Citalopram eg 20 mg

Bijsluiter
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER
Citalopram EG 20 mg filmomhulde tabletten
Citalopram
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet
in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Citalopram EG en waarvoor wordt het ingenomen?
2. Wanneer mag u Citalopram EG niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe neemt u Citalopram EG in?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u Citalopram EG?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1. Wat is Citalopram EG en waarvoor wordt het ingenomen?
Citalopram EG is een antidepressivum. Het behoort tot de groep van de zogenaamde selectieve
serotonineheropnameremmers (SSRI’s).
Citalopram EG wordt ingenomen
om depressies in engere zin te behandelen.
2. Wanneer mag u Citalopram EG niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u Citalopram EG NIET innemen?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
U wordt al behandeld met bepaalde geneesmiddelen, de zogenaamde monoamineoxidase (MAO)-
remmers. Deze geneesmiddelen worden normaal gebruikt voor de behandeling van depressie of de
ziekte van Parkinson. The MAO-remmer selegiline kan gelijktijdig met citalopram ingenomen
worden, op voorwaarde dat de dosering van selegiline niet hoger is dan 10 mg per dag.
U heeft kortgeleden MAO-remmers ingenomen. Afhankelijk van het type MAO-remmer zult u tot
14 dagen moeten wachten na het stoppen van de MAO-remmer, voordat u Citalopram EG begint
in te nemen (zie ook “Neemt u nog andere geneesmiddelen in?”). Wanneer u stopt met het
innemen van Citalopram EG en u met een MAO-remmer wilt beginnen, moet u ten minste 7 dagen
wachten.
U neemt pimozide in (een geneesmiddel voor de behandeling van schizofrenie en chronische
psychosen).
U bent geboren met of heeft een episode gehad van een abnormaal hartritme (dit is zichtbaar op
een ecg, een onderzoek dat dient om de werking van het hart te evalueren).
U neemt geneesmiddelen voor hartritmestoornissen of geneesmiddelen die het hartritme kunnen
beïnvloeden, in. Zie ook de onderstaande rubriek "Neemt u nog andere geneesmiddelen in?".
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met Citalopram EG?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u Citalopram EG inneemt.
1/10
Bijsluiter
Gedachten over zelfmoord en verergering van uw depressie
Als u depressief bent, kunt u soms gedachten hebben over zelfverwonding of zelfmoord. Deze
gedachten kunnen toenemen als u voor het eerst begint met het innemen van middelen tegen depressie
(antidepressiva), aangezien deze geneesmiddelen allemaal tijd nodig hebben om te werken,
gewoonlijk ongeveer twee weken maar soms langer.
De kans dat u dergelijke gedachten heeft is groter, bijvoorbeeld
als u een jonge volwassene bent. Informatie uit klinische studies heeft een verhoogd risico op
zelfmoordgedrag aangetoond bij volwassenen jonger dan 25 jaar met psychische aandoeningen,
die behandeld werden met een antidepressivum.
als u eerder gedachten heeft gehad over zelfmoord of zelfverwonding.
Als u op gelijk welk moment gedachten over zelfverwonding of zelfmoord heeft,
neem dan
onmiddellijk contact op met uw arts of ga onmiddellijk naar een ziekenhuis.
Het kan helpen als u een familielid of naaste vriend vertelt
dat u zich depressief voelt, en u kunt
hen vragen deze bijsluiter te lezen. U kunt hen vragen u te vertellen of zij denken dat uw depressie
erger wordt of dat zij zich zorgen maken over veranderingen in uw gedrag.
Gebruik bij kinderen en adolescenten
Citalopram EG dient doorgaans niet te worden gebruikt bij
kinderen en adolescenten jonger dan 18
jaar. Bovendien hebben patiënten jonger dan 18 jaar een verhoogd risico op zelfmoordpogingen,
zelfmoordgedachten en vijandigheid (voornamelijk agressie, oppositioneel gedrag en woede) als zij
behandeld worden met geneesmiddelen uit deze therapeutische klasse. Ondanks dit alles kan uw arts
aan patiënten jonger dan 18 jaar Citalopram EG voorschrijven omdat dit in het belang van de patiënt
is. Als uw arts Citalopram EG heeft voorgeschreven aan een patiënt die jonger is dan 18 jaar en u wilt
dit bespreken, dan wordt u verzocht contact op te nemen met uw arts. Indien bij patiënten jonger dan
18 jaar een van de hiervoor genoemde symptomen zich ontwikkelt of verslechtert bij inname van
Citalopram EG, dan moet u uw arts hierover informeren. Langetermijnveiligheidsgegevens van
Citalopram EG over groei, ontwikkeling en cognitieve en gedragsontwikkeling ontbreken in deze
leeftijdsgroep.
Licht uw arts in wanneer u een van de onderstaande ziekten heeft of heeft gehad. Uw arts zal dan
beslissen of u Citalopram EG moet innemen of juist niet.
Raadpleeg uw arts als
u het zogenaamde
serotoninesyndroom
ontwikkelt met symptomen zoals hevige opwinding,
trillen, spierspasmen en koorts. Wanneer dit optreedt, zal uw arts de behandeling met Citalopram
EG onmiddellijk beëindigen.
u instabiele
epilepsie
heeft. Wanneer bij u voor het eerst of vaker dan normaal stuipen en
epileptische aanvallen optreden, moet u stoppen met het innemen van Citalopram EG en moet u
uw arts inlichten.
u behandeld wordt met
elektroconvulsietherapie (ECT).
u last heeft of heeft gehad van
manieën
(perioden van overdreven opgewektheid en eigendunk).
Zodra een manische fase optreedt, zal uw arts stoppen met Citalopram EG.
u een zogenaamde
psychose met depressieve episodes
heeft. Citalopram EG kan uw
psychotische symptomen verergeren.
u symptomen ontwikkelt zoals een
innerlijke rusteloosheid en een onvermogen om stil te zitten
of te staan,
gewoonlijk gepaard gaande met
gevoelens van ongemak
(acathisie). Dit treedt
meestal op gedurende de eerste paar weken van de behandeling. Het verhogen van de dosis
Citalopram EG kan deze gevoelens verergeren (zie rubriek “4. Mogelijke bijwerkingen”).
u een voorgeschiedenis van
bloedingsstoornissen
heeft of als u zwanger bent (zie
‘zwangerschap’). Citalopram EG kan het risico op een bloeding doen toenemen.
u aan een ernstige
nieraandoening
lijdt. De effecten van Citalopram EG op mensen met een
nierziekte zijn niet bekend.
2/10
Bijsluiter
u aan
leverschade of een leverziekte
lijdt. U zult een lagere dosis Citalopram EG nodig hebben
en uw arts regelmatig moeten bezoeken.
u symptomen van
slapeloosheid en opwinding
ontwikkelt. Deze zijn vrij gebruikelijk bij het
begin van de behandeling en uw arts kan u een lagere dosis voorschrijven.
u
diabetes
heeft. Uw arts moet misschien de dosis aanpassen van insuline of van andere
geneesmiddelen die u gebruikt om uw bloedsuiker te verlagen.
u zich
ziek en onwel begint te voelen met spierzwakte of verwardheid
terwijl u met Citalopram
EG behandeld wordt.
u gevoelig bent voor bepaalde
hartafwijkingen
(verlenging van het zgn. QTc-interval in het ecg)
of als u mogelijk een
erfelijk bepaald lange QT-syndroom
heeft of als u lage bloedspiegels van
kalium of magnesium (hypokaliëmie/hypomagnesiëmie) heeft.
u
hartproblemen
heeft (gehad) of onlangs een hartaanval heeft gehad.
u een trage hartslag in rust heeft en/of weet dat u mogelijk een zouttekort heeft als gevolg van
langdurige ernstige diarree en braken of als gevolg van het gebruik van diuretica (plaspillen).
u last heeft van een snelle of onregelmatige hartslag, flauwvallen, collaps (plotselinge afname van
de bloedsomloop) of duizeligheid wanneer u rechtop gaat staan. Dit kan wijzen op een abnormale
werking van het hart.
u problemen heeft met uw ogen, zoals bepaalde vormen van glaucoom.
