Constella 290 µg

BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Constella 290 microgram harde capsules.
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke capsule bevat 290 microgram linaclotide.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Harde capsule.
Witte tot gebroken wit/oranje ondoorzichtige capsule (18 mm x 6,35 mm) met het opschrift “290” in grijze
inkt.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Constella is geïndiceerd voor de symptomatische behandeling van matig tot ernstig
prikkelbaredarmsyndroom met constipatie (IBS-C) bij volwassenen.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
De aanbevolen dosis is één capsule (290 microgram) éénmaal daags.
Artsen dienen regelmatig de behoefte aan een verdere behandeling te evalueren. De werkzaamheid van
linaclotide is vastgesteld in dubbelblinde, placebogecontroleerde onderzoeken van maximaal 6 maanden.
Indien de patiënt geen verbetering van de symptomen ondervindt na 4 weken behandeling, moet hij/zij
opnieuw worden onderzocht en dienen het voordeel en de risico’s van een verdere behandeling opnieuw te
worden overwogen.
Speciale patiëntengroepen
Patiënten met nier- of leverfunctiestoornis
Er zijn geen dosisaanpassingen vereist voor patiënten met lever- of nierfunctiestoornis (zie rubriek 5.2).
Oudere patiënten
Hoewel geen dosisaanpassingen vereist zijn, dient de behandeling voor oudere patiënten zorgvuldig onder
toezicht te blijven en regelmatig te worden geherevalueerd (zie rubriek 4.4).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Constella bij kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar zijn nog niet
vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Dit geneesmiddel mag niet worden gebruikt bij kinderen en adolescenten (zie rubriek 4.4 en 5.1).
2
Wijze van toediening
Oraal gebruik. De capsule dient ten minste 30 minuten vóór een maaltijd te worden ingenomen (zie
rubriek 4.5).
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Patiënten met een bekende of vermoedelijke mechanische gastro-intestinale obstructie.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Constella dient te worden gebruikt nadat ziekten van de organen uitgesloten zijn en een diagnose van matige
tot ernstige IBS-C is gesteld (zie rubriek 5.1).
De patiënten moeten zich ervan bewust zijn dat diarree en lage gastro-intestinale bloeding kan optreden
tijdens de behandeling. Zij moeten geïnstrueerd worden om hun arts te informeren bij ernstige of langdurige
diarree of lage gastro-intestinale bloeding (zie rubriek 4.8).
Bij langdurige (d.w.z. langer dan 1 week) of ernstige diarree moet medisch advies worden ingewonnen en
moet tijdelijke stopzetting van linaclotide worden overwogen tot de diarree verdwenen is. Extra
voorzichtigheid is geboden bij patiënten die vatbaar zijn voor een verstoring van de water- of
elektrolytenhuishouding (bijv. ouderen, patiënten met hart- en vaataandoeningen, diabetes, hoge bloeddruk)
en een elektrolytencontrole moet worden overwogen.
Er zijn gevallen van intestinale perforatie gerapporteerd na gebruik van linaclotide bij patiënten met
aandoeningen die kunnen worden geassocieerd met lokale of diffuse zwakte van de darmwand. Patiënten
moeten worden geadviseerd om onmiddellijk medische hulp te zoeken in geval van ernstige, langdurige of
verergerende buikpijn. De behandeling met linaclotide moet worden gestopt als deze symptomen
voorkomen.
Linaclotide is nog niet onderzocht bij patiënten met chronische ontstekingsaandoeningen van het
maag-darmkanaal, zoals de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa; daarom wordt het gebruik van Constella
afgeraden bij deze patiënten.
Oudere patiënten
Er zijn beperkte gegevens bij oudere patiënten (zie rubriek 5.1). Vanwege het hogere risico op diarree dat
werd waargenomen in klinische onderzoeken (zie rubriek 4.8), dient aan deze patiënten speciale aandacht te
worden besteed en moeten voordelen en risico’s zorgvuldig en regelmatig worden afgewogen.
Pediatrische patiënten
Constella mag niet worden gebruikt bij kinderen en adolescenten omdat het nog niet is onderzocht bij deze
populatie. Aangezien bekend is dat de GC-C-receptor op jonge leeftijd overexpressie vertoont, kunnen
kinderen jonger dan 2 jaar bijzonder gevoelig zijn voor de effecten van linaclotide.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd. Linaclotide is zelden detecteerbaar in plasma na toediening
van de aanbevolen klinische doses en
in vitro-onderzoeken
hebben aangetoond dat linaclotide noch een
substraat noch een remmer/inductor is van het cytochroom P450-enzymsysteem en geen wisselwerking
aangaat met een reeks van vaak voorkomende uitstroom- en opnametransporteiwitten (zie rubriek 5.2).
Een klinisch onderzoek naar de wisselwerking met voedsel bij gezonde proefpersonen toonde aan dat
linaclotide, gebruikt bij therapeutische doses, niet detecteerbaar was in het plasma, noch in gevoede noch in
nuchtere toestand. Het gebruik van Constella in gevoede toestand ging gepaard met een frequentere en
slappere ontlasting, alsook meer gastro-intestinale bijwerkingen, dan wanneer het in nuchtere toestand werd
3
ingenomen (zie rubriek 5.1). De capsule dient 30 minuten vóór een maaltijd te worden ingenomen (zie
rubriek 4.2).
Een gelijktijdige behandeling met protonpompremmers, laxeermiddelen of niet-steroïdale anti-inflammatoire
middelen (NSAID’s) kan het risico op diarree verhogen. Als Constella gelijktijdig met dergelijke middelen
wordt gebruikt, is voorzichtigheid geboden.
In gevallen van ernstige of langdurige diarree kan de absorptie van andere orale geneesmiddelen worden
beïnvloed. De werkzaamheid van orale anticonceptiemiddelen kan verminderd zijn en het gebruik van een
extra anticonceptiemethode is aanbevolen ter preventie van een mogelijk falen van de orale anticonceptie
(zie de bijsluiter van het orale anticonceptiemiddel). Er is voorzichtigheid geboden bij het voorschrijven van
geneesmiddelen met een smalle therapeutische index die in het spijsverteringskanaal worden geabsorbeerd,
zoals levothyroxine, omdat hun werkzaamheid verminderd kan zijn.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn geen of een beperkte hoeveelheid gegevens over het gebruik van linaclotide bij zwangere vrouwen.
De resultaten van dieronderzoek duiden niet op directe of indirecte schadelijke effecten wat betreft
reproductietoxiciteit (zie rubriek 5.3). Uit voorzorg heeft het de voorkeur het gebruik van Constella te
vermijden tijdens de zwangerschap.
Borstvoeding
Constella wordt minimaal geabsorbeerd na orale toediening. In een onderzoek bij zeven vrouwen die
uitsluitend borstvoeding gaven en die al therapeutisch linaclotide gebruikten, werden noch linaclotide, noch
de actieve metaboliet daarvan in de moedermelk waargenomen. Daarom wordt niet verwacht dat zuigelingen
bij borstvoeding worden blootgesteld aan linaclotide en kan Constella tijdens de borstvoeding worden
gebruikt.
Het is niet onderzocht wat de effecten zijn van linaclotide of diens metaboliet op de melkproductie bij
vrouwen.
Vruchtbaarheid
Dieronderzoek wijst erop dat er geen effect is op de mannelijke of vrouwelijke vruchtbaarheid.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Constella heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines
te bedienen.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Linaclotide werd oraal toegediend aan 1166 patiënten met IBS-C in gecontroleerde klinische onderzoeken.
Van deze patiënten kregen 892 onder hen linaclotide in de aanbevolen dosis van 290 microgram per dag. De
totale blootstelling in het klinisch ontwikkelingsplan overschreed 1500 patiëntjaren. De meest gemelde
bijwerking die geassocieerd werd met de behandeling met Constella was diarree, hoofdzakelijk licht tot
matig in intensiteit, die bij minder dan 20 % van de patiënten optrad. In zeldzame en meer ernstige gevallen,
kan dit – als consequentie – leiden tot het optreden van dehydratie, hypokaliëmie, daling van de concentratie
bicarbonaat in het bloed, duizeligheid, en orthostatische hypotensie.
Andere vaak voorkomende bijwerkingen (>1 %) waren buikpijn, een opgezette buik en winderigheid.
4
Tabel met de bijwerkingen
De volgende bijwerkingen werden gemeld in klinische onderzoeken met de aanbevolen dosis van 290
microgram per dag, met frequenties als volgt: zeer vaak (≥1/10), vaak (≥1/100, <1/10), soms (1/1.000,
<1/100), zelden (1/10.000, <1/1.000) en zeer zelden (<1/10.000) en niet bekend (kan met de beschikbare
gegevens niet worden bepaald).
MedDRA
Systeem/orgaanklasse
Infecties en parasitaire
aandoeningen
Voedings- en
stofwisselings-
stoornissen
Zenuwstelsel-
aandoeningen
Bloedvat-
aandoeningen
Zeer
vaak
Vaak
Virale
gastro-enteritis
Hypokaliëmie
Dehydratie
Verminderde eetlust
Duizeligheid
Orthostatische
hypotensie
Fecale incontinentie
Ontlastingsaandrang
Lage gastro-
intestinale bloeding,
waaronder bloeding
van de aambeien en
rectale bloeding
Misselijkheid
Braken
Urticaria
Daling van
bicarbonaat in
het bloed
Soms
Zelden
Niet
bekend
Maagdarmstelsel-
aandoeningen
Diarree
Buikpijn
Winderigheid
Opgezette buik
Gastro‑intestinale
perforatie
Huid- en
onderhuid-
aandoeningen
Onderzoeken
Huiduit-
slag
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Diarree is de meest voorkomende bijwerking en strookt met de farmacologische werking van het werkzame
bestanddeel. In klinische onderzoeken kreeg 2 % van de behandelde patiënten ernstige diarree en stopte 5 %
van de patiënten de behandeling vanwege diarree.
De meerderheid van de gemelde gevallen van diarree was licht (43 %) tot matig (47 %); 2 % van de
behandelde patiënten kreeg ernstige diarree. Ongeveer de helft van de diarree-episoden begon in de eerste
behandelingsweek.
De diarree verdween binnen zeven dagen bij ongeveer een derde van de patiënten, maar bij 80 patiënten
(50%) duurde de diarree meer dan 28 dagen (overeenkomend met 9,9% van alle patiënten die met linaclotide
behandeld werden).
In klinische onderzoeken staakte 5 % van de patiënten de behandeling vanwege diarree. Bij patiënten die de
behandeling moesten stopzetten wegens diarree, verdween deze een paar dagen na stopzetting van de
behandeling.
Ouderen (>65 jaar), patiënten met hypertensie en patiënten met diabetes meldden vaker diarree in
vergelijking met de algemene IBS-C-populatie geïncludeerd in de klinische onderzoeken.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze
wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd.
Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via
het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
5
4.9
Overdosering
Een overdosis kan leiden tot symptomen die optreden als gevolg van een versterking van de bekende
farmacodynamische effecten van het geneesmiddel, hoofdzakelijk diarree. In een onderzoek met gezonde
vrijwilligers die een enkele dosis van 2897 microgram kregen (tot 10 maal de aanbevolen therapeutische
dosis) strookte het veiligheidsprofiel bij deze proefpersonen met dat van de algemene populatie, met diarree
als de meest gemelde bijwerking.
Bij een eventuele overdosering moet de patiënt symptomatisch worden behandeld en dienen zo nodig
ondersteunende maatregelen te worden genomen.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: geneesmiddelen voor obstipatie, andere geneesmiddelen voor obstipatie,
ATC-code: A06AX04
Werkingsmechanisme
Linaclotide is een guanylaatcyclase-C-receptoragonist (GC-C-receptoragonist) met visceraal analgetische
evenals secretorische werking.
Linaclotide is een uit 14 aminozuren bestaande synthetische peptide die structureel verwant is aan de
endogene guanyline peptidengroep. Zowel linaclotide als de actieve metaboliet ervan binden zich aan de
GC-C-receptor, op het luminale oppervlak van het darmepitheel. Door zijn werking op de GC-C blijkt
linaclotide in diermodellen viscerale pijn te doen verminderen en de gastro-intestinale transit te verhogen en
bij de mens de colontransit te verhogen. De activering van GC-C leidt tot verhoogde concentraties van
cyclisch guanosinemonofosfaat (cGMP), zowel extracellulair als intracellulair. Extracellulair cGMP doet de
pijnvezelactiviteit dalen, wat in diermodellen tot verminderde viscerale pijn leidde. Intracellulair cGMP
veroorzaakt afscheiding van chloride en bicarbonaat in het intestinale lumen, door activering van de
cystische fibrose transmembraan geleidingsregulator (CFTR), wat tot een toename in intestinaal vocht en een
versnelde transit leidt.
Farmacodynamische effecten
In een cross-overonderzoek naar de wisselwerking met voedsel kregen 18 gezonde proefpersonen Constella
290 microgram gedurende 7 dagen, zowel in gevoede als in nuchtere toestand. Wanneer Constella
onmiddellijk na een vetrijk ontbijt werd ingenomen, was de ontlasting frequenter en slapper, en traden er
meer gastro-intestinale bijwerkingen op, dan wanneer het in nuchtere toestand werd ingenomen.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De werkzaamheid van linaclotide werd vastgesteld in twee gerandomiseerde, dubbelblinde,
placebogecontroleerde, klinische fase 3-onderzoeken bij patiënten met IBS-C. In één klinisch onderzoek
(onderzoek 1) werden 802 patiënten gedurende 26 weken behandeld met Constella 290 microgram of
placebo éénmaal daags. In het tweede klinische onderzoek (onderzoek 2) werden 800 patiënten behandeld
gedurende 12 weken en daarna opnieuw gerandomiseerd voor een bijkomende behandelingsperiode van
4 weken. Tijdens de twee weken durende baselineperiode vóór de behandeling hadden de patiënten een
gemiddelde buikpijnscore van 5,6 (schaal 0-10) met 2,2 % buikpijnvrije dagen, een gemiddelde opgezette
buik-score van 6,6 (schaal 0-10) en een gemiddelde van 1,8 spontane ontlastingen (SBM, spontaneous bowel
movements) per week.
De karakteristieken van de patiëntenpopulatie die in klinische fase 3-onderzoeken was opgenomen, waren als
volgt: gemiddelde leeftijd van 43,9 jaar [bereik van 18-87 jaar met 5,3 % ≥ 65 jaar], 90,1 % vrouwen. Alle
patiënten beantwoordden aan de Rome II-criteria voor IBS-C en moesten een gemiddelde buikpijnscore van
≥ 3 aangeven op een numerieke beoordelingsschaal van 0 tot 10 punten (criteria die overeenstemmen met de
populatie met matige tot ernstige IBS), < 3 volledige spontane ontlastingen en ≤ 5 SBM’s per week tijdens
een baselineperiode van 2 weken.
6
De co-primaire eindpunten in beide klinische onderzoeken waren het percentage respondenten met een graad
van verlichting van IBS na 12 weken en het percentage respondenten met buikpijn/ongemak na 12 weken.
Een respondent met een graad van verlichting van IBS was een patiënt die aanzienlijke of volledige
verlichting ondervond gedurende ten minste 50 % van de behandelingsperiode; een respondent met
buikpijn/ongemak was een patiënt die een verbetering van 30 % of meer ondervond gedurende ten minste
50 % van de behandelingsperiode.
Voor de gegevens na 12 weken, toont onderzoek 1 aan dat 39 % van de patiënten die met linaclotide waren
behandeld een respons op de graad van verlichting van IBS vertoonde (p<0,0001) ten opzichte van 17 % van
de patiënten die met placebo waren behandeld en dat 54 % van de patiënten die met linaclotide waren
behandeld een respons op buikpijn/ongemak (p<0,0001) vertoonde ten opzichte van 39 % van de patiënten
die met placebo waren behandeld. Onderzoek 2 toont aan dat 37 % van de met linaclotide behandelde
patiënten een respons op de graad van verlichting van IBS (p<0,0001) vertoonde ten opzichte van 19 % van
de patiënten die met placebo waren behandeld en dat 55 % van de patiënten die met linaclotide waren
behandeld een respons vertoonde op buikpijn/ongemak (p<0,0002) ten opzicht van 42 % van de patiënten die
met placebo waren behandeld.
Voor de gegevens na 26 weken, toont onderzoek 1 aan dat 37 % en 54 % van de patiënten die met linaclotide
waren behandeld respectievelijk een respons op de graad van verlichting van IBS (p<0,0001) en op
buikpijn/ongemak (p=0,0001) vertoonden ten opzichte van 17 % en 36 % van de patiënten die met placebo
waren behandeld.
In beide onderzoeken werden deze verbeteringen waargenomen na week 1 en hielden ze aan voor de
volledige behandelingsperioden (afbeelding 1 en 2). Linaclotide bleek geen reboundeffect te veroorzaken
wanneer de behandeling werd gestopt na 3 maanden ononderbroken behandeling.
Fig. 1 IBS Degree of Relief Responder
Afb. 1 Responsgraad van verlichting van IBS
70
60
Fig 2.
2 Respons buikpijn/ongemak
Responder
Afb.
Abdominal Pain/Discomfort
70
60
*p-waarde < 0,0001
* p value < 0.0001
Responders (%)
Respondenten (%)
*p-waarde < 0,0001
* p value < 0.0001
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
Respondenten (%)
Responders (%)
50
40
30
20
10
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9 10 11 12
Onderzoeksweek
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
50
40
30
20
10
0
1
290 µg
Placebo
290 µg
Placebo
2
3
4
5
6
7
8
9 10 11 12
Trial Week
Gepoolde klinische fase III-onderzoeken naar de
OC Approach (ITT Population)
werkzaamheid (onderzoek 1 en 2)
OC-aanpak (ITT-populatie)
Pooled Phase III Efficacy clinical studies (Study 1 and 2)
Trial Week
Gepoolde klinische fase III-onderzoeken
and 2)
de
Pooled Phase III Efficacy clinical studies (Study 1
naar
werkzaamheid (onderzoek 1 en 2)
OC Approach (ITT Population)
OC-aanpak (ITT-populatie)
Onderzoeksweek
Andere klachten en symptomen van IBS-C, waaronder een opgezette buik, frequentie van volledige spontane
ontlasting (CSBM), persen, consistentie van de ontlasting, werden beter bij met linaclotide behandelde
patiënten in vergelijking met placebo (p<0,0001), zoals getoond in de volgende tabel. Deze effecten werden
bereikt na 1 week en hielden aan gedurende de volledige behandelingsperiodes.
7
Het effect van linaclotide op de symptomen van IBS-C tijdens de eerste 12 weken van de behandeling
in de gepoolde klinische fase 3-onderzoeken naar de werkzaamheid (onderzoek 1 en 2).
Belangrijkste
secundaire
werkzaamheids-
parameters
Placebo
(N =797)
Veran-
dering
t.o.v.
baseline
Ge-
middelde
– 1,0
0,7
0,6
– 0,6
Linaclotide
(N =805)
12
Baseline weken
Ge-
Ge-
middelde middeld
e
6,7
0,2
2,3
3,6
4,6
2,5
4,4
2,2
Verande-
ring t.o.v.
baseline
Gemiddelde
– 1,9
2,2
2,0
– 1,3
Gemiddeld
verschil
Kleinste
kwadraten
– 0,9*
1,6*
1,4*
– 0,6*
Baseline
Ge-
middelde
Opgezette buik (NRS
van 11 punten)
CSBM/week
6,5
0,2
12 weken
Ge-
middelde
5,4
1,0
3,0
2,8
Consistentie van de
ontlasting
2,3
(BSFS-score)
Persen (ordinale schaal
3,5
van 5 punten)
*p<0,0001, linaclotide vs. placebo. LS: Least Square (Kleinste kwadraat)
CSBM: Complete Spontaneous Bowel Movement (Volledige spontane ontlasting)
De behandeling met linaclotide leidde ook tot aanzienlijke verbeteringen van de gevalideerde en
ziektespecifieke maatstaf van de levenskwaliteit (IBS-QoL; p<0,0001) en EuroQoL (p = 0,001). Een klinisch
betekenisvolle respons in algemene IBS-QoL (> 14 punten verschil) werd bereikt bij 54 % van de met
linaclotide behandelde patiënten vs. 39 % van de met placebo behandelde patiënten.
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten tot uitstel van de verplichting voor de fabrikant om de
resultaten in te dienen van onderzoek met Constella in een of meerdere subgroepen van pediatrische
patiënten met functionele constipatie (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Over het algemeen is linaclotide minimaal detecteerbaar in plasma na therapeutische orale doses en daarom
kunnen geen standaard farmacokinetische parameters worden berekend.
Na enkelvoudige doses van maximaal 966 microgram en meervoudige doses van maximaal 290 microgram
linaclotide waren er geen detecteerbare plasmaconcentraties van het werkzame bestanddeel zelf noch van de
actieve metaboliet (destyrosine). Wanneer 2897 microgram werd toegediend op dag 8, na een 7 dagen
durende kuur van 290 microgram/dag, was linaclotide detecteerbaar bij slechts 2 van de 18 proefpersonen in
concentraties die net boven de laagste kwantificatiegrens van 0,2 ng/ml lagen (concentraties lagen in het
bereik van 0,212 tot 0,735 ng/ml). In de twee belangrijkste fase 3-onderzoeken waarin aan de patiënten doses
van 290 microgram linaclotide eenmaal daags werden toegediend, was linaclotide slechts detecteerbaar bij 2
van de 162 patiënten ongeveer 2 uur na de initiële dosis linaclotide (concentraties lagen tussen 0,241 ng/ml
tot 0,239 ng/ml) en bij geen van de 162 patiënten na 4 weken behandeling. De actieve metaboliet werd bij
geen van de 162 patiënten gedetecteerd, op geen enkel tijdstip.
Distributie
Aangezien linaclotide zelden detecteerbaar is in plasma na therapeutische doses, zijn geen standaard
onderzoeken naar de distributie uitgevoerd. Naar verwachting wordt linaclotide verwaarloosbaar of niet
systemisch verdeeld.
8
Biotransformatie
Linaclotide wordt lokaal gemetaboliseerd binnen het maag-darmstelsel tot zijn actieve primaire metaboliet,
destyrosine. Zowel linaclotide als de actieve metaboliet destyrosine worden verlaagd en enzymatisch
geproteolyseerd binnen het maag-darmstelsel naar kleinere peptiden en van nature voorkomende
aminozuren.
De mogelijke remmende werking van linaclotide en van zijn actieve primaire metaboliet, MM-419447, op de
humane uitstroomtransporteiwitten BCRP, MRP2, MRP3 en MRP4 en de humane opnametransporteiwitten
OATP1B1, OATP1B3, OATP2B1, PEPT1 en OCTN1 werd
in vitro
onderzocht. De resultaten van dit
onderzoek hebben aangetoond dat geen van beide peptiden een remmer is van de vaak voorkomende
uitstroom- en opnametransporteiwitten onderzocht in klinisch relevante concentraties.
Het effect van linaclotide en van zijn metabolieten bij de remming van de vaak voorkomende intestinale
enzymen (CYP2C9 en CYP3A4) en leverenzymen (CYP1A2, 2B6, 2C8, 2C9, 2C19, 2D6, 2E1 en 3A4) of
bij de inductie van leverenzymen (CYP1A2, 2B6 en 3A4/5) werd
in vitro
onderzocht. De resultaten van deze
onderzoeken toonden aan dat linaclotide en de metaboliet destyrosine geen remmers of inductoren zijn van
het cytochroom P450-enzymsysteem.
Eliminatie
Na een enkelvoudige orale dosis van 2897 microgram linaclotide op dag 8, na een 7 dagen durende kuur van
290 microgram/dag bij 18 gezonde vrijwilligers, werd ongeveer 3 tot 5 % van de dosis teruggevonden in de
feces, nagenoeg volledig in de vorm van de actieve metaboliet destyrosine.
Leeftijd en geslacht
Klinische onderzoeken om de impact van leeftijd en geslacht op de klinische farmacokinetiek van linaclotide
te bepalen werden niet uitgevoerd, omdat het middel zelden detecteerbaar is in plasma. Geslacht zal naar
verwachting geen invloed hebben op de dosering. Voor informatie gerelateerd aan de leeftijd, zie rubrieken
4.2, 4.4 en 4.8.
Nierfunctiestoornis
Constella werd niet onderzocht bij patiënten met een nierfunctiestoornis. Aangezien Linaclotide zelden
detecteerbaar is in plasma wordt niet verwacht dat een nierfunctiestoornis invloed heeft op de klaring van het
werkzame bestanddeel of van de metaboliet ervan.
Leverfunctiestoornis
Constella werd niet onderzocht bij patiënten met een leverfunctiestoornis. Linaclotide is zelden detecteerbaar
in plasma en wordt niet gemetaboliseerd door cytochroom P450-leverenzymen. Daarom wordt niet verwacht
dat een leverfunctiestoornis invloed heeft op het metabolisme of de klaring van het werkzame bestanddeel of
van de metaboliet ervan.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig van
conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij herhaalde dosering,
genotoxiciteit, carcinogeen potentieel, reproductie- en ontwikkelingstoxiciteit.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Inhoud van de capsule
Microkristallijne cellulose
Hypromellose 4-6 mPa – vervanging van type 2910
Calciumchloridedihydraat
Leucine
9
Omhulsel van de capsule
Titaniumdioxide (E171)
Gelatine
Rood ijzeroxide (E172)
Geel ijzeroxide (E172)
Polyethyleenglycol
Inkt van de capsule
Schellak
Propyleenglycol
Geconcentreerde ammoniakoplossing
Kaliumhydroxide
Titaniumdioxide (E171)
Zwart ijzeroxide (E172)
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
Houdbaarheid
Ongeopende fles met 28 en 90, en multiverpakkingen met 112 (4 verpakkingen met 28) capsules: 3 jaar.
Ongeopende fles met 10 capsules: 2 jaar.
Na eerste opening: 18 weken.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 30 ºC. Houd de fles goed gesloten ter bescherming tegen vocht.
De fles bevat één of meer verzegelde busjes silicagel om de capsules droog te houden. Laat de busjes in de
fles zitten.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Witte fles uit polyethyleen met een hoge dichtheid (HDPE) en met een knoeibestendige verzegeling en
kindveilige sluiting, samen met één of meer busjes silicagel droogmiddel.
Verpakkingsgrootten: 10, 28 of 90 capsules en multiverpakkingen met 112 (4 verpakkingen met 28)
capsules. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
AbbVie Deutschland GmbH & Co. KG
Knollstraße
67061 Ludwigshafen
Deutschland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/12/801/001
10
EU/1/12/801/002
EU/1/12/801/004
EU/1/12/801/005
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN DE
VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 26 november 2012
Datum van laatste verlenging: 28 augustus 2017
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
11
BIJLAGE II
A.
B.
C.
FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN
LEVERING EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER
VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN
NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT
EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET
GENEESMIDDEL
D.
12
A.
FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
Allergan Pharmaceuticals International Limited
Clonshaugh Business & Technology Park
Dublin 17, D17 E400
Ierland
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module 1.8.2
van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
13
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
14
A. ETIKETTERING
15
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
KARTONNEN DOOS MET ÉÉN FLES
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Constella 290 microgram harde capsules
linaclotide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere capsule bevat 290 microgram linaclotide.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Harde capsule.
10 capsules
28 capsules
90 capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET ZICHT EN
BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Na opening binnen 18 weken gebruiken.
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30 ºC.
Houd de fles goed gesloten ter bescherming tegen vocht.
16
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN
(INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
AbbVie Deutschland GmbH & Co. KG
Knollstraße
67061 Ludwigshafen
Deutschland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/12/801/001 10 capsules
EU/1/12/801/002 28 capsules
EU/1/12/801/004 90 capsules
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
constella 290 mcg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
NN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
17
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENSTE KARTONNEN DOOS MET 4 x 8 CAPSULEFLESSEN (MULTIVERPAKKING) MET
BLAUW KADER
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Constella 290 microgram harde capsules
linaclotide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere capsule bevat 290 microgram linaclotide.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Harde capsule.
Multiverpakking: 112 (4 verpakkingen met 28) capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET ZICHT EN
BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Na opening binnen 18 weken gebruiken.
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30 ºC.
Houd de fles goed gesloten ter bescherming tegen vocht.
18
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN
(INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
AbbVie Deutschland GmbH & Co. KG
Knollstraße
67061 Ludwigshafen
Deutschland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/12/801/005 Multiverpakking: 112 (4 verpakkingen met 28) capsules
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
constella 290 mcg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
NN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
19
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BINNENSTE KARTONNEN DOOS MET 28 CAPSULEFLESSEN (MULTIVERPAKKING)
ZONDER BLAUW KADER
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Constella 290 microgram harde capsules
linaclotide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere capsule bevat 290 microgram linaclotide.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Harde capsule.
28 capsules. Onderdeel van een multiverpakking, mag niet afzonderlijk verkocht worden.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET ZICHT EN
BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Na opening binnen 18 weken gebruiken.
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30 ºC.
Houd de fles goed gesloten ter bescherming tegen vocht.
20
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN
(INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
AbbVie Deutschland GmbH & Co. KG
Knollstraße
67061 Ludwigshafen
Deutschland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/12/801/005 Multiverpakking: 112 (4 verpakkingen met 28) capsules
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
constella 290 mcg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
21
GEGEVENS DIE OP DE PRIMAIRE VERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
FLES
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Constella 290 microgram harde capsules
linaclotide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere capsule bevat 290 microgram linaclotide.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Harde capsule.
10 capsules
28 capsules
90 capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET ZICHT EN
BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Na opening binnen 18 weken gebruiken.
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30 ºC.
Houd de fles goed gesloten ter bescherming tegen vocht.
22
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN
(INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
AbbVie Deutschland GmbH & Co. KG
Knollstraße
67061 Ludwigshafen
Deutschland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/12/801/001 10 capsules
EU/1/12/801/002 28 capsules
EU/1/12/801/004 90 capsules
EU/1/12/801/005 Multiverpakking: 112 (4 verpakkingen met 28) capsules
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
23
B. BIJSLUITER
24
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
Constella 290 microgram harde capsules
linaclotide
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken, want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
-
-
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u veel last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1.
Wat is Constella en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe gebruikt u dit middel?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Wat is Constella en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Constella bevat de werkzame stof linaclotide. Het wordt gebruikt voor de behandeling van de symptomen
van matig tot ernstig prikkelbaredarmsyndroom (vaak PDS genoemd of aangeduid met de Engelse afkorting
“IBS” [irritable bowel syndrome]) met verstopping bij volwassen patiënten.
IBS is een vaak voorkomende darmstoornis. De belangrijkste symptomen van IBS met verstopping zijn:
maagpijn of buikpijn
een opgeblazen gevoel
onregelmatige, harde, kleine of keutelachtige ontlasting (feces)
Deze symptomen kunnen van persoon tot persoon verschillen.
Hoe werkt Constella?
Constella werkt lokaal in uw darmen, waardoor u minder last van pijn en een minder opgeblazen gevoel
heeft en de normale werking van uw darmen kan worden hersteld. Het wordt niet door het lichaam
opgenomen, maar hecht zich aan de receptor op het oppervlak van uw darmen. Deze receptor wordt de
guanylaatcyclase-C genoemd. Door zich op deze receptor te hechten, remt het geneesmiddel het pijngevoel
en zorgt het dat er vloeistof vanuit het lichaam de darm binnenkomt zodat de ontlasting zachter wordt en u
regelmatiger ontlasting krijgt.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
-
Als u of uw arts weet dat u een blokkade hebt in uw maag of darmen.
25
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Uw arts heeft u dit geneesmiddel gegeven na uitsluiting van alle andere ziekten, in het bijzonder
darmaandoeningen, en na te hebben geconcludeerd dat u lijdt aan IBS met constipatie. Omdat deze andere
aandoeningen dezelfde symptomen kunnen hebben als IBS, is het belangrijk dat u alle veranderingen of
onregelmatigheden in de symptomen onmiddellijk meldt aan uw arts.
Als u ernstige of langdurige diarree krijgt (veel en vaak waterige ontlasting gedurende 7 dagen of langer),
moet u het gebruik van Constella stopzetten en contact opnemen met uw arts (zie rubriek 4). Zorg ervoor dat
u voldoende drinkt om het vochtverlies en verlies van elektrolyten zoals kalium door de diarree op te vangen.
Stop met het innemen van Constella als u ernstige buikklachten heeft die aanhouden of verergeren. Neem
onmiddellijk contact op met uw arts, omdat dit klachten kunnen zijn van een gat in de darmwand (maag-
darmperforatie). Zie rubriek 4.
Neem contact op met uw arts als u merkt dat u een bloeding heeft in uw darmen of uw rectum.
Wees extra voorzichtig als u ouder bent dan 65 jaar, omdat u een grotere kans op diarree heeft.
Wees ook extra voorzichtig als u ernstige of langdurige diarree heeft en een bijkomende aandoening, zoals
hoge bloeddruk, een eerdere hart- of vaatziekte (bv. eerdere hartaanvallen) of diabetes.
Neem contact op met uw arts als u aan inflammatoire darmziekten lijdt zoals de ziekte van Crohn of colitis
ulcerosa, omdat Constella bij deze patiënten niet aanbevolen wordt.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Geef dit geneesmiddel niet aan kinderen en jongeren onder de 18 jaar, want de veiligheid en de
werkzaamheid van Constella zijn nog niet vastgesteld in deze leeftijdsgroep.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Constella nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Sommige geneesmiddelen kunnen mogelijk niet zo goed werken wanneer u ernstige of langdurige
diarree heeft:
- Orale anticonceptiemiddelen. Als u zeer hevige diarree krijgt, is het mogelijk dat de
anticonceptiepil niet goed werkt en wordt het gebruik van een extra anticonceptiemethode
aanbevolen. Zie de instructies in de bijsluiter van de anticonceptiepil die u gebruikt.
- Geneesmiddelen waarvoor een zorgvuldige en exacte dosering vereist is, zoals levothyroxine
(een hormoon voor de behandeling van vertraagde schildklierfunctie).
Sommige geneesmiddelen kunnen het risico op diarree verhogen wanneer ze samen met Constella
worden gebruikt, zoals:
- Geneesmiddelen voor de behandeling van maagzweren of overmatige maagzuurproductie,
protonpompremmers genoemd
- Geneesmiddelen voor verlichting van pijn en ontsteking, niet-steroïdale onstekingsremmers
(NSAID’s) genoemd
- Laxeermiddelen.
Waarop moet u letten met eten?
Wanneer Constella met voedsel wordt ingenomen, geeft het vaker ontlasting en diarree (slappere ontlasting)
dan wanneer het op een lege maag wordt ingenomen (zie rubriek 3).
Zwangerschap en borstvoeding
Er zijn geen of een beperkte hoeveelheid gegevens over het gebruik van Constella bij zwangere vrouwen en
vrouwen die borstvoeding geven.
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact
op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
26
In een onderzoek bij zeven vrouwen die uitsluitend borstvoeding gaven en die al werden behandeld met
linaclotide, werden linaclotide en ook de actieve metaboliet daarvan niet in de moedermelk waargenomen.
Daarom wordt niet verwacht dat zuigelingen bij borstvoeding worden blootgesteld aan linaclotide en kan
Constella tijdens de borstvoeding worden gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Constella heeft geen invloed op de rijvaardigheid of op het vermogen om machines te bedienen.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik?
Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
De gebruikelijke dosering is één capsule (d.w.z. 290 microgram linaclotide) eenmaal daags oraal in te
nemen. De capsule moet ten minste 30 minuten vóór een maaltijd worden ingenomen.
Als er
na 4 weken
behandeling nog geen sprake is van verbetering in uw symptomen, neem dan contact op
met uw arts.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Het meest waarschijnlijke effect als u te veel Constella heeft
ingenomen, is diarree. Neem contact op met uw arts of apotheker als u te veel van dit geneesmiddel heeft
ingenomen.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Neem gewoon de volgende dosis op het
geplande tijdstip en ga door zoals normaal.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Het verdient de voorkeur om de stopzetting van de behandeling te bespreken met uw arts voordat u dit
werkelijk doet. De behandeling met Constella kan echter op elk moment veilig worden stopgezet.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of
apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te
maken.
Zeer vaak voorkomende bijwerkingen (kunnen bij meer dan 1 op 10 personen voorkomen)
Diarree
Diarree is normaal gezien van korte duur. Als u echter ernstige of langdurige diarree krijgt (frequente of
waterige ontlasting gedurende 7 dagen of langer) en u een licht gevoel in het hoofd krijgt, duizelig wordt of
flauwvalt, moet u het gebruik van Constella stopzetten en contact opnemen met uw arts.
Vaak voorkomende bijwerkingen (kunnen bij 1 op 10 personen voorkomen)
Maagpijn of buikpijn
Opgeblazen gevoel
Winderigheid
Buikgriep (virale gastro-enteritis)
Duizeligheid
27
Soms voorkomende bijwerkingen (kunnen bij 1 op 100 personen voorkomen)
Verlies van controle over de ontlasting (fecale incontinentie)
Aandrang tot het lozen van ontlasting
Een licht gevoel in het hoofd bij snel overeind komen
Uitdroging (dehydratie)
Lage kaliumspiegel in uw bloed
Verminderde eetlust
Bloeding van het rectum
Bloeding van de darmen of het rectum, waaronder de aambeien/hemorroïden
Misselijkheid
Overgeven
Netelroos (urticaria)
Zelden voorkomende bijwerkingen (kunnen bij 1 op 1000 personen voorkomen)
Daling van de concentratie bicarbonaat in uw bloed
De ontwikkeling van een gat in de darmwand (maag-darmperforatie)
Bijwerkingen waarvan niet bekend is hoe vaak zij voorkomen (frequentie kan met de beschikbare gegevens
niet worden bepaald):
Huiduitslag
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor mogelijke
bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het nationale
meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer
informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos en de fles na
¨EXP¨. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Na opening van de fles, moeten de capsules binnen 18 weken worden gebruikt.
Bewaren beneden 30 ºC. Houd de fles goed gesloten ter bescherming tegen vocht.
Waarschuwing:
De fles bevat één of meer verzegelde busjes silicagel om de capsules droog te houden. Laat
de busjes in de fles zitten. Slik ze niet in.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat er tekenen van beschadiging van de fles zijn of een
verandering in het uiterlijk van de capsules.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw apotheker
wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de juiste manier
afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu terecht.
28
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
- De werkzame stof in dit middel is linaclotide. Elke capsule bevat 290 microgram linaclotide.
-
De andere stoffen in dit middel zijn:
- Inhoud van de capsule: microkristallijne cellulose, hypromellose, calciumchloridedihydraat en
leucine.
- Omhulsel van de capsule: rood ijzeroxide (E172), titaniumdioxide (E171), geel ijzeroxide (E172),
gelatine en polyethyleenglycol.
- Drukinkt: schellak, propyleenglycol, geconcentreerde ammoniakoplossing, kaliumhydroxide,
titaniumdioxide (E171) en zwart ijzeroxide (E172).
Hoe ziet Constella eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
De capsules zijn witte tot gebroken wit/oranje ondoorzichtige harde capsules met het opschrift “290” in
grijze inkt.
Ze zijn verpakt in een witte fles van polyethyleen met hoge dichtheid (HDPE) met een knoeibestendige
verzegeling en een kindveilige schroefdop, samen met één of meer busjes silicagel droogmiddel.
Constella is verkrijgbaar in verpakkingen met 10, 28 of 90 capsules, en in multiverpakkingen met 112
capsules. De multiverpakkingen bevatten 4 kartonnen dozen met elk 28 capsules. Niet alle genoemde
verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
AbbVie Deutschland GmbH & Co. KG
Knollstraße
67061 Ludwigshafen
Deutschland
Fabrikant
Allergan Pharmaceuticals Ireland
Castlebar Road
Westport
Co. Mayo
Ireland
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de houder
van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
AbbVie SA
Tél/Tel: +32 10 477811
България
АбВи ЕООД
Тел:+359 2 90 30 430
Česká republika
AbbVie s.r.o.
Tel.: +420 233 098 111
Lietuva
AbbVie UAB
Tel: + 370 5 205 3023
Luxembourg/Luxemburg
AbbVie SA
Belgique/Belgien
Tél/Tel: +32 10 477811
Magyarország
AbbVie Kft.
Tel:+36 1 455 8600
29
Danmark
AbbVie A/S
Tlf: +45 72 30 20 28
Deutschland
AbbVie Deutschland GmbH & Co. KG
Tel.: 00800 222843 33 (gebührenfrei)
Tel.: +49 (0) 611 / 1720-0
Eesti
AbbVie OÜ
Tel. +372 6231011
Ελλάδα
AbbVie ΦΑΡΜΑΚΕΥΤΙΚΗ Α.Ε.
Τηλ: +30 214 4165 555
España
AbbVie Spain, S.L.U.
Tel: +34 913840910
France
AbbVie
Tél: +33 (0) 1 45 60 13 00
Hrvatska
AbbVie d.o.o.
Tel: + 385 (0)1 5625 501
Ireland
AbbVie Limited
Tel: +353 (0)1 4287900
Ísland
Vistor hf.
Sími: +354 535 7000
Italia
AbbVie S.r.l.
Tel: +39 06 928921
Κύπρος
Lifepharma (Z.A.M.) Ltd
Τηλ: +357 22 34 74 40
Latvija
AbbVie SIA
Tel: +371 67605000
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Malta
Vivian Corporation Ltd.
Tel: +356 27780331
Nederland
AbbVie B.V.
Tel: +31 (0)88 322 2843
Norge
AbbVie AS
Tlf: +47 67 81 80 00
Österreich
AbbVie GmbH 
Tel: +43 1 20589-0
Polska
AbbVie Sp. z o.o.
Tel.: +48 22 372 78 00
Portugal
AbbVie, Lda.
Tel.: +351 (0)21 1908400
România
AbbVie S.R.L.
Tel: +40 21 529 30 35
Slovenija
AbbVie Biofarmacevtska družba d.o.o.
Tel: +386 (1)32 08 060
Slovenská republika
AbbVie s.r.o.
Tel: +421 2 5050 0777
Suomi/Finland
AbbVie Oy
Puh/Tel: +358 (0)10 2411 200
Sverige
AbbVie AB
Tel: +46 (0)8 684 44 600
United Kingdom (Northern Ireland)
AbbVie Deutschland GmbH & Co. KG
Tel: +44 (0)1628 561090
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
30

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Constella 290 microgram harde capsules.
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke capsule bevat 290 microgram linaclotide.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Harde capsule.
Witte tot gebroken wit/oranje ondoorzichtige capsule (18 mm x 6,35 mm) met het opschrift '290' in grijze
inkt.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Constella is geïndiceerd voor de symptomatische behandeling van matig tot ernstig
prikkelbaredarmsyndroom met constipatie (IBS-C) bij volwassenen.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
De aanbevolen dosis is één capsule (290 microgram) éénmaal daags.
Artsen dienen regelmatig de behoefte aan een verdere behandeling te evalueren. De werkzaamheid van
linaclotide is vastgesteld in dubbelblinde, placebogecontroleerde onderzoeken van maximaal 6 maanden.
Indien de patiënt geen verbetering van de symptomen ondervindt na 4 weken behandeling, moet hij/zij
opnieuw worden onderzocht en dienen het voordeel en de risico's van een verdere behandeling opnieuw te
worden overwogen.
Speciale patiëntengroepen
Patiënten met nier- of leverfunctiestoornis
Er zijn geen dosisaanpassingen vereist voor patiënten met lever- of nierfunctiestoornis (zie rubriek 5.2).
Oudere patiënten
Hoewel geen dosisaanpassingen vereist zijn, dient de behandeling voor oudere patiënten zorgvuldig onder
toezicht te blijven en regelmatig te worden geherevalueerd (zie rubriek 4.4).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Constella bij kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar zijn nog niet
vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Dit geneesmiddel mag niet worden gebruikt bij kinderen en adolescenten (zie rubriek 4.4 en 5.1).
Oraal gebruik. De capsule dient ten minste 30 minuten vóór een maaltijd te worden ingenomen (zie
rubriek 4.5).
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Patiënten met een bekende of vermoedelijke mechanische gastro-intestinale obstructie.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Constella dient te worden gebruikt nadat ziekten van de organen uitgesloten zijn en een diagnose van matige
tot ernstige IBS-C is gesteld (zie rubriek 5.1).
De patiënten moeten zich ervan bewust zijn dat diarree en lage gastro-intestinale bloeding kan optreden
tijdens de behandeling. Zij moeten geïnstrueerd worden om hun arts te informeren bij ernstige of langdurige
diarree of lage gastro-intestinale bloeding (zie rubriek 4.8).
Bij langdurige (d.w.z. langer dan 1 week) of ernstige diarree moet medisch advies worden ingewonnen en
moet tijdelijke stopzetting van linaclotide worden overwogen tot de diarree verdwenen is. Extra
voorzichtigheid is geboden bij patiënten die vatbaar zijn voor een verstoring van de water- of
elektrolytenhuishouding (bijv. ouderen, patiënten met hart- en vaataandoeningen, diabetes, hoge bloeddruk)
en een elektrolytencontrole moet worden overwogen.
Er zijn gevallen van intestinale perforatie gerapporteerd na gebruik van linaclotide bij patiënten met
aandoeningen die kunnen worden geassocieerd met lokale of diffuse zwakte van de darmwand. Patiënten
moeten worden geadviseerd om onmiddellijk medische hulp te zoeken in geval van ernstige, langdurige of
verergerende buikpijn. De behandeling met linaclotide moet worden gestopt als deze symptomen
voorkomen.
Linaclotide is nog niet onderzocht bij patiënten met chronische ontstekingsaandoeningen van het
maag-darmkanaal, zoals de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa; daarom wordt het gebruik van Constella
afgeraden bij deze patiënten.
Oudere patiënten
Er zijn beperkte gegevens bij oudere patiënten (zie rubriek 5.1). Vanwege het hogere risico op diarree dat
werd waargenomen in klinische onderzoeken (zie rubriek 4.8), dient aan deze patiënten speciale aandacht te
worden besteed en moeten voordelen en risico's zorgvuldig en regelmatig worden afgewogen.
Pediatrische patiënten
Constella mag niet worden gebruikt bij kinderen en adolescenten omdat het nog niet is onderzocht bij deze
populatie. Aangezien bekend is dat de GC-C-receptor op jonge leeftijd overexpressie vertoont, kunnen
kinderen jonger dan 2 jaar bijzonder gevoelig zijn voor de effecten van linaclotide.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd. Linaclotide is zelden detecteerbaar in plasma na toediening
van de aanbevolen klinische doses en in vitro-onderzoeken hebben aangetoond dat linaclotide noch een
substraat noch een remmer/inductor is van het cytochroom P450-enzymsysteem en geen wisselwerking
aangaat met een reeks van vaak voorkomende uitstroom- en opnametransporteiwitten (zie rubriek 5.2).
Een klinisch onderzoek naar de wisselwerking met voedsel bij gezonde proefpersonen toonde aan dat
linaclotide, gebruikt bij therapeutische doses, niet detecteerbaar was in het plasma, noch in gevoede noch in
nuchtere toestand. Het gebruik van Constella in gevoede toestand ging gepaard met een frequentere en
slappere ontlasting, alsook meer gastro-intestinale bijwerkingen, dan wanneer het in nuchtere toestand werd
Een gelijktijdige behandeling met protonpompremmers, laxeermiddelen of niet-steroïdale anti-inflammatoire
middelen (NSAID's) kan het risico op diarree verhogen. Als Constella gelijktijdig met dergelijke middelen
wordt gebruikt, is voorzichtigheid geboden.
In gevallen van ernstige of langdurige diarree kan de absorptie van andere orale geneesmiddelen worden
beïnvloed. De werkzaamheid van orale anticonceptiemiddelen kan verminderd zijn en het gebruik van een
extra anticonceptiemethode is aanbevolen ter preventie van een mogelijk falen van de orale anticonceptie
(zie de bijsluiter van het orale anticonceptiemiddel). Er is voorzichtigheid geboden bij het voorschrijven van
geneesmiddelen met een smalle therapeutische index die in het spijsverteringskanaal worden geabsorbeerd,
zoals levothyroxine, omdat hun werkzaamheid verminderd kan zijn.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn geen of een beperkte hoeveelheid gegevens over het gebruik van linaclotide bij zwangere vrouwen.
De resultaten van dieronderzoek duiden niet op directe of indirecte schadelijke effecten wat betreft
reproductietoxiciteit (zie rubriek 5.3). Uit voorzorg heeft het de voorkeur het gebruik van Constella te
vermijden tijdens de zwangerschap.
Borstvoeding
Constella wordt minimaal geabsorbeerd na orale toediening. In een onderzoek bij zeven vrouwen die
uitsluitend borstvoeding gaven en die al therapeutisch linaclotide gebruikten, werden noch linaclotide, noch
de actieve metaboliet daarvan in de moedermelk waargenomen. Daarom wordt niet verwacht dat zuigelingen
bij borstvoeding worden blootgesteld aan linaclotide en kan Constella tijdens de borstvoeding worden
gebruikt.
Het is niet onderzocht wat de effecten zijn van linaclotide of diens metaboliet op de melkproductie bij
vrouwen.
Vruchtbaarheid
Dieronderzoek wijst erop dat er geen effect is op de mannelijke of vrouwelijke vruchtbaarheid.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Constella heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines
te bedienen.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Linaclotide werd oraal toegediend aan 1166 patiënten met IBS-C in gecontroleerde klinische onderzoeken.
Van deze patiënten kregen 892 onder hen linaclotide in de aanbevolen dosis van 290 microgram per dag. De
totale blootstelling in het klinisch ontwikkelingsplan overschreed 1500 patiëntjaren. De meest gemelde
bijwerking die geassocieerd werd met de behandeling met Constella was diarree, hoofdzakelijk licht tot
matig in intensiteit, die bij minder dan 20 % van de patiënten optrad. In zeldzame en meer ernstige gevallen,
kan dit ­ als consequentie ­ leiden tot het optreden van dehydratie, hypokaliëmie, daling van de concentratie
bicarbonaat in het bloed, duizeligheid, en orthostatische hypotensie.
Andere vaak voorkomende bijwerkingen (>1 %) waren buikpijn, een opgezette buik en winderigheid.
MedDRA
Zeer
Niet
Vaak
Soms
Zelden
Systeem/orgaanklasse
vaak
bekend
Infecties en parasitaire
Virale
aandoeningen
gastro-enteritis
Voedings- en
Hypokaliëmie
stofwisselings-
Dehydratie
stoornissen
Verminderde eetlust
Zenuwstelsel-
Duizeligheid
aandoeningen
Bloedvat-
Orthostatische
aandoeningen
hypotensie
Fecale incontinentie
Ontlastingsaandrang
Lage gastro-
Buikpijn
intestinale bloeding,
Maagdarmstelsel-
Gastrointestinale
Diarree Winderigheid
waaronder bloeding
aandoeningen
perforatie
Opgezette buik van de aambeien en
rectale bloeding
Misselijkheid
Braken
Huid- en
Huiduit-
onderhuid-
Urticaria
slag
aandoeningen
Daling van
Onderzoeken
bicarbonaat in
het bloed
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Diarree is de meest voorkomende bijwerking en strookt met de farmacologische werking van het werkzame
bestanddeel. In klinische onderzoeken kreeg 2 % van de behandelde patiënten ernstige diarree en stopte 5 %
van de patiënten de behandeling vanwege diarree.
De meerderheid van de gemelde gevallen van diarree was licht (43 %) tot matig (47 %); 2 % van de
behandelde patiënten kreeg ernstige diarree. Ongeveer de helft van de diarree-episoden begon in de eerste
behandelingsweek.
De diarree verdween binnen zeven dagen bij ongeveer een derde van de patiënten, maar bij 80 patiënten
(50%) duurde de diarree meer dan 28 dagen (overeenkomend met 9,9% van alle patiënten die met linaclotide
behandeld werden).
In klinische onderzoeken staakte 5 % van de patiënten de behandeling vanwege diarree. Bij patiënten die de
behandeling moesten stopzetten wegens diarree, verdween deze een paar dagen na stopzetting van de
behandeling.
Ouderen (>65 jaar), patiënten met hypertensie en patiënten met diabetes meldden vaker diarree in
vergelijking met de algemene IBS-C-populatie geïncludeerd in de klinische onderzoeken.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze
wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd.
Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via
het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
Overdosering
Een overdosis kan leiden tot symptomen die optreden als gevolg van een versterking van de bekende
farmacodynamische effecten van het geneesmiddel, hoofdzakelijk diarree. In een onderzoek met gezonde
vrijwilligers die een enkele dosis van 2897 microgram kregen (tot 10 maal de aanbevolen therapeutische
dosis) strookte het veiligheidsprofiel bij deze proefpersonen met dat van de algemene populatie, met diarree
als de meest gemelde bijwerking.
Bij een eventuele overdosering moet de patiënt symptomatisch worden behandeld en dienen zo nodig
ondersteunende maatregelen te worden genomen.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: geneesmiddelen voor obstipatie, andere geneesmiddelen voor obstipatie,
ATC-code: A06AX04
Werkingsmechanisme
Linaclotide is een guanylaatcyclase-C-receptoragonist (GC-C-receptoragonist) met visceraal analgetische
evenals secretorische werking.
Linaclotide is een uit 14 aminozuren bestaande synthetische peptide die structureel verwant is aan de
endogene guanyline peptidengroep. Zowel linaclotide als de actieve metaboliet ervan binden zich aan de
GC-C-receptor, op het luminale oppervlak van het darmepitheel. Door zijn werking op de GC-C blijkt
linaclotide in diermodellen viscerale pijn te doen verminderen en de gastro-intestinale transit te verhogen en
bij de mens de colontransit te verhogen. De activering van GC-C leidt tot verhoogde concentraties van
cyclisch guanosinemonofosfaat (cGMP), zowel extracellulair als intracellulair. Extracellulair cGMP doet de
pijnvezelactiviteit dalen, wat in diermodellen tot verminderde viscerale pijn leidde. Intracellulair cGMP
veroorzaakt afscheiding van chloride en bicarbonaat in het intestinale lumen, door activering van de
cystische fibrose transmembraan geleidingsregulator (CFTR), wat tot een toename in intestinaal vocht en een
versnelde transit leidt.
Farmacodynamische effecten
In een cross-overonderzoek naar de wisselwerking met voedsel kregen 18 gezonde proefpersonen Constella
290 microgram gedurende 7 dagen, zowel in gevoede als in nuchtere toestand. Wanneer Constella
onmiddellijk na een vetrijk ontbijt werd ingenomen, was de ontlasting frequenter en slapper, en traden er
meer gastro-intestinale bijwerkingen op, dan wanneer het in nuchtere toestand werd ingenomen.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De werkzaamheid van linaclotide werd vastgesteld in twee gerandomiseerde, dubbelblinde,
placebogecontroleerde, klinische fase 3-onderzoeken bij patiënten met IBS-C. In één klinisch onderzoek
(onderzoek 1) werden 802 patiënten gedurende 26 weken behandeld met Constella 290 microgram of
placebo éénmaal daags. In het tweede klinische onderzoek (onderzoek 2) werden 800 patiënten behandeld
gedurende 12 weken en daarna opnieuw gerandomiseerd voor een bijkomende behandelingsperiode van
4 weken. Tijdens de twee weken durende baselineperiode vóór de behandeling hadden de patiënten een
gemiddelde buikpijnscore van 5,6 (schaal 0-10) met 2,2 % buikpijnvrije dagen, een gemiddelde opgezette
buik-score van 6,6 (schaal 0-10) en een gemiddelde van 1,8 spontane ontlastingen (SBM, spontaneous bowel
movements) per week.
De karakteristieken van de patiëntenpopulatie die in klinische fase 3-onderzoeken was opgenomen, waren als
volgt: gemiddelde leeftijd van 43,9 jaar [bereik van 18-87 jaar met 5,3 % 65 jaar], 90,1 % vrouwen. Alle
patiënten beantwoordden aan de Rome II-criteria voor IBS-C en moesten een gemiddelde buikpijnscore van
3 aangeven op een numerieke beoordelingsschaal van 0 tot 10 punten (criteria die overeenstemmen met de
populatie met matige tot ernstige IBS), < 3 volledige spontane ontlastingen en 5 SBM's per week tijdens
een baselineperiode van 2 weken.
Voor de gegevens na 12 weken, toont onderzoek 1 aan dat 39 % van de patiënten die met linaclotide waren
behandeld een respons op de graad van verlichting van IBS vertoonde (p<0,0001) ten opzichte van 17 % van
de patiënten die met placebo waren behandeld en dat 54 % van de patiënten die met linaclotide waren
behandeld een respons op buikpijn/ongemak (p<0,0001) vertoonde ten opzichte van 39 % van de patiënten
die met placebo waren behandeld. Onderzoek 2 toont aan dat 37 % van de met linaclotide behandelde
patiënten een respons op de graad van verlichting van IBS (p<0,0001) vertoonde ten opzichte van 19 % van
de patiënten die met placebo waren behandeld en dat 55 % van de patiënten die met linaclotide waren
behandeld een respons vertoonde op buikpijn/ongemak (p<0,0002) ten opzicht van 42 % van de patiënten die
met placebo waren behandeld.
Voor de gegevens na 26 weken, toont onderzoek 1 aan dat 37 % en 54 % van de patiënten die met linaclotide
waren behandeld respectievelijk een respons op de graad van verlichting van IBS (p<0,0001) en op
buikpijn/ongemak (p=0,0001) vertoonden ten opzichte van 17 % en 36 % van de patiënten die met placebo
waren behandeld.
In beide onderzoeken werden deze verbeteringen waargenomen na week 1 en hielden ze aan voor de
volledige behandelingsperioden (afbeelding 1 en 2). Linaclotide bleek geen reboundeffect te veroorzaken
wanneer de behandeling werd gestopt na 3 maanden ononderbroken behandeling.
Fig. 1 IBS Degree of Reli
Afb. 1 Respons
ef Responder
graad van verlichting van IBS
Fig 2. Abdominal Pain/Discomfort Responder
Afb. 2 Respons buikpijn/ongemak
70
*p-waarde < 0,0001
70
*p-waarde < 0,0001
* p value < 0.0001
* p value < 0.0001
60
60
*
*
*
)
)
*
*
*
*
*
*
*
)
)
(
% 50

(
%

50
*
*
*
*
e
r
s 40

*
*
*
*
*
*
*
290 µg
e
r
s

40
d
*
290 µg
d
n
*
n
o 30
Placebo
o
p
30
Placebo
*
p
e
s 20

e
s

R
20
R
10
10
e
s
p
o
n
d
e
n
t
e
n
(
%
e
s
p
o
n
d
e
n
t
e
n
(
%
R
R
0
0
1
2
3
4
5
6 7
8
9 10 11 12
1
2
3
4
5
6
7
8
9 10 11 12
Trial Week
Onderzoeksweek
Trial Week
Onderzoeksweek
Pooled Phase III Efficacy clinical studies (Study 1 and 2)
Pooled Phase III Efficacy clinical studies (Study 1 and 2)
Gepoolde klinische fase III-onderzoeken naar de
OC Approach (ITT Population)
Gepoolde klinische fase III-onderzoeken naar de
OC Approach (ITT Population)
werkzaamheid (onderzoek 1 en 2)
werkzaamheid (onderzoek 1 en 2)
OC-aanpak (ITT-populatie)
OC-aanpak (ITT-populatie)
Andere klachten en symptomen van IBS-C, waaronder een opgezette buik, frequentie van volledige spontane
ontlasting (CSBM), persen, consistentie van de ontlasting, werden beter bij met linaclotide behandelde
patiënten in vergelijking met placebo (p<0,0001), zoals getoond in de volgende tabel. Deze effecten werden
bereikt na 1 week en hielden aan gedurende de volledige behandelingsperiodes.
Belangrijkste
secundaire

Placebo
Linaclotide
werkzaamheids-
(N =797)
(N =805)
parameters
Veran-
12
dering
Verande-
Gemiddeld
Baseline
12 weken
Baseline weken
t.o.v.
ring t.o.v.
verschil
Ge-
Ge-
Ge-
Ge-
baseline
baseline
Kleinste
middelde
middelde
middelde middeld
Ge-
Gemiddelde
kwadraten
e
middelde
Opgezette buik (NRS 6,5
5,4
­ 1,0
6,7
4,6
­ 1,9
­ 0,9*
van 11 punten)
CSBM/week
0,2
1,0
0,7
0,2
2,5
2,2
1,6*
Consistentie van de
ontlasting
2,3
3,0
0,6
2,3
4,4
2,0
1,4*
(BSFS-score)
Persen (ordinale schaal 3,5
2,8
­ 0,6
3,6
2,2
­ 1,3
­ 0,6*
van 5 punten)
*p<0,0001, linaclotide vs. placebo. LS: Least Square (Kleinste kwadraat)
CSBM: Complete Spontaneous Bowel Movement (Volledige spontane ontlasting)
De behandeling met linaclotide leidde ook tot aanzienlijke verbeteringen van de gevalideerde en
ziektespecifieke maatstaf van de levenskwaliteit (IBS-QoL; p<0,0001) en EuroQoL (p = 0,001). Een klinisch
betekenisvolle respons in algemene IBS-QoL (> 14 punten verschil) werd bereikt bij 54 % van de met
linaclotide behandelde patiënten vs. 39 % van de met placebo behandelde patiënten.
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten tot uitstel van de verplichting voor de fabrikant om de
resultaten in te dienen van onderzoek met Constella in een of meerdere subgroepen van pediatrische
patiënten met functionele constipatie (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Over het algemeen is linaclotide minimaal detecteerbaar in plasma na therapeutische orale doses en daarom
kunnen geen standaard farmacokinetische parameters worden berekend.
Na enkelvoudige doses van maximaal 966 microgram en meervoudige doses van maximaal 290 microgram
linaclotide waren er geen detecteerbare plasmaconcentraties van het werkzame bestanddeel zelf noch van de
actieve metaboliet (destyrosine). Wanneer 2897 microgram werd toegediend op dag 8, na een 7 dagen
durende kuur van 290 microgram/dag, was linaclotide detecteerbaar bij slechts 2 van de 18 proefpersonen in
concentraties die net boven de laagste kwantificatiegrens van 0,2 ng/ml lagen (concentraties lagen in het
bereik van 0,212 tot 0,735 ng/ml). In de twee belangrijkste fase 3-onderzoeken waarin aan de patiënten doses
van 290 microgram linaclotide eenmaal daags werden toegediend, was linaclotide slechts detecteerbaar bij 2
van de 162 patiënten ongeveer 2 uur na de initiële dosis linaclotide (concentraties lagen tussen 0,241 ng/ml
tot 0,239 ng/ml) en bij geen van de 162 patiënten na 4 weken behandeling. De actieve metaboliet werd bij
geen van de 162 patiënten gedetecteerd, op geen enkel tijdstip.
Distributie
Aangezien linaclotide zelden detecteerbaar is in plasma na therapeutische doses, zijn geen standaard
onderzoeken naar de distributie uitgevoerd. Naar verwachting wordt linaclotide verwaarloosbaar of niet
systemisch verdeeld.
Het effect van linaclotide en van zijn metabolieten bij de remming van de vaak voorkomende intestinale
enzymen (CYP2C9 en CYP3A4) en leverenzymen (CYP1A2, 2B6, 2C8, 2C9, 2C19, 2D6, 2E1 en 3A4) of
bij de inductie van leverenzymen (CYP1A2, 2B6 en 3A4/5) werd in vitro onderzocht. De resultaten van deze
onderzoeken toonden aan dat linaclotide en de metaboliet destyrosine geen remmers of inductoren zijn van
het cytochroom P450-enzymsysteem.
Eliminatie
Na een enkelvoudige orale dosis van 2897 microgram linaclotide op dag 8, na een 7 dagen durende kuur van
290 microgram/dag bij 18 gezonde vrijwilligers, werd ongeveer 3 tot 5 % van de dosis teruggevonden in de
feces, nagenoeg volledig in de vorm van de actieve metaboliet destyrosine.
Leeftijd en geslacht
Klinische onderzoeken om de impact van leeftijd en geslacht op de klinische farmacokinetiek van linaclotide
te bepalen werden niet uitgevoerd, omdat het middel zelden detecteerbaar is in plasma. Geslacht zal naar
verwachting geen invloed hebben op de dosering. Voor informatie gerelateerd aan de leeftijd, zie rubrieken
4.2, 4.4 en 4.8.
Nierfunctiestoornis
Constella werd niet onderzocht bij patiënten met een nierfunctiestoornis. Aangezien Linaclotide zelden
detecteerbaar is in plasma wordt niet verwacht dat een nierfunctiestoornis invloed heeft op de klaring van het
werkzame bestanddeel of van de metaboliet ervan.
Leverfunctiestoornis
Constella werd niet onderzocht bij patiënten met een leverfunctiestoornis. Linaclotide is zelden detecteerbaar
in plasma en wordt niet gemetaboliseerd door cytochroom P450-leverenzymen. Daarom wordt niet verwacht
dat een leverfunctiestoornis invloed heeft op het metabolisme of de klaring van het werkzame bestanddeel of
van de metaboliet ervan.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig van
conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij herhaalde dosering,
genotoxiciteit, carcinogeen potentieel, reproductie- en ontwikkelingstoxiciteit.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Inhoud van de capsule
Microkristallijne cellulose
Hypromellose 4-6 mPa ­ vervanging van type 2910
Calciumchloridedihydraat
Leucine
Inkt van de capsule
Schellak
Propyleenglycol
Geconcentreerde ammoniakoplossing
Kaliumhydroxide
Titaniumdioxide (E171)
Zwart ijzeroxide (E172)
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
Houdbaarheid
Ongeopende fles met 28 en 90, en multiverpakkingen met 112 (4 verpakkingen met 28) capsules: 3 jaar.
Ongeopende fles met 10 capsules: 2 jaar.
Na eerste opening: 18 weken.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 30 ºC. Houd de fles goed gesloten ter bescherming tegen vocht.
De fles bevat één of meer verzegelde busjes silicagel om de capsules droog te houden. Laat de busjes in de
fles zitten.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Witte fles uit polyethyleen met een hoge dichtheid (HDPE) en met een knoeibestendige verzegeling en
kindveilige sluiting, samen met één of meer busjes silicagel droogmiddel.
Verpakkingsgrootten: 10, 28 of 90 capsules en multiverpakkingen met 112 (4 verpakkingen met 28)
capsules. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
AbbVie Deutschland GmbH & Co. KG
Knollstraße
67061 Ludwigshafen
Deutschland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/12/801/001
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN DE
VERGUNNING

Datum van eerste verlening van de vergunning: 26 november 2012
Datum van laatste verlenging: 28 augustus 2017
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
A.
FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN
LEVERING EN GEBRUIK

C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER
VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN
NAGEKOMEN

D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT
EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET
GENEESMIDDEL

FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
Allergan Pharmaceuticals International Limited
Clonshaugh Business & Technology Park
Dublin 17, D17 E400
Ierland
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN

Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL


Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module 1.8.2
van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
KARTONNEN DOOS MET ÉÉN FLES
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Constella 290 microgram harde capsules
linaclotide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere capsule bevat 290 microgram linaclotide.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Harde capsule.
10 capsules
28 capsules
90 capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET ZICHT EN
BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Na opening binnen 18 weken gebruiken.
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30 ºC.
Houd de fles goed gesloten ter bescherming tegen vocht.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN
(INDIEN VAN TOEPASSING)

11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

AbbVie Deutschland GmbH & Co. KG
Knollstraße
67061 Ludwigshafen
Deutschland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/12/801/001 10 capsules
EU/1/12/801/002 28 capsules
EU/1/12/801/004 90 capsules
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
constella 290 mcg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:
BUITENSTE KARTONNEN DOOS MET 4 x 8 CAPSULEFLESSEN (MULTIVERPAKKING) MET
BLAUW KADER

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Constella 290 microgram harde capsules
linaclotide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere capsule bevat 290 microgram linaclotide.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Harde capsule.
Multiverpakking: 112 (4 verpakkingen met 28) capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET ZICHT EN
BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Na opening binnen 18 weken gebruiken.
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30 ºC.
Houd de fles goed gesloten ter bescherming tegen vocht.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN
(INDIEN VAN TOEPASSING)

11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

AbbVie Deutschland GmbH & Co. KG
Knollstraße
67061 Ludwigshafen
Deutschland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/12/801/005 Multiverpakking: 112 (4 verpakkingen met 28) capsules
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
constella 290 mcg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:
BINNENSTE KARTONNEN DOOS MET 28 CAPSULEFLESSEN (MULTIVERPAKKING)
ZONDER BLAUW KADER
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Constella 290 microgram harde capsules
linaclotide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere capsule bevat 290 microgram linaclotide.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Harde capsule.
28 capsules. Onderdeel van een multiverpakking, mag niet afzonderlijk verkocht worden.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET ZICHT EN
BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Na opening binnen 18 weken gebruiken.
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30 ºC.
Houd de fles goed gesloten ter bescherming tegen vocht.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN
(INDIEN VAN TOEPASSING)

11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

AbbVie Deutschland GmbH & Co. KG
Knollstraße
67061 Ludwigshafen
Deutschland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/12/801/005 Multiverpakking: 112 (4 verpakkingen met 28) capsules
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
constella 290 mcg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
FLES
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Constella 290 microgram harde capsules
linaclotide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere capsule bevat 290 microgram linaclotide.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Harde capsule.
10 capsules
28 capsules
90 capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET ZICHT EN
BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Na opening binnen 18 weken gebruiken.
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30 ºC.
Houd de fles goed gesloten ter bescherming tegen vocht.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN
(INDIEN VAN TOEPASSING)

11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

AbbVie Deutschland GmbH & Co. KG
Knollstraße
67061 Ludwigshafen
Deutschland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/12/801/001 10 capsules
EU/1/12/801/002 28 capsules
EU/1/12/801/004 90 capsules
EU/1/12/801/005 Multiverpakking: 112 (4 verpakkingen met 28) capsules
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
Constella 290 microgram harde capsules
linaclotide
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken, want er staat belangrijke
informatie in voor u.

- Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
- Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
- Krijgt u veel last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Constella en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Constella en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Constella bevat de werkzame stof linaclotide. Het wordt gebruikt voor de behandeling van de symptomen
van matig tot ernstig prikkelbaredarmsyndroom (vaak PDS genoemd of aangeduid met de Engelse afkorting
'IBS' [irritable bowel syndrome]) met verstopping bij volwassen patiënten.
IBS is een vaak voorkomende darmstoornis. De belangrijkste symptomen van IBS met verstopping zijn:
maagpijn of buikpijn
een opgeblazen gevoel
onregelmatige, harde, kleine of keutelachtige ontlasting (feces)
Deze symptomen kunnen van persoon tot persoon verschillen.
Hoe werkt Constella?
Constella werkt lokaal in uw darmen, waardoor u minder last van pijn en een minder opgeblazen gevoel
heeft en de normale werking van uw darmen kan worden hersteld. Het wordt niet door het lichaam
opgenomen, maar hecht zich aan de receptor op het oppervlak van uw darmen. Deze receptor wordt de
guanylaatcyclase-C genoemd. Door zich op deze receptor te hechten, remt het geneesmiddel het pijngevoel
en zorgt het dat er vloeistof vanuit het lichaam de darm binnenkomt zodat de ontlasting zachter wordt en u
regelmatiger ontlasting krijgt.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
- Als u of uw arts weet dat u een blokkade hebt in uw maag of darmen.
Als u ernstige of langdurige diarree krijgt (veel en vaak waterige ontlasting gedurende 7 dagen of langer),
moet u het gebruik van Constella stopzetten en contact opnemen met uw arts (zie rubriek 4). Zorg ervoor dat
u voldoende drinkt om het vochtverlies en verlies van elektrolyten zoals kalium door de diarree op te vangen.
Stop met het innemen van Constella als u ernstige buikklachten heeft die aanhouden of verergeren. Neem
onmiddellijk contact op met uw arts, omdat dit klachten kunnen zijn van een gat in de darmwand (maag-
darmperforatie). Zie rubriek 4.
Neem contact op met uw arts als u merkt dat u een bloeding heeft in uw darmen of uw rectum.
Wees extra voorzichtig als u ouder bent dan 65 jaar, omdat u een grotere kans op diarree heeft.
Wees ook extra voorzichtig als u ernstige of langdurige diarree heeft en een bijkomende aandoening, zoals
hoge bloeddruk, een eerdere hart- of vaatziekte (bv. eerdere hartaanvallen) of diabetes.
Neem contact op met uw arts als u aan inflammatoire darmziekten lijdt zoals de ziekte van Crohn of colitis
ulcerosa, omdat Constella bij deze patiënten niet aanbevolen wordt.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Geef dit geneesmiddel niet aan kinderen en jongeren onder de 18 jaar, want de veiligheid en de
werkzaamheid van Constella zijn nog niet vastgesteld in deze leeftijdsgroep.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Constella nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Sommige geneesmiddelen kunnen mogelijk niet zo goed werken wanneer u ernstige of langdurige
diarree heeft:
- Orale anticonceptiemiddelen. Als u zeer hevige diarree krijgt, is het mogelijk dat de
anticonceptiepil niet goed werkt en wordt het gebruik van een extra anticonceptiemethode
aanbevolen. Zie de instructies in de bijsluiter van de anticonceptiepil die u gebruikt.
- Geneesmiddelen waarvoor een zorgvuldige en exacte dosering vereist is, zoals levothyroxine
(een hormoon voor de behandeling van vertraagde schildklierfunctie).
Sommige geneesmiddelen kunnen het risico op diarree verhogen wanneer ze samen met Constella
worden gebruikt, zoals:
- Geneesmiddelen voor de behandeling van maagzweren of overmatige maagzuurproductie,
protonpompremmers genoemd
- Geneesmiddelen voor verlichting van pijn en ontsteking, niet-steroïdale onstekingsremmers
(NSAID's) genoemd
- Laxeermiddelen.
Waarop moet u letten met eten?
Wanneer Constella met voedsel wordt ingenomen, geeft het vaker ontlasting en diarree (slappere ontlasting)
dan wanneer het op een lege maag wordt ingenomen (zie rubriek 3).
Zwangerschap en borstvoeding
Er zijn geen of een beperkte hoeveelheid gegevens over het gebruik van Constella bij zwangere vrouwen en
vrouwen die borstvoeding geven.
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact
op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Constella heeft geen invloed op de rijvaardigheid of op het vermogen om machines te bedienen.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik?
Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
De gebruikelijke dosering is één capsule (d.w.z. 290 microgram linaclotide) eenmaal daags oraal in te
nemen. De capsule moet ten minste 30 minuten vóór een maaltijd worden ingenomen.
Als er
na 4 weken behandeling nog geen sprake is van verbetering in uw symptomen, neem dan contact op
met uw arts.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt? Het meest waarschijnlijke effect als u te veel Constella heeft
ingenomen, is diarree. Neem contact op met uw arts of apotheker als u te veel van dit geneesmiddel heeft
ingenomen.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Neem gewoon de volgende dosis op het
geplande tijdstip en ga door zoals normaal.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Het verdient de voorkeur om de stopzetting van de behandeling te bespreken met uw arts voordat u dit
werkelijk doet. De behandeling met Constella kan echter op elk moment veilig worden stopgezet.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of
apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te
maken.
Zeer vaak voorkomende bijwerkingen (kunnen bij meer dan 1 op 10 personen voorkomen)
Diarree
Diarree is normaal gezien van korte duur. Als u echter ernstige of langdurige diarree krijgt (frequente of
waterige ontlasting gedurende 7 dagen of langer) en u een licht gevoel in het hoofd krijgt, duizelig wordt of
flauwvalt, moet u het gebruik van Constella stopzetten en contact opnemen met uw arts.
Vaak voorkomende bijwerkingen (kunnen bij 1 op 10 personen voorkomen)
Maagpijn of buikpijn
Opgeblazen gevoel
Winderigheid
Buikgriep (virale gastro-enteritis)
Duizeligheid
Verlies van controle over de ontlasting (fecale incontinentie)
Aandrang tot het lozen van ontlasting
Een licht gevoel in het hoofd bij snel overeind komen
Uitdroging (dehydratie)
Lage kaliumspiegel in uw bloed
Verminderde eetlust
Bloeding van het rectum
Bloeding van de darmen of het rectum, waaronder de aambeien/hemorroïden
Misselijkheid
Overgeven
Netelroos (urticaria)
Zelden voorkomende bijwerkingen (kunnen bij 1 op 1000 personen voorkomen)
Daling van de concentratie bicarbonaat in uw bloed
De ontwikkeling van een gat in de darmwand (maag-darmperforatie)
Bijwerkingen waarvan niet bekend is hoe vaak zij voorkomen (frequentie kan met de beschikbare gegevens
niet worden bepaald):
Huiduitslag
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor mogelijke
bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het nationale
meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer
informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos en de fles na
¨EXP¨. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Na opening van de fles, moeten de capsules binnen 18 weken worden gebruikt.
Bewaren beneden 30 ºC. Houd de fles goed gesloten ter bescherming tegen vocht.
Waarschuwing: De fles bevat één of meer verzegelde busjes silicagel om de capsules droog te houden. Laat
de busjes in de fles zitten. Slik ze niet in.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat er tekenen van beschadiging van de fles zijn of een
verandering in het uiterlijk van de capsules.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw apotheker
wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de juiste manier
afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu terecht.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is linaclotide. Elke capsule bevat 290 microgram linaclotide.
- De andere stoffen in dit middel zijn:
- Inhoud van de capsule: microkristallijne cellulose, hypromellose, calciumchloridedihydraat en
leucine.
- Omhulsel van de capsule: rood ijzeroxide (E172), titaniumdioxide (E171), geel ijzeroxide (E172),
gelatine en polyethyleenglycol.
- Drukinkt: schellak, propyleenglycol, geconcentreerde ammoniakoplossing, kaliumhydroxide,
titaniumdioxide (E171) en zwart ijzeroxide (E172).
Hoe ziet Constella eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
De capsules zijn witte tot gebroken wit/oranje ondoorzichtige harde capsules met het opschrift '290' in
grijze inkt.
Ze zijn verpakt in een witte fles van polyethyleen met hoge dichtheid (HDPE) met een knoeibestendige
verzegeling en een kindveilige schroefdop, samen met één of meer busjes silicagel droogmiddel.
Constella is verkrijgbaar in verpakkingen met 10, 28 of 90 capsules, en in multiverpakkingen met 112
capsules. De multiverpakkingen bevatten 4 kartonnen dozen met elk 28 capsules. Niet alle genoemde
verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
AbbVie Deutschland GmbH & Co. KG
Knollstraße
67061 Ludwigshafen
Deutschland
Fabrikant
Allergan Pharmaceuticals Ireland
Castlebar Road
Westport
Co. Mayo
Ireland
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de houder
van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
AbbVie SA
AbbVie UAB
Tél/Tel: +32 10 477811
Tel: + 370 5 205 3023

Luxembourg/Luxemburg
AbbVie SA
:+359 2 90 30 430
Belgique/Belgien
Tél/Tel: +32 10 477811
Ceská republika
Magyarország
AbbVie s.r.o.
AbbVie Kft.
Tel.: +420 233 098 111
Tel:+36 1 455 8600
Malta
AbbVie A/S
Vivian Corporation Ltd.
Tlf: +45 72 30 20 28
Tel: +356 27780331
Deutschland
Nederland
AbbVie Deutschland GmbH & Co. KG
AbbVie B.V.
Tel.: 00800 222843 33 (gebührenfrei)
Tel: +31 (0)88 322 2843
Tel.: +49 (0) 611 / 1720-0
Eesti
Norge
AbbVie OÜ
AbbVie AS
Tel. +372 6231011
Tlf: +47 67 81 80 00

Österreich
AbbVie ..
AbbVie GmbH
: +30 214 4165 555
Tel: +43 1 20589-0
España
Polska
AbbVie Spain, S.L.U.
AbbVie Sp. z o.o.
Tel: +34 913840910
Tel.: +48 22 372 78 00
France
Portugal
AbbVie
AbbVie, Lda.
Tél: +33 (0) 1 45 60 13 00
Tel.: +351 (0)21 1908400
Hrvatska
România
AbbVie d.o.o.
AbbVie S.R.L.
Tel: + 385 (0)1 5625 501
Tel: +40 21 529 30 35
Ireland
Slovenija
AbbVie Limited
AbbVie Biofarmacevtska druzba d.o.o.
Tel: +353 (0)1 4287900
Tel: +386 (1)32 08 060
Ísland
Slovenská republika
Vistor hf.
AbbVie s.r.o.
Sími: +354 535 7000
Tel: +421 2 5050 0777
Italia
Suomi/Finland
AbbVie S.r.l.
AbbVie Oy
Tel: +39 06 928921
Puh/Tel: +358 (0)10 2411 200

Sverige
Lifepharma (Z.A.M.) Ltd
AbbVie AB
: +357 22 34 74 40
Tel: +46 (0)8 684 44600
Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
AbbVie SIA
AbbVie Deutschland GmbH & Co. KG
Tel: +371 67605000
Tel: +44 (0)1628 561090
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).

Heb je dit medicijn gebruikt? Constella 290 µg te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Constella 290 µg te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Constella 290 µg

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG