Apiguard 12,5 g gel
Notice – Version NL
APIGUARD
BIJSLUITER
APIGUARD gel (25% thymol) voor toediening in de bijenkorf
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE,
INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Vita Bee Health Limited
1 Castlewood Avenue
Rathmines
Dublin 6
D06 H685
Ierland
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
Cicieffe s.r.l.
via. G. Marconi n. 13
24040 Fornovo San Giovanni (BG)
Italy
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
APIGUARD gel (25% thymol) voor toediening in de bijenkorf
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Werkzaam bestanddeel:
Thymol 12,5 g / bakje
4.
INDICATIES
Behandeling van varroase als gevolg van
Varroa destructor.
5.
CONTRA-INDICATIES
Geen bekend.
6.
BIJWERKINGEN
Lichte agitatie van het volk tijdens de behandeling is mogelijk. Bij hoge temperaturen tijdens de
behandeling kan soms een kleine afname in de hoeveelheid larven worden waargenomen. Dit is van
voorbijgaande aard en heeft geen invloed op de ontwikkeling van het volk.
Soms verwijderen behandelde volken plaatselijk het bijenbroed. Bij normaal bijengedrag wordt alleen
de gel uit het bakje boven de broedramen verwijderd zonder dat dit effect heeft op het bijenvolk.
Vooral bij hygiënischere stammen is het mogelijk dat de bijen ook onafgedekte bijenbroed uit de buurt
van het bakje verwijderen. Als dit wordt waargenomen, moet het diergeneesmiddel uit het volk
worden verwijderd.
7.
DOELDIERSOORT
Honingbij (Apis
mellifera).
1
Notice – Version NL
APIGUARD
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG(EN) EN WIJZE VAN
GEBRUIK
Behandeling in de bijenkast: Twee behandelingen van 50 g gel per volk met een interval van 2 weken.
Maximaal twee behandelingen per jaar.
Toedieningswijze
Open de bijenkast. Trek de folie van het bakje, maar laat één hoek van de folie aan het bakje zitten.
Plaats het open bakje bovenop de broedramen, in het midden, met de gel aan de bovenkant.
Zorg ervoor dat er tenminste 0,5 cm ruimte is tussen de bovenkant van de broedramen en de deksel
van de bijenkast. Sluit de bijenkast. Vervang na twee weken het eerste bakje op dezelfde manier met
een nieuw bakje. Laat het bakje in het volk staan totdat het leeg is. Haal het bakje weg als de
honingbakken op het volk gezet worden.
Het diergeneesmiddel is het meest effectief als het laat in de zomer gebruikt wordt na de honingoogst
(als de hoeveelheid aanwezig bijenbroed afneemt). Maar in geval van zware besmetting kan het
diergeneesmiddel ook in de lente gebruikt worden, als de temperatuur hoger dan 15°C is.
Vanwege de toepassingswijze kan de effectiviteit per volk verschillen. Daarom dient het
diergeneesmiddel gebruikt te worden als onderdeel van een programma van geïntegreerde
plaagbestrijding, waarbij de mijtval regelmatig bekeken wordt. Als er in de volgende winter of lente
nog veel mijtval gezien wordt, wordt er aangeraden om nog een winter- of lentebehandeling voor
varroa toe te passen.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
De behandeling kan meteen na het verwijderen van de honingkamers begonnen worden.
Combineer zwakke volken voor de behandeling.
Alle volken van een bijenstand dienen tegelijkertijd te worden behandeld.
10.
WACHTTIJD
Honing: nul dagen.
Niet gebruiken tijdens de honingdracht.
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Bewaren beneden 30°C.
Niet invriezen.
Ongeopend en in de oorspronkelijke verpakking bewaren.
Beschermen tegen direct zonlicht.
Bewaar het diergeneesmiddel niet in de buurt van pesticiden of andere chemische middelen die het
diergeneesmiddel kunnen aantasten.
Niet bij levensmiddelen bewaren.
12.
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Men dient erop te letten dat men zeker is dat de geregistreerde dosering wordt toegepast, omdat
incorrecte dosering schadelijk kan zijn voor het volk.
2
Notice – Version NL
APIGUARD
Niet gebruiken tijdens de hongingdracht om eventuele aantasting van de smaak te voorkomen. Niet
gebruiken als tijdens de behandeling de verwachting voor de dagtemperatuur lager dan 15ºC is, of als
er zeer geringe activiteit in het volk is, of als de temperatuur hoger dan 40°C is.
Het gebruik van een hogere dosis dan aanbevolen (50 g gel per applicatie, overeenkomend met 12,5 g
thymol) kan tot afwijkend gedrag van het volk leiden (agitatie, ontsnappingen of verhoogde
mortaliteit). In geval van overdosering, verwijder de rest van het diergeneesmiddel van het volk.
Voorzorgsmaatregelen voor de gebruiker
In verband met mogelijke contactdermatitis en irritatie van de huid en ogen, dient direct huid en
oogcontact te worden vermeden.
Draag ondoorlatende handschoenen en de gebruikelijke bescherming bij gebruik van het
diergeneesmiddel.
Na gebruik, handen en al het materiaal dat met de gel in aanraking is geweest wassen met water en
zeep.
In het geval van huidcontact: was het betreffende gebied grondig met water en zeep.
In het geval van oogcontact: spoel de ogen grondig met overvloedig schoon stromend water en win
medisch advies in.
Niet inademen.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE AFVALMATERIAAL
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de nationale
vereisten te worden verwijderd.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Mei 2020
15.
OVERIGE INFORMATIE
BE-V368487
KANALISATIE
Vrije aflevering.
3
APIGUARD
BIJSLUITER
APIGUARD gel (25% thymol) voor toediening in de bijenkorf
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE,
INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Vita Bee Health Limited
1 Castlewood Avenue
Rathmines
Dublin 6
D06 H685
Ierland
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
Cicieffe s.r.l.
via. G. Marconi n. 13
24040 Fornovo San Giovanni (BG)
Italy
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
APIGUARD gel (25% thymol) voor toediening in de bijenkorf
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Werkzaam bestanddeel:
Thymol 12,5 g / bakje
4.
INDICATIES
Behandeling van varroase als gevolg van Varroa destructor.
5.
CONTRA-INDICATIES
Geen bekend.
6.
BIJWERKINGEN
Lichte agitatie van het volk tijdens de behandeling is mogelijk. Bij hoge temperaturen tijdens de
behandeling kan soms een kleine afname in de hoeveelheid larven worden waargenomen. Dit is van
voorbijgaande aard en heeft geen invloed op de ontwikkeling van het volk.
Soms verwijderen behandelde volken plaatselijk het bijenbroed. Bij normaal bijengedrag wordt alleen
de gel uit het bakje boven de broedramen verwijderd zonder dat dit effect heeft op het bijenvolk.
Vooral bij hygiënischere stammen is het mogelijk dat de bijen ook onafgedekte bijenbroed uit de buurt
van het bakje verwijderen. Als dit wordt waargenomen, moet het diergeneesmiddel uit het volk
worden verwijderd.
7.
DOELDIERSOORT
Honingbij (Apis mellifera).
APIGUARD
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG(EN) EN WIJZE VAN
GEBRUIK
Behandeling in de bijenkast: Twee behandelingen van 50 g gel per volk met een interval van 2 weken.
Maximaal twee behandelingen per jaar.
Toedieningswijze
Open de bijenkast. Trek de folie van het bakje, maar laat één hoek van de folie aan het bakje zitten.
Plaats het open bakje bovenop de broedramen, in het midden, met de gel aan de bovenkant.
Zorg ervoor dat er tenminste 0,5 cm ruimte is tussen de bovenkant van de broedramen en de deksel
van de bijenkast. Sluit de bijenkast. Vervang na twee weken het eerste bakje op dezelfde manier met
een nieuw bakje. Laat het bakje in het volk staan totdat het leeg is. Haal het bakje weg als de
honingbakken op het volk gezet worden.
Het diergeneesmiddel is het meest effectief als het laat in de zomer gebruikt wordt na de honingoogst
(als de hoeveelheid aanwezig bijenbroed afneemt). Maar in geval van zware besmetting kan het
diergeneesmiddel ook in de lente gebruikt worden, als de temperatuur hoger dan 15°C is.
Vanwege de toepassingswijze kan de effectiviteit per volk verschillen. Daarom dient het
diergeneesmiddel gebruikt te worden als onderdeel van een programma van geïntegreerde
plaagbestrijding, waarbij de mijtval regelmatig bekeken wordt. Als er in de volgende winter of lente
nog veel mijtval gezien wordt, wordt er aangeraden om nog een winter- of lentebehandeling voor
varroa toe te passen.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
De behandeling kan meteen na het verwijderen van de honingkamers begonnen worden.
Combineer zwakke volken voor de behandeling.
Alle volken van een bijenstand dienen tegelijkertijd te worden behandeld.
10. WACHTTIJD
Honing: nul dagen.
Niet gebruiken tijdens de honingdracht.
11. BIJZONDERE BEWAARVOORSCHIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Bewaren beneden 30°C.
Niet invriezen.
Ongeopend en in de oorspronkelijke verpakking bewaren.
Beschermen tegen direct zonlicht.
Bewaar het diergeneesmiddel niet in de buurt van pesticiden of andere chemische middelen die het
diergeneesmiddel kunnen aantasten.
Niet bij levensmiddelen bewaren.
12. SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Men dient erop te letten dat men zeker is dat de geregistreerde dosering wordt toegepast, omdat
incorrecte dosering schadelijk kan zijn voor het volk.
APIGUARD
Niet gebruiken tijdens de hongingdracht om eventuele aantasting van de smaak te voorkomen. Niet
gebruiken als tijdens de behandeling de verwachting voor de dagtemperatuur lager dan 15ºC is, of als
er zeer geringe activiteit in het volk is, of als de temperatuur hoger dan 40°C is.
Het gebruik van een hogere dosis dan aanbevolen (50 g gel per applicatie, overeenkomend met 12,5 g
thymol) kan tot afwijkend gedrag van het volk leiden (agitatie, ontsnappingen of verhoogde
mortaliteit). In geval van overdosering, verwijder de rest van het diergeneesmiddel van het volk.
Voorzorgsmaatregelen voor de gebruiker
In verband met mogelijke contactdermatitis en irritatie van de huid en ogen, dient direct huid en
oogcontact te worden vermeden.
Draag ondoorlatende handschoenen en de gebruikelijke bescherming bij gebruik van het
diergeneesmiddel.
Na gebruik, handen en al het materiaal dat met de gel in aanraking is geweest wassen met water en
zeep.
In het geval van huidcontact: was het betreffende gebied grondig met water en zeep.
In het geval van oogcontact: spoel de ogen grondig met overvloedig schoon stromend water en win
medisch advies in.
Niet inademen.
13. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE AFVALMATERIAAL
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de nationale
vereisten te worden verwijderd.
14. DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Mei 2020
15. OVERIGE INFORMATIE
BE-V368487
KANALISATIE
Vrije aflevering.
BIJSLUITER
APIGUARD gel (25% thymol) voor toediening in de bijenkorf
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE,
INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Vita Bee Health Limited
1 Castlewood Avenue
Rathmines
Dublin 6
D06 H685
Ierland
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
Cicieffe s.r.l.
via. G. Marconi n. 13
24040 Fornovo San Giovanni (BG)
Italy
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
APIGUARD gel (25% thymol) voor toediening in de bijenkorf
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Werkzaam bestanddeel:
Thymol 12,5 g / bakje
4.
INDICATIES
Behandeling van varroase als gevolg van Varroa destructor.
5.
CONTRA-INDICATIES
Geen bekend.
6.
BIJWERKINGEN
Lichte agitatie van het volk tijdens de behandeling is mogelijk. Bij hoge temperaturen tijdens de
behandeling kan soms een kleine afname in de hoeveelheid larven worden waargenomen. Dit is van
voorbijgaande aard en heeft geen invloed op de ontwikkeling van het volk.
Soms verwijderen behandelde volken plaatselijk het bijenbroed. Bij normaal bijengedrag wordt alleen
de gel uit het bakje boven de broedramen verwijderd zonder dat dit effect heeft op het bijenvolk.
Vooral bij hygiënischere stammen is het mogelijk dat de bijen ook onafgedekte bijenbroed uit de buurt
van het bakje verwijderen. Als dit wordt waargenomen, moet het diergeneesmiddel uit het volk
worden verwijderd.
7.
DOELDIERSOORT
Honingbij (Apis mellifera).
APIGUARD
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG(EN) EN WIJZE VAN
GEBRUIK
Behandeling in de bijenkast: Twee behandelingen van 50 g gel per volk met een interval van 2 weken.
Maximaal twee behandelingen per jaar.
Toedieningswijze
Open de bijenkast. Trek de folie van het bakje, maar laat één hoek van de folie aan het bakje zitten.
Plaats het open bakje bovenop de broedramen, in het midden, met de gel aan de bovenkant.
Zorg ervoor dat er tenminste 0,5 cm ruimte is tussen de bovenkant van de broedramen en de deksel
van de bijenkast. Sluit de bijenkast. Vervang na twee weken het eerste bakje op dezelfde manier met
een nieuw bakje. Laat het bakje in het volk staan totdat het leeg is. Haal het bakje weg als de
honingbakken op het volk gezet worden.
Het diergeneesmiddel is het meest effectief als het laat in de zomer gebruikt wordt na de honingoogst
(als de hoeveelheid aanwezig bijenbroed afneemt). Maar in geval van zware besmetting kan het
diergeneesmiddel ook in de lente gebruikt worden, als de temperatuur hoger dan 15°C is.
Vanwege de toepassingswijze kan de effectiviteit per volk verschillen. Daarom dient het
diergeneesmiddel gebruikt te worden als onderdeel van een programma van geïntegreerde
plaagbestrijding, waarbij de mijtval regelmatig bekeken wordt. Als er in de volgende winter of lente
nog veel mijtval gezien wordt, wordt er aangeraden om nog een winter- of lentebehandeling voor
varroa toe te passen.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
De behandeling kan meteen na het verwijderen van de honingkamers begonnen worden.
Combineer zwakke volken voor de behandeling.
Alle volken van een bijenstand dienen tegelijkertijd te worden behandeld.
10. WACHTTIJD
Honing: nul dagen.
Niet gebruiken tijdens de honingdracht.
11. BIJZONDERE BEWAARVOORSCHIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Bewaren beneden 30°C.
Niet invriezen.
Ongeopend en in de oorspronkelijke verpakking bewaren.
Beschermen tegen direct zonlicht.
Bewaar het diergeneesmiddel niet in de buurt van pesticiden of andere chemische middelen die het
diergeneesmiddel kunnen aantasten.
Niet bij levensmiddelen bewaren.
12. SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Men dient erop te letten dat men zeker is dat de geregistreerde dosering wordt toegepast, omdat
incorrecte dosering schadelijk kan zijn voor het volk.
APIGUARD
Niet gebruiken tijdens de hongingdracht om eventuele aantasting van de smaak te voorkomen. Niet
gebruiken als tijdens de behandeling de verwachting voor de dagtemperatuur lager dan 15ºC is, of als
er zeer geringe activiteit in het volk is, of als de temperatuur hoger dan 40°C is.
Het gebruik van een hogere dosis dan aanbevolen (50 g gel per applicatie, overeenkomend met 12,5 g
thymol) kan tot afwijkend gedrag van het volk leiden (agitatie, ontsnappingen of verhoogde
mortaliteit). In geval van overdosering, verwijder de rest van het diergeneesmiddel van het volk.
Voorzorgsmaatregelen voor de gebruiker
In verband met mogelijke contactdermatitis en irritatie van de huid en ogen, dient direct huid en
oogcontact te worden vermeden.
Draag ondoorlatende handschoenen en de gebruikelijke bescherming bij gebruik van het
diergeneesmiddel.
Na gebruik, handen en al het materiaal dat met de gel in aanraking is geweest wassen met water en
zeep.
In het geval van huidcontact: was het betreffende gebied grondig met water en zeep.
In het geval van oogcontact: spoel de ogen grondig met overvloedig schoon stromend water en win
medisch advies in.
Niet inademen.
13. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE AFVALMATERIAAL
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de nationale
vereisten te worden verwijderd.
14. DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Mei 2020
15. OVERIGE INFORMATIE
BE-V368487
KANALISATIE
Vrije aflevering.