Colombovac pmv
Leaflet – Version NL
Colombovac PMV
BIJSLUITER
Colombovac PMV, suspensie voor injectie voor duiven
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Zoetis Belgium SA
Rue Laid Burniat, 1
B-1348 Louvain-la-Neuve
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
Zoetis Manufacturing & Research Spain, S.L.
Ctra Camprodon, s/n “La Riba“
17813 Vall de Bianya (Girona)
Spanje
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Colombovac PMV, suspensie voor injectie voor duiven
3.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDDD(E)L(EN)
Aviair Paramyxovirus serotype 1 (PMV-1), stam LaSota: minstens 19,9 AU*
* antigenic units
Adjuvans:
Carbomeer
4.
INDICATIE(S)
Voor de actieve immunisatie van gezonde duiven tegen paramyxovirus type 1, om mortaliteit te
voorkomen en om klinische symptomen veroorzaakt door infectie te verminderen.
Aanvang van immuniteit: 1 maand
Duur van immuniteit: 1 jaar
5.
CONTRA-INDICATIE(S)
Niet gebruiken bij zieke dieren.
6.
BIJWERKINGEN
Een voorbijgaande zwelling tot ongeveer 1 cm diameter op de plaats van injectie kan zeer vaak
voorkomen, welke tot 4 weken of langer kan duren. Zwellingen verdwijnen gewoonlijk zonder
behandeling. In gevallen waar de bijwerkingen niet spontaan verdwijnen, moet een dierenarts worden
gecontacteerd.
De frequentie van bijwerkingen is als volgt gedefinieerd:
- Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 dieren vertonen bijwerking(en) gedurende de duur van één
behandeling)
- Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 dieren)
- Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 dieren)
- Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 dieren)
- Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)
Indien u ernstige bijwerkingen of andersoortige reacties vaststelt die niet in deze bijsluiter worden
1
Leaflet – Version NL
Colombovac PMV
vermeld, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.
7.
DIERSOORT(EN) WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
Duiven
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT , WIJZE VAN GEBRUIK EN
TOEDIENINGSWEG(EN)
Per dier 1 dosis (0,2 ml) vaccin per enting gebruiken.
Het vaccin dient subcutaan, dorsaal in de halsstreek naar de rug toe te worden toegediend.
De flacon enkele malen zwenken vóór gebruik.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Reisduiven:
1. Alle aanwezige duiven ieder jaar 1 dosis, uiterlijk 14 dagen voor het duivensportseizoen.
2. Alle jonge duiven 1 dosis, vanaf de leeftijd van 3 weken, voor de eerste gezamenlijke inkorving
3. Alle later geboren duiven op eenleeftijd vanaf 3 weken 1 dosis.
Na vaccinatie contact vermijden met vogels van andere duiventillen gedurende 14 dagen.
Sierduiven:
Vanaf de leeftijd van 3 weken, 1 dosis, tenminste 2 weken voor het begin van het
tentoonstellingsseizoen.
Na vaccinatie contact vermijden met vreemde vogels gedurende minstens 14 dagen.
Afhankelijk van lokaal geldende aanbevelingen / voorschriften kan het vaccinatieschema worden
aangepast.
Er zijn 2 entseizoenen: in de periode half april tot eind juni moeten alle jonge duiven worden geënt en in
de periode half november tot eind januari alle jaarlingen en oude duiven.
Een jaarlijkse herenting is aanbevolen. Onvolledig beschermde oude duiven worden weliswaar niet zelf
ziek, maar kunnen wél de jongen in de nestschalen besmetten.
10.
WACHTTERMIJN
Nul dagen.
11.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ BEWAREN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Bewaren en transporteren bij 2 °C - 8 °C (in een koelkast).
Bescherm tegen licht.
Na opening onmiddellijk gebruiken.
Niet te gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket en de doos na EXP.
12.
SPECIALE WAARSCHUWING(EN)
Speciale waarschuwingen voor elke diersoort waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is
Intramusculaire toediening van het middel dient zorgvuldig te worden vermeden.
Gebruik tijdens leg
Niet gebruiken bij vogels in de legperiode.
Uiterlijk 14 dagen voor het koppelen gebruiken.
Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Er is geen informatie beschikbaar over de veiligheid en werkzaamheid van dit vaccin bij gebruik in
combinatie met enig ander diergeneesmiddel.
2
Leaflet – Version NL
Colombovac PMV
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)
Overdosering resulteerde niet in andere bijwerkingen dan deze vermeld in rubriek 6 “Bijwerkingen”.
Onverenigbaarheden
Niet vermengen met enig ander diergeneesmiddel.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE RESTANTEN HIERVAN
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale
vereisten te worden verwijderd.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
December 2016
15.
OVERIGE INFORMATIE
Glazen (Type I) flacon met bromobutyl stop en aluminium felscapsule.
Flacon à 50 of 100 doses.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
Op diergeneeskundig voorschrift
BE-V133655
3
eaflet Version NL C
olombovac PMV
BIJSLUITER
Colombovac PMV, suspensie voor injectie voor duiven
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Zoetis Belgium SA
Rue Laid Burniat, 1
B-1348 Louvain-la-Neuve
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
Zoetis Manufacturing & Research Spain, S.L.
Ctra Camprodon, s/n 'La Riba'
17813 Vall de Bianya (Girona)
Spanje
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Colombovac PMV, suspensie voor injectie voor duiven
3.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDDD(E)L(EN)
Aviair Paramyxovirus serotype 1 (PMV-1), stam LaSota: minstens 19,9 AU*
* antigenic units
Adjuvans: Carbomeer
4.
INDICATIE(S)
Voor de actieve immunisatie van gezonde duiven tegen paramyxovirus type 1, om mortaliteit te
voorkomen en om klinische symptomen veroorzaakt door infectie te verminderen.
Aanvang van immuniteit: 1 maand
Duur van immuniteit: 1 jaar
5.
CONTRA-INDICATIE(S)
Niet gebruiken bij zieke dieren.
6.
BIJWERKINGEN
Een voorbijgaande zwelling tot ongeveer 1 cm diameter op de plaats van injectie kan zeer vaak
voorkomen, welke tot 4 weken of langer kan duren. Zwellingen verdwijnen gewoonlijk zonder
behandeling. In gevallen waar de bijwerkingen niet spontaan verdwijnen, moet een dierenarts worden
gecontacteerd.
De frequentie van bijwerkingen is als volgt gedefinieerd:
- Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 dieren vertonen bijwerking(en) gedurende de duur van één
behandeling)
- Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 dieren)
- Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 dieren)
- Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 dieren)
- Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)
Indien u ernstige bijwerkingen of andersoortige reacties vaststelt die niet in deze bijsluiter worden
eaflet Version NL C
olombovac PMV
vermeld, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.
7.
DIERSOORT(EN) WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
Duiven
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT , WIJZE VAN GEBRUIK EN
TOEDIENINGSWEG(EN)
Per dier 1 dosis (0,2 ml) vaccin per enting gebruiken.
Het vaccin dient subcutaan, dorsaal in de halsstreek naar de rug toe te worden toegediend.
De flacon enkele malen zwenken vóór gebruik.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Reisduiven:
1. Alle aanwezige duiven ieder jaar 1 dosis, uiterlijk 14 dagen voor het duivensportseizoen.
2. Alle jonge duiven 1 dosis, vanaf de leeftijd van 3 weken, voor de eerste gezamenlijke inkorving
3. Alle later geboren duiven op eenleeftijd vanaf 3 weken 1 dosis.
Na vaccinatie contact vermijden met vogels van andere duiventillen gedurende 14 dagen.
Sierduiven:
Vanaf de leeftijd van 3 weken, 1 dosis, tenminste 2 weken voor het begin van het
tentoonstellingsseizoen.
Na vaccinatie contact vermijden met vreemde vogels gedurende minstens 14 dagen.
Afhankelijk van lokaal geldende aanbevelingen / voorschriften kan het vaccinatieschema worden
aangepast.
Er zijn 2 entseizoenen: in de periode half april tot eind juni moeten alle jonge duiven worden geënt en in
de periode half november tot eind januari alle jaarlingen en oude duiven.
Een jaarlijkse herenting is aanbevolen. Onvolledig beschermde oude duiven worden weliswaar niet zelf
ziek, maar kunnen wél de jongen in de nestschalen besmetten.
10.
WACHTTERMIJN
Nul dagen.
11.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ BEWAREN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Bewaren en transporteren bij 2 °C - 8 °C (in een koelkast).
Bescherm tegen licht.
Na opening onmiddellijk gebruiken.
Niet te gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket en de doos na EXP.
12.
SPECIALE WAARSCHUWING(EN)
Speciale waarschuwingen voor elke diersoort waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is
Intramusculaire toediening van het middel dient zorgvuldig te worden vermeden.
Gebruik tijdens leg
Niet gebruiken bij vogels in de legperiode.
Uiterlijk 14 dagen voor het koppelen gebruiken.
Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Er is geen informatie beschikbaar over de veiligheid en werkzaamheid van dit vaccin bij gebruik in
combinatie met enig ander diergeneesmiddel.
eaflet Version NL C
olombovac PMV
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)
Overdosering resulteerde niet in andere bijwerkingen dan deze vermeld in rubriek 6 'Bijwerkingen'.
Onverenigbaarheden
Niet vermengen met enig ander diergeneesmiddel.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE RESTANTEN HIERVAN
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale
vereisten te worden verwijderd.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
December 2016
15.
OVERIGE INFORMATIE
Glazen (Type I) flacon met bromobutyl stop en aluminium felscapsule.
Flacon à 50 of 100 doses.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
Op diergeneeskundig voorschrift
BE-V133655
olombovac PMV
BIJSLUITER
Colombovac PMV, suspensie voor injectie voor duiven
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Zoetis Belgium SA
Rue Laid Burniat, 1
B-1348 Louvain-la-Neuve
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
Zoetis Manufacturing & Research Spain, S.L.
Ctra Camprodon, s/n 'La Riba'
17813 Vall de Bianya (Girona)
Spanje
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Colombovac PMV, suspensie voor injectie voor duiven
3.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDDD(E)L(EN)
Aviair Paramyxovirus serotype 1 (PMV-1), stam LaSota: minstens 19,9 AU*
* antigenic units
Adjuvans: Carbomeer
4.
INDICATIE(S)
Voor de actieve immunisatie van gezonde duiven tegen paramyxovirus type 1, om mortaliteit te
voorkomen en om klinische symptomen veroorzaakt door infectie te verminderen.
Aanvang van immuniteit: 1 maand
Duur van immuniteit: 1 jaar
5.
CONTRA-INDICATIE(S)
Niet gebruiken bij zieke dieren.
6.
BIJWERKINGEN
Een voorbijgaande zwelling tot ongeveer 1 cm diameter op de plaats van injectie kan zeer vaak
voorkomen, welke tot 4 weken of langer kan duren. Zwellingen verdwijnen gewoonlijk zonder
behandeling. In gevallen waar de bijwerkingen niet spontaan verdwijnen, moet een dierenarts worden
gecontacteerd.
De frequentie van bijwerkingen is als volgt gedefinieerd:
- Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 dieren vertonen bijwerking(en) gedurende de duur van één
behandeling)
- Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 dieren)
- Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 dieren)
- Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 dieren)
- Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)
Indien u ernstige bijwerkingen of andersoortige reacties vaststelt die niet in deze bijsluiter worden
eaflet Version NL C
olombovac PMV
vermeld, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.
7.
DIERSOORT(EN) WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
Duiven
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT , WIJZE VAN GEBRUIK EN
TOEDIENINGSWEG(EN)
Per dier 1 dosis (0,2 ml) vaccin per enting gebruiken.
Het vaccin dient subcutaan, dorsaal in de halsstreek naar de rug toe te worden toegediend.
De flacon enkele malen zwenken vóór gebruik.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Reisduiven:
1. Alle aanwezige duiven ieder jaar 1 dosis, uiterlijk 14 dagen voor het duivensportseizoen.
2. Alle jonge duiven 1 dosis, vanaf de leeftijd van 3 weken, voor de eerste gezamenlijke inkorving
3. Alle later geboren duiven op eenleeftijd vanaf 3 weken 1 dosis.
Na vaccinatie contact vermijden met vogels van andere duiventillen gedurende 14 dagen.
Sierduiven:
Vanaf de leeftijd van 3 weken, 1 dosis, tenminste 2 weken voor het begin van het
tentoonstellingsseizoen.
Na vaccinatie contact vermijden met vreemde vogels gedurende minstens 14 dagen.
Afhankelijk van lokaal geldende aanbevelingen / voorschriften kan het vaccinatieschema worden
aangepast.
Er zijn 2 entseizoenen: in de periode half april tot eind juni moeten alle jonge duiven worden geënt en in
de periode half november tot eind januari alle jaarlingen en oude duiven.
Een jaarlijkse herenting is aanbevolen. Onvolledig beschermde oude duiven worden weliswaar niet zelf
ziek, maar kunnen wél de jongen in de nestschalen besmetten.
10.
WACHTTERMIJN
Nul dagen.
11.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ BEWAREN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Bewaren en transporteren bij 2 °C - 8 °C (in een koelkast).
Bescherm tegen licht.
Na opening onmiddellijk gebruiken.
Niet te gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket en de doos na EXP.
12.
SPECIALE WAARSCHUWING(EN)
Speciale waarschuwingen voor elke diersoort waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is
Intramusculaire toediening van het middel dient zorgvuldig te worden vermeden.
Gebruik tijdens leg
Niet gebruiken bij vogels in de legperiode.
Uiterlijk 14 dagen voor het koppelen gebruiken.
Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Er is geen informatie beschikbaar over de veiligheid en werkzaamheid van dit vaccin bij gebruik in
combinatie met enig ander diergeneesmiddel.
eaflet Version NL C
olombovac PMV
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)
Overdosering resulteerde niet in andere bijwerkingen dan deze vermeld in rubriek 6 'Bijwerkingen'.
Onverenigbaarheden
Niet vermengen met enig ander diergeneesmiddel.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE RESTANTEN HIERVAN
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale
vereisten te worden verwijderd.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
December 2016
15.
OVERIGE INFORMATIE
Glazen (Type I) flacon met bromobutyl stop en aluminium felscapsule.
Flacon à 50 of 100 doses.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
Op diergeneeskundig voorschrift
BE-V133655