Cerezyme 400 u
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Cerezyme 400 eenheden poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke flacon bevat 400 eenheden* imiglucerase**.
Na reconstitutie bevat de oplossing 40 eenheden (ongeveer 1,0 mg) imiglucerase per ml
(400 U/10 ml).
* Eén eenheid enzym (E) is de hoeveelheid die nodig is om bij een temperatuur van 37°C één
micromol van het synthetische substraat para-nitrofenyl-β-D-glucopyranoside (pNP-Glc) in één
minuut te hydrolyseren.
** Imiglucerase is een gemodificeerde vorm van humaan zure
β-glucosidase
dat wordt geproduceerd
met behulp van recombinante DNA-technologie, waarbij gebruik wordt gemaakt van celculturen uit de
ovaria van Chinese hamsters, met mannosemodificatie om macrofagen te targeten.
Hulpstoffen:
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
Dit geneesmiddel bevat natrium en wordt toegediend in een 0,9% natriumchlorideoplossing voor
intraveneuze toediening (zie rubriek 6.6). Na reconstitutie bevat de oplossing 1,24 mmol natrium
(400 U/10 ml). Hiermee moet rekening worden gehouden bij patiënten die een natriumarm dieet
volgen.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie.
Cerezyme is een wit tot gebroken wit poeder.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Cerezyme (imiglucerase) is geïndiceerd voor gebruik als langdurige enzymsubstitutietherapie bij
patiënten met een bevestigde diagnose van niet-neuronopathische (type 1) of chronische
neuronopathische (type 3) ziekte van Gaucher die klinisch significante niet-neurologische
verschijnselen van de ziekte vertonen.
De niet-neurologische verschijnselen van de ziekte van Gaucher bestaan uit een of meer van de
volgende aandoeningen:
•
anemie na uitsluiting van andere oorzaken, bijvoorbeeld ijzerdeficiëntie
•
trombocytopenie
•
botziekte na uitsluiting van andere oorzaken, zoals vitamine D-deficiëntie
•
hepatomegalie of splenomegalie
4.2
Dosering en wijze van toediening
Disease management moet gebeuren onder leiding van artsen die bekend zijn met de behandeling van
de ziekte van Gaucher.
2
Dosering
Gezien de heterogeniteit en de multisystemische aard van de ziekte van Gaucher, moet de dosering
voor iedere patiënt individueel worden vastgesteld, na een uitgebreide beoordeling van alle klinische
verschijnselen van de ziekte. Zodra de individuele respons van de patiënt met betrekking tot alle
relevante klinische verschijnselen duidelijk is vastgesteld, kunnen de doseringen en de frequenties
waarmee het middel wordt toegediend, worden aangepast om ofwel reeds bereikte optimale
parameters voor alle klinische verschijnselen te behouden ofwel de klinische parameters die nog niet
zijn genormaliseerd te verbeteren.
Verscheidene doseerschema’s zijn effectief gebleken bij enkele of alle niet-neurologische
verschijnselen. Een aanvangsdosering van 60 E/kg lichaamsgewicht eens per twee weken gaf binnen
zes maanden therapie een verbetering van hematologische en viscerale parameters te zien; voortgezet
gebruik heeft ofwel de progressie van botziekte tot staan gebracht, of botziekte verbeterd. Bij
toediening van lage doses van slechts 15 E/kg lichaamsgewicht eens per twee weken, bleken de
hematologische parameters en de organomegalie weliswaar te verbeteren, maar dit was niet het geval
voor de botparameters. De gebruikelijke infusiefrequentie is eens per twee weken; over deze
infusiefrequentie zijn de meeste gegevens beschikbaar.
Pediatrische patiënten
De dosering hoeft niet te worden aangepast voor pediatrische patiënten.
De werkzaamheid van Cerezyme op neurologische symptomen van patiënten met de chronische
neuronopathische vorm van de ziekte van Gaucher is niet vastgesteld en er kan geen speciaal
doseringsschema voor deze verschijnselen worden aanbevolen (zie rubriek 5.1).
Wijze van toediening
Na reconstitutie en verdunning wordt de bereiding via intraveneuze infusie toegediend. In eerste
instantie mag de snelheid waarmee Cerezyme wordt toegediend niet meer dan 0,5 eenheid per kg
lichaamsgewicht per minuut bedragen. Bij daaropvolgende infusies mag de infusiesnelheid worden
verhoogd, maar nooit tot meer dan 1 eenheid per kg lichaamsgewicht per minuut. Het verhogen van de
infusiesnelheid dient te gebeuren onder toezicht van een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg.
Voor patiënten die gedurende enkele maanden hun infusies goed verdragen, kan thuisinfusie van
Cerezyme worden overwogen. Het besluit om de patiënt te laten overstappen op thuisinfusie dient te
worden genomen na beoordeling en aanbeveling door de behandelend arts. Voor de infusie van
Cerezyme door de patiënt of zorgverlener thuis is training door een arts of verpleegkundige in een
klinische omgeving nodig. De patiënt of zorgverlener ontvangt instructies over de infusietechniek en
het bijhouden van een behandelingsdagboek. Patiënten die tijdens de infusie last krijgen van
bijwerkingen dienen onmiddellijk met de infusie te stoppen en contact op te nemen met een arts of
verpleegkundige en eventuele volgende infusies dienen plaats te vinden in een klinische omgeving. De
dosering en infusiesnelheid dienen thuis constant te blijven en mogen niet worden gewijzigd zonder
toestemming van een arts of verpleegkundige.
Voor instructies over reconstitutie en verdunning van het geneesmiddel voorafgaand aan toediening,
zie rubriek 6.6.
Medici en andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg worden aangespoord om patiënten met
de ziekte van Gaucher, inclusief patiënten met chronische neuronopathische verschijnselen van de
ziekte, te registreren in de “ICGG Gaucher Registry” (zie rubriek 5.1).
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstoffen.
3
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Overgevoeligheid
Uit de huidig beschikbare gegevens, waarbij gebruik is gemaakt van ELISA-screening gevolgd door
een radio-immunoprecipitatie-assay ter bevestiging, blijkt dat tijdens het eerste jaar van behandeling
ongeveer 15% van de behandelde patiënten IgG-antistoffen tegen imiglucerase vormt. Het lijkt erop
dat indien patiënten IgG-antilichamen vormen dit vooral in de eerste zes maanden van de behandeling
zullen doen; na 12 maanden worden nog slechts zelden antistoffen tegen Cerezyme gevormd.
Geadviseerd wordt om patiënten, waarvoor het vermoeden bestaat dat ze verminderd op de
behandeling reageren, regelmatig op de vorming van IgG antistoffen tegen imiglucerase te
controleren.
Patiënten met antistoffen tegen imiglucerase hebben meer kans op overgevoeligheidsreacties (zie
rubriek 4.8). Indien een patiënt reacties vertoont die zouden kunnen wijzen op overgevoeligheid,
wordt verdere controle op imiglucerase-antistoffen geadviseerd. Zoals met elk intraveneus
eiwitproduct zijn ernstige allergieachtige overgevoeligheidsreacties mogelijk, maar deze treden soms
op. Als deze reacties optreden, wordt aanbevolen om de infusie met Cerezyme onmiddellijk stop te
zetten en moet een geschikte medische behandeling worden ingesteld. De huidige medische
standaarden voor een spoedeisende behandeling moeten in acht worden genomen.
Bij patiënten die eerder antistoffen of overgevoeligheidsreacties hebben ontwikkeld tegen Ceredase
(alglucerase), is bij toediening van Cerezyme (imiglucerase) extra voorzichtigheid geboden.
Natrium
Dit geneesmiddel bevat natrium en wordt toegediend in een 0,9% natriumchlorideoplossing voor
intraveneuze toediening (zie rubriek 6.6). Hiermee moet rekening worden gehouden bij patiënten die
een natriumarm dieet volgen. Dit geneesmiddel bevat 280 mg natrium per flacon, overeenkomend met
14% van de door de WHO aanbevolen maximale dagelijkse inname van 2 g voor een volwassene.
Terugvinden herkomst
Om het terugvinden van de herkomst van biologicals te verbeteren moeten de naam en het
batchnummer van het toegediende product goed geregistreerd te worden.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en de andere vormen van interactie
Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
De beperkte ervaring die beschikbaar is over de uitkomst van 150 zwangerschappen (hoofdzakelijk
gebaseerd op spontane rapportage en literatuuronderzoek), suggereert dat Cerezyme tijdens de
zwangerschap voordelen biedt bij het onder controle brengen van de ziekte van Gaucher. Verder
werden geen misvormingen bij de foetus als gevolg van de behandeling met Cerezyme aangetoond,
hoewel hier weinig statistisch bewijs voor is. In zeldzame gevallen werd het overlijden van de foetus
gemeld, hoewel het niet duidelijk is of dit verband hield met het gebruik van Cerezyme of met de
onderliggende ziekte van Gaucher.
Er is geen onderzoek bij dieren gedaan ter beoordeling van de effecten van Cerezyme op de dracht, de
embryonale en foetale ontwikkeling, de bevalling en de post-natale ontwikkeling. Het is niet bekend of
Cerezyme de bloed-placenta barrière passeert.
4
Bij zwangere patiënten met de ziekte van Gaucher en bij vrouwen die zwanger willen worden, moeten
de risico’s van de behandeling tijdens een zwangerschap worden afgewogen. Patiënten die de ziekte
van Gaucher hebben en zwanger worden, kunnen tijdens de zwangerschap en het puerperium een
periode met een verhoogde activiteit van de ziekte ondervinden. Dit omvat een groter risico op
manifestaties van het skelet, exacerbatie van cytopenie, bloedingen en een grotere behoefte aan een
transfusie. Van zowel de zwangerschap als borstvoeding is bekend dat deze de calciumhomeostase bij
de moeder belasten en de bot turnover bevorderen. Dit kan weer bijdragen tot belasting van de
skeletaandoening bij de ziekte van Gaucher.
Vrouwen die nog geen behandeling hebben gehad, moet geadviseerd worden om te overwegen vóór de
conceptie met therapie te beginnen teneinde een optimale gezondheid te bereiken. Bij vrouwen die al
met Cerezyme behandeld worden, zou overwogen moeten worden dit tijdens de hele zwangerschap te
continueren. De zwangerschap en klinische verschijnselen van de ziekte van Gaucher moeten
nauwlettend worden gevolgd om de dosis af te stemmen op de behoeften en de therapeutische respons
van de patiënt.
Borstvoeding
Het is niet bekend of het werkzame bestanddeel van Cerezyme in de moedermelk wordt uitgescheiden.
Het enzym wordt waarschijnlijk wel in het maagdarmstelsel van het kind verteerd.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Cerezyme heeft geen of verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen.
4.8
Bijwerkingen
Lijst in tabelvorm met de bijwerkingen
De bijwerkingen zijn in de onderstaande tabel onderverdeeld volgens systeem/orgaanklassen en
frequentie (vaak (≥ 1/100 tot < 1/10), soms (≥ 1/1.000 tot < 1/100) en zelden (≥ 1/10.000 tot <
1/1.000)). Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst.
Systeem/orgaanklasse
volgens MedDRA
Zenuwstelselaandoeningen
Hartaandoeningen
Bloedvataandoeningen
Ademhalingsstelsel-,
borstkas- en
mediastinumaandoeningen
Maagdarmstelselaandoening
en
Immuunsysteemaandoeninge
n
Huid- en
onderhuidaandoeningen
Skeletspierstelsel- en
bindweefselaandoeningen
Algemene aandoeningen en
toedieningsplaatsstoornissen
Vaak
Soms
Duizeligheid, hoofdpijn,
paresthesie*
Tachycardie*, cyanose*
Blozen*, hypotensie*
Zelden
Dyspneu*, hoest*
Overgevoeligheidsre
acties
Urticaria/angio-
oedeem*, pruritus*,
uitslag*
Braken, misselijkheid,
buikkrampen, diarree
Anafylactoïde
reacties
Artralgie, rugpijn*
Ongemak op de plaats
van de infusie, brandend
gevoel op de plaats van
de infusie, zwelling op
de plaats van de infusie,
5
steriel abces op de plaats
van de infusie,
beklemmend gevoel op
de borst*, koorts,
rillingen, vermoeidheid
Bij in totaal circa 3% van de patiënten zijn symptomen waargenomen die op overgevoeligheid duiden
(in de bovenstaande tabel met een * aangegeven). Deze symptomen traden voor het eerst op tijdens of
kort na de infusies. Deze symptomen reageren gewoonlijk goed op een behandeling met
antihistaminen en/of corticosteroïden. Patiënten moeten worden geadviseerd de infusie van het
product te staken en contact met hun arts op te nemen als deze verschijnselen zich voordoen.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Er zijn geen gevallen van overdosering gerapporteerd. Patiënten zijn behandeld met doses tot
maximaal 240 E/kg lichaamsgewicht eenmaal per twee weken.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Enzym-imiglucerase (op macrofagen gericht recombinant
β-
glucocerebrosidase), ATC-code: A16AB02.
Werkingsmechanisme
De ziekte van Gaucher is een zeldzame recessief erfelijke stofwisselingsziekte die wordt veroorzaakt
door een deficiëntie van het lysosomale enzym zure
β-glucosidase.
Dit enzym zorgt voor de afbraak
van glucosylceramide, een essentieel bestanddeel van de lipidenstructuur van celmembranen, in
glucose en ceramide. Bij mensen met de ziekte van Gaucher vindt er onvoldoende afbraak van
glucosylceramide plaats, waardoor grote hoeveelheden van dit substraat zich opstapelen in de
lysosomen van macrofagen (‘Gaucher-cellen’ genoemd). Dit resulteert in een uitgebreide secundaire
pathologie.
Gaucher-cellen bevinden zich met name in de lever, de milt en het beenmerg en soms in de longen, de
nieren en het darmkanaal. Klinisch gezien demonstreert de ziekte van Gaucher een heterogeen
fenotypisch spectrum. De meest frequent voorkomende manifestaties van de ziekte zijn
hepatosplenomegalie, trombocytopenie, anemie en skeletpathologie. Vaak zijn afwijkingen van het
skelet de meest slopende en invaliderende kenmerken van de ziekte van Gaucher. Deze afwijkingen
bestaan uit infiltratie van het beenmerg, osteonecrose, botpijn en botcrises, osteopenie en osteoporose,
pathologische fracturen en groeistoornissen. De ziekte van Gaucher wordt in verband gebracht met een
toename van de glucoseproductie en een verhoging van het basaal metabolisme, wat kan bijdragen aan
vermoeidheid en cachexie. Bij patiënten met de ziekte van Gaucher kan ook sprake zijn van een low
grade inflammatoir profiel. Daarbij is de ziekte van Gaucher in verband gebracht met een verhoogd
risico op afwijkingen van immunoglobulines, zoals hyperimmunoglobulinemie, polyklonale
gammopathie, monoklonale gammopathie met onbekende significantie (MGUS) en multipel
myeloom. Onbehandeld is de ziekte van Gaucher meestal progressief en bestaat het risico dat er na
verloop van tijd irreversibele complicaties in verschillende organen ontstaan. De klinische
manifestaties van de ziekte van Gaucher kunnen de kwaliteit van leven negatief beïnvloeden. De
6
ziekte gaat gepaard met een toename van de morbiditeit en vroege mortaliteit. Als de verschijnselen en
symptomen van de ziekte van Gaucher zich al in de kinderjaren voordoen, duidt dit op een ernstige
vorm van de ziekte. Bij kinderen kan de ziekte van Gaucher leiden tot een groeiachterstand en een
vertraagde puberteit.
Pulmonale hypertensie is een bekende complicatie van de ziekte van Gaucher. Patiënten die een
splenectomie hebben ondergaan, hebben een verhoogd risico op pulmonale hypertensie. Een
behandeling met Cerezyme betekent in de meeste gevallen dat de noodzaak voor een splenectomie
afneemt, en indien in een vroeg stadium met de behandeling wordt begonnen, lijkt het risico op
pulmonale hypertensie af te nemen. Het verdient aanbeveling de patiënt na het vaststellen van de
ziekte van Gaucher en in de periode daarna regelmatig te controleren op de aanwezigheid van
pulmonale hypertensie. In het bijzonder moeten patiënten bij wie pulmonale hypertensie is
geconstateerd met een adequate dosis Cerezyme worden behandeld om de onderliggende ziekte van
Gaucher onder controle te houden. Ook moet bij deze patiënten worden onderzocht of ze aanvullende
behandelingen voor pulmonale hypertensie nodig hebben.
Farmacodynamische effecten
Imiglucerase (op macrofagen gericht recombinant zure
β-glucosidase)
vervangt de deficiënte
enzymactiviteit en hydrolyseert glucosylceramide, waardoor initiële pathofysiologie wordt
gecorrigeerd en secundaire pathologie wordt voorkomen. Cerezyme reduceert de omvang van de milt
en de lever, verbetert of normaliseert trombocytopenie en anemie, verbetert of normaliseert de
botmineraaldichtheid en de bone marrow burden (BMB), en reduceert of verhelpt botpijn en botcrises.
Cerezyme reduceert het basaal metabolisme. Er is gebleken dat Cerezyme zowel de geestelijke als
lichamelijke aspecten van de kwaliteit van leven van patiënten met de ziekte van Gaucher verbetert.
Cerezyme reduceert chitotriosidase, een biomarker voor de stapeling van glucosylceramide in
macrofagen en de respons op de behandeling. Bij kinderen is gebleken dat Cerezyme een normale
puberteitsontwikkeling en inhaalgroei mogelijk maakt, waardoor de patiënt op volwassen leeftijd een
normale lengte en botmineraaldichtheid heeft.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De snelheid en de mate van respons op een behandeling met Cerezyme zijn dosisafhankelijk. Over het
algemeen kunnen verbeteringen veel eerder worden waargenomen in orgaansystemen met een snellere
turnover, zoals het hematologische systeem, dan in orgaansystemen met een langzamere turnover,
zoals de botten.
Bij een analyse van het ICGG Gaucher Registry onder een groot cohort patiënten (n=528) met de
ziekte van Gaucher type 1 werd een tijds- en dosisafhankelijk effect van Cerezyme waargenomen voor
hematologische en viscerale parameters (aantal bloedplaatjes, hemoglobineconcentratie, omvang van
de milt en de lever) bij doseringen van 15, 30 en 60 E/kg lichaamsgewicht eenmaal per 2 weken.
Patiënten die met 60 E/kg lichaamsgewicht eenmaal per 2 weken werden behandeld, vertoonden een
snellere verbetering en een groter maximaal behandelingseffect ten opzichte van patiënten die met
lagere doseringen werden behandeld.
Op vergelijkbare wijze werd op basis van het ICGG Gaucher Registry een analyse uitgevoerd van de
botmineraaldichtheid met behulp van een DEXA-scan (dual-energy X-ray absorptiometry) bij
342 patiënten. Na een behandeling van 8 jaar met een dosis Cerezyme van 60 E/kg lichaamsgewicht
eenmaal per 2 weken werd een normale botmineraaldichtheid bereikt. Dit was niet het geval bij lagere
doses van 15 en 30 E/kg lichaamsgewicht eenmaal per 2 weken (Wenstrup et al., 2007).
In een andere studie werden 2 cohorten patiënten onderzocht die met een mediane dosis van 80 E/kg
lichaamsgewicht eenmaal per 4 weken of een mediane dosis van 30 E/kg lichaamsgewicht eenmaal
per 4 weken werden behandeld. Bij patiënten met een bone marrow burden-score
van ≥ 6
nam in het
cohort dat een hogere dosis kreeg (33%, n=22) de score vaker af met 2 punten na een behandeling met
Cerezyme van 24 maanden dan in het cohort dat met een lagere dosis werd behandeld (10%, n=13) (de
Fost et al., 2006).
7
Bij een behandeling met Cerezyme in een dosis van 60 E/kg lichaamsgewicht eenmaal per 2 weken
trad al na 3 maanden een verbetering van de botpijn op, nam binnen 12 maanden het aantal botcrises
af, en verbeterde de botmineraaldichtheid na een behandeling van 24 maanden (Sims et al., 2008).
De gebruikelijke infusiefrequentie is eenmaal per 2 weken (zie rubriek 4.2). Een onderhoudstherapie
om de 4 weken (Q4) met dezelfde cumulatieve dosis als de dosis van eenmaal per 2 weken (Q2) is
bestudeerd bij volwassen patiënten met een stabiele residuale vorm van de ziekte van Gaucher type 1.
Veranderingen van de uitgangswaarde in hemoglobine, bloedplaatjes, lever- en miltvolumes, botcrises
en botziekte omvatte een vooraf samengesteld eindpunt. Het bereiken of stabiliseren van bestaande
therapeutische doelen van de gediagnostiseerde ziekte van Gaucher voor de hematologische en
viscerale parameters omvatte een extra eindpunt. 63% van de Q4- en 81% van de Q2-behandelde
patiënten voldeden aan het samengestelde eindpunt bij 24 maanden. Het verschil was niet statistisch
significant gebaseerd op de 95% CI (-0,357; 0,058). 89% van de Q4- en 100% van de Q2-behandelde
patiënten bereikten het op therapeutische doelen gebaseerde eindpunt. Het verschil was niet statistisch
significant gebaseerd op de 95% CI (-0,231; 0,060). Een Q4-doseringsschema zou een therapeutische
optie kunnen zijn voor sommige volwassen patiënten met een stabiele residuale vorm van de ziekte
van Gaucher type 1, maar klinische gegevens zijn beperkt.
Er zijn geen gecontroleerde klinische onderzoeken uitgevoerd naar de werkzaamheid van Cerezyme
ten aanzien van de neurologische verschijnselen van de ziekte. Derhalve kunnen geen conclusies
worden getrokken omtrent het effect van enzymsubstitutietherapie op de neurologische verschijnselen
van de ziekte.
Medici en andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg worden aangespoord om patiënten met
de ziekte van Gaucher, inclusief patiënten met chronische neuronopathische verschijnselen van de
ziekte, te registreren in de “ICGG Gaucher Registry”. In dit Register worden patiënten gegevens
anoniem verzameld. Het doel van de “ICGG Gaucher Registry” is om de kennis over de ziekte van
Gaucher te bevorderen en om de effectiviteit van enzymsubstitutietherapie te beoordelen, uiteindelijk
leidend tot een verbetering in het veilige en werkzame gebruik van Cerezyme.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Tijdens een één uur durende intraveneuze infusie van vier doses (7,5; 15; 30 en 60 E/kg) imiglucerase
werd na 30 minuten een steady state in de enzymatische activiteit bereikt. Na de infusie daalde de
enzymatische activiteit in het plasma snel, waarbij de eliminatiehalfwaardetijd uiteenliep van 3,6 tot
10,4 minuten. De plasmaklaring liep uiteen van 9,8 tot 20,3 ml/min/kg (gemiddelde ± S.D.: 14,5 ± 4,0
ml/min/kg). Het voor het lichaamsgewicht gecorrigeerde verdelingsvolume liep uiteen van 0,09 tot
0,15 l/kg (gemiddelde ± S.D.: 0,12 ± 0,02 l/kg). De voor deze variabelen gevonden waarden lijken
geen verband te houden met de toegediende dosis of de infusieduur. Bij elke dosis en infusiesnelheid
werden echter slechts een of twee patiënten bestudeerd.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig
van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij eenmalige en
herhaalde dosering en genotoxiciteit.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Mannitol,
natriumcitraat (om de pH aan te passen),
citroenzuur-monohydraat (om de pH aan te passen),
polysorbaat 80.
8
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
In verband met het ontbreken van onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met
andere geneesmiddelen gemengd worden.
6.3
Houdbaarheid
Ongeopende flacons:
3 jaar
Verdunde oplossing:
Uit het oogpunt van microbiologische veiligheid moet het product direct worden gebruikt. Als het
product niet direct wordt gebruikt, zijn de opslag tijdens het gebruik en de condities vóór gebruik de
verantwoordelijkheid van de gebruiker en mag het product niet langer dan 24 uur worden bewaard bij
een temperatuur tussen 2 °C en 8 °C buiten invloed van licht.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de koelkast (2°C – 8°C).
Voor de bewaarcondities van het geneesmiddel na verdunning, zie rubriek 6.3.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Cerezyme wordt geleverd in flacons à 20 ml van glas type I borosilicaat (helder). De sluiting bestaat
uit een gesiliconeerde butylrubber stop, beschermd met een tamper proof flip-off kapje.
Om voldoende volume voor nauwkeurige toediening te waarborgen, bevat elke flacon een overmaat
van 0,6 ml.
Verpakkingsgrootten: 1, 5 of 25 flacons in een kartonnen doosje.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Elke flacon met Cerezyme is uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Het poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie moet met water voor injecties worden
gereconstitueerd, worden verdund met 0,9% natriumchlorideoplossing voor intraveneuze toediening,
en vervolgens worden toegediend per intraveneuze infusie.
Stel aan de hand van het doseringsschema voor de desbetreffende patiënt vast hoeveel flacons moeten
worden gereconstitueerd, en neem dit aantal flacons uit de koelkast.
Om geen aangebroken flacons te hoeven weggooien zijn kleine aanpassingen in de dosering
toegestaan. De dosering kan worden afgerond op volle flacons, zolang de totale maandelijkse dosering
niet wezenlijk wordt veranderd.
Werk aseptisch
Reconstitutie
Reconstitueer de inhoud van iedere flacon met 10,2 ml water voor injecties; breng het water voor
injecties niet met kracht in aanraking met het poeder en vermijd schuimvorming van de oplossing door
voorzichtig te mengen. Het volume na reconstitutie bedraagt 10,6 ml. De gereconstitueerde oplossing
heeft een pH van ongeveer 6,2.
9
Na reconstitutie is het een heldere, kleurloze vloeistof zonder vreemde deeltjes. De gereconstitueerde
oplossing moet verder worden verdund. Controleer vóór verdere verdunning de gereconstitueerde
oplossing in iedere flacon visueel op de aanwezigheid van vreemde deeltjes en op verkleuring.
Gebruik nooit flacons die vreemde deeltjes bevatten of waarvan de inhoud is verkleurd. Na
reconstitutie dient de inhoud van de flacons onmiddellijk te worden verdund en niet te worden
bewaard voor verder gebruik.
Verdunning
De gereconstitueerde oplossing bevat 40 eenheden imiglucerase per ml. Het gereconstitueerde volume
is zodanig dat uit iedere flacon nauwkeurig 10,0 ml (overeenkomend met 400 eenheden) kan worden
opgezogen. Zuig uit iedere flacon 10,0 ml gereconstitueerde oplossing op en voeg de opgezogen
volumes samen. Verdun de samengevoegde volumes vervolgens met 0,9% natriumchlorideoplossing
voor intraveneuze toediening tot een totaal volume van 100 tot 200 ml. Meng de oplossing voor
infusie voorzichtig.
Toediening
Aanbevolen wordt de verdunde oplossing via een in-line laag-eiwitbindende filter van 0,2 µm toe te
dienen om eventuele eiwitdeeltjes te verwijderen. Dit leidt niet tot verlies aan activiteit van
imiglucerase. Aanbevolen wordt de verdunde oplossing binnen drie uur toe te dienen. Het met 0,9%
natriumchlorideoplossing voor intraveneuze toediening verdunde product blijft maximaal 24 uur
chemisch stabiel als het bij 2°C en 8°C, buiten invloed van licht, wordt bewaard; de microbiologische
veiligheid van het product wordt echter bepaald door de aseptische werkwijze tijdens het
reconstitueren en verdunnen.
Cerezyme bevat geen conserveringsmiddelen. Alle ongebruikte producten en afvalstoffen dienen te
worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Genzyme Europe B.V., Paasheuvelweg 25, 1105 BP Amsterdam, Nederland.
8.
NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/97/053/003
EU/1/97/053/004
EU/1/97/053/005
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 17 november 1997
Datum van laatste verlenging: 17 september 2007
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
10
BIJLAGE II
A.
B.
C.
D.
FABRIKANT(EN) VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF(FEN) EN
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN
VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
11
A.
FABRIKANT(EN) VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF(FEN) EN
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) van de biologisch werkzame stof(fen)
Resilience US, Inc., 500 Soldiers Field Road, Allston, MA 02134, Verenigde Staten
Lonza Biologics Inc., 101 International Drive, Portsmouth, NH 03801, Verenigde Staten
Genzyme Corporation, 8, 45, 68, 74, 80 New York Avenue, Framingham, MA 01701, Verenigde
Staten
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Genzyme Ireland Limited, IDA Industrial Park, Old Kilmeaden Road, Waterford, Ierland
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C.
•
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen (PSUR’s)
De vereisten voor de indiening van PSURS’s worden vermeld in de lijst met Europese referentiedata
(EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van Richtlijn 2001/83/EG en
eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese webportaal voor
geneesmiddelen.
D.
•
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk management plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-aanpasingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
•
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
•
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
•
Extra risicobeperkende maatregelen
Educatief materiaal voor het gebruik van Cerezyme bij thuisinfusie, bestaande uit:
•
Handleiding voor patiënten met de ziekte van Gaucher die thuisinfusie krijgen;
12
•
Gids voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg die patiënten met de ziekte
van Gaucher behandelen.
13
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
14
A. ETIKETTERING
15
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENVERPAKKING (1 FLACON, 5 FLACONS, 25 FLACONS)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Cerezyme 400 eenheden
Poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
imiglucerase
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere flacon bevat 400 eenheden imiglucerase.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: mannitol, natriumcitraat, citroenzuur-monohydraat en polysorbaat 80.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
1 flacon met poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie.
5 flacons met poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie.
25 flacons met poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intraveneus gebruik
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
8.
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Bewaren in de koelkast.
16
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
Eventueel resterende oplossing moet worden weggegooid.
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Genzyme Europe B.V.
Paasheuvelweg 25
1105 BP Amsterdam
Nederland
12.
NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/97/053/003 1 flacon met poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
EU/1/97/053/004 5 flacons met poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
EU/1/97/053/005 25 flacons met poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
13.
Lot:
14.
15.
16.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
PARTIJNUMMER
Cerezyme 400 U
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC: {nummer}
SN: {nummer}
NN: {nummer}
17
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET / FLACON
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Cerezyme 400 eenheden
Poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
imiglucerase
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Intraveneus gebruik
3.
EXP
4.
Lot:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Elke flacon bevat 400 eenheden imiglucerase.
6.
OVERIGE
Genzyme Europe B.V. - NL
Bewaren in de koelkast.
18
B. BIJSLUITER
19
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Cerezyme 400 eenheden poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
Imiglucerase
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Cerezyme en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Cerezyme en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Cerezyme bevat de werkzame stof imiglucerase en wordt gebruikt voor de behandeling van patiënten
met de bevestigde diagnose ziekte van Gaucher type 1 of type 3 en met ziekteverschijnselen zoals:
anemie (te weinig rode bloedlichaampjes), verhoogde bloedingsneiging (als gevolg van een tekort aan
bloedplaatjes – een type bloedcel), vergrote milt of lever of botziekte.
Personen met de ziekte van Gaucher hebben een lage concentratie van het enzym zure
β-glucosidase.
Dit enzym helpt het lichaam de hoeveelheid glucosylceramide onder controle te brengen.
Glucosylceramide is een natuurlijke stof in het lichaam, gemaakt van suiker en vet. Bij de ziekte van
Gaucher kan de concentratie van glucosylceramide te hoog worden.
Cerezyme is een kunstmatig enzym, imiglucerase genoemd. Het kan het natuurlijke enzym zure
β-glucosidase
vervangen waarvan de activiteit niet hoog genoeg is of ontbreekt bij patiënten met de
ziekte van Gaucher.
De informatie in deze bijsluiter is op alle patiëntengroepen van toepassing, met inbegrip van kinderen,
adolescenten, volwassenen en ouderen.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt:
-
als u met Cerezyme wordt behandeld, kunt u een allergische reactie ondervinden terwijl u het
geneesmiddel toegediend krijgt of kort daarna. Als u een dergelijke reactie hebt, moet u
uw arts
onmiddellijk op de hoogte brengen.
Mogelijk test uw arts of u een allergische reactie hebt op
imiglucerase.
20
-
sommige patiënten met de ziekte van Gaucher hebben een hoge bloeddruk in de longen
(pulmonale hypertensie). De oorzaak kan onbekend zijn, of kan het gevolg zijn van hart-, long-
of leverproblemen. Dit kan optreden ongeacht of de patiënt wel of niet met Cerezyme wordt
behandeld, maar als u
kortademig
wordt, moet u uw arts op de hoogte brengen.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Cerezyme nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan? Vertel dat
dan uw arts of apotheker. Dat geldt ook voor geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig
heeft.
Cerezyme mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen in dezelfde infusie (druppelinfuus)
worden toegediend.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Het wordt aanbevolen om Cerezyme tijdens de zwangerschap en borstvoeding met de nodige
voorzichtigheid te gebruiken.
Cerezyme bevat natrium
Dit geneesmiddel bevat natrium en wordt toegediend in een 0,9% natriumchlorideoplossing voor
intraveneuze toediening. Hiermee moet rekening worden gehouden bij patiënten die een natriumarm
dieet volgen. Dit middel bevat 280 mg natrium (een belangrijk bestanddeel van keukenzout/tafelzout)
per flacon. Dit komt overeen met 14% van de aanbevolen maximale dagelijkse hoeveelheid natrium in
de voeding voor een volwassene.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Instructies voor een correct gebruik
Cerezyme wordt via een druppelinfuus in een ader toegediend (via intraveneuze infusie).
Het wordt geleverd in de vorm van een poeder dat vóór toediening met steriel water wordt gemengd.
Cerezyme wordt uitsluitend gebruikt onder toezicht van een arts die ervaren is in de behandeling van
de ziekte van Gaucher. Uw arts kan aangeven dat u thuis kunt worden behandeld op voorwaarde dat u
aan bepaalde criteria voldoet. Neem contact op met uw arts als u thuis wilt worden behandeld.
Uw dosering zal voor u specifiek zijn. Uw arts zal uw dosering bepalen op basis van de ernst van uw
symptomen en andere factoren. De aanbevolen doseringis 60 eenheden/kg lichaamsgewicht, eenmaal
per 2 weken toegediend.
Uw arts zal uw reactie op uw behandeling nauwlettend controleren en kan uw dosering veranderen
(verhogen of verlagen) totdat hij/zij de beste dosering vindt om uw symptomen onder controle te
brengen.
Als deze dosering gevonden is, zal uw arts uw reactie nog steeds blijven controleren om zeker te zijn
dat u de juiste dosering gebruikt. Deze controle kan om de 6 à 12 maanden plaatsvinden.
Er is geen informatie over het effect van Cerezyme op symptomen op basis van de hersenen van
patiënten met de chronische neuronopathische vorm van de ziekte van Gaucher. Daarom kan er geen
speciaal doseringsschema worden aanbevolen.
De “ICGG Gaucher Registry”
U kunt uw arts vragen om uw patiënteninformatie te registreren in de “ICGG Gaucher Registry”. Het
doel van deze “Registry” is om de kennis over de ziekte van Gaucher te bevorderen en om te
controleren hoe goed een enzymsubstitutietherapie, zoals Cerezyme, werkt. Dit zou tot een verbetering
21
van het veilige en werkzame gebruik van Cerezyme moeten leiden. Uw patiënteninformatie wordt
anoniem geregistreerd. Niemand weet dat het om informatie gaat die u betreft.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Er zijn geen gevallen van overdosering gemeld.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als u een infusie hebt overgeslagen, neem dan contact op met uw arts.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Vaak
(kunnen tot 1 op 10 mensen treffen):
-
buiten adem zijn
-
hoest
-
galbulten/plaatselijke zwelling van de huid of binnenkant van de mond of keel
-
jeuk
-
huiduitslag
Soms
(kunnen tot 1 op 100 mensen treffen):
-
duizeligheid
-
hoofdpijn
-
een tintelend, prikkelend, brandend of verdoofd gevoel van de huid
-
versnelde hartslag
-
blauwkleuring van de huid
-
blozen
-
bloeddrukdaling
-
braken
-
misselijkheid
-
buikkrampen
-
diarree
-
pijn in de gewrichten
-
irritatie op de plaats van de infusie
-
brandend gevoel op de plaats van de infusie
-
zwelling op de plaats van de infusie
-
steriel abces op de plaats van de infusie
-
pijn op de borst
-
koorts
-
rillingen
-
vermoeidheid
-
rugpijn
Zelden
(kunnen tot 1 op 1000 mensen treffen):
-
anafylactoïde reacties
Sommige bijwerkingen werden aanvankelijk waargenomen terwijl patiënten het geneesmiddel
toegediend kregen of kort daarna. Deze omvatten jeuk, blozen, galbulten/plaatselijke zwelling van de
huid of binnenkant van de mond of keel, pijn op de borst, versnelde hartslag, blauwkleuring van de
huid, buiten adem zijn, een tintelend, prikkelend, brandend of verdoofd gevoel van de huid,
bloeddrukdaling en rugpijn. Als u een van deze symptomen ondervindt,
breng dan onmiddellijk uw
22
arts op de hoogte.
Het is mogelijk dat u aanvullende geneesmiddelen moet krijgen om een allergische
reactie te voorkomen (bijv. antihistaminica en/of corticosteroïden).
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het etiket
en de doos na “EXP”. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Ongeopende flacons:
Bewaren in de koelkast (2°C – 8°C).
Verdunde oplossing:
Het wordt aanbevolen om Cerezyme te gebruiken onmiddellijk nadat het met steriel water is gemengd.
De gemengde oplossing in de flacon kan niet worden bewaard en moet onmiddellijk worden verdund
in een infusiezak; alleen de verdunde oplossing kan maximaal 24 uur worden bewaard als deze op een
koele (2°C – 8°C) en donkere plaats wordt bewaard.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is imiglucerase. Imiglucerase is een gemodificeerde vorm van
het humane enzym zure
β-glucosidase
dat met behulp van DNA-recombinant technologie wordt
geproduceerd. Eén flacon bevat 400 eenheden imiglucerase. Na reconstitutie bevat de oplossing
40 eenheden imiglucerase per ml.
-
De andere stoffen in dit middel zijn:
mannitol, natriumcitraat, citroenzuur-monohydraat en polysorbaat 80.
Hoe ziet Cerezyme eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Cerezyme 400 eenheden wordt geleverd in de vorm van een poeder voor concentraat voor oplossing
voor infusie (in een flacon, verpakkingsgrootte van 1, 5 of 25). Het kan voorkomen dat niet alle
verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
Cerezyme wordt geleverd in de vorm van een wit tot gebroken wit poeder. Na reconstitutie is het een
heldere, kleurloze vloeistof zonder vreemde deeltjes. De gereconstitueerde oplossing moet verder
worden verdund.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Genzyme Europe B.V., Paasheuvelweg 25, 1105 BP Amsterdam, Nederland
Fabrikant
23
Genzyme Ireland Limited, IDA Industrial Park, Old Kilmeaden Road, Waterford, Ierland
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen.
België/Belgique/Belgien/
Luxembourg/Luxemburg
Sanofi Belgium
Tél/Tel: + 32 2 710 54 00
България
Swixx Biopharma EOOD
Тел.:
+359 (0)2 4942 480
Česká republika
sanofi-aventis, s.r.o.
Tel: +420 233 086 111
Danmark
sanofi A/S
Tlf: +45 45 16 70 00
Deutschland
Sanofi-Aventis Deutschland GmbH
Tel: 0800 04 36 996
Tel. aus dem Ausland: +49 69 305 70 13
Eesti
Swixx Biopharma OÜ
Tel: +372 640 10 30
Ελλάδα
sanofi-aventis AEBE
Τηλ: +30 210 900 1600
España
sanofi-aventis, S.A.
Tel: +34 93 485 94 00
France
sanofi-aventis France
Tél: 0 800 222 555
Appel depuis l’étranger : +33 1 57 63 23 23
Hrvatska
Swixx Biopharma d.o.o.
Tel: +385 1 2078 500
Ireland
sanofi-aventis Ireland Ltd. T/A SANOFI
Tel: +353 (0) 1 403 56 00
Ísland
Vistor hf.
Sími: +354 535 7000
24
Lietuva
Swixx Biopharma UAB
Tel: +370 5 236 91 40
Magyarország
SANOFI-AVENTIS Zrt.
Tel: +36 1 505 0050
Malta
Sanofi S.r.l.
+39 02 39394275
Nederland
Genzyme Europe B.V.
Tel: +31 20 245 4000
Norge
sanofi-aventis Norge AS
Tlf: + 47 67 10 71 00
Österreich
sanofi-aventis GmbH
Tel: + 43 1 80 185 - 0
Polska
sanofi-aventis Sp. z o.o.
Tel.: +48 22 280 00 00
Portugal
Sanofi – Produtos Farmacêuticos, Lda.
Tel: +351 21 35 89 400
România
Sanofi Romania SRL
Tel: +40 (0) 21 317 31 36
Slovenija
Swixx Biopharma d.o.o.
Tel: +386 1 235 51 00
Slovenská republika
Swixx Biopharma s.r.o.
Tel: +421 2 208 33 600
Suomi/Finland
Sanofi Oy
Puh/Tel: + 358 201 200 300
Italia
Sanofi S.r.l.
Tel: 800 536 389
Κύπρος
C.A. Papaellinas Ltd.
Τηλ:
+357 22 741741
Latvija
Swixx Biopharma SIA
Tel: +371 6 616 47 50
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in:
Sverige
Sanofi AB
Tel: +46 (0)8 634 50 00
United Kingdom
sanofi-aventis Ireland Ltd. T/A SANOFI
Tel: +44 (0) 800 035 2525
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu.
Hier vindt u ook verwijzingen naar andere
websites over zeldzame ziektes en hun behandelingen.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
Instructies voor gebruik – reconstitutie, verdunning en toediening
Elke flacon met Cerezyme is uitsluitend voor eenmalig gebruik. Na reconstitutie bevat elke flacon met
Cerezyme 400 eenheden imiglucerase in 10,0 ml (40 eenheden per ml).
Stel aan de hand van het doseerschema voor de desbetreffende patiënt vast hoeveel flacons moeten
worden gereconstitueerd, en neem dit aantal flacons uit de koelkast.
Werk aseptisch
Reconstitutie
Reconstitueer de inhoud van iedere flacon met 10,2 ml water voor injecties; breng het water voor
injecties niet met kracht in aanraking met het poeder en vermijd schuimvorming van de oplossing door
voorzichtig te mengen. Het volume na reconstitutie bedraagt 10,6 ml. De gereconstitueerde oplossing
heeft een pH van ongeveer 6,2.
Na reconstitutie is het een heldere, kleurloze vloeistof zonder vreemde deeltjes. De gereconstitueerde
oplossing moet verder worden verdund. Controleer vóór verdere verdunning de gereconstitueerde
oplossing in iedere flacon visueel op de aanwezigheid van vreemde deeltjes en op verkleuring.
Gebruik nooit flacons die vreemde deeltjes bevatten of waarvan de inhoud is verkleurd. Na
reconstitutie dient de inhoud van de flacons onmiddellijk te worden verdund en niet te worden
bewaard voor verder gebruik.
Verdunning
De gereconstitueerde oplossing bevat 40 eenheden imiglucerase per ml. Het gereconstitueerde volume
is zodanig dat uit iedere flacon nauwkeurig 10,0 ml (overeenkomend met 400 eenheden) kan worden
opgezogen. Zuig uit iedere flacon 10,0 ml gereconstitueerde oplossing op en voeg de opgezogen
volumes samen. Verdun de samengevoegde volumes met 0,9% natriumchlorideoplossing voor
intraveneuze toediening tot een totaal volume van 100 tot 200 ml. Meng de oplossing voor infusie
voorzichtig.
Toediening
25
Aanbevolen wordt de verdunde oplossing via een in-line laag-eiwitbindende filter van 0,2 µm toe te
dienen om eventuele eiwitdeeltjes te verwijderen. Dit leidt niet tot verlies aan activiteit van
imiglucerase. Aanbevolen wordt de verdunde oplossing binnen drie uur toe te dienen. Het met 0,9%
natriumchlorideoplossing voor intraveneuze toediening verdunde product blijft maximaal 24 uur
chemisch stabiel als het bij 2°C en 8°C, buiten invloed van licht, wordt bewaard; de microbiologische
veiligheid van het product wordt echter bepaald door de aseptische werkwijze tijdens het
reconstitueren en verdunnen.
Cerezyme bevat geen conserveringsmiddelen. Alle ongebruikte producten en afvalstoffen dienen te
worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften.
26
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Cerezyme 400 eenheden poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke flacon bevat 400 eenheden* imiglucerase**.
Na reconstitutie bevat de oplossing 40 eenheden (ongeveer 1,0 mg) imiglucerase per ml
(400 U/10 ml).
* Eén eenheid enzym (E) is de hoeveelheid die nodig is om bij een temperatuur van 37°C één
micromol van het synthetische substraat para-nitrofenyl--D-glucopyranoside (pNP-Glc) in één
minuut te hydrolyseren.
** Imiglucerase is een gemodificeerde vorm van humaan zure -glucosidase dat wordt geproduceerd
met behulp van recombinante DNA-technologie, waarbij gebruik wordt gemaakt van celculturen uit de
ovaria van Chinese hamsters, met mannosemodificatie om macrofagen te targeten.
Hulpstoffen:
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
Dit geneesmiddel bevat natrium en wordt toegediend in een 0,9% natriumchlorideoplossing voor
intraveneuze toediening (zie rubriek 6.6). Na reconstitutie bevat de oplossing 1,24 mmol natrium
(400 U/10 ml). Hiermee moet rekening worden gehouden bij patiënten die een natriumarm dieet
volgen.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie.
Cerezyme is een wit tot gebroken wit poeder.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Cerezyme (imiglucerase) is geïndiceerd voor gebruik als langdurige enzymsubstitutietherapie bij
patiënten met een bevestigde diagnose van niet-neuronopathische (type 1) of chronische
neuronopathische (type 3) ziekte van Gaucher die klinisch significante niet-neurologische
verschijnselen van de ziekte vertonen.
De niet-neurologische verschijnselen van de ziekte van Gaucher bestaan uit een of meer van de
volgende aandoeningen:
·
anemie na uitsluiting van andere oorzaken, bijvoorbeeld ijzerdeficiëntie
·
trombocytopenie
·
botziekte na uitsluiting van andere oorzaken, zoals vitamine D-deficiëntie
·
hepatomegalie of splenomegalie
4.2 Dosering en wijze van toediening
Disease management moet gebeuren onder leiding van artsen die bekend zijn met de behandeling van
de ziekte van Gaucher.
2
Gezien de heterogeniteit en de multisystemische aard van de ziekte van Gaucher, moet de dosering
voor iedere patiënt individueel worden vastgesteld, na een uitgebreide beoordeling van alle klinische
verschijnselen van de ziekte. Zodra de individuele respons van de patiënt met betrekking tot alle
relevante klinische verschijnselen duidelijk is vastgesteld, kunnen de doseringen en de frequenties
waarmee het middel wordt toegediend, worden aangepast om ofwel reeds bereikte optimale
parameters voor alle klinische verschijnselen te behouden ofwel de klinische parameters die nog niet
zijn genormaliseerd te verbeteren.
Verscheidene doseerschema's zijn effectief gebleken bij enkele of alle niet-neurologische
verschijnselen. Een aanvangsdosering van 60 E/kg lichaamsgewicht eens per twee weken gaf binnen
zes maanden therapie een verbetering van hematologische en viscerale parameters te zien; voortgezet
gebruik heeft ofwel de progressie van botziekte tot staan gebracht, of botziekte verbeterd. Bij
toediening van lage doses van slechts 15 E/kg lichaamsgewicht eens per twee weken, bleken de
hematologische parameters en de organomegalie weliswaar te verbeteren, maar dit was niet het geval
voor de botparameters. De gebruikelijke infusiefrequentie is eens per twee weken; over deze
infusiefrequentie zijn de meeste gegevens beschikbaar.
Pediatrische patiënten
De dosering hoeft niet te worden aangepast voor pediatrische patiënten.
De werkzaamheid van Cerezyme op neurologische symptomen van patiënten met de chronische
neuronopathische vorm van de ziekte van Gaucher is niet vastgesteld en er kan geen speciaal
doseringsschema voor deze verschijnselen worden aanbevolen (zie rubriek 5.1).
Wijze van toediening
Na reconstitutie en verdunning wordt de bereiding via intraveneuze infusie toegediend. In eerste
instantie mag de snelheid waarmee Cerezyme wordt toegediend niet meer dan 0,5 eenheid per kg
lichaamsgewicht per minuut bedragen. Bij daaropvolgende infusies mag de infusiesnelheid worden
verhoogd, maar nooit tot meer dan 1 eenheid per kg lichaamsgewicht per minuut. Het verhogen van de
infusiesnelheid dient te gebeuren onder toezicht van een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg.
Voor patiënten die gedurende enkele maanden hun infusies goed verdragen, kan thuisinfusie van
Cerezyme worden overwogen. Het besluit om de patiënt te laten overstappen op thuisinfusie dient te
worden genomen na beoordeling en aanbeveling door de behandelend arts. Voor de infusie van
Cerezyme door de patiënt of zorgverlener thuis is training door een arts of verpleegkundige in een
klinische omgeving nodig. De patiënt of zorgverlener ontvangt instructies over de infusietechniek en
het bijhouden van een behandelingsdagboek. Patiënten die tijdens de infusie last krijgen van
bijwerkingen dienen onmiddellijk met de infusie te stoppen en contact op te nemen met een arts of
verpleegkundige en eventuele volgende infusies dienen plaats te vinden in een klinische omgeving. De
dosering en infusiesnelheid dienen thuis constant te blijven en mogen niet worden gewijzigd zonder
toestemming van een arts of verpleegkundige.
Voor instructies over reconstitutie en verdunning van het geneesmiddel voorafgaand aan toediening,
zie rubriek 6.6.
Medici en andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg worden aangespoord om patiënten met
de ziekte van Gaucher, inclusief patiënten met chronische neuronopathische verschijnselen van de
ziekte, te registreren in de 'ICGG Gaucher Registry' (zie rubriek 5.1).
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstoffen.
3
Overgevoeligheid
Uit de huidig beschikbare gegevens, waarbij gebruik is gemaakt van ELISA-screening gevolgd door
een radio-immunoprecipitatie-assay ter bevestiging, blijkt dat tijdens het eerste jaar van behandeling
ongeveer 15% van de behandelde patiënten IgG-antistoffen tegen imiglucerase vormt. Het lijkt erop
dat indien patiënten IgG-antilichamen vormen dit vooral in de eerste zes maanden van de behandeling
zullen doen; na 12 maanden worden nog slechts zelden antistoffen tegen Cerezyme gevormd.
Geadviseerd wordt om patiënten, waarvoor het vermoeden bestaat dat ze verminderd op de
behandeling reageren, regelmatig op de vorming van IgG antistoffen tegen imiglucerase te
controleren.
Patiënten met antistoffen tegen imiglucerase hebben meer kans op overgevoeligheidsreacties (zie
rubriek 4.8). Indien een patiënt reacties vertoont die zouden kunnen wijzen op overgevoeligheid,
wordt verdere controle op imiglucerase-antistoffen geadviseerd. Zoals met elk intraveneus
eiwitproduct zijn ernstige allergieachtige overgevoeligheidsreacties mogelijk, maar deze treden soms
op. Als deze reacties optreden, wordt aanbevolen om de infusie met Cerezyme onmiddellijk stop te
zetten en moet een geschikte medische behandeling worden ingesteld. De huidige medische
standaarden voor een spoedeisende behandeling moeten in acht worden genomen.
Bij patiënten die eerder antistoffen of overgevoeligheidsreacties hebben ontwikkeld tegen Ceredase
(alglucerase), is bij toediening van Cerezyme (imiglucerase) extra voorzichtigheid geboden.
Natrium
Dit geneesmiddel bevat natrium en wordt toegediend in een 0,9% natriumchlorideoplossing voor
intraveneuze toediening (zie rubriek 6.6). Hiermee moet rekening worden gehouden bij patiënten die
een natriumarm dieet volgen. Dit geneesmiddel bevat 280 mg natrium per flacon, overeenkomend met
14% van de door de WHO aanbevolen maximale dagelijkse inname van 2 g voor een volwassene.
Terugvinden herkomst
Om het terugvinden van de herkomst van biologicals te verbeteren moeten de naam en het
batchnummer van het toegediende product goed geregistreerd te worden.
4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en de andere vormen van interactie
Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd.
4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
De beperkte ervaring die beschikbaar is over de uitkomst van 150 zwangerschappen (hoofdzakelijk
gebaseerd op spontane rapportage en literatuuronderzoek), suggereert dat Cerezyme tijdens de
zwangerschap voordelen biedt bij het onder controle brengen van de ziekte van Gaucher. Verder
werden geen misvormingen bij de foetus als gevolg van de behandeling met Cerezyme aangetoond,
hoewel hier weinig statistisch bewijs voor is. In zeldzame gevallen werd het overlijden van de foetus
gemeld, hoewel het niet duidelijk is of dit verband hield met het gebruik van Cerezyme of met de
onderliggende ziekte van Gaucher.
Er is geen onderzoek bij dieren gedaan ter beoordeling van de effecten van Cerezyme op de dracht, de
embryonale en foetale ontwikkeling, de bevalling en de post-natale ontwikkeling. Het is niet bekend of
Cerezyme de bloed-placenta barrière passeert.
4
de risico's van de behandeling tijdens een zwangerschap worden afgewogen. Patiënten die de ziekte
van Gaucher hebben en zwanger worden, kunnen tijdens de zwangerschap en het puerperium een
periode met een verhoogde activiteit van de ziekte ondervinden. Dit omvat een groter risico op
manifestaties van het skelet, exacerbatie van cytopenie, bloedingen en een grotere behoefte aan een
transfusie. Van zowel de zwangerschap als borstvoeding is bekend dat deze de calciumhomeostase bij
de moeder belasten en de bot turnover bevorderen. Dit kan weer bijdragen tot belasting van de
skeletaandoening bij de ziekte van Gaucher.
Vrouwen die nog geen behandeling hebben gehad, moet geadviseerd worden om te overwegen vóór de
conceptie met therapie te beginnen teneinde een optimale gezondheid te bereiken. Bij vrouwen die al
met Cerezyme behandeld worden, zou overwogen moeten worden dit tijdens de hele zwangerschap te
continueren. De zwangerschap en klinische verschijnselen van de ziekte van Gaucher moeten
nauwlettend worden gevolgd om de dosis af te stemmen op de behoeften en de therapeutische respons
van de patiënt.
Borstvoeding
Het is niet bekend of het werkzame bestanddeel van Cerezyme in de moedermelk wordt uitgescheiden.
Het enzym wordt waarschijnlijk wel in het maagdarmstelsel van het kind verteerd.
4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Cerezyme heeft geen of verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen.
4.8 Bijwerkingen
Lijst in tabelvorm met de bijwerkingen
De bijwerkingen zijn in de onderstaande tabel onderverdeeld volgens systeem/orgaanklassen en
frequentie (vaak ( 1/100 tot < 1/10), soms ( 1/1.000 tot < 1/100) en zelden ( 1/10.000 tot <
1/1.000)). Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst.
Systeem/orgaanklasse
Vaak
Soms
Zelden
volgens MedDRA
Zenuwstelselaandoeningen
Duizeligheid, hoofdpijn,
paresthesie*
Hartaandoeningen
Tachycardie*, cyanose*
Bloedvataandoeningen
Blozen*, hypotensie*
Ademhalingsstelsel-,
Dyspneu*, hoest*
borstkas- en
mediastinumaandoeningen
Maagdarmstelselaandoening
Braken, misselijkheid,
en
buikkrampen, diarree
Immuunsysteemaandoeninge Overgevoeligheidsre
Anafylactoïde
n
acties
reacties
Huid- en
Urticaria/angio-
onderhuidaandoeningen
oedeem*, pruritus*,
uitslag*
Skeletspierstelsel- en
Artralgie, rugpijn*
bindweefselaandoeningen
Algemene aandoeningen en
Ongemak op de plaats
toedieningsplaatsstoornissen
van de infusie, brandend
gevoel op de plaats van
de infusie, zwelling op
de plaats van de infusie,
5
van de infusie,
beklemmend gevoel op
de borst*, koorts,
rillingen, vermoeidheid
Bij in totaal circa 3% van de patiënten zijn symptomen waargenomen die op overgevoeligheid duiden
(in de bovenstaande tabel met een * aangegeven). Deze symptomen traden voor het eerst op tijdens of
kort na de infusies. Deze symptomen reageren gewoonlijk goed op een behandeling met
antihistaminen en/of corticosteroïden. Patiënten moeten worden geadviseerd de infusie van het
product te staken en contact met hun arts op te nemen als deze verschijnselen zich voordoen.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9 Overdosering
Er zijn geen gevallen van overdosering gerapporteerd. Patiënten zijn behandeld met doses tot
maximaal 240 E/kg lichaamsgewicht eenmaal per twee weken.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Enzym-imiglucerase (op macrofagen gericht recombinant -
glucocerebrosidase), ATC-code: A16AB02.
Werkingsmechanisme
De ziekte van Gaucher is een zeldzame recessief erfelijke stofwisselingsziekte die wordt veroorzaakt
door een deficiëntie van het lysosomale enzym zure -glucosidase. Dit enzym zorgt voor de afbraak
van glucosylceramide, een essentieel bestanddeel van de lipidenstructuur van celmembranen, in
glucose en ceramide. Bij mensen met de ziekte van Gaucher vindt er onvoldoende afbraak van
glucosylceramide plaats, waardoor grote hoeveelheden van dit substraat zich opstapelen in de
lysosomen van macrofagen (`Gaucher-cellen' genoemd). Dit resulteert in een uitgebreide secundaire
pathologie.
Gaucher-cellen bevinden zich met name in de lever, de milt en het beenmerg en soms in de longen, de
nieren en het darmkanaal. Klinisch gezien demonstreert de ziekte van Gaucher een heterogeen
fenotypisch spectrum. De meest frequent voorkomende manifestaties van de ziekte zijn
hepatosplenomegalie, trombocytopenie, anemie en skeletpathologie. Vaak zijn afwijkingen van het
skelet de meest slopende en invaliderende kenmerken van de ziekte van Gaucher. Deze afwijkingen
bestaan uit infiltratie van het beenmerg, osteonecrose, botpijn en botcrises, osteopenie en osteoporose,
pathologische fracturen en groeistoornissen. De ziekte van Gaucher wordt in verband gebracht met een
toename van de glucoseproductie en een verhoging van het basaal metabolisme, wat kan bijdragen aan
vermoeidheid en cachexie. Bij patiënten met de ziekte van Gaucher kan ook sprake zijn van een low
grade inflammatoir profiel. Daarbij is de ziekte van Gaucher in verband gebracht met een verhoogd
risico op afwijkingen van immunoglobulines, zoals hyperimmunoglobulinemie, polyklonale
gammopathie, monoklonale gammopathie met onbekende significantie (MGUS) en multipel
myeloom. Onbehandeld is de ziekte van Gaucher meestal progressief en bestaat het risico dat er na
verloop van tijd irreversibele complicaties in verschillende organen ontstaan. De klinische
manifestaties van de ziekte van Gaucher kunnen de kwaliteit van leven negatief beïnvloeden. De
6
symptomen van de ziekte van Gaucher zich al in de kinderjaren voordoen, duidt dit op een ernstige
vorm van de ziekte. Bij kinderen kan de ziekte van Gaucher leiden tot een groeiachterstand en een
vertraagde puberteit.
Pulmonale hypertensie is een bekende complicatie van de ziekte van Gaucher. Patiënten die een
splenectomie hebben ondergaan, hebben een verhoogd risico op pulmonale hypertensie. Een
behandeling met Cerezyme betekent in de meeste gevallen dat de noodzaak voor een splenectomie
afneemt, en indien in een vroeg stadium met de behandeling wordt begonnen, lijkt het risico op
pulmonale hypertensie af te nemen. Het verdient aanbeveling de patiënt na het vaststellen van de
ziekte van Gaucher en in de periode daarna regelmatig te controleren op de aanwezigheid van
pulmonale hypertensie. In het bijzonder moeten patiënten bij wie pulmonale hypertensie is
geconstateerd met een adequate dosis Cerezyme worden behandeld om de onderliggende ziekte van
Gaucher onder controle te houden. Ook moet bij deze patiënten worden onderzocht of ze aanvullende
behandelingen voor pulmonale hypertensie nodig hebben.
Farmacodynamische effecten
Imiglucerase (op macrofagen gericht recombinant zure -glucosidase) vervangt de deficiënte
enzymactiviteit en hydrolyseert glucosylceramide, waardoor initiële pathofysiologie wordt
gecorrigeerd en secundaire pathologie wordt voorkomen. Cerezyme reduceert de omvang van de milt
en de lever, verbetert of normaliseert trombocytopenie en anemie, verbetert of normaliseert de
botmineraaldichtheid en de bone marrow burden (BMB), en reduceert of verhelpt botpijn en botcrises.
Cerezyme reduceert het basaal metabolisme. Er is gebleken dat Cerezyme zowel de geestelijke als
lichamelijke aspecten van de kwaliteit van leven van patiënten met de ziekte van Gaucher verbetert.
Cerezyme reduceert chitotriosidase, een biomarker voor de stapeling van glucosylceramide in
macrofagen en de respons op de behandeling. Bij kinderen is gebleken dat Cerezyme een normale
puberteitsontwikkeling en inhaalgroei mogelijk maakt, waardoor de patiënt op volwassen leeftijd een
normale lengte en botmineraaldichtheid heeft.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De snelheid en de mate van respons op een behandeling met Cerezyme zijn dosisafhankelijk. Over het
algemeen kunnen verbeteringen veel eerder worden waargenomen in orgaansystemen met een snellere
turnover, zoals het hematologische systeem, dan in orgaansystemen met een langzamere turnover,
zoals de botten.
Bij een analyse van het ICGG Gaucher Registry onder een groot cohort patiënten (n=528) met de
ziekte van Gaucher type 1 werd een tijds- en dosisafhankelijk effect van Cerezyme waargenomen voor
hematologische en viscerale parameters (aantal bloedplaatjes, hemoglobineconcentratie, omvang van
de milt en de lever) bij doseringen van 15, 30 en 60 E/kg lichaamsgewicht eenmaal per 2 weken.
Patiënten die met 60 E/kg lichaamsgewicht eenmaal per 2 weken werden behandeld, vertoonden een
snellere verbetering en een groter maximaal behandelingseffect ten opzichte van patiënten die met
lagere doseringen werden behandeld.
Op vergelijkbare wijze werd op basis van het ICGG Gaucher Registry een analyse uitgevoerd van de
botmineraaldichtheid met behulp van een DEXA-scan (dual-energy X-ray absorptiometry) bij
342 patiënten. Na een behandeling van 8 jaar met een dosis Cerezyme van 60 E/kg lichaamsgewicht
eenmaal per 2 weken werd een normale botmineraaldichtheid bereikt. Dit was niet het geval bij lagere
doses van 15 en 30 E/kg lichaamsgewicht eenmaal per 2 weken (Wenstrup et al., 2007).
In een andere studie werden 2 cohorten patiënten onderzocht die met een mediane dosis van 80 E/kg
lichaamsgewicht eenmaal per 4 weken of een mediane dosis van 30 E/kg lichaamsgewicht eenmaal
per 4 weken werden behandeld. Bij patiënten met een bone marrow burden-score van 6 nam in het
cohort dat een hogere dosis kreeg (33%, n=22) de score vaker af met 2 punten na een behandeling met
Cerezyme van 24 maanden dan in het cohort dat met een lagere dosis werd behandeld (10%, n=13) (de
Fost et al., 2006).
7
trad al na 3 maanden een verbetering van de botpijn op, nam binnen 12 maanden het aantal botcrises
af, en verbeterde de botmineraaldichtheid na een behandeling van 24 maanden (Sims et al., 2008).
De gebruikelijke infusiefrequentie is eenmaal per 2 weken (zie rubriek 4.2). Een onderhoudstherapie
om de 4 weken (Q4) met dezelfde cumulatieve dosis als de dosis van eenmaal per 2 weken (Q2) is
bestudeerd bij volwassen patiënten met een stabiele residuale vorm van de ziekte van Gaucher type 1.
Veranderingen van de uitgangswaarde in hemoglobine, bloedplaatjes, lever- en miltvolumes, botcrises
en botziekte omvatte een vooraf samengesteld eindpunt. Het bereiken of stabiliseren van bestaande
therapeutische doelen van de gediagnostiseerde ziekte van Gaucher voor de hematologische en
viscerale parameters omvatte een extra eindpunt. 63% van de Q4- en 81% van de Q2-behandelde
patiënten voldeden aan het samengestelde eindpunt bij 24 maanden. Het verschil was niet statistisch
significant gebaseerd op de 95% CI (-0,357; 0,058). 89% van de Q4- en 100% van de Q2-behandelde
patiënten bereikten het op therapeutische doelen gebaseerde eindpunt. Het verschil was niet statistisch
significant gebaseerd op de 95% CI (-0,231; 0,060). Een Q4-doseringsschema zou een therapeutische
optie kunnen zijn voor sommige volwassen patiënten met een stabiele residuale vorm van de ziekte
van Gaucher type 1, maar klinische gegevens zijn beperkt.
Er zijn geen gecontroleerde klinische onderzoeken uitgevoerd naar de werkzaamheid van Cerezyme
ten aanzien van de neurologische verschijnselen van de ziekte. Derhalve kunnen geen conclusies
worden getrokken omtrent het effect van enzymsubstitutietherapie op de neurologische verschijnselen
van de ziekte.
Medici en andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg worden aangespoord om patiënten met
de ziekte van Gaucher, inclusief patiënten met chronische neuronopathische verschijnselen van de
ziekte, te registreren in de 'ICGG Gaucher Registry'. In dit Register worden patiënten gegevens
anoniem verzameld. Het doel van de 'ICGG Gaucher Registry' is om de kennis over de ziekte van
Gaucher te bevorderen en om de effectiviteit van enzymsubstitutietherapie te beoordelen, uiteindelijk
leidend tot een verbetering in het veilige en werkzame gebruik van Cerezyme.
5.2 Farmacokinetische eigenschappen
Tijdens een één uur durende intraveneuze infusie van vier doses (7,5; 15; 30 en 60 E/kg) imiglucerase
werd na 30 minuten een steady state in de enzymatische activiteit bereikt. Na de infusie daalde de
enzymatische activiteit in het plasma snel, waarbij de eliminatiehalfwaardetijd uiteenliep van 3,6 tot
10,4 minuten. De plasmaklaring liep uiteen van 9,8 tot 20,3 ml/min/kg (gemiddelde ± S.D.: 14,5 ± 4,0
ml/min/kg). Het voor het lichaamsgewicht gecorrigeerde verdelingsvolume liep uiteen van 0,09 tot
0,15 l/kg (gemiddelde ± S.D.: 0,12 ± 0,02 l/kg). De voor deze variabelen gevonden waarden lijken
geen verband te houden met de toegediende dosis of de infusieduur. Bij elke dosis en infusiesnelheid
werden echter slechts een of twee patiënten bestudeerd.
5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig
van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij eenmalige en
herhaalde dosering en genotoxiciteit.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1 Lijst van hulpstoffen
Mannitol,
natriumcitraat (om de pH aan te passen),
citroenzuur-monohydraat (om de pH aan te passen),
polysorbaat 80.
8
In verband met het ontbreken van onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met
andere geneesmiddelen gemengd worden.
6.3 Houdbaarheid
Ongeopende flacons:
3 jaar
Verdunde oplossing:
Uit het oogpunt van microbiologische veiligheid moet het product direct worden gebruikt. Als het
product niet direct wordt gebruikt, zijn de opslag tijdens het gebruik en de condities vóór gebruik de
verantwoordelijkheid van de gebruiker en mag het product niet langer dan 24 uur worden bewaard bij
een temperatuur tussen 2 °C en 8 °C buiten invloed van licht.
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de koelkast (2°C 8°C).
Voor de bewaarcondities van het geneesmiddel na verdunning, zie rubriek 6.3.
6.5 Aard en inhoud van de verpakking
Cerezyme wordt geleverd in flacons à 20 ml van glas type I borosilicaat (helder). De sluiting bestaat
uit een gesiliconeerde butylrubber stop, beschermd met een tamper proof flip-off kapje.
Om voldoende volume voor nauwkeurige toediening te waarborgen, bevat elke flacon een overmaat
van 0,6 ml.
Verpakkingsgrootten: 1, 5 of 25 flacons in een kartonnen doosje.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Elke flacon met Cerezyme is uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Het poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie moet met water voor injecties worden
gereconstitueerd, worden verdund met 0,9% natriumchlorideoplossing voor intraveneuze toediening,
en vervolgens worden toegediend per intraveneuze infusie.
Stel aan de hand van het doseringsschema voor de desbetreffende patiënt vast hoeveel flacons moeten
worden gereconstitueerd, en neem dit aantal flacons uit de koelkast.
Om geen aangebroken flacons te hoeven weggooien zijn kleine aanpassingen in de dosering
toegestaan. De dosering kan worden afgerond op volle flacons, zolang de totale maandelijkse dosering
niet wezenlijk wordt veranderd.
Werk aseptisch
Reconstitutie
Reconstitueer de inhoud van iedere flacon met 10,2 ml water voor injecties; breng het water voor
injecties niet met kracht in aanraking met het poeder en vermijd schuimvorming van de oplossing door
voorzichtig te mengen. Het volume na reconstitutie bedraagt 10,6 ml. De gereconstitueerde oplossing
heeft een pH van ongeveer 6,2.
9
oplossing moet verder worden verdund. Controleer vóór verdere verdunning de gereconstitueerde
oplossing in iedere flacon visueel op de aanwezigheid van vreemde deeltjes en op verkleuring.
Gebruik nooit flacons die vreemde deeltjes bevatten of waarvan de inhoud is verkleurd. Na
reconstitutie dient de inhoud van de flacons onmiddellijk te worden verdund en niet te worden
bewaard voor verder gebruik.
Verdunning
De gereconstitueerde oplossing bevat 40 eenheden imiglucerase per ml. Het gereconstitueerde volume
is zodanig dat uit iedere flacon nauwkeurig 10,0 ml (overeenkomend met 400 eenheden) kan worden
opgezogen. Zuig uit iedere flacon 10,0 ml gereconstitueerde oplossing op en voeg de opgezogen
volumes samen. Verdun de samengevoegde volumes vervolgens met 0,9% natriumchlorideoplossing
voor intraveneuze toediening tot een totaal volume van 100 tot 200 ml. Meng de oplossing voor
infusie voorzichtig.
Toediening
Aanbevolen wordt de verdunde oplossing via een in-line laag-eiwitbindende filter van 0,2 µm toe te
dienen om eventuele eiwitdeeltjes te verwijderen. Dit leidt niet tot verlies aan activiteit van
imiglucerase. Aanbevolen wordt de verdunde oplossing binnen drie uur toe te dienen. Het met 0,9%
natriumchlorideoplossing voor intraveneuze toediening verdunde product blijft maximaal 24 uur
chemisch stabiel als het bij 2°C en 8°C, buiten invloed van licht, wordt bewaard; de microbiologische
veiligheid van het product wordt echter bepaald door de aseptische werkwijze tijdens het
reconstitueren en verdunnen.
Cerezyme bevat geen conserveringsmiddelen. Alle ongebruikte producten en afvalstoffen dienen te
worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Genzyme Europe B.V., Paasheuvelweg 25, 1105 BP Amsterdam, Nederland.
8.
NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/97/053/003
EU/1/97/053/004
EU/1/97/053/005
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 17 november 1997
Datum van laatste verlenging: 17 september 2007
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
10
BIJLAGE II
A. FABRIKANT(EN) VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF(FEN) EN
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN GEBRUIK
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN
VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
11
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) van de biologisch werkzame stof(fen)
Resilience US, Inc., 500 Soldiers Field Road, Allston, MA 02134, Verenigde Staten
Lonza Biologics Inc., 101 International Drive, Portsmouth, NH 03801, Verenigde Staten
Genzyme Corporation, 8, 45, 68, 74, 80 New York Avenue, Framingham, MA 01701, Verenigde
Staten
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Genzyme Ireland Limited, IDA Industrial Park, Old Kilmeaden Road, Waterford, Ierland
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
·
Periodieke veiligheidsverslagen (PSUR's)
De vereisten voor de indiening van PSURS's worden vermeld in de lijst met Europese referentiedata
(EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van Richtlijn 2001/83/EG en
eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese webportaal voor
geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
·
Risk management plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-aanpasingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
·
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
·
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.
·
Extra risicobeperkende maatregelen
Educatief materiaal voor het gebruik van Cerezyme bij thuisinfusie, bestaande uit:
·
Handleiding voor patiënten met de ziekte van Gaucher die thuisinfusie krijgen;
12
Gids voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg die patiënten met de ziekte
van Gaucher behandelen.
13
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
14
A. ETIKETTERING
15
BUITENVERPAKKING (1 FLACON, 5 FLACONS, 25 FLACONS)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Cerezyme 400 eenheden Poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
imiglucerase
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere flacon bevat 400 eenheden imiglucerase.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: mannitol, natriumcitraat, citroenzuur-monohydraat en polysorbaat 80.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
1 flacon met poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie.
5 flacons met poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie.
25 flacons met poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Intraveneus gebruik
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
16
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
Eventueel resterende oplossing moet worden weggegooid.
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Genzyme Europe B.V.
Paasheuvelweg 25
1105 BP Amsterdam
Nederland
12. NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/97/053/003 1 flacon met poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
EU/1/97/053/004 5 flacons met poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
EU/1/97/053/005 25 flacons met poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
13. PARTIJNUMMER
Lot:
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Cerezyme 400 U
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC: {nummer}
SN: {nummer}
NN: {nummer}
17
WORDEN VERMELD
ETIKET / FLACON
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Cerezyme 400 eenheden Poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
imiglucerase
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Intraveneus gebruik
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
Elke flacon bevat 400 eenheden imiglucerase.
6.
OVERIGE
Genzyme Europe B.V. - NL
Bewaren in de koelkast.
18
B. BIJSLUITER
19
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Cerezyme 400 eenheden poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
Imiglucerase
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Cerezyme en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Cerezyme en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Cerezyme bevat de werkzame stof imiglucerase en wordt gebruikt voor de behandeling van patiënten
met de bevestigde diagnose ziekte van Gaucher type 1 of type 3 en met ziekteverschijnselen zoals:
anemie (te weinig rode bloedlichaampjes), verhoogde bloedingsneiging (als gevolg van een tekort aan
bloedplaatjes een type bloedcel), vergrote milt of lever of botziekte.
Personen met de ziekte van Gaucher hebben een lage concentratie van het enzym zure -glucosidase.
Dit enzym helpt het lichaam de hoeveelheid glucosylceramide onder controle te brengen.
Glucosylceramide is een natuurlijke stof in het lichaam, gemaakt van suiker en vet. Bij de ziekte van
Gaucher kan de concentratie van glucosylceramide te hoog worden.
Cerezyme is een kunstmatig enzym, imiglucerase genoemd. Het kan het natuurlijke enzym zure
-glucosidase vervangen waarvan de activiteit niet hoog genoeg is of ontbreekt bij patiënten met de
ziekte van Gaucher.
De informatie in deze bijsluiter is op alle patiëntengroepen van toepassing, met inbegrip van kinderen,
adolescenten, volwassenen en ouderen.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt:
-
als u met Cerezyme wordt behandeld, kunt u een allergische reactie ondervinden terwijl u het
geneesmiddel toegediend krijgt of kort daarna. Als u een dergelijke reactie hebt, moet u
uw arts
onmiddel ijk op de hoogte brengen. Mogelijk test uw arts of u een allergische reactie hebt op
imiglucerase.
20
sommige patiënten met de ziekte van Gaucher hebben een hoge bloeddruk in de longen
(pulmonale hypertensie). De oorzaak kan onbekend zijn, of kan het gevolg zijn van hart-, long-
of leverproblemen. Dit kan optreden ongeacht of de patiënt wel of niet met Cerezyme wordt
behandeld, maar als u
kortademig wordt, moet u uw arts op de hoogte brengen.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Cerezyme nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan? Vertel dat
dan uw arts of apotheker. Dat geldt ook voor geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig
heeft.
Cerezyme mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen in dezelfde infusie (druppelinfuus)
worden toegediend.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Het wordt aanbevolen om Cerezyme tijdens de zwangerschap en borstvoeding met de nodige
voorzichtigheid te gebruiken.
Cerezyme bevat natrium
Dit geneesmiddel bevat natrium en wordt toegediend in een 0,9% natriumchlorideoplossing voor
intraveneuze toediening. Hiermee moet rekening worden gehouden bij patiënten die een natriumarm
dieet volgen. Dit middel bevat 280 mg natrium (een belangrijk bestanddeel van keukenzout/tafelzout)
per flacon. Dit komt overeen met 14% van de aanbevolen maximale dagelijkse hoeveelheid natrium in
de voeding voor een volwassene.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Instructies voor een correct gebruik
Cerezyme wordt via een druppelinfuus in een ader toegediend (via intraveneuze infusie).
Het wordt geleverd in de vorm van een poeder dat vóór toediening met steriel water wordt gemengd.
Cerezyme wordt uitsluitend gebruikt onder toezicht van een arts die ervaren is in de behandeling van
de ziekte van Gaucher. Uw arts kan aangeven dat u thuis kunt worden behandeld op voorwaarde dat u
aan bepaalde criteria voldoet. Neem contact op met uw arts als u thuis wilt worden behandeld.
Uw dosering zal voor u specifiek zijn. Uw arts zal uw dosering bepalen op basis van de ernst van uw
symptomen en andere factoren. De aanbevolen doseringis 60 eenheden/kg lichaamsgewicht, eenmaal
per 2 weken toegediend.
Uw arts zal uw reactie op uw behandeling nauwlettend controleren en kan uw dosering veranderen
(verhogen of verlagen) totdat hij/zij de beste dosering vindt om uw symptomen onder controle te
brengen.
Als deze dosering gevonden is, zal uw arts uw reactie nog steeds blijven controleren om zeker te zijn
dat u de juiste dosering gebruikt. Deze controle kan om de 6 à 12 maanden plaatsvinden.
Er is geen informatie over het effect van Cerezyme op symptomen op basis van de hersenen van
patiënten met de chronische neuronopathische vorm van de ziekte van Gaucher. Daarom kan er geen
speciaal doseringsschema worden aanbevolen.
De 'ICGG Gaucher Registry'
U kunt uw arts vragen om uw patiënteninformatie te registreren in de 'ICGG Gaucher Registry'. Het
doel van deze 'Registry' is om de kennis over de ziekte van Gaucher te bevorderen en om te
controleren hoe goed een enzymsubstitutietherapie, zoals Cerezyme, werkt. Dit zou tot een verbetering
21
anoniem geregistreerd. Niemand weet dat het om informatie gaat die u betreft.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Er zijn geen gevallen van overdosering gemeld.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als u een infusie hebt overgeslagen, neem dan contact op met uw arts.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Vaak (kunnen tot 1 op 10 mensen treffen):
-
buiten adem zijn
-
hoest
-
galbulten/plaatselijke zwelling van de huid of binnenkant van de mond of keel
-
jeuk
-
huiduitslag
Soms (kunnen tot 1 op 100 mensen treffen):
-
duizeligheid
-
hoofdpijn
-
een tintelend, prikkelend, brandend of verdoofd gevoel van de huid
-
versnelde hartslag
-
blauwkleuring van de huid
-
blozen
-
bloeddrukdaling
-
braken
-
misselijkheid
-
buikkrampen
-
diarree
-
pijn in de gewrichten
-
irritatie op de plaats van de infusie
-
brandend gevoel op de plaats van de infusie
-
zwelling op de plaats van de infusie
-
steriel abces op de plaats van de infusie
-
pijn op de borst
-
koorts
-
rillingen
-
vermoeidheid
-
rugpijn
Zelden (kunnen tot 1 op 1000 mensen treffen):
-
anafylactoïde reacties
Sommige bijwerkingen werden aanvankelijk waargenomen terwijl patiënten het geneesmiddel
toegediend kregen of kort daarna. Deze omvatten jeuk, blozen, galbulten/plaatselijke zwelling van de
huid of binnenkant van de mond of keel, pijn op de borst, versnelde hartslag, blauwkleuring van de
huid, buiten adem zijn, een tintelend, prikkelend, brandend of verdoofd gevoel van de huid,
bloeddrukdaling en rugpijn. Als u een van deze symptomen ondervindt,
breng dan onmiddel ijk uw
22
reactie te voorkomen (bijv. antihistaminica en/of corticosteroïden).
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het etiket
en de doos na 'EXP'. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Ongeopende flacons:
Bewaren in de koelkast (2°C 8°C).
Verdunde oplossing:
Het wordt aanbevolen om Cerezyme te gebruiken onmiddellijk nadat het met steriel water is gemengd.
De gemengde oplossing in de flacon kan niet worden bewaard en moet onmiddellijk worden verdund
in een infusiezak; alleen de verdunde oplossing kan maximaal 24 uur worden bewaard als deze op een
koele (2°C 8°C) en donkere plaats wordt bewaard.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is imiglucerase. Imiglucerase is een gemodificeerde vorm van
het humane enzym zure -glucosidase dat met behulp van DNA-recombinant technologie wordt
geproduceerd. Eén flacon bevat 400 eenheden imiglucerase. Na reconstitutie bevat de oplossing
40 eenheden imiglucerase per ml.
-
De andere stoffen in dit middel zijn:
mannitol, natriumcitraat, citroenzuur-monohydraat en polysorbaat 80.
Hoe ziet Cerezyme eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Cerezyme 400 eenheden wordt geleverd in de vorm van een poeder voor concentraat voor oplossing
voor infusie (in een flacon, verpakkingsgrootte van 1, 5 of 25). Het kan voorkomen dat niet alle
verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
Cerezyme wordt geleverd in de vorm van een wit tot gebroken wit poeder. Na reconstitutie is het een
heldere, kleurloze vloeistof zonder vreemde deeltjes. De gereconstitueerde oplossing moet verder
worden verdund.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Genzyme Europe B.V., Paasheuvelweg 25, 1105 BP Amsterdam, Nederland
Fabrikant
23
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen.
België/Belgique/Belgien/
Lietuva
Luxembourg/Luxemburg
Swixx Biopharma UAB
Sanofi Belgium
Tel: +370 5 236 91 40
Tél/Tel: + 32 2 710 54 00
Magyarország
Swixx Biopharma EOOD
SANOFI-AVENTIS Zrt.
.: +359 (0)2 4942 480
Tel: +36 1 505 0050
Ceská republika
Malta
sanofi-aventis, s.r.o.
Sanofi S.r.l.
Tel: +420 233 086 111
+39 02 39394275
Danmark
Nederland
sanofi A/S
Genzyme Europe B.V.
Tlf: +45 45 16 70 00
Tel: +31 20 245 4000
Deutschland
Norge
Sanofi-Aventis Deutschland GmbH
sanofi-aventis Norge AS
Tel: 0800 04 36 996
Tlf: + 47 67 10 71 00
Tel. aus dem Ausland: +49 69 305 70 13
Eesti
Österreich
Swixx Biopharma OÜ
sanofi-aventis GmbH
Tel: +372 640 10 30
Tel: + 43 1 80 185 - 0
Polska
sanofi-aventis AEBE
sanofi-aventis Sp. z o.o.
: +30 210 900 1600
Tel.: +48 22 280 00 00
España
Portugal
sanofi-aventis, S.A.
Sanofi Produtos Farmacêuticos, Lda.
Tel: +34 93 485 94 00
Tel: +351 21 35 89 400
France
România
sanofi-aventis France
Sanofi Romania SRL
Tél: 0 800 222 555
Tel: +40 (0) 21 317 31 36
Appel depuis l'étranger : +33 1 57 63 23 23
Hrvatska
Slovenija
Swixx Biopharma d.o.o.
Swixx Biopharma d.o.o.
Tel: +385 1 2078 500
Tel: +386 1 235 51 00
Ireland
Slovenská republika
sanofi-aventis Ireland Ltd. T/A SANOFI
Swixx Biopharma s.r.o.
Tel: +353 (0) 1 403 56 00
Tel: +421 2 208 33 600
Ísland
Suomi/Finland
Vistor hf.
Sanofi Oy
Sími: +354 535 7000
Puh/Tel: + 358 201 200 300
24
Sverige
Sanofi S.r.l.
Sanofi AB
Tel: 800 536 389
Tel: +46 (0)8 634 50 00
United Kingdom
C.A. Papaellinas Ltd.
sanofi-aventis Ireland Ltd. T/A SANOFI
: +357 22 741741
Tel: +44 (0) 800 035 2525
Latvija
Swixx Biopharma SIA
Tel: +371 6 616 47 50
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in:
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu. Hier vindt u ook verwijzingen naar andere
websites over zeldzame ziektes en hun behandelingen.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
Instructies voor gebruik reconstitutie, verdunning en toediening
Elke flacon met Cerezyme is uitsluitend voor eenmalig gebruik. Na reconstitutie bevat elke flacon met
Cerezyme 400 eenheden imiglucerase in 10,0 ml (40 eenheden per ml).
Stel aan de hand van het doseerschema voor de desbetreffende patiënt vast hoeveel flacons moeten
worden gereconstitueerd, en neem dit aantal flacons uit de koelkast.
Werk aseptisch
Reconstitutie
Reconstitueer de inhoud van iedere flacon met 10,2 ml water voor injecties; breng het water voor
injecties niet met kracht in aanraking met het poeder en vermijd schuimvorming van de oplossing door
voorzichtig te mengen. Het volume na reconstitutie bedraagt 10,6 ml. De gereconstitueerde oplossing
heeft een pH van ongeveer 6,2.
Na reconstitutie is het een heldere, kleurloze vloeistof zonder vreemde deeltjes. De gereconstitueerde
oplossing moet verder worden verdund. Controleer vóór verdere verdunning de gereconstitueerde
oplossing in iedere flacon visueel op de aanwezigheid van vreemde deeltjes en op verkleuring.
Gebruik nooit flacons die vreemde deeltjes bevatten of waarvan de inhoud is verkleurd. Na
reconstitutie dient de inhoud van de flacons onmiddellijk te worden verdund en niet te worden
bewaard voor verder gebruik.
Verdunning
De gereconstitueerde oplossing bevat 40 eenheden imiglucerase per ml. Het gereconstitueerde volume
is zodanig dat uit iedere flacon nauwkeurig 10,0 ml (overeenkomend met 400 eenheden) kan worden
opgezogen. Zuig uit iedere flacon 10,0 ml gereconstitueerde oplossing op en voeg de opgezogen
volumes samen. Verdun de samengevoegde volumes met 0,9% natriumchlorideoplossing voor
intraveneuze toediening tot een totaal volume van 100 tot 200 ml. Meng de oplossing voor infusie
voorzichtig.
Toediening
25
dienen om eventuele eiwitdeeltjes te verwijderen. Dit leidt niet tot verlies aan activiteit van
imiglucerase. Aanbevolen wordt de verdunde oplossing binnen drie uur toe te dienen. Het met 0,9%
natriumchlorideoplossing voor intraveneuze toediening verdunde product blijft maximaal 24 uur
chemisch stabiel als het bij 2°C en 8°C, buiten invloed van licht, wordt bewaard; de microbiologische
veiligheid van het product wordt echter bepaald door de aseptische werkwijze tijdens het
reconstitueren en verdunnen.
Cerezyme bevat geen conserveringsmiddelen. Alle ongebruikte producten en afvalstoffen dienen te
worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften.
26