Licht uw arts in als u een van de volgende geneesmiddelen inneemt:
een type geneesmiddelen voor migraine, die bekend staan als de triptanen (bijv. sumatriptan), de
sterke pijnstiller tramadol, of als u de supplementen oxitriptan of tryptofaan inneemt.
kruidenpreparaten die sint-janskruid (Hypericum
perforatum)
bevatten. U heeft dan meer kans op
bijwerkingen. U mag de sint-janskruid niet meer innemen en uw arts inlichten.
geneesmiddelen die de bloedstolling beïnvloeden of het risico op een bloeding verhogen.
Geneesmiddelen zoals Citalopram EG (zogenaamde SSRIs) kunnen symptomen van seksuele
disfunctie veroorzaken (zie paragraaf 4). In sommige gevallen blijven deze symptomen na het stoppen
van de behandeling aanhouden.
Neemt u nog andere geneesmiddelen in?
Neemt u naast Citalopram EG nog andere geneesmiddelen in, heeft u dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat innemen? Vertel dat
dan uw arts of apotheker.
De volgende geneesmiddelen kunnen de werking van citalopram beïnvloeden, of kunnen zelf in hun
werking beïnvloed worden:
Geneesmiddelen die behoren tot de groep van MAO-remmers (geneesmiddelen voor de
behandeling van depressie of de ziekte van Parkinson). Zeer ernstige bijwerkingen kunnen
optreden, waaronder een aandoening bekend als serotoninesyndroom (zie rubriek 2 onder
“Wanneer mag u Citalopram EG NIET innemen?”)
Tramadol (een sterke pijnstiller), sumatriptan of andere ‘triptanen’ (geneesmiddelen om migraine
te behandelen), oxitriptan en tryptofaan (een voedingssupplement en een serotoninevoorloper).
Het innemen van Citalopram EG samen met deze geneesmiddelen wordt afgeraden.
Antistollingsmiddelen (bijv. warfarine) en andere geneesmiddelen die de bloedstolling kunnen
beïnvloeden zoals niet-steroïdale ontstekingsremmers (ontstekingsremmende pijnstillers zoals
naproxen en ibuprofen), acetylsalicylzuur, dipyridamol en ticlopidine (geneesmiddelen gebruikt
om het risico van trombose te verminderen).
Geneesmiddelen bekend als zgn. ‘atypische antipsychotica’, fenothiazines of tricyclische
antidepressiva. Deze kunnen het risico op bloedingen ook doen toenemen.
Kruidenmiddelen die sint-janskruid (Hypericum
perforatum)
bevatten. Deze moeten niet
gelijktijdig met Citalopram EG gebruikt worden, omdat de bijwerkingen kunnen verergeren.
Cimetidine, omeprazol, esomeprazol en lansoprazol (zuurremmers, ter behandeling van
maagzweren), fluconazol (ter behandeling van schimmelinfecties),
fluvoxamine
(antidepressivum) en ticlopidine (ter vermindering van het risico op infarcten). Deze middelen
3/10
Bijsluiter
kunnen leiden tot verhoogde bloedspiegels van citalopram. Uw arts kan de dosis citalopram
verlagen als bijwerkingen optreden wanneer deze geneesmiddelen naast citalopram gebruikt
worden.
Lithium (een geneesmiddel om manie en depressie te behandelen). Voorzichtigheid moet in acht
genomen worden in combinatie met Citalopram EG. Zoals gewoonlijk moeten de lithiumspiegels
in het bloed geregeld gecontroleerd worden.
Geneesmiddelen die de drempel voor epileptische aanvallen verlagen, bijv. andere antidepressiva
(tricyclische SSRI’s), neuroleptica (gebruikt om psychosen te behandelen als bijv. schizofrenie en
manie, bijv. fenothiazines, butyrofenonen, thioxanthenen), mefloquine (een geneesmiddel om
malaria te behandelen), bupropion (een geneesmiddel dat gebruikt wordt om te stoppen met roken,
een antidepressivum) en tramadol (een pijnstiller): gelijktijdig gebruik kan epileptische aanvallen
uitlokken.
Bepaalde geneesmiddelen kunnen langzaam uit het lichaam uitgescheiden worden wanneer ze
samen met citalopram gebruikt worden. Deze geneesmiddelen zijn flecaïnide en propafenon
(geneesmiddelen die gebruikt worden om hartritmestoornissen te behandelen), metoprolol
(wanneer gebruikt om hartfalen te behandelen), antidepressiva zoals desipramine, clomipramine
en nortriptyline (geneesmiddelen om depressie te behandelen), sommige antipsychotica zoals
risperidon, thioridazine en haloperidol. Uw arts kan de doseringen van uw geneesmiddelen
aanpassen.
NEEM Citalopram EG NIET
samen
IN
met geneesmiddelen:
die een zogenaamde verlenging van het QT-interval in het ecg veroorzaken
die de bloedspiegels van kalium of magnesium verlagen (wat ook een verlenging van het QT-
interval kan veroorzaken)
voor hartritmestoornissen
die het hartritme kunnen beïnvloeden:
o
klasse IA- en III-antiaritmica
o
antipsychotica (bijv. fenothiazinederivaten, pimozide, haloperidol)
o
tricyclische antidepressiva
o
bepaalde antimicrobiële middelen (bijv. sparfloxacine, moxifloxacine, erythromycine IV,
pentamidine, antimalariamiddelen meer bepaald halofantrine)
o
bepaalde antihistaminica (astemizol, mizolastine)
Gebruik van deze geneesmiddelen in combinatie met citalopram verhoogt het risico van
hartritmestoornissen.
Raadpleeg uw arts als u hierover nog vragen heeft.
Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol?
De tabletten kunnen met en zonder voedsel worden ingenomen. Hoewel er geen aanwijzingen zijn dat
alcohol en Citalopram EG elkaar beïnvloeden, moet toch het gebruik van alcohol vermeden worden bij
gebruik van Citalopram EG.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Zwangerschap
Er is nog onvoldoende bekend over de gevolgen van het gebruik van Citalopram EG tijdens de
zwangerschap. Neem Citalopram EG niet in tijdens de zwangerschap of als u zwanger wilt worden,
tenzij uw arts het noodzakelijk vindt.
Zorg ervoor dat uw vroedvrouw en/of arts weten dat u Citalopram EG inneemt. Wanneer
geneesmiddelen zoals Citalopram EG tijdens de zwangerschap, en vooral tijdens de laatste 3 maanden
van de zwangerschap, genomen worden, kunnen ze het risico op een ernstige aandoening bij baby’s,
zogenaamde persisterende pulmonale hypertensie van de neonaat (PPHN), verhogen, waardoor de
4/10
Bijsluiter
baby sneller gaat ademen en blauw kleurt. Deze symptomen treden gewoonlijk binnen de eerste 24 uur
na de geboorte van de baby op. Indien dit voorkomt bij uw baby, dient u onmiddellijk contact op te
nemen met uw vroedvrouw en/of arts.
Toch moet u de behandeling met Citalopram EG niet plotseling stoppen. Wanneer u Citalopram EG
inneemt gedurende de laatste 3 maanden van de zwangerschap, informeer dan uw arts omdat uw baby
symptomen kan hebben bij de geboorte. Deze symptomen beginnen gewoonlijk tijdens de eerste 24
uur nadat de baby is geboren. Ze houden het volgende in: niet kunnen slapen of niet goed kunnen
voeden, moeite met ademhalen, een blauwachtige huid of te warm of juist te koud zijn, ziek zijn, veel
huilen, stijve of onhandige spieren, slaapzucht, trillen, zenuwen of stuipen. Wanneer uw baby een van
deze symptomen heeft nadat hij geboren is, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts, die u zal
adviseren.
Als u Citalopram EG vlak voor het einde van uw zwangerschap inneemt, kan er sprake zijn van een
verhoogd risico op zware vaginale bloedingen kort na de geboorte, vooral als u een voorgeschiedenis
heeft van bloedingsstoornissen. Uw arts of verloskundige moet ervan op de hoogte zijn dat u
Citalopram EG gebruikt, zodat ze u kunnen adviseren.
Borstvoeding
Citalopram gaat in geringe mate over in moedermelk en dus is er een kans op een effect bij de baby.
Overleg met uw arts wanneer u borstvoeding wilt geven en Citalopram EG inneemt.
Vruchtbaarheid
In dieronderzoek werd aangetoond dat citalopram de kwaliteit van het sperma vermindert. Theoretisch
zou dit de vruchtbaarheid kunnen aantasten maar tot nog toe werd geen impact op de vruchtbaarheid
bij de mens waargenomen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Citalopram EG heeft enig effect op de rijvaardigheid en het vermogen machines te bedienen. Zoals
alle geneesmiddelen bij psychische aandoeningen, kan ook citalopram het beoordelingsvermogen en
de reactiesnelheid verminderen. Bestuur geen voertuigen of bedien geen machines voordat u weet hoe
Citalopram EG u beïnvloedt. Raadpleeg bij twijfel uw arts of apotheker.
3. Hoe neemt u Citalopram EG in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
De aanbevolen dosering is
Gebruik bij volwassenen
De gebruikelijke dosering is 20 mg per dag. Uw arts kan de dosis verhogen tot maximum 40 mg per
dag.
Gebruik bij bejaarde patiënten (ouder dan 65 jaar)
De begindosis bedraagt de helft van de aanbevolen dosis, d.w.z. 10 tot 20 mg per dag. Oudere
patiënten mogen gewoonlijk niet meer dan 20 mg per dag krijgen.
Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar
Citalopram EG mag niet gebruikt worden voor de behandeling van kinderen en jongeren onder de 18
jaar. (Zie rubriek 2 “Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met Citalopram EG?”)
Patiënten met speciale risico's
Nierinsufficiëntie
5/10
Bijsluiter
Als u een milde of matige nierziekte heeft, mag u de gebruikelijke dosis Citalopram EG innemen. Er
zijn geen gegevens bekend over de behandeling van mensen met ernstig verstoorde nierfunctie
(creatinineklaring minder dan 30 ml/min), en daarom wordt het gebruik van Citalopram EG dan
afgeraden.
Leverinsufficiëntie
Patiënten met leverschade of een leverziekte moeten een begindosis van 10 mg per dag krijgen.
Patiënten met leverklachten mogen niet meer dan 20 mg per dag krijgen. Patiënten met een
verminderde leverfunctie moeten goed in de gaten worden gehouden door hun arts.
Wijze van toediening
Neem de tabletten eenmaal daags, ‘s morgens of ‘s avonds, met een glas water. De tabletten kunnen
met of zonder voedsel ingenomen worden.
Behandelingsduur
Het antidepressieve effect van Citalopram EG heeft naar verwachting ten minste twee weken nodig
om in werking te treden. De behandeling moet voortgezet worden tot u ten minste 4-6 maanden
symptoomvrij bent. Uw arts bepaalt de dosering en duur van de behandeling op basis van de aard en
ernst van uw ziekte en uw persoonlijke reactie op het geneesmiddel.
Heeft u te veel van Citalopram EG ingenomen?
Wanneer u te veel van Citalopram EG heeft ingenomen, of een kind Citalopram EG heeft ingenomen,
neem dan onmiddellijk contact op met uw arts, apotheker, de dichtstbijzijnde spoedafdeling van een
ziekenhuis of het Antigifcentrum (070/245.245).
De symptomen van een overdosis citalopram zijn afhankelijk van de dosis maar kunnen zijn:
slaperigheid, coma, onbeweeglijkheid van het lichaam (stupor), stuipen (insulten), versnelde hartslag,
toegenomen transpiratie, misselijkheid, braken, blauwe verkleuring van de lippen en huid en
hyperventilatie (versnelde en sterkere ademhaling) en, zelden, effecten op het hartritme. Symptomen
van het zgn. serotoninesyndroom kunnen ook optreden.
Bent u vergeten Citalopram EG in te nemen?
Maak u geen zorgen. Sla die dosering gewoon over en neem uw volgende dosis op het juiste tijdstip.
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Als u stopt met het innemen van Citalopram EG
Overleg met uw arts voor u de behandeling met Citalopram EG afbreekt of beëindigt, zelfs als u zich
beter voelt. Wanneer plotseling gestopt wordt met Citalopram EG, kunnen onthoudingsverschijnselen
optreden. Deze kunnen inhouden: duizeligheid, gewaarwordingen van stekende naalden en elektrische
schokken, slaapstoornissen (inclusief slapeloosheid en intense dromen), opwinding of angst,
misselijkheid, braken, trillen, verwardheid, overmatig zweten, hoofdpijn, diarree, hartkloppingen,
emotionele labiliteit, geprikkeldheid en zichtstoornissen. Over het algemeen zijn deze symptomen
mild of matig van aard en zullen ze vanzelf binnen 2 weken verdwijnen. Echter, bij sommige patiënten
kunnen deze verschijnselen ernstiger zijn of langer duren.
Er moet langzaam gestopt worden met Citalopram EG wanneer de behandeling beëindigd wordt.
Daarom wordt geadviseerd om bij het beëindigen van de behandeling de dosering geleidelijk over een
periode van minimum 1-2 weken af te bouwen.
Wanneer u hevige onthoudingsverschijnselen ervaart wanneer u stopt met het innemen van Citalopram
EG, neem dan contact op met uw arts. Hij of zij kan u dan vragen uw tabletten weer te beginnen in te
nemen en ze vervolgens langzamer af te bouwen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
6/10
Bijsluiter
4. Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken. De volgende bijwerkingen werden gerapporteerd aan de weergegeven frequenties.
Als een van de volgende symptomen bij u optreedt, moet u
stoppen met het innemen van
Citalopram EG en onmiddellijk uw arts raadplegen:
snelle onregelmatige hartslag, flauwvallen. Dit kunnen symptomen zijn van een
levensbedreigende aandoening die bekend staat als 'Torsade de Pointes'.
Zeer vaak: kan meer dan 1 op 10 mensen treffen
slaperigheid, problemen om in slaap te geraken, slapeloosheid, opwinding, nervositeit
hoofdpijn, beven, duizeligheid
accommodatiestoornissen
voelbare hartkloppingen (palpitaties)
misselijkheid, droge mond, verstopping, diarree
verhoogde transpiratie
algemene zwakte (asthenie)
Vaak: kan tot 1 op 10 mensen treffen
gewichtsafname of –toename
slaapstoornissen, concentratiestoornissen, abnormale dromen, geheugenverlies (amnesie), angst,
verminderd libido, toegenomen eetlust, verminderde eetlust, verlies van eetlust, gevoel van
onverschilligheid (apathie), verwardheid
migraine, tintelend gevoel (paresthesie)
visuele stoornissen
oorsuizen (tinnitus)
toename van de polsslag
orthostatische hypotensie (bloeddrukdaling bij het rechtstaan), lage bloeddruk, hoge bloeddruk
loopneus (rhinitis), ontsteking van de bijholte van de neusholte (sinusitis)
spijsverteringsstoornissen,
braken,
buikpijn,
winderigheid
(flatulentie),
verhoogde
speekselafscheiding, smaakafwijkingen
uitslag, jeuk
urinestoornissen, te veel urine
niet in staat zijn te ejaculeren, ejaculatiestoornissen, uitblijven van vrouwelijk orgasme, abnormaal
orgasme bij de vrouw, abnormale of pijnlijke menstruaties, impotentie
vermoeidheid, gapen, aandachtsstoornissen
spierpijn, gewrichtspijn
ontwenningssymptomen zoals duizeligheid, misselijkheid, braken, beven, verwardheid, zweten,
hoofdpijn, diarree, tintelend gevoel en waarnemingen van elektrische schokken, slaapstoornissen,
(waaronder slapeloosheid en intense dromen), opwinding of angst, hartkloppingen, emotionele
instabiliteit, geïrriteerdheid en visuele stoornissen (zie rubriek 3: “Als u stopt met het innemen van
Citalopram EG”)
Soms: kan tot 1 op 100 mensen treffen
geluksgevoel (euforie), verhoogd libido
agressie
gevoel van onwerkelijkheid/vervreemding van zichzelf (depersonalisatie), hallucinaties,
overdreven vrolijk of opgewonden zijn, wat tot ongewoon gedrag leidt (manie)
overmatige verwijding van de pupil (mydriase)
bewegingsstoornissen, zoals abnormale houding en kronkelende bewegingen (extrapiramidale
stoornis), stuipen
vertraagde hartslag
hoesten
7/10
Bijsluiter
toename van de leverenzymen (vastgesteld door een bloedtest)
gevoeligheid voor zonlicht (fotosensibiliteit), netelroos (urticaria), haaruitval (alopecia), rode of
purperen verkleuringen van de huid (purpura)
niet kunnen urineren (urineretentie)
te veel vloeistof in de lichaamsweefsels (oedeem)
allergische reacties, bewustzijnsverlies, onwelzijn
Zelden: kan tot 1 op 1.000 mensen treffen
laag natriumgehalte in het bloed (hyponatriëmie), een syndroom dat de productie van urine door
het lichaam beïnvloedt (het syndroom van inadequate antidiuretische hormoonsecretie of SIADH)
serotoninesyndroom
bloedingen, waaronder bloedingen in de baarmoeder, het spijsverteringssysteem, de huid en de
slijmvliezen
leverontsteking (hepatitis)
koorts (pyrexie)
Zeer zelden: kan tot 1 op 10.000 mensen treffen
paniekaanvallen (deze symptomen kunnen veroorzaakt worden door de onderliggende ziekte)
hartritmestoornissen
pijnlijke zwelling van de huid en slijmvliezen als gevolg van vochtophoping (bijv. van de keel en
tong), ademhalingsmoeilijkheden en/of jeuk en huiduitslag (angio-oedeem)
abnormale melkafscheiding uit de borstklieren (galactorroe)
strenge overgevoeligheidsreacties (anafylactoïde reacties) die tot shock kunnen leiden (ernstige
bloeddrukdaling, bleekheid, opwinding, zwakke en snelle pols, klamme huid en verminderd
bewustzijn), te wijten aan een plotse verwijding van de bloedvaten
Niet bekend: kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
afname van de bloedplaatjes, waardoor het risico op bloedingen of blauwe plekken verhoogt
(trombocytopenie)
overmatige (schadelijke, ongemakken veroorzakende en soms fatale) reacties geproduceerd door
het normale immuunsysteem (overgevoeligheid)
knarsen met de tanden (bruxisme)
rusteloosheid
lage kaliumspiegel in het bloed (hypokaliëmie)
abnormaal elektrocardiogram (QT-verlenging)
neusbloeden (epistaxis)
abnormale leverfunctietest
blauwe plekken (ecchymose)
bloeding van de baarmoeder (metrorragie)
Zware vaginale bloedingen kort na de geboorte (postpartumbloeding), zie ‘Zwangerschap’ in
rubriek 2 voor meer informatie
pijnlijke erectie van de penis (priapisme)
onaangenaam gevoel van rusteloosheid of niet kunnen stil zitten of stil staan (acathisie; zie rubriek
2: “Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met Citalopram EG?”)
zelfmoordgedachten en zelfmoordgedrag
Gevallen van zelfmoordgedachten en zelfmoordgedrag werden gerapporteerd tijdens de
behandeling met citalopram of kort na stopzetting van de behandeling (zie rubriek 2 “Wanneer
moet u extra voorzichtig zijn met Citalopram EG?”).
Andere mogelijke bijwerkingen
Een toename van het risico op beenbreuken werd waargenomen bij patiënten die dit type
geneesmiddelen nemen.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
8/10
Bijsluiter
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via:
België:
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) –
Afdeling Vigilantie – Postbus 97 – B-1000 Brussel Madou of via de website:
www.fagg.be.
Luxemburg:
Centre Régional de Pharmacovigilance de Nancy – E-mail:
crpv@chru-nancy.fr
– Tel.:
(+33) 3 83 65 60 85 / 87 – Fax: (+33) 3 83 65 61 33 ou Division de la Pharmacie et des Médicaments
de la Direction de la Santé à Luxembourg – E-mail:
pharmacovigilance@ms.etat.lu
– Tel.: (+352)
247-85592 – Fax: (+352) 247-95615. Website:
http://www.sante.public.lu/fr/politique-sante/ministere-
sante/direction-sante/div-pharmacie-medicaments/index.html.
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van
dit geneesmiddel.
5. Hoe bewaart u Citalopram EG?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos en
de blisterverpakking of de tablettencontainer “EXP”. Daar staan een maand en een jaar. De laatste dag
van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in Citalopram EG?
De werkzame stof in Citalopram EG is citalopram (als citalopramhydrobromide).
1 filmomhulde tablet bevat 24,99 mg citalopramhydrobromide, overeenkomend met 20 mg citalopram.
De andere stoffen in Citalopram EG zijn:
Kern: mannitol, microkristallijne cellulose, colloïdaal watervrij siliciumdioxide, magnesiumstearaat.
Filmomhulling: hypromellose, macrogol 6000, titaandioxide (E171).
Hoe ziet Citalopram EG eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Ronde, witte tabletten met een breukstreep en een diameter van 8 mm.
De tabletten kunnen worden verdeeld in gelijke doses.
Ze zijn beschikbaar in blisterverpakkingen van 10, 14, 20, 28, 30, 50, 56, 98, 100, en 100x1 tabletten
per doos, evenals in een tablettencontainer die 250 en 500 tabletten bevat.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
EG (Eurogenerics) NV - Heizel Esplanade b22 - 1020 Brussel
Fabrikanten
1) Sanico N.V. - Veedijk 59 - 2300 Turnhout
1) Centrafarm Services B.V. - Nieuwe Donk 9 - 4879 AC Etten-Leur – Nederland
9/10
Bijsluiter
3) STADA Arzneimittel AG - Stadastraße 2-18 - 61118 Bad Vilbel – Duitsland
4) STADApharm GmbH - Stadastraße 2-18 - 61118 Bad Vilbel - Duitsland
Dit geneesmiddel is geregistreerd in lidstaten van de EEA onder de volgende namen:
België: Citalopram EG 20 mg filmomhulde tabletten
Nederland: Citalopram CF 20 mg filmomhulde tabletten
Nummers van de vergunning voor het in de handel brengen:
Blisterverpakking: BE239513
Tablettencontainer: BE239522
Afleveringswijze:
op medisch voorschrift.
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd/herzien in 02/2021 / 03/2021.
10/10

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER
Citalopram EG 20 mg filmomhulde tabletten
Citalopram
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.

Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet
in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Citalopram EG en waarvoor wordt het ingenomen?
2. Wanneer mag u Citalopram EG niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe neemt u Citalopram EG in?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u Citalopram EG?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1. Wat is Citalopram EG en waarvoor wordt het ingenomen?
Citalopram EG is een antidepressivum. Het behoort tot de groep van de zogenaamde selectieve
serotonineheropnameremmers (SSRI's).
Citalopram EG wordt ingenomen
om depressies in engere zin te behandelen.
2. Wanneer mag u Citalopram EG niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u Citalopram EG NIET innemen?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
U wordt al behandeld met bepaalde geneesmiddelen, de zogenaamde monoamineoxidase (MAO)-
remmers. Deze geneesmiddelen worden normaal gebruikt voor de behandeling van depressie of de
ziekte van Parkinson. The MAO-remmer selegiline kan gelijktijdig met citalopram ingenomen
worden, op voorwaarde dat de dosering van selegiline niet hoger is dan 10 mg per dag.
U heeft kortgeleden MAO-remmers ingenomen. Afhankelijk van het type MAO-remmer zult u tot
14 dagen moeten wachten na het stoppen van de MAO-remmer, voordat u Citalopram EG begint
in te nemen (zie ook 'Neemt u nog andere geneesmiddelen in?'). Wanneer u stopt met het
innemen van Citalopram EG en u met een MAO-remmer wilt beginnen, moet u ten minste 7 dagen
wachten.
U neemt pimozide in (een geneesmiddel voor de behandeling van schizofrenie en chronische
psychosen).
U bent geboren met of heeft een episode gehad van een abnormaal hartritme (dit is zichtbaar op
een ecg, een onderzoek dat dient om de werking van het hart te evalueren).
U neemt geneesmiddelen voor hartritmestoornissen of geneesmiddelen die het hartritme kunnen
beïnvloeden, in. Zie ook de onderstaande rubriek "Neemt u nog andere geneesmiddelen in?".
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met Citalopram EG?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u Citalopram EG inneemt.
Gedachten over zelfmoord en verergering van uw depressie
Als u depressief bent, kunt u soms gedachten hebben over zelfverwonding of zelfmoord. Deze
gedachten kunnen toenemen als u voor het eerst begint met het innemen van middelen tegen depressie
(antidepressiva), aangezien deze geneesmiddelen allemaal tijd nodig hebben om te werken,
gewoonlijk ongeveer twee weken maar soms langer.
De kans dat u dergelijke gedachten heeft is groter, bijvoorbeeld
als u een jonge volwassene bent. Informatie uit klinische studies heeft een verhoogd risico op
zelfmoordgedrag aangetoond bij volwassenen jonger dan 25 jaar met psychische aandoeningen,
die behandeld werden met een antidepressivum.
als u eerder gedachten heeft gehad over zelfmoord of zelfverwonding.
Als u op gelijk welk moment gedachten over zelfverwonding of zelfmoord heeft,
neem dan
onmiddellijk contact op met uw arts of ga onmiddellijk naar een ziekenhuis.

Het kan helpen als u een familielid of naaste vriend vertelt dat u zich depressief voelt, en u kunt
hen vragen deze bijsluiter te lezen. U kunt hen vragen u te vertellen of zij denken dat uw depressie
erger wordt of dat zij zich zorgen maken over veranderingen in uw gedrag.
Gebruik bij kinderen en adolescenten
Citalopram EG dient doorgaans niet te worden gebruikt bij
kinderen en adolescenten jonger dan 18
jaar. Bovendien hebben patiënten jonger dan 18 jaar een verhoogd risico op zelfmoordpogingen,
zelfmoordgedachten en vijandigheid (voornamelijk agressie, oppositioneel gedrag en woede) als zij
behandeld worden met geneesmiddelen uit deze therapeutische klasse. Ondanks dit alles kan uw arts
aan patiënten jonger dan 18 jaar Citalopram EG voorschrijven omdat dit in het belang van de patiënt
is. Als uw arts Citalopram EG heeft voorgeschreven aan een patiënt die jonger is dan 18 jaar en u wilt
dit bespreken, dan wordt u verzocht contact op te nemen met uw arts. Indien bij patiënten jonger dan
18 jaar een van de hiervoor genoemde symptomen zich ontwikkelt of verslechtert bij inname van
Citalopram EG, dan moet u uw arts hierover informeren. Langetermijnveiligheidsgegevens van
Citalopram EG over groei, ontwikkeling en cognitieve en gedragsontwikkeling ontbreken in deze
leeftijdsgroep.
Licht uw arts in wanneer u een van de onderstaande ziekten heeft of heeft gehad. Uw arts zal dan
beslissen of u Citalopram EG moet innemen of juist niet.
Raadpleeg uw arts als
u het zogenaamde
serotoninesyndroom ontwikkelt met symptomen zoals hevige opwinding,
trillen, spierspasmen en koorts. Wanneer dit optreedt, zal uw arts de behandeling met Citalopram
EG onmiddellijk beëindigen.
u instabiele
epilepsie heeft. Wanneer bij u voor het eerst of vaker dan normaal stuipen en
epileptische aanvallen optreden, moet u stoppen met het innemen van Citalopram EG en moet u
uw arts inlichten.
u behandeld wordt met
elektroconvulsietherapie (ECT).
u last heeft of heeft gehad van
manieën (perioden van overdreven opgewektheid en eigendunk).
Zodra een manische fase optreedt, zal uw arts stoppen met Citalopram EG.
u een zogenaamde
psychose met depressieve episodes heeft. Citalopram EG kan uw
psychotische symptomen verergeren.
u symptomen ontwikkelt zoals een
innerlijke rusteloosheid en een onvermogen om stil te zitten
of te staan, gewoonlijk gepaard gaande met
gevoelens van ongemak (acathisie). Dit treedt
meestal op gedurende de eerste paar weken van de behandeling. Het verhogen van de dosis
Citalopram EG kan deze gevoelens verergeren (zie rubriek '4. Mogelijke bijwerkingen').
u een voorgeschiedenis van
bloedingsstoornissen heeft of als u zwanger bent (zie
`zwangerschap'). Citalopram EG kan het risico op een bloeding doen toenemen.
u aan een ernstige
nieraandoening lijdt. De effecten van Citalopram EG op mensen met een
nierziekte zijn niet bekend.
u aan
leverschade of een leverziekte lijdt. U zult een lagere dosis Citalopram EG nodig hebben
en uw arts regelmatig moeten bezoeken.
u symptomen van
slapeloosheid en opwinding ontwikkelt. Deze zijn vrij gebruikelijk bij het
begin van de behandeling en uw arts kan u een lagere dosis voorschrijven.
u
diabetes heeft. Uw arts moet misschien de dosis aanpassen van insuline of van andere
geneesmiddelen die u gebruikt om uw bloedsuiker te verlagen.
u zich
ziek en onwel begint te voelen met spierzwakte of verwardheid terwijl u met Citalopram
EG behandeld wordt.
u gevoelig bent voor bepaalde
hartafwijkingen (verlenging van het zgn. QTc-interval in het ecg)
of als u mogelijk een
erfelijk bepaald lange QT-syndroom heeft of als u lage bloedspiegels van
kalium of magnesium (hypokaliëmie/hypomagnesiëmie) heeft.
u
hartproblemen heeft (gehad) of onlangs een hartaanval heeft gehad.
u een trage hartslag in rust heeft en/of weet dat u mogelijk een zouttekort heeft als gevolg van
langdurige ernstige diarree en braken of als gevolg van het gebruik van diuretica (plaspillen).
u last heeft van een snelle of onregelmatige hartslag, flauwvallen, collaps (plotselinge afname van
de bloedsomloop) of duizeligheid wanneer u rechtop gaat staan. Dit kan wijzen op een abnormale
werking van het hart.
u problemen heeft met uw ogen, zoals bepaalde vormen van glaucoom.
Licht uw arts in als u een van de volgende geneesmiddelen inneemt:
een type geneesmiddelen voor migraine, die bekend staan als de triptanen (bijv. sumatriptan), de
sterke pijnstiller tramadol, of als u de supplementen oxitriptan of tryptofaan inneemt.
kruidenpreparaten die sint-janskruid (Hypericum perforatum) bevatten. U heeft dan meer kans op
bijwerkingen. U mag de sint-janskruid niet meer innemen en uw arts inlichten.
geneesmiddelen die de bloedstolling beïnvloeden of het risico op een bloeding verhogen.
Geneesmiddelen zoals Citalopram EG (zogenaamde SSRIs) kunnen symptomen van seksuele
disfunctie veroorzaken (zie paragraaf 4). In sommige gevallen blijven deze symptomen na het stoppen
van de behandeling aanhouden.
Neemt u nog andere geneesmiddelen in?
Neemt u naast Citalopram EG nog andere geneesmiddelen in, heeft u dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat innemen? Vertel dat
dan uw arts of apotheker.
De volgende geneesmiddelen kunnen de werking van citalopram beïnvloeden, of kunnen zelf in hun
werking beïnvloed worden:
Geneesmiddelen die behoren tot de groep van MAO-remmers (geneesmiddelen voor de
behandeling van depressie of de ziekte van Parkinson). Zeer ernstige bijwerkingen kunnen
optreden, waaronder een aandoening bekend als serotoninesyndroom (zie rubriek 2 onder
'Wanneer mag u Citalopram EG NIET innemen?')
Tramadol (een sterke pijnstiller), sumatriptan of andere `triptanen' (geneesmiddelen om migraine
te behandelen), oxitriptan en tryptofaan (een voedingssupplement en een serotoninevoorloper).
Het innemen van Citalopram EG samen met deze geneesmiddelen wordt afgeraden.
Antistollingsmiddelen (bijv. warfarine) en andere geneesmiddelen die de bloedstolling kunnen
beïnvloeden zoals niet-steroïdale ontstekingsremmers (ontstekingsremmende pijnstillers zoals
naproxen en ibuprofen), acetylsalicylzuur, dipyridamol en ticlopidine (geneesmiddelen gebruikt
om het risico van trombose te verminderen).
Geneesmiddelen bekend als zgn. `atypische antipsychotica', fenothiazines of tricyclische
antidepressiva. Deze kunnen het risico op bloedingen ook doen toenemen.
Kruidenmiddelen die sint-janskruid (Hypericum perforatum) bevatten. Deze moeten niet
gelijktijdig met Citalopram EG gebruikt worden, omdat de bijwerkingen kunnen verergeren.
Cimetidine, omeprazol, esomeprazol en lansoprazol (zuurremmers, ter behandeling van
maagzweren), fluconazol (ter behandeling van schimmelinfecties), fluvoxamine
(antidepressivum) en ticlopidine (ter vermindering van het risico op infarcten). Deze middelen
kunnen leiden tot verhoogde bloedspiegels van citalopram. Uw arts kan de dosis citalopram
verlagen als bijwerkingen optreden wanneer deze geneesmiddelen naast citalopram gebruikt
worden.
Lithium (een geneesmiddel om manie en depressie te behandelen). Voorzichtigheid moet in acht
genomen worden in combinatie met Citalopram EG. Zoals gewoonlijk moeten de lithiumspiegels
in het bloed geregeld gecontroleerd worden.
Geneesmiddelen die de drempel voor epileptische aanvallen verlagen, bijv. andere antidepressiva
(tricyclische SSRI's), neuroleptica (gebruikt om psychosen te behandelen als bijv. schizofrenie en
manie, bijv. fenothiazines, butyrofenonen, thioxanthenen), mefloquine (een geneesmiddel om
malaria te behandelen), bupropion (een geneesmiddel dat gebruikt wordt om te stoppen met roken,
een antidepressivum) en tramadol (een pijnstiller): gelijktijdig gebruik kan epileptische aanvallen
uitlokken.
Bepaalde geneesmiddelen kunnen langzaam uit het lichaam uitgescheiden worden wanneer ze
samen met citalopram gebruikt worden. Deze geneesmiddelen zijn flecaïnide en propafenon
(geneesmiddelen die gebruikt worden om hartritmestoornissen te behandelen), metoprolol
(wanneer gebruikt om hartfalen te behandelen), antidepressiva zoals desipramine, clomipramine
en nortriptyline (geneesmiddelen om depressie te behandelen), sommige antipsychotica zoals
risperidon, thioridazine en haloperidol. Uw arts kan de doseringen van uw geneesmiddelen
aanpassen.
NEEM Citalopram EG
NIET samen
IN met geneesmiddelen:
die een zogenaamde verlenging van het QT-interval in het ecg veroorzaken
die de bloedspiegels van kalium of magnesium verlagen (wat ook een verlenging van het QT-
interval kan veroorzaken)
voor hartritmestoornissen
die het hartritme kunnen beïnvloeden:
o klasse IA- en III-antiaritmica
o antipsychotica (bijv. fenothiazinederivaten, pimozide, haloperidol)
o tricyclische antidepressiva
o bepaalde antimicrobiële middelen (bijv. sparfloxacine, moxifloxacine, erythromycine IV,
pentamidine, antimalariamiddelen meer bepaald halofantrine)
o bepaalde antihistaminica (astemizol, mizolastine)
Gebruik van deze geneesmiddelen in combinatie met citalopram verhoogt het risico van
hartritmestoornissen.
Raadpleeg uw arts als u hierover nog vragen heeft.
Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol?
De tabletten kunnen met en zonder voedsel worden ingenomen. Hoewel er geen aanwijzingen zijn dat
alcohol en Citalopram EG elkaar beïnvloeden, moet toch het gebruik van alcohol vermeden worden bij
gebruik van Citalopram EG.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Zwangerschap
Er is nog onvoldoende bekend over de gevolgen van het gebruik van Citalopram EG tijdens de
zwangerschap. Neem Citalopram EG niet in tijdens de zwangerschap of als u zwanger wilt worden,
tenzij uw arts het noodzakelijk vindt.
Zorg ervoor dat uw vroedvrouw en/of arts weten dat u Citalopram EG inneemt. Wanneer
geneesmiddelen zoals Citalopram EG tijdens de zwangerschap, en vooral tijdens de laatste 3 maanden
van de zwangerschap, genomen worden, kunnen ze het risico op een ernstige aandoening bij baby's,
zogenaamde persisterende pulmonale hypertensie van de neonaat (PPHN), verhogen, waardoor de
baby sneller gaat ademen en blauw kleurt. Deze symptomen treden gewoonlijk binnen de eerste 24 uur
na de geboorte van de baby op. Indien dit voorkomt bij uw baby, dient u onmiddellijk contact op te
nemen met uw vroedvrouw en/of arts.
Toch moet u de behandeling met Citalopram EG niet plotseling stoppen. Wanneer u Citalopram EG
inneemt gedurende de laatste 3 maanden van de zwangerschap, informeer dan uw arts omdat uw baby
symptomen kan hebben bij de geboorte. Deze symptomen beginnen gewoonlijk tijdens de eerste 24
uur nadat de baby is geboren. Ze houden het volgende in: niet kunnen slapen of niet goed kunnen
voeden, moeite met ademhalen, een blauwachtige huid of te warm of juist te koud zijn, ziek zijn, veel
huilen, stijve of onhandige spieren, slaapzucht, trillen, zenuwen of stuipen. Wanneer uw baby een van
deze symptomen heeft nadat hij geboren is, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts, die u zal
adviseren.
Als u Citalopram EG vlak voor het einde van uw zwangerschap inneemt, kan er sprake zijn van een
verhoogd risico op zware vaginale bloedingen kort na de geboorte, vooral als u een voorgeschiedenis
heeft van bloedingsstoornissen. Uw arts of verloskundige moet ervan op de hoogte zijn dat u
Citalopram EG gebruikt, zodat ze u kunnen adviseren.
Borstvoeding
Citalopram gaat in geringe mate over in moedermelk en dus is er een kans op een effect bij de baby.
Overleg met uw arts wanneer u borstvoeding wilt geven en Citalopram EG inneemt.
Vruchtbaarheid
In dieronderzoek werd aangetoond dat citalopram de kwaliteit van het sperma vermindert. Theoretisch
zou dit de vruchtbaarheid kunnen aantasten maar tot nog toe werd geen impact op de vruchtbaarheid
bij de mens waargenomen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Citalopram EG heeft enig effect op de rijvaardigheid en het vermogen machines te bedienen. Zoals
alle geneesmiddelen bij psychische aandoeningen, kan ook citalopram het beoordelingsvermogen en
de reactiesnelheid verminderen. Bestuur geen voertuigen of bedien geen machines voordat u weet hoe
Citalopram EG u beïnvloedt. Raadpleeg bij twijfel uw arts of apotheker.
3. Hoe neemt u Citalopram EG in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
De aanbevolen dosering is
Gebruik bij volwassenen
De gebruikelijke dosering is 20 mg per dag. Uw arts kan de dosis verhogen tot maximum 40 mg per
dag.
Gebruik bij bejaarde patiënten (ouder dan 65 jaar)
De begindosis bedraagt de helft van de aanbevolen dosis, d.w.z. 10 tot 20 mg per dag. Oudere
patiënten mogen gewoonlijk niet meer dan 20 mg per dag krijgen.
Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar
Citalopram EG mag niet gebruikt worden voor de behandeling van kinderen en jongeren onder de 18
jaar. (Zie rubriek 2 'Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met Citalopram EG?')
Patiënten met speciale risico's
Nierinsufficiëntie
Als u een milde of matige nierziekte heeft, mag u de gebruikelijke dosis Citalopram EG innemen. Er
zijn geen gegevens bekend over de behandeling van mensen met ernstig verstoorde nierfunctie
(creatinineklaring minder dan 30 ml/min), en daarom wordt het gebruik van Citalopram EG dan
afgeraden.
Leverinsufficiëntie
Patiënten met leverschade of een leverziekte moeten een begindosis van 10 mg per dag krijgen.
Patiënten met leverklachten mogen niet meer dan 20 mg per dag krijgen. Patiënten met een
verminderde leverfunctie moeten goed in de gaten worden gehouden door hun arts.
Wijze van toediening
Neem de tabletten eenmaal daags, `s morgens of `s avonds, met een glas water. De tabletten kunnen
met of zonder voedsel ingenomen worden.
Behandelingsduur
Het antidepressieve effect van Citalopram EG heeft naar verwachting ten minste twee weken nodig
om in werking te treden. De behandeling moet voortgezet worden tot u ten minste 4-6 maanden
symptoomvrij bent. Uw arts bepaalt de dosering en duur van de behandeling op basis van de aard en
ernst van uw ziekte en uw persoonlijke reactie op het geneesmiddel.
Heeft u te veel van Citalopram EG ingenomen?
Wanneer u te veel van Citalopram EG heeft ingenomen, of een kind Citalopram EG heeft ingenomen,
neem dan onmiddellijk contact op met uw arts, apotheker, de dichtstbijzijnde spoedafdeling van een
ziekenhuis of het Antigifcentrum (070/245.245).
De symptomen van een overdosis citalopram zijn afhankelijk van de dosis maar kunnen zijn:
slaperigheid, coma, onbeweeglijkheid van het lichaam (stupor), stuipen (insulten), versnelde hartslag,
toegenomen transpiratie, misselijkheid, braken, blauwe verkleuring van de lippen en huid en
hyperventilatie (versnelde en sterkere ademhaling) en, zelden, effecten op het hartritme. Symptomen
van het zgn. serotoninesyndroom kunnen ook optreden.
Bent u vergeten Citalopram EG in te nemen?
Maak u geen zorgen. Sla die dosering gewoon over en neem uw volgende dosis op het juiste tijdstip.
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Als u stopt met het innemen van Citalopram EG
Overleg met uw arts voor u de behandeling met Citalopram EG afbreekt of beëindigt, zelfs als u zich
beter voelt. Wanneer plotseling gestopt wordt met Citalopram EG, kunnen onthoudingsverschijnselen
optreden. Deze kunnen inhouden: duizeligheid, gewaarwordingen van stekende naalden en elektrische
schokken, slaapstoornissen (inclusief slapeloosheid en intense dromen), opwinding of angst,
misselijkheid, braken, trillen, verwardheid, overmatig zweten, hoofdpijn, diarree, hartkloppingen,
emotionele labiliteit, geprikkeldheid en zichtstoornissen. Over het algemeen zijn deze symptomen
mild of matig van aard en zullen ze vanzelf binnen 2 weken verdwijnen. Echter, bij sommige patiënten
kunnen deze verschijnselen ernstiger zijn of langer duren.
Er moet langzaam gestopt worden met Citalopram EG wanneer de behandeling beëindigd wordt.
Daarom wordt geadviseerd om bij het beëindigen van de behandeling de dosering geleidelijk over een
periode van minimum 1-2 weken af te bouwen.
Wanneer u hevige onthoudingsverschijnselen ervaart wanneer u stopt met het innemen van Citalopram
EG, neem dan contact op met uw arts. Hij of zij kan u dan vragen uw tabletten weer te beginnen in te
nemen en ze vervolgens langzamer af te bouwen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4. Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken. De volgende bijwerkingen werden gerapporteerd aan de weergegeven frequenties.
Als een van de volgende symptomen bij u optreedt, moet u
stoppen met het innemen van
Citalopram EG en onmiddellijk uw arts raadplegen:

snelle onregelmatige hartslag, flauwvallen. Dit kunnen symptomen zijn van een
levensbedreigende aandoening die bekend staat als 'Torsade de Pointes'.
Zeer vaak: kan meer dan 1 op 10 mensen treffen
slaperigheid, problemen om in slaap te geraken, slapeloosheid, opwinding, nervositeit
hoofdpijn, beven, duizeligheid
accommodatiestoornissen
voelbare hartkloppingen (palpitaties)
misselijkheid, droge mond, verstopping, diarree
verhoogde transpiratie
algemene zwakte (asthenie)
Vaak: kan tot 1 op 10 mensen treffen
gewichtsafname of ­toename
slaapstoornissen, concentratiestoornissen, abnormale dromen, geheugenverlies (amnesie), angst,
verminderd libido, toegenomen eetlust, verminderde eetlust, verlies van eetlust, gevoel van
onverschilligheid (apathie), verwardheid
migraine, tintelend gevoel (paresthesie)
visuele stoornissen
oorsuizen (tinnitus)
toename van de polsslag
orthostatische hypotensie (bloeddrukdaling bij het rechtstaan), lage bloeddruk, hoge bloeddruk
loopneus (rhinitis), ontsteking van de bijholte van de neusholte (sinusitis)
spijsverteringsstoornissen, braken, buikpijn, winderigheid (flatulentie), verhoogde
speekselafscheiding, smaakafwijkingen
uitslag, jeuk
urinestoornissen, te veel urine
niet in staat zijn te ejaculeren, ejaculatiestoornissen, uitblijven van vrouwelijk orgasme, abnormaal
orgasme bij de vrouw, abnormale of pijnlijke menstruaties, impotentie
vermoeidheid, gapen, aandachtsstoornissen
spierpijn, gewrichtspijn
ontwenningssymptomen zoals duizeligheid, misselijkheid, braken, beven, verwardheid, zweten,
hoofdpijn, diarree, tintelend gevoel en waarnemingen van elektrische schokken, slaapstoornissen,
(waaronder slapeloosheid en intense dromen), opwinding of angst, hartkloppingen, emotionele
instabiliteit, geïrriteerdheid en visuele stoornissen (zie rubriek 3: 'Als u stopt met het innemen van
Citalopram EG')
Soms: kan tot 1 op 100 mensen treffen
geluksgevoel (euforie), verhoogd libido
agressie
gevoel van onwerkelijkheid/vervreemding van zichzelf (depersonalisatie), hallucinaties,
overdreven vrolijk of opgewonden zijn, wat tot ongewoon gedrag leidt (manie)
overmatige verwijding van de pupil (mydriase)
bewegingsstoornissen, zoals abnormale houding en kronkelende bewegingen (extrapiramidale
stoornis), stuipen
vertraagde hartslag
hoesten
toename van de leverenzymen (vastgesteld door een bloedtest)
gevoeligheid voor zonlicht (fotosensibiliteit), netelroos (urticaria), haaruitval (alopecia), rode of
purperen verkleuringen van de huid (purpura)
niet kunnen urineren (urineretentie)
te veel vloeistof in de lichaamsweefsels (oedeem)
allergische reacties, bewustzijnsverlies, onwelzijn
Zelden: kan tot 1 op 1.000 mensen treffen
laag natriumgehalte in het bloed (hyponatriëmie), een syndroom dat de productie van urine door
het lichaam beïnvloedt (het syndroom van inadequate antidiuretische hormoonsecretie of SIADH)
serotoninesyndroom
bloedingen, waaronder bloedingen in de baarmoeder, het spijsverteringssysteem, de huid en de
slijmvliezen
leverontsteking (hepatitis)
koorts (pyrexie)
Zeer zelden: kan tot 1 op 10.000 mensen treffen
paniekaanvallen (deze symptomen kunnen veroorzaakt worden door de onderliggende ziekte)
hartritmestoornissen
pijnlijke zwelling van de huid en slijmvliezen als gevolg van vochtophoping (bijv. van de keel en
tong), ademhalingsmoeilijkheden en/of jeuk en huiduitslag (angio-oedeem)
abnormale melkafscheiding uit de borstklieren (galactorroe)
strenge overgevoeligheidsreacties (anafylactoïde reacties) die tot shock kunnen leiden (ernstige
bloeddrukdaling, bleekheid, opwinding, zwakke en snelle pols, klamme huid en verminderd
bewustzijn), te wijten aan een plotse verwijding van de bloedvaten
Niet bekend: kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
afname van de bloedplaatjes, waardoor het risico op bloedingen of blauwe plekken verhoogt
(trombocytopenie)
overmatige (schadelijke, ongemakken veroorzakende en soms fatale) reacties geproduceerd door
het normale immuunsysteem (overgevoeligheid)
knarsen met de tanden (bruxisme)
rusteloosheid
lage kaliumspiegel in het bloed (hypokaliëmie)
abnormaal elektrocardiogram (QT-verlenging)
neusbloeden (epistaxis)
abnormale leverfunctietest
blauwe plekken (ecchymose)
bloeding van de baarmoeder (metrorragie)
Zware vaginale bloedingen kort na de geboorte (postpartumbloeding), zie `Zwangerschap' in
rubriek 2 voor meer informatie
pijnlijke erectie van de penis (priapisme)
onaangenaam gevoel van rusteloosheid of niet kunnen stil zitten of stil staan (acathisie; zie rubriek
2: 'Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met Citalopram EG?')
zelfmoordgedachten en zelfmoordgedrag
Gevallen van zelfmoordgedachten en zelfmoordgedrag werden gerapporteerd tijdens de
behandeling met citalopram of kort na stopzetting van de behandeling (zie rubriek 2 'Wanneer
moet u extra voorzichtig zijn met Citalopram EG?').
Andere mogelijke bijwerkingen
Een toename van het risico op beenbreuken werd waargenomen bij patiënten die dit type
geneesmiddelen nemen.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via:
België: Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) ­
Afdeling Vigilantie ­ Postbus 97 ­ B-1000 Brussel Madou of via de website: www.fagg.be.
Luxemburg: Centre Régional de Pharmacovigilance de Nancy ­ E-mail: crpv@chru-nancy.fr ­ Tel.:
(+33) 3 83 65 60 85 / 87 ­ Fax: (+33) 3 83 65 61 33 ou Division de la Pharmacie et des Médicaments
de la Direction de la Santé à Luxembourg ­ E-mail: pharmacovigilance@ms.etat.lu ­ Tel.: (+352)
247-85592 ­ Fax: (+352) 247-95615. Website: http://www.sante.public.lu/fr/politique-sante/ministere-
sante/direction-sante/div-pharmacie-medicaments/index.html.
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van
dit geneesmiddel.
5. Hoe bewaart u Citalopram EG?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos en
de blisterverpakking of de tablettencontainer 'EXP'. Daar staan een maand en een jaar. De laatste dag
van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in Citalopram EG?
De werkzame stof in Citalopram EG is citalopram (als citalopramhydrobromide).
1 filmomhulde tablet bevat 24,99 mg citalopramhydrobromide, overeenkomend met 20 mg citalopram.
De andere stoffen in Citalopram EG zijn:
Kern: mannitol, microkristallijne cellulose, colloïdaal watervrij siliciumdioxide, magnesiumstearaat.
Filmomhulling: hypromellose, macrogol 6000, titaandioxide (E171).
Hoe ziet Citalopram EG eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Ronde, witte tabletten met een breukstreep en een diameter van 8 mm.
De tabletten kunnen worden verdeeld in gelijke doses.
Ze zijn beschikbaar in blisterverpakkingen van 10, 14, 20, 28, 30, 50, 56, 98, 100, en 100x1 tabletten
per doos, evenals in een tablettencontainer die 250 en 500 tabletten bevat.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
EG (Eurogenerics) NV - Heizel Esplanade b22 - 1020 Brussel
Fabrikanten
1) Sanico N.V. - Veedijk 59 - 2300 Turnhout
1) Centrafarm Services B.V. - Nieuwe Donk 9 - 4879 AC Etten-Leur ­ Nederland
3) STADA Arzneimittel AG - Stadastraße 2-18 - 61118 Bad Vilbel ­ Duitsland
4) STADApharm GmbH - Stadastraße 2-18 - 61118 Bad Vilbel - Duitsland
Dit geneesmiddel is geregistreerd in lidstaten van de EEA onder de volgende namen:
België: Citalopram EG 20 mg filmomhulde tabletten
Nederland: Citalopram CF 20 mg filmomhulde tabletten
Nummers van de vergunning voor het in de handel brengen:
Blisterverpakking: BE239513
Tablettencontainer: BE239522
Afleveringswijze: op medisch voorschrift.
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd/herzien in 02/2021 / 03/2021.

Heb je dit medicijn gebruikt? Citalopram EG 20 mg te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Citalopram EG 20 mg te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Citalopram EG 20 mg

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG