Caelyx pegylated liposomal 2 mg/ml

BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Caelyx pegylated liposomal 2 mg/ml concentraat voor oplossing voor intraveneuze infusie
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Eén ml Caelyx pegylated liposomal bevat 2 mg doxorubicinehydrochloride in een gepegyleerde
liposomale formulering.
Caelyx pegylated liposomal is doxorubicinehydrochloride, ingekapseld in liposomen, voorzien van
oppervlaktegebonden methoxypolyethyleenglycolmoleculen (MPEG). Dit proces, pegylering
genaamd, beschermt de liposomen tegen detectie door het mononucleaire fagocyterende systeem
(MFS), waardoor de liposomen langer in het bloed circuleren.
Hulpstoffen met bekend effect
Bevat volledig gehydrogeneerde sojafosfatidylcholine (uit de sojaboon) – zie rubriek 4.3.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Concentraat voor oplossing voor intraveneuze infusie (steriel concentraat)
De dispersie is steriel, doorzichtig en rood.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Caelyx pegylated liposomal is geïndiceerd:
-
Als monotherapie bij patiënten met gemetastaseerd mammacarcinoom bij wie er een verhoogd
risico op hartaandoeningen is.
-
Voor de behandeling van een gevorderd ovariumcarcinoom bij vrouwen bij wie een
eerstelijnsbehandeling met een chemotherapie op basis van platina gefaald heeft.
-
In combinatie met bortezomib voor de behandeling van progressief multipel myeloom bij
patiënten die ten minste één eerdere behandeling hebben gekregen en die reeds een
beenmergtransplantatie hebben ondergaan of hiervoor niet in aanmerking komen.
-
Voor de behandeling van het met AIDS geassocieerde Kaposi-sarcoom (KS) bij patiënten met
een lage CD4-telling (< 200 CD4-lymfocyten/mm³) en een uitgebreide mucocutane of viscerale
ziekte.
Caelyx pegylated liposomal kan worden gebruikt als systemische eerstelijnschemotherapie, of als
tweedelijnschemotherapie bij AIDS-KS-patiënten bij wie de ziekte al gevorderd is ondanks, of bij
patiënten die intolerant geworden zijn voor, de eerder toegepaste systemische
combinatiechemotherapie met tenminste twee van de volgende stoffen: een vinca-alkaloïde,
bleomycine en standaard doxorubicine (of een ander antracycline).
4.2
Dosering en wijze van toediening
Caelyx pegylated liposomal mag uitsluitend toegediend worden onder toezicht van een ervaren
oncoloog gespecialiseerd in de toediening van cytotoxische stoffen.
Caelyx pegylated liposomal vertoont unieke farmacokinetische eigenschappen en mag niet onderling
verwisseld worden met andere formuleringen van doxorubicinehydrochloride.
2
Dosering
Mammacarcinoom/Ovariumcarcinoom
Een dosis van 50 mg/m
2
Caelyx pegylated liposomal wordt eenmaal om de 4 weken intraveneus
toegediend zolang de aandoening niet verder evolueert en de patiënt de behandeling blijft verdragen.
Multipel myeloom
Een dosis van 30 mg/m² Caelyx pegylated liposomal wordt toegediend op dag 4 van de 3 weken
durende behandeling met bortezomib als een 1 uur durende infusie onmiddellijk na de infusie met
bortezomib. De behandeling met bortezomib bestaat uit een dosis van 1,3 mg/m² op dag 1, 4, 8 en 11
om de 3 weken. De dosis moet worden herhaald zolang patiënten voldoende respons vertonen en de
behandeling verdragen. Dosering van beide geneesmiddelen op dag 4 kan worden uitgesteld met
maximaal 48 uur indien medisch noodzakelijk. De doses bortezomib moeten worden toegediend met
een interval van ten minste 72 uur.
Met AIDS geassocieerd KS
Een dosis van 20 mg/m
2
Caelyx pegylated liposomal wordt iedere twee tot drie weken intraveneus
toegediend. Intervallen van minder dan 10 dagen dienen vermeden te worden, aangezien accumulatie
van het geneesmiddel en verhoogde toxiciteit niet uitgesloten kunnen worden. Het wordt aanbevolen
de patiënten gedurende twee tot drie maanden te behandelen om een therapeutische respons te
verkrijgen. De behandeling voortzetten, indien noodzakelijk, om een therapeutische respons te
handhaven.
Voor alle patiënten
Als de patiënt vroegtijdige symptomen of tekens van een infusiereactie vertoont (zie rubrieken 4.4 en
4.8), moet de infusie onmiddellijk stopgezet worden, moet een passende premedicatie worden
toegediend (antihistaminicum en/of kortwerkend corticosteroïd) en moet met een lagere snelheid
herbegonnen worden.
Richtlijnen voor de dosisaanpassing van Caelyx pegylated liposomal
Om bijwerkingen zoals palmair-plantaire erytrodysesthesie (PPE), stomatitis of hematologische
toxiciteit te behandelen, kan de dosis verminderd of de toediening vertraagd worden. De onderstaande
tabellen geven richtlijnen voor het aanpassen van de dosis Caelyx pegylated liposomal als gevolg van
deze bijwerkingen. De graden van toxiciteit die in deze tabellen vermeld worden, zijn gebaseerd op de
National Cancer Institute Common Toxicity Criteria (NCI-CTC).
De tabellen voor PPE (Tabel 1) en stomatitis (Tabel 2) geven het schema dat gevolgd werd voor
aanpassing van de dosis tijdens klinische onderzoeken naar de behandeling van mamma- of
ovariumcarcinoom (aanpassing van de aanbevolen behandelingscyclus van 4 weken). Als deze
toxiciteiten zich voordoen bij patiënten met een met AIDS geassocieerd KS, kan de aanbevolen cyclus
van 2 tot 3 weken behandeling op soortgelijke wijze aangepast worden.
De tabel voor de hematologische toxiciteit (Tabel 3) geeft het schema dat gevolgd werd voor
aanpassing van de dosis tijdens klinische onderzoeken enkel naar de behandeling van patiënten met
mamma- of ovariumcarcinoom. De aanpassing van de dosis voor AIDS-KS-patiënten wordt vermeld
onder tabel 4.
3
Tabel 1.
Palmair-plantaire erytrodysesthesie
Week na de vorige toediening van Caelyx pegylated liposomal
Toxiciteitsgraad bij
Week 4
Week 5
Week 6
de huidige evaluatie
Graad 1
Volgende dosis
Volgende dosis
Verminder de dosis
(mild erytheem,
tenzij
tenzij
met 25 %; keer
patiënt vroeger
patiënt vroeger
zwelling of
terug naar een
graad 3 of 4
graad 3 of 4
desquamatio zonder
interval van
huidtoxiciteit
huidtoxiciteit
verstoring van de
4 weken
vertoonde; in dat
vertoonde; in dat
dagelijkse activiteiten)
geval een extra week geval een extra week
wachten
wachten
Graad 2
Wacht een extra
Wacht een extra
Verminder de dosis
(erytheem,
week
week
met 25 %; keer
desquamatio of
terug naar een
zwelling met
interval van
verstoring van
4 weken
normale fysieke
activiteiten, zonder
deze te beletten;
kleine blaren of
zweren kleiner dan
2 cm in diameter)
Graad 3
Wacht een extra
Wacht een extra
Trek patiënt terug
(blaren, zweren of
week
week
zwelling die lopen of
normale dagelijkse
activiteiten verstoren;
kan geen gewone
kleding dragen)
Graad 4
Wacht een extra
Wacht een extra
Trek patiënt terug
(verspreid of lokaal
week
week
proces dat infectieuze
complicaties
veroorzaakt, of
bedlegerigheid of
ziekenhuisopname)
Stomatitis
Week na de vorige toediening van Caelyx pegylated liposomal
Week 4
Week 5
Week 6
Volgende dosis
tenzij
patiënt vroeger
graad 3 of 4
stomatitis vertoonde;
in dat geval een extra
week wachten
Volgende dosis
tenzij
patiënt vroeger
graad 3 of 4
stomatitis vertoonde;
in dat geval een extra
week wachten
Verminder de dosis
met 25 %; keer
terug naar een
interval van
4 weken
of trek
patiënt terug, volgens
het oordeel van de
arts
Tabel 2.
Toxiciteitsgraad bij
de huidige evaluatie
Graad 1
(pijnloze zweren,
erytheem of milde
pijn)
4
Graad 2
(pijnlijk erytheem,
oedeem of ulcers,
maar kan eten)
Wacht een extra
week
Wacht een extra
week
Verminder de dosis
met 25 %; keer
terug naar een
interval van
4 weken
of trek
patiënt terug, volgens
het oordeel van de
arts
Trek patiënt terug
Graad 3
(pijnlijk erytheem,
oedeem of ulcers,
maar kan niet eten)
Graad 4
(vereist parenterale of
enterale
ondersteuning)
Wacht een extra
week
Wacht een extra
week
Wacht een extra
week
Wacht een extra
week
Trek patiënt terug
Hematologische toxiciteit (ANC (neutrofielen) of trombocyten) –
Behandelingsstrategie voor patiënten met mamma- of ovariumcarcinoom
GRAAD
ANC
TROMBOCYTEN
WIJZIGING
(neutrofielen)
1.500 – 1.900
75.000 – 150.000
Hervat de behandeling zonder
Graad 1
dosisreductie.
50.000 – < 75.000
Graad 2
1.000 – < 1.500
Wacht tot ANC
1.500 en
bloedplaatjes
75.000; dien een
volgende dosis toe zonder
dosisreductie.
500 – < 1.000
25.000 – < 50.000
Graad 3
Wacht tot ANC
1.500 en
bloedplaatjes
75.000; dien een
volgende dosis toe zonder
dosisreductie.
< 500
< 25.000
Graad 4
Wacht tot ANC
1.500 en
bloedplaatjes
75.000; verminder
de dosis met 25 % of dien de
volledige dosis toe met
ondersteuning van groeifactor.
Bij patiënten met multipel myeloom die met Caelyx pegylated liposomal in combinatie met
bortezomib worden behandeld en PPE of stomatitis ondervinden, moet de dosis Caelyx pegylated
liposomal worden gewijzigd zoals beschreven in respectievelijk Tabel 1 en 2 hierboven. Tabel 4
hieronder beschrijft het schema dat wordt gevolgd voor andere dosisveranderingen tijdens het klinisch
onderzoek naar de behandeling van patiënten met multipel myeloom die met Caelyx pegylated
liposomal in combinatie met bortezomib worden behandeld. Voor gedetailleerde informatie over
dosering en dosisaanpassingen van bortezomib, zie de SPC van bortezomib.
Dosisaanpassingen van Caelyx pegylated liposomal + bortezomib
combinatietherapie – patiënten met multipel myeloom
Toestand patiënt
Caelyx pegylated liposomal
Bortezomib
Koorts
38 C en
Vóór dag 4, doseer deze
Verminder de volgende dosis
3
ANC < 1.000/mm
cyclus niet; na dag 4,
met 25 %.
verminder de volgende dosis
met 25 %.
Tabel 4.
Tabel 3.
5
Op elke dag van toediening
van het geneesmiddel na dag 1
van elke cyclus:
Bloedplaatjestelling
< 25.000/mm
3
Hemoglobine < 8 g/dl
ANC < 500/mm
3
Graad 3 of 4 niet-
hematologische aan het
geneesmiddel gerelateerde
toxiciteit
Neuropathische pijn of
perifere neuropathie
Vóór dag 4, doseer deze
cyclus niet; na dag 4,
verminder de volgende dosis
met 25 % tijdens de volgende
cycli als bortezomib wordt
verminderd vanwege
hematologische toxiciteit.*
Doseer niet totdat de graad
weer < 2 is en verminder de
dosis met 25 % voor alle
volgende doses.
Geen dosisaanpassingen.
Doseer niet; als 2 of meer
doses niet worden gegeven
tijdens een cyclus, verminder
de dosis met 25 % tijdens de
volgende cycli.
Doseer niet totdat de graad
weer < 2 is en verminder de
dosis met 25 % voor alle
volgende doses.
Zie de SPC van bortezomib.
*voor
meer informatie over dosering en dosisaanpassing van bortezomib, zie de SPC van bortezomib
Bij AIDS-KS-patiënten behandeld met Caelyx pegylated liposomal kan hematologische toxiciteit een
dosisvermindering, stopzetting of uitstel van therapie noodzakelijk maken. Onderbreek tijdelijk de
therapie met Caelyx pegylated liposomal bij patiënten van wie de ANC-telling < 1.000/mm
3
is en/of
de telling van de bloedplaatjes < 50.000/mm
3
is. Als aanvullende therapie mag G-CSF (of GM-CSF)
gegeven worden om de bloedtelling te ondersteunen wanneer de ANC-telling < 1.000/mm
3
is in de
volgende cycli.
Leverinsufficiëntie
De farmacokinetische eigenschappen van Caelyx pegylated liposomal die bepaald werden bij een
klein aantal patiënten met verhoogde totale bilirubinewaarden, verschillen niet van die bij patiënten
met normale totale bilirubine. Tot nadere gegevens beschikbaar zijn, moet de dosis Caelyx pegylated
liposomal bij patiënten met een leverdysfunctie evenwel verminderd worden op basis van de ervaring
uit de klinische onderzoeken naar mamma- en ovariumcarcinoom, op de hiernavolgende wijze. Als de
bilirubineconcentratie in het begin van de behandeling tussen 1,2 en 3,0 mg/dl ligt, moet de eerste
dosis met 25 % verminderd worden. Bij een bilirubineconcentratie > 3,0 mg/dl moet de eerste dosis
met 50 % verminderd worden. Als de patiënt de eerste dosis verdraagt zonder een stijging van de
serumbilirubine of de leverenzymen, kan de dosis voor cyclus 2 verhoogd worden tot het volgende
dosisniveau, d.w.z. bij een vermindering van de eerste dosis met 25 %: stijging tot de volledige dosis
voor cyclus 2; bij een vermindering van de eerste dosis met 50 %: verhoging tot 75 % van de
volledige dosis voor cyclus 2. Als het product goed verdragen wordt, kan de dosis voor de volgende
cycli verhoogd worden tot de volledige dosis. Caelyx pegylated liposomal mag toegediend worden
aan patiënten met levermetastasen met een gelijktijdige verhoging van de bilirubine en de
leverenzymen tot viermaal de bovengrens van de normale waarden. Vóór de toediening van Caelyx
pegylated liposomal moet de leverfunctie geëvalueerd worden door middel van conventionele
klinische laboratoriumtests zoals ALT/AST, alkalische fosfatase en bilirubine.
Nierinsufficiëntie
Aangezien doxorubicine gemetaboliseerd wordt door de lever en uitgescheiden wordt in de gal, is een
dosisaanpassing in principe niet nodig. Farmacokinetische gegevens op basis van een populatie
(binnen het bereik van een geteste creatinineklaring van 30-156 ml/min) tonen aan dat de klaring van
Caelyx pegylated liposomal niet wordt beïnvloed door de nierfunctie. Er zijn geen farmacokinetische
gegevens beschikbaar over patiënten met een creatinineklaring van minder dan 30 ml/min.
Patiënten met een met AIDS geassocieerd KS en met splenectomie
Aangezien men geen ervaring heeft met Caelyx pegylated liposomal bij patiënten die een
splenectomie ondergaan hebben, is een behandeling met Caelyx pegylated liposomal niet aan te raden.
Pediatrische patiënten
De ervaring bij kinderen is beperkt. Caelyx pegylated liposomal wordt niet aanbevolen bij patiënten
beneden 18 jaar.
6
Ouderen
Een populatie-gebaseerde analyse toont aan dat de leeftijd over het geteste bereik (21 - 75 jaar) geen
significante invloed heeft op de farmacokinetische eigenschappen van Caelyx pegylated liposomal.
Wijze van toediening
Caelyx pegylated liposomal wordt toegediend via een intraveneus infuus. Voor verdere instructies
over de bereiding en speciale voorzorgsmaatregelen (zie rubriek 6.6).
Dien Caelyx pegylated liposomal niet toe als een bolusinjectie of in de vorm van een onverdunde
dispersie. Het wordt aanbevolen de infuuslijn voor Caelyx pegylated liposomal aan te sluiten via de
zijklep van een intraveneus infuus van 5 % (50 mg/ml) glucose, om verdere verdunning mogelijk te
maken en het risico op trombose en extravasatie te vermijden. De infusie mag in een perifere vene
worden toegediend. Niet gebruiken met
in-line
filters. Caelyx pegylated liposomal mag niet
intramusculair of subcutaan toegediend worden (zie rubriek 6.6).
Voor doses < 90 mg: verdun Caelyx pegylated liposomal in 250 ml van een 5 % (50 mg/ml)
glucoseoplossing voor infusie.
Voor doses
90 mg: verdun Caelyx pegylated liposomal in 500 ml van een 5 % (50 mg/ml)
glucoseoplossing voor infusie.
Mammacarcinoom/Ovariumcarcinoom/Multipel myeloom
Om het risico op infusiereacties te minimaliseren, moet de initiële dosis toegediend worden met een
infusiesnelheid van niet meer dan 1 mg/minuut. Als er geen infusiereactie wordt waargenomen,
mogen de volgende infusies van Caelyx pegylated liposomal over een periode van 60 minuten worden
toegediend.
Bij patiënten die een infusiereactie ondervinden, dient de toediening van de intraveneuze infusie als
volgt te worden aangepast:
5% van de totale dosis dient langzaam te worden toegediend per infusie gedurende de eerste
15 minuten. Indien er geen reactie optreedt, kan de infusiesnelheid verdubbeld worden gedurende de
volgende 15 minuten. Indien het product goed verdragen wordt, kan de resterende dosis toegediend
worden gedurende het volgende uur. De totale infusieduur bedraagt 90 minuten.
Met AIDS geassocieerd KS
De dosis Caelyx pegylated liposomal wordt verdund in 250 ml van een 5 % (50 mg/ml)
glucoseoplossing voor infusie en wordt toegediend door middel van een 30 minuten durende
intraveneuze infusie.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof, pinda’s of soja, of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstoffen.
Caelyx pegylated liposomal mag niet worden gebruikt voor de behandeling van AIDS-KS dat
doeltreffend behandeld kan worden met lokale therapie of systemische alfa-interferontherapie.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Caelyx pegylated liposomal mag niet onderling verwisseld worden met andere formuleringen van
doxorubicinehydrochloride vanwege het verschil in farmacokinetisch profiel en doseringsschema's.
Cardiale toxiciteit
Het wordt aanbevolen alle patiënten die Caelyx pegylated liposomal toegediend krijgen routinematig
te onderwerpen aan ECG-monitoring. Kortstondige ECG-wijzigingen, zoals afplatting van de T-golf,
onderdrukking van het S-T-segment en het optreden van goedaardige aritmieën, worden niet
beschouwd als verplichte indicaties tot stopzetten van de Caelyx pegylated liposomal -therapie. Een
7
vermindering van het QRS-complex is echter een duidelijkere aanwijzing voor cardiale toxiciteit. Bij
het optreden van een dergelijke wijziging moet overwogen worden de test die het beste uitsluitsel kan
geven voor myocardletsel door antracyclinegebruik, nl. een endomyocardiale biopsie, uit te voeren.
Meer specifieke methoden voor de evaluatie en monitoring van de hartfunctie in vergelijking met het
ECG zijn: een meting van de linker ventriculaire ejectiefractie door echocardiografie of bij voorkeur
door “multigated” angiografie (MUGA). Alvorens de therapie met Caelyx pegylated liposomal te
starten, moeten deze methodes routinematig toegepast worden en periodiek herhaald worden tijdens
de behandeling. De linker ventriculaire functie moet worden geëvalueerd vóór iedere bijkomende
toediening van Caelyx pegylated liposomal die de levenslange cumulatieve dosis antracycline van
450 mg/m
2
overschrijdt.
De evaluatietesten en -methoden zoals hierboven vermeld i.v.m. de monitoring van de hartfunctie
tijdens antracyclinetherapie, moeten in de volgende volgorde toegepast worden: ECG-monitoring,
meting van de linker ventriculaire ejectiefractie, endomyocardiale biopsie. Indien het resultaat van een
van deze testen mogelijke cardiale letsels aantoont die in verband gebracht kunnen worden met de
therapie met Caelyx pegylated liposomal, moeten de voordelen van het voortzetten van de therapie
zorgvuldig afgewogen worden tegen het risico op myocardiale letsels.
Bij patiënten met hartziekten die een behandeling vereisen, mag Caelyx pegylated liposomal
uitsluitend toegediend worden als de voordelen voor de patiënten opwegen tegen de risico’s.
Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met hartdysfunctie wanneer die Caelyx pegylated liposomal
toegediend krijgen.
Bij vermoeden van cardiomyopathie, d.w.z. dat de linker ventriculaire ejectiefractie aanzienlijk
gedaald is ten opzichte van de waarden van vóór de behandeling en/of de linker ventriculaire
ejectiefractie lager is dan de prognostisch relevante waarde (bv. < 45 %), kan een endomyocardiale
biopsie overwogen worden en moeten de voordelen van het voortzetten van de therapie zorgvuldig
afgewogen worden tegen het risico op irreversibel cardiaal letsel.
Congestief hartfalen ten gevolge van cardiomyopathie kan plotseling optreden zonder voorafgaande
ECG-wijzigingen en kan ook verschillende weken nadat de therapie gestopt werd, optreden.
Patiënten die andere antracyclinepreparaten toegediend kregen, moeten nauwgezet gevolgd worden.
Voor de totale dosis doxorubicinehydrochloride moet ook rekening gehouden worden met vroegere
(of gelijktijdige) therapie met cardiotoxische geneesmiddelen zoals andere
antracyclines/antraquinonen of bijvoorbeeld 5-fluorouracil. Cardiale toxiciteit kan zich ook voordoen
bij cumulatieve doses antracycline lager dan 450 mg/m
2
bij patiënten die eerder een bestraling van het
mediastinum ondergingen of bij patiënten die een gelijktijdige behandeling met cyclofosfamide
krijgen.
Het cardiale veiligheidsprofiel voor het aanbevolen doseringsschema voor zowel mamma- als
ovariumcarcinoom (50 mg/m
2
) komt overeen met het profiel van 20 mg/m
2
bij AIDS-KS-patiënten
(zie rubriek 4.8).
Myelosuppressie
Veel patiënten die met Caelyx pegylated liposomal behandeld worden, hebben baseline
myelosuppressie te wijten aan factoren zoals hun voorafbestaande HIV-ziekte of gelijktijdig of eerder
gebruik van verscheidene soorten medicatie, of tumoren die het beenmerg aantasten. Tijdens het
belangrijkste onderzoek bij patiënten met ovariumcarcinoom die behandeld werden met een dosis van
50 mg/m
2
was de myelosuppressie doorgaans licht tot matig, omkeerbaar en niet gerelateerd aan
episoden van neutropenische infectie of sepsis. Tijdens een gecontroleerd klinisch onderzoek met
Caelyx pegylated liposomal vs. topotecan was de incidentie van behandelingsgerelateerde sepsis
bovendien aanzienlijk lager bij met Caelyx pegylated liposomal behandelde patiënten met
ovariumcarcinoom in vergelijking met de met topotecan behandelde groep. Een vergelijkbare lage
8
incidentie van myelosuppressie werd waargenomen bij patiënten met gemetastaseerd
mammacarcinoom die Caelyx pegylated liposomal als eerstelijnsbehandeling toegediend kregen
tijdens een klinisch onderzoek. In tegenstelling tot de ervaring bij patiënten met mamma- of
ovariumcarcinoom lijkt myelosuppressie bij AIDS-KS-patiënten de dosisbeperkende bijwerking te
zijn (zie rubriek 4.8). Wegens het potentiële gevaar voor beenmergsuppressie moeten periodieke
bloedtellingen herhaaldelijk uitgevoerd worden gedurende de therapie met Caelyx pegylated
liposomal en in ieder geval vóór iedere toediening van Caelyx pegylated liposomal.
Ernstige, langdurige myelosuppressie kan resulteren in superinfectie of bloedingen.
Tijdens gecontroleerde vergelijkende klinische onderzoeken bij patiënten met AIDS-KS versus een
bleomycine/vincristineschema, bleken opportunistische infecties vaker voor te komen tijdens
behandeling met Caelyx pegylated liposomal. Patiënten en artsen moeten op de hoogte zijn van deze
hogere incidentie en de aangewezen maatregelen nemen.
Secundaire hematologische maligniteiten
Net zoals het geval is met andere antineoplastische agentia die het DNA aantasten, werden secundaire
acute myeloïde leukemie en myelodysplasie gerapporteerd bij patiënten die een combinatietherapie
met doxorubicine kregen. Daarom dient elke patiënt die met doxorubicine behandeld wordt onder
hematologische controle gehouden te worden.
Secundaire orale neoplasmata
Er zijn zeer zeldzame gevallen gemeld van secundaire mondkanker bij patiënten die langdurig (meer
dan een jaar) werden blootgesteld aan Caelyx pegylated liposomal of bij degenen die een cumulatieve
dosis van Caelyx pegylated liposomal ontvingen die groter was dan 720 mg/m
2
. Gevallen van
secundaire mondkanker werden zowel gediagnosticeerd tijdens behandeling met Caelyx pegylated
liposomal als tot 6 jaar na de laatste dosis. Patiënten dienen met regelmatige tussenpozen te worden
onderzocht op de aanwezigheid van ulceratie in de mond of op andere orale ongemakken die kunnen
wijzen op secundaire mondkanker.
Aan infusie gerelateerde reacties
Ernstige en soms levensbedreigende infusiereacties, die gekenmerkt worden door allergieachtige of
anafylactoïdachtige reacties, met symptomen zoals astma, flush, urticariële uitslag, pijn op de borst,
koorts, hypertensie, tachycardie, pruritus, transpireren, kortademigheid, faciaal oedeem, rillingen,
rugpijn, beklemming op de borst en de keel en/of hypotensie, kunnen binnen enkele minuten na het
starten van de infusie van Caelyx pegylated liposomal optreden. Zeer zelden werden eveneens
convulsies waargenomen geassocieerd met infusiereacties. Het tijdelijk stopzetten van de infusie
leidde doorgaans tot het verdwijnen van deze symptomen zonder verdere behandeling. Medicatie voor
de behandeling van deze symptomen (b.v. antihistaminica, corticosteroïden, adrenaline en
anticonvulsiva), evenals noodvoorzieningen moeten echter onmiddellijk beschikbaar zijn voor
gebruik. Bij de meeste patiënten kan de behandeling hervat worden nadat alle symptomen verdwenen
zijn, zonder recurrentie. Infusiereacties keren na de eerste behandelingscyclus zelden weer. Om het
risico op infusiereacties te minimaliseren, moet de initiële dosis toegediend worden met een
infusiesnelheid van niet meer dan 1 mg/minuut (zie rubriek 4.2).
Palmair-plantair erythrodysesthesiesyndroom (PPE)
PPE wordt gekarakteriseerd door pijnlijke maculeuze rode huiduitslag. Als patiënten dit krijgen,
wordt het meestal vastgesteld na twee of drie behandelingscycli. Bij de meeste patiënten treedt binnen
1-2 weken verbetering op, in sommige gevallen kan het 4 weken of langer duren vooraleer het
volledig verdwenen is. Een dosis pyridoxine van 50-150 mg/dag en corticosteroïden zijn gebruikt als
profylaxe en voor de behandeling van PPE; deze therapieën werden echter niet geëvalueerd tijdens
fase-III-onderzoeken. Andere strategieën voor de preventie en de behandeling van PPE omvatten het
koel houden van de handen en de voeten door ze in koel water te houden (dompelen, baden of
zwemmen), het vermijden van overmatige warmte en heet water en het onbedekt houden (het niet
dragen van sokken, handschoenen of nauwaansluitende schoenen). PPE lijkt hoofdzakelijk gerelateerd
te zijn aan het doseringsschema en kan beperkt worden door het dosisinterval met 1-2 weken te
9
verlengen (zie rubriek 4.2). Deze reactie kan echter bij sommige patiënten ernstig en invaliderend zijn
en kan de stopzetting van de behandeling vereisen (zie rubriek 4.8).
Extravasatie
Hoewel tot op heden plaatselijke necrose ten gevolge van extravasatie slechts zeer zelden werd
gemeld, wordt Caelyx pegylated liposomal als irriterend beschouwd. Uit dierproeven blijkt dat
toediening van doxorubicinehydrochloride als een liposomale formulering, de kans op
extravasatieletsel reduceert. Als tekenen of symptomen van extravasatie (bijvoorbeeld een stekend
gevoel, erytheem) optreden, onderbreek de infusie onmiddellijk en start opnieuw in een andere ader.
Teneinde de plaatselijke reactie te verlichten, kan het raadzaam zijn gedurende 30 minuten ijs op de
plaats van de extravasatie aan te brengen. Caelyx pegylated liposomal mag niet intramusculair of
subcutaan toegediend worden.
Patiënten met diabetes
Denk eraan dat iedere injectieflacon Caelyx pegylated liposomal sucrose bevat en dat Caelyx
pegylated liposomal wordt toegediend in een 5 % (50 mg/ml) glucoseoplossing voor intraveneuze
infusie.
Hulpstoffen
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis en is in wezen ‘natriumvrij’.
Voor vaak voorkomende bijwerkingen die dosisaanpassing of stopzetting vereisten, zie rubriek 4.8.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Met Caelyx pegylated liposomal werden geen formele geneesmiddeleninteractieonderzoeken
uitgevoerd, hoewel bij patiënten met maligniteiten van gynaecologische aard fase-II-
combinatieonderzoeken met conventionele chemotherapie werden uitgevoerd. Voorzichtigheid is
geboden bij gelijktijdige gebruik van geneesmiddelen waarvan bekend is dat die een reactie aangaan
met standaard doxorubicinehydrochloride. Het is mogelijk dat Caelyx pegylated liposomal, net zoals
andere doxorubicinehydrochloridepreparaten, de toxiciteit van andere therapieën tegen kanker
potentieert. Tijdens klinische onderzoeken bij patiënten met vaste tumoren (waaronder mamma- en
ovariumcarcinoom) die tegelijk met cyclofosfamiden of taxanen werden behandeld, werden geen
nieuwe bijkomende toxiciteiten vastgesteld. Bij patiënten met AIDS werden exacerbatie van door
cyclofosfamide veroorzaakte hemorragische cystitis en verergering van levertoxiciteit van 6-
mercaptopurine gerapporteerd met standaard doxorubicinehydrochloride. Voorzichtigheid moet
betracht worden als andere cytotoxische middelen - vooral myelotoxische middelen - tegelijkertijd
worden toegediend.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Doxorubicinehydrochloride veroorzaakt waarschijnlijk ernstige aangeboren afwijkingen indien het
wordt gebruikt tijdens de zwangerschap. Daarom dient Caelyx pegylated liposomal niet tijdens de
zwangerschap te worden gebruikt, tenzij strikt noodzakelijk.
Vrouwen die zwanger kunnen worden
Vrouwen die zwanger kunnen worden moet aangeraden worden om zwangerschap te vermijden
terwijl zijzelf of hun mannelijke partner Caelyx pegylated liposomal toegediend krijgen en tijdens de
zes maanden na het beëindigen van de Caelyx pegylated liposomal -therapie (zie rubriek 5.3).
Borstvoeding
Het is niet bekend of Caelyx pegylated liposomal wordt uitgescheiden in de moedermelk. Aangezien
veel geneesmiddelen, met inbegrip van antracyclines, worden uitgescheiden in de moedermelk, en
aangezien er potentieel ernstige bijwerkingen kunnen optreden bij zuigelingen, moeten moeders het
geven van borstvoeding stopzetten alvorens de behandeling met Caelyx pegylated liposomal te
10
starten. Medische deskundigen bevelen aan dat met HIV geïnfecteerde vrouwen in geen geval
borstvoeding geven aan hun kinderen om transmissie van HIV te vermijden.
Vruchtbaarheid
Het effect van doxorubicinehydrochloride op de vruchtbaarheid bij de mens is niet onderzocht (zie
rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Caelyx pegylated liposomal heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het
vermogen om machines te bedienen. Tijdens tot op heden uitgevoerde klinische onderzoeken echter
werd duizeligheid en slaperigheid soms (< 5%) toegeschreven aan de toediening van Caelyx pegylated
liposomal. Patiënten die dit ondervinden moeten het besturen en het bedienen van machines
vermijden.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest frequente bijwerkingen (≥ 20%) waren neutropenie, misselijkheid, leukopenie, anemie en
vermoeidheid.
Ernstige bijwerkingen (graad 3/4 bijwerkingen die optraden bij
2% van de patiënten), waren
neutropenie, PPE, leukopenie, lymfopenie, anemie, trombocytopenie, stomatitis, vermoeidheid,
diarree, braken, misselijkheid, koorts, dyspnoe en pneumonie. Minder frequent gemelde ernstige
bijwerkingen waren
Pneumocystis jirovecii-pneumonie,
abdominale pijn, cytomegalovirus-infectie
waaronder cytomegaloviruschorioretinitis, asthenie, hartstilstand, hartfalen, congestief hartfalen,
longembolie, tromboflebitis, veneuze trombose, anafylactische reactie, anafylactoïde reactie, toxische
epidermale necrolyse en Stevens-Johnson-syndroom.
Bijwerkingen in tabelvorm
Tabel 5 geeft een samenvatting van de bijwerkingen die optraden bij patiënten die Caelyx pegylated
liposomal kregen, bij 4.231 patiënten voor de behandeling van borstkanker, ovariumkanker, multipel
myeloom en met AIDS geassocieerd KS. Postmarketing bijwerkingen zijn ook opgenomen en
aangeduid met “
b
”. De frequenties worden gedefinieerd als zeer vaak
(≥
1/10), vaak
(≥
1/100, < 1/10),
soms
(≥
1/1.000, < 1/100), zelden
(≥
1/10.000, < 1/1.000), zeer zelden (< 1/10.000) en niet bekend (de
frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen elke frequentiegroep,
indien relevant, worden de bijwerkingen voorgesteld in dalende volgorde van ernst.
Tabel 5:
Bijwerkingen bij patiënten behandeld met Caelyx pegylated liposomal
Frequentie alle graden
Bijwerking
Systeem/orgaankl
assen
Infecties en
parasitaire
aandoeningen
Vaak
Sepsis
Pneumonie
Pneumocystis jirovecii-pneumonie
Cytomegalovirus-infectie waaronder
cytomegaloviruschorioretinitis
Mycobacterium avium-complex-infectie
Candidiase
Herpes zoster
Urineweginfectie
Infectie
Infectie van de bovenste luchtwegen
Orale candidiase
Folliculitis
11
Soms
Zelden
Neoplasmata,
benigne, maligne
en niet-
gespecificeerd
(inclusief cysten
en poliepen)
Bloed- en
lymfestelsel-
aandoeningen
Niet bekend
Faryngitis
Nasofaryngitis
Herpes simplex
Schimmelinfectie
Opportunistische infectie (waaronder
Aspergillus, Histoplasma, Isospora, Legionella,
Microsporidium, Salmonella, Staphylococcus,
Toxoplasma, Tuberculosis)
a
Acute myeloïde leukemie
b
Myelodysplastisch syndroom
b
Oraal neoplasma
b
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Soms
Zelden
Zeer vaak
Vaak
Immuunsysteem-
aandoeningen
Voedings- en
stofwisselings-
stoornissen
Soms
Psychische
stoornissen
Vaak
Zenuwstelsel-
aandoeningen
Vaak
Soms
Oog-
Vaak
12
Leukopenie
Neutropenie
Lymfopenie
Anemie (waaronder hypochroom)
Trombocytopenie
Febriele neutropenie
Pancytopenie
Trombocytose
Beenmergfalen
Overgevoeligheid
Anafylactische reactie
Anafylactoïde reactie
Verminderde eetlust
Cachexie
Dehydratie
Hypokaliëmie
Hyponatriëmie
Hypocalciëmie
Hyperkaliëmie
Hypomagnesiëmie
Verwardheid
Angst
Depressie
Slapeloosheid
Perifere neuropathie
Perifere sensorische neuropathie
Neuralgie
Paresthesie
Hypo-esthesie
Dysgeusie
Hoofdpijn
Lethargie
Duizeligheid
Polyneuropathie
Convulsie
Syncope
Dysesthesie
Slaperigheid
Conjunctivitis
aandoeningen
Soms
Zelden
Vaak
Soms
Hart-
aandoeningen
a
Zelden
Bloedvat-
aandoeningen
Vaak
Soms
Wazig zien
Verhoogde lacrimatie
Retinitis
Tachycardie
Hartkloppingen
Hartstilstand
Hartfalen
Congestief hartfalen
Cardiomyopathie
Cardiotoxiciteit
Ventriculaire aritmie
Rechter bundeltakblok
Geleidingsstoornis
Atrioventriculair blok
Cyanose
Hypertensie
Hypotensie
Overmatig blozen
Longembolie
Necrose op de infusieplaats (waaronder
wekedelennecrose en huidnecrose)
Flebitis
Orthostatische hypotensie
Tromboflebitis
Veneuze trombose
Vasodilatatie
Dyspnoe
Inspanningsdyspnoe
Bloedneus
Hoesten
Astma
Ongemak op de borst
Keelbeklemming
Stomatitis
Misselijkheid
Braken
Diarree
Obstipatie
Gastritis
Afteuze stomatitis
Ulceratie van de mond
Dyspepsie
Dysfagie
Oesofagitis
Abdominale pijn
Pijn in de bovenbuik
Pijn in de mond
Droge mond
Flatulentie
Gingivitis
Glossitis
Ulceratie van de lippen
Palmair-plantair erythrodysesthesiesyndroom
a
13
Zelden
Ademhalingsstel
sel-, borstkas- en
mediastinum-
aandoeningen
Vaak
Soms
Zelden
Zeer vaak
Maagdarmstelsel
aandoeningen
Vaak
Soms
Zelden
Huid- en
Zeer vaak
onderhuid-
aandoeningen
Vaak
Soms
Zelden
Skeletspier-
stelsel- en
bindweefsel-
aandoeningen
Niet bekend
Zeer vaak
Vaak
Nier- en
urineweg-
aandoeningen
Voortplantings-
stelsel- en borst-
aandoeningen
Algemene
aandoeningen en
toedieningsplaats
stoornissen
Soms
Vaak
Uitslag (waaronder erythemateus,
maculopapulair en papulair)
Alopecia
Afschilfering van de huid
Blaarvorming
Droge huid
Erytheem
Pruritus
Hyperhidrose
Hyperpigmentatie van de huid
Dermatitis
Exfoliatieve dermatitis
Acne
Huidulcus
Allergische dermatitis
Urticaria
Huidverkleuring
Petechiën
Pigmentatiestoornis
Nagelaandoening
Toxische epidermale necrolyse
Erythema multiforme
Bulleuze dermatitis
Lichenoïde keratose
Stevens-Johnson-syndroom
b
Skeletspierstelselpijn (waaronder
skeletspierstelsel borstpijn, rugpijn, pijn in
ledematen)
Spierspasmen
Myalgie
Artralgie
Botpijn
Spierzwakte
Dysurie
Soms
Zelden
Zeer vaak
Vaak
Pijn in de borst
Vaginale infectie
Scrotaal erytheem
Pyrexie
Vermoeidheid
Infusiegerelateerde reactie
Pijn
Pijn op de borst
Griepachtige ziekte
Rillingen
Slijmvliesontsteking
Asthenie
Malaise
Oedeem
Perifeer oedeem
Extravasatie op de toedieningsplaats
14
Soms
Zelden
Onderzoeken
Vaak
Soms
Zelden
Injectieplaatsreactie
Gezichtsoedeem
Hyperthermie
Slijmvliesaandoening
Gewichtsverlies
Verminderde ejectiefractie
Abnormale leverfunctietest (waaronder
verhoogd bilirubine in het bloed, verhoogd
alanineaminotransferase en verhoogd
aspartaataminotransferase)
Verhoogd creatinine in het bloed
Radiatie-recallfenomeen
a
Letsels,
intoxicaties en
verrichtings-
complicaties
a
b
Soms
Zie Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Postmarketing bijwerking
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Palmair-plantaire erythrodysesthesie
De meest frequent gemelde bijwerking tijdens klinische onderzoeken naar mamma- en
ovariumcarcinoom was palmair-plantaire erytrodysesthesie (PPE). De totale incidentie van gemelde
PPE bedroeg respectievelijk 41,3 % en 51,1 % in de klinische onderzoeken naar ovarium- en
mammacarcinoom. Deze bijwerkingen waren voornamelijk licht, met ernstige (graad 3) gevallen
gemeld bij 16,3% en 19,6% van de patiënten. De gemelde incidentie van levensbedreigende gevallen
(graad 4) bedroeg < 1%. Soms leidde PPE tot een definitieve stopzetting van de behandeling (1,9% en
10,8%). PPE werd gemeld bij 16% van de patiënten met multipel myeloom die een
combinatietherapie van Caelyx pegylated liposomal plus bortezomib kregen. Graad 3 PPE werd
gemeld bij 5% van de patiënten. Graad 4 PPE werd niet gemeld. Het percentage PPE was substantieel
lager in de AIDS-KS-populatie (1,3% alle graden, 0,4% graad 3 PPE, geen graad 4 PPE). Zie
rubriek 4.4.
Opportunistische infecties
Respiratoire bijwerkingen kwamen vaak voor tijdens klinische onderzoeken met Caelyx pegylated
liposomal, en zouden in verband gebracht kunnen worden met opportunistische infecties (OI's) bij
patiënten met AIDS. Opportunistische infecties zijn vastgesteld bij KS-patiënten na toediening van
Caelyx pegylated liposomal en worden regelmatig vastgesteld bij patiënten met door HIV
veroorzaakte immunodeficiëntie. De meest algemeen waargenomen OI's vastgesteld tijdens klinische
onderzoeken waren candidiase, cytomegalovirus, herpes simplex,
Pneumocystis jirovecii-pneumonie
en
Mycobacterium-avium-complex.
Cardiale toxiciteit
Een frequenter voorkomen van congestief hartfalen wordt in verband gebracht met de
doxorubicinetherapie bij levenslange cumulatieve doses van > 450 mg/m² of bij lagere doses voor
patiënten met een risico op hartaandoeningen. Bij negen van de tien endomyocardiale biopsieën van
AIDS-KS-patiënten die cumulatieve doseringen Caelyx pegylated liposomal van meer dan 460 mg/m²
toegediend kregen, werd geen door antracycline geïnduceerde cardiomyopathie aangetoond. De
aanbevolen dosis van Caelyx pegylated liposomal voor AIDS-KS-patiënten is 20 mg/m² om de twee
tot drie weken. De cumulatieve dosis waarbij cardiotoxiciteit voor deze AIDS-KS-patiënten
zorgwekkend zou worden (> 400 mg/m²) zou meer dan 20 kuren met Caelyx pegylated liposomal
vragen gedurende 40 tot 60 weken.
Er werden bovendien endomyocardiale biopsieën uitgevoerd bij8 patiënten met vaste tumoren die
cumulatieve doses antracycline van 509 mg/m² - 1.680 mg/m² kregen. Het bereik van de
15
cardiotoxiciteitsscores volgens Billingham bedroeg graad 0 - 1,5. Deze scores komen overeen met
geen of lichte cardiale toxiciteit.
Tijdens het belangrijkste fase-III-onderzoek versus doxorubicine beantwoordden 58/509 (11,4 %) van
de gerandomiseerde patiënten (10 behandeld met 50 mg/m
2
Caelyx pegylated liposomal om de
4 weken versus 48 behandeld met 60 mg/m
2
doxorubicine om de 3 weken), aan de criteria voor
cardiale toxiciteit tijdens de behandeling en/of follow-up, zoals die in het protocol vastgelegd waren.
Cardiale toxiciteit werd gedefinieerd als een daling van 20 punten of meer ten opzichte van de
uitgangswaarde als de linker ventriculaire ejectiefractie (LVEF) in rusttoestand binnen het normale
bereik bleef, of als een daling van 10 punten of meer als de LVEF afweek (minder dan de onderste
limiet voor normaal). Geen van de 10 patiënten die Caelyx pegylated liposomal kregen en cardiale
toxiciteit hadden volgens de criteria voor de LVEF, ontwikkelden tekenen en symptomen van CHF.
10 van de 48 patiënten die doxorubicine kregen en cardiale toxiciteit hadden volgens de criteria voor
de LVEF, ontwikkelden daarentegen tekenen en symptomen van CHF.
Bij patiënten met vaste tumoren, waaronder een subgroep van patiënten met mamma- en
ovariumcarcinoom, die behandeld werden met een dosis van 50 mg/m²/cyclus met een levenslange
cumulatieve dosis antracycline tot 1.532 mg/m², was de incidentie van klinisch significante cardiale
dysfunctie laag. Van de 418 patiënten behandeld met Caelyx pegylated liposomal 50 mg/m²/cyclus,
bij wie initiële metingen van de linker ventriculaire ejectiefractie (LVEF), tenminste één follow-up
meting en een beoordeling met een MUGA-scan werden uitgevoerd, hadden 88 patiënten een
cumulatieve dosis antracycline van > 400 mg/m², d.w.z. een blootstelling die met de conventionele
doxorubicine gepaard gaat met een verhoogd risico op cardiovasculaire toxiciteit. Slechts 13 van deze
88 patiënten (15 %) hadden ten minste één klinisch significante verandering van de LVEF,
gedefinieerd als een LVEF-waarde van minder dan 45 % of een vermindering met ten minste
20 punten van de initiële waarde. Bovendien zette slechts 1 patiënt (cumulatieve dosis antracycline
van 944 mg/m²) de onderzoeksbehandeling stop vanwege klinische symptomen van congestieve
decompensatio cordis.
Radiatie-recallfenomeen
Het hernieuwd optreden van huidreacties doordat vooraf radiotherapie toegepast werd, kwam soms
voor bij toediening van Caelyx pegylated liposomal.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Acute overdosering met doxorubicinehydrochloride verergert de toxische effecten van mucositis,
leukopenie en trombocytopenie. De behandeling van een acute overdosis bij een patiënt met ernstige
myelosuppressie bestaat uit ziekenhuisopname, antibiotica, bloedplaatjes- en granulocytentransfusies
en een symptomatische behandeling van mucositis.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Cytotoxische stoffen (antracyclines en verwante stoffen), ATC-
code: L01DB01.
Werkingsmechanisme
16
Het werkzame bestanddeel van Caelyx pegylated liposomal is doxorubicinehydrochloride, een
cytotoxisch antracyclineantibioticum, verkregen uit
Streptomyces peucetius
var.
caesius.
Het exacte
mechanisme van de antitumoractiviteit van doxorubicine is onbekend. In het algemeen wordt
aangenomen dat de blokkering van DNA, RNA en de proteïnesynthese verantwoordelijk is voor het
merendeel van de cytotoxische effecten. Dit is waarschijnlijk het resultaat van intercalatie van de
antracycline tussen belendende baseparen van de dubbele DNA-spiraal waardoor het ontrollen voor
replicatie wordt voorkomen.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
Een gerandomiseerd fase-III-onderzoek met Caelyx pegylated liposomal versus doxorubicine bij
patiënten met metastaserend mammacarcinoom werd bij 509 patiënten voltooid. Er werd beantwoord
aan de doelstelling die de non-inferioriteit tussen Caelyx pegylated liposomal en doxorubicine
aantoont, zoals die in het protocol vastgelegd was; de
hazard ratio
(HR) voor
progressive-free
survival
(PFS) bedroeg 1,00 (95 % CI met HR=0,82 – 1,22). De HR-behandeling voor PFS aangepast
aan de prognostische variabelen, kwam overeen met PFS voor de ITT-populatie.
Het voornaamste onderzoek naar cardiale toxiciteit toonde aan dat het risico op het ontwikkelen van
een hartaandoening in functie van cumulatieve dosis antracycline, aanzienlijk lager lag bij Caelyx
pegylated liposomal dan bij doxorubicine (HR=3,16, p < 0,001). Bij doses van meer dan 450
mg/m
2
werden bij Caelyx pegylated liposomal geen hartaandoeningen gemeld.
Een vergelijkend fase-III-onderzoek met Caelyx pegylated liposomal versus topotecan bij patiënten
met epitheliale ovariumkanker waarbij een eerstelijnsbehandeling met een chemotherapie op basis van
platina gefaald had, werd bij 474 patiënten voltooid. Er was een voordeel in de
overall survival
(OS)
voor patiënten die met Caelyx pegylated liposomal behandeld worden ten opzichte van patiënten die
met topotecan behandeld worden, zoals aangeduid door een
hazard ratio
(HR) van 1,216 (95 % CI:
1,000; 1,478), p=0,050. De overlevingskansen na 1, 2 en 3 jaar waren respectievelijk 56,3 %, 34,7 %
en 20,2 % voor Caelyx pegylated liposomal, ten opzichte van 54,0 %, 23,6 % en 13,2 % voor
topotecan.
Voor de subgroep van patiënten met platinum-gevoelige ziekte was het verschil groter: HR van 1,432
(95 % CI: 1,066; 1,923), p=0,017. De overlevingskansen na 1, 2 en 3 jaar waren respectievelijk
74,1 %, 51,2 % en 28,4 % voor Caelyx pegylated liposomal, ten opzichte van 66,2 %, 31,0 % en
17,5 % voor topotecan.
De behandelingen waren gelijkaardig voor de subgroep van patiënten die refractair zijn tegen platina:
HR van 1,069 (95 % CI: 0,823; 1,387), p=0,618. De overlevingskansen na 1, 2 en 3 jaar waren
respectievelijk 41,5 %, 21,1 % en 13,8 % voor Caelyx pegylated liposomal, ten opzichte van 43,2 %,
17,2 % en 9,5 % voor topotecan.
Een gerandomiseerd, parallelgroep, open-label, fase-III-multicenteronderzoek waarin de veiligheid en
werkzaamheid van Caelyx pegylated liposomal plus bortezomib combinatietherapie werd vergeleken
met bortezomib monotherapie bij patiënten met multipel myeloom die ten minste 1 eerdere
behandeling hebben gekregen en die geen verbetering ondervonden terwijl ze een op antracycline
gebaseerde therapie kregen, werd uitgevoerd bij 646 patiënten. Er was een significante verbetering in
het primaire eindpunt van de tijd tot progressie (TTP) voor patiënten behandeld met de
combinatietherapie van Caelyx pegylated liposomal plus bortezomib vergeleken met patiënten
behandeld met de bortezomib monotherapie zoals aangetoond door een risicoreductie (RR) van 35 %
(95 % CI: 21-47 %), p < 0,0001, gebaseerd op 407 TTP-gevallen. De mediane TTP was 6,9 maanden
voor de patiënten uit de bortezomib monotherapiegroep vergeleken met 8,9 maanden voor de
patiënten uit de Caelyx pegylated liposomal plus bortezomib combinatietherapiegroep. Een in het
protocol gedefinieerde interimanalyse (gebaseerd op 249 TTP-gevallen) leidde tot vroege stopzetting
van het onderzoek vanwege werkzaamheid. Deze interimanalyse vertoonde een TTP-risicoreductie
van 45 % (95 % CI: 29-57 %), p < 0,0001. De mediane TTP was 6,5 maanden voor de patiënten uit de
bortezomib monotherapiegroep vergeleken met 9,3 maanden voor de patiënten uit de Caelyx
pegylated liposomal plus bortezomib combinatietherapiegroep. Deze resultaten vormen, hoewel niet
17
volledig uitgewerkt, de basis voor de in het protocol gedefinieerde eindanalyse. De finale analyse van
de totale overleving, uitgevoerd na een mediane
follow-up
van 8,6 jaar, toonde geen significant
verschil in totale overleving tussen de twee behandelarmen. De mediane totale overleving was
30,8 maanden (95% CI: 25,2-36,5 maanden) voor de patiënten op bortezomib monotherapie en
33,0 maanden (95% CI: 28,9-37,1 maanden) voor de patiënten op Caelyx pegylated liposomal plus
bortezomib combinatietherapie.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Caelyx pegylated liposomal is een lang-circulerende, gepegyleerde liposoomformulering van
doxorubicinehydrochloride. Gepegyleerde liposomen bevatten oppervlakte-geënte segmenten van het
hydrofiele polymeer methoxypolyethyleenglycol (MPEG). Deze lineaire MPEG-groepen lopen vanaf
het oppervlak van de liposoom naar buiten en creëren een beschermende laag waardoor interactie
tussen het dubbellagige membraan van het lipide en de plasmacomponenten wordt gereduceerd.
Hierdoor kunnen de Caelyx pegylated liposomal -liposomen langere tijd in de bloedstroom circuleren.
Gepegyleerde liposomen zijn klein genoeg (gemiddelde diameter van ongeveer 100 nm) om intact
(extravasaat) door de defecte bloedvaten te passeren die de tumoren voeden. Het bewijs van penetratie
van gepegyleerde liposomen vanuit de bloedvaten en hun intrede en accumulatie in de tumoren werd
vastgesteld bij muizen met C-26 coloncarcinomatumoren en bij transgene muizen met KS-achtige
laesies. De gepegyleerde liposomen hebben tevens een lipidematrix met lage permeabiliteit en een
intern waterhoudend buffersysteem waardoor, in combinatie, doxorubicinehydrochloride ingekapseld
blijft gedurende de tijd dat het liposoom in de bloedstroom aanwezig is.
De plasmafarmacokinetiek van Caelyx pegylated liposomal in de mens wijkt significant af van die
gerapporteerd in de literatuur voor standaard doxorubicinehydrochloridepreparaten. Caelyx pegylated
liposomal vertoonde een lineaire farmacokinetiek bij lagere doses (10 mg/m² - 20 mg/m²). Over het
dosisgebied van 10 mg/m² tot 60 mg/m² vertoonde Caelyx pegylated liposomal een niet-lineaire
farmacokinetiek. Standaard doxorubicinehydrochloride vertoont een uitgebreide weefselverdeling
(verdelingsvolume: 700 tot 1.100 l/m²) en een snelle eliminatieklaring (24 tot 73 l/h/m²). Daarmee in
tegenstelling vormt het farmacokinetische profiel van Caelyx pegylated liposomal een indicatie voor
het feit dat Caelyx pegylated liposomal hoofdzakelijk beperkt blijft tot het vasculaire vloeistofvolume
en dat de klaring van doxorubicine uit het bloed afhankelijk is van de liposomale drager.
Doxorubicine komt vrij nadat extravasatie van de liposomen heeft plaatsgevonden en deze het
weefselcompartiment bereikt hebben.
Bij equivalente doseringen liggen de plasmaconcentratie en AUC-waarden van Caelyx pegylated
liposomal die voornamelijk gepegyleerd liposomaal doxorubicinehydrochloride vertegenwoordigen
(met 90 % tot 95 % van het gemeten doxorubicine) aanzienlijk hoger dan die verkregen met standaard
doxorubicinehydrochloridepreparaten.
Caelyx pegylated liposomal mag niet onderling verwisseld worden met andere formuleringen van
doxorubicinehydrochloride.
Populatiefarmacokinetiek
De farmacokinetische eigenschappen van Caelyx pegylated liposomal werden onderzocht bij
120 patiënten uit 10 verschillende klinische onderzoeken met de methode van de
populatiefarmacokinetiek. De farmacokinetische eigenschappen van Caelyx pegylated liposomal over
het dosisgebied van 10 mg/m² tot 60 mg/m² konden het best beschreven worden met een niet-lineair
twee-compartimentenmodel met een input van orde nul en een Michaelis-Menten-eliminatie. De
gemiddelde intrinsieke klaring van Caelyx pegylated liposomal bedroeg 0,030 l/h/m² (spreiding
0,008 tot 0,152 l/h/m²) en het gemiddelde centrale distributievolume bedroeg 1,93 l/m² (spreiding
0,96 - 3,85 l/m²), wat het plasmavolume benadert. De schijnbare halfwaardetijd ligt tussen
24 en 231 uur met een gemiddelde van 73,9 uur.
18
Patiënten met borstkanker
De farmacokinetische eigenschappen van Caelyx pegylated liposomal bepaald bij 18 patiënten met
een mammacarcinoom, waren vergelijkbaar met de farmacokinetiek bepaald in een grotere populatie
van 120 patiënten met diverse kankers. De gemiddelde intrinsieke klaring was 0,016 l/h/m² (spreiding
0,008 – 0,027 l/h/m²), het gemiddelde centrale distributievolume was 1,46 l/m² (spreiding 1,10 –
1,64 l/m²). De gemiddelde schijnbare halfwaardetijd was 71,5 uur (spreiding 45,2 – 98,5 uur).
Patiënten met ovariumkanker
De farmacokinetische eigenschappen van Caelyx pegylated liposomal bepaald bij 11 patiënten met
een ovariumcarcinoom, waren vergelijkbaar met de farmacokinetiek bepaald in een grotere populatie
van 120 patiënten met diverse kankers. De gemiddelde intrinsieke klaring was 0,021 l/h/m² (spreiding
0,009 – 0,041 l/h/m²), het gemiddelde centrale distributievolume was 1,95 l/m² (spreiding 1,67 -
2,40 l/m²). De gemiddelde schijnbare halfwaardetijd was 75,0 uur (spreiding 36,1 - 125 uur).
Patiënten met een met AIDS geassocieerd KS
De plasmafarmacokinetiek van Caelyx pegylated liposomal is onderzocht bij 23 patiënten met KS die
enkelvoudige doseringen kregen van 20 mg/m², toegediend in de vorm van een 30 minuten durende
infusie. De farmacokinetische parameters van Caelyx pegylated liposomal (voornamelijk bepaald door
gepegyleerd liposomaal doxorubicinehydrochloride en lage gehalten van niet-ingekapseld
doxorubicinehydrochloride) vastgesteld na de 20 mg/m² doseringen zijn weergegeven in tabel 6.
Tabel 6.
Farmacokinetische parameters bij met Caelyx pegylated liposomal behandelde
AIDS-KS-patiënten
Gemiddelde + standaarddeviatie
Parameter
20 mg/m² (n=23)
8,34 ± 0,49
Maximum plasmaconcentratie* (µg/ml)
0,041 ± 0,004
Plasmaklaring (l/h/m²)
2,72 ± 0,120
Verdelingsvolume (l/m²)
590,00 ± 58,7
AUC (µg/ml⋅h)
5,2 ± 1,4
λ
1
halfwaardetijd (uren)
55,0 ± 4,8
λ
2
halfwaardetijd (uren)
*
Gemeten aan het eind van een infusie van 30 minuten
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Het toxiciteitsprofiel van Caelyx pegylated liposomal in onderzoeken met herhaalde doseringen bij
dieren komt in grote lijnen overeen met het profiel dat werd gerapporteerd na langdurige infusies van
standaard doxorubicinehydrochloride bij mensen. De inkapseling van doxorubicinehydrochloride in
gepegyleerde liposomen bij Caelyx pegylated liposomal resulteert in deze effecten, met een
verschillende sterkte, als volgt:
Cardiotoxiciteit
Onderzoeken bij konijnen toonden aan dat de cardiotoxiciteit van Caelyx pegylated liposomal lager is
in vergelijking met de conventionele doxorubicinehydrochloridepreparaten.
Dermale toxiciteit
Bij onderzoeken uitgevoerd op ratten en honden na herhaalde toediening van Caelyx pegylated
liposomal, werden uitgesproken huidirriterende laesies en ulceraties vastgesteld bij klinisch relevante
doseringen. Bij het onderzoek bij honden kon men het optreden en de ernst van deze laesies
verminderen door de dosis te verminderen of het doseringsinterval te verhogen. Gelijksoortige
huidlaesies bekend als palmair-plantaire erytrodysthesie zijn ook gemeld bij patiënten na langdurige
intraveneuze infusie (zie rubriek 4.8).
19
Anafylactische respons
Tijdens toxicologische onderzoeken bij honden met herhaalde doseringen werd een acute respons
gekenmerkt door hypotensie, bleke slijmvliezen, speekselafscheiding, emesis en periodes van
hyperactiviteit gevolgd door hypoactiviteit en lethargie vastgesteld na het toedienen van gepegyleerde
liposomen (placebo). Een gelijksoortige, maar minder uitgesproken respons werd ook waargenomen
bij honden die met Caelyx pegylated liposomal en met standaard doxorubicine behandeld werden.
Hypotensie werd verminderd door een voorafgaande behandeling met antihistaminica. De reactie was
echter niet levensbedreigend en de honden herstelden snel na stopzetting van de behandeling.
Lokale toxiciteit
Tolerantieonderzoeken naar subcutane reacties suggereren dat Caelyx pegylated liposomal tegenover
standaard doxorubicinehydrochloride minder lokale irritatie of schade aan weefsel veroorzaakt na een
mogelijke extravasatie.
Mutageniteit en carcinogeniteit
Hoewel er geen onderzoeken met Caelyx pegylated liposomal werden uitgevoerd, is gebleken dat
doxorubicinehydrochloride, het farmacologisch werkzaam bestanddeel van Caelyx pegylated
liposomal, mutagene en carcinogene eigenschappen heeft. Gepegyleerde placeboliposomen zijn noch
mutageen noch genotoxisch.
Reproductietoxiciteit
Bij muizen, na een eenmalige dosis van 36 mg/kg, resulteerde Caelyx pegylated liposomal in zwakke
tot gematigde atrofie van ovarium en testikel. Vermindering van het testikelgewicht en hypospermie
werden waargenomen bij ratten na herhaalde doseringen van
0,25 mg/kg/dag en diffuse degeneratie
van de tubuli seminiferis en een opmerkelijke vermindering van de spermatogenese werden
vastgesteld bij honden na herhaalde doseringen van 1 mg/kg/dag (zie rubriek 4.6).
Nefrotoxiciteit
Een studie heeft aangetoond dat Caelyx pegylated liposomal met een eenmalige intraveneuze dosis
van meer dan twee keer de klinische dosis renale toxiciteit bij apen veroorzaakt. Renale toxiciteit
werd waargenomen met nog lagere doses doxorubicine HCl bij ratten en konijnen. Aangezien een
evaluatie van de post-marketing databank met betrekking tot de veiligheid van Caelyx pegylated
liposomal bij patiënten niet heeft gewezen op een significant risico op nefrotoxiciteit van Caelyx
pegylated liposomal, zijn deze bevindingen bij apen mogelijk niet relevant voor de risicobeoordeling
bij patiënten.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
α-(2-[1,2-distearoyl-sn-glycero(3)phosphooxy]ethylcarbamoyl)-ω-methoxypoly(oxyethyleen)-40
natriumzout (MPEG-DSPE)
volledig gehydrogeneerd sojafosfatidylcholine (HSPC)
cholesterol
ammoniumsulfaat
sucrose
histidine
water voor injecties
zoutzuur (voor pH-aanpassing)
natriumhydroxide (voor pH-aanpassing)
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
20
Dit geneesmiddel mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen dan die vermeld zijn in
rubriek 6.6.
6.3
Houdbaarheid
20 maanden.
Na verdunning:
-
Chemische en fysische stabiliteit tijdens het gebruik werd aangetoond gedurende 24 uur bij
2 °C tot 8 °C.
-
Microbiologisch gezien moet het product onmiddellijk gebruikt worden. Als het niet
onmiddellijk gebruikt wordt, vallen de bewaartijden tijdens het gebruik en de omstandigheden
voordat het product gebruikt wordt onder verantwoordelijkheid van de gebruiker en bedragen
onder normale omstandigheden niet meer dan 24 uur bij 2 °C tot 8 °C.
-
Gedeeltelijk gebruikte injectieflacons moeten weggegooid worden.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de koelkast (2°C - 8°C).
Niet in de vriezer bewaren.
Voor de bewaarcondities van het verdunde geneesmiddel, zie rubriek 6.3.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Type I glazen injectieflacons, met een gesiliconiseerde grijze bromobutyl stop, en een aluminium
afdichting, met een afleverbaar volume van 10 ml (20 mg) of 25 ml (50 mg).
Caelyx pegylated liposomal is verkrijgbaar in een verpakking met één of tien injectieflacons.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Gebruik geen materiaal waarin neerslag of andere deeltjes wordt aangetroffen.
Caelyx pegylated liposomal dispersie moet uiterst voorzichtig behandeld worden. Het gebruik van
handschoenen is verplicht. Als Caelyx pegylated liposomal in contact komt met de huid of
slijmvliezen, onmiddellijk en grondig wassen met water en zeep. Caelyx pegylated liposomal moet
worden behandeld en vernietigd op dezelfde manier als andere kankerbestrijdende geneesmiddelen
overeenkomstig lokale voorschriften.
Bepaal de toe te dienen dosis Caelyx pegylated liposomal (gebaseerd op de aanbevolen dosering en de
lichaamsoppervlakte van de patiënt). Zuig de juiste hoeveelheid Caelyx pegylated liposomal op in een
steriele injectiespuit. Aseptische technieken altijd strikt toepassen aangezien in Caelyx pegylated
liposomal geen conserveermiddel of bacteriostatisch middel aanwezig is. Vóór toediening moet de zo
nauwkeurig mogelijk bepaalde dosis Caelyx pegylated liposomal verdund worden in 5 % (50 mg/ml)
glucoseoplossing voor intraveneuze infusie. Voor doses < 90 mg moet Caelyx pegylated liposomal
verdund worden in 250 ml en voor doses
90 mg, wordt Caelyx pegylated liposomal verdund in
500 ml. Deze verdunning kan door middel van een infusie van 60 of 90 minuten worden toegediend
zoals uitgelegd in rubriek 4.2.
Het gebruik van een ander verdunningsmiddel dan de 5 % (50 mg/ml) glucoseoplossing voor
intraveneuze infusie of de aanwezigheid van eventuele bacteriostatische middelen zoals benzylalcohol
kan tot gevolg hebben dat Caelyx pegylated liposomal neerslaat.
21
Het wordt aanbevolen de infuuslijn voor Caelyx pegylated liposomal aan te sluiten via de zijklep van
een intraveneus infuus met 5 % (50 mg/ml) glucose. De infusie mag in een perifere vene worden
toegediend. Niet gebruiken met in-line filters.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Baxter Holding B.V.
Kobaltweg 49,
3542 CE Utrecht,
Nederland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/011/001
EU/1/96/011/002
EU/1/96/011/003
EU/1/96/011/004
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 21 juni 1996
Datum van laatste verlenging: 19 mei 2006
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
22
BIJLAGE II
A.
B.
FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN
LEVERING EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER
VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN
NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT
EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET
GENEESMIDDEL
C.
D.
23
A.
FABRIKANT verantwoordelijk voor vrijgifte
Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
Janssen
Pharmaceutica
NV, Turnhoutseweg 30, B-2340 Beerse, België
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
24
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
25
A. ETIKETTERING
26
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
CAELYX PEGYLATED LIPOSOMAL DOOSJE 20 mg/10 ml – 1 injectieflacon
CAELYX PEGYLATED LIPOSOMAL DOOSJE 20 mg/10 ml – 10 injectieflacons
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Caelyx pegylated liposomal 2 mg/ml concentraat voor oplossing voor intraveneuze infusie
doxorubicin hydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Eén ml Caelyx pegylated liposomal bevat 2 mg doxorubicinehydrochloride.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen:
α-(2-[1,2-distearoyl-sn-glycero(3)phosphooxy]ethylcarbamoyl)-ω-
methoxypoly(oxyethyleen)-40 natriumzout, volledig gehydrogeneerd sojafosfatidylcholine,
cholesterol, ammoniumsulfaat, sucrose, histidine, water voor injecties, zoutzuur en natriumhydroxide.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
1 injectieflacon
10 injectieflacons
20 mg/10 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intraveneus gebruik na verdunning.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Mag niet onderling verwisseld worden met andere formuleringen van
doxorubicinehydrochloride.
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
27
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
Cytotoxisch
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Baxter Holding B.V.
Kobaltweg 49,
3542 CE Utrecht,
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/011/001 (1 injectieflacon)
EU/1/96/011/002 (10 injectieflacons)
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE
GEGEVENS
PC
28
SN
NN
29
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
CAELYX PEGYLATED LIPOSOMAL DOOSJE 50 mg/25 ml – 1 injectieflacon
CAELYX PEGYLATED LIPOSOMAL DOOSJE 50 mg/25 ml – 10 injectieflacons
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Caelyx pegylated liposomal 2 mg/ml concentraat voor oplossing voor intraveneuze infusie
doxorubicin hydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Eén ml Caelyx pegylated liposomal bevat 2 mg doxorubicinehydrochloride.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen:
α-(2-[1,2-distearoyl-sn-glycero(3)phosphooxy]ethylcarbamoyl)-ω-
methoxypoly(oxyethyleen)-40 natriumzout, volledig gehydrogeneerd sojafosfatidylcholine,
cholesterol, ammoniumsulfaat, sucrose, histidine, water voor injecties, zoutzuur en natriumhydroxide.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
1 injectieflacon
10 injectieflacons
50 mg/25 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intraveneus gebruik na verdunning.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Mag niet onderling verwisseld worden met andere formuleringen van
doxorubicinehydrochloride.
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
30
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
Cytotoxisch
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Baxter Holding B.V.
Kobaltweg 49,
3542 CE Utrecht,
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/011/003 (1 injectieflacon)
EU/1/96/011/004 (10 injectieflacons)
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE
GEGEVENS
PC
31
SN
NN
32
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
CAELYX PEGYLATED LIPOSOMAL ETIKET 20 mg/10 ml
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGWEG(EN)
Caelyx pegylated liposomal 2 mg/ml steriel concentraat
doxorubicin hydrochloride
IV na verdunning.
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
20 mg/10 ml
6.
OVERIGE
33
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
CAELYX PEGYLATED LIPOSOMAL ETIKET 50 mg/25 ml
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGWEG(EN)
Caelyx pegylated liposomal 2 mg/ml steriel concentraat
doxorubicin hydrochloride
IV na verdunning.
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
50 mg/25 ml
6.
OVERIGE
34
B. BIJSLUITER
35
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Caelyx pegylated liposomal 2 mg/ml concentraat voor oplossing voor intraveneuze infusie
doxorubicinehydrochloride (doxorubicin hydrochloride)
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Wat is Caelyx pegylated liposomal en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe gebruikt u dit middel?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Caelyx pegylated liposomal en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Caelyx pegylated liposomal is een middel tegen tumoren.
Caelyx pegylated liposomal wordt gebruikt voor de behandeling van borstkanker bij patiënten met een
risico op hartproblemen. Caelyx pegylated liposomal wordt eveneens gebruikt voor de behandeling
van ovariumkanker. Het wordt gebruikt om kankercellen te doden, de afmetingen van de tumor te
verkleinen, de groei van de tumor te vertragen en uw overlevingskansen te verhogen.
Caelyx pegylated liposomal wordt ook gebruikt in combinatie met een ander geneesmiddel,
bortezomib, voor de behandeling van multipel myeloom (een vorm van bloedkanker) bij patiënten die
ten minste 1 eerdere behandeling hebben gekregen.
Caelyx pegylated liposomal wordt ook gebruikt om een verbetering te bewerkstelligen in uw Kaposi-
sarcoom, inclusief het verzwakken, verlichten en zelfs het krimpen van de kanker. Andere symptomen
van Kaposi-sarcoom, zoals zwelling rond de tumor, kunnen ook verbeteren of verdwijnen.
Caelyx pegylated liposomal bevat een geneesmiddel dat op zodanige wijze een interactie met cellen
aangaat dat de kankercellen selectief worden gedood. Het doxorubicinehydrochloride in Caelyx
pegylated liposomal is ingekapseld in kleine bolletjes die gepegyleerde liposomen worden genoemd
en die helpen het geneesmiddel van de bloedstroom naar het door kanker aangetaste weefsel te
brengen, eerder dan naar gezond normaal weefsel.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor doxorubicinehydrochloride, pinda’s of soja of voor een van de stoffen in
dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
36
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts:
-
als u behandeld wordt voor hart- of leverziekte;
-
als u aan suikerziekte lijdt, aangezien Caelyx pegylated liposomal suiker bevat, hetgeen een
aanpassing van de behandeling van uw suikerziekte kan vergen;
-
als u Kaposi-sarcoom heeft en onlangs een ingreep heeft ondergaan om uw milt weg te nemen;
-
als u zweren, verkleuring of om het even welk ongemak in uw mond opmerkt.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Caelyx pegylated liposomal mag niet gebruikt worden bij kinderen en jongeren tot 18 jaar omdat niet
bekend is welke invloed het geneesmiddel op hen zal hebben.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Informeer uw arts of apotheker
-
als u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor
geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen;
-
over andere kankerbestrijdende behandelingen waaraan u bent of was onderworpen, aangezien
bijzondere aandacht besteed dient te worden aan behandelingen die het aantal witte bloedcellen
doen verminderen, aangezien dit een verdere vermindering van het aantal witte bloedcellen kan
veroorzaken. Weet u niet met zekerheid welke behandelingen u heeft gekregen of aan welke
ziekten u heeft geleden, dan wordt u verzocht dit ook met uw arts te bespreken.
Zwangerschap en borstvoeding
Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel inneemt.
Aangezien de werkzame stof doxorubicinehydrochloride in Caelyx pegylated liposomal aangeboren
afwijkingen kan veroorzaken, dient u het uw arts te vertellen als u denkt dat u zwanger bent. U zult
moeten vermijden zwanger te worden terwijl u of uw partner Caelyx pegylated liposomal krijgt,
evenals gedurende de zes maanden na stopzetting van de behandeling met Caelyx pegylated
liposomal.
Aangezien doxorubicinehydrochloride schadelijk kan zijn bij het geven van borstvoeding, moet de
borstvoeding stopgezet worden vóór het begin van de behandeling met Caelyx pegylated liposomal.
Medische deskundigen bevelen aan dat met HIV geïnfecteerde vrouwen in geen geval borstvoeding
geven aan hun kinderen om overdracht van HIV te vermijden.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Rijd niet of gebruik geen werktuigen of machines als u zich vermoeid of slaperig voelt tijdens de
behandeling met Caelyx pegylated liposomal.
Caelyx pegylated liposomal bevat sojaolie en natrium
Caelyx pegylated liposomal bevat sojaolie. Als u allergisch bent voor pinda’s of soja, mag u dit
geneesmiddel niet gebruiken.
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis, dat wil zeggen dat het in wezen
‘natriumvrij’ is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Caelyx pegylated liposomal is een bijzondere formulering. Het mag niet onderling verwisseld worden
met andere formuleringen van doxorubicinehydrochloride.
Hoeveel wordt er van Caelyx pegylated liposomal toegediend?
Als u wordt behandeld voor borstkanker of ovariumkanker, zal Caelyx pegylated liposomal worden
toegediend in een dosis van 50 mg per vierkante meter van uw lichaamsoppervlakte (op basis van uw
37
lengte en uw gewicht). De toediening wordt om de 4 weken herhaald, zolang de ziekte zich niet verder
uitbreidt en u in staat bent de behandeling te verdragen.
Als u wordt behandeld voor multipel myeloom, en al ten minste 1 eerdere behandeling heeft gekregen,
zal Caelyx pegylated liposomal worden toegediend in een dosis van 30 mg per vierkante meter van uw
lichaams-oppervlakte (op basis van uw lengte en uw gewicht) als een 1 uur durende intraveneus
infuus op dag 4 van de 3 weken durende behandeling met bortezomib onmiddellijk na het infuus met
bortezomib. De dosis wordt herhaald zolang u voldoende respons vertoont en de behandeling
verdraagt.
Indien u wordt behandeld voor Kaposi-sarcoom, zal Caelyx pegylated liposomal worden toegediend
in een dosis van 20 mg per vierkante meter van uw lichaamsoppervlakte (op basis van uw lengte en
uw gewicht). De toediening wordt herhaald om de 2 tot 3 weken gedurende een periode van 2 -
3 maanden, daarna zo vaak als het nodig is om de verbetering van uw toestand te handhaven.
Hoe wordt Caelyx pegylated liposomal toegediend?
Caelyx pegylated liposomal zal u door uw arts worden toegediend. Dit gebeurt in de vorm van een
druppelinfusie in een ader. Afhankelijk van de dosis en de indicatie kan dit tussen 30 minuten en meer
dan een uur (d.w.z. 90 minuten) in beslag nemen.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Acute overdosering verergert de bijwerkingen zoals pijn in de mond of vermindert het aantal witte
bloedcellen en bloedplaatjes in het bloed. De behandeling zal de toediening van antibiotica,
transfusies van bloedplaatjes, het aanwenden van factoren die de productie van witte bloedcellen
opwekken en de symptomatische behandeling van pijn in de mond omvatten.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Tijdens de infusie van Caelyx pegylated liposomal kunnen de volgende reacties zich voordoen:
-
ernstige allergische reactie die kan bestaan uit zwelling van het gezicht, de lippen, de mond, de
tong of de keel; problemen met slikken of ademen; jeukende huiduitslag (netelroos)
-
ontstoken en vernauwde luchtwegen in de longen, wat leidt tot hoesten, piepende ademhaling
en kortademigheid (astma)
-
overmatig blozen, zweten, rillingen of koorts
-
pijn of ongemak op de borst
-
rugpijn
-
hoge of lage bloeddruk
-
snelle hartslag
-
stuipen (aanvallen)
Lekken van de injectievloeistof vanuit de aderen naar de weefsels onder de huid kan voorkomen. Als
de infusie pijn doet of als u een stekend gevoel ervaart terwijl u een dosis Caelyx pegylated liposomal
toegediend krijgt, dient u onmiddellijk uw arts te raadplegen.
Raadpleeg onmiddellijk uw arts als u een van de volgende ernstige bijwerkingen krijgt:
-
-
u krijgt koorts, voelt zich moe of u hebt tekenen van blauwe plekken of bloeding (zeer vaak)
roodheid, zwelling, schilfering of gevoeligheid, vooral op de handen of de voeten (‘handpalm-
voetzoolsyndroom’). Deze bijwerkingen werden zeer vaak waargenomen en zijn soms ernstig.
In ernstige gevallen kunnen deze bijwerkingen bepaalde dagelijkse activiteiten beïnvloeden en
38
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
kan het 4 weken of langer duren voordat ze volledig verdwenen zijn. Uw arts kan het nodig
vinden de volgende behandeling uit te stellen en/of de dosis te verlagen (zie hieronder
Strategieën voor het voorkómen en de behandeling van een handpalm-voetzoolsyndroom)
zweren in de mond, ernstige diarree of braken of misselijkheid (zeer vaak)
infecties (vaak), waaronder longinfecties (pneumonie) of infecties die uw gezichtsvermogen
kunnen aantasten
kortademigheid (vaak)
ernstige maagpijn (vaak)
ernstige zwakte (vaak)
ernstige allergische reactie die kan bestaan uit zwellingen van het gezicht, de lippen, de mond,
de tong of de keel; problemen met slikken of ademen; jeukende huiduitslag (netelroos) (soms)
hartstilstand (het hart stopt met kloppen); hartfalen, waarbij het hart niet genoeg bloed pompt
naar de rest van het lichaam, waardoor u kortademig wordt en wat kan leiden tot opgezette
benen (soms)
bloedklonter die naar de longen gaat, pijn op de borst veroorzaakt en u kortademig maakt
(soms)
zwelling, warmte of gevoeligheid in de zachte weefsels van uw been, soms met pijn die
toeneemt wanneer u staat of loopt (zelden)
ernstige of levensbedreigende huiduitslag met blaren en schilferende huid, in het bijzonder rond
de mond, de neus, de ogen en de geslachtsdelen (Stevens-Johnson-syndroom) of over het
grootste deel van het lichaam (toxische epidermale necrolyse) (zelden)
Andere bijwerkingen
Tussen de infusies kan het volgende optreden:
Zeer vaak voorkomende bijwerkingen
(bij meer dan 1 op de 10 personen)
-
een vermindering van het aantal witte bloedcellen, wat de kans op ontsteking kan verhogen. In
zeldzame gevallen kan een laag aantal witte bloedcellen leiden tot ernstige infectie.
Bloedarmoede (vermindering van het aantal rode bloedcellen) kan vermoeidheid veroorzaken
en een lager aantal bloedplaatjes kan het risico op bloedingen verhogen. Vanwege de mogelijke
veranderingen in de bloedcellen zal uw bloed regelmatig moeten worden onderzocht.
-
verlies van de eetlust
-
verstopping
-
huiduitslag, waaronder roodheid van de huid, allergische huiduitslag, rode of verheven
huiduitslag
-
haarverlies
-
pijn, bijvoorbeeld pijn in de spieren en de borstspier, gewrichtspijn, pijn in de arm of het been
-
zich zeer moe voelen
Vaak voorkomende bijwerkingen
(bij maximaal 1 op de 10 personen)
-
infecties, waaronder ernstige infectie in het hele lichaam (sepsis), longinfecties, infecties met
het herpes-zostervirus (gordelroos), een infectie met een bepaalde bacterie (Mycobacterium
avium-complex-infectie),
urineweginfectie, schimmelinfecties (waaronder spruw en spruw in de
mond), infectie van de haarwortels, geïnfecteerde of geïrriteerde keel, geïnfecteerde neus,
bijholten of keel (verkoudheid)
-
laag aantal van een bepaalde soort witte bloedcellen (neutrofielen), met koorts
-
ernstig gewichtsverlies en spierafbraak, onvoldoende water in het lichaam (dehydratie of
uitdroging), te weinig kalium, natrium of calcium in het bloed
-
verwardheid, angst, depressie, slaapproblemen
-
zenuwschade die kan leiden tot tintelingen, gevoelloosheid, pijn en verlies van pijngevoel,
zenuwpijn, ongewoon gevoel in de huid (zoals een tintelend of krioelend gevoel), verminderd
gevoel of verminderde gevoeligheid, vooral in de huid
-
smaakveranderingen, hoofdpijn, zich zeer slaperig voelen met weinig energie, zich duizelig
voelen
-
ontstoken ogen (conjunctivitis)
-
snelle hartslag
39
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
hoge of lage bloeddruk, overmatig blozen
kortademigheid die kan voorkomen bij lichamelijke activiteit, neusbloedingen, hoesten
ontstoken maagwand of slokdarm, zweren in de mond, het verteren van eten in uw lichaam gaat
niet goed, moeite met slikken, pijn in de mond, droge mond
huidproblemen, waaronder schilferende of droge huid, roodheid van de huid, blaren of zweren
op de huid, jeuk, donkere huidvlekken
overmatig zweten
spierkrampen of spierpijn
pijn, waaronder pijn in de spieren, botten of rug
pijn bij het plassen
allergische reactie op de infusie van het geneesmiddel, griepachtige ziekte, rillingen, ontstoken
slijmvliezen van de holtes en doorgangen in het lichaam, zoals de neus, mond of luchtpijp, zich
zwak voelen, zich algemeen niet lekker voelen, zwelling door vochtophoping in het lichaam,
dikke handen, enkels of voeten
gewichtsverlies
Wanneer Caelyx pegylated liposomal alleen wordt gebruikt, is het minder waarschijnlijk dat sommige
bijverschijnselen voorkomen, en sommige zijn helemaal niet voorgekomen.
Soms voorkomende bijwerkingen
(bij maximaal 1 op de 100 personen)
-
infecties met het herpes simplexvirus (koortsblaasjes of genitale herpes), schimmelinfectie
laag aantal van alle soorten bloedcellen, verhoogd aantal ‘bloedplaatjes’ (cellen die het bloed
-
helpen stollen)
-
allergische reactie
veel kalium in het bloed, weinig magnesium in het bloed
-
-
zenuwschade die meer dan één gedeelte van het lichaam treft
stuipen (aanvallen), flauwvallen
-
-
onaangenaam of pijnlijk gevoel, vooral bij het aanraken, zich slaperig voelen
wazig zien, waterige ogen
-
-
snelle of onregelmatige hartslag (hartkloppingen), hartspierziekte, hartschade
-
weefselschade (necrose) waar de injectie gegeven is, ontstoken aders die zwelling en pijn
veroorzaken, zich duizelig voelen bij het rechtop zitten of opstaan
-
ongemak op de borst
-
winderigheid, ontstoken tandvlees (gingivitis)
-
huidproblemen of huiduitslag, waaronder schilferende huid, allergische huiduitslag, zweren of
bulten op de huid, ontkleurde huid, verandering van de natuurlijke kleur (pigment) van de huid,
kleine rode of paarse vlekjes veroorzaakt door bloeding onder de huid, nagelproblemen, acne
-
spierzwakte
-
pijn in de borsten
-
irritatie of pijn waar de injectie is gegeven
-
opgezet gezicht, hoge lichaamstemperatuur
-
verschijnselen (zoals ontsteking, roodheid of pijn) die terugkomen in een deel van het lichaam
dat eerder bestraald is of eerder beschadigd was door injectie met chemotherapie in een ader
Zelden voorkomende bijwerkingen
(bij maximaal 1 op de 1.000 personen)
-
infectie die optreedt bij mensen met een zwak immuunsysteem
-
laag aantal bloedcellen die in het beenmerg worden aangemaakt
-
ontstoken netvlies, dat veranderingen in het gezichtsvermogen of blindheid veroorzaakt
-
abnormaal hartritme, abnormale hartactiviteit op een ecg (elektrocardiogram) dat gepaard kan
gaan met een trage hartslag, probleem met het hart dat de hartslag en het hartritme beïnvloedt,
blauwe kleur van de huid en de slijmvliezen die wordt veroorzaakt door weinig zuurstof in het
bloed
-
verwijde bloedvaten
-
beklemmend gevoel in de keel
-
pijnlijke en opgezette tong, zweren op de lippen
40
-
-
-
-
huiduitslag met blaren die met vocht gevuld zijn
vaginale infectie, roodheid van de balzak (scrotum)
problemen met de slijmvliezen van de holtes en doorgangen in het lichaam, zoals de neus,
mond of luchtpijp
abnormale resultaten bij bloedonderzoek om de werking van de lever te controleren, verhoogd
‘creatininegehalte’ in het bloed.
Niet bekend
(frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
-
kanker van het bloed die zich snel ontwikkelt en de bloedcellen aantast (acute myeloïde
leukemie), beenmergziekte die de bloedcellen aantast (myelodysplastisch syndroom), kanker
van de mond of de lippen
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. Dit geldt ook
voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks
melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden,
kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
Strategieën voor het voorkómen en de behandeling van een handpalm-voetzoolsyndroom zijn onder
andere:
-
uw handen en/of voeten zo mogelijk in een bad met koud water dompelen (bijv. tijdens het tv-
kijken, het lezen of het luisteren naar de radio);
-
uw handen en voeten onbedekt houden (geen handschoenen, sokken, enz.);
-
op koele plaatsen blijven;
-
bij heet weer koele baden nemen;
-
intensieve inspanningen die trauma aan de voeten zouden kunnen veroorzaken (bijv. joggen)
vermijden;
-
blootstelling van de huid aan zeer heet water vermijden (bijv. jacuzzi, sauna);
-
vermijden nauwzittend schoeisel of schoenen met hoge hakken te dragen.
Pyridoxine (Vitamine B6):
-
vitamine B6 is beschikbaar zonder voorschrift;
-
neem 50 - 150 mg/dag, te beginnen bij de eerste tekens van roodheid of tintelingen.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Bewaren in de koelkast (2°C - 8°C). Niet in de vriezer bewaren.
Na verdunning:
Chemische en fysische stabiliteit tijdens het gebruik werd aangetoond gedurende 24 uur bij 2 °C tot
8 °C.
Microbiologisch gezien moet het product onmiddellijk gebruikt worden. Als het niet onmiddellijk
gebruikt wordt, vallen de bewaartijden tijdens het gebruik en de omstandigheden voordat het product
gebruikt wordt onder verantwoordelijkheid van de gebruiker en bedragen onder normale
omstandigheden niet meer dan 24 uur bij 2 °C tot 8 °C. Gedeeltelijk gebruikte injectieflacons moeten
vernietigd worden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het etiket en
de doos na EXP.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat het duidelijk neerslag vertoont of welke andere deeltjes
dan ook.
41
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is doxorubicinehydrochloride. Eén ml Caelyx pegylated
liposomal bevat 2 mg doxorubicinehydrochloride in een gepegyleerde liposomale formulering.
-
De andere stoffen in dit middel zijn
α-(2-[1,2-distearoyl-sn-
glycero(3)phosphooxy]ethylcarbamoyl)-ω-methoxypoly(oxyethyleen)-40 natriumzout (MPEG-
DSPE), volledig gehydrogeneerde sojafosfatidylcholine (HSPC), cholesterol,
ammoniumsulfaat, sucrose, histidine, water voor injecties, zoutzuur (voor aanpassing van de
pH) en natriumhydroxide (voor aanpassing van de pH). Zie rubriek 2.
Caelyx pegylated liposomal concentraat voor oplossing voor intraveneuze infusie: injectieflacons met
10 ml (20 mg) of 25 ml (50 mg).
Hoe ziet Caelyx pegylated liposomal eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Caelyx pegylated liposomal is steriel, doorzichtig en rood. Caelyx pegylated liposomal is verkrijgbaar
in een verpakking met één of tien injectieflacons.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Baxter Holding B.V.
Kobaltweg 49,
3542 CE Utrecht,
Nederland
Fabrikant
Janssen
Pharmaceutica
NV
Turnhoutseweg 30
B-2340 Beerse
België
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Baxter Belgium SPRL/BVBA
Tél/Tel: +32 (0)2 386 80 00
braine_reception@baxter.com
България
Baxter Holding B.V.
Teл.: +31 (0)30 2488 911
Česká republika
BAXTER CZECH spol. s r.o.
Tel: +420 225 774 111
Lietuva
UAB „Baxter Lithuania“
Tel: +37052527100
Luxembourg/Luxemburg
Baxter Belgium SPRL/BVBA
Tél/Tel: +32 (0)2 386 80 00
braine_reception@baxter.com
Magyarország
Baxter Hungary Kft.
Tel: +36 1 202 1980
42
Danmark
Baxter A/S
Tlf: +45 4816 6400
Deutschland
Baxter Deutschland GmbH
Tel: +49 (0)89 31701-0
info_de@baxter.com
Eesti
OÜ Baxter Estonia
Tel: +372 651 5120
Ελλάδα
Baxter (Hellas)
Ε.Π.Ε.,
Τηλ:
+30 210 28 80 000
Malta
Baxter Holding B.V.
Tel: +44 (0)1635 206345
Nederland
Baxter B.V.
Tel: +31 (0)30 2488 911
utrecht_reception@baxter.com
Norge
Baxter AS
Tlf: +47 22 58 48 00
Österreich
Baxter Healthcare GmbH
Tel: +43 1 71120 0
austria_office_healthcare@baxter.com
Polska
Baxter Polska Sp. z o.o.
Tel: +48 22 488 37 77
Portugal
Baxter Médico Farmacêutica, Lda.
Tel: +351 21 925 25 00
România
BAXTER HEALTHCARE SRL
Tel: +40 372 302 053
Slovenija
Baxter d.o.o.
Tel: +386 1 420 16 80
Slovenská republika
Baxter Slovakia s.r.o.
Tel: +421 2 32 10 11 50
Suomi/Finland
Baxter Oy
Puh/Tel: +358 (09) 862 111
Sverige
Baxter Medical AB
Tel: +46 (0)8 632 64 00
United Kingdom (Northern Ireland)
Baxter Holding B.V.
Tel: +44 (0)1635 206345
España
Baxter S.L.
Tel: +34 91 678 93 00
France
Baxter SAS
Tél: +33 1 34 61 50 50
Hrvatska
Baxter Healthcare d.o.o.
Tel: +385 1 6610314
Ireland
Baxter Holding B.V.
Tel: +44 (0)1635 206345
Ísland
Baxter Medical AB
Sími: +46 8 632 64 00
Italia
Baxter S.p.A.
Tel: +390632491233
Κύπρος
Baxter Holding B.V.
Τηλ:
+31 (0)30 2488 911
Latvija
Baxter Latvia SIA
Tel: +371 677 84784
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
43
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu.
44
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg (zie
rubriek 3):
Er moet voorzichtig worden omgesprongen met Caelyx pegylated liposomal dispersie. Het gebruik
van handschoenen is verplicht. Als Caelyx pegylated liposomal in contact komt met de huid of de
slijmvliezen, moet onmiddellijk en grondig met zeep en water worden gewassen. Caelyx pegylated
liposomal moet behandeld en vernietigd worden op dezelfde manier als andere kankerbestrijdende
middelen in overeenstemming met lokale vereisten.
Bepaal de dosis Caelyx pegylated liposomal die moet worden toegediend (gebaseerd op de
aanbevolen dosering en de lichaamsoppervlakte van de patiënt). Zuig de juiste hoeveelheid Caelyx
pegylated liposomal op in een steriele spuit. Er moet absoluut strikt op toegezien worden dat aseptisch
gewerkt wordt want Caelyx pegylated liposomal bevat geen conserveermiddel of bacteriostatisch
middel. De geschikte dosis Caelyx pegylated liposomal moet vóór toediening verdund worden in een
5 % (50 mg/ml) glucose-oplossing voor intraveneuze infusie. Voor doses < 90 mg moet Caelyx
pegylated liposomal in 250 ml verdund worden, voor doses
90 mg wordt Caelyx pegylated
liposomal verdund in 500 ml.
Om het risico op infusiereacties te minimaliseren, moet de initiële dosis toegediend worden met een
debiet van niet meer dan 1 mg/minuut. Als er geen infusiereacties optreden, mogen de volgende
infusies van Caelyx pegylated liposomal over een periode van 60 minuten worden toegediend.
Tijdens klinische onderzoeken naar borstkanker werd bij patiënten die een infusiereactie ondervonden
toegestaan de toediening van intraveneuze infusie als volgt aan te passen: 5 % van de totale dosis
werd langzaam toegediend per intraveneuze infusie gedurende de eerste 15 minuten. Indien geen
reactie optrad, werd de infusiesnelheid verdubbeld gedurende de volgende 15 minuten. Indien het
product goed werd verdragen, werd de volledige dosis toegediend gedurende het volgende uur. De
totale infusieduur bedroeg 90 minuten.
Als de patiënt vroegtijdige symptomen of tekens van een infusiereactie vertoont, moet de infusie
onmiddellijk stopgezet worden, moet een passende premedicatie worden toegediend
(antihistaminicum en/of kortwerkend corticosteroïd) en moet met een lagere snelheid herbegonnen
worden.
Het gebruik van een ander verdunningsmiddel dan 5% (50 mg/ml) glucose-oplossing voor
intraveneuze infusie of de aanwezigheid van eventuele bacteriostatische middelen zoals benzylalcohol
kunnen tot gevolg hebben dat Caelyx pegylated liposomal neerslaat.
Het wordt aanbevolen de Caelyx pegylated liposomal -infuuslijn aan te sluiten via de zijklep van een
intraveneus infuus van een 5 % (50 mg/ml) glucose. De infusie mag in een perifere vene worden
toegediend. Niet gebruiken met in-line filters.
45

BIJLAGE I

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Caelyx pegylated liposomal 2 mg/ml concentraat voor oplossing voor intraveneuze infusie
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Eén ml Caelyx pegylated liposomal bevat 2 mg doxorubicinehydrochloride in een gepegyleerde
liposomale formulering.
Caelyx pegylated liposomal is doxorubicinehydrochloride, ingekapseld in liposomen, voorzien van
oppervlaktegebonden methoxypolyethyleenglycolmoleculen (MPEG). Dit proces, pegylering
genaamd, beschermt de liposomen tegen detectie door het mononucleaire fagocyterende systeem
(MFS), waardoor de liposomen langer in het bloed circuleren.
Hulpstoffen met bekend effect
Bevat volledig gehydrogeneerde sojafosfatidylcholine (uit de sojaboon) ­ zie rubriek 4.3.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Concentraat voor oplossing voor intraveneuze infusie (steriel concentraat)
De dispersie is steriel, doorzichtig en rood.
4.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties

Caelyx pegylated liposomal is geïndiceerd:
-
Als monotherapie bij patiënten met gemetastaseerd mammacarcinoom bij wie er een verhoogd
risico op hartaandoeningen is.
-
Voor de behandeling van een gevorderd ovariumcarcinoom bij vrouwen bij wie een
eerstelijnsbehandeling met een chemotherapie op basis van platina gefaald heeft.
-
In combinatie met bortezomib voor de behandeling van progressief multipel myeloom bij
patiënten die ten minste één eerdere behandeling hebben gekregen en die reeds een
beenmergtransplantatie hebben ondergaan of hiervoor niet in aanmerking komen.
-
Voor de behandeling van het met AIDS geassocieerde Kaposi-sarcoom (KS) bij patiënten met
een lage CD4-telling (< 200 CD4-lymfocyten/mm³) en een uitgebreide mucocutane of viscerale
ziekte.
Caelyx pegylated liposomal kan worden gebruikt als systemische eerstelijnschemotherapie, of als
tweedelijnschemotherapie bij AIDS-KS-patiënten bij wie de ziekte al gevorderd is ondanks, of bij
patiënten die intolerant geworden zijn voor, de eerder toegepaste systemische
combinatiechemotherapie met tenminste twee van de volgende stoffen: een vinca-alkaloïde,
bleomycine en standaard doxorubicine (of een ander antracycline).

4.2 Dosering en wijze van toediening
Caelyx pegylated liposomal mag uitsluitend toegediend worden onder toezicht van een ervaren
oncoloog gespecialiseerd in de toediening van cytotoxische stoffen.
Caelyx pegylated liposomal vertoont unieke farmacokinetische eigenschappen en mag niet onderling
verwisseld worden met andere formuleringen van doxorubicinehydrochloride.
Mammacarcinoom/Ovariumcarcinoom
Een dosis van 50 mg/m2 Caelyx pegylated liposomal wordt eenmaal om de 4 weken intraveneus
toegediend zolang de aandoening niet verder evolueert en de patiënt de behandeling blijft verdragen.
Multipel myeloom
Een dosis van 30 mg/m² Caelyx pegylated liposomal wordt toegediend op dag 4 van de 3 weken
durende behandeling met bortezomib als een 1 uur durende infusie onmiddellijk na de infusie met
bortezomib. De behandeling met bortezomib bestaat uit een dosis van 1,3 mg/m² op dag 1, 4, 8 en 11
om de 3 weken. De dosis moet worden herhaald zolang patiënten voldoende respons vertonen en de
behandeling verdragen. Dosering van beide geneesmiddelen op dag 4 kan worden uitgesteld met
maximaal 48 uur indien medisch noodzakelijk. De doses bortezomib moeten worden toegediend met
een interval van ten minste 72 uur.
Met AIDS geassocieerd KS
Een dosis van 20 mg/m2 Caelyx pegylated liposomal wordt iedere twee tot drie weken intraveneus
toegediend. Intervallen van minder dan 10 dagen dienen vermeden te worden, aangezien accumulatie
van het geneesmiddel en verhoogde toxiciteit niet uitgesloten kunnen worden. Het wordt aanbevolen
de patiënten gedurende twee tot drie maanden te behandelen om een therapeutische respons te
verkrijgen. De behandeling voortzetten, indien noodzakelijk, om een therapeutische respons te
handhaven.
Voor alle patiënten
Als de patiënt vroegtijdige symptomen of tekens van een infusiereactie vertoont (zie rubrieken 4.4 en
4.8), moet de infusie onmiddellijk stopgezet worden, moet een passende premedicatie worden
toegediend (antihistaminicum en/of kortwerkend corticosteroïd) en moet met een lagere snelheid
herbegonnen worden.
Richtlijnen voor de dosisaanpassing van Caelyx pegylated liposomal
Om bijwerkingen zoals palmair-plantaire erytrodysesthesie (PPE), stomatitis of hematologische
toxiciteit te behandelen, kan de dosis verminderd of de toediening vertraagd worden. De onderstaande
tabellen geven richtlijnen voor het aanpassen van de dosis Caelyx pegylated liposomal als gevolg van
deze bijwerkingen. De graden van toxiciteit die in deze tabellen vermeld worden, zijn gebaseerd op de
National Cancer Institute Common Toxicity Criteria (NCI-CTC).
De tabellen voor PPE (Tabel 1) en stomatitis (Tabel 2) geven het schema dat gevolgd werd voor
aanpassing van de dosis tijdens klinische onderzoeken naar de behandeling van mamma- of
ovariumcarcinoom (aanpassing van de aanbevolen behandelingscyclus van 4 weken). Als deze
toxiciteiten zich voordoen bij patiënten met een met AIDS geassocieerd KS, kan de aanbevolen cyclus
van 2 tot 3 weken behandeling op soortgelijke wijze aangepast worden.
De tabel voor de hematologische toxiciteit (Tabel 3) geeft het schema dat gevolgd werd voor
aanpassing van de dosis tijdens klinische onderzoeken enkel naar de behandeling van patiënten met
mamma- of ovariumcarcinoom. De aanpassing van de dosis voor AIDS-KS-patiënten wordt vermeld
onder tabel 4.

Week na de vorige toediening van Caelyx pegylated liposomal
Toxiciteitsgraad bij
Week 4
Week 5
Week 6
de huidige evaluatie
Graad 1
Volgende dosis
Volgende dosis
Verminder de dosis
(mild erytheem,
tenzij
tenzij
met 25 %; keer
zwelling of
patiënt vroeger
patiënt vroeger
terug naar een
desquamatio zonder
graad 3 of 4
graad 3 of 4
interval van
verstoring van de
huidtoxiciteit
huidtoxiciteit
4 weken
dagelijkse activiteiten)
vertoonde; in dat
vertoonde; in dat
geval een extra week geval een extra week
wachten
wachten
Graad 2
Wacht een extra
Wacht een extra
Verminder de dosis
(erytheem,
week
week
met 25 %; keer
desquamatio of


terug naar een
zwelling met
interval van
verstoring van
4 weken
normale fysieke
activiteiten, zonder
deze te beletten;
kleine blaren of
zweren kleiner dan
2 cm in diameter)
Graad 3
Wacht een extra
Wacht een extra
Trek patiënt terug
(blaren, zweren of
week
week
zwelling die lopen of


normale dagelijkse
activiteiten verstoren;
kan geen gewone
kleding dragen)
Graad 4
Wacht een extra
Wacht een extra
Trek patiënt terug
(verspreid of lokaal
week
week
proces dat infectieuze
complicaties
veroorzaakt, of
bedlegerigheid of
ziekenhuisopname)
Tabel 2. Stomatitis

Week na de vorige toediening van Caelyx pegylated liposomal
Toxiciteitsgraad bij
Week 4
Week 5
Week 6
de huidige evaluatie
Graad 1
Volgende dosis
Volgende dosis
Verminder de dosis
(pijnloze zweren,
tenzij
tenzij
met 25 %; keer
erytheem of milde
patiënt vroeger
patiënt vroeger
terug naar een
pijn)
graad 3 of 4
graad 3 of 4
interval van
stomatitis vertoonde; stomatitis vertoonde;
4 weken of trek
in dat geval een extra in dat geval een extra patiënt terug, volgens
week wachten
week wachten
het oordeel van de
arts

Wacht een extra
Wacht een extra
Verminder de dosis
(pijnlijk erytheem,
week
week
met 25 %; keer
oedeem of ulcers,


terug naar een
maar kan eten)
interval van
4 weken of trek
patiënt terug, volgens
het oordeel van de
arts

Graad 3
Wacht een extra
Wacht een extra
Trek patiënt terug
(pijnlijk erytheem,
week
week
oedeem of ulcers,


maar kan niet eten)
Graad 4
Wacht een extra
Wacht een extra
Trek patiënt terug
(vereist parenterale of
week
week
enterale
ondersteuning)

Tabel 3. Hematologische toxiciteit (ANC (neutrofielen) of trombocyten) ­
Behandelingsstrategie voor patiënten met mamma- of ovariumcarcinoom
GRAAD
ANC
TROMBOCYTEN
WIJZIGING
(neutrofielen)
Graad 1
1.500 ­ 1.900
75.000 ­ 150.000
Hervat de behandeling zonder
dosisreductie.
Graad 2
1.000 ­
< 1.500
50.000 ­ < 75.000
Wacht tot ANC 1.500 en
bloedplaatjes 75.000; dien een
volgende dosis toe zonder
dosisreductie.
Graad 3
500 ­ < 1.000
25.000 ­ < 50.000
Wacht tot ANC 1.500 en
bloedplaatjes 75.000; dien een
volgende dosis toe zonder
dosisreductie.
Graad 4
< 500
< 25.000
Wacht tot ANC 1.500 en
bloedplaatjes 75.000; verminder
de dosis met 25 % of dien de
volledige dosis toe met
ondersteuning van groeifactor.
Bij patiënten met multipel myeloom die met Caelyx pegylated liposomal in combinatie met
bortezomib worden behandeld en PPE of stomatitis ondervinden, moet de dosis Caelyx pegylated
liposomal worden gewijzigd zoals beschreven in respectievelijk Tabel 1 en 2 hierboven. Tabel 4
hieronder beschrijft het schema dat wordt gevolgd voor andere dosisveranderingen tijdens het klinisch
onderzoek naar de behandeling van patiënten met multipel myeloom die met Caelyx pegylated
liposomal in combinatie met bortezomib worden behandeld. Voor gedetailleerde informatie over
dosering en dosisaanpassingen van bortezomib, zie de SPC van bortezomib.
Tabel 4. Dosisaanpassingen van Caelyx pegylated liposomal + bortezomib
combinatietherapie ­ patiënten met multipel myeloom
Toestand patiënt
Caelyx pegylated liposomal
Bortezomib
Koorts 38C en
Vóór dag 4, doseer deze
Verminder de volgende dosis
ANC < 1.000/mm3
cyclus niet; na dag 4,
met 25 %.
verminder de volgende dosis
met 25 %.
Vóór dag 4, doseer deze
Doseer niet; als 2 of meer
van het geneesmiddel na dag 1 cyclus niet; na dag 4,
doses niet worden gegeven
van elke cyclus:
verminder de volgende dosis
tijdens een cyclus, verminder
Bloedplaatjestelling
met 25 % tijdens de volgende de dosis met 25 % tijdens de
< 25.000/mm3
cycli als bortezomib wordt
volgende cycli.
Hemoglobine < 8 g/dl
verminderd vanwege
ANC < 500/mm3
hematologische toxiciteit.*
Graad 3 of 4 niet-
Doseer niet totdat de graad
Doseer niet totdat de graad
hematologische aan het
weer < 2 is en verminder de
weer < 2 is en verminder de
geneesmiddel gerelateerde
dosis met 25 % voor alle
dosis met 25 % voor alle
toxiciteit
volgende doses.
volgende doses.
Neuropathische pijn of
Geen dosisaanpassingen.
Zie de SPC van bortezomib.
perifere neuropathie
*voor meer informatie over dosering en dosisaanpassing van bortezomib, zie de SPC van bortezomib
Bij AIDS-KS-patiënten behandeld met Caelyx pegylated liposomal kan hematologische toxiciteit een
dosisvermindering, stopzetting of uitstel van therapie noodzakelijk maken. Onderbreek tijdelijk de
therapie met Caelyx pegylated liposomal bij patiënten van wie de ANC-telling < 1.000/mm3 is en/of
de telling van de bloedplaatjes < 50.000/mm3 is. Als aanvullende therapie mag G-CSF (of GM-CSF)
gegeven worden om de bloedtelling te ondersteunen wanneer de ANC-telling < 1.000/mm3 is in de
volgende cycli.
Leverinsufficiëntie
De farmacokinetische eigenschappen van Caelyx pegylated liposomal die bepaald werden bij een
klein aantal patiënten met verhoogde totale bilirubinewaarden, verschillen niet van die bij patiënten
met normale totale bilirubine. Tot nadere gegevens beschikbaar zijn, moet de dosis Caelyx pegylated
liposomal bij patiënten met een leverdysfunctie evenwel verminderd worden op basis van de ervaring
uit de klinische onderzoeken naar mamma- en ovariumcarcinoom, op de hiernavolgende wijze. Als de
bilirubineconcentratie in het begin van de behandeling tussen 1,2 en 3,0 mg/dl ligt, moet de eerste
dosis met 25 % verminderd worden. Bij een bilirubineconcentratie > 3,0 mg/dl moet de eerste dosis
met 50 % verminderd worden. Als de patiënt de eerste dosis verdraagt zonder een stijging van de
serumbilirubine of de leverenzymen, kan de dosis voor cyclus 2 verhoogd worden tot het volgende
dosisniveau, d.w.z. bij een vermindering van de eerste dosis met 25 %: stijging tot de volledige dosis
voor cyclus 2; bij een vermindering van de eerste dosis met 50 %: verhoging tot 75 % van de
volledige dosis voor cyclus 2. Als het product goed verdragen wordt, kan de dosis voor de volgende
cycli verhoogd worden tot de volledige dosis. Caelyx pegylated liposomal mag toegediend worden
aan patiënten met levermetastasen met een gelijktijdige verhoging van de bilirubine en de
leverenzymen tot viermaal de bovengrens van de normale waarden. Vóór de toediening van Caelyx
pegylated liposomal moet de leverfunctie geëvalueerd worden door middel van conventionele
klinische laboratoriumtests zoals ALT/AST, alkalische fosfatase en bilirubine.
Nierinsufficiëntie
Aangezien doxorubicine gemetaboliseerd wordt door de lever en uitgescheiden wordt in de gal, is een
dosisaanpassing in principe niet nodig. Farmacokinetische gegevens op basis van een populatie
(binnen het bereik van een geteste creatinineklaring van 30-156 ml/min) tonen aan dat de klaring van
Caelyx pegylated liposomal niet wordt beïnvloed door de nierfunctie. Er zijn geen farmacokinetische
gegevens beschikbaar over patiënten met een creatinineklaring van minder dan 30 ml/min.
Patiënten met een met AIDS geassocieerd KS en met splenectomie
Aangezien men geen ervaring heeft met Caelyx pegylated liposomal bij patiënten die een
splenectomie ondergaan hebben, is een behandeling met Caelyx pegylated liposomal niet aan te raden.
Pediatrische patiënten
De ervaring
bij kinderen is beperkt. Caelyx pegylated liposomal wordt niet aanbevolen bij patiënten
beneden 18 jaar.

Een populatie-gebaseerde analyse toont aan dat de leeftijd over het geteste bereik (21 - 75 jaar) geen
significante invloed heeft op de farmacokinetische eigenschappen van Caelyx pegylated liposomal.
Wijze van toediening
Caelyx pegylated liposomal wordt toegediend via een intraveneus infuus. Voor verdere instructies
over de bereiding en speciale voorzorgsmaatregelen (zie rubriek 6.6).
Dien Caelyx pegylated liposomal niet toe als een bolusinjectie of in de vorm van een onverdunde
dispersie. Het wordt aanbevolen de infuuslijn voor Caelyx pegylated liposomal aan te sluiten via de
zijklep van een intraveneus infuus van 5 % (50 mg/ml) glucose, om verdere verdunning mogelijk te
maken en het risico op trombose en extravasatie te vermijden. De infusie mag in een perifere vene
worden toegediend. Niet gebruiken met in-line filters. Caelyx pegylated liposomal mag niet
intramusculair of subcutaan toegediend worden (zie rubriek 6.6).
Voor doses < 90 mg: verdun Caelyx pegylated liposomal in 250 ml van een 5 % (50 mg/ml)
glucoseoplossing voor infusie.
Voor doses 90 mg: verdun Caelyx pegylated liposomal in 500 ml van een 5 % (50 mg/ml)
glucoseoplossing voor infusie.
Mammacarcinoom/Ovariumcarcinoom/Multipel myeloom
Om het risico op infusiereacties te minimaliseren, moet de initiële dosis toegediend worden met een
infusiesnelheid van niet meer dan 1 mg/minuut. Als er geen infusiereactie wordt waargenomen,
mogen de volgende infusies van Caelyx pegylated liposomal over een periode van 60 minuten worden
toegediend.
Bij patiënten die een infusiereactie ondervinden, dient de toediening van de intraveneuze infusie als
volgt te worden aangepast:
5% van de totale dosis dient langzaam te worden toegediend per infusie gedurende de eerste
15 minuten. Indien er geen reactie optreedt, kan de infusiesnelheid verdubbeld worden gedurende de
volgende 15 minuten. Indien het product goed verdragen wordt, kan de resterende dosis toegediend
worden gedurende het volgende uur. De totale infusieduur bedraagt 90 minuten.
Met AIDS geassocieerd KS
De dosis Caelyx pegylated liposomal wordt verdund in 250 ml van een 5 % (50 mg/ml)
glucoseoplossing voor infusie en wordt toegediend door middel van een 30 minuten durende
intraveneuze infusie.

4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof, pinda's of soja, of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstoffen.
Caelyx pegylated liposomal mag niet worden gebruikt voor de behandeling van AIDS-KS dat
doeltreffend behandeld kan worden met lokale therapie of systemische alfa-interferontherapie.

4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Caelyx pegylated liposomal mag niet onderling verwisseld worden met andere formuleringen van
doxorubicinehydrochloride vanwege het verschil in farmacokinetisch profiel en doseringsschema's.

Cardiale toxiciteit
Het wordt aanbevolen alle patiënten die Caelyx pegylated liposomal toegediend krijgen routinematig
te onderwerpen aan ECG-monitoring. Kortstondige ECG-wijzigingen, zoals afplatting van de T-golf,
onderdrukking van het S-T-segment en het optreden van goedaardige aritmieën, worden niet
beschouwd als verplichte indicaties tot stopzetten van de Caelyx pegylated liposomal -therapie. Een
het optreden van een dergelijke wijziging moet overwogen worden de test die het beste uitsluitsel kan
geven voor myocardletsel door antracyclinegebruik, nl. een endomyocardiale biopsie, uit te voeren.
Meer specifieke methoden voor de evaluatie en monitoring van de hartfunctie in vergelijking met het
ECG zijn: een meting van de linker ventriculaire ejectiefractie door echocardiografie of bij voorkeur
door 'multigated' angiografie (MUGA). Alvorens de therapie met Caelyx pegylated liposomal te
starten, moeten deze methodes routinematig toegepast worden en periodiek herhaald worden tijdens
de behandeling. De linker ventriculaire functie moet worden geëvalueerd vóór iedere bijkomende
toediening van Caelyx pegylated liposomal die de levenslange cumulatieve dosis antracycline van
450 mg/m2 overschrijdt.
De evaluatietesten en -methoden zoals hierboven vermeld i.v.m. de monitoring van de hartfunctie
tijdens antracyclinetherapie, moeten in de volgende volgorde toegepast worden: ECG-monitoring,
meting van de linker ventriculaire ejectiefractie, endomyocardiale biopsie. Indien het resultaat van een
van deze testen mogelijke cardiale letsels aantoont die in verband gebracht kunnen worden met de
therapie met Caelyx pegylated liposomal, moeten de voordelen van het voortzetten van de therapie
zorgvuldig afgewogen worden tegen het risico op myocardiale letsels.
Bij patiënten met hartziekten die een behandeling vereisen, mag Caelyx pegylated liposomal
uitsluitend toegediend worden als de voordelen voor de patiënten opwegen tegen de risico's.
Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met hartdysfunctie wanneer die Caelyx pegylated liposomal
toegediend krijgen.
Bij vermoeden van cardiomyopathie, d.w.z. dat de linker ventriculaire ejectiefractie aanzienlijk
gedaald is ten opzichte van de waarden van vóór de behandeling en/of de linker ventriculaire
ejectiefractie lager is dan de prognostisch relevante waarde (bv. < 45 %), kan een endomyocardiale
biopsie overwogen worden en moeten de voordelen van het voortzetten van de therapie zorgvuldig
afgewogen worden tegen het risico op irreversibel cardiaal letsel.
Congestief hartfalen ten gevolge van cardiomyopathie kan plotseling optreden zonder voorafgaande
ECG-wijzigingen en kan ook verschillende weken nadat de therapie gestopt werd, optreden.
Patiënten die andere antracyclinepreparaten toegediend kregen, moeten nauwgezet gevolgd worden.
Voor de totale dosis doxorubicinehydrochloride moet ook rekening gehouden worden met vroegere
(of gelijktijdige) therapie met cardiotoxische geneesmiddelen zoals andere
antracyclines/antraquinonen of bijvoorbeeld 5-fluorouracil. Cardiale toxiciteit kan zich ook voordoen
bij cumulatieve doses antracycline lager dan 450 mg/m2 bij patiënten die eerder een bestraling van het
mediastinum ondergingen of bij patiënten die een gelijktijdige behandeling met cyclofosfamide
krijgen.
Het cardiale veiligheidsprofiel voor het aanbevolen doseringsschema voor zowel mamma- als
ovariumcarcinoom (50 mg/m2) komt overeen met het profiel van 20 mg/m2 bij AIDS-KS-patiënten
(zie rubriek 4.8).

Myelosuppressie
Veel patiënten die met Caelyx pegylated liposomal behandeld worden, hebben baseline
myelosuppressie te wijten aan factoren zoals hun voorafbestaande HIV-ziekte of gelijktijdig of eerder
gebruik van verscheidene soorten medicatie, of tumoren die het beenmerg aantasten. Tijdens het
belangrijkste onderzoek bij patiënten met ovariumcarcinoom die behandeld werden met een dosis van
50 mg/m2 was de myelosuppressie doorgaans licht tot matig, omkeerbaar en niet gerelateerd aan
episoden van neutropenische infectie of sepsis. Tijdens een gecontroleerd klinisch onderzoek met
Caelyx pegylated liposomal vs. topotecan was de incidentie van behandelingsgerelateerde sepsis
bovendien aanzienlijk lager bij met Caelyx pegylated liposomal behandelde patiënten met
ovariumcarcinoom in vergelijking met de met topotecan behandelde groep. Een vergelijkbare lage
mammacarcinoom die Caelyx pegylated liposomal als eerstelijnsbehandeling toegediend kregen
tijdens een klinisch onderzoek. In tegenstelling tot de ervaring bij patiënten met mamma- of
ovariumcarcinoom lijkt myelosuppressie bij AIDS-KS-patiënten de dosisbeperkende bijwerking te
zijn (zie rubriek 4.8). Wegens het potentiële gevaar voor beenmergsuppressie moeten periodieke
bloedtellingen herhaaldelijk uitgevoerd worden gedurende de therapie met Caelyx pegylated
liposomal en in ieder geval vóór iedere toediening van Caelyx pegylated liposomal.
Ernstige, langdurige myelosuppressie kan resulteren in superinfectie of bloedingen.
Tijdens gecontroleerde vergelijkende klinische onderzoeken bij patiënten met AIDS-KS versus een
bleomycine/vincristineschema, bleken opportunistische infecties vaker voor te komen tijdens
behandeling met Caelyx pegylated liposomal. Patiënten en artsen moeten op de hoogte zijn van deze
hogere incidentie en de aangewezen maatregelen nemen.
Secundaire hematologische maligniteiten
Net zoals het geval is met andere antineoplastische agentia die het DNA aantasten, werden secundaire
acute myeloïde leukemie en myelodysplasie gerapporteerd bij patiënten die een combinatietherapie
met doxorubicine kregen. Daarom dient elke patiënt die met doxorubicine behandeld wordt onder
hematologische controle gehouden te worden.
Secundaire orale neoplasmata
Er zijn zeer zeldzame gevallen gemeld van secundaire mondkanker bij patiënten die langdurig (meer
dan een jaar) werden blootgesteld aan Caelyx pegylated liposomal of bij degenen die een cumulatieve
dosis van Caelyx pegylated liposomal ontvingen die groter was dan 720 mg/m2. Gevallen van
secundaire mondkanker werden zowel gediagnosticeerd tijdens behandeling met Caelyx pegylated
liposomal als tot 6 jaar na de laatste dosis. Patiënten dienen met regelmatige tussenpozen te worden
onderzocht op de aanwezigheid van ulceratie in de mond of op andere orale ongemakken die kunnen
wijzen op secundaire mondkanker.
Aan infusie gerelateerde reacties
Ernstige en soms levensbedreigende infusiereacties, die gekenmerkt worden door allergieachtige of
anafylactoïdachtige reacties, met symptomen zoals astma, flush, urticariële uitslag, pijn op de borst,
koorts, hypertensie, tachycardie, pruritus, transpireren, kortademigheid, faciaal oedeem, rillingen,
rugpijn, beklemming op de borst en de keel en/of hypotensie, kunnen binnen enkele minuten na het
starten van de infusie van Caelyx pegylated liposomal optreden. Zeer zelden werden eveneens
convulsies waargenomen geassocieerd met infusiereacties. Het tijdelijk stopzetten van de infusie
leidde doorgaans tot het verdwijnen van deze symptomen zonder verdere behandeling. Medicatie voor
de behandeling van deze symptomen (b.v. antihistaminica, corticosteroïden, adrenaline en
anticonvulsiva), evenals noodvoorzieningen moeten echter onmiddellijk beschikbaar zijn voor
gebruik. Bij de meeste patiënten kan de behandeling hervat worden nadat alle symptomen verdwenen
zijn, zonder recurrentie. Infusiereacties keren na de eerste behandelingscyclus zelden weer. Om het
risico op infusiereacties te minimaliseren, moet de initiële dosis toegediend worden met een
infusiesnelheid van niet meer dan 1 mg/minuut (zie rubriek 4.2).
Palmair-plantair erythrodysesthesiesyndroom (PPE)
PPE wordt gekarakteriseerd door pijnlijke maculeuze rode huiduitslag. Als patiënten dit krijgen,
wordt het meestal vastgesteld na twee of drie behandelingscycli. Bij de meeste patiënten treedt binnen
1-2 weken verbetering op, in sommige gevallen kan het 4 weken of langer duren vooraleer het
volledig verdwenen is. Een dosis pyridoxine van 50-150 mg/dag en corticosteroïden zijn gebruikt als
profylaxe en voor de behandeling van PPE; deze therapieën werden echter niet geëvalueerd tijdens
fase-III-onderzoeken. Andere strategieën voor de preventie en de behandeling van PPE omvatten het
koel houden van de handen en de voeten door ze in koel water te houden (dompelen, baden of
zwemmen), het vermijden van overmatige warmte en heet water en het onbedekt houden (het niet
dragen van sokken, handschoenen of nauwaansluitende schoenen). PPE lijkt hoofdzakelijk gerelateerd
te zijn aan het doseringsschema en kan beperkt worden door het dosisinterval met 1-2 weken te
en kan de stopzetting van de behandeling vereisen (zie rubriek 4.8).
Extravasatie
Hoewel tot op heden plaatselijke necrose ten gevolge van extravasatie slechts zeer zelden werd
gemeld, wordt Caelyx pegylated liposomal als irriterend beschouwd. Uit dierproeven blijkt dat
toediening van doxorubicinehydrochloride als een liposomale formulering, de kans op
extravasatieletsel reduceert. Als tekenen of symptomen van extravasatie (bijvoorbeeld een stekend
gevoel, erytheem) optreden, onderbreek de infusie onmiddellijk en start opnieuw in een andere ader.
Teneinde de plaatselijke reactie te verlichten, kan het raadzaam zijn gedurende 30 minuten ijs op de
plaats van de extravasatie aan te brengen. Caelyx pegylated liposomal mag niet intramusculair of
subcutaan toegediend worden.
Patiënten met diabetes
Denk eraan dat iedere injectieflacon Caelyx pegylated liposomal sucrose bevat en dat Caelyx
pegylated liposomal wordt toegediend in een 5 % (50 mg/ml) glucoseoplossing voor intraveneuze
infusie.
Hulpstoffen
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis en is in wezen `natriumvrij'.
Voor vaak voorkomende bijwerkingen die dosisaanpassing of stopzetting vereisten, zie rubriek 4.8.

4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Met Caelyx pegylated liposomal werden geen formele geneesmiddeleninteractieonderzoeken
uitgevoerd, hoewel bij patiënten met maligniteiten van gynaecologische aard fase-II-
combinatieonderzoeken met conventionele chemotherapie werden uitgevoerd. Voorzichtigheid is
geboden bij gelijktijdige gebruik van geneesmiddelen waarvan bekend is dat die een reactie aangaan
met standaard doxorubicinehydrochloride. Het is mogelijk dat Caelyx pegylated liposomal, net zoals
andere doxorubicinehydrochloridepreparaten, de toxiciteit van andere therapieën tegen kanker
potentieert. Tijdens klinische onderzoeken bij patiënten met vaste tumoren (waaronder mamma- en
ovariumcarcinoom) die tegelijk met cyclofosfamiden of taxanen werden behandeld, werden geen
nieuwe bijkomende toxiciteiten vastgesteld. Bij patiënten met AIDS werden exacerbatie van door
cyclofosfamide veroorzaakte hemorragische cystitis en verergering van levertoxiciteit van 6-
mercaptopurine gerapporteerd met standaard doxorubicinehydrochloride. Voorzichtigheid moet
betracht worden als andere cytotoxische middelen - vooral myelotoxische middelen - tegelijkertijd
worden toegediend.

4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Doxorubicinehydrochloride veroorzaakt waarschijnlijk ernstige aangeboren afwijkingen indien het
wordt gebruikt tijdens de zwangerschap. Daarom dient Caelyx pegylated liposomal niet tijdens de
zwangerschap te worden gebruikt, tenzij strikt noodzakelijk.
Vrouwen die zwanger kunnen worden
Vrouwen die zwanger kunnen worden moet aangeraden worden om zwangerschap te vermijden
terwijl zijzelf of hun mannelijke partner Caelyx pegylated liposomal toegediend krijgen en tijdens de
zes maanden na het beëindigen van de Caelyx pegylated liposomal -therapie (zie rubriek 5.3).
Borstvoeding
Het is niet bekend of Caelyx pegylated liposomal wordt uitgescheiden in de moedermelk. Aangezien
veel geneesmiddelen, met inbegrip van antracyclines, worden uitgescheiden in de moedermelk, en
aangezien er potentieel ernstige bijwerkingen kunnen optreden bij zuigelingen, moeten moeders het
geven van borstvoeding stopzetten alvorens de behandeling met Caelyx pegylated liposomal te
borstvoeding geven aan hun kinderen om transmissie van HIV te vermijden.
Vruchtbaarheid
Het effect van doxorubicinehydrochloride op de vruchtbaarheid bij de mens is niet onderzocht (zie
rubriek 5.3).

4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Caelyx pegylated liposomal heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het
vermogen om machines te bedienen. Tijdens tot op heden uitgevoerde klinische onderzoeken echter
werd duizeligheid en slaperigheid soms (< 5%) toegeschreven aan de toediening van Caelyx pegylated
liposomal. Patiënten die dit ondervinden moeten het besturen en het bedienen van machines
vermijden.

4.8 Bijwerkingen

Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest frequente bijwerkingen ( 20%) waren neutropenie, misselijkheid, leukopenie, anemie en
vermoeidheid.
Ernstige bijwerkingen (graad 3/4 bijwerkingen die optraden bij 2% van de patiënten), waren
neutropenie, PPE, leukopenie, lymfopenie, anemie, trombocytopenie, stomatitis, vermoeidheid,
diarree, braken, misselijkheid, koorts, dyspnoe en pneumonie. Minder frequent gemelde ernstige
bijwerkingen waren Pneumocystis jirovecii-pneumonie, abdominale pijn, cytomegalovirus-infectie
waaronder cytomegaloviruschorioretinitis, asthenie, hartstilstand, hartfalen, congestief hartfalen,
longembolie, tromboflebitis, veneuze trombose, anafylactische reactie, anafylactoïde reactie, toxische
epidermale necrolyse en Stevens-Johnson-syndroom.
Bijwerkingen in tabelvorm
Tabel 5 geeft een samenvatting van de bijwerkingen die optraden bij patiënten die Caelyx pegylated
liposomal kregen, bij 4.231 patiënten voor de behandeling van borstkanker, ovariumkanker, multipel
myeloom en met AIDS geassocieerd KS. Postmarketing bijwerkingen zijn ook opgenomen en
aangeduid met 'b'. De frequenties worden gedefinieerd als zeer vaak ( 1/10), vaak ( 1/100, < 1/10),
soms ( 1/1.000, < 1/100), zelden ( 1/10.000, < 1/1.000), zeer zelden (< 1/10.000) en niet bekend (de
frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen elke frequentiegroep,
indien relevant, worden de bijwerkingen voorgesteld in dalende volgorde van ernst.

Tabel 5:
Bijwerkingen bij patiënten behandeld met Caelyx pegylated liposomal
Systeem/orgaankl Frequentie alle graden
Bijwerking
assen
Infecties en
Vaak
Sepsis
parasitaire
Pneumonie
aandoeningen
Pneumocystis jirovecii-pneumonie
Cytomegalovirus-infectie waaronder
cytomegaloviruschorioretinitis
Mycobacterium avium-complex-infectie
Candidiase
Herpes zoster
Urineweginfectie
Infectie
Infectie van de bovenste luchtwegen
Orale candidiase
Folliculitis
Nasofaryngitis
Soms
Herpes simplex
Schimmelinfectie
Zelden
Opportunistische infectie (waaronder
Aspergillus, Histoplasma, Isospora, Legionella,
Microsporidium, Salmonella, Staphylococcus,
Toxoplasma, Tuberculosis)a
Neoplasmata,
Niet bekend
Acute myeloïde leukemieb
benigne, maligne
Myelodysplastisch syndroomb
en niet-
Oraal neoplasmab
gespecificeerd
(inclusief cysten
en poliepen)
Bloed- en
Zeer vaak
Leukopenie
lymfestelsel-
Neutropenie
aandoeningen
Lymfopenie
Anemie (waaronder hypochroom)
Vaak
Trombocytopenie
Febriele neutropenie
Soms
Pancytopenie
Trombocytose
Zelden
Beenmergfalen
Immuunsysteem- Soms
Overgevoeligheid
aandoeningen
Anafylactische reactie
Zelden
Anafylactoïde reactie
Voedings- en
Zeer vaak
Verminderde eetlust
stofwisselings-
Vaak
Cachexie
stoornissen
Dehydratie
Hypokaliëmie
Hyponatriëmie
Hypocalciëmie
Soms
Hyperkaliëmie
Hypomagnesiëmie
Psychische
Vaak
Verwardheid
stoornissen
Angst
Depressie
Slapeloosheid
Zenuwstelsel-
Vaak
Perifere neuropathie
aandoeningen
Perifere sensorische neuropathie
Neuralgie
Paresthesie
Hypo-esthesie
Dysgeusie
Hoofdpijn
Lethargie
Duizeligheid
Soms
Polyneuropathie
Convulsie
Syncope
Dysesthesie
Slaperigheid
Oog-
Vaak
Conjunctivitis
Soms
Wazig zien
Verhoogde lacrimatie
Zelden
Retinitis
Hart-
Vaak
Tachycardie
aandoeningena
Soms
Hartkloppingen
Hartstilstand
Hartfalen
Congestief hartfalen
Cardiomyopathie
Cardiotoxiciteit
Zelden
Ventriculaire aritmie
Rechter bundeltakblok
Geleidingsstoornis
Atrioventriculair blok
Cyanose
Bloedvat-
Vaak
Hypertensie
aandoeningen
Hypotensie
Overmatig blozen
Soms
Longembolie
Necrose op de infusieplaats (waaronder
wekedelennecrose en huidnecrose)
Flebitis
Orthostatische hypotensie
Zelden
Tromboflebitis
Veneuze trombose
Vasodilatatie
Ademhalingsstel Vaak
Dyspnoe
sel-, borstkas- en
Inspanningsdyspnoe
mediastinum-
Bloedneus
aandoeningen
Hoesten
Soms
Astma
Ongemak op de borst
Zelden
Keelbeklemming
Maagdarmstelsel Zeer vaak
Stomatitis
aandoeningen
Misselijkheid
Braken
Diarree
Obstipatie
Vaak
Gastritis
Afteuze stomatitis
Ulceratie van de mond
Dyspepsie
Dysfagie
Oesofagitis
Abdominale pijn
Pijn in de bovenbuik
Pijn in de mond
Droge mond
Soms
Flatulentie
Gingivitis
Zelden
Glossitis
Ulceratie van de lippen
Huid- en
Zeer vaak
Palmair-plantair erythrodysesthesiesyndrooma
Uitslag (waaronder erythemateus,
aandoeningen
maculopapulair en papulair)
Alopecia
Vaak
Afschilfering van de huid
Blaarvorming
Droge huid
Erytheem
Pruritus
Hyperhidrose
Hyperpigmentatie van de huid
Soms
Dermatitis
Exfoliatieve dermatitis
Acne
Huidulcus
Allergische dermatitis
Urticaria
Huidverkleuring
Petechiën
Pigmentatiestoornis
Nagelaandoening
Zelden
Toxische epidermale necrolyse
Erythema multiforme
Bulleuze dermatitis
Lichenoïde keratose
Niet bekend
Stevens-Johnson-syndroomb
Skeletspier-
Zeer vaak
Skeletspierstelselpijn (waaronder
stelsel- en
skeletspierstelsel borstpijn, rugpijn, pijn in
bindweefsel-
ledematen)
aandoeningen
Vaak
Spierspasmen
Myalgie
Artralgie
Botpijn
Soms
Spierzwakte
Nier- en
Vaak
Dysurie
urineweg-
aandoeningen
Voortplantings-
Soms
Pijn in de borst
stelsel- en borst-
aandoeningen
Zelden
Vaginale infectie
Scrotaal erytheem
Algemene
Zeer vaak
Pyrexie
aandoeningen en
Vermoeidheid
toedieningsplaats Vaak
Infusiegerelateerde reactie
stoornissen
Pijn
Pijn op de borst
Griepachtige ziekte
Rillingen
Slijmvliesontsteking
Asthenie
Malaise
Oedeem
Perifeer oedeem
Soms
Extravasatie op de toedieningsplaats
Gezichtsoedeem
Hyperthermie
Zelden
Slijmvliesaandoening
Onderzoeken
Vaak
Gewichtsverlies
Soms
Verminderde ejectiefractie
Zelden
Abnormale leverfunctietest (waaronder
verhoogd bilirubine in het bloed, verhoogd
alanineaminotransferase en verhoogd
aspartaataminotransferase)
Verhoogd creatinine in het bloed
Letsels,
Soms
Radiatie-recallfenomeena
intoxicaties en
verrichtings-
complicaties
a Zie Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
b Postmarketing bijwerking
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Palmair-plantaire erythrodysesthesie
De meest frequent gemelde bijwerking tijdens klinische onderzoeken naar mamma- en
ovariumcarcinoom was palmair-plantaire erytrodysesthesie (PPE). De totale incidentie van gemelde
PPE bedroeg respectievelijk 41,3 % en 51,1 % in de klinische onderzoeken naar ovarium- en
mammacarcinoom. Deze bijwerkingen waren voornamelijk licht, met ernstige (graad 3) gevallen
gemeld bij 16,3% en 19,6% van de patiënten. De gemelde incidentie van levensbedreigende gevallen
(graad 4) bedroeg < 1%. Soms leidde PPE tot een definitieve stopzetting van de behandeling (1,9% en
10,8%). PPE werd gemeld bij 16% van de patiënten met multipel myeloom die een
combinatietherapie van Caelyx pegylated liposomal plus bortezomib kregen. Graad 3 PPE werd
gemeld bij 5% van de patiënten. Graad 4 PPE werd niet gemeld. Het percentage PPE was substantieel
lager in de AIDS-KS-populatie (1,3% alle graden, 0,4% graad 3 PPE, geen graad 4 PPE). Zie
rubriek 4.4.

Opportunistische infecties

Respiratoire bijwerkingen kwamen vaak voor tijdens klinische onderzoeken met Caelyx pegylated
liposomal, en zouden in verband gebracht kunnen worden met opportunistische infecties (OI's) bij
patiënten met AIDS. Opportunistische infecties zijn vastgesteld bij KS-patiënten na toediening van
Caelyx pegylated liposomal en worden regelmatig vastgesteld bij patiënten met door HIV
veroorzaakte immunodeficiëntie. De meest algemeen waargenomen OI's vastgesteld tijdens klinische
onderzoeken waren candidiase, cytomegalovirus, herpes simplex, Pneumocystis jirovecii-pneumonie
en Mycobacterium-avium-complex.
Cardiale toxiciteit
Een frequenter voorkomen van congestief hartfalen wordt in verband gebracht met de
doxorubicinetherapie bij levenslange cumulatieve doses van > 450 mg/m² of bij lagere doses voor
patiënten met een risico op hartaandoeningen. Bij negen van de tien endomyocardiale biopsieën van
AIDS-KS-patiënten die cumulatieve doseringen Caelyx pegylated liposomal van meer dan 460 mg/m²
toegediend kregen, werd geen door antracycline geïnduceerde cardiomyopathie aangetoond. De
aanbevolen dosis van Caelyx pegylated liposomal voor AIDS-KS-patiënten is 20 mg/m² om de twee
tot drie weken. De cumulatieve dosis waarbij cardiotoxiciteit voor deze AIDS-KS-patiënten
zorgwekkend zou worden (> 400 mg/m²) zou meer dan 20 kuren met Caelyx pegylated liposomal
vragen gedurende 40 tot 60 weken.
Er werden bovendien endomyocardiale biopsieën uitgevoerd bij8 patiënten met vaste tumoren die
cumulatieve doses antracycline van 509 mg/m² - 1.680 mg/m² kregen. Het bereik van de
geen of lichte cardiale toxiciteit.
Tijdens het belangrijkste fase-III-onderzoek versus doxorubicine beantwoordden 58/509 (11,4 %) van
de gerandomiseerde patiënten (10 behandeld met 50 mg/m2 Caelyx pegylated liposomal om de
4 weken versus 48 behandeld met 60 mg/m2 doxorubicine om de 3 weken), aan de criteria voor
cardiale toxiciteit tijdens de behandeling en/of follow-up, zoals die in het protocol vastgelegd waren.
Cardiale toxiciteit werd gedefinieerd als een daling van 20 punten of meer ten opzichte van de
uitgangswaarde als de linker ventriculaire ejectiefractie (LVEF) in rusttoestand binnen het normale
bereik bleef, of als een daling van 10 punten of meer als de LVEF afweek (minder dan de onderste
limiet voor normaal). Geen van de 10 patiënten die Caelyx pegylated liposomal kregen en cardiale
toxiciteit hadden volgens de criteria voor de LVEF, ontwikkelden tekenen en symptomen van CHF.
10 van de 48 patiënten die doxorubicine kregen en cardiale toxiciteit hadden volgens de criteria voor
de LVEF, ontwikkelden daarentegen tekenen en symptomen van CHF.
Bij patiënten met vaste tumoren, waaronder een subgroep van patiënten met mamma- en
ovariumcarcinoom, die behandeld werden met een dosis van 50 mg/m²/cyclus met een levenslange
cumulatieve dosis antracycline tot 1.532 mg/m², was de incidentie van klinisch significante cardiale
dysfunctie laag. Van de 418 patiënten behandeld met Caelyx pegylated liposomal 50 mg/m²/cyclus,
bij wie initiële metingen van de linker ventriculaire ejectiefractie (LVEF), tenminste één follow-up
meting en een beoordeling met een MUGA-scan werden uitgevoerd, hadden 88 patiënten een
cumulatieve dosis antracycline van > 400 mg/m², d.w.z. een blootstelling die met de conventionele
doxorubicine gepaard gaat met een verhoogd risico op cardiovasculaire toxiciteit. Slechts 13 van deze
88 patiënten (15 %) hadden ten minste één klinisch significante verandering van de LVEF,
gedefinieerd als een LVEF-waarde van minder dan 45 % of een vermindering met ten minste
20 punten van de initiële waarde. Bovendien zette slechts 1 patiënt (cumulatieve dosis antracycline
van 944 mg/m²) de onderzoeksbehandeling stop vanwege klinische symptomen van congestieve
decompensatio cordis.
Radiatie-recallfenomeen
Het hernieuwd optreden van huidreacties doordat vooraf radiotherapie toegepast werd, kwam soms
voor bij toediening van Caelyx pegylated liposomal.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.

4.9 Overdosering
Acute overdosering met doxorubicinehydrochloride verergert de toxische effecten van mucositis,
leukopenie en trombocytopenie. De behandeling van een acute overdosis bij een patiënt met ernstige
myelosuppressie bestaat uit ziekenhuisopname, antibiotica, bloedplaatjes- en granulocytentransfusies
en een symptomatische behandeling van mucositis.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen

Farmacotherapeutische categorie: Cytotoxische stoffen (antracyclines en verwante stoffen), ATC-
code: L01DB01.
Werkingsmechanisme
cytotoxisch antracyclineantibioticum, verkregen uit Streptomyces peucetius var. caesius. Het exacte
mechanisme van de antitumoractiviteit van doxorubicine is onbekend. In het algemeen wordt
aangenomen dat de blokkering van DNA, RNA en de proteïnesynthese verantwoordelijk is voor het
merendeel van de cytotoxische effecten. Dit is waarschijnlijk het resultaat van intercalatie van de
antracycline tussen belendende baseparen van de dubbele DNA-spiraal waardoor het ontrollen voor
replicatie wordt voorkomen.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
Een gerandomiseerd fase-III-onderzoek met Caelyx pegylated liposomal versus doxorubicine bij
patiënten met metastaserend mammacarcinoom werd bij 509 patiënten voltooid. Er werd beantwoord
aan de doelstelling die de non-inferioriteit tussen Caelyx pegylated liposomal en doxorubicine
aantoont, zoals die in het protocol vastgelegd was; de hazard ratio (HR) voor progressive-free
survival (PFS) bedroeg 1,00 (95 % CI met HR=0,82 ­ 1,22). De HR-behandeling voor PFS aangepast
aan de prognostische variabelen, kwam overeen met PFS voor de ITT-populatie.
Het voornaamste onderzoek naar cardiale toxiciteit toonde aan dat het risico op het ontwikkelen van
een hartaandoening in functie van cumulatieve dosis antracycline, aanzienlijk lager lag bij Caelyx
pegylated liposomal dan bij doxorubicine (HR=3,16, p < 0,001). Bij doses van meer dan 450 mg/m2
werden bij Caelyx pegylated liposomal geen hartaandoeningen gemeld.
Een vergelijkend fase-III-onderzoek met Caelyx pegylated liposomal versus topotecan bij patiënten
met epitheliale ovariumkanker waarbij een eerstelijnsbehandeling met een chemotherapie op basis van
platina gefaald had, werd bij 474 patiënten voltooid. Er was een voordeel in de overall survival (OS)
voor patiënten die met Caelyx pegylated liposomal behandeld worden ten opzichte van patiënten die
met topotecan behandeld worden, zoals aangeduid door een hazard ratio (HR) van 1,216 (95 % CI:
1,000; 1,478), p=0,050. De overlevingskansen na 1, 2 en 3 jaar waren respectievelijk 56,3 %, 34,7 %
en 20,2 % voor Caelyx pegylated liposomal, ten opzichte van 54,0 %, 23,6 % en 13,2 % voor
topotecan.
Voor de subgroep van patiënten met platinum-gevoelige ziekte was het verschil groter: HR van 1,432
(95 % CI: 1,066; 1,923), p=0,017. De overlevingskansen na 1, 2 en 3 jaar waren respectievelijk
74,1 %, 51,2 % en 28,4 % voor Caelyx pegylated liposomal, ten opzichte van 66,2 %, 31,0 % en
17,5 % voor topotecan.
De behandelingen waren gelijkaardig voor de subgroep van patiënten die refractair zijn tegen platina:
HR van 1,069 (95 % CI: 0,823; 1,387), p=0,618. De overlevingskansen na 1, 2 en 3 jaar waren
respectievelijk 41,5 %, 21,1 % en 13,8 % voor Caelyx pegylated liposomal, ten opzichte van 43,2 %,
17,2 % en 9,5 % voor topotecan.
Een gerandomiseerd, parallelgroep, open-label, fase-III-multicenteronderzoek waarin de veiligheid en
werkzaamheid van Caelyx pegylated liposomal plus bortezomib combinatietherapie werd vergeleken
met bortezomib monotherapie bij patiënten met multipel myeloom die ten minste 1 eerdere
behandeling hebben gekregen en die geen verbetering ondervonden terwijl ze een op antracycline
gebaseerde therapie kregen, werd uitgevoerd bij 646 patiënten. Er was een significante verbetering in
het primaire eindpunt van de tijd tot progressie (TTP) voor patiënten behandeld met de
combinatietherapie van Caelyx pegylated liposomal plus bortezomib vergeleken met patiënten
behandeld met de bortezomib monotherapie zoals aangetoond door een risicoreductie (RR) van 35 %
(95 % CI: 21-47 %), p < 0,0001, gebaseerd op 407 TTP-gevallen. De mediane TTP was 6,9 maanden
voor de patiënten uit de bortezomib monotherapiegroep vergeleken met 8,9 maanden voor de
patiënten uit de Caelyx pegylated liposomal plus bortezomib combinatietherapiegroep. Een in het
protocol gedefinieerde interimanalyse (gebaseerd op 249 TTP-gevallen) leidde tot vroege stopzetting
van het onderzoek vanwege werkzaamheid. Deze interimanalyse vertoonde een TTP-risicoreductie
van 45 % (95 % CI: 29-57 %), p < 0,0001. De mediane TTP was 6,5 maanden voor de patiënten uit de
bortezomib monotherapiegroep vergeleken met 9,3 maanden voor de patiënten uit de Caelyx
pegylated liposomal plus bortezomib combinatietherapiegroep. Deze resultaten vormen, hoewel niet
de totale overleving, uitgevoerd na een mediane follow-up van 8,6 jaar, toonde geen significant
verschil in totale overleving tussen de twee behandelarmen. De mediane totale overleving was
30,8 maanden (95% CI: 25,2-36,5 maanden) voor de patiënten op bortezomib monotherapie en
33,0 maanden (95% CI: 28,9-37,1 maanden) voor de patiënten op Caelyx pegylated liposomal plus
bortezomib combinatietherapie.

5.2 Farmacokinetische eigenschappen
Caelyx pegylated liposomal is een lang-circulerende, gepegyleerde liposoomformulering van
doxorubicinehydrochloride. Gepegyleerde liposomen bevatten oppervlakte-geënte segmenten van het
hydrofiele polymeer methoxypolyethyleenglycol (MPEG). Deze lineaire MPEG-groepen lopen vanaf
het oppervlak van de liposoom naar buiten en creëren een beschermende laag waardoor interactie
tussen het dubbellagige membraan van het lipide en de plasmacomponenten wordt gereduceerd.
Hierdoor kunnen de Caelyx pegylated liposomal -liposomen langere tijd in de bloedstroom circuleren.
Gepegyleerde liposomen zijn klein genoeg (gemiddelde diameter van ongeveer 100 nm) om intact
(extravasaat) door de defecte bloedvaten te passeren die de tumoren voeden. Het bewijs van penetratie
van gepegyleerde liposomen vanuit de bloedvaten en hun intrede en accumulatie in de tumoren werd
vastgesteld bij muizen met C-26 coloncarcinomatumoren en bij transgene muizen met KS-achtige
laesies. De gepegyleerde liposomen hebben tevens een lipidematrix met lage permeabiliteit en een
intern waterhoudend buffersysteem waardoor, in combinatie, doxorubicinehydrochloride ingekapseld
blijft gedurende de tijd dat het liposoom in de bloedstroom aanwezig is.
De plasmafarmacokinetiek van Caelyx pegylated liposomal in de mens wijkt significant af van die
gerapporteerd in de literatuur voor standaard doxorubicinehydrochloridepreparaten. Caelyx pegylated
liposomal vertoonde een lineaire farmacokinetiek bij lagere doses (10 mg/m² - 20 mg/m²). Over het
dosisgebied van 10 mg/m² tot 60 mg/m² vertoonde Caelyx pegylated liposomal een niet-lineaire
farmacokinetiek. Standaard doxorubicinehydrochloride vertoont een uitgebreide weefselverdeling
(verdelingsvolume: 700 tot 1.100 l/m²) en een snelle eliminatieklaring (24 tot 73 l/h/m²). Daarmee in
tegenstelling vormt het farmacokinetische profiel van Caelyx pegylated liposomal een indicatie voor
het feit dat Caelyx pegylated liposomal hoofdzakelijk beperkt blijft tot het vasculaire vloeistofvolume
en dat de klaring van doxorubicine uit het bloed afhankelijk is van de liposomale drager.
Doxorubicine komt vrij nadat extravasatie van de liposomen heeft plaatsgevonden en deze het
weefselcompartiment bereikt hebben.
Bij equivalente doseringen liggen de plasmaconcentratie en AUC-waarden van Caelyx pegylated
liposomal die voornamelijk gepegyleerd liposomaal doxorubicinehydrochloride vertegenwoordigen
(met 90 % tot 95 % van het gemeten doxorubicine) aanzienlijk hoger dan die verkregen met standaard
doxorubicinehydrochloridepreparaten.
Caelyx pegylated liposomal mag niet onderling verwisseld worden met andere formuleringen van
doxorubicinehydrochloride.
Populatiefarmacokinetiek
De farmacokinetische eigenschappen van Caelyx pegylated liposomal werden onderzocht bij
120 patiënten uit 10 verschillende klinische onderzoeken met de methode van de
populatiefarmacokinetiek. De farmacokinetische eigenschappen van Caelyx pegylated liposomal over
het dosisgebied van 10 mg/m² tot 60 mg/m² konden het best beschreven worden met een niet-lineair
twee-compartimentenmodel met een input van orde nul en een Michaelis-Menten-eliminatie. De
gemiddelde intrinsieke klaring van Caelyx pegylated liposomal bedroeg 0,030 l/h/m² (spreiding
0,008 tot 0,152 l/h/m²) en het gemiddelde centrale distributievolume bedroeg 1,93 l/m² (spreiding
0,96 - 3,85 l/m²), wat het plasmavolume benadert. De schijnbare halfwaardetijd ligt tussen
24 en 231 uur met een gemiddelde van 73,9 uur.
De farmacokinetische eigenschappen van Caelyx pegylated liposomal bepaald bij 18 patiënten met
een mammacarcinoom, waren vergelijkbaar met de farmacokinetiek bepaald in een grotere populatie
van 120 patiënten met diverse kankers. De gemiddelde intrinsieke klaring was 0,016 l/h/m² (spreiding
0,008 ­ 0,027 l/h/m²), het gemiddelde centrale distributievolume was 1,46 l/m² (spreiding 1,10 ­
1,64 l/m²). De gemiddelde schijnbare halfwaardetijd was 71,5 uur (spreiding 45,2 ­ 98,5 uur).
Patiënten met ovariumkanker
De farmacokinetische eigenschappen van Caelyx pegylated liposomal bepaald bij 11 patiënten met
een ovariumcarcinoom, waren vergelijkbaar met de farmacokinetiek bepaald in een grotere populatie
van 120 patiënten met diverse kankers. De gemiddelde intrinsieke klaring was 0,021 l/h/m² (spreiding
0,009 ­ 0,041 l/h/m²), het gemiddelde centrale distributievolume was 1,95 l/m² (spreiding 1,67 -
2,40 l/m²). De gemiddelde schijnbare halfwaardetijd was 75,0 uur (spreiding 36,1 - 125 uur).

Patiënten met een met AIDS geassocieerd KS
De plasmafarmacokinetiek van Caelyx pegylated liposomal is onderzocht bij 23 patiënten met KS die
enkelvoudige doseringen kregen van 20 mg/m², toegediend in de vorm van een 30 minuten durende
infusie. De farmacokinetische parameters van Caelyx pegylated liposomal (voornamelijk bepaald door
gepegyleerd liposomaal doxorubicinehydrochloride en lage gehalten van niet-ingekapseld
doxorubicinehydrochloride) vastgesteld na de 20 mg/m² doseringen zijn weergegeven in tabel 6.

Tabel 6.

Farmacokinetische parameters bij met Caelyx pegylated liposomal behandelde
AIDS-KS-patiënten
Gemiddelde + standaarddeviatie
Parameter
20 mg/m² (n=23)
Maximum plasmaconcentratie* (µg/ml)
8,34 ± 0,49
Plasmaklaring (l/h/m²)
0,041 ± 0,004
Verdelingsvolume (l/m²)
2,72 ± 0,120
AUC (µg/mlh)
590,00 ± 58,7
1 halfwaardetijd (uren)
5,2 ± 1,4
55,0 ± 4,8
2 halfwaardetijd (uren)
*
Gemeten aan het eind van een infusie van 30 minuten

5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek

Het toxiciteitsprofiel van Caelyx pegylated liposomal in onderzoeken met herhaalde doseringen bij
dieren komt in grote lijnen overeen met het profiel dat werd gerapporteerd na langdurige infusies van
standaard doxorubicinehydrochloride bij mensen. De inkapseling van doxorubicinehydrochloride in
gepegyleerde liposomen bij Caelyx pegylated liposomal resulteert in deze effecten, met een
verschillende sterkte, als volgt:
Cardiotoxiciteit
Onderzoeken bij konijnen toonden aan dat de cardiotoxiciteit van Caelyx pegylated liposomal lager is
in vergelijking met de conventionele doxorubicinehydrochloridepreparaten.
Dermale toxiciteit
Bij onderzoeken uitgevoerd op ratten en honden na herhaalde toediening van Caelyx pegylated
liposomal, werden uitgesproken huidirriterende laesies en ulceraties vastgesteld bij klinisch relevante
doseringen. Bij het onderzoek bij honden kon men het optreden en de ernst van deze laesies
verminderen door de dosis te verminderen of het doseringsinterval te verhogen. Gelijksoortige
huidlaesies bekend als palmair-plantaire erytrodysthesie zijn ook gemeld bij patiënten na langdurige
intraveneuze infusie (zie rubriek 4.8).
Tijdens toxicologische onderzoeken bij honden met herhaalde doseringen werd een acute respons
gekenmerkt door hypotensie, bleke slijmvliezen, speekselafscheiding, emesis en periodes van
hyperactiviteit gevolgd door hypoactiviteit en lethargie vastgesteld na het toedienen van gepegyleerde
liposomen (placebo). Een gelijksoortige, maar minder uitgesproken respons werd ook waargenomen
bij honden die met Caelyx pegylated liposomal en met standaard doxorubicine behandeld werden.
Hypotensie werd verminderd door een voorafgaande behandeling met antihistaminica. De reactie was
echter niet levensbedreigend en de honden herstelden snel na stopzetting van de behandeling.
Lokale toxiciteit
Tolerantieonderzoeken naar subcutane reacties suggereren dat Caelyx pegylated liposomal tegenover
standaard doxorubicinehydrochloride minder lokale irritatie of schade aan weefsel veroorzaakt na een
mogelijke extravasatie.
Mutageniteit en carcinogeniteit
Hoewel er geen onderzoeken met Caelyx pegylated liposomal werden uitgevoerd, is gebleken dat
doxorubicinehydrochloride, het farmacologisch werkzaam bestanddeel van Caelyx pegylated
liposomal, mutagene en carcinogene eigenschappen heeft. Gepegyleerde placeboliposomen zijn noch
mutageen noch genotoxisch.
Reproductietoxiciteit
Bij muizen, na een eenmalige dosis van 36 mg/kg, resulteerde Caelyx pegylated liposomal in zwakke
tot gematigde atrofie van ovarium en testikel. Vermindering van het testikelgewicht en hypospermie
werden waargenomen bij ratten na herhaalde doseringen van 0,25 mg/kg/dag en diffuse degeneratie
van de tubuli seminiferis en een opmerkelijke vermindering van de spermatogenese werden
vastgesteld bij honden na herhaalde doseringen van 1 mg/kg/dag (zie rubriek 4.6).

Nefrotoxiciteit
Een studie heeft aangetoond dat Caelyx pegylated liposomal met een eenmalige intraveneuze dosis
van meer dan twee keer de klinische dosis renale toxiciteit bij apen veroorzaakt. Renale toxiciteit
werd waargenomen met nog lagere doses doxorubicine HCl bij ratten en konijnen. Aangezien een
evaluatie van de post-marketing databank met betrekking tot de veiligheid van Caelyx pegylated
liposomal bij patiënten niet heeft gewezen op een significant risico op nefrotoxiciteit van Caelyx
pegylated liposomal, zijn deze bevindingen bij apen mogelijk niet relevant voor de risicobeoordeling
bij patiënten.

6.

FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen

-(2-[1,2-distearoyl-sn-glycero(3)phosphooxy]ethylcarbamoyl)--methoxypoly(oxyethyleen)-40
natriumzout (MPEG-DSPE)
volledig gehydrogeneerd sojafosfatidylcholine (HSPC)
cholesterol
ammoniumsulfaat
sucrose
histidine
water voor injecties
zoutzuur (voor pH-aanpassing)
natriumhydroxide (voor pH-aanpassing)

6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
rubriek 6.6.

6.3 Houdbaarheid
20 maanden.
Na verdunning:
-
Chemische en fysische stabiliteit tijdens het gebruik werd aangetoond gedurende 24 uur bij
2 °C tot 8 °C.
-
Microbiologisch gezien moet het product onmiddellijk gebruikt worden. Als het niet
onmiddellijk gebruikt wordt, vallen de bewaartijden tijdens het gebruik en de omstandigheden
voordat het product gebruikt wordt onder verantwoordelijkheid van de gebruiker en bedragen
onder normale omstandigheden niet meer dan 24 uur bij 2 °C tot 8 °C.
-
Gedeeltelijk gebruikte injectieflacons moeten weggegooid worden.

6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de koelkast (2°C - 8°C).
Niet in de vriezer bewaren.
Voor de bewaarcondities van het verdunde geneesmiddel, zie rubriek 6.3.

6.5 Aard en inhoud van de verpakking
Type I glazen injectieflacons, met een gesiliconiseerde grijze bromobutyl stop, en een aluminium
afdichting, met een afleverbaar volume van 10 ml (20 mg) of 25 ml (50 mg).
Caelyx pegylated liposomal is verkrijgbaar in een verpakking met één of tien injectieflacons.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.

6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Gebruik geen materiaal waarin neerslag of andere deeltjes wordt aangetroffen.
Caelyx pegylated liposomal dispersie moet uiterst voorzichtig behandeld worden. Het gebruik van
handschoenen is verplicht. Als Caelyx pegylated liposomal in contact komt met de huid of
slijmvliezen, onmiddellijk en grondig wassen met water en zeep. Caelyx pegylated liposomal moet
worden behandeld en vernietigd op dezelfde manier als andere kankerbestrijdende geneesmiddelen
overeenkomstig lokale voorschriften.
Bepaal de toe te dienen dosis Caelyx pegylated liposomal (gebaseerd op de aanbevolen dosering en de
lichaamsoppervlakte van de patiënt). Zuig de juiste hoeveelheid Caelyx pegylated liposomal op in een
steriele injectiespuit. Aseptische technieken altijd strikt toepassen aangezien in Caelyx pegylated
liposomal geen conserveermiddel of bacteriostatisch middel aanwezig is. Vóór toediening moet de zo
nauwkeurig mogelijk bepaalde dosis Caelyx pegylated liposomal verdund worden in 5 % (50 mg/ml)
glucoseoplossing voor intraveneuze infusie. Voor doses < 90 mg moet Caelyx pegylated liposomal
verdund worden in 250 ml en voor doses 90 mg, wordt Caelyx pegylated liposomal verdund in
500 ml. Deze verdunning kan door middel van een infusie van 60 of 90 minuten worden toegediend
zoals uitgelegd in rubriek 4.2.
Het gebruik van een ander verdunningsmiddel dan de 5 % (50 mg/ml) glucoseoplossing voor
intraveneuze infusie of de aanwezigheid van eventuele bacteriostatische middelen zoals benzylalcohol
kan tot gevolg hebben dat Caelyx pegylated liposomal neerslaat.
een intraveneus infuus met 5 % (50 mg/ml) glucose. De infusie mag in een perifere vene worden
toegediend. Niet gebruiken met in-line filters.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Baxter Holding B.V.
Kobaltweg 49,
3542 CE Utrecht,
Nederland

8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/011/001
EU/1/96/011/002
EU/1/96/011/003
EU/1/96/011/004
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 21 juni 1996
Datum van laatste verlenging: 19 mei 2006
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST


Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.

BIJLAGE II

A. FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE

B. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN

LEVERING EN GEBRUIK

C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER

VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN
NAGEKOMEN

D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT

EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET
GENEESMIDDEL
Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
Janssen Pharmaceutica NV, Turnhoutseweg 30, B-2340 Beerse, België
B. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).


C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN

·
Periodieke veiligheidsverslagen

De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL

·
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
·
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
·
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.
BIJLAGE III

ETIKETTERING EN BIJSLUITER
A. ETIKETTERING

CAELYX PEGYLATED LIPOSOMAL DOOSJE 20 mg/10 ml ­ 1 injectieflacon

CAELYX PEGYLATED LIPOSOMAL DOOSJE 20 mg/10 ml ­ 10 injectieflacons
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Caelyx pegylated liposomal 2 mg/ml concentraat voor oplossing voor intraveneuze infusie
doxorubicin hydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Eén ml Caelyx pegylated liposomal bevat 2 mg doxorubicinehydrochloride.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: -(2-[1,2-distearoyl-sn-glycero(3)phosphooxy]ethylcarbamoyl)--
methoxypoly(oxyethyleen)-40 natriumzout, volledig gehydrogeneerd sojafosfatidylcholine,
cholesterol, ammoniumsulfaat, sucrose, histidine, water voor injecties, zoutzuur en natriumhydroxide.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
1 injectieflacon
10 injectieflacons
20 mg/10 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)

Intraveneus gebruik
na verdunning.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG

Mag niet onderling verwisseld worden met andere formuleringen van
doxorubicinehydrochloride.
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING

Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

Cytotoxisch

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Baxter Holding B.V.
Kobaltweg 49,
3542 CE Utrecht,
Nederland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/96/011/001 (1 injectieflacon)
EU/1/96/011/002 (10 injectieflacons)
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE
GEGEVENS
PC
NN

CAELYX PEGYLATED LIPOSOMAL DOOSJE 50 mg/25 ml ­ 1 injectieflacon

CAELYX PEGYLATED LIPOSOMAL DOOSJE 50 mg/25 ml ­ 10 injectieflacons
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Caelyx pegylated liposomal 2 mg/ml concentraat voor oplossing voor intraveneuze infusie
doxorubicin hydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Eén ml Caelyx pegylated liposomal bevat 2 mg doxorubicinehydrochloride.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: -(2-[1,2-distearoyl-sn-glycero(3)phosphooxy]ethylcarbamoyl)--
methoxypoly(oxyethyleen)-40 natriumzout, volledig gehydrogeneerd sojafosfatidylcholine,
cholesterol, ammoniumsulfaat, sucrose, histidine, water voor injecties, zoutzuur en natriumhydroxide.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
1 injectieflacon
10 injectieflacons
50 mg/25 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)

Intraveneus gebruik
na verdunning.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG

Mag niet onderling verwisseld worden met andere formuleringen van
doxorubicinehydrochloride.
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING

Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

Cytotoxisch

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Baxter Holding B.V.
Kobaltweg 49,
3542 CE Utrecht,
Nederland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

EU/1/96/011/003 (1 injectieflacon)
EU/1/96/011/004 (10 injectieflacons)
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE
GEGEVENS
PC
NN
WORDEN VERMELD

CAELYX PEGYLATED LIPOSOMAL ETIKET 20 mg/10 ml

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGWEG(EN)
Caelyx pegylated liposomal 2 mg/ml steriel concentraat
doxorubicin hydrochloride

IV na verdunning.
2.
WIJZE VAN TOEDIENING

3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
20 mg/10 ml
6.
OVERIGE

WORDEN VERMELD

CAELYX PEGYLATED LIPOSOMAL ETIKET 50 mg/25 ml



1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGWEG(EN)
Caelyx pegylated liposomal 2 mg/ml steriel concentraat
doxorubicin hydrochloride

IV na verdunning.
2.
WIJZE VAN TOEDIENING

3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
50 mg/25 ml
6.
OVERIGE


B. BIJSLUITER
Caelyx pegylated liposomal 2 mg/ml concentraat voor oplossing voor intraveneuze infusie
doxorubicinehydrochloride (doxorubicin hydrochloride)

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Inhoud van deze bijsluiter

1. Wat is Caelyx pegylated liposomal en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Caelyx pegylated liposomal en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Caelyx pegylated liposomal is een middel tegen tumoren.
Caelyx pegylated liposomal wordt gebruikt voor de behandeling van borstkanker bij patiënten met een
risico op hartproblemen. Caelyx pegylated liposomal wordt eveneens gebruikt voor de behandeling
van ovariumkanker. Het wordt gebruikt om kankercellen te doden, de afmetingen van de tumor te
verkleinen, de groei van de tumor te vertragen en uw overlevingskansen te verhogen.
Caelyx pegylated liposomal wordt ook gebruikt in combinatie met een ander geneesmiddel,
bortezomib, voor de behandeling van multipel myeloom (een vorm van bloedkanker) bij patiënten die
ten minste 1 eerdere behandeling hebben gekregen.
Caelyx pegylated liposomal wordt ook gebruikt om een verbetering te bewerkstelligen in uw Kaposi-
sarcoom, inclusief het verzwakken, verlichten en zelfs het krimpen van de kanker. Andere symptomen
van Kaposi-sarcoom, zoals zwelling rond de tumor, kunnen ook verbeteren of verdwijnen.
Caelyx pegylated liposomal bevat een geneesmiddel dat op zodanige wijze een interactie met cellen
aangaat dat de kankercellen selectief worden gedood. Het doxorubicinehydrochloride in Caelyx
pegylated liposomal is ingekapseld in kleine bolletjes die gepegyleerde liposomen worden genoemd
en die helpen het geneesmiddel van de bloedstroom naar het door kanker aangetaste weefsel te
brengen, eerder dan naar gezond normaal weefsel.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor doxorubicinehydrochloride, pinda's of soja of voor een van de stoffen in
dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.


Neem contact op met uw arts:
-
als u behandeld wordt voor hart- of leverziekte;
-
als u aan suikerziekte lijdt, aangezien Caelyx pegylated liposomal suiker bevat, hetgeen een
aanpassing van de behandeling van uw suikerziekte kan vergen;
-
als u Kaposi-sarcoom heeft en onlangs een ingreep heeft ondergaan om uw milt weg te nemen;
-
als u zweren, verkleuring of om het even welk ongemak in uw mond opmerkt.

Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Caelyx pegylated liposomal mag niet gebruikt worden bij kinderen en jongeren tot 18 jaar omdat niet
bekend is welke invloed het geneesmiddel op hen zal hebben.

Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Informeer uw arts of apotheker
-
als u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor
geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen;
-
over andere kankerbestrijdende behandelingen waaraan u bent of was onderworpen, aangezien
bijzondere aandacht besteed dient te worden aan behandelingen die het aantal witte bloedcellen
doen verminderen, aangezien dit een verdere vermindering van het aantal witte bloedcellen kan
veroorzaken. Weet u niet met zekerheid welke behandelingen u heeft gekregen of aan welke
ziekten u heeft geleden, dan wordt u verzocht dit ook met uw arts te bespreken.

Zwangerschap en borstvoeding
Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel inneemt.
Aangezien de werkzame stof doxorubicinehydrochloride in Caelyx pegylated liposomal aangeboren
afwijkingen kan veroorzaken, dient u het uw arts te vertellen als u denkt dat u zwanger bent. U zult
moeten vermijden zwanger te worden terwijl u of uw partner Caelyx pegylated liposomal krijgt,
evenals gedurende de zes maanden na stopzetting van de behandeling met Caelyx pegylated
liposomal.
Aangezien doxorubicinehydrochloride schadelijk kan zijn bij het geven van borstvoeding, moet de
borstvoeding stopgezet worden vóór het begin van de behandeling met Caelyx pegylated liposomal.
Medische deskundigen bevelen aan dat met HIV geïnfecteerde vrouwen in geen geval borstvoeding
geven aan hun kinderen om overdracht van HIV te vermijden.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Rijd niet of gebruik geen werktuigen of machines als u zich vermoeid of slaperig voelt tijdens de
behandeling met Caelyx pegylated liposomal.

Caelyx pegylated liposomal bevat sojaolie en natrium
Caelyx pegylated liposomal bevat sojaolie. Als u allergisch bent voor pinda's of soja, mag u dit
geneesmiddel niet gebruiken.
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis, dat wil zeggen dat het in wezen
`natriumvrij' is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Caelyx pegylated liposomal is een bijzondere formulering. Het mag niet onderling verwisseld worden
met andere formuleringen van doxorubicinehydrochloride.

Hoeveel wordt er van Caelyx pegylated liposomal toegediend?
Als u wordt behandeld voor borstkanker of ovariumkanker, zal Caelyx pegylated liposomal worden
toegediend in een dosis van 50 mg per vierkante meter van uw lichaamsoppervlakte (op basis van uw
uitbreidt en u in staat bent de behandeling te verdragen.
Als u wordt behandeld voor multipel myeloom, en al ten minste 1 eerdere behandeling heeft gekregen,
zal Caelyx pegylated liposomal worden toegediend in een dosis van 30 mg per vierkante meter van uw
lichaams-oppervlakte (op basis van uw lengte en uw gewicht) als een 1 uur durende intraveneus
infuus op dag 4 van de 3 weken durende behandeling met bortezomib onmiddellijk na het infuus met
bortezomib. De dosis wordt herhaald zolang u voldoende respons vertoont en de behandeling
verdraagt.
Indien u wordt behandeld voor Kaposi-sarcoom, zal Caelyx pegylated liposomal worden toegediend
in een dosis van 20 mg per vierkante meter van uw lichaamsoppervlakte (op basis van uw lengte en
uw gewicht). De toediening wordt herhaald om de 2 tot 3 weken gedurende een periode van 2 -
3 maanden, daarna zo vaak als het nodig is om de verbetering van uw toestand te handhaven.

Hoe wordt Caelyx pegylated liposomal toegediend?
Caelyx pegylated liposomal zal u door uw arts worden toegediend. Dit gebeurt in de vorm van een
druppelinfusie in een ader. Afhankelijk van de dosis en de indicatie kan dit tussen 30 minuten en meer
dan een uur (d.w.z. 90 minuten) in beslag nemen.

Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Acute overdosering verergert de bijwerkingen zoals pijn in de mond of vermindert het aantal witte
bloedcellen en bloedplaatjes in het bloed. De behandeling zal de toediening van antibiotica,
transfusies van bloedplaatjes, het aanwenden van factoren die de productie van witte bloedcellen
opwekken en de symptomatische behandeling van pijn in de mond omvatten.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.

4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Tijdens de infusie van Caelyx pegylated liposomal kunnen de volgende reacties zich voordoen:
-
ernstige allergische reactie die kan bestaan uit zwelling van het gezicht, de lippen, de mond, de
tong of de keel; problemen met slikken of ademen; jeukende huiduitslag (netelroos)
-
ontstoken en vernauwde luchtwegen in de longen, wat leidt tot hoesten, piepende ademhaling
en kortademigheid (astma)
-
overmatig blozen, zweten, rillingen of koorts
-
pijn of ongemak op de borst
-
rugpijn
-
hoge of lage bloeddruk
-
snelle hartslag
-
stuipen (aanvallen)
Lekken van de injectievloeistof vanuit de aderen naar de weefsels onder de huid kan voorkomen. Als
de infusie pijn doet of als u een stekend gevoel ervaart terwijl u een dosis Caelyx pegylated liposomal
toegediend krijgt, dient u onmiddellijk uw arts te raadplegen.
Raadpleeg onmiddellijk uw arts als u een van de volgende ernstige bijwerkingen krijgt:
-
u krijgt koorts, voelt zich moe of u hebt tekenen van blauwe plekken of bloeding (zeer vaak)
-
roodheid, zwelling, schilfering of gevoeligheid, vooral op de handen of de voeten (`handpalm-
voetzoolsyndroom'). Deze bijwerkingen werden zeer vaak waargenomen en zijn soms ernstig.
In ernstige gevallen kunnen deze bijwerkingen bepaalde dagelijkse activiteiten beïnvloeden en
vinden de volgende behandeling uit te stellen en/of de dosis te verlagen (zie hieronder
Strategieën voor het voorkómen en de behandeling van een handpalm-voetzoolsyndroom)
-
zweren in de mond, ernstige diarree of braken of misselijkheid (zeer vaak)
-
infecties (vaak), waaronder longinfecties (pneumonie) of infecties die uw gezichtsvermogen
kunnen aantasten
-
kortademigheid (vaak)
-
ernstige maagpijn (vaak)
-
ernstige zwakte (vaak)
-
ernstige allergische reactie die kan bestaan uit zwellingen van het gezicht, de lippen, de mond,
de tong of de keel; problemen met slikken of ademen; jeukende huiduitslag (netelroos) (soms)
-
hartstilstand (het hart stopt met kloppen); hartfalen, waarbij het hart niet genoeg bloed pompt
naar de rest van het lichaam, waardoor u kortademig wordt en wat kan leiden tot opgezette
benen (soms)
-
bloedklonter die naar de longen gaat, pijn op de borst veroorzaakt en u kortademig maakt
(soms)
-
zwelling, warmte of gevoeligheid in de zachte weefsels van uw been, soms met pijn die
toeneemt wanneer u staat of loopt (zelden)
-
ernstige of levensbedreigende huiduitslag met blaren en schilferende huid, in het bijzonder rond
de mond, de neus, de ogen en de geslachtsdelen (Stevens-Johnson-syndroom) of over het
grootste deel van het lichaam (toxische epidermale necrolyse) (zelden)

Andere bijwerkingen
Tussen de infusies kan het volgende optreden:

Zeer vaak voorkomende bijwerkingen (bij meer dan 1 op de 10 personen)
-
een vermindering van het aantal witte bloedcellen, wat de kans op ontsteking kan verhogen. In
zeldzame gevallen kan een laag aantal witte bloedcellen leiden tot ernstige infectie.
Bloedarmoede (vermindering van het aantal rode bloedcellen) kan vermoeidheid veroorzaken
en een lager aantal bloedplaatjes kan het risico op bloedingen verhogen. Vanwege de mogelijke
veranderingen in de bloedcellen zal uw bloed regelmatig moeten worden onderzocht.
-
verlies van de eetlust
-
verstopping
-
huiduitslag, waaronder roodheid van de huid, allergische huiduitslag, rode of verheven
huiduitslag
-
haarverlies
-
pijn, bijvoorbeeld pijn in de spieren en de borstspier, gewrichtspijn, pijn in de arm of het been
-
zich zeer moe voelen

Vaak voorkomende bijwerkingen (bij maximaal 1 op de 10 personen)
-
infecties, waaronder ernstige infectie in het hele lichaam (sepsis), longinfecties, infecties met
het herpes-zostervirus (gordelroos), een infectie met een bepaalde bacterie (Mycobacterium
avium-complex-infectie), urineweginfectie, schimmelinfecties (waaronder spruw en spruw in de
mond), infectie van de haarwortels, geïnfecteerde of geïrriteerde keel, geïnfecteerde neus,
bijholten of keel (verkoudheid)
-
laag aantal van een bepaalde soort witte bloedcellen (neutrofielen), met koorts
-
ernstig gewichtsverlies en spierafbraak, onvoldoende water in het lichaam (dehydratie of
uitdroging), te weinig kalium, natrium of calcium in het bloed
-
verwardheid, angst, depressie, slaapproblemen
-
zenuwschade die kan leiden tot tintelingen, gevoelloosheid, pijn en verlies van pijngevoel,
zenuwpijn, ongewoon gevoel in de huid (zoals een tintelend of krioelend gevoel), verminderd
gevoel of verminderde gevoeligheid, vooral in de huid
-
smaakveranderingen, hoofdpijn, zich zeer slaperig voelen met weinig energie, zich duizelig
voelen
-
ontstoken ogen (conjunctivitis)
-
snelle hartslag
hoge of lage bloeddruk, overmatig blozen
-
kortademigheid die kan voorkomen bij lichamelijke activiteit, neusbloedingen, hoesten
-
ontstoken maagwand of slokdarm, zweren in de mond, het verteren van eten in uw lichaam gaat
niet goed, moeite met slikken, pijn in de mond, droge mond
-
huidproblemen, waaronder schilferende of droge huid, roodheid van de huid, blaren of zweren
op de huid, jeuk, donkere huidvlekken
-
overmatig zweten
-
spierkrampen of spierpijn
-
pijn, waaronder pijn in de spieren, botten of rug
-
pijn bij het plassen
-
allergische reactie op de infusie van het geneesmiddel, griepachtige ziekte, rillingen, ontstoken
slijmvliezen van de holtes en doorgangen in het lichaam, zoals de neus, mond of luchtpijp, zich
zwak voelen, zich algemeen niet lekker voelen, zwelling door vochtophoping in het lichaam,
dikke handen, enkels of voeten
-
gewichtsverlies
Wanneer Caelyx pegylated liposomal alleen wordt gebruikt, is het minder waarschijnlijk dat sommige
bijverschijnselen voorkomen, en sommige zijn helemaal niet voorgekomen.

Soms voorkomende bijwerkingen (bij maximaal 1 op de 100 personen)
-
infecties met het herpes simplexvirus (koortsblaasjes of genitale herpes), schimmelinfectie
-
laag aantal van alle soorten bloedcellen, verhoogd aantal `bloedplaatjes' (cellen die het bloed
helpen stollen)
-
allergische reactie
-
veel kalium in het bloed, weinig magnesium in het bloed
-
zenuwschade die meer dan één gedeelte van het lichaam treft
-
stuipen (aanvallen), flauwvallen
-
onaangenaam of pijnlijk gevoel, vooral bij het aanraken, zich slaperig voelen
-
wazig zien, waterige ogen
-
snelle of onregelmatige hartslag (hartkloppingen), hartspierziekte, hartschade
-
weefselschade (necrose) waar de injectie gegeven is, ontstoken aders die zwelling en pijn
veroorzaken, zich duizelig voelen bij het rechtop zitten of opstaan
-
ongemak op de borst
-
winderigheid, ontstoken tandvlees (gingivitis)
-
huidproblemen of huiduitslag, waaronder schilferende huid, allergische huiduitslag, zweren of
bulten op de huid, ontkleurde huid, verandering van de natuurlijke kleur (pigment) van de huid,
kleine rode of paarse vlekjes veroorzaakt door bloeding onder de huid, nagelproblemen, acne
-
spierzwakte
-
pijn in de borsten
-
irritatie of pijn waar de injectie is gegeven
-
opgezet gezicht, hoge lichaamstemperatuur
-
verschijnselen (zoals ontsteking, roodheid of pijn) die terugkomen in een deel van het lichaam
dat eerder bestraald is of eerder beschadigd was door injectie met chemotherapie in een ader

Zelden voorkomende bijwerkingen (bij maximaal 1 op de 1.000 personen)
-
infectie die optreedt bij mensen met een zwak immuunsysteem
-
laag aantal bloedcellen die in het beenmerg worden aangemaakt
-
ontstoken netvlies, dat veranderingen in het gezichtsvermogen of blindheid veroorzaakt
-
abnormaal hartritme, abnormale hartactiviteit op een ecg (elektrocardiogram) dat gepaard kan
gaan met een trage hartslag, probleem met het hart dat de hartslag en het hartritme beïnvloedt,
blauwe kleur van de huid en de slijmvliezen die wordt veroorzaakt door weinig zuurstof in het
bloed
-
verwijde bloedvaten
-
beklemmend gevoel in de keel
-
pijnlijke en opgezette tong, zweren op de lippen
huiduitslag met blaren die met vocht gevuld zijn
-
vaginale infectie, roodheid van de balzak (scrotum)
-
problemen met de slijmvliezen van de holtes en doorgangen in het lichaam, zoals de neus,
mond of luchtpijp
-
abnormale resultaten bij bloedonderzoek om de werking van de lever te controleren, verhoogd
`creatininegehalte' in het bloed.

Niet bekend (frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
-
kanker van het bloed die zich snel ontwikkelt en de bloedcellen aantast (acute myeloïde
leukemie), beenmergziekte die de bloedcellen aantast (myelodysplastisch syndroom), kanker
van de mond of de lippen

Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. Dit geldt ook
voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks
melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden,
kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
Strategieën voor het voorkómen en de behandeling van een handpalm-voetzoolsyndroom zijn onder
andere:
-
uw handen en/of voeten zo mogelijk in een bad met koud water dompelen (bijv. tijdens het tv-
kijken, het lezen of het luisteren naar de radio);
-
uw handen en voeten onbedekt houden (geen handschoenen, sokken, enz.);
-
op koele plaatsen blijven;
-
bij heet weer koele baden nemen;
-
intensieve inspanningen die trauma aan de voeten zouden kunnen veroorzaken (bijv. joggen)
vermijden;
-
blootstelling van de huid aan zeer heet water vermijden (bijv. jacuzzi, sauna);
-
vermijden nauwzittend schoeisel of schoenen met hoge hakken te dragen.
Pyridoxine (Vitamine B6):
-
vitamine B6 is beschikbaar zonder voorschrift;
-
neem 50 - 150 mg/dag, te beginnen bij de eerste tekens van roodheid of tintelingen.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Bewaren in de koelkast (2°C - 8°C). Niet in de vriezer bewaren.
Na verdunning:
Chemische en fysische stabiliteit tijdens het gebruik werd aangetoond gedurende 24 uur bij 2 °C tot
8 °C.
Microbiologisch gezien moet het product onmiddellijk gebruikt worden. Als het niet onmiddellijk
gebruikt wordt, vallen de bewaartijden tijdens het gebruik en de omstandigheden voordat het product
gebruikt wordt onder verantwoordelijkheid van de gebruiker en bedragen onder normale
omstandigheden niet meer dan 24 uur bij 2 °C tot 8 °C. Gedeeltelijk gebruikte injectieflacons moeten
vernietigd worden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het etiket en
de doos na EXP.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat het duidelijk neerslag vertoont of welke andere deeltjes
dan ook.
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is doxorubicinehydrochloride. Eén ml Caelyx pegylated
liposomal bevat 2 mg doxorubicinehydrochloride in een gepegyleerde liposomale formulering.
-
De andere stoffen in dit middel zijn -(2-[1,2-distearoyl-sn-
glycero(3)phosphooxy]ethylcarbamoyl)--methoxypoly(oxyethyleen)-40 natriumzout (MPEG-
DSPE), volledig gehydrogeneerde sojafosfatidylcholine (HSPC), cholesterol,
ammoniumsulfaat, sucrose, histidine, water voor injecties, zoutzuur (voor aanpassing van de
pH) en natriumhydroxide (voor aanpassing van de pH). Zie rubriek 2.
Caelyx pegylated liposomal concentraat voor oplossing voor intraveneuze infusie: injectieflacons met
10 ml (20 mg) of 25 ml (50 mg).

Hoe ziet Caelyx pegylated liposomal eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Caelyx pegylated liposomal is steriel, doorzichtig en rood. Caelyx pegylated liposomal is verkrijgbaar
in een verpakking met één of tien injectieflacons.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Baxter Holding B.V.
Kobaltweg 49,
3542 CE Utrecht,
Nederland

Fabrikant
Janssen Pharmaceutica NV
Turnhoutseweg 30
B-2340 Beerse
België
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Baxter Belgium SPRL/BVBA
UAB ,,Baxter Lithuania'
Tél/Tel: +32 (0)2 386 80 00
Tel: +37052527100
braine_reception@baxter.com


Luxembourg/Luxemburg
Baxter Holding B.V.
Baxter Belgium SPRL/BVBA
Te.: +31 (0)30 2488 911
Tél/Tel: +32 (0)2 386 80 00
braine_reception@baxter.com
Ceská republika
Magyarország
BAXTER CZECH spol. s r.o.
Baxter Hungary Kft.
Tel: +420 225 774 111
Tel: +36 1 202 1980

Malta
Baxter A/S
Baxter Holding B.V.
Tlf: +45 4816 6400
Tel: +44 (0)1635 206345

Deutschland
Nederland
Baxter Deutschland GmbH
Baxter B.V.
Tel: +49 (0)89 31701-0
Tel: +31 (0)30 2488 911
info_de@baxter.com
utrecht_reception@baxter.com

Eesti
Norge
OÜ Baxter Estonia
Baxter AS
Tel: +372 651 5120
Tlf: +47 22 58 48 00


Österreich
Baxter (Hellas) ...,
Baxter Healthcare GmbH
: +30 210 28 80 000
Tel: +43 1 71120 0
austria_office_healthcare@baxter.com

España
Polska
Baxter S.L.
Baxter Polska Sp. z o.o.
Tel: +34 91 678 93 00
Tel: +48 22 488 37 77

France
Portugal
Baxter SAS
Baxter Médico Farmacêutica, Lda.
Tél: +33 1 34 61 50 50
Tel: +351 21 925 25 00

Hrvatska
România
Baxter Healthcare d.o.o.
BAXTER HEALTHCARE SRL
Tel: +385 1 6610314
Tel: +40 372 302 053



Ireland
Slovenija
Baxter Holding B.V.
Baxter d.o.o.
Tel: +44 (0)1635 206345
Tel: +386 1 420 16 80

Ísland
Slovenská republika
Baxter Medical AB
Baxter Slovakia s.r.o.
Tel: +421 2 32 10 11 50
Sími: +46 8 632 64 00

Italia
Suomi/Finland
Baxter S.p.A.
Baxter Oy
Tel: +390632491233
Puh/Tel: +358 (09) 862 111


Sverige
Baxter Holding B.V.
Baxter Medical AB
: +31 (0)30 2488 911
Tel: +46 (0)8 632 64 00

Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
Baxter Latvia SIA
Baxter Holding B.V.
Tel: +371 677 84784
Tel: +44 (0)1635 206345

Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in

Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
rubriek 3):
Er moet voorzichtig worden omgesprongen met Caelyx pegylated liposomal dispersie. Het gebruik
van handschoenen is verplicht. Als Caelyx pegylated liposomal in contact komt met de huid of de
slijmvliezen, moet onmiddellijk en grondig met zeep en water worden gewassen. Caelyx pegylated
liposomal moet behandeld en vernietigd worden op dezelfde manier als andere kankerbestrijdende
middelen in overeenstemming met lokale vereisten.
Bepaal de dosis Caelyx pegylated liposomal die moet worden toegediend (gebaseerd op de
aanbevolen dosering en de lichaamsoppervlakte van de patiënt). Zuig de juiste hoeveelheid Caelyx
pegylated liposomal op in een steriele spuit. Er moet absoluut strikt op toegezien worden dat aseptisch
gewerkt wordt want Caelyx pegylated liposomal bevat geen conserveermiddel of bacteriostatisch
middel. De geschikte dosis Caelyx pegylated liposomal moet vóór toediening verdund worden in een
5 % (50 mg/ml) glucose-oplossing voor intraveneuze infusie. Voor doses < 90 mg moet Caelyx
pegylated liposomal in 250 ml verdund worden, voor doses 90 mg wordt Caelyx pegylated
liposomal verdund in 500 ml.
Om het risico op infusiereacties te minimaliseren, moet de initiële dosis toegediend worden met een
debiet van niet meer dan 1 mg/minuut. Als er geen infusiereacties optreden, mogen de volgende
infusies van Caelyx pegylated liposomal over een periode van 60 minuten worden toegediend.
Tijdens klinische onderzoeken naar borstkanker werd bij patiënten die een infusiereactie ondervonden
toegestaan de toediening van intraveneuze infusie als volgt aan te passen: 5 % van de totale dosis
werd langzaam toegediend per intraveneuze infusie gedurende de eerste 15 minuten. Indien geen
reactie optrad, werd de infusiesnelheid verdubbeld gedurende de volgende 15 minuten. Indien het
product goed werd verdragen, werd de volledige dosis toegediend gedurende het volgende uur. De
totale infusieduur bedroeg 90 minuten.
Als de patiënt vroegtijdige symptomen of tekens van een infusiereactie vertoont, moet de infusie
onmiddellijk stopgezet worden, moet een passende premedicatie worden toegediend
(antihistaminicum en/of kortwerkend corticosteroïd) en moet met een lagere snelheid herbegonnen
worden.
Het gebruik van een ander verdunningsmiddel dan 5% (50 mg/ml) glucose-oplossing voor
intraveneuze infusie of de aanwezigheid van eventuele bacteriostatische middelen zoals benzylalcohol
kunnen tot gevolg hebben dat Caelyx pegylated liposomal neerslaat.
Het wordt aanbevolen de Caelyx pegylated liposomal -infuuslijn aan te sluiten via de zijklep van een
intraveneus infuus van een 5 % (50 mg/ml) glucose. De infusie mag in een perifere vene worden
toegediend. Niet gebruiken met in-line filters.

Heb je dit medicijn gebruikt? Caelyx Pegylated Liposomal 2 mg/ml te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Caelyx Pegylated Liposomal 2 mg/ml te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Caelyx Pegylated Liposomal 2 mg/ml

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG