmaal daags. Voor een klein aantal
patiënten kan de arts het nodig achten om de totale dagdosis te verhogen tot 80 mg. Neem nooit
meer dan 80 mg per dag in.
In combinatie, d.w.z. wanneer Accupril samen met een diureticum wordt ingenomen, zal de arts de
behandeling starten met 5 mg per dag. Indien nodig kan deze dosis vervolgens worden verhoogd.
-
In beide gevallen zal de arts voor elke patiënt bepalen of de dosis in 1 inname of verdeeld over
verschillende innamen per dag moet worden toegediend.
2. Bij hartdecompensatie
De aanvangsdosis bedraagt 5 mg (in één inname). Vervolgens kan de arts, na controle, een hogere dosis
voorschrijven en de dosis eventueel over verschillende innamen per dag verdelen. De maximaal
aanbevolen dosis bedraagt 40 mg per dag, in één of twee innamen.
3. Bijzondere situaties
-
Ouderen
Bij ouderen zal de arts de behandeling evalueren en starten met een lagere dosis dan hierboven
voorgesteld. Indien hij het nodig acht kan deze dosis vervolgens ook worden verhoogd.
Verminderde nierfunctie
Ook in dit geval zal een lagere aanvangsdosis worden voorgeschreven.
Vernauwing van de nierslagaders
Accupril is gecontra-indiceerd indien u lijdt aan een vernauwing van de nierslagaders (bilaterale
stenose van de nierslagader of stenose op één nier).
Leverbeschadiging
Deze situatie vereist normaal geen wijziging van de gewoonlijk voorgestelde dosissen.
Bij kinderen
5
-
-
-
-
Bijsluiter
BEL 22D21
Accupril mag niet bij kinderen worden gebruikt.
-
Zwangerschap
Accupril is niet aanbevolen tijdens het eerste trimester van de zwangerschap en mag niet worden
gebruikt als u meer dan 3 maanden zwanger bent. De behandeling met Accupril wordt gestaakt
als u zwanger wilt worden of zwanger denkt te zijn (zie rubriek "Zwangerschap en
borstvoeding")
Heeft u te veel van dit geneesmiddel ingenomen?
Er is geen specifieke informatie beschikbaar over de behandeling van een eventuele overdosering bij de
mens. Deze behandeling zal dus afhankelijk zijn van de optredende symptomen. De meest
waarschijnlijke manifestatie van een overdosering bestaat uit een plotse daling van de bloeddruk.
Wanneer u te veel van Accupril heeft ingenomen, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts,
apotheker of het Antigifcentrum (070/245.245).
Bent u vergeten dit geneesmiddel in te nemen?
Als u een tablet bent vergeten, neem deze dan alsnog in, tenzij het alweer tijd is voor de volgende
dosis. Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Als u stopt met het innemen van dit geneesmiddel
Raadpleeg altijd uw arts voordat u met de behandeling stopt.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4. Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben. Niet iedereen krijgt daarmee
te maken.
Vaak
(kunnen tussen 1 patiënt op 10 en 1 patiënt op 100 treffen):
-
IJlhoofdigheid, hoofdpijn, tintelende sensatie (paresthesie).
-
Gegeneraliseerde zwakte (asthenie), pijn in de borst, vermoeidheid.
-
Rugpijn, spierpijn.
-
Hoest, kortademigheid.
-
Buikpijn, diarree, spijsverteringsstoornissen, misselijkheid, braken.
-
Slapeloosheid.
-
Te lage bloeddruk (hypotensie).
-
Stijging van het kaliumgehalte in het bloed.
-
Stijging van het creatinine- en stikstofgehalte in het bloed.
-
Keelontsteking, verkoudheid (rhinitis), virale infectie.
-
Verlaagde natriumconcentraties in het bloed
Soms
(kunnen tussen 1 patiënt op 100 en 1 patiënt op 1000 treffen):
-
Slaperigheid, transient ischemic attack (TIA).
-
Koorts, oedeem (aan de extremiteiten of gegeneraliseerd).
-
Sinusitis, bronchitis, bovenste luchtweginfectie, urinaire infectie.
-
Droge mond, gas in de darmen (flatulentie).
-
Zenuwachtigheid, depressie, verwardheid.
-
Hartkloppingen, angina pectoris, versnelde hartfrequentie (tachycardie), myocardinfarct, verwijding
van de bloedvaten.
-
Duizeligheid, oorsuizen (tinnitus).
-
Gewrichtspijn.
-
Verminderde nierfunctie, aanwezigheid van eiwitten in de urine.
-
Droge keel.
-
Verzwakt gezichtsvermogen.
6
Bijsluiter
BEL 22D21
-
-
Opzwelling van het gelaat, de vingers en de voeten, de lippen, de tong, de glottis en/of het
strottenhoofd (Quincke-oedeem), overmatig zweten, huiduitslag, jeuk.
Impotentie.
Zelden
(kunnen tussen 1 patiënt op 1000 en 1 patiënt op 10.000 treffen):
-
Smaakverandering, constipatie, tongontsteking.
-
Eosinofiele pneumonie (aanwezigheid van witte bloedlichaampjes in de longen).
-
Netelroos, roodheid van de huid, pemphigus (blaasjes op de huid en de slijmvliezen).
-
Evenwichtsstoornissen, bewustzijnsverlies (syncope).
-
Verergering van een slechte nierfunctie.
Zeer zelden
(kunnen minder dan 1 patiënt op 10.000 treffen):
-
Gezichtsstoornissen.
-
Darmocclusie, zwelling van de darmwand (Quincke-oedeem van de darmen).
Niet bekend
(kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald):
-
Anemie, daling van de bloedplaatjes, daling van het aantal witte bloedlichaampjes, daling van het
aantal rode bloedlichaampjes, bloedanalyseresultaten die een anomalie van de leverfunctie
aantonen.
-
Allergische reacties.
-
Cerebrovasculair accident.
-
Plotse bloeddrukdaling in staande houding.
-
Samentrekking van de bronchiën (bronchospasmen).
-
Ontsteking van de pancreas.
-
Ontsteking van de lever, geelzucht.
-
Stevens-Johnson-syndroom, haaruitval, huidletsels (exfoliatieve dermatitis), huidnecrose,
lichtgevoeligheid.
-
Donkere urine, misselijkheid (nausea), braken, spierkrampen, verwarring en aanvallen van epilepsie
(insulten). Epilepsie is een ziekte van uw hersenen. Dit kunnen symptomen zijn van een aandoening
die SIADH (abnormale secretie van antidiuretisch hormoon) wordt genoemd.
-
Psoriasis of verergering van bestaande psoriasis (huidziekte die wordt gekenmerkt door rode
plekken bedekt met zilverachtige schilfers).
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook melden via het Federaal
Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten, Afdeling Vigilantie, Postbus 97, 1000
BRUSSEL, Madou (website:
www.eenbijwerkingmelden.be;
e-mail:
adr@fagg.be).
Door
bijwerkingen te melden, helpt u ons om meer informatie te krijgen over de veiligheid van dit
geneesmiddel.
5. Hoe bewaart u dit geneesmiddel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Bewaren bij kamertemperatuur (15°- 25°C).
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos na
EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de wc en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op
de juiste manier afvoert worden ze op een juiste manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
7
Bijsluiter
BEL 22D21
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit geneesmiddel?
-
De werkzame stof in dit geneesmiddel is quinapril. Elke tablet Accupril bevat 5 mg, 10 mg, 20 mg
of 40 mg quinapril (in de vorm van quinaprilhydrochloride).
-
De andere stoffen in dit geneesmiddel zijn: zwaar magnesiumcarbonaat, lactosemonohydraat (zie
rubriek 2 “Accupril bevat lactose”), gelatine, crospovidon, magnesiumstearaat.
Omhulling van de gele tabletten: hypromellose, hydroxypropylcellulose, titaandioxide (E171),
macrogol 400, ijzeroxidegeel en ijzeroxiderood (E172), candelillawas.
Omhulling van de rode tabletten: hypromellose, hydroxypropylcellulose, titaandioxide (E171),
macrogol 400, ijzeroxiderood (E172), candelillawas.
Hoe ziet Accupril eruit en wat zit er in een verpakking?
Accupril 5 mg filmomhulde tabletten zijn gele, ovale, biconvexe filmomhulde tabletten met een
breukstreep op elke kant en "5" op elke kant in tegengestelde richting gegraveerd. Blisterverpakkingen
van 28 of 56 tabletten en ziekenhuisverpakkingen.
Accupril 10 mg filmomhulde tabletten zijn rode, driehoekige, biconvexe filmomhulde tabletten met een
breukstreep aan de ene kant en "10" aan de andere kant gegraveerd. Blisterverpakking van 28 tabletten.
Accupril 20 mg filmomhulde tabletten zijn gele, ronde, biconvexe filmomhulde tabletten met een
breukstreep op elke kant en "20" aan één kant gegraveerd. Blisterverpakkingen van 28, 56 of 84
tabletten en ziekenhuisverpakkingen.
Accupril 40 mg filmomhulde tabletten zijn rode, ovale, biconvexe filmomhulde tabletten met "40"
aan de ene kant gegraveerd en "PD 535" aan de andere kant gegraveerd. Blisterverpakkingen van 28,
56 of 84 tabletten en ziekenhuisverpakkingen.
De tabletten van 5 mg, 10 mg en 20 mg kunnen worden verdeeld in gelijke doses.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Pfizer NV, Pleinlaan 17, 1050 Brussel,
België.
Fabrikant:
Pfizer Manufacturing Deutschland GmbH - Betriebsstätte Freiburg, Mooswaldallee 1,
79090 Freiburg, Duitsland.
Nummers van de vergunning voor het in de handel brengen
Accupril 5 mg filmomhulde tabletten: BE150972
Accupril 10 mg filmomhulde tabletten: BE150954
Accupril 20 mg filmomhulde tabletten: BE150981
Accupril 40 mg filmomhulde tabletten: BE150963
Geneesmiddel op medisch voorschrift
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in : 05/2022
BEL 22D21
8
BEL 22D21
BEL 22D21
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Accupril 5 mg filmomhulde tabletten
Accupril 10 mg filmomhulde tabletten
Accupril 20 mg filmomhulde tabletten
Accupril 40 mg filmomhulde tabletten
quinapril
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien hebt u hem later weer nodig.
-
Hebt u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Accupril en waarvoor wordt dit geneesmiddel ingenomen?
2. Wanneer mag u dit geneesmiddel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe neemt u dit geneesmiddel in?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit geneesmiddel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1. Wat is Accupril en waarvoor wordt dit geneesmiddel ingenomen?
Accupril is een geneesmiddel tegen hypertensie en hartdecompensatie. Quinaprilhydrochloride, de
werkzame stof van Accupril, is een specifieke remmer van het angiotensineconverterend enzym (ACE-
remmer).
Accupril is geïndiceerd bij:
-
De behandeling van essentiële hypertensie (te hoge bloeddruk). Accupril mag in dit geval alleen, of
met een diureticum (geneesmiddel dat de urineproductie bevordert), of een bètablokker (een ander
geneesmiddel tegen hypertensie) worden gebruikt.
- De behandeling van hartdecompensatie (wanneer het hart niet in staat is om voldoende bloed naar
de weefsels te pompen om aan de behoeften van het organisme te voldoen) in combinatie met een
diureticum en/of een hartversterkend geneesmiddel op basis van digitaline.
2. Wanneer mag u dit geneesmiddel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit geneesmiddel
niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor quinapril of voor een van de stoffen in dit geneesmiddel (deze stoffen kunt u
vinden in rubriek 6 van deze bijsluiter), of voor een ander geneesmiddel van de groep van de ACE-
remmers.
-
U bent sinds meer dan 3
maanden zwanger (het is ook verkieslijk om het gebruik van Accupril te
vermijden tijdens het eerste trimester van de zwangerschap - zie rubriek "Zwangerschap en
borstvoeding").
-
U heeft een voorgeschiedenis van angioneurotisch oedeem (oedeem van het gelaat of van de
slijmvliezen) gerelateerd aan een eerdere behandeling met een ACE-remmer.
-
U lijdt aan een erfelijk angioneurotisch oedeem of een angioneurotisch oedeem van onbekende
oorsprong.
-
U neemt sacubitril/valsartan, een geneesmiddel voor hartinsufficiëntie.
BEL 22D21
-
U lijdt aan een vernauwing van de nierslagader (bilaterale stenose van de nierslagader of stenose op
één nier).
-
U lijdt aan hartobstructie.
-
U heeft diabetes of een nierfunctiestoornis en u wordt behandeld met een bloeddrukverlagend
geneesmiddel dat aliskiren bevat.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit geneesmiddel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel inneemt.
-
Raadpleeg onmiddellijk uw behandelende arts wanneer de volgende bijwerkingen optreden:
ijlhoofdigheid, kortdurend bewustzijnsverlies, overmatig zweten of dehydratie, abdominale pijn
(met of zonder misselijkheid en braken), hevig braken en ernstige diarree, keelpijn en koorts die
langer dan 3
dagen aanhouden.
-
Indien u lijdt aan een bindweefselaandoening, bijvoorbeeld lupus erythematosus, reumatoïde artritis
of sclerodermie, neem dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
-
Een goede nierfunctie is belangrijk bij deze behandeling. Neem contact op met uw arts bij een
wijziging van de nierfunctie (renaal falen). Neem bij de minste aantasting of wijziging van de
werking van de nieren (bv. verandering van de urinekleur, minder of vaker urineren) contact op met
uw behandelende arts. Indien nodig zal hij uw nierfunctie controleren en eventueel de dosis
aanpassen.
-
Let op: Accupril kan gevoeligheidsreacties veroorzaken: huidletsels, lichtgevoeligheid, netelroos,
letsels van de bloedvaten, ademhalingsmoeilijkheden, allergische reacties.
-
Als uw leverfunctie gewijzigd is, moet Accupril met voorzichtigheid worden toegediend. In geval
van geelzucht of een verstoring van de leverenzymenwaarden, dient u contact op te nemen met uw
arts en moet de behandeling worden stopgezet.
-
Indien een plotse zwelling optreedt van het gelaat, de ogen, de lippen, de tong, de glottis en/of de
keel (angioneurotisch oedeem) zal de inname van Accupril worden onderbroken tot uw
behandelende arts u opnieuw onderzocht heeft. De arts zal de dosis aanpassen of de behandeling
onderbreken om eerst de zwelling te behandelen. De zwelling van de tong, de glottis of de keel is
het gevaarlijkste effect vermits deze de luchtwegen kan afsluiten met moeilijk ademen en zelfs
asfyxie (verstikking) tot gevolg. De arts kan in dergelijk geval met spoed subcutaan een 1:1000
(0,3
ml tot 0,5
ml) adrenalineoplossing (epinefrine) toedienen.
-
In geval van gelijktijdige behandeling met een mTOR-remmer (bijv. temsirolimus), een DPP-4-
remmer (bijv. vildagliptine) of een neutrale endopeptidase-remmer (bijv. racecadotril), kan het
risico op angioneurotisch oedeem vergroten (zie rubriek "Gebruikt u nog andere
geneesmiddelen?").
Als u een patiënt van het zwarte ras bent, hebt u een groter risico op angioneurotisch oedeem.
-
Zoals de andere ACE-remmers, kan Accupril het kaliumgehalte in het bloed verhogen.
Voorzichtigheid is geboden bij een gelijktijdige toediening met specifieke kaliumsparende diuretica
of met andere geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze het kaliumgehalte in het bloed verhogen.
Als deze soorten geneesmiddelen ook worden gebruikt, zal uw arts een nauwkeurige controle van
uw kaliumgehalte uitvoeren (zie rubriek "Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?"). Gebruik geen
kaliumrijke zoutsubstituten, behoudens andersluidend advies van uw arts. Accupril kan het
hypokaliëmische effect (vermindering van het kaliumgehalte) van thiazidediuretica verminderen als
ze gelijktijdig worden toegediend.
-
Als u geneesmiddelen neemt of aandoeningen heeft die het natriumgehalte in uw bloed kunnen
verminderen.
-
Indien u reeds een behandeling tegen hypertensie krijgt, dient Accupril met voorzichtigheid te
worden gebruikt. Accupril kan een bloeddrukdaling (hypotensie) veroorzaken: bij een te lage
bloeddruk (symptomatische hypotensie) kunnen ijlhoofdigheid, duizeligheid, en beven optreden.
Indien u wordt behandeld voor een te hoge bloeddruk, is de kans op dit fenomeen waarschijnlijk te
wijten aan een zouttekort door een diureticumbehandeling die daarvoor werd ingesteld.
-
Indien u lijdt aan hartdecompensatie of een hartaandoening, dient Accupril met voorzichtigheid te
worden gebruikt. Indien de bloeddruk te sterk daalt tijdens een behandeling om de goede werking
van het hart te ondersteunen (hartdecompensatie), zal uw arts u zeer nauwlettend volgen, vooral de
2
eerste weken van de behandeling. Wanneer hij het nodig acht zal hij eventueel de dosis verhogen.
BEL 22D21
-
Indien u een chirurgische ingreep (onder narcose) moet ondergaan, moet het verplegende personeel
worden verwittigd dat u Accupril gebruikt. Dit geldt ook voor patiënten die aangewezen zijn op een
kunstnier.
-
Het gebruik van ACE-remmers is geassocieerd met een vermindering van de suikerspiegel bij
diabetespatiënten die worden behandeld met insuline of orale geneesmiddelen tegen diabetes. In dit
geval kan een strikte controle noodzakelijk zijn.
-
Hoest is gemeld bij het gebruik van ACE-remmers, met inbegrip van quinapril. Het gaat om een
aanhoudende, niet-productieve hoest die verdwijnt bij stopzetting van de behandeling.
-
Verwittig uw arts als u een desensibilisatiebehandeling krijgt voor het gif van insecten (bijen of
wespen).
-
H
emodialysepatiënten die high flux-membranen in polyacrylonitril gebruiken kunnen tijdens de
behandeling met Accupril allergische reacties krijgen. Verwittig ook uw arts in geval van
aferese van de lipoproteïnen.
-
Z
wangerschap : bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden? Neem dan
contact op met uw arts. Accupril is niet aanbevolen tijdens het eerste trimester van de
zwangerschap en mag niet gebruikt worden als u meer dan 3
maanden zwanger bent: het gebruik
van Accupril tijdens deze periode kan ernstige schade veroorzaken aan uw baby (zie rubriek
"Zwangerschap en borstvoeding").
-
Als u een van de volgende geneesmiddelen voor de behandeling van hoge bloeddruk inneemt:
- Een angiotensine II-receptorantagonist (ARB's) (ook bekend als sartans bijvoorbeeld
valsartan, telmisartan, irbesartan), in het bijzonder als u diabetes-gerelateerde nierproblemen
heeft.
- Aliskiren.
Uw arts zal mogelijk regelmatig uw nierfunctie, bloeddruk en het aantal elektrolyten (bijv. kalium) in
uw bloed controleren.
Zie ook de informatie in de rubriek 'Wanneer mag u dit geneesmiddel niet gebruiken?'.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Accupril mag niet bij kinderen worden gebruikt.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen ?
Gebruikt u naast Accupril nog andere geneesmiddelen , heeft u dat kort geleden gedaan of gaat u dit
misschien binnenkort doen? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Uw arts kan uw dosis aanpassen en/of andere voorzorgsmaatregelen nemen:
-
Als u een angiotensine II-receptorantagonist (ARB) of aliskiren inneemt (zie ook de informatie
in de rubrieken 'Wanneer mag u dit geneesmiddel niet gebruiken?' en 'Wanneer moet u extra
voorzichtig zijn met dit geneesmiddel?').
Er zijn specifieke gevallen waarin de gelijktijdige inname van verschillende geneesmiddelen
(geneesmiddelencombinatie) een gunstig resultaat oplevert. Accupril behoort tot deze categorie
producten. Enkel de arts kan bepalen of combinaties voordeel kunnen bieden voor u. Wat Accupril
betreft zijn de volgende combinaties mogelijk:
-
Voor de behandeling van hypertensie is de bijkomende inname van een diureticum of een
bètablokker zeer nuttig om het gewenste resultaat te bereiken.
- Voor hartdecompensatie is bekend dat de gelijktijdige toediening van quinapril en een
diureticum, of digitalis-preparaten, bijdragen tot het bereiken van een gunstig resultaat.
Niettemin dient men aandacht te hebben voor het risico op een plotse bloeddrukdaling bij gelijktijdig
gebruik van verschillende antihypertensiva.
Interacties waarmee rekening moet worden gehouden:
-
Tetracyclinen: Accupril kan de werking van antibiotica van de tetracyclinengroep duidelijk
verminderen. Een tussentijd van enkele uren tussen de inname van beide geneesmiddelen verhelpt
dit ongemak.
BEL 22D21
-
Geneesmiddelen die het kaliumgehalte in het bloed verhogen: de gelijktijdige toediening van
Accupril en een kaliumsparend diureticum, kaliumsupplementen of kaliumbevattende
zoutsubstituten, of van andere geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze het kaliumgehalte in het
bloed verhogen, zal slechts met voorzichtigheid en onder strikt toezicht van een arts gebeuren.
-
Sulfamethoxazol/trimethoprim (antibioticum): een belangrijke verhoging van het kaliumgehalte in
het bloed werd gemeld bij een gelijktijdig gebruik van ACE-remmers en sulfamethoxazol/
trimethoprim bij oudere patiënten of bij patiënten met een verminderde nierfunctie. De toediening
van Accupril met andere geneesmiddelen die trimethoprim bevatten, moet voorzichtig gebeuren.
Daarbij moet het kaliumgehalte in het bloed van dichtbij worden opgevolgd.
-
Diuretica (geneesmiddelen die de urineproductie verhogen): de combinatie met diuretica kan,
vooral in het begin van de behandeling, een iets te sterke bloeddrukdaling veroorzaken. Daarom
zal de arts in het begin van de behandeling regelmatig uw bloeddruk controleren.
-
Andere antihypertensiva (geneesmiddelen die de bloeddruk verlagen): verhoging van het effect van
Accupril.
-
Chirurgische ingreep, anesthesie: verwittig de arts vóór elke ingreep dat u een behandeling met
Accupril volgt.
-
Lithium: verhoging van het risico op lithiumvergiftiging.
-
Niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID's) en COX-2-remmers: NSAID's
kunnen de waterafdrijvende effecten van Accupril verminderen. Bij sommige patiënten (ouderen,
hypovolemische patiënten of patiënten met een gestoorde nierwerking) kan het gelijktijdige gebruik
van een ACE-remmer en een NSAID of een COX-2-remmer tot een slechte nierfunctie leiden.
-
Alcohol, barbituraten en narcotica: mogelijke hypotensie (plotse bloeddrukdaling).
-
Antacida (geneesmiddelen tegen maagzuur): ze kunnen de werking van Accupril verminderen.
-
Sympathicomimetica (geneesmiddelen die het sympathische zenuwstelsel stimuleren): ze kunnen
het bloeddrukverlagende effect van Accupril verminderen.
-
Antidiabetica (geneesmiddelen tegen diabetes): ACE-remmers kunnen de werking van
geneesmiddelen tegen diabetes (insuline, orale antidiabetica) versterken. Een aanpassing van de
dosering van de diabetesbehandeling kan noodzakelijk zijn.
-
Verwittig uw arts wanneer u de volgende geneesmiddelen gebruikt: allopurinol, cytostatica en
immunosuppressiva, corticosteroïden, procaïnamide, injecteerbaar goud, (bv. natrium-
aurothiomalaat).
-
Aliskiren: aliskiren en Accupril mogen niet samen toegediend worden bij patiënten met diabetes.
Het gelijktijdig gebruik moet vermeden worden bij patiënten met een renaal falen.
-
mTOR-remmers (antitumorale geneesmiddelen), DPP-4-remmers (geneesmiddelen om diabetes
te behandelen) of neutrale endopeptidase-remmers: men moet uiterst voorzichtig zijn bij
gelijktijdig gebruik van Accupril met een mTOR-remmer (bijv. temsirolimus), een DPP-4-
remmer (bijv. vildagliptine) of een neutrale endopeptidase-remmer (bijv. racecadotril) want er
bestaat een verhoogd risico op angioneurotisch oedeem.
Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol?
Accupril mag tijdens of buiten de maaltijden worden ingenomen. Alcohol versterkt de
bloeddrukverlagende effecten van ACE-remmers (waaronder Accupril), met een risico op hypotensie.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Zwangerschap
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn (of wilt u zwanger worden)? Vertel dat dan aan uw arts.
Normaal zal uw arts u de raad geven Accupril te staken vóór u zwanger wordt of van zodra u
zwanger bent. Hij zal u dan een ander geneesmiddel voorschrijven in plaats van Accupril. Accupril is
niet aanbevolen tijdens het eerste trimester van de zwangerschap en mag niet worden gebruikt als u
meer dan 3 maanden zwanger bent: het gebruik van Accupril na de derde maand van de
zwangerschap kan ernstige schade veroorzaken aan uw baby.
Borstvoeding
BEL 22D21
Geeft u borstvoeding of wilt u borstvoeding geven? Vertel dat dan aan uw arts. Borstvoeding geven aan
pasgeborenen (eerste weken na de geboorte) en vooral aan te vroeg geborenen, is niet aanbevolen als u
Accupril inneemt. Wanneer borstvoeding wordt gegeven aan een oudere baby, zal uw arts u vertellen
welke voordelen en risico's verbonden zijn aan het gebruik van Accupril tijdens de borstvoeding,
vergeleken met andere behandelingen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
De rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen kunnen verminderd zijn, vooral in het
begin van de behandeling.
Accupril
bevat lactose
Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw
arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
3. Hoe neemt u dit geneesmiddel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
1. Bij hypertensie
-
I
n monotherapie , d.w.z. zonder diureticum (geneesmiddel dat de urineproductie verhoogt), bedraagt
de totale voorgeschreven dagdosis tussen 10 mg en 40 mg quinapril.
De aanvangsdosis bedraagt gewoonlijk 10 mg quinapril eenmaal daags. Voor een klein aantal
patiënten kan de arts het nodig achten om de totale dagdosis te verhogen tot 80 mg. Neem nooit
meer dan 80 mg per dag in.
-
I
n combinatie , d.w.z. wanneer Accupril samen met een diureticum wordt ingenomen, zal de arts de
behandeling starten met 5 mg per dag. Indien nodig kan deze dosis vervolgens worden verhoogd.
In beide gevallen zal de arts voor elke patiënt bepalen of de dosis in 1 inname of verdeeld over
verschillende innamen per dag moet worden toegediend.
2. Bij hartdecompensatie
De aanvangsdosis bedraagt 5 mg (in één inname). Vervolgens kan de arts, na controle, een hogere dosis
voorschrijven en de dosis eventueel over verschillende innamen per dag verdelen. De maximaal
aanbevolen dosis bedraagt 40 mg per dag, in één of twee innamen.
3. Bijzondere situaties
-
O
uderen
Bij ouderen zal de arts de behandeling evalueren en starten met een lagere dosis dan hierboven
voorgesteld. Indien hij het nodig acht kan deze dosis vervolgens ook worden verhoogd.
-
V
erminderde nierfunctie
Ook in dit geval zal een lagere aanvangsdosis worden voorgeschreven.
-
V
ernauwing van de nierslagaders
Accupril is gecontra-indiceerd indien u lijdt aan een vernauwing van de nierslagaders (bilaterale
stenose van de nierslagader of stenose op één nier).
-
L
everbeschadiging
Deze situatie vereist normaal geen wijziging van de gewoonlijk voorgestelde dosissen.
-
B
ij kinderen
BEL 22D21
Accupril mag niet bij kinderen worden gebruikt.
-
Z
wangerschap
Accupril is niet aanbevolen tijdens het eerste trimester van de zwangerschap en mag niet worden
gebruikt als u meer dan 3 maanden zwanger bent. De behandeling met Accupril wordt gestaakt
als u zwanger wilt worden of zwanger denkt te zijn (zie rubriek "Zwangerschap en
borstvoeding")
Heeft u te veel van dit geneesmiddel
ingenomen?
Er is geen specifieke informatie beschikbaar over de behandeling van een eventuele overdosering bij de
mens. Deze behandeling zal dus afhankelijk zijn van de optredende symptomen. De meest
waarschijnlijke manifestatie van een overdosering bestaat uit een plotse daling van de bloeddruk.
Wanneer u te veel van Accupril heeft ingenomen, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts,
apotheker of het Antigifcentrum (070/245.245).
Bent u vergeten dit geneesmiddel
in te nemen?
Als u een tablet bent vergeten, neem deze dan alsnog in, tenzij het alweer tijd is voor de volgende
dosis. Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Als u stopt met het innemen van dit geneesmiddel
Raadpleeg altijd uw arts voordat u met de behandeling stopt.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4. Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben. Niet iedereen krijgt daarmee
te maken.
Vaak (kunnen tussen 1 patiënt op 10 en 1 patiënt op 100 treffen):
-
IJlhoofdigheid, hoofdpijn, tintelende sensatie (paresthesie).
-
Gegeneraliseerde zwakte (asthenie), pijn in de borst, vermoeidheid.
-
Rugpijn, spierpijn.
-
Hoest, kortademigheid.
-
Buikpijn, diarree, spijsverteringsstoornissen, misselijkheid, braken.
-
Slapeloosheid.
-
Te lage bloeddruk (hypotensie).
-
Stijging van het kaliumgehalte in het bloed.
-
Stijging van het creatinine- en stikstofgehalte in het bloed.
-
Keelontsteking, verkoudheid (rhinitis), virale infectie.
-
Verlaagde natriumconcentraties in het bloed
Soms (kunnen tussen 1 patiënt op 100 en 1 patiënt op 1000 treffen):
-
Slaperigheid, transient ischemic attack (TIA).
-
Koorts, oedeem (aan de extremiteiten of gegeneraliseerd).
-
Sinusitis, bronchitis, bovenste luchtweginfectie, urinaire infectie.
-
Droge mond, gas in de darmen (flatulentie).
-
Zenuwachtigheid, depressie, verwardheid.
-
Hartkloppingen, angina pectoris, versnelde hartfrequentie (tachycardie), myocardinfarct, verwijding
van de bloedvaten.
-
Duizeligheid, oorsuizen (tinnitus).
-
Gewrichtspijn.
-
Verminderde nierfunctie, aanwezigheid van eiwitten in de urine.
-
Droge keel.
-
Verzwakt gezichtsvermogen.
BEL 22D21
-
Opzwelling van het gelaat, de vingers en de voeten, de lippen, de tong, de glottis en/of het
strottenhoofd (Quincke-oedeem), overmatig zweten, huiduitslag, jeuk.
-
Impotentie.
Zelden (kunnen tussen 1 patiënt op 1000 en 1 patiënt op 10.000 treffen):
-
Smaakverandering, constipatie, tongontsteking.
-
Eosinofiele pneumonie (aanwezigheid van witte bloedlichaampjes in de longen).
-
Netelroos, roodheid van de huid, pemphigus (blaasjes op de huid en de slijmvliezen).
-
Evenwichtsstoornissen, bewustzijnsverlies (syncope).
-
Verergering van een slechte nierfunctie.
Zeer zelden (kunnen minder dan 1 patiënt op 10.000 treffen):
-
Gezichtsstoornissen.
-
Darmocclusie, zwelling van de darmwand (Quincke-oedeem van de darmen).
Niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald):
-
Anemie, daling van de bloedplaatjes, daling van het aantal witte bloedlichaampjes, daling van het
aantal rode bloedlichaampjes, bloedanalyseresultaten die een anomalie van de leverfunctie
aantonen.
-
Allergische reacties.
-
Cerebrovasculair accident.
-
Plotse bloeddrukdaling in staande houding.
-
Samentrekking van de bronchiën (bronchospasmen).
-
Ontsteking van de pancreas.
-
Ontsteking van de lever, geelzucht.
-
Stevens-Johnson-syndroom, haaruitval, huidletsels (exfoliatieve dermatitis), huidnecrose,
lichtgevoeligheid.
-
Donkere urine, misselijkheid (nausea), braken, spierkrampen, verwarring en aanvallen van epilepsie
(insulten). Epilepsie is een ziekte van uw hersenen. Dit kunnen symptomen zijn van een aandoening
die SIADH (abnormale secretie van antidiuretisch hormoon) wordt genoemd.
-
Psoriasis of verergering van bestaande psoriasis (huidziekte die wordt gekenmerkt door rode
plekken bedekt met zilverachtige schilfers).
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook melden via het Federaal
Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten, Afdeling Vigilantie, Postbus 97, 1000
BRUSSEL, Madou (website: www.eenbijwerkingmelden.be; e-mail: adr@fagg.be). Door
bijwerkingen te melden, helpt u ons om meer informatie te krijgen over de veiligheid van dit
geneesmiddel.
5. Hoe bewaart u dit geneesmiddel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Bewaren bij kamertemperatuur (15°- 25°C).
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos na
EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de wc en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op
de juiste manier afvoert worden ze op een juiste manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
BEL 22D21
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit geneesmiddel?
-
De werkzame stof in dit geneesmiddel is quinapril. Elke tablet Accupril bevat 5 mg, 10 mg, 20 mg
of 40 mg quinapril (in de vorm van quinaprilhydrochloride).
-
De andere stoffen in dit geneesmiddel zijn: zwaar magnesiumcarbonaat, lactosemonohydraat (zie
rubriek 2 'Accupril bevat lactose'), gelatine, crospovidon, magnesiumstearaat.
Omhulling van de gele tabletten: hypromellose, hydroxypropylcellulose, titaandioxide (E171),
macrogol 400, ijzeroxidegeel en ijzeroxiderood (E172), candelillawas.
Omhulling van de rode tabletten: hypromellose, hydroxypropylcellulose, titaandioxide (E171),
macrogol 400, ijzeroxiderood (E172), candelillawas.
Hoe ziet Accupril
eruit en wat zit er in een verpakking?
Accupril 5 mg filmomhulde tabletten zijn gele, ovale, biconvexe filmomhulde tabletten met een
breukstreep op elke kant en "5" op elke kant in tegengestelde richting gegraveerd. Blisterverpakkingen
van 28 of 56 tabletten en ziekenhuisverpakkingen.
Accupril 10 mg filmomhulde tabletten zijn rode, driehoekige, biconvexe filmomhulde tabletten met een
breukstreep aan de ene kant en "10" aan de andere kant gegraveerd. Blisterverpakking van 28 tabletten.
Accupril 20 mg filmomhulde tabletten zijn gele, ronde, biconvexe filmomhulde tabletten met een
breukstreep op elke kant en "20" aan één kant gegraveerd. Blisterverpakkingen van 28, 56 of 84
tabletten en ziekenhuisverpakkingen.
Accupril 40 mg filmomhulde tabletten zijn rode, ovale, biconvexe filmomhulde tabletten met "40"
aan de ene kant gegraveerd en "PD 535" aan de andere kant gegraveerd. Blisterverpakkingen van 28,
56 of 84 tabletten en ziekenhuisverpakkingen.
De tabletten van 5 mg, 10 mg en 20 mg kunnen worden verdeeld in gelijke doses.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen: Pfizer NV, Pleinlaan 17, 1050 Brussel,
België.
Fabrikant: Pfizer Manufacturing Deutschland GmbH - Betriebsstätte Freiburg, Mooswaldallee 1,
79090 Freiburg, Duitsland.
Nummers van de vergunning voor het in de handel brengen
Accupril 5 mg filmomhulde tabletten: BE150972
Accupril 10 mg filmomhulde tabletten: BE150954
Accupril 20 mg filmomhulde tabletten: BE150981
Accupril 40 mg filmomhulde tabletten: BE150963
Geneesmiddel op medisch voorschrift
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in : 05/2022
BEL 22D21
BEL 22D21
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Accupril 5 mg filmomhulde tabletten
Accupril 10 mg filmomhulde tabletten
Accupril 20 mg filmomhulde tabletten
Accupril 40 mg filmomhulde tabletten
quinapril
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien hebt u hem later weer nodig.
-
Hebt u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Accupril en waarvoor wordt dit geneesmiddel ingenomen?
2. Wanneer mag u dit geneesmiddel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe neemt u dit geneesmiddel in?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit geneesmiddel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1. Wat is Accupril en waarvoor wordt dit geneesmiddel ingenomen?
Accupril is een geneesmiddel tegen hypertensie en hartdecompensatie. Quinaprilhydrochloride, de
werkzame stof van Accupril, is een specifieke remmer van het angiotensineconverterend enzym (ACE-
remmer).
Accupril is geïndiceerd bij:
-
De behandeling van essentiële hypertensie (te hoge bloeddruk). Accupril mag in dit geval alleen, of
met een diureticum (geneesmiddel dat de urineproductie bevordert), of een bètablokker (een ander
geneesmiddel tegen hypertensie) worden gebruikt.
- De behandeling van hartdecompensatie (wanneer het hart niet in staat is om voldoende bloed naar
de weefsels te pompen om aan de behoeften van het organisme te voldoen) in combinatie met een
diureticum en/of een hartversterkend geneesmiddel op basis van digitaline.
2. Wanneer mag u dit geneesmiddel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit geneesmiddel
niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor quinapril of voor een van de stoffen in dit geneesmiddel (deze stoffen kunt u
vinden in rubriek 6 van deze bijsluiter), of voor een ander geneesmiddel van de groep van de ACE-
remmers.
-
U bent sinds meer dan 3
maanden zwanger (het is ook verkieslijk om het gebruik van Accupril te
vermijden tijdens het eerste trimester van de zwangerschap - zie rubriek "Zwangerschap en
borstvoeding").
-
U heeft een voorgeschiedenis van angioneurotisch oedeem (oedeem van het gelaat of van de
slijmvliezen) gerelateerd aan een eerdere behandeling met een ACE-remmer.
-
U lijdt aan een erfelijk angioneurotisch oedeem of een angioneurotisch oedeem van onbekende
oorsprong.
-
U neemt sacubitril/valsartan, een geneesmiddel voor hartinsufficiëntie.
BEL 22D21
-
U lijdt aan een vernauwing van de nierslagader (bilaterale stenose van de nierslagader of stenose op
één nier).
-
U lijdt aan hartobstructie.
-
U heeft diabetes of een nierfunctiestoornis en u wordt behandeld met een bloeddrukverlagend
geneesmiddel dat aliskiren bevat.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit geneesmiddel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel inneemt.
-
Raadpleeg onmiddellijk uw behandelende arts wanneer de volgende bijwerkingen optreden:
ijlhoofdigheid, kortdurend bewustzijnsverlies, overmatig zweten of dehydratie, abdominale pijn
(met of zonder misselijkheid en braken), hevig braken en ernstige diarree, keelpijn en koorts die
langer dan 3
dagen aanhouden.
-
Indien u lijdt aan een bindweefselaandoening, bijvoorbeeld lupus erythematosus, reumatoïde artritis
of sclerodermie, neem dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
-
Een goede nierfunctie is belangrijk bij deze behandeling. Neem contact op met uw arts bij een
wijziging van de nierfunctie (renaal falen). Neem bij de minste aantasting of wijziging van de
werking van de nieren (bv. verandering van de urinekleur, minder of vaker urineren) contact op met
uw behandelende arts. Indien nodig zal hij uw nierfunctie controleren en eventueel de dosis
aanpassen.
-
Let op: Accupril kan gevoeligheidsreacties veroorzaken: huidletsels, lichtgevoeligheid, netelroos,
letsels van de bloedvaten, ademhalingsmoeilijkheden, allergische reacties.
-
Als uw leverfunctie gewijzigd is, moet Accupril met voorzichtigheid worden toegediend. In geval
van geelzucht of een verstoring van de leverenzymenwaarden, dient u contact op te nemen met uw
arts en moet de behandeling worden stopgezet.
-
Indien een plotse zwelling optreedt van het gelaat, de ogen, de lippen, de tong, de glottis en/of de
keel (angioneurotisch oedeem) zal de inname van Accupril worden onderbroken tot uw
behandelende arts u opnieuw onderzocht heeft. De arts zal de dosis aanpassen of de behandeling
onderbreken om eerst de zwelling te behandelen. De zwelling van de tong, de glottis of de keel is
het gevaarlijkste effect vermits deze de luchtwegen kan afsluiten met moeilijk ademen en zelfs
asfyxie (verstikking) tot gevolg. De arts kan in dergelijk geval met spoed subcutaan een 1:1000
(0,3
ml tot 0,5
ml) adrenalineoplossing (epinefrine) toedienen.
-
In geval van gelijktijdige behandeling met een mTOR-remmer (bijv. temsirolimus), een DPP-4-
remmer (bijv. vildagliptine) of een neutrale endopeptidase-remmer (bijv. racecadotril), kan het
risico op angioneurotisch oedeem vergroten (zie rubriek "Gebruikt u nog andere
geneesmiddelen?").
Als u een patiënt van het zwarte ras bent, hebt u een groter risico op angioneurotisch oedeem.
-
Zoals de andere ACE-remmers, kan Accupril het kaliumgehalte in het bloed verhogen.
Voorzichtigheid is geboden bij een gelijktijdige toediening met specifieke kaliumsparende diuretica
of met andere geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze het kaliumgehalte in het bloed verhogen.
Als deze soorten geneesmiddelen ook worden gebruikt, zal uw arts een nauwkeurige controle van
uw kaliumgehalte uitvoeren (zie rubriek "Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?"). Gebruik geen
kaliumrijke zoutsubstituten, behoudens andersluidend advies van uw arts. Accupril kan het
hypokaliëmische effect (vermindering van het kaliumgehalte) van thiazidediuretica verminderen als
ze gelijktijdig worden toegediend.
-
Als u geneesmiddelen neemt of aandoeningen heeft die het natriumgehalte in uw bloed kunnen
verminderen.
-
Indien u reeds een behandeling tegen hypertensie krijgt, dient Accupril met voorzichtigheid te
worden gebruikt. Accupril kan een bloeddrukdaling (hypotensie) veroorzaken: bij een te lage
bloeddruk (symptomatische hypotensie) kunnen ijlhoofdigheid, duizeligheid, en beven optreden.
Indien u wordt behandeld voor een te hoge bloeddruk, is de kans op dit fenomeen waarschijnlijk te
wijten aan een zouttekort door een diureticumbehandeling die daarvoor werd ingesteld.
-
Indien u lijdt aan hartdecompensatie of een hartaandoening, dient Accupril met voorzichtigheid te
worden gebruikt. Indien de bloeddruk te sterk daalt tijdens een behandeling om de goede werking
van het hart te ondersteunen (hartdecompensatie), zal uw arts u zeer nauwlettend volgen, vooral de
2
eerste weken van de behandeling. Wanneer hij het nodig acht zal hij eventueel de dosis verhogen.
BEL 22D21
-
Indien u een chirurgische ingreep (onder narcose) moet ondergaan, moet het verplegende personeel
worden verwittigd dat u Accupril gebruikt. Dit geldt ook voor patiënten die aangewezen zijn op een
kunstnier.
-
Het gebruik van ACE-remmers is geassocieerd met een vermindering van de suikerspiegel bij
diabetespatiënten die worden behandeld met insuline of orale geneesmiddelen tegen diabetes. In dit
geval kan een strikte controle noodzakelijk zijn.
-
Hoest is gemeld bij het gebruik van ACE-remmers, met inbegrip van quinapril. Het gaat om een
aanhoudende, niet-productieve hoest die verdwijnt bij stopzetting van de behandeling.
-
Verwittig uw arts als u een desensibilisatiebehandeling krijgt voor het gif van insecten (bijen of
wespen).
-
H
emodialysepatiënten die high flux-membranen in polyacrylonitril gebruiken kunnen tijdens de
behandeling met Accupril allergische reacties krijgen. Verwittig ook uw arts in geval van
aferese van de lipoproteïnen.
-
Z
wangerschap : bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden? Neem dan
contact op met uw arts. Accupril is niet aanbevolen tijdens het eerste trimester van de
zwangerschap en mag niet gebruikt worden als u meer dan 3
maanden zwanger bent: het gebruik
van Accupril tijdens deze periode kan ernstige schade veroorzaken aan uw baby (zie rubriek
"Zwangerschap en borstvoeding").
-
Als u een van de volgende geneesmiddelen voor de behandeling van hoge bloeddruk inneemt:
- Een angiotensine II-receptorantagonist (ARB's) (ook bekend als sartans bijvoorbeeld
valsartan, telmisartan, irbesartan), in het bijzonder als u diabetes-gerelateerde nierproblemen
heeft.
- Aliskiren.
Uw arts zal mogelijk regelmatig uw nierfunctie, bloeddruk en het aantal elektrolyten (bijv. kalium) in
uw bloed controleren.
Zie ook de informatie in de rubriek 'Wanneer mag u dit geneesmiddel niet gebruiken?'.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Accupril mag niet bij kinderen worden gebruikt.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen ?
Gebruikt u naast Accupril nog andere geneesmiddelen , heeft u dat kort geleden gedaan of gaat u dit
misschien binnenkort doen? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Uw arts kan uw dosis aanpassen en/of andere voorzorgsmaatregelen nemen:
-
Als u een angiotensine II-receptorantagonist (ARB) of aliskiren inneemt (zie ook de informatie
in de rubrieken 'Wanneer mag u dit geneesmiddel niet gebruiken?' en 'Wanneer moet u extra
voorzichtig zijn met dit geneesmiddel?').
Er zijn specifieke gevallen waarin de gelijktijdige inname van verschillende geneesmiddelen
(geneesmiddelencombinatie) een gunstig resultaat oplevert. Accupril behoort tot deze categorie
producten. Enkel de arts kan bepalen of combinaties voordeel kunnen bieden voor u. Wat Accupril
betreft zijn de volgende combinaties mogelijk:
-
Voor de behandeling van hypertensie is de bijkomende inname van een diureticum of een
bètablokker zeer nuttig om het gewenste resultaat te bereiken.
- Voor hartdecompensatie is bekend dat de gelijktijdige toediening van quinapril en een
diureticum, of digitalis-preparaten, bijdragen tot het bereiken van een gunstig resultaat.
Niettemin dient men aandacht te hebben voor het risico op een plotse bloeddrukdaling bij gelijktijdig
gebruik van verschillende antihypertensiva.
Interacties waarmee rekening moet worden gehouden:
-
Tetracyclinen: Accupril kan de werking van antibiotica van de tetracyclinengroep duidelijk
verminderen. Een tussentijd van enkele uren tussen de inname van beide geneesmiddelen verhelpt
dit ongemak.
BEL 22D21
-
Geneesmiddelen die het kaliumgehalte in het bloed verhogen: de gelijktijdige toediening van
Accupril en een kaliumsparend diureticum, kaliumsupplementen of kaliumbevattende
zoutsubstituten, of van andere geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze het kaliumgehalte in het
bloed verhogen, zal slechts met voorzichtigheid en onder strikt toezicht van een arts gebeuren.
-
Sulfamethoxazol/trimethoprim (antibioticum): een belangrijke verhoging van het kaliumgehalte in
het bloed werd gemeld bij een gelijktijdig gebruik van ACE-remmers en sulfamethoxazol/
trimethoprim bij oudere patiënten of bij patiënten met een verminderde nierfunctie. De toediening
van Accupril met andere geneesmiddelen die trimethoprim bevatten, moet voorzichtig gebeuren.
Daarbij moet het kaliumgehalte in het bloed van dichtbij worden opgevolgd.
-
Diuretica (geneesmiddelen die de urineproductie verhogen): de combinatie met diuretica kan,
vooral in het begin van de behandeling, een iets te sterke bloeddrukdaling veroorzaken. Daarom
zal de arts in het begin van de behandeling regelmatig uw bloeddruk controleren.
-
Andere antihypertensiva (geneesmiddelen die de bloeddruk verlagen): verhoging van het effect van
Accupril.
-
Chirurgische ingreep, anesthesie: verwittig de arts vóór elke ingreep dat u een behandeling met
Accupril volgt.
-
Lithium: verhoging van het risico op lithiumvergiftiging.
-
Niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID's) en COX-2-remmers: NSAID's
kunnen de waterafdrijvende effecten van Accupril verminderen. Bij sommige patiënten (ouderen,
hypovolemische patiënten of patiënten met een gestoorde nierwerking) kan het gelijktijdige gebruik
van een ACE-remmer en een NSAID of een COX-2-remmer tot een slechte nierfunctie leiden.
-
Alcohol, barbituraten en narcotica: mogelijke hypotensie (plotse bloeddrukdaling).
-
Antacida (geneesmiddelen tegen maagzuur): ze kunnen de werking van Accupril verminderen.
-
Sympathicomimetica (geneesmiddelen die het sympathische zenuwstelsel stimuleren): ze kunnen
het bloeddrukverlagende effect van Accupril verminderen.
-
Antidiabetica (geneesmiddelen tegen diabetes): ACE-remmers kunnen de werking van
geneesmiddelen tegen diabetes (insuline, orale antidiabetica) versterken. Een aanpassing van de
dosering van de diabetesbehandeling kan noodzakelijk zijn.
-
Verwittig uw arts wanneer u de volgende geneesmiddelen gebruikt: allopurinol, cytostatica en
immunosuppressiva, corticosteroïden, procaïnamide, injecteerbaar goud, (bv. natrium-
aurothiomalaat).
-
Aliskiren: aliskiren en Accupril mogen niet samen toegediend worden bij patiënten met diabetes.
Het gelijktijdig gebruik moet vermeden worden bij patiënten met een renaal falen.
-
mTOR-remmers (antitumorale geneesmiddelen), DPP-4-remmers (geneesmiddelen om diabetes
te behandelen) of neutrale endopeptidase-remmers: men moet uiterst voorzichtig zijn bij
gelijktijdig gebruik van Accupril met een mTOR-remmer (bijv. temsirolimus), een DPP-4-
remmer (bijv. vildagliptine) of een neutrale endopeptidase-remmer (bijv. racecadotril) want er
bestaat een verhoogd risico op angioneurotisch oedeem.
Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol?
Accupril mag tijdens of buiten de maaltijden worden ingenomen. Alcohol versterkt de
bloeddrukverlagende effecten van ACE-remmers (waaronder Accupril), met een risico op hypotensie.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Zwangerschap
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn (of wilt u zwanger worden)? Vertel dat dan aan uw arts.
Normaal zal uw arts u de raad geven Accupril te staken vóór u zwanger wordt of van zodra u
zwanger bent. Hij zal u dan een ander geneesmiddel voorschrijven in plaats van Accupril. Accupril is
niet aanbevolen tijdens het eerste trimester van de zwangerschap en mag niet worden gebruikt als u
meer dan 3 maanden zwanger bent: het gebruik van Accupril na de derde maand van de
zwangerschap kan ernstige schade veroorzaken aan uw baby.
Borstvoeding
BEL 22D21
Geeft u borstvoeding of wilt u borstvoeding geven? Vertel dat dan aan uw arts. Borstvoeding geven aan
pasgeborenen (eerste weken na de geboorte) en vooral aan te vroeg geborenen, is niet aanbevolen als u
Accupril inneemt. Wanneer borstvoeding wordt gegeven aan een oudere baby, zal uw arts u vertellen
welke voordelen en risico's verbonden zijn aan het gebruik van Accupril tijdens de borstvoeding,
vergeleken met andere behandelingen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
De rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen kunnen verminderd zijn, vooral in het
begin van de behandeling.
Accupril
bevat lactose
Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw
arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
3. Hoe neemt u dit geneesmiddel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
1. Bij hypertensie
-
I
n monotherapie , d.w.z. zonder diureticum (geneesmiddel dat de urineproductie verhoogt), bedraagt
de totale voorgeschreven dagdosis tussen 10 mg en 40 mg quinapril.
De aanvangsdosis bedraagt gewoonlijk 10 mg quinapril eenmaal daags. Voor een klein aantal
patiënten kan de arts het nodig achten om de totale dagdosis te verhogen tot 80 mg. Neem nooit
meer dan 80 mg per dag in.
-
I
n combinatie , d.w.z. wanneer Accupril samen met een diureticum wordt ingenomen, zal de arts de
behandeling starten met 5 mg per dag. Indien nodig kan deze dosis vervolgens worden verhoogd.
In beide gevallen zal de arts voor elke patiënt bepalen of de dosis in 1 inname of verdeeld over
verschillende innamen per dag moet worden toegediend.
2. Bij hartdecompensatie
De aanvangsdosis bedraagt 5 mg (in één inname). Vervolgens kan de arts, na controle, een hogere dosis
voorschrijven en de dosis eventueel over verschillende innamen per dag verdelen. De maximaal
aanbevolen dosis bedraagt 40 mg per dag, in één of twee innamen.
3. Bijzondere situaties
-
O
uderen
Bij ouderen zal de arts de behandeling evalueren en starten met een lagere dosis dan hierboven
voorgesteld. Indien hij het nodig acht kan deze dosis vervolgens ook worden verhoogd.
-
V
erminderde nierfunctie
Ook in dit geval zal een lagere aanvangsdosis worden voorgeschreven.
-
V
ernauwing van de nierslagaders
Accupril is gecontra-indiceerd indien u lijdt aan een vernauwing van de nierslagaders (bilaterale
stenose van de nierslagader of stenose op één nier).
-
L
everbeschadiging
Deze situatie vereist normaal geen wijziging van de gewoonlijk voorgestelde dosissen.
-
B
ij kinderen
BEL 22D21
Accupril mag niet bij kinderen worden gebruikt.
-
Z
wangerschap
Accupril is niet aanbevolen tijdens het eerste trimester van de zwangerschap en mag niet worden
gebruikt als u meer dan 3 maanden zwanger bent. De behandeling met Accupril wordt gestaakt
als u zwanger wilt worden of zwanger denkt te zijn (zie rubriek "Zwangerschap en
borstvoeding")
Heeft u te veel van dit geneesmiddel
ingenomen?
Er is geen specifieke informatie beschikbaar over de behandeling van een eventuele overdosering bij de
mens. Deze behandeling zal dus afhankelijk zijn van de optredende symptomen. De meest
waarschijnlijke manifestatie van een overdosering bestaat uit een plotse daling van de bloeddruk.
Wanneer u te veel van Accupril heeft ingenomen, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts,
apotheker of het Antigifcentrum (070/245.245).
Bent u vergeten dit geneesmiddel
in te nemen?
Als u een tablet bent vergeten, neem deze dan alsnog in, tenzij het alweer tijd is voor de volgende
dosis. Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Als u stopt met het innemen van dit geneesmiddel
Raadpleeg altijd uw arts voordat u met de behandeling stopt.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4. Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben. Niet iedereen krijgt daarmee
te maken.
Vaak (kunnen tussen 1 patiënt op 10 en 1 patiënt op 100 treffen):
-
IJlhoofdigheid, hoofdpijn, tintelende sensatie (paresthesie).
-
Gegeneraliseerde zwakte (asthenie), pijn in de borst, vermoeidheid.
-
Rugpijn, spierpijn.
-
Hoest, kortademigheid.
-
Buikpijn, diarree, spijsverteringsstoornissen, misselijkheid, braken.
-
Slapeloosheid.
-
Te lage bloeddruk (hypotensie).
-
Stijging van het kaliumgehalte in het bloed.
-
Stijging van het creatinine- en stikstofgehalte in het bloed.
-
Keelontsteking, verkoudheid (rhinitis), virale infectie.
-
Verlaagde natriumconcentraties in het bloed
Soms (kunnen tussen 1 patiënt op 100 en 1 patiënt op 1000 treffen):
-
Slaperigheid, transient ischemic attack (TIA).
-
Koorts, oedeem (aan de extremiteiten of gegeneraliseerd).
-
Sinusitis, bronchitis, bovenste luchtweginfectie, urinaire infectie.
-
Droge mond, gas in de darmen (flatulentie).
-
Zenuwachtigheid, depressie, verwardheid.
-
Hartkloppingen, angina pectoris, versnelde hartfrequentie (tachycardie), myocardinfarct, verwijding
van de bloedvaten.
-
Duizeligheid, oorsuizen (tinnitus).
-
Gewrichtspijn.
-
Verminderde nierfunctie, aanwezigheid van eiwitten in de urine.
-
Droge keel.
-
Verzwakt gezichtsvermogen.
BEL 22D21
-
Opzwelling van het gelaat, de vingers en de voeten, de lippen, de tong, de glottis en/of het
strottenhoofd (Quincke-oedeem), overmatig zweten, huiduitslag, jeuk.
-
Impotentie.
Zelden (kunnen tussen 1 patiënt op 1000 en 1 patiënt op 10.000 treffen):
-
Smaakverandering, constipatie, tongontsteking.
-
Eosinofiele pneumonie (aanwezigheid van witte bloedlichaampjes in de longen).
-
Netelroos, roodheid van de huid, pemphigus (blaasjes op de huid en de slijmvliezen).
-
Evenwichtsstoornissen, bewustzijnsverlies (syncope).
-
Verergering van een slechte nierfunctie.
Zeer zelden (kunnen minder dan 1 patiënt op 10.000 treffen):
-
Gezichtsstoornissen.
-
Darmocclusie, zwelling van de darmwand (Quincke-oedeem van de darmen).
Niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald):
-
Anemie, daling van de bloedplaatjes, daling van het aantal witte bloedlichaampjes, daling van het
aantal rode bloedlichaampjes, bloedanalyseresultaten die een anomalie van de leverfunctie
aantonen.
-
Allergische reacties.
-
Cerebrovasculair accident.
-
Plotse bloeddrukdaling in staande houding.
-
Samentrekking van de bronchiën (bronchospasmen).
-
Ontsteking van de pancreas.
-
Ontsteking van de lever, geelzucht.
-
Stevens-Johnson-syndroom, haaruitval, huidletsels (exfoliatieve dermatitis), huidnecrose,
lichtgevoeligheid.
-
Donkere urine, misselijkheid (nausea), braken, spierkrampen, verwarring en aanvallen van epilepsie
(insulten). Epilepsie is een ziekte van uw hersenen. Dit kunnen symptomen zijn van een aandoening
die SIADH (abnormale secretie van antidiuretisch hormoon) wordt genoemd.
-
Psoriasis of verergering van bestaande psoriasis (huidziekte die wordt gekenmerkt door rode
plekken bedekt met zilverachtige schilfers).
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook melden via het Federaal
Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten, Afdeling Vigilantie, Postbus 97, 1000
BRUSSEL, Madou (website: www.eenbijwerkingmelden.be; e-mail: adr@fagg.be). Door
bijwerkingen te melden, helpt u ons om meer informatie te krijgen over de veiligheid van dit
geneesmiddel.
5. Hoe bewaart u dit geneesmiddel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Bewaren bij kamertemperatuur (15°- 25°C).
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos na
EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de wc en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op
de juiste manier afvoert worden ze op een juiste manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
BEL 22D21
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit geneesmiddel?
-
De werkzame stof in dit geneesmiddel is quinapril. Elke tablet Accupril bevat 5 mg, 10 mg, 20 mg
of 40 mg quinapril (in de vorm van quinaprilhydrochloride).
-
De andere stoffen in dit geneesmiddel zijn: zwaar magnesiumcarbonaat, lactosemonohydraat (zie
rubriek 2 'Accupril bevat lactose'), gelatine, crospovidon, magnesiumstearaat.
Omhulling van de gele tabletten: hypromellose, hydroxypropylcellulose, titaandioxide (E171),
macrogol 400, ijzeroxidegeel en ijzeroxiderood (E172), candelillawas.
Omhulling van de rode tabletten: hypromellose, hydroxypropylcellulose, titaandioxide (E171),
macrogol 400, ijzeroxiderood (E172), candelillawas.
Hoe ziet Accupril
eruit en wat zit er in een verpakking?
Accupril 5 mg filmomhulde tabletten zijn gele, ovale, biconvexe filmomhulde tabletten met een
breukstreep op elke kant en "5" op elke kant in tegengestelde richting gegraveerd. Blisterverpakkingen
van 28 of 56 tabletten en ziekenhuisverpakkingen.
Accupril 10 mg filmomhulde tabletten zijn rode, driehoekige, biconvexe filmomhulde tabletten met een
breukstreep aan de ene kant en "10" aan de andere kant gegraveerd. Blisterverpakking van 28 tabletten.
Accupril 20 mg filmomhulde tabletten zijn gele, ronde, biconvexe filmomhulde tabletten met een
breukstreep op elke kant en "20" aan één kant gegraveerd. Blisterverpakkingen van 28, 56 of 84
tabletten en ziekenhuisverpakkingen.
Accupril 40 mg filmomhulde tabletten zijn rode, ovale, biconvexe filmomhulde tabletten met "40"
aan de ene kant gegraveerd en "PD 535" aan de andere kant gegraveerd. Blisterverpakkingen van 28,
56 of 84 tabletten en ziekenhuisverpakkingen.
De tabletten van 5 mg, 10 mg en 20 mg kunnen worden verdeeld in gelijke doses.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen: Pfizer NV, Pleinlaan 17, 1050 Brussel,
België.
Fabrikant: Pfizer Manufacturing Deutschland GmbH - Betriebsstätte Freiburg, Mooswaldallee 1,
79090 Freiburg, Duitsland.
Nummers van de vergunning voor het in de handel brengen
Accupril 5 mg filmomhulde tabletten: BE150972
Accupril 10 mg filmomhulde tabletten: BE150954
Accupril 20 mg filmomhulde tabletten: BE150981
Accupril 40 mg filmomhulde tabletten: BE150963
Geneesmiddel op medisch voorschrift
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in : 05/2022
BEL 22D21