Cyanokit 5 g inf. sol.

BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Cyanokit 2,5 g poeder voor oplossing voor infusie
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke injectieflacon bevat 2,5 g hydroxocobalamine.
Na reconstitutie met 100 ml oplosmiddel bevat elke ml van de gereconstitueerde oplossing 25 mg
hydroxocobalamine.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Poeder voor oplossing voor infusie.
Donkerrood kristallijn poeder.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Behandeling van bekende of vermoede cyanidevergiftiging voor alle leeftijdscategorieën.
De toediening van Cyanokit moet gepaard gaan met passende decontaminatie- en ondersteunende
maatregelen (zie rubriek 4.4).
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Aanvangsdosis
Volwassenen:
De aanvangsdosis van Cyanokit is 5 g (2 x 100 ml).
Pediatrische patiënten:
Bij zuigelingen, kinderen en adolescenten (0 tot 18 jaar oud) is de
aanvangsdosis van Cyanokit 70 mg/kg lichaamsgewicht, waarbij deze niet hoger mag zijn dan 5 g.
Lichaamsgewicht
in kg
Aanvangsdosis
in g
in ml
5
0,35
14
10
0,70
28
20
1,40
56
30
2,10
84
40
2,80
112
50
3,50
140
60
4,20
168
Vervolgdosis
Afhankelijk van de ernst van de vergiftiging en de klinische respons (zie rubriek 4.4) kan een tweede
dosis worden toegediend.
Volwassenen:
De vervolgdosis van Cyanokit is 5 g (2 x 100 ml).
Pediatrische patiënten:
Bij zuigelingen, kinderen en adolescenten (0 tot 18 jaar oud) is de
vervolgdosis van Cyanokit 70 mg/kg lichaamsgewicht, waarbij deze niet hoger mag zijn dan 5 g.
2
Maximale dosis
Volwassenen:
De maximale aanbevolen totale dosis is 10 g.
Pediatrische patiënten:
Bij zuigelingen, kinderen en adolescenten (0 tot 18 jaar oud) is de maximale
aanbevolen totale dosis 140 mg/kg, waarbij deze niet hoger mag zijn dan 10 g.
Nier- en leverfunctiestoornissen
Hoewel de veiligheid en werkzaamheid van hydroxocobalamine bij patiënten met nier- en
leverfunctiestoornissen niet zijn onderzocht, is er bij deze patiënten geen dosisaanpassing
noodzakelijk; Cyanokit wordt alleen in een acute, levensbedreigende situatie als noodtherapie
toegediend.
Wijze van toediening
De aanvangsdosis van Cyanokit wordt toegediend als intraveneuze infusie gedurende 15 minuten.
De snelheid van de intraveneuze infusie van de tweede dosis varieert van 15 minuten (bij uiterst
instabiele patiënten) tot 2 uur en wordt bepaald op basis van de conditie van de patiënt.
Voor instructies over reconstitutie van het geneesmiddel voorafgaand aan toediening, zie rubriek 6.6.
4.3
Geen.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Contra-indicaties
De maatregelen bij cyanidevergiftiging moeten onder meer bestaan uit het onmiddellijk vrijmaken en
vrijhouden van de luchtwegen, adequate oxygenatie en hydratatie, cardiovasculaire ondersteuning en
behandeling van toevallen. Afhankelijk van de blootstellingsweg moeten decontaminatiemaatregelen
worden overwogen.
Cyanokit is geen vervanging voor zuurstoftherapie en mag het instellen van bovengenoemde
maatregelen niet vertragen.
Vaak zijn het optreden en de omvang van cyanidevergiftiging aanvankelijk niet bekend. Er is geen
algemeen verkrijgbare, snelle, bevestigende bloedtest voor cyanide. Beslissingen omtrent de
behandeling moeten worden genomen op basis van de klinische voorgeschiedenis en/of de tekenen en
symptomen van cyanidevergiftiging.
Cyanidevergiftiging kan het gevolg zijn van blootstelling aan rook van brand in een besloten ruimte,
van blootstelling door inhalatie, inname of opname via de huid. Mogelijke bronnen van
cyanidevergiftiging zijn onder meer waterstofcyanide en bijbehorende zouten, cyanogenen, met
inbegrip van cyanogene planten, alifatische nitrillen of een langdurige blootstelling aan
natriumnitroprusside.
Tekenen en symptomen van cyanidevergiftiging
Vaak voorkomende tekenen en symptomen van cyanidevergiftiging zijn onder meer: misselijkheid,
braken, hoofdpijn, veranderde mentale toestand (bv. verwarring, desoriëntatie), een beklemd gevoel op
de borst, dyspnoe, tachypnoe of hyperpnoe (vroeg), bradypnoe of apnoe (laat), hypertensie (vroeg) of
hypotensie (laat), cardiovasculaire collaps, toevallen of coma, mydriasis en een
plasmalactaatconcentratie van > 8 mmol/l.
3
In een situatie met meerdere slachtoffers, zoals bij een terroristische aanslag of een chemische ramp,
kunnen panieksymptomen zoals tachypnoe en braken de vroege tekenen van cyanidevergiftiging
simuleren. Als er sprake is van een veranderde mentale toestand (verwarring en desoriëntatie) en/of
mydriasis, dan wijst dit op een echte cyanidevergiftiging.
Rookinhalatie
Niet alle slachtoffers van rookinhalatie hebben noodzakelijkerwijs cyanidevergiftiging; brandwonden,
traumata en blootstelling aan andere toxische stoffen kunnen het klinisch beeld verergeren. Het
verdient aanbeveling om voorafgaand aan toediening van Cyanokit bij de betreffende patiënten te
controleren of er sprake is van:
blootstelling aan rook van brand in een besloten ruimte
roet rondom mond, neus en/of orofarynx
een veranderde mentale toestand
In deze situatie wijzen hypotensie en/of een plasmalactaatconcentratie van ≥ 10 mmol/l (hoger dan de
concentratie die onder tekenen en symptomen werd genoemd als gevolg van het feit dat
koolstofmonoxide bijdraagt aan lactaatacidose) in sterke mate op een cyanidevergiftiging. Als
bovenstaande tekenen zich voordoen, mag behandeling met Cyanokit niet worden uitgesteld om een
plasmalactaatconcentratie vast te stellen.
Overgevoeligheidsreacties
Met bekende overgevoeligheid voor hydroxocobalamine of vitamine B
12
moet voorafgaand aan
toediening van Cyanokit rekening worden gehouden bij de afweging van de voordelen en de risico’s,
omdat bij patiënten die hydroxocobalamine ontvangen overgevoeligheidsreacties kunnen optreden (zie
rubriek 4.8).
Nieraandoeningen
Oxalaatkristallen zijn waargenomen in de urine van gezonde vrijwilligers die hydroxocobalamine
toegediend kregen. Gevallen van acuut nierfalen met acute tubulaire necrose, nierfunctiestoornis en
aanwezigheid van calciumoxalaatkristallen in de urine zijn gemeld bij patiënten die werden behandeld
met hydroxocobalamine na bekende of vermoede cyanidevergiftiging. In sommige situaties was
hemodialyse noodzakelijk om herstel te bereiken (zie rubriek 4.8).
Daarom moet na toediening van Cyanokit, als voorzorgsmaatregel, de nierfunctie (met inbegrip van
blood urea nitrogen
en serumcreatinine) regelmatig worden gecontroleerd tot 7 dagen nadat met het
geneesmiddel is gestart.
Verhoging van de bloeddruk
Bij patiënten die hydroxocobalamine ontvangen, kan een over het algemeen asymptomatische stijging
van de bloeddruk van voorbijgaande aard optreden. De maximale stijging van de bloeddruk werd
tegen het einde van de infusie waargenomen (zie rubriek 4.8).
Effecten op de bloedtest voor cyanide
Hydroxocobalamine verlaagt de cyanideconcentraties in het bloed. Hoewel het vaststellen van de
cyanideconcentratie in het bloed niet noodzakelijk is en dit de behandeling met hydroxocobalamine
niet mag vertragen, kan het nuttig zijn voor het documenteren van cyanidevergiftiging. Als een
bepaling van de cyanidewaarde in het bloed is gepland, wordt geadviseerd om het bloedmonster voor
het begin van de behandeling met Cyanokit af te nemen.
4
Beïnvloeding van de beoordeling van brandwonden
Vanwege de dieprode kleur van hydroxocobalamine is het mogelijk dat het een rode verkleuring van
de huid veroorzaakt waardoor het de beoordeling van brandwonden kan beïnvloeden. Huidlaesies,
oedeem en pijn wijzen echter duidelijk op brandwonden.
Beïnvloeding van laboratoriumtests
Vanwege de dieprode kleur van hydroxocobalamine is het mogelijk dat het de bepaling van
laboratoriumparameters (bv. klinische chemie, hematologie, coagulatie en urineparameters)
beïnvloedt. Uit
in vitro
tests blijkt dat omvang en duur van de beïnvloeding van talrijke factoren
afhankelijk zijn, zoals de dosis hydroxocobalamine, de analyt, de analytconcentratie, de methodologie,
de analysator, de concentraties cobalaminen-(III) inclusief cyanocobalamine en gedeeltelijk de tijd
tussen het afnemen van het monster en de bepaling.
Op basis van
in vitro
onderzoek en farmacokinetische gegevens die bij gezonde vrijwilligers zijn
verkregen, geeft de volgende tabel de beïnvloeding van laboratoriumtests weer die na een dosis van
5 g hydroxocobalamine kan worden waargenomen. De beïnvloeding na een dosis van 10 g kan naar
verwachting maximaal nog eens 24 uur duren. De mate en duur van de beïnvloeding bij patiënten met
cyanidevergiftiging kunnen afhankelijk van de ernst van de vergiftiging verschillen. De uitslagen
kunnen per analysator aanzienlijk variëren, daarom is bij het rapporteren en interpreteren van de
laboratoriumuitslagen voorzichtigheid vereist.
Waargenomen
in vitro
beïnvloeding van laboratoriumtests door hydroxocobalamine
Laboratorium-
parameter
Geen beïnvloeding
waargenomen
Kunstmatig
verhoogd*
Kunstmatig
verlaagd*
Onvoorspelbaar***
Duur van de
beïnvloeding na
een dosis van
5g
24 uur met
uitzondering van
bilirubine
(maximaal
4 dagen)
Klinische
chemie
Calcium
Natrium
Kalium
Chloride
Ureum
Gammaglutamyltrans-
ferase (GGT)
Hematologie
Erytrocyten
Hematocriet
Gemiddeld
corpusculair volume
(MCV)
Leukocyten
Lymfocyten
Monocyten
Eosinofielen
Neutrofielen
Trombocyten
Creatinine
Totaal en
geconjugeerd
bilirubine**
Triglyceriden
Cholesterol
Totaal eiwit
Glucose
Albumine
Alkalische
fosfatase
Hemoglobine
(Hb)
Gemiddeld
corpusculair
hemoglobine
(MCH)
Gemiddelde
corpusculaire
hemoglobine-
concentratie
(MCHC)
Alanineamino-
Fosfaat
transferase (ALAT) Urinezuur
Amylase
Aspartaatamino-
transferase (ASAT)
Creatinekinase (CK)
Creatinekinase iso-
enzym MB (CKMB)
Lactaatdehydrogenase
(LDH)
12-16 uur
Coagulatie
Geactiveerde partiële 24 uur
tromboplastinetijd
(aPTT)
Protrombinetijd (PT)
Quick- of INR-waarde
* ≥ 10% beïnvloeding waargenomen bij ten minste één analysator
** Kunstmatig verlaagd met gebruik van de diazo-methode
*** Inconsistente uitslagen
Gebruikte analysatoren: ACL Futura (Instrumentation Laboratory), Axsym/Architect (Abbott), BM
Coasys
110
(Boehringer Mannheim), CellDyn 3700 (Abbott), Clinitek 500 (Bayer), Cobas Integra 700,
400 (Roche), Gen-S Coultronics, Hitachi 917, STA
Compact, Vitros 950 (Ortho Diagnostics)
5
Hydroxocobalamine kan alle colorimetrisch bepaalde urineparameters beïnvloeden. De effecten op
deze tests duren na een dosis van 5 g gewoonlijk 48 uur, maar kunnen gedurende langere tijd
aanhouden. Bij de interpretatie van colorimetrisch onderzoek van urine is voorzichtigheid geboden
zolang er sprake is van chromaturie.
Interferentie met hemodialyse
Door zijn dieprode kleur kan hydroxocobalamine ervoor zorgen dat hemodialyseapparaten afsluiten
vanwege een ten onrechte gedetecteerde 'bloedlekkage'. Dit dient in overweging te worden genomen
voordat hemodialyse wordt gestart bij patiënten die worden behandeld met hydroxocobalamine.
Gebruik met andere antidota voor cyanide
De veiligheid van gelijktijdige toediening van andere antidota voor cyanide met Cyanokit is niet
aangetoond (zie rubriek 6.2). Als wordt besloten om tegelijk met Cyanokit ook een ander antidotum
voor cyanide toe te dienen, dan mogen deze geneesmiddelen niet gelijktijdig in dezelfde intraveneuze
lijn worden toegediend (zie rubriek 6.2).
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Uit dieronderzoek zijn teratogene effecten gebleken na dagelijkse blootstelling gedurende de gehele
organogenese (zie rubriek 5.3). Er zijn geen toereikende gegevens over het gebruik van
hydroxocobalamine bij zwangere vrouwen en het potentiële risico voor de mens is niet bekend.
Echter, gezien:
-
het feit dat er niet meer dan twee injecties met hydroxocobalamine worden toegediend,
-
de potentieel levensbedreigende toestand,
-
het ontbreken van alternatieve behandeling,
kan hydroxocobalamine aan een zwangere vrouw worden gegeven.
In het geval van een zwangerschap die bekend is op het moment van de behandeling met Cyanokit of
van een zwangerschap die bekend wordt na de behandeling met Cyanokit, worden beroepsbeoefenaren
in de gezondheidszorg verzocht om de blootstelling tijdens de zwangerschap direct te melden aan de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen en/of de gezondheidsinstanties en om de
zwangerschap en de afloop daarvan nauwgezet te volgen.
Borstvoeding
Omdat hydroxocobalamine in potentieel levensbedreigende situaties wordt toegediend, is borstvoeding
geen contra-indicatie voor het gebruik. In afwezigheid van gegevens over baby's die borstvoeding
krijgen, wordt aangeraden om te stoppen met het geven van borstvoeding nadat Cyanokit is
toegediend.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen onderzoeken uitgevoerd met betrekking tot de vruchtbaarheid (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Niet van toepassing.
6
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
In klinisch onderzoek werden in totaal 347 proefpersonen aan hydroxocobalamine blootgesteld. Van
deze 347 proefpersonen bestond bij 245 patiënten op het moment van toediening van
hydroxocobalamine een verdenking op blootstelling aan cyanide. De resterende 102 proefpersonen
waren gezonde vrijwilligers die op het moment van toediening van hydroxocobalamine niet aan
cyanide waren blootgesteld.
Lijst met bijwerkingen
De volgende bijwerkingen zijn gemeld in verband met het gebruik van Cyanokit. Gezien de
beperktheid van de beschikbare gegevens is het echter niet mogelijk een schatting van de frequentie te
geven:
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Een daling in het percentage lymfocyten.
Immuunsysteemaandoeningen
Allergische reacties waaronder angioneurotisch oedeem, huiduitslag, urticaria en pruritus.
Psychische stoornissen
Rusteloosheid.
Zenuwstelselaandoeningen
Geheugenstoornis; duizeligheid.
Oogaandoeningen
Zwelling, irritatie, roodheid.
Hartaandoeningen
Ventriculaire extrasystolen. Bij met cyanide vergiftigde patiënten werd een snellere hartslag
waargenomen.
Bloedvataandoeningen
Een stijging van de bloeddruk van voorbijgaande aard, die gewoonlijk binnen enkele uren weer
verdwijnt; opvliegers. Bij patiënten met cyanidevergiftiging werd een daling van de bloeddruk
waargenomen.
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
Pleura-effusie, dyspnoe, een beklemd gevoel op de keel, droge keel, borstklachten.
Maagdarmstelselaandoeningen
Buikklachten, dyspepsie, diarree, braken, misselijkheid, dysfagie.
7
Huid- en onderhuidaandoeningen
Reversibele rode verkleuring van de huid en slijmvliezen: de meeste patiënten ervaren dit maximaal
15 dagen na toediening van Cyanokit.
Pustuleuze huiduitslag, die verscheidene weken kan aanhouden en voornamelijk het gezicht en de hals
betreft.
Nier- en urinewegaandoeningen
Acuut nierfalen met acute tubulaire necrose, nierfunctiestoornis, aanwezigheid van
calciumoxalaatkristallen in de urine (zie rubriek 4.4).
Chromaturie: bij alle patiënten doet zich gedurende de eerste drie dagen na toediening een
duidelijk waarneembare donkerrode verkleuring van de urine voor. De urineverkleuring kan
maximaal 35 dagen na toediening van Cyanokit aanhouden (zie rubriek 4.4).
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Hoofdpijn; reactie op de injectieplaats; perifeer oedeem.
Onderzoeken
Cyanokit kan een rode verkleuring van het plasma veroorzaken, wat tot een kunstmatige stijging of
daling van de waarden van bepaalde laboratoriumparameters kan leiden (zie rubriek 4.4).
Pediatrische patiënten
Beperkte gegevens over kinderen (0 tot 18 jaar oud) die werden behandeld met hydroxocobalamine
laten geen verschillen zien in het veiligheidsprofiel van hydroxocobalamine tussen volwassenen en
kinderen.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Er zijn doses tot 15 g toegediend zonder dat specifieke dosisgerelateerde bijwerkingen werden gemeld.
In geval van overdosering is symptomatische behandeling aangewezen. Hemodialyse kan onder die
omstandigheden effectief zijn, maar is alleen geïndiceerd indien er sprake is van een significante
hydroxocobalamine-gerelateerde toxiciteit. Door zijn dieprode kleur kan hydroxocobalamine echter de
werking van hemodialyseapparaten verstoren (zie rubriek 4.4).
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Antidota, ATC-code: V03AB33
Werkingsmechanisme
De werking van hydroxocobalamine bij de behandeling van cyanidevergiftiging is gebaseerd op het
vermogen van hydroxocobalamine om een stabiele binding aan te gaan met cyanide-ionen. Elke
8
hydroxocobalaminemolecuul kan één cyanide-ion binden door de hydroxoligand die met het trivalente
kobaltion is gekoppeld te vervangen om cyanocobalamine te vormen. Cyanocobalamine is een
stabiele, niet-toxische verbinding die in urine wordt uitgescheiden.
Werkzaamheid
Uit ethische overwegingen is geen gecontroleerd onderzoek naar de werkzaamheid bij de mens
verricht.
Farmacologie bij dieren
De werkzaamheid van hydroxocobalamine werd in een gecontroleerd onderzoek bij met cyanide
vergiftigde volwassen honden onderzocht. De honden werden vergiftigd door intraveneuze toediening
van een dodelijke dosis kaliumcyanide. Vervolgens ontvingen de honden natriumchloride 9 mg/ml,
75 mg/kg of 150 mg/kg hydroxocobalamine als intraveneuze infusie gedurende 7,5 minuten. De doses
van 75 mg/kg en 150 mg/kg zijn ongeveer equivalent aan respectievelijk 5 g en 10 g
hydroxocobalamine bij de mens, niet alleen op basis van lichaamsgewicht, maar ook op basis van de
C
max
van hydroxocobalamine [totaal cobalaminen-(III), zie rubriek 5.2].
Het overlevingspercentage na 4 uur en na 14 dagen was significant hoger bij de groepen behandeld
met een dosis van 75 mg/kg en 150 mg/kg hydroxocobalamine in vergelijking met de honden die
alleen natriumchloride 9 mg/ml kregen toegediend:
Overlevingspercentage van met cyanide vergiftigde honden
Behandeling
Hydroxocobalamine
75 mg/kg
150 mg/kg
(N=19)
(N=18)
18 (95)*
18 (100)*
15 (79)*
18 (100)*
Parameter
Overleving na 4 uur, N (%)
Overleving na 14 dagen, N (%)
* p< 0,025
Natriumchloride
9 mg/ml
(N=17)
7 (41)
3 (18)
Bij de histopathologie bleek dat er hersenlaesies voorkwamen die consistent waren met een door
cyanide geïnduceerde hypoxie. De incidentie van hersenlaesies was aanzienlijk lager bij honden die
een dosis van 150 mg/kg hydroxocobalamine kregen toegediend dan bij honden die een dosis van
75 mg/kg hydroxocobalamine of natriumchloride 9 mg/ml kregen toegediend.
Het snelle en volledige herstel van de hemodynamica en vervolgens van bloedgassen, pH en lactaat na
cyanidevergiftiging droeg waarschijnlijk bij aan het betere resultaat bij de met hydroxocobalamine
behandelde dieren. Hydroxocobalamine verlaagde tot het einde van de infusie de totale
cyanideconcentraties in het bloed van ongeveer 120 nmol/ml tot 30-40 nmol/ml in vergelijking met
70 nmol/ml bij honden die alleen natriumchloride 9 mg/ml kregen toegediend.
Met cyanide vergiftigde patiënten
In totaal namen 245 patiënten met een vermoede of bekende cyanidevergiftiging deel aan het klinisch
onderzoek naar de werkzaamheid van hydroxocobalamine als antidotum. Van de 213 patiënten bij wie
de uitkomst bekend was, was het overlevingspercentage 58%. Bij 63 van de 89 patiënten die
overleden, werd in eerste instantie een hartstilstand vastgesteld, wat erop duidt dat veel van deze
patiënten bijna zeker onherstelbaar hersenletsel hadden opgelopen vóór toediening van
hydroxocobalamine. Van de 144 patiënten bij wie niet in eerste instantie een hartstilstand werd
vastgesteld en van wie het resultaat bekend was, overleefden 118 patiënten (82%). Verder bleven 21
(62%) van de 34 patiënten van wie bekend was dat de cyanideconcentratie boven de letale drempel lag
(≥ 100 µmol/l) na behandeling met hydroxocobalamine in leven.
Bij 17 van de 21 patiënten (81%) die na blootstelling aan cyanide een lage bloeddruk (systolische
bloeddruk > 0 en ≤ 90 mmHg) hadden, ging toediening van hydroxocobalamine gewoonlijk gepaard
9
met een normalisering van de bloeddruk (systolische bloeddruk > 90 mmHg). In die gevallen waarin
neurologische beoordeling tijdens het verloop mogelijk was (bij 96 van de 171 patiënten die
voorafgaand aan toediening van hydroxocobalamine neurologische symptomen vertoonden), was bij
51 patiënten (53%) die hydroxocobalamine kregen toegediend sprake van een verbetering of een
volledig herstel.
Ouderen
In klinisch onderzoek werd aan ongeveer 50 patiënten in de leeftijd van 65 jaar of ouder met bekende
of vermoede cyanidevergiftiging waren hydroxocobalamine toegediend. Over het algemeen was de
werkzaamheid van hydroxocobalamine bij deze patiënten gelijk aan die bij jongere patiënten.
Pediatrische patiënten
Documentatie over de werkzaamheid is beschikbaar voor 54 pediatrische patiënten. De gemiddelde
leeftijd van de pediatrische patiënten was ongeveer zes jaar en de gemiddelde dosis
hydroxocobalamine was ongeveer 120 mg/kg lichaamsgewicht. Het overlevingspercentage van 41%
was in grote mate afhankelijk van de klinische situatie. Van de 20 pediatrische patiënten bij wie niet in
eerste instantie een hartstilstand werd geconstateerd, overleefden er 18 (90%), van wie 4 met sequelen.
Over het algemeen was de werkzaamheid van hydroxocobalamine bij pediatrische patiënten
vergelijkbaar met die bij volwassenen.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Na intraveneuze toediening van Cyanokit trad een significante binding aan plasmaproteïnen en aan
fysiologische verbindingen met een laag moleculair gewicht op, voor het vormen van verschillende
cobalamine-(III) complexen door vervanging van de hydroxoligand. De gevormde cobalaminen-(III)
met een laag moleculair gewicht waaronder hydroxocobalamine worden vrije cobalaminen-(III)
genoemd; de som van vrije en aan proteïne gebonden cobalaminen worden totaal cobalaminen-(III)
genoemd. Om de blootstelling aan de som van alle derivaten uit te kunnen drukken, werd de
farmacokinetiek van cobalaminen-(III) onderzocht in plaats van die van hydroxocobalamine, waarvoor
de concentratie-eenheid µg eq/ml noodzakelijk was (dat wil zeggen cobalamine-(III)-eenheid zonder
specifieke ligand).
Na intraveneuze toediening van een enkele dosis van 2,5 tot 10 g Cyanokit aan gezonde vrijwilligers
werd een dosisproportionele farmacokinetiek waargenomen. Als gemiddelde C
max
-waarden voor vrije
en totaal cobalaminen-(III) werden respectievelijk 113 en 579 µg eq/ml vastgesteld na een dosis van
5 g Cyanokit (de aanbevolen aanvangsdosis). Op dezelfde wijze werden de gemiddelde C
max
-waarden
voor vrije en totaal cobalaminen-(III) na een dosis van 10 g Cyanokit met respectievelijk 197 en
995 µg eq/ml vastgesteld. De overwegende gemiddelde halfwaardetijd van vrije en totaal
cobalaminen-(III) was ongeveer 26 tot 31 uur bij een dosisniveau van 5 en 10 g.
De gemiddelde totale hoeveelheid cobalaminen-(III) die tijdens de verzamelperiode van 72 uur in de
urine werd uitgescheiden, was ongeveer 60% bij een dosis van 5 g en ongeveer 50% bij een dosis van
10 g Cyanokit. Algemeen werd de totale uitscheiding via de urine berekend op ten minste 60 tot 70%
van de toegediende dosis. De uitscheiding in de urine vond grotendeels tijdens de eerste 24 uur plaats,
maar roodgekleurde urine werd gedurende maximaal 35 dagen na intraveneuze infusie waargenomen.
Na correctie voor lichaamsgewicht werden bij mannen en vrouwen geen belangrijke verschillen in de
farmacokinetische parameters van plasma en urine waargenomen voor vrije en totaal cobalaminen-
(III) na toediening van 5 g of 10 g Cyanokit.
Bij patiënten met cyanidevergiftiging wordt verwacht dat hydroxocobalamine aan cyanide bindt om
cyanocobalamine te vormen, dat in de urine wordt uitgescheiden. In deze populatie kan de
farmacokinetiek van totaal cobalaminen-(III) worden beïnvloed door de hoeveelheid cyanide in het
lichaam, omdat bij gezonde vrijwilligers is gemeld dat cyanocobalamine een twee- tot driemaal lagere
halfwaardetijd heeft dan totaal cobalaminen-(III).
10
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Bij onder narcose gebrachte konijnen vertoonde hydroxocobalamine hemodynamische effecten (een
hogere gemiddelde arteriële bloeddruk en totale perifere weerstand, een lagere cardiale output). Deze
effecten houden verband met de eigenschap van hydroxocobalamine om stikstofoxide-concentraties te
verminderen.
Er werd geen speciaal risico voor mensen vastgesteld aan de hand van conventioneel onderzoek op het
gebied van toxiciteit bij eenmalige en herhaalde dosering en genotoxiciteit. De lever en de nieren
bleken de belangrijkste doelorganen te zijn. Deze bevindingen werden echter uitsluitend waargenomen
bij blootstellingsniveaus waarvan wordt aangenomen dat deze hoger zijn dan het maximale niveau
waaraan de mens wordt blootgesteld, waardoor deze gegevens weinig relevant zijn voor klinische
doeleinden. Er werd met name leverfibrose waargenomen na toediening van hydroxocobalamine
gedurende vier weken in een dosis van 300 mg/kg bij honden. Het is onwaarschijnlijk dat deze
bevinding voor de mens relevant is, omdat dit effect niet werd gemeld in kortdurende onderzoeken die
met hydroxocobalamine werden uitgevoerd.
Ontwikkelingstoxiciteit, waaronder teratogeniciteit, werd waargenomen bij ratten en konijnen bij
dosisniveaus van 150 mg/kg en meer, dagelijks toegediend gedurende de gehele organogenese. De
dosis van 150 mg/kg komt ongeveer overeen met de maximale aanbevolen dosis voor de mens.
Er zijn geen gegevens beschikbaar over de fertiliteit bij mannen en vrouwen en ook niet over de peri-
en postnatale ontwikkeling. Het carcinogeen potentieel van hydroxocobalamine is niet onderzocht.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Zoutzuur (voor het stellen van de pH)
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Dit geneesmiddel mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen dan die welke vermeld zijn
in rubriek 6.6.
Fysische onverenigbaarheid (deeltjesvorming) werd waargenomen bij het mengen van
gereconstitueerde hydroxocobalamineoplossing met de volgende geneesmiddelen: diazepam,
dobutamine, dopamine, fentanyl, nitroglycerine, pentobarbital, fenytoïnenatrium, propofol en
thiopental.
Chemische onverenigbaarheid werd waargenomen bij een mengsel van gereconstitueerde
hydroxocobalamineoplossing en de volgende geneesmiddelen: epinefrine, lidocaïne-hydrochloride,
adenosine, atropine, midazolam, ketamine, succinylcholinechloride, amiodaron-hydrochloride,
natriumbicarbonaat, natriumthiosulfaat en natriumnitriet, en is gemeld voor ascorbinezuur..
Als gevolg hiervan mogen deze en andere geneesmiddelen niet gelijktijdig via dezelfde intraveneuze
lijn als hydroxocobalamine worden toegediend.
Gelijktijdige toediening van hydroxocobalamine en bloedproducten (volbloed, erytrocytenconcentraat,
trombocytenconcentraat en vers bevroren plasma) via dezelfde intraveneuze lijn wordt niet
aanbevolen.
6.3
3 jaar.
Houdbaarheid
11
Ten behoeve van ambulant gebruik mag Cyanokit gedurende korte tijd worden blootgesteld aan de
temperatuurschommelingen van een normaal transport (15 dagen blootstelling aan temperaturen
variërend van 5°C tot 40°C), een transport in de woestijn (4 dagen blootstelling aan temperaturen
variërend van 5°C tot 60°C) en cycli van bevriezen/ontdooien (15 dagen blootstelling aan
temperaturen die variëren van -20°C tot 40°C). Als deze tijdelijke condities overschreden worden,
moet het product worden weggegooid.
De chemische en fysische stabiliteit van de gereconstitueerde oplossing met natriumchloride 9 mg/ml
(0,9%) tijdens gebruik is bij een temperatuur tussen 2°C en 40°C gedurende 6 uur aangetoond.
Vanuit microbiologisch gezichtspunt moet het geneesmiddel onmiddellijk worden gebruikt. Indien het
niet onmiddellijk wordt gebruikt, is de gebruiker verantwoordelijk voor de bewaartijden tijdens het
gebruik en de bewaaromstandigheden voorafgaand aan het gebruik; de bewaartijd bij 2°C-8°C is
gewoonlijk niet langer dan 6 uur.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 25°C.
Voor de bewaarcondities van het geneesmiddel na reconstitutie, zie rubriek 6.3.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Type II kleurloze, glazen injectieflacon van 250 ml met een broombutylrubberen stop en een
aluminium dop met een plastic kapje.
Elke verpakking bevat twee injectieflacons (elke injectieflacon is verpakt in een kartonnen doos), twee
steriele overloopnaalden, één steriele intraveneuze infusie-set en één steriele korte katheter voor
toediening aan kinderen.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Geen bijzondere vereisten voor verwijdering.
Elke injectieflacon moet met behulp van de meegeleverde steriele overloopnaald met 100 ml
oplosmiddel worden gereconstitueerd. Natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie is het
aanbevolen oplosmiddel. Alleen wanneer geen natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor
injectie beschikbaar is, mag ook Ringerlactaat of glucose 50 mg/ml (5%) oplossing voor injectie
worden gebruikt.
De injectieflacon met Cyanokit moet gedurende minimaal 30 seconden worden gezwenkt of
omgekeerd om de oplossing te mengen. De flacon mag niet geschud worden, omdat schudden schuim
in de injectieflacon kan veroorzaken, waardoor het controleren van de reconstitutie minder makkelijk
is. Omdat de gereconstitueerde oplossing een donkerrode oplossing is, kunnen sommige niet-
oplosbare deeltjes eventueel niet worden gezien. Daarom moet de in de kit meegeleverde intraveneuze
infusieset worden gebruikt aangezien deze een geschikte filter bevat en met de gereconstitueerde
oplossing moet worden gevuld. Herhaal deze procedure zonodig met de tweede injectieflacon.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
SERB S.A.
Avenue Louise 480
1050 Brussels
België
12
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/420/001
9.
DATUM EERSTE VERGUNNINGVERLENING/VERLENGING VAN DE
VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 23 november 2007
Datum van laatste verlenging: 20 juli 2012
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
MM/JJJJ
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
13
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Cyanokit 5 g poeder voor oplossing voor infusie
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
De injectieflacon bevat 5 g hydroxocobalamine.
Na reconstitutie met 200 ml oplosmiddel bevat elke ml van de gereconstitueerde oplossing 25 mg
hydroxocobalamine.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Poeder voor oplossing voor infusie.
Donkerrood kristallijn poeder.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Behandeling van bekende of vermoede cyanidevergiftiging voor alle leeftijdscategorieën.
De toediening van Cyanokit moet gepaard gaan met passende decontaminatie- en ondersteunende
maatregelen (zie rubriek 4.4).
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Aanvangsdosis
Volwassenen:
De aanvangsdosis van Cyanokit is 5 g (200 ml, volledig volume van gereconstitueerde
oplossing).
Pediatrische patiënten:
Bij zuigelingen, kinderen en adolescenten (0 tot 18 jaar oud) is de
aanvangsdosis van Cyanokit 70 mg/kg lichaamsgewicht, waarbij deze niet hoger mag zijn dan 5 g.
Lichaamsgewicht
in kg
Aanvangsdosis
in g
in ml
5
0,35
14
10
0,70
28
20
1,40
56
30
2,10
84
40
2,80
112
50
3,50
140
60
4,20
168
Vervolgdosis
Afhankelijk van de ernst van de vergiftiging en de klinische respons (zie rubriek 4.4) kan een tweede
dosis worden toegediend.
Volwassenen:
De vervolgdosis van Cyanokit is 5 g (200 ml, volledig volume van gereconstitueerde
oplossing).
Pediatrische patiënten:
Bij zuigelingen, kinderen en adolescenten (0 tot 18 jaar oud) is de
vervolgdosis van Cyanokit 70 mg/kg lichaamsgewicht, waarbij deze niet hoger mag zijn dan 5 g.
14
Maximale dosis
Volwassenen:
De maximale aanbevolen totale dosis is 10 g.
Pediatrische patiënten:
Bij zuigelingen, kinderen en adolescenten (0 tot 18 jaar oud) is de maximale
aanbevolen totale dosis 140 mg/kg, waarbij deze niet hoger mag zijn dan 10 g.
Nier- en leverfunctiestoornissen
Hoewel de veiligheid en werkzaamheid van hydroxocobalamine bij patiënten met nier- en
leverfunctiestoornissen niet zijn onderzocht, is er bij deze patiënten geen dosisaanpassing
noodzakelijk; Cyanokit wordt alleen in een acute, levensbedreigende situatie als noodtherapie
toegediend.
Wijze van toediening
De aanvangsdosis van Cyanokit wordt toegediend als intraveneuze infusie gedurende 15 minuten.
De snelheid van de intraveneuze infusie van de tweede dosis varieert van 15 minuten (bij uiterst
instabiele patiënten) tot 2 uur en wordt bepaald op basis van de conditie van de patiënt.
Voor instructies over reconstitutie van het geneesmiddel voorafgaand aan toediening, zie rubriek 6.6.
4.3
Geen.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Contra-indicaties
De maatregelen bij cyanidevergiftiging moeten onder meer bestaan uit het onmiddellijk vrijmaken en
vrijhouden van de luchtwegen, adequate oxygenatie en hydratatie, cardiovasculaire ondersteuning en
behandeling van toevallen. Afhankelijk van de blootstellingsweg moeten decontaminatiemaatregelen
worden overwogen.
Cyanokit is geen vervanging voor zuurstoftherapie en mag het instellen van bovengenoemde
maatregelen niet vertragen.
Vaak zijn het optreden en de omvang van cyanidevergiftiging aanvankelijk niet bekend. Er is geen
algemeen verkrijgbare, snelle, bevestigende bloedtest voor cyanide. Beslissingen omtrent de
behandeling moeten worden genomen op basis van de klinische voorgeschiedenis en/of de tekenen en
symptomen van cyanidevergiftiging.
Cyanidevergiftiging kan het gevolg zijn van blootstelling aan rook van brand in een besloten ruimte,
van blootstelling door inhalatie, inname of opname via de huid. Mogelijke bronnen van
cyanidevergiftiging zijn onder meer waterstofcyanide en bijbehorende zouten, cyanogenen, met
inbegrip van cyanogene planten, alifatische nitrillen of een langdurige blootstelling aan
natriumnitroprusside.
Tekenen en symptomen van cyanidevergiftiging
Vaak voorkomende tekenen en symptomen van cyanidevergiftiging zijn onder meer: misselijkheid,
braken, hoofdpijn, veranderde mentale toestand (bv. verwarring, desoriëntatie), een beklemd gevoel op
de borst, dyspnoe, tachypnoe of hyperpnoe (vroeg), bradypnoe of apnoe (laat), hypertensie (vroeg) of
hypotensie (laat), cardiovasculaire collaps, toevallen of coma, mydriasis en een
plasmalactaatconcentratie van > 8 mmol/l.
15
In een situatie met meerdere slachtoffers, zoals bij een terroristische aanslag of een chemische ramp,
kunnen panieksymptomen zoals tachypnoe en braken de vroege tekenen van cyanidevergiftiging
simuleren. Als er sprake is van een veranderde mentale toestand (verwarring en desoriëntatie) en/of
mydriasis, dan wijst dit op een echte cyanidevergiftiging.
Rookinhalatie
Niet alle slachtoffers van rookinhalatie hebben noodzakelijkerwijs cyanidevergiftiging; brandwonden,
traumata en blootstelling aan andere toxische stoffen kunnen het klinisch beeld verergeren. Het
verdient aanbeveling om voorafgaand aan toediening van Cyanokit bij de betreffende patiënten te
controleren of er sprake is van:
blootstelling aan rook van brand in een besloten ruimte
roet rondom mond, neus en/of orofarynx
een veranderde mentale toestand
In deze situatie wijzen hypotensie en/of een plasmalactaatconcentratie van ≥ 10 mmol/l (hoger dan de
concentratie die onder tekenen en symptomen werd genoemd als gevolg van het feit dat
koolstofmonoxide bijdraagt aan lactaatacidose) in sterke mate op een cyanidevergiftiging. Als
bovenstaande tekenen zich voordoen, mag behandeling met Cyanokit niet worden uitgesteld om een
plasmalactaatconcentratie vast te stellen.
Overgevoeligheidsreacties
Met bekende overgevoeligheid voor hydroxocobalamine of vitamine B
12
moet voorafgaand aan
toediening van Cyanokit rekening worden gehouden bij de afweging van de voordelen en de risico’s,
omdat bij patiënten die hydroxocobalamine ontvangen overgevoeligheidsreacties kunnen optreden (zie
rubriek 4.8).
Nieraandoeningen
Oxalaatkristallen zijn waargenomen in de urine van gezonde vrijwilligers die hydroxocobalamine
toegediend kregen. Gevallen van acuut nierfalen met acute tubulaire necrose, nierfunctiestoornis en
aanwezigheid van calciumoxalaatkristallen in de urine zijn gemeld bij patiënten die werden behandeld
met hydroxocobalamine na bekende of vermoede cyanidevergiftiging. In sommige situaties was
hemodialyse noodzakelijk om herstel te bereiken (zie rubriek 4.8).
Daarom moet na toediening van Cyanokit, als voorzorgsmaatregel, de nierfunctie (met inbegrip van
blood urea nitrogen
en serumcreatinine) regelmatig worden gecontroleerd tot 7 dagen nadat met het
geneesmiddel is gestart.
Verhoging van de bloeddruk
Bij patiënten die hydroxocobalamine ontvangen, kan een over het algemeen asymptomatische stijging
van de bloeddruk van voorbijgaande aard optreden. De maximale stijging van de bloeddruk werd
tegen het einde van de infusie waargenomen (zie rubriek 4.8).
Effecten op de bloedtest voor cyanide
Hydroxocobalamine verlaagt de cyanideconcentraties in het bloed. Hoewel het vaststellen van de
cyanideconcentratie in het bloed niet noodzakelijk is en dit de behandeling met hydroxocobalamine
niet mag vertragen, kan het nuttig zijn voor het documenteren van cyanidevergiftiging. Als een
bepaling van de cyanidewaarde in het bloed is gepland, wordt geadviseerd om het bloedmonster voor
het begin van de behandeling met Cyanokit af te nemen.
16
Beïnvloeding van de beoordeling van brandwonden
Vanwege de dieprode kleur van hydroxocobalamine is het mogelijk dat het een rode verkleuring van
de huid veroorzaakt waardoor het de beoordeling van brandwonden kan beïnvloeden. Huidlaesies,
oedeem en pijn wijzen echter duidelijk op brandwonden.
Beïnvloeding van laboratoriumtests
Vanwege de dieprode kleur van hydroxocobalamine is het mogelijk dat het de bepaling van
laboratoriumparameters (bv. klinische chemie, hematologie, coagulatie en urineparameters)
beïnvloedt. Uit
in vitro
tests blijkt dat omvang en duur van de beïnvloeding van talrijke factoren
afhankelijk zijn, zoals de dosis hydroxocobalamine, de analyt, de analytconcentratie, de methodologie,
de analysator, de concentraties cobalaminen-(III) inclusief cyanocobalamine en gedeeltelijk de tijd
tussen het afnemen van het monster en de bepaling.
Op basis van
in vitro
onderzoek en farmacokinetische gegevens die bij gezonde vrijwilligers zijn
verkregen, geeft de volgende tabel de beïnvloeding van laboratoriumtests weer die na een dosis van
5 g hydroxocobalamine kan worden waargenomen. De beïnvloeding na een dosis van 10 g kan naar
verwachting maximaal nog eens 24 uur duren. De mate en duur van de beïnvloeding bij patiënten met
cyanidevergiftiging kunnen afhankelijk van de ernst van de vergiftiging verschillen. De uitslagen
kunnen per analysator aanzienlijk variëren, daarom is bij het rapporteren en interpreteren van de
laboratoriumuitslagen voorzichtigheid vereist.
Waargenomen
in vitro
beïnvloeding van laboratoriumtests door hydroxocobalamine
Laboratorium-
parameter
Geen beïnvloeding
waargenomen
Kunstmatig
verhoogd*
Kunstmatig
verlaagd*
Onvoorspelbaar***
Duur van de
beïnvloeding na
een dosis van
5g
24 uur met
uitzondering van
bilirubine
(maximaal
4 dagen)
Klinische
chemie
Calcium
Natrium
Kalium
Chloride
Ureum
Gammaglutamyltrans-
ferase (GGT)
Hematologie
Erytrocyten
Hematocriet
Gemiddeld
corpusculair volume
(MCV)
Leukocyten
Lymfocyten
Monocyten
Eosinofielen
Neutrofielen
Trombocyten
Creatinine
Totaal en
geconjugeerd
bilirubine**
Triglyceriden
Cholesterol
Totaal eiwit
Glucose
Albumine
Alkalische
fosfatase
Hemoglobine
(Hb)
Gemiddeld
corpusculair
hemoglobine
(MCH)
Gemiddelde
corpusculaire
hemoglobine-
concentratie
(MCHC)
Alanineamino-
Fosfaat
transferase (ALAT) Urinezuur
Amylase
Aspartaatamino-
transferase (ASAT)
Creatinekinase (CK)
Creatinekinase iso-
enzym MB (CKMB)
Lactaatdehydrogenase
(LDH)
12-16 uur
Coagulatie
Geactiveerde partiële 24 uur
tromboplastinetijd
(aPTT)
Protrombinetijd (PT)
Quick- of INR-waarde
* ≥ 10% beïnvloeding waargenomen bij ten minste één analysator
** Kunstmatig verlaagd met gebruik van de diazo-methode
*** Inconsistente uitslagen
Gebruikte analysatoren: ACL Futura (Instrumentation Laboratory), Axsym/Architect (Abbott), BM
Coasys
110
(Boehringer Mannheim), CellDyn 3700 (Abbott), Clinitek 500 (Bayer), Cobas Integra 700,
400 (Roche), Gen-S Coultronics, Hitachi 917, STA
Compact, Vitros 950 (Ortho Diagnostics)
17
Hydroxocobalamine kan alle colorimetrisch bepaalde urineparameters beïnvloeden. De effecten op
deze tests duren na een dosis van 5 g gewoonlijk 48 uur, maar kunnen gedurende langere tijd
aanhouden. Bij de interpretatie van colorimetrisch onderzoek van urine is voorzichtigheid geboden
zolang er sprake is van chromaturie.
Interferentie met hemodialyse
Door zijn dieprode kleur kan hydroxocobalamine ervoor zorgen dat hemodialyseapparaten afsluiten
vanwege een ten onrechte gedetecteerde 'bloedlekkage'. Dit dient in overweging te worden genomen
voordat hemodialyse wordt gestart bij patiënten die worden behandeld met hydroxocobalamine.
Gebruik met andere antidota voor cyanide
De veiligheid van gelijktijdige toediening van andere antidota voor cyanide met Cyanokit is niet
aangetoond (zie rubriek 6.2). Als wordt besloten om tegelijk met Cyanokit ook een ander antidotum
voor cyanide toe te dienen, dan mogen deze geneesmiddelen niet gelijktijdig in dezelfde intraveneuze
lijn worden toegediend (zie rubriek 6.2).
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Uit dieronderzoek zijn teratogene effecten gebleken na dagelijkse blootstelling gedurende de gehele
organogenese (zie rubriek 5.3). Er zijn geen toereikende gegevens over het gebruik van
hydroxocobalamine bij zwangere vrouwen en het potentiële risico voor de mens is niet bekend.
Echter, gezien:
-
het feit dat er niet meer dan twee injecties met hydroxocobalamine worden toegediend,
-
de potentieel levensbedreigende toestand,
-
het ontbreken van alternatieve behandeling,
kan hydroxocobalamine aan een zwangere vrouw worden gegeven.
In het geval van een zwangerschap die bekend is op het moment van de behandeling met Cyanokit of
van een zwangerschap die bekend wordt na de behandeling met Cyanokit, worden beroepsbeoefenaren
in de gezondheidszorg verzocht om de blootstelling tijdens de zwangerschap direct te melden aan de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen en/of de gezondheidsinstanties en om de
zwangerschap en de afloop daarvan nauwgezet te volgen.
Borstvoeding
Omdat hydroxocobalamine in potentieel levensbedreigende situaties wordt toegediend, is borstvoeding
geen contra-indicatie voor het gebruik. In afwezigheid van gegevens over baby's die borstvoeding
krijgen, wordt aangeraden om te stoppen met het geven van borstvoeding nadat Cyanokit is
toegediend.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen onderzoeken uitgevoerd met betrekking tot de vruchtbaarheid (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Niet van toepassing.
18
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
In klinisch onderzoek werden in totaal 347 proefpersonen aan hydroxocobalamine blootgesteld. Van
deze 347 proefpersonen bestond bij 245 patiënten op het moment van toediening van
hydroxocobalamine een verdenking op blootstelling aan cyanide. De resterende 102 proefpersonen
waren gezonde vrijwilligers die op het moment van toediening van hydroxocobalamine niet aan
cyanide waren blootgesteld.
Lijst met bijwerkingen
De volgende bijwerkingen zijn gemeld in verband met het gebruik van Cyanokit. Gezien de
beperktheid van de beschikbare gegevens is het echter niet mogelijk een schatting van de frequentie te
geven:
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Een daling in het percentage lymfocyten.
Immuunsysteemaandoeningen
Allergische reacties waaronder angioneurotisch oedeem, huiduitslag, urticaria en pruritus.
Psychische stoornissen
Rusteloosheid.
Zenuwstelselaandoeningen
Geheugenstoornis; duizeligheid.
Oogaandoeningen
Zwelling, irritatie, roodheid.
Hartaandoeningen
Ventriculaire extrasystolen. Bij met cyanide vergiftigde patiënten werd een snellere hartslag
waargenomen.
Bloedvataandoeningen
Een stijging van de bloeddruk van voorbijgaande aard, die gewoonlijk binnen enkele uren weer
verdwijnt; opvliegers. Bij patiënten met cyanidevergiftiging werd een daling van de bloeddruk
waargenomen.
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
Pleura-effusie, dyspnoe, een beklemd gevoel op de keel, droge keel, borstklachten.
Maagdarmstelselaandoeningen
Buikklachten, dyspepsie, diarree, braken, misselijkheid, dysfagie.
19
Huid- en onderhuidaandoeningen
Reversibele rode verkleuring van de huid en slijmvliezen: de meeste patiënten ervaren dit maximaal
15 dagen na toediening van Cyanokit.
Pustuleuze huiduitslag, die verscheidene weken kan aanhouden en voornamelijk het gezicht en de hals
betreft.
Nier- en urinewegaandoeningen
Acuut nierfalen met acute tubulaire necrose, nierfunctiestoornis, aanwezigheid van
calciumoxalaatkristallen in de urine (zie rubriek 4.4).
Chromaturie: bij alle patiënten doet zich gedurende de eerste drie dagen na toediening een
duidelijk waarneembare donkerrode verkleuring van de urine voor. De urineverkleuring kan
maximaal 35 dagen na toediening van Cyanokit aanhouden (zie rubriek 4.4).
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Hoofdpijn; reactie op de injectieplaats; perifeer oedeem.
Onderzoeken
Cyanokit kan een rode verkleuring van het plasma veroorzaken, wat tot een kunstmatige stijging of
daling van de waarden van bepaalde laboratoriumparameters kan leiden (zie rubriek 4.4).
Pediatrische patiënten
Beperkte gegevens over kinderen (0 tot 18 jaar oud) die werden behandeld met hydroxocobalamine
laten geen verschillen zien in het veiligheidsprofiel van hydroxocobalamine tussen volwassenen en
kinderen.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Er zijn doses tot 15 g toegediend zonder dat specifieke dosisgerelateerde bijwerkingen werden gemeld.
In geval van overdosering is symptomatische behandeling aangewezen. Hemodialyse kan onder die
omstandigheden effectief zijn, maar is alleen geïndiceerd indien er sprake is van een significante
hydroxocobalamine-gerelateerde toxiciteit. Door zijn dieprode kleur kan hydroxocobalamine echter de
werking van hemodialyseapparaten verstoren (zie rubriek 4.4).
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Antidota, ATC-code: V03AB33
Werkingsmechanisme
De werking van hydroxocobalamine bij de behandeling van cyanidevergiftiging is gebaseerd op het
vermogen van hydroxocobalamine om een stabiele binding aan te gaan met cyanide-ionen. Elke
20
hydroxocobalaminemolecuul kan één cyanide-ion binden door de hydroxoligand die met het trivalente
kobaltion is gekoppeld te vervangen om cyanocobalamine te vormen. Cyanocobalamine is een
stabiele, niet-toxische verbinding die in urine wordt uitgescheiden.
Werkzaamheid
Uit ethische overwegingen is geen gecontroleerd onderzoek naar de werkzaamheid bij de mens
verricht.
Farmacologie bij dieren
De werkzaamheid van hydroxocobalamine werd in een gecontroleerd onderzoek bij met cyanide
vergiftigde volwassen honden onderzocht. De honden werden vergiftigd door intraveneuze toediening
van een dodelijke dosis kaliumcyanide. Vervolgens ontvingen de honden natriumchloride 9 mg/ml,
75 mg/kg of 150 mg/kg hydroxocobalamine als intraveneuze infusie gedurende 7,5 minuten. De doses
van 75 mg/kg en 150 mg/kg zijn ongeveer equivalent aan respectievelijk 5 g en 10 g
hydroxocobalamine bij de mens, niet alleen op basis van lichaamsgewicht, maar ook op basis van de
C
max
van hydroxocobalamine [totaal cobalaminen-(III), zie rubriek 5.2].
Het overlevingspercentage na 4 uur en na 14 dagen was significant hoger bij de groepen behandeld
met een dosis van 75 mg/kg en 150 mg/kg hydroxocobalamine in vergelijking met de honden die
alleen natriumchloride 9 mg/ml kregen toegediend:
Overlevingspercentage van met cyanide vergiftigde honden
Behandeling
Hydroxocobalamine
75 mg/kg
150 mg/kg
(N=19)
(N=18)
18 (95)*
18 (100)*
15 (79)*
18 (100)*
Parameter
Overleving na 4 uur, N (%)
Overleving na 14 dagen, N (%)
* p< 0,025
Natriumchloride
9 mg/ml
(N=17)
7 (41)
3 (18)
Bij de histopathologie bleek dat er hersenlaesies voorkwamen die consistent waren met een door
cyanide geïnduceerde hypoxie. De incidentie van hersenlaesies was aanzienlijk lager bij honden die
een dosis van 150 mg/kg hydroxocobalamine kregen toegediend dan bij honden die een dosis van
75 mg/kg hydroxocobalamine of natriumchloride 9 mg/ml kregen toegediend.
Het snelle en volledige herstel van de hemodynamica en vervolgens van bloedgassen, pH en lactaat na
cyanidevergiftiging droeg waarschijnlijk bij aan het betere resultaat bij de met hydroxocobalamine
behandelde dieren. Hydroxocobalamine verlaagde tot het einde van de infusie de totale
cyanideconcentraties in het bloed van ongeveer 120 nmol/ml tot 30-40 nmol/ml in vergelijking met
70 nmol/ml bij honden die alleen natriumchloride 9 mg/ml kregen toegediend.
Met cyanide vergiftigde patiënten
In totaal namen 245 patiënten met een vermoede of bekende cyanidevergiftiging deel aan het klinisch
onderzoek naar de werkzaamheid van hydroxocobalamine als antidotum. Van de 213 patiënten bij wie
de uitkomst bekend was, was het overlevingspercentage 58%. Bij 63 van de 89 patiënten die
overleden, werd in eerste instantie een hartstilstand vastgesteld, wat erop duidt dat veel van deze
patiënten bijna zeker onherstelbaar hersenletsel hadden opgelopen vóór toediening van
hydroxocobalamine. Van de 144 patiënten bij wie niet in eerste instantie een hartstilstand werd
vastgesteld en van wie het resultaat bekend was, overleefden 118 patiënten (82%). Verder bleven 21
(62%) van de 34 patiënten van wie bekend was dat de cyanideconcentratie boven de letale drempel lag
(≥ 100 µmol/l) na behandeling met hydroxocobalamine in leven.
Bij 17 van de 21 patiënten (81%) die na blootstelling aan cyanide een lage bloeddruk (systolische
bloeddruk > 0 en ≤ 90 mmHg) hadden, ging toediening van hydroxocobalamine gewoonlijk gepaard
21
met een normalisering van de bloeddruk (systolische bloeddruk > 90 mmHg). In die gevallen waarin
neurologische beoordeling tijdens het verloop mogelijk was (bij 96 van de 171 patiënten die
voorafgaand aan toediening van hydroxocobalamine neurologische symptomen vertoonden), was bij
51 patiënten (53%) die hydroxocobalamine kregen toegediend sprake van een verbetering of een
volledig herstel.
Ouderen
In klinisch onderzoek werd aan ongeveer 50 patiënten in de leeftijd van 65 jaar of ouder met bekende
of vermoede cyanidevergiftiging waren hydroxocobalamine toegediend. Over het algemeen was de
werkzaamheid van hydroxocobalamine bij deze patiënten gelijk aan die bij jongere patiënten.
Pediatrische patiënten
Documentatie over de werkzaamheid is beschikbaar voor 54 pediatrische patiënten. De gemiddelde
leeftijd van de pediatrische patiënten was ongeveer zes jaar en de gemiddelde dosis
hydroxocobalamine was ongeveer 120 mg/kg lichaamsgewicht. Het overlevingspercentage van 41%
was in grote mate afhankelijk van de klinische situatie. Van de 20 pediatrische patiënten bij wie niet in
eerste instantie een hartstilstand werd geconstateerd, overleefden er 18 (90%), van wie 4 met sequelen.
Over het algemeen was de werkzaamheid van hydroxocobalamine bij pediatrische patiënten
vergelijkbaar met die bij volwassenen.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Na intraveneuze toediening van Cyanokit trad een significante binding aan plasmaproteïnen en aan
fysiologische verbindingen met een laag moleculair gewicht op, voor het vormen van verschillende
cobalamine-(III) complexen door vervanging van de hydroxoligand. De gevormde cobalaminen-(III)
met een laag moleculair gewicht waaronder hydroxocobalamine worden vrije cobalaminen-(III)
genoemd; de som van vrije en aan proteïne gebonden cobalaminen worden totaal cobalaminen-(III)
genoemd. Om de blootstelling aan de som van alle derivaten uit te kunnen drukken, werd de
farmacokinetiek van cobalaminen-(III) onderzocht in plaats van die van hydroxocobalamine, waarvoor
de concentratie-eenheid µg eq/ml noodzakelijk was (dat wil zeggen cobalamine-(III)-eenheid zonder
specifieke ligand).
Na intraveneuze toediening van een enkele dosis van 2,5 tot 10 g Cyanokit aan gezonde vrijwilligers
werd een dosisproportionele farmacokinetiek waargenomen. Als gemiddelde C
max
-waarden voor vrije
en totaal cobalaminen-(III) werden respectievelijk 113 en 579 µg eq/ml vastgesteld na een dosis van
5 g Cyanokit (de aanbevolen aanvangsdosis). Op dezelfde wijze werden de gemiddelde C
max
-waarden
voor vrije en totaal cobalaminen-(III) na een dosis van 10 g Cyanokit met respectievelijk 197 en
995 µg eq/ml vastgesteld. De overwegende gemiddelde halfwaardetijd van vrije en totaal
cobalaminen-(III) was ongeveer 26 tot 31 uur bij een dosisniveau van 5 en 10 g.
De gemiddelde totale hoeveelheid cobalaminen-(III) die tijdens de verzamelperiode van 72 uur in de
urine werd uitgescheiden, was ongeveer 60% bij een dosis van 5 g en ongeveer 50% bij een dosis van
10 g Cyanokit. Algemeen werd de totale uitscheiding via de urine berekend op ten minste 60 tot 70%
van de toegediende dosis. De uitscheiding in de urine vond grotendeels tijdens de eerste 24 uur plaats,
maar roodgekleurde urine werd gedurende maximaal 35 dagen na intraveneuze infusie waargenomen.
Na correctie voor lichaamsgewicht werden bij mannen en vrouwen geen belangrijke verschillen in de
farmacokinetische parameters van plasma en urine waargenomen voor vrije en totaal cobalaminen-
(III) na toediening van 5 g of 10 g Cyanokit.
Bij patiënten met cyanidevergiftiging wordt verwacht dat hydroxocobalamine aan cyanide bindt om
cyanocobalamine te vormen, dat in de urine wordt uitgescheiden. In deze populatie kan de
farmacokinetiek van totaal cobalaminen-(III) worden beïnvloed door de hoeveelheid cyanide in het
lichaam, omdat bij gezonde vrijwilligers is gemeld dat cyanocobalamine een twee- tot driemaal lagere
halfwaardetijd heeft dan totaal cobalaminen-(III).
22
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Bij onder narcose gebrachte konijnen vertoonde hydroxocobalamine hemodynamische effecten (een
hogere gemiddelde arteriële bloeddruk en totale perifere weerstand, een lagere cardiale output). Deze
effecten houden verband met de eigenschap van hydroxocobalamine om stikstofoxide-concentraties te
verminderen.
Er werd geen speciaal risico voor mensen vastgesteld aan de hand van conventioneel onderzoek op het
gebied van toxiciteit bij eenmalige en herhaalde dosering en genotoxiciteit. De lever en de nieren
bleken de belangrijkste doelorganen te zijn. Deze bevindingen werden echter uitsluitend waargenomen
bij blootstellingsniveaus waarvan wordt aangenomen dat deze hoger zijn dan het maximale niveau
waaraan de mens wordt blootgesteld, waardoor deze gegevens weinig relevant zijn voor klinische
doeleinden. Er werd met name leverfibrose waargenomen na toediening van hydroxocobalamine
gedurende vier weken in een dosis van 300 mg/kg bij honden. Het is onwaarschijnlijk dat deze
bevinding voor de mens relevant is, omdat dit effect niet werd gemeld in kortdurende onderzoeken die
met hydroxocobalamine werden uitgevoerd.
Ontwikkelingstoxiciteit, waaronder teratogeniciteit, werd waargenomen bij ratten en konijnen bij
dosisniveaus van 150 mg/kg en meer, dagelijks toegediend gedurende de gehele organogenese. De
dosis van 150 mg/kg komt ongeveer overeen met de maximale aanbevolen dosis voor de mens.
Er zijn geen gegevens beschikbaar over de fertiliteit bij mannen en vrouwen en ook niet over de peri-
en postnatale ontwikkeling. Het carcinogeen potentieel van hydroxocobalamine is niet onderzocht.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Zoutzuur (voor het stellen van de pH)
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Dit geneesmiddel mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen dan die welke vermeld zijn
in rubriek 6.6.
Fysische onverenigbaarheid (deeltjesvorming) werd waargenomen bij het mengen van
gereconstitueerde hydroxocobalamineoplossing met de volgende geneesmiddelen: diazepam,
dobutamine, dopamine, fentanyl, nitroglycerine, pentobarbital, fenytoïnenatrium, propofol en
thiopental.
Chemische onverenigbaarheid werd waargenomen bij een mengsel van gereconstitueerde
hydroxocobalamineoplossing en de volgende geneesmiddelen: epinefrine, lidocaïne-hydrochloride,
adenosine, atropine, midazolam, ketamine, succinylcholinechloride, amiodaron-hydrochloride,
natriumbicarbonaat, natriumthiosulfaat en natriumnitriet, en is gemeld voor ascorbinezuur..
Als gevolg hiervan mogen deze en andere geneesmiddelen niet gelijktijdig via dezelfde intraveneuze
lijn als hydroxocobalamine worden toegediend.
Gelijktijdige toediening van hydroxocobalamine en bloedproducten (volbloed, erytrocytenconcentraat,
trombocytenconcentraat en vers bevroren plasma) via dezelfde intraveneuze lijn wordt niet
aanbevolen.
6.3
3 jaar.
Houdbaarheid
23
Ten behoeve van ambulant gebruik mag Cyanokit gedurende korte tijd worden blootgesteld aan de
temperatuurschommelingen van een normaal transport (15 dagen blootstelling aan temperaturen
variërend van 5°C tot 40°C), een transport in de woestijn (4 dagen blootstelling aan temperaturen
variërend van 5°C tot 60°C) en cycli van bevriezen/ontdooien (15 dagen blootstelling aan
temperaturen die variëren van -20°C tot 40°C). Als deze tijdelijke condities overschreden worden,
moet het product worden weggegooid.
De chemische en fysische stabiliteit van de gereconstitueerde oplossing met natriumchloride 9 mg/ml
(0,9%) tijdens gebruik is bij een temperatuur tussen 2°C en 40°C gedurende 6 uur aangetoond.
Vanuit microbiologisch gezichtspunt moet het geneesmiddel onmiddellijk worden gebruikt. Indien het
niet onmiddellijk wordt gebruikt, is de gebruiker verantwoordelijk voor de bewaartijden tijdens het
gebruik en de bewaaromstandigheden voorafgaand aan het gebruik; de bewaartijd bij 2°C-8°C is
gewoonlijk niet langer dan 6 uur.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 25°C.
Voor de bewaarcondities van het geneesmiddel na reconstitutie, zie rubriek 6.3.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Type I kleurloze, glazen injectieflacon van 250 ml met een broombutylrubberen stop en een
aluminium dop met een plastic kapje.
Elke verpakking bevat één injectieflacon, verpakt in een kartonnen doos, één steriele overloopnaald,
één steriele intraveneuze infusie-set en één steriele korte katheter voor toediening aan kinderen.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Geen bijzondere vereisten voor verwijdering.
Elke injectieflacon moet met behulp van de meegeleverde steriele overloopnaald met 200 ml
oplosmiddel worden gereconstitueerd. Natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie is het
aanbevolen oplosmiddel. Alleen wanneer geen natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor
injectie beschikbaar is, mag ook Ringerlactaat of glucose 50 mg/ml (5%) oplossing voor injectie
worden gebruikt.
De injectieflacon met Cyanokit moet gedurende minimaal 1 minuut worden gezwenkt of omgekeerd
om de oplossing te mengen. De flacon mag niet geschud worden, omdat schudden schuim in de
injectieflacon kan veroorzaken, waardoor het controleren van de reconstitutie minder makkelijk is.
Omdat de gereconstitueerde oplossing een donkerrode oplossing is, kunnen sommige niet-oplosbare
deeltjes eventueel niet worden gezien. Daarom moet de in de kit meegeleverde intraveneuze infusieset
worden gebruikt aangezien deze een geschikte filter bevat en met de gereconstitueerde oplossing moet
worden gevuld.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
SERB S.A.
Avenue Louise 480
1050 Brussels
België
24
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/420/002
9.
DATUM EERSTE VERGUNNINGVERLENING/VERLENGING VAN DE
VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 23 november 2007
Datum van laatste verlenging: 20 juli 2012
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
MM/JJJJ
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
25
BIJLAGE II
A.
B.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN
VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
C.
D.
26
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Merck Santé S.A.S.
Centre de Production de Semoy
2, rue du Pressoir Vert
F-54400 Semoy
Frankrijk
Of
SERB S.A.
Avenue Louise 480
1050 Brussels
België
Of
SERB
40 Avenue George V
75008 Paris
Frankrijk
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN MOETEN WORDEN
NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen (PSUR’s)
De vergunninghouder dient voor dit geneesmiddel periodieke veiligheidsverslagen in, overeenkomstig
de vereisten zoals uiteengezet in de lijst van uniale referentiedata en indieningsfrequenties voor
periodieke veiligheidsverslagen (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107 quater, onder
punt 7 van Richtlijn 2001/83/EG. Deze lijst is gepubliceerd op het Europese webportaal voor
geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP - risicobeheerplan)
De vergunninghouder voert de noodzakelijke onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-updates.
27
Een RMP-update wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
Mocht het tijdstip van indiening van een periodiek veiligheidsverslag en indiening van de RMP-update
samenvallen, dan kunnen beide gelijktijdig worden ingediend.
28
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
29
A. ETIKETTERING
30
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Cyanokit 2,5 g poeder voor oplossing voor infusie
Hydroxocobalamine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke injectieflacon bevat 2,5 g hydroxocobalamine. Na reconstitutie met 100 ml oplosmiddel bevat
elke ml van de gereconstitueerde oplossing 25 mg hydroxocobalamine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstof: zoutzuur (voor het stellen van de pH).
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder voor oplossing voor infusie
Twee injectieflacons
Twee overloopnaalden.
Eén intraveneuze infusie-set.
Eén korte katheter voor toediening aan kinderen.
Deze kit bevat geen oplosmiddel.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Intraveneus gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Lees de bijsluiter voor informatie over bewaarcondities bij ambulant gebruik.
31
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
SERB S.A.
Avenue Louise 480
1050 Brussels
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/420/001
13.
Batch
BATCHNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC: {nummer}
SN: {nummer}
NN: {nummer}
32
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
KARTONNEN DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Cyanokit 2,5 g poeder voor oplossing voor infusie
Hydroxocobalamine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke injectieflacon bevat 2,5 g hydroxocobalamine. Na reconstitutie met 100 ml oplosmiddel bevat
elke ml van de gereconstitueerde oplossing 25 mg hydroxocobalamine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstof: zoutzuur (voor het stellen van de pH).
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder voor oplossing voor infusie
Eén injectieflacon
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Intraveneus gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
33
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
SERB S.A.
Avenue Louise 480
1050 Brussels
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/420/001
13.
Batch
BATCHNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar
34
GEGEVENS DIE OP DE PRIMAIRE VERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
INJECTIEFLACON
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Cyanokit 2,5 g poeder voor oplossing voor infusie
Hydroxocobalamine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke injectieflacon bevat 2,5 g hydroxocobalamine. Na reconstitutie met 100 ml oplosmiddel bevat
elke ml van de gereconstitueerde oplossing 25 mg hydroxocobalamine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstof: zoutzuur (voor het stellen van de pH).
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder voor oplossing voor infusie met 2,5 g hydroxocobalamine.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Intraveneus gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
35
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
SERB S.A.
Avenue Louise 480
1050 Brussels
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/420/001
13.
Batch
BATCHNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar
36
VOORLICHTINGSSTICKER VOOR ARTSEN EN ANDERE BEROEPSBEOEFENAREN IN
DE GEZONDHEIDSZORG
“Aan te brengen in het medisch dossier van de patiënt:
Aan deze patiënt is Cyanokit toegediend.
Cyanokit kan de beoordeling van brandwonden (vanwege rode verkleuring van de huid) en
laboratoriumtests beïnvloeden en kan ertoe leiden dat hemodialyseapparaten worden afgesloten (zie
Samenvatting van de productkenmerken).”
37
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Cyanokit 5 g poeder voor oplossing voor infusie
Hydroxocobalamine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
De injectieflacon bevat 5 g hydroxocobalamine. Na reconstitutie met 200 ml oplosmiddel bevat elke
ml van de gereconstitueerde oplossing 25 mg hydroxocobalamine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstof: zoutzuur (voor het stellen van de pH).
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder voor oplossing voor infusie
Eén injectieflacon
Eén overloopnaald.
Eén intraveneuze infusie-set.
Eén korte katheter voor toediening aan kinderen.
Deze kit bevat geen oplosmiddel.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Intraveneus gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Lees de bijsluiter voor informatie over bewaarcondities bij ambulant gebruik.
38
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
SERB S.A.
Avenue Louise 480
1050 Brussels
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/420/002
13.
Batch
BATCHNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC: {nummer}
SN: {nummer}
NN: {nummer}
39
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
KARTONNEN DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Cyanokit 5 g poeder voor oplossing voor infusie
Hydroxocobalamine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
De injectieflacon bevat 5 g hydroxocobalamine. Na reconstitutie met 200 ml oplosmiddel bevat elke
ml van de gereconstitueerde oplossing 25 mg hydroxocobalamine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstof: zoutzuur (voor het stellen van de pH).
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder voor oplossing voor infusie
Eén injectieflacon
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Intraveneus gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
40
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
SERB S.A.
Avenue Louise 480
1050 Brussels
België
11.
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/420/002
13.
Batch
BATCHNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar
41
GEGEVENS DIE OP DE PRIMAIRE VERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
INJECTIEFLACON
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Cyanokit 5 g poeder voor oplossing voor infusie
Hydroxocobalamine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
De injectieflacon bevat 5 g hydroxocobalamine. Na reconstitutie met 200 ml oplosmiddel bevat elke
ml van de gereconstitueerde oplossing 25 mg hydroxocobalamine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstof: zoutzuur (voor het stellen van de pH).
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder voor oplossing voor infusie met 5 g hydroxocobalamine.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Intraveneus gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
42
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
SERB S.A.
Avenue Louise 480
1050 Brussels
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/420/002
13.
Batch
BATCHNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar
43
VOORLICHTINGSSTICKER VOOR ARTSEN EN ANDERE BEROEPSBEOEFENAREN IN
DE GEZONDHEIDSZORG
“Aan te brengen in het medisch dossier van de patiënt:
Aan deze patiënt is Cyanokit toegediend.
Cyanokit kan de beoordeling van brandwonden (vanwege rode verkleuring van de huid) en
laboratoriumtests beïnvloeden en kan ertoe leiden dat hemodialyseapparaten worden afgesloten (zie
Samenvatting van de productkenmerken).”
44
B. BIJSLUITER
45
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Cyanokit 2,5 g poeder voor oplossing voor infusie
hydroxocobalamine
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Cyanokit en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag dit middel niet worden gebruikt of moet men er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe wordt dit middel gebruikt?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe wordt dit middel bewaard?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Cyanokit en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Cyanokit bevat de werkzame stof hydroxocobalamine.
Cyanokit is een tegengif (antidotum) voor de behandeling van bekende of vermoede
cyanidevergiftiging voor alle leeftijdscategorieën.
De toediening van Cyanokit moet gepaard gaan met passende decontaminatie- (ontsmettings-) en
ondersteunende maatregelen.
Cyanide is een zeer giftige chemische stof. Cyanidevergiftiging kan worden veroorzaakt door
blootstelling aan rook van brand in huis en industriële branden, door het inademen of doorslikken van
cyanide of door contact van de huid met cyanide.
2.
Wanneer mag dit middel niet worden gebruikt of moet men er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Vertel het uw arts of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg
als u allergisch bent voor hydroxocobalamine of vitamine B
12
. Hiermee moet rekening worden
gehouden voordat u met Cyanokit wordt behandeld.
als u met Cyanokit bent behandeld en u het volgende moet ondergaan:
- bloed- of urineonderzoek. Cyanokit kan de uitslagen van deze onderzoeken beïnvloeden.
- een beoordeling van brandwonden. Cyanokit kan de beoordeling beïnvloeden vanwege de
rode verkleuring van de huid.
- hemodialyse. Cyanokit kan ertoe leiden dat hemodialyseapparaten worden uitgeschakeld
zolang het niet uit het bloed is verwijderd (dit duurt ten minste 5,5 tot 6,5 dagen).
- controle van de nierfunctie: Cyanokit kan leiden tot nierfalen en kristallen in de urine.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Cyanokit nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat
de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg.
46
Gedetailleerde informatie voor uw arts of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg over
gelijktijdige toediening van Cyanokit met andere geneesmiddelen treft u aan het eind van deze
bijsluiter aan (zie “Instructies voor verwerking”).
Zwangerschap en borstvoeding
Dit geneesmiddel wordt in noodgevallen gebruikt. Het kan tijdens zwangerschap en bij borstvoeding
worden toegediend.
Licht uw arts zo snel mogelijk in als u zwanger was of denkt dat u eventueel zwanger was tijdens de
behandeling met Cyanokit.
Uw arts zal u aanraden om na behandeling met Cyanokit te stoppen met het geven van borstvoeding.
3.
Hoe wordt dit middel gebruikt?
Uw arts of andere beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg zal Cyanokit via een infusie in een ader
aan u toedienen. U heeft misschien één of twee infusies nodig.
De eerste infusie met Cyanokit wordt gedurende 15 minuten toegediend. Voor volwassenen is de
initiële dosis 5 g. Voor kinderen is dat 70 mg/kg lichaamsgewicht, met een maximumdosis van 5 g.
Als u een tweede infusie nodig heeft, dan duurt deze 15 minuten tot 2 uur. Dit is afhankelijk van de
ernst van de vergiftiging. De aanbevolen maximale totale dosis is 10 g voor volwassenen en
140 mg/kg voor kinderen, met een maximum van 10 g.
Gedetailleerde instructies voor uw arts of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg over het
bereiden van de infusie met Cyanokit en over het bepalen van de dosis treft u aan het eind van deze
bijsluiter aan (zie “Instructies voor verwerking”).
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken. De volgende bijwerkingen kunnen worden verwacht (frequentie kan met de
beschikbare gegevens niet worden bepaald):
Allergie (overgevoeligheid)
Licht uw arts
onmiddellijk
in als u tijdens of na deze behandeling last krijgt van de volgende
symptomen:
zwelling rondom de ogen, lippen, tong, keel of handen
ademhalingsproblemen, heesheid, spraakproblemen
roodheid van de huid, netelroos (urticaria) of jeuk.
Dergelijke bijwerkingen kunnen ernstig zijn en hebben onmiddellijk aandacht nodig.
Problemen met hart en bloeddruk
symptomen zoals hoofdpijn of duizeligheid, aangezien deze een gevolg kunnen zijn van een
stijging van de bloeddruk. Deze stijging van de bloeddruk treedt met name op aan het eind van
deze behandeling en neemt gewoonlijk binnen enkele uren weer af
onregelmatige hartslag
roodheid in het gezicht (blozen).
Een daling van de bloeddruk en een snellere hartslag zijn ook waargenomen bij patiënten met
cyanidevergiftiging.
47
Problemen met de ademhaling en borstkas
vocht in de borstkas (pleura-effusie)
ademhalingsproblemen
een beklemd gevoel op de keel
een droge keel
druk op de borst.
Problemen met de nieren en urinewegen
nieraandoeningen, zoals acute nierfunctiestoornis en kristallen in de urine
rode verkleuring van de urine.
Bij alle patiënten doet zich gedurende de eerste drie dagen na toediening een duidelijk waarneembare
donkerrode verkleuring van de urine voor. De urineverkleuring kan maximaal 35 dagen na toediening
van Cyanokit aanhouden. Deze rode verkleuring heeft verder geen gevolgen voor uw lichaam.
Maag-darmproblemen (problemen met de spijsvertering)
buikklachten
verstoring van de spijsvertering (indigestie)
diarree
misselijkheid
braken
slikproblemen.
Oogproblemen
zwelling, irritatie, roodheid.
Huidreacties
de meeste patiënten ervaren een omkeerbare rode verkleuring van de huid en slijmvliezen, die
maximaal 15 dagen na toediening van Cyanokit kan aanhouden.
blaarachtige wondjes van de huid (pustuleuze huiduitslag). Deze kunnen verscheidene weken
aanhouden en komen voornamelijk voor in het gezicht en de hals.
ontsteking van dat deel van het lichaam waar het infuus heeft gezeten.
Andere bijwerkingen
rusteloosheid
geheugenproblemen
duizeligheid
hoofdpijn
zwelling van de enkels
veranderingen in de uitslagen van bloedonderzoeken voor bepaalde witte bloedcellen
(lymfocyten)
gekleurd plasma, wat een kunstmatige stijging of daling van bepaalde laboratoriumwaarden kan
veroorzaken.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
48
5.
Hoe wordt dit middel bewaard?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de
injectieflacon, de kartonnen doos en de doos na EXP.
Bewaren beneden 25°C.
Ten behoeve van ambulant gebruik mag Cyanokit gedurende korte tijd worden blootgesteld aan de
temperatuurschommelingen van
normaal transport (15 dagen blootstelling aan temperaturen variërend van 5°C tot 40°C)
transport in de woestijn (4 dagen blootstelling aan temperaturen variërend van 5°C tot 60°C) en
cycli van bevriezen/ontdooien (15 dagen blootstelling aan temperaturen die variëren van -20°C
tot 40°C).
Voor de bewaarcondities van het opgeloste geneesmiddel, zie “Instructies voor verwerking” aan het
eind van deze bijsluiter.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is hydroxocobalamine. Elke injectieflacon bevat 2,5 g
hydroxocobalamine. Na reconstitutie met 100 ml oplosmiddel bevat elke ml van de
gereconstitueerde oplossing 25 mg hydroxocobalamine.
De andere stof in dit middel is zoutzuur (voor aanpassing van de pH).
Hoe ziet Cyanokit eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Cyanokit poeder voor oplossing voor infusie is een donkerrood kristallijn poeder, dat wordt geleverd
in een glazen injectieflacon met een broombutylrubberen stop en een aluminium dop met een plastic
kapje.
Elke verpakking bevat twee injectieflacons (elke injectieflacon is verpakt in een kartonnen doos), twee
steriele overloopnaalden, één steriele intraveneuze infusie-set en één steriele korte katheter voor
toediening aan kinderen.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
SERB S.A.
Avenue Louise 480
1050 Brussels
België
49
Fabrikant
Merck Santé s.a.s. / SEMOY
2, rue du Pressoir Vert
45400 Semoy
Frankrijk
Of
SERB S.A.
Avenue Louise 480
1050 Brussels
België
Of
SERB
40 Avenue George V
75008 Paris
Frankrijk
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in MM/JJJJ.
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de
gezondheidszorg:
Instructies voor verwerking
De maatregelen bij cyanidevergiftiging moeten onder meer bestaan uit het onmiddellijk
vrijmaken en vrijhouden van de luchtwegen, adequate oxygenatie en hydratatie,
cardiovasculaire ondersteuning en behandeling van toevallen. Afhankelijk van de
blootstellingsweg moeten decontaminatiemaatregelen worden overwogen.
Cyanokit is geen vervanging voor zuurstoftherapie en mag het instellen van bovengenoemde
maatregelen niet vertragen.
Vaak zijn het optreden en de omvang van cyanidevergiftiging aanvankelijk niet bekend. Er is
geen algemeen verkrijgbare, snelle, bevestigende bloedtest voor cyanide. Echter, als een bepaling
van de cyanidewaarde in het bloed is gepland, wordt geadviseerd om het bloedmonster voor het
begin van de behandeling met Cyanokit af te nemen. Beslissingen omtrent de behandeling
moeten worden genomen op basis van de klinische voorgeschiedenis en/of de tekenen en
symptomen van cyanidevergiftiging. Bij klinische verdenking op cyanidevergiftiging wordt
onmiddellijke toediening van Cyanokit ten sterkste aanbevolen.
Bereiding van Cyanokit
Elke injectieflacon moet met behulp van de meegeleverde steriele overloopnaald
met 100 ml
oplosmiddel
worden gereconstitueerd.
Natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie
is
het aanbevolen oplosmiddel. Alleen wanneer geen natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor
injectie beschikbaar is, mag ook Ringerlactaat of glucose 50 mg/ml (5%) oplossing voor injectie
worden gebruikt.
50
De injectieflacon met Cyanokit moet gedurende minimaal 30 seconden worden gezwenkt of
omgekeerd om de oplossing te mengen. De flacon mag niet geschud worden, omdat schudden schuim
in de injectieflacon kan veroorzaken, waardoor het controleren van de reconstitutie minder makkelijk
is. Omdat de gereconstitueerde oplossing een donkerrode oplossing is, kunnen sommige niet-
oplosbare deeltjes eventueel niet worden gezien. Daarom moet de in de kit meegeleverde intraveneuze
infusieset worden gebruikt aangezien deze een geschikte filter bevat en met de gereconstitueerde
oplossing moet worden gevuld. Herhaal deze procedure zonodig met de tweede injectieflacon.
Dosering
Aanvangsdosis
Volwassenen:
De aanvangsdosis van Cyanokit is 5 g (2 x 100 ml).
Pediatrische patiënten:
Bij zuigelingen, kinderen en adolescenten (0 tot 18 jaar oud) is de
aanvangsdosis van Cyanokit 70 mg/kg lichaamsgewicht, waarbij deze niet hoger mag zijn dan 5 g.
Lichaamsgewicht
in kg
Aanvangsdosis
in g
in ml
5
0,35
14
10
0,70
28
20
1,40
56
30
2,10
84
40
2,80
112
50
3,50
140
60
4,20
168
Vervolgdosis
Afhankelijk van de ernst van de vergiftiging en de klinische respons kan een tweede dosis worden
toegediend.
Volwassenen:
De vervolgdosis van Cyanokit is 5 g (2 x 100 ml).
Pediatrische patiënten:
Bij zuigelingen, kinderen en adolescenten (0 tot 18 jaar oud) is de
vervolgdosis van Cyanokit 70 mg/kg lichaamsgewicht, waarbij deze niet hoger mag zijn dan 5 g.
Maximale dosis
Volwassenen:
De maximale aanbevolen totale dosis is 10 g.
Pediatrische patiënten:
Bij zuigelingen, kinderen en adolescenten (0 tot 18 jaar oud) is de maximale
aanbevolen totale dosis 140 mg/kg, waarbij deze niet hoger mag zijn dan 10 g.
Nier- en leverfunctiestoornissen
Een aanpassing van de dosis is bij deze patiënten niet nodig.
Wijze van toediening
De aanvangsdosis van Cyanokit wordt toegediend als intraveneuze infusie gedurende 15 minuten.
De snelheid van de intraveneuze infusie van de tweede dosis varieert van 15 minuten (bij uiterst
instabiele patiënten) tot 2 uur en wordt bepaald op basis van de conditie van de patiënt.
Gelijktijdige toediening van Cyanokit en andere producten
Cyanokit mag niet gemengd worden met andere verdunningsmiddelen dan natriumchloride 9 mg/ml
(0,9%) oplossing voor injectie of Ringerlactaat of glucose 50 mg/ml (5%) oplossing voor injectie.
Omdat fysische en chemische onverenigbaarheden zijn waargenomen met een aantal geselecteerde
geneesmiddelen die vaak bij pogingen tot reanimeren worden gebruikt, mogen deze en andere
51
geneesmiddelen niet gelijktijdig in dezelfde intraveneuze lijn als hydroxocobalamine worden
toegediend.
Indien bloedproducten (volbloed, erytrocytenconcentraat, trombocytenconcentraat en vers bevroren
plasma) en hydroxocobalamine gelijktijdig worden toegediend, dan wordt het gebruik van aparte
intraveneuze lijnen (bij voorkeur op contralaterale ledematen) aanbevolen.
Gebruik in combinatie met andere antidota voor cyanide:
Chemische onverenigbaarheid werd
waargenomen bij natriumthiosulfaat en natriumnitriet. Als wordt besloten om tegelijk met Cyanokit
ook een ander antidotum voor cyanide toe te dienen, dan mogen deze geneesmiddelen niet gelijktijdig
in dezelfde intraveneuze lijn worden toegediend.
Stabiliteit van de gereconstitueerde oplossing tijdens gebruik
De chemische en fysische stabiliteit van de gereconstitueerde oplossing met natriumchloride 9 mg/ml
(0,9%) tijdens gebruik is bij een temperatuur tussen 2°C en 40°C gedurende 6 uur aangetoond.
Vanuit microbiologisch gezichtspunt moet het geneesmiddel onmiddellijk worden gebruikt. Indien het
niet onmiddellijk wordt gebruikt, is de gebruiker verantwoordelijk voor de bewaartijden tijdens het
gebruik en de bewaaromstandigheden voorafgaand aan het gebruik; de bewaartijd bij 2°C-8°C is
gewoonlijk niet langer dan 6 uur.
52
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Cyanokit 5 g poeder voor oplossing voor infusie
hydroxocobalamine
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Cyanokit en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag dit middel niet worden gebruikt of moet men er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe wordt dit middel gebruikt?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe wordt dit middel bewaard?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Cyanokit en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Cyanokit bevat de werkzame stof hydroxocobalamine.
Cyanokit is een tegengif (antidotum) voor de behandeling van bekende of vermoede
cyanidevergiftiging voor alle leeftijdscategorieën.
De toediening van Cyanokit moet gepaard gaan met passende decontaminatie- (ontsmettings-) en
ondersteunende maatregelen.
Cyanide is een zeer giftige chemische stof. Cyanidevergiftiging kan worden veroorzaakt door
blootstelling aan rook van brand in huis en industriële branden, door het inademen of doorslikken van
cyanide of door contact van de huid met cyanide.
2.
Wanneer mag dit middel niet worden gebruikt of moet men er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Vertel het uw arts of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg
als u allergisch bent voor hydroxocobalamine of vitamine B
12
. Hiermee moet rekening worden
gehouden voordat u met Cyanokit wordt behandeld.
als u met Cyanokit bent behandeld en u het volgende moet ondergaan:
- bloed- of urineonderzoek. Cyanokit kan de uitslagen van deze onderzoeken beïnvloeden.
- een beoordeling van brandwonden. Cyanokit kan de beoordeling beïnvloeden vanwege de
rode verkleuring van de huid.
- hemodialyse. Cyanokit kan ertoe leiden dat hemodialyseapparaten worden uitgeschakeld
zolang het niet uit het bloed is verwijderd (dit duurt ten minste 5,5 tot 6,5 dagen).
- controle van de nierfunctie: Cyanokit kan leiden tot nierfalen en kristallen in de urine.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Cyanokit nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat
de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg.
53
Gedetailleerde informatie voor uw arts of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg over
gelijktijdige toediening van Cyanokit met andere geneesmiddelen treft u aan het eind van deze
bijsluiter aan (zie “Instructies voor verwerking”).
Zwangerschap en borstvoeding
Dit geneesmiddel wordt in noodgevallen gebruikt. Het kan tijdens zwangerschap en bij borstvoeding
worden toegediend.
Licht uw arts zo snel mogelijk in als u zwanger was of denkt dat u eventueel zwanger was tijdens de
behandeling met Cyanokit.
Uw arts zal u aanraden om na behandeling met Cyanokit te stoppen met het geven van borstvoeding.
3.
Hoe wordt dit middel gebruikt?
Uw arts of andere beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg zal Cyanokit via een infusie in een ader
aan u toedienen. U heeft misschien één of twee infusies nodig.
De eerste infusie met Cyanokit wordt gedurende 15 minuten toegediend. Voor volwassenen is de
initiële dosis 5 g. Voor kinderen is dat 70 mg/kg lichaamsgewicht, met een maximumdosis van 5 g.
Als u een tweede infusie nodig heeft, dan duurt deze 15 minuten tot 2 uur. Dit is afhankelijk van de
ernst van de vergiftiging. De aanbevolen maximale totale dosis is 10 g voor volwassenen en
140 mg/kg voor kinderen, met een maximum van 10 g.
Gedetailleerde instructies voor uw arts of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg over het
bereiden van de infusie met Cyanokit en over het bepalen van de dosis treft u aan het eind van deze
bijsluiter aan (zie “Instructies voor verwerking”).
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken. De volgende bijwerkingen kunnen worden verwacht (frequentie kan met de
beschikbare gegevens niet worden bepaald):
Allergie (overgevoeligheid)
Licht uw arts
onmiddellijk
in als u tijdens of na deze behandeling last krijgt van de volgende
symptomen:
zwelling rondom de ogen, lippen, tong, keel of handen
ademhalingsproblemen, heesheid, spraakproblemen
roodheid van de huid, netelroos (urticaria) of jeuk.
Dergelijke bijwerkingen kunnen ernstig zijn en hebben onmiddellijk aandacht nodig.
Problemen met hart en bloeddruk
symptomen zoals hoofdpijn of duizeligheid, aangezien deze een gevolg kunnen zijn van een
stijging van de bloeddruk. Deze stijging van de bloeddruk treedt met name op aan het eind van
deze behandeling en neemt gewoonlijk binnen enkele uren weer af
onregelmatige hartslag
roodheid in het gezicht (blozen).
Een daling van de bloeddruk en een snellere hartslag zijn ook waargenomen bij patiënten met
cyanidevergiftiging.
54
Problemen met de ademhaling en borstkas
vocht in de borstkas (pleura-effusie)
ademhalingsproblemen
een beklemd gevoel op de keel
een droge keel
druk op de borst.
Problemen met de nieren en urinewegen
nier
aandoeningen
, zoals acute nierfunctiestoornis en kristallen in de urine
rode verkleuring van de urine.
Bij alle patiënten doet zich gedurende de eerste drie dagen na toediening een duidelijk waarneembare
donkerrode verkleuring van de urine voor. De urineverkleuring kan maximaal 35 dagen na toediening
van Cyanokit aanhouden. Deze rode verkleuring heeft verder geen gevolgen voor uw lichaam.
Maag-darmproblemen (problemen met de spijsvertering)
buikklachten
verstoring van de spijsvertering (indigestie)
diarree
misselijkheid
braken
slikproblemen.
Oogproblemen
zwelling, irritatie, roodheid.
Huidreacties
de meeste patiënten ervaren een omkeerbare rode verkleuring van de huid en slijmvliezen, die
maximaal 15 dagen na toediening van Cyanokit kan aanhouden.
blaarachtige wondjes van de huid (pustuleuze huiduitslag). Deze kunnen verscheidene weken
aanhouden en komen voornamelijk voor in het gezicht en de hals.
ontsteking van dat deel van het lichaam waar het infuus heeft gezeten.
Andere bijwerkingen
rusteloosheid
geheugenproblemen
duizeligheid
hoofdpijn
zwelling van de enkels
veranderingen in de uitslagen van bloedonderzoeken voor bepaalde witte bloedcellen
(lymfocyten)
gekleurd plasma, wat een kunstmatige stijging of daling van bepaalde laboratoriumwaarden kan
veroorzaken.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
55
5.
Hoe wordt dit middel bewaard?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de
injectieflacon, de kartonnen doos en de doos na EXP.
Bewaren beneden 25°C.
Ten behoeve van ambulant gebruik mag Cyanokit gedurende korte tijd worden blootgesteld aan de
temperatuurschommelingen van
normaal transport (15 dagen blootstelling aan temperaturen variërend van 5°C tot 40°C)
transport in de woestijn (4 dagen blootstelling aan temperaturen variërend van 5°C tot 60°C) en
cycli van bevriezen/ontdooien (15 dagen blootstelling aan temperaturen die variëren van -20°C
tot 40°C).
Voor de bewaarcondities van het opgeloste geneesmiddel, zie “Instructies voor verwerking” aan het
eind van deze bijsluiter.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is hydroxocobalamine. De injectieflacon bevat 5 g
hydroxocobalamine. Na reconstitutie met 200 ml oplosmiddel bevat elke ml van de
gereconstitueerde oplossing 25 mg hydroxocobalamine.
De andere stof in dit middel is zoutzuur (voor aanpassing van de pH).
Hoe ziet Cyanokit eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Cyanokit poeder voor oplossing voor infusie is een donkerrood kristallijn poeder, dat wordt geleverd
in een glazen injectieflacon met een broombutylrubberen stop en een aluminium dop met een plastic
kapje.
Elke verpakking bevat één injectieflacon verpakt in een kartonnen doos, één steriele overloopnaald,
één steriele intraveneuze infusie-set en één steriele korte katheter voor toediening aan kinderen.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
SERB S.A.
Avenue Louise 480
1050 Brussels
België
Fabrikant
Merck Santé s.a.s. / SEMOY
2, rue du Pressoir Vert
45400 Semoy
Frankrijk
56
Of
SERB S.A.
Avenue Louise 480
1050 Brussels
België
Of
SERB
40 Avenue George V
75008 Paris
Frankrijk
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in MM/JJJJ.
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de
gezondheidszorg:
Instructies voor verwerking
De maatregelen bij cyanidevergiftiging moeten onder meer bestaan uit het onmiddellijk
vrijmaken en vrijhouden van de luchtwegen, adequate oxygenatie en hydratatie,
cardiovasculaire ondersteuning en behandeling van toevallen. Afhankelijk van de
blootstellingsweg moeten decontaminatiemaatregelen worden overwogen.
Cyanokit is geen vervanging voor zuurstoftherapie en mag het instellen van bovengenoemde
maatregelen niet vertragen.
Vaak zijn het optreden en de omvang van cyanidevergiftiging aanvankelijk niet bekend. Er is
geen algemeen verkrijgbare, snelle, bevestigende bloedtest voor cyanide. Echter, als een bepaling
van de cyanidewaarde in het bloed is gepland, wordt geadviseerd om het bloedmonster voor het
begin van de behandeling met Cyanokit af te nemen. Beslissingen omtrent de behandeling
moeten worden genomen op basis van de klinische voorgeschiedenis en/of de tekenen en
symptomen van cyanidevergiftiging. Bij klinische verdenking op cyanidevergiftiging wordt
onmiddellijke toediening van Cyanokit ten sterkste aanbevolen.
Bereiding van Cyanokit
De injectieflacon moet met behulp van de meegeleverde steriele overloopnaald
met 200 ml
oplosmiddel
worden gereconstitueerd.
Natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie
is
het aanbevolen oplosmiddel. Alleen wanneer geen natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor
injectie beschikbaar is, mag ook Ringerlactaat of glucose 50 mg/ml (5%) oplossing voor injectie
worden gebruikt.
De injectieflacon met Cyanokit moet gedurende minimaal 1 minuut worden gezwenkt of omgekeerd
om de oplossing te mengen. De flacon mag niet geschud worden, omdat schudden schuim in de
injectieflacon kan veroorzaken, waardoor het controleren van de reconstitutie minder makkelijk is.
Omdat de gereconstitueerde oplossing een donkerrode oplossing is, kunnen sommige niet-oplosbare
deeltjes eventueel niet worden gezien. Daarom moet de in de kit meegeleverde intraveneuze infusieset
57
worden gebruikt aangezien deze een geschikte filter bevat en met de gereconstitueerde oplossing moet
worden gevuld.
Dosering
Aanvangsdosis
Volwassenen:
De aanvangsdosis van Cyanokit is 5 g (200 ml, volledig volume van gereconstitueerde
oplossing).
Pediatrische patiënten:
Bij zuigelingen, kinderen en adolescenten (0 tot 18 jaar oud) is de
aanvangsdosis van Cyanokit 70 mg/kg lichaamsgewicht, waarbij deze niet hoger mag zijn dan 5 g.
Lichaamsgewicht
in kg
Aanvangsdosis
in g
in ml
5
0,35
14
10
0,70
28
20
1,40
56
30
2,10
84
40
2,80
112
50
3,50
140
60
4,20
168
Vervolgdosis
Afhankelijk van de ernst van de vergiftiging en de klinische respons kan een tweede dosis worden
toegediend.
Volwassenen:
De vervolgdosis van Cyanokit is 5 g (200 ml, volledig volume van gereconstitueerde
oplossing).
Pediatrische patiënten:
Bij zuigelingen, kinderen en adolescenten (0 tot 18 jaar oud) is de
vervolgdosis van Cyanokit 70 mg/kg lichaamsgewicht, waarbij deze niet hoger mag zijn dan 5 g.
Maximale dosis
Volwassenen:
De maximale aanbevolen totale dosis is 10 g.
Pediatrische patiënten:
Bij zuigelingen, kinderen en adolescenten (0 tot 18 jaar oud) is de maximale
aanbevolen totale dosis 140 mg/kg, waarbij deze niet hoger mag zijn dan 10 g.
Nier- en leverfunctiestoornissen
Een aanpassing van de dosis is bij deze patiënten niet nodig.
Wijze van toediening
De aanvangsdosis van Cyanokit wordt toegediend als intraveneuze infusie gedurende 15 minuten.
De snelheid van de intraveneuze infusie van de tweede dosis varieert van 15 minuten (bij uiterst
instabiele patiënten) tot 2 uur en wordt bepaald op basis van de conditie van de patiënt.
Gelijktijdige toediening van Cyanokit en andere producten
Cyanokit mag niet gemengd worden met andere verdunningsmiddelen dan natriumchloride 9 mg/ml
(0,9%) oplossing voor injectie of Ringerlactaat of glucose 50 mg/ml (5%) oplossing voor injectie.
Omdat fysische en chemische onverenigbaarheden zijn waargenomen met een aantal geselecteerde
geneesmiddelen die vaak bij pogingen tot reanimeren worden gebruikt, mogen deze en andere
geneesmiddelen niet gelijktijdig in dezelfde intraveneuze lijn als hydroxocobalamine worden
toegediend.
58
Indien bloedproducten (volbloed, erytrocytenconcentraat, trombocytenconcentraat en vers bevroren
plasma) en hydroxocobalamine gelijktijdig worden toegediend, dan wordt het gebruik van aparte
intraveneuze lijnen (bij voorkeur op contralaterale ledematen) aanbevolen.
Gebruik in combinatie met andere antidota voor cyanide:
Chemische onverenigbaarheid werd
waargenomen bij natriumthiosulfaat en natriumnitriet. Als wordt besloten om tegelijk met Cyanokit
ook een ander antidotum voor cyanide toe te dienen, dan mogen deze geneesmiddelen niet gelijktijdig
in dezelfde intraveneuze lijn worden toegediend.
Stabiliteit van de gereconstitueerde oplossing tijdens gebruik
De chemische en fysische stabiliteit van de gereconstitueerde oplossing met natriumchloride 9 mg/ml
(0,9%) tijdens gebruik is bij een temperatuur tussen 2°C en 40°C gedurende 6 uur aangetoond.
Vanuit microbiologisch gezichtspunt moet het geneesmiddel onmiddellijk worden gebruikt. Indien het
niet onmiddellijk wordt gebruikt, is de gebruiker verantwoordelijk voor de bewaartijden tijdens het
gebruik en de bewaaromstandigheden voorafgaand aan het gebruik; de bewaartijd bij 2°C-8°C is
gewoonlijk niet langer dan 6 uur.
59

BIJLAGE I

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Cyanokit 2,5 g poeder voor oplossing voor infusie

2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke injectieflacon bevat 2,5 g hydroxocobalamine.
Na reconstitutie met 100 ml oplosmiddel bevat elke ml van de gereconstitueerde oplossing 25 mg
hydroxocobalamine.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

3.
FARMACEUTISCHE VORM
Poeder voor oplossing voor infusie.
Donkerrood kristallijn poeder.

4.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties

Behandeling van bekende of vermoede cyanidevergiftiging voor alle leeftijdscategorieën.
De toediening van Cyanokit moet gepaard gaan met passende decontaminatie- en ondersteunende
maatregelen (zie rubriek 4.4).
4.2 Dosering en wijze van toediening

Dosering
Aanvangsdosis
Volwassenen
: De aanvangsdosis van Cyanokit is 5 g (2 x 100 ml).
Pediatrische patiënten: Bij zuigelingen, kinderen en adolescenten (0 tot 18 jaar oud) is de
aanvangsdosis van Cyanokit 70 mg/kg lichaamsgewicht, waarbij deze niet hoger mag zijn dan 5 g.
Lichaamsgewicht



in kg
5
10
20
30
40
50
60
Aanvangsdosis



in g
0,35
0,70
1,40
2,10
2,80
3,50
4,20
in ml
14
28
56
84
112
140
168
Vervolgdosis
Afhankelijk van de ernst van de vergiftiging en de klinische respons (zie rubriek 4.4) kan een tweede
dosis worden toegediend.
Volwassenen: De vervolgdosis van Cyanokit is 5 g (2 x 100 ml).
Pediatrische patiënten: Bij zuigelingen, kinderen en adolescenten (0 tot 18 jaar oud) is de
vervolgdosis van Cyanokit 70 mg/kg lichaamsgewicht, waarbij deze niet hoger mag zijn dan 5 g.
blootstelling aan rook van brand in een besloten ruimte
roet rondom mond, neus en/of orofarynx
een veranderde mentale toestand
In deze situatie wijzen hypotensie en/of een plasmalactaatconcentratie van 10 mmol/l (hoger dan de
concentratie die onder tekenen en symptomen werd genoemd als gevolg van het feit dat
koolstofmonoxide bijdraagt aan lactaatacidose) in sterke mate op een cyanidevergiftiging. Als
bovenstaande tekenen zich voordoen, mag behandeling met Cyanokit niet worden uitgesteld om een
plasmalactaatconcentratie vast te stellen.
Overgevoeligheidsreacties
Met bekende overgevoeligheid voor hydroxocobalamine of vitamine B12 moet voorafgaand aan
toediening van Cyanokit rekening worden gehouden bij de afweging van de voordelen en de risico's,
omdat bij patiënten die hydroxocobalamine ontvangen overgevoeligheidsreacties kunnen optreden (zie
rubriek 4.8).
Nieraandoeningen
Oxalaatkristallen zijn waargenomen in de urine van gezonde vrijwilligers die hydroxocobalamine
toegediend kregen. Gevallen van acuut nierfalen met acute tubulaire necrose, nierfunctiestoornis en
aanwezigheid van calciumoxalaatkristallen in de urine zijn gemeld bij patiënten die werden behandeld
met hydroxocobalamine na bekende of vermoede cyanidevergiftiging. In sommige situaties was
hemodialyse noodzakelijk om herstel te bereiken (zie rubriek 4.8).
Daarom moet na toediening van Cyanokit, als voorzorgsmaatregel, de nierfunctie (met inbegrip van
blood urea nitrogen en serumcreatinine) regelmatig worden gecontroleerd tot 7 dagen nadat met het
geneesmiddel is gestart.
Verhoging van de bloeddruk
Bij patiënten die hydroxocobalamine ontvangen, kan een over het algemeen asymptomatische stijging
van de bloeddruk van voorbijgaande aard optreden. De maximale stijging van de bloeddruk werd
tegen het einde van de infusie waargenomen (zie rubriek 4.8).
Effecten op de bloedtest voor cyanide
Hydroxocobalamine verlaagt de cyanideconcentraties in het bloed. Hoewel het vaststellen van de
cyanideconcentratie in het bloed niet noodzakelijk is en dit de behandeling met hydroxocobalamine
niet mag vertragen, kan het nuttig zijn voor het documenteren van cyanidevergiftiging. Als een
bepaling van de cyanidewaarde in het bloed is gepland, wordt geadviseerd om het bloedmonster voor
het begin van de behandeling met Cyanokit af te nemen.
Laboratorium-
Geen beïnvloeding
Kunstmatig
Kunstmatig
Onvoorspelbaar***
Duur van de
parameter
waargenomen
verhoogd*
verlaagd*
beïnvloeding na
een dosis van
5 g
Klinische
Calcium
Creatinine
Alanineamino-
Fosfaat
24 uur met
chemie
Natrium
Totaal en
transferase (ALAT) Urinezuur
uitzondering van
Kalium
geconjugeerd
Amylase
Aspartaatamino-
bilirubine
Chloride
bilirubine**
transferase (ASAT)
(maximaal
Ureum
Triglyceriden
Creatinekinase (CK)
4 dagen)
Gammaglutamyltrans- Cholesterol
Creatinekinase iso-
ferase (GGT)
Totaal eiwit
enzym MB (CKMB)
Glucose
Lactaatdehydrogenase
Albumine
(LDH)
Alkalische
fosfatase
Hematologie
Erytrocyten
Hemoglobine

12-16 uur
Hematocriet
(Hb)
Gemiddeld
Gemiddeld
corpusculair volume
corpusculair
(MCV)
hemoglobine
Leukocyten
(MCH)
Lymfocyten
Gemiddelde
Monocyten
corpusculaire
Eosinofielen
hemoglobine-
Neutrofielen
concentratie
Trombocyten
(MCHC)
Coagulatie

Geactiveerde partiële 24 uur
tromboplastinetijd
(aPTT)
Protrombinetijd (PT)
Quick- of INR-waarde
* 10% beïnvloeding waargenomen bij ten minste één analysator
** Kunstmatig verlaagd met gebruik van de diazo-methode
*** Inconsistente uitslagen
Gebruikte analysatoren: ACL Futura (Instrumentation Laboratory), Axsym/Architect (Abbott), BM
Coasys110 (Boehringer Mannheim), CellDyn 3700 (Abbott), Clinitek 500 (Bayer), Cobas Integra 700,
400 (Roche), Gen-S Coultronics, Hitachi 917, STA Compact, Vitros 950 (Ortho Diagnostics)
het feit dat er niet meer dan twee injecties met hydroxocobalamine worden toegediend,
-
de potentieel levensbedreigende toestand,
-
het ontbreken van alternatieve behandeling,
kan hydroxocobalamine aan een zwangere vrouw worden gegeven.
In het geval van een zwangerschap die bekend is op het moment van de behandeling met Cyanokit of
van een zwangerschap die bekend wordt na de behandeling met Cyanokit, worden beroepsbeoefenaren
in de gezondheidszorg verzocht om de blootstelling tijdens de zwangerschap direct te melden aan de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen en/of de gezondheidsinstanties en om de
zwangerschap en de afloop daarvan nauwgezet te volgen.
Borstvoeding
Omdat hydroxocobalamine in potentieel levensbedreigende situaties wordt toegediend, is borstvoeding
geen contra-indicatie voor het gebruik. In afwezigheid van gegevens over baby's die borstvoeding
krijgen, wordt aangeraden om te stoppen met het geven van borstvoeding nadat Cyanokit is
toegediend.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen onderzoeken uitgevoerd met betrekking tot de vruchtbaarheid (zie rubriek 5.3).
4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen

Niet van toepassing.
Acuut nierfalen met acute tubulaire necrose, nierfunctiestoornis, aanwezigheid van
calciumoxalaatkristallen in de urine (zie rubriek 4.4).
Chromaturie: bij alle patiënten doet zich gedurende de eerste drie dagen na toediening een
duidelijk waarneembare donkerrode verkleuring van de urine voor. De urineverkleuring kan
maximaal 35 dagen na toediening van Cyanokit aanhouden (zie rubriek 4.4).
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Hoofdpijn; reactie op de injectieplaats; perifeer oedeem.
Onderzoeken
Cyanokit kan een rode verkleuring van het plasma veroorzaken, wat tot een kunstmatige stijging of
daling van de waarden van bepaalde laboratoriumparameters kan leiden (zie rubriek 4.4).
Pediatrische patiënten

Beperkte gegevens over kinderen (0 tot 18 jaar oud) die werden behandeld met hydroxocobalamine
laten geen verschillen zien in het veiligheidsprofiel van hydroxocobalamine tussen volwassenen en
kinderen.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9 Overdosering

Er zijn doses tot 15 g toegediend zonder dat specifieke dosisgerelateerde bijwerkingen werden gemeld.
In geval van overdosering is symptomatische behandeling aangewezen. Hemodialyse kan onder die
omstandigheden effectief zijn, maar is alleen geïndiceerd indien er sprake is van een significante
hydroxocobalamine-gerelateerde toxiciteit. Door zijn dieprode kleur kan hydroxocobalamine echter de
werking van hemodialyseapparaten verstoren (zie rubriek 4.4).

5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen

Farmacotherapeutische categorie: Antidota, ATC-code: V03AB33
Werkingsmechanisme
De werking van hydroxocobalamine bij de behandeling van cyanidevergiftiging is gebaseerd op het
vermogen van hydroxocobalamine om een stabiele binding aan te gaan met cyanide-ionen. Elke
Farmacologie bij dieren
De werkzaamheid van hydroxocobalamine werd in een gecontroleerd onderzoek bij met cyanide
vergiftigde volwassen honden onderzocht. De honden werden vergiftigd door intraveneuze toediening
van een dodelijke dosis kaliumcyanide. Vervolgens ontvingen de honden natriumchloride 9 mg/ml,
75 mg/kg of 150 mg/kg hydroxocobalamine als intraveneuze infusie gedurende 7,5 minuten. De doses
van 75 mg/kg en 150 mg/kg zijn ongeveer equivalent aan respectievelijk 5 g en 10 g
hydroxocobalamine bij de mens, niet alleen op basis van lichaamsgewicht, maar ook op basis van de
Cmax van hydroxocobalamine [totaal cobalaminen-(III), zie rubriek 5.2].
Het overlevingspercentage na 4 uur en na 14 dagen was significant hoger bij de groepen behandeld
met een dosis van 75 mg/kg en 150 mg/kg hydroxocobalamine in vergelijking met de honden die
alleen natriumchloride 9 mg/ml kregen toegediend:
Overlevingspercentage van met cyanide vergiftigde honden

Behandeling
Natriumchloride
Hydroxocobalamine
9 mg/ml
75 mg/kg
150 mg/kg
Parameter
(N=17)
(N=19)
(N=18)
Overleving na 4 uur, N (%)
7 (41)
18 (95)*
18 (100)*
Overleving na 14 dagen, N (%)
3 (18)
15 (79)*
18 (100)*
* p< 0,025
Bij de histopathologie bleek dat er hersenlaesies voorkwamen die consistent waren met een door
cyanide geïnduceerde hypoxie. De incidentie van hersenlaesies was aanzienlijk lager bij honden die
een dosis van 150 mg/kg hydroxocobalamine kregen toegediend dan bij honden die een dosis van
75 mg/kg hydroxocobalamine of natriumchloride 9 mg/ml kregen toegediend.
Het snelle en volledige herstel van de hemodynamica en vervolgens van bloedgassen, pH en lactaat na
cyanidevergiftiging droeg waarschijnlijk bij aan het betere resultaat bij de met hydroxocobalamine
behandelde dieren. Hydroxocobalamine verlaagde tot het einde van de infusie de totale
cyanideconcentraties in het bloed van ongeveer 120 nmol/ml tot 30-40 nmol/ml in vergelijking met
70 nmol/ml bij honden die alleen natriumchloride 9 mg/ml kregen toegediend.

Met cyanide vergiftigde patiënten
In totaal namen 245 patiënten met een vermoede of bekende cyanidevergiftiging deel aan het klinisch
onderzoek naar de werkzaamheid van hydroxocobalamine als antidotum. Van de 213 patiënten bij wie
de uitkomst bekend was, was het overlevingspercentage 58%. Bij 63 van de 89 patiënten die
overleden, werd in eerste instantie een hartstilstand vastgesteld, wat erop duidt dat veel van deze
patiënten bijna zeker onherstelbaar hersenletsel hadden opgelopen vóór toediening van
hydroxocobalamine. Van de 144 patiënten bij wie niet in eerste instantie een hartstilstand werd
vastgesteld en van wie het resultaat bekend was, overleefden 118 patiënten (82%). Verder bleven 21
(62%) van de 34 patiënten van wie bekend was dat de cyanideconcentratie boven de letale drempel lag
( 100 µmol/l) na behandeling met hydroxocobalamine in leven.
Bij 17 van de 21 patiënten (81%) die na blootstelling aan cyanide een lage bloeddruk (systolische
bloeddruk > 0 en 90 mmHg) hadden, ging toediening van hydroxocobalamine gewoonlijk gepaard
Ouderen
In klinisch onderzoek werd aan ongeveer 50 patiënten in de leeftijd van 65 jaar of ouder met bekende
of vermoede cyanidevergiftiging waren hydroxocobalamine toegediend. Over het algemeen was de
werkzaamheid van hydroxocobalamine bij deze patiënten gelijk aan die bij jongere patiënten.

Pediatrische patiënten
Documentatie over de werkzaamheid is beschikbaar voor 54 pediatrische patiënten. De gemiddelde
leeftijd van de pediatrische patiënten was ongeveer zes jaar en de gemiddelde dosis
hydroxocobalamine was ongeveer 120 mg/kg lichaamsgewicht. Het overlevingspercentage van 41%
was in grote mate afhankelijk van de klinische situatie. Van de 20 pediatrische patiënten bij wie niet in
eerste instantie een hartstilstand werd geconstateerd, overleefden er 18 (90%), van wie 4 met sequelen.
Over het algemeen was de werkzaamheid van hydroxocobalamine bij pediatrische patiënten
vergelijkbaar met die bij volwassenen.
5.2 Farmacokinetische eigenschappen

Na intraveneuze toediening van Cyanokit trad een significante binding aan plasmaproteïnen en aan
fysiologische verbindingen met een laag moleculair gewicht op, voor het vormen van verschillende
cobalamine-(III) complexen door vervanging van de hydroxoligand. De gevormde cobalaminen-(III)
met een laag moleculair gewicht waaronder hydroxocobalamine worden vrije cobalaminen-(III)
genoemd; de som van vrije en aan proteïne gebonden cobalaminen worden totaal cobalaminen-(III)
genoemd. Om de blootstelling aan de som van alle derivaten uit te kunnen drukken, werd de
farmacokinetiek van cobalaminen-(III) onderzocht in plaats van die van hydroxocobalamine, waarvoor
de concentratie-eenheid µg eq/ml noodzakelijk was (dat wil zeggen cobalamine-(III)-eenheid zonder
specifieke ligand).
Na intraveneuze toediening van een enkele dosis van 2,5 tot 10 g Cyanokit aan gezonde vrijwilligers
werd een dosisproportionele farmacokinetiek waargenomen. Als gemiddelde Cmax-waarden voor vrije
en totaal cobalaminen-(III) werden respectievelijk 113 en 579 µg eq/ml vastgesteld na een dosis van
5 g Cyanokit (de aanbevolen aanvangsdosis). Op dezelfde wijze werden de gemiddelde Cmax-waarden
voor vrije en totaal cobalaminen-(III) na een dosis van 10 g Cyanokit met respectievelijk 197 en
995 µg eq/ml vastgesteld. De overwegende gemiddelde halfwaardetijd van vrije en totaal
cobalaminen-(III) was ongeveer 26 tot 31 uur bij een dosisniveau van 5 en 10 g.
De gemiddelde totale hoeveelheid cobalaminen-(III) die tijdens de verzamelperiode van 72 uur in de
urine werd uitgescheiden, was ongeveer 60% bij een dosis van 5 g en ongeveer 50% bij een dosis van
10 g Cyanokit. Algemeen werd de totale uitscheiding via de urine berekend op ten minste 60 tot 70%
van de toegediende dosis. De uitscheiding in de urine vond grotendeels tijdens de eerste 24 uur plaats,
maar roodgekleurde urine werd gedurende maximaal 35 dagen na intraveneuze infusie waargenomen.
Na correctie voor lichaamsgewicht werden bij mannen en vrouwen geen belangrijke verschillen in de
farmacokinetische parameters van plasma en urine waargenomen voor vrije en totaal cobalaminen-
(III) na toediening van 5 g of 10 g Cyanokit.
Bij patiënten met cyanidevergiftiging wordt verwacht dat hydroxocobalamine aan cyanide bindt om
cyanocobalamine te vormen, dat in de urine wordt uitgescheiden. In deze populatie kan de
farmacokinetiek van totaal cobalaminen-(III) worden beïnvloed door de hoeveelheid cyanide in het
lichaam, omdat bij gezonde vrijwilligers is gemeld dat cyanocobalamine een twee- tot driemaal lagere
halfwaardetijd heeft dan totaal cobalaminen-(III).
FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen

Zoutzuur (voor het stellen van de pH)
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid

Dit geneesmiddel mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen dan die welke vermeld zijn
in rubriek 6.6.
Fysische onverenigbaarheid (deeltjesvorming) werd waargenomen bij het mengen van
gereconstitueerde hydroxocobalamineoplossing met de volgende geneesmiddelen: diazepam,
dobutamine, dopamine, fentanyl, nitroglycerine, pentobarbital, fenytoïnenatrium, propofol en
thiopental.
Chemische onverenigbaarheid werd waargenomen bij een mengsel van gereconstitueerde
hydroxocobalamineoplossing en de volgende geneesmiddelen: epinefrine, lidocaïne-hydrochloride,
adenosine, atropine, midazolam, ketamine, succinylcholinechloride, amiodaron-hydrochloride,
natriumbicarbonaat, natriumthiosulfaat en natriumnitriet, en is gemeld voor ascorbinezuur..
Als gevolg hiervan mogen deze en andere geneesmiddelen niet gelijktijdig via dezelfde intraveneuze
lijn als hydroxocobalamine worden toegediend.
Gelijktijdige toediening van hydroxocobalamine en bloedproducten (volbloed, erytrocytenconcentraat,
trombocytenconcentraat en vers bevroren plasma) via dezelfde intraveneuze lijn wordt niet
aanbevolen.
6.3 Houdbaarheid

3 jaar.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
SERB S.A.
Avenue Louise 480
1050 Brussels
België

NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/420/001

9.
DATUM EERSTE VERGUNNINGVERLENING/VERLENGING VAN DE
VERGUNNING

Datum van eerste verlening van de vergunning: 23 november 2007
Datum van laatste verlenging: 20 juli 2012

10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST

MM/JJJJ

Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Cyanokit 5 g poeder voor oplossing voor infusie

2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
De injectieflacon bevat 5 g hydroxocobalamine.
Na reconstitutie met 200 ml oplosmiddel bevat elke ml van de gereconstitueerde oplossing 25 mg
hydroxocobalamine.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

3.
FARMACEUTISCHE VORM
Poeder voor oplossing voor infusie.
Donkerrood kristallijn poeder.

4.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties

Behandeling van bekende of vermoede cyanidevergiftiging voor alle leeftijdscategorieën.
De toediening van Cyanokit moet gepaard gaan met passende decontaminatie- en ondersteunende
maatregelen (zie rubriek 4.4).
4.2 Dosering en wijze van toediening

Dosering
Aanvangsdosis
Volwassenen
: De aanvangsdosis van Cyanokit is 5 g (200 ml, volledig volume van gereconstitueerde
oplossing).
Pediatrische patiënten: Bij zuigelingen, kinderen en adolescenten (0 tot 18 jaar oud) is de
aanvangsdosis van Cyanokit 70 mg/kg lichaamsgewicht, waarbij deze niet hoger mag zijn dan 5 g.
Lichaamsgewicht



in kg
5
10
20
30
40
50
60
Aanvangsdosis



in g
0,35
0,70
1,40
2,10
2,80
3,50
4,20
in ml
14
28
56
84
112
140
168
Vervolgdosis
Afhankelijk van de ernst van de vergiftiging en de klinische respons (zie rubriek 4.4) kan een tweede
dosis worden toegediend.
Volwassenen: De vervolgdosis van Cyanokit is 5 g (200 ml, volledig volume van gereconstitueerde
oplossing).
Pediatrische patiënten: Bij zuigelingen, kinderen en adolescenten (0 tot 18 jaar oud) is de
vervolgdosis van Cyanokit 70 mg/kg lichaamsgewicht, waarbij deze niet hoger mag zijn dan 5 g.
blootstelling aan rook van brand in een besloten ruimte
roet rondom mond, neus en/of orofarynx
een veranderde mentale toestand
In deze situatie wijzen hypotensie en/of een plasmalactaatconcentratie van 10 mmol/l (hoger dan de
concentratie die onder tekenen en symptomen werd genoemd als gevolg van het feit dat
koolstofmonoxide bijdraagt aan lactaatacidose) in sterke mate op een cyanidevergiftiging. Als
bovenstaande tekenen zich voordoen, mag behandeling met Cyanokit niet worden uitgesteld om een
plasmalactaatconcentratie vast te stellen.
Overgevoeligheidsreacties
Met bekende overgevoeligheid voor hydroxocobalamine of vitamine B12 moet voorafgaand aan
toediening van Cyanokit rekening worden gehouden bij de afweging van de voordelen en de risico's,
omdat bij patiënten die hydroxocobalamine ontvangen overgevoeligheidsreacties kunnen optreden (zie
rubriek 4.8).
Nieraandoeningen
Oxalaatkristallen zijn waargenomen in de urine van gezonde vrijwilligers die hydroxocobalamine
toegediend kregen. Gevallen van acuut nierfalen met acute tubulaire necrose, nierfunctiestoornis en
aanwezigheid van calciumoxalaatkristallen in de urine zijn gemeld bij patiënten die werden behandeld
met hydroxocobalamine na bekende of vermoede cyanidevergiftiging. In sommige situaties was
hemodialyse noodzakelijk om herstel te bereiken (zie rubriek 4.8).
Daarom moet na toediening van Cyanokit, als voorzorgsmaatregel, de nierfunctie (met inbegrip van
blood urea nitrogen en serumcreatinine) regelmatig worden gecontroleerd tot 7 dagen nadat met het
geneesmiddel is gestart.
Verhoging van de bloeddruk
Bij patiënten die hydroxocobalamine ontvangen, kan een over het algemeen asymptomatische stijging
van de bloeddruk van voorbijgaande aard optreden. De maximale stijging van de bloeddruk werd
tegen het einde van de infusie waargenomen (zie rubriek 4.8).
Effecten op de bloedtest voor cyanide
Hydroxocobalamine verlaagt de cyanideconcentraties in het bloed. Hoewel het vaststellen van de
cyanideconcentratie in het bloed niet noodzakelijk is en dit de behandeling met hydroxocobalamine
niet mag vertragen, kan het nuttig zijn voor het documenteren van cyanidevergiftiging. Als een
bepaling van de cyanidewaarde in het bloed is gepland, wordt geadviseerd om het bloedmonster voor
het begin van de behandeling met Cyanokit af te nemen.
Laboratorium-
Geen beïnvloeding
Kunstmatig
Kunstmatig
Onvoorspelbaar***
Duur van de
parameter
waargenomen
verhoogd*
verlaagd*
beïnvloeding na
een dosis van
5 g
Klinische
Calcium
Creatinine
Alanineamino-
Fosfaat
24 uur met
chemie
Natrium
Totaal en
transferase (ALAT) Urinezuur
uitzondering van
Kalium
geconjugeerd
Amylase
Aspartaatamino-
bilirubine
Chloride
bilirubine**
transferase (ASAT)
(maximaal
Ureum
Triglyceriden
Creatinekinase (CK)
4 dagen)
Gammaglutamyltrans- Cholesterol
Creatinekinase iso-
ferase (GGT)
Totaal eiwit
enzym MB (CKMB)
Glucose
Lactaatdehydrogenase
Albumine
(LDH)
Alkalische
fosfatase
Hematologie
Erytrocyten
Hemoglobine

12-16 uur
Hematocriet
(Hb)
Gemiddeld
Gemiddeld
corpusculair volume
corpusculair
(MCV)
hemoglobine
Leukocyten
(MCH)
Lymfocyten
Gemiddelde
Monocyten
corpusculaire
Eosinofielen
hemoglobine-
Neutrofielen
concentratie
Trombocyten
(MCHC)
Coagulatie

Geactiveerde partiële 24 uur
tromboplastinetijd
(aPTT)
Protrombinetijd (PT)
Quick- of INR-waarde
* 10% beïnvloeding waargenomen bij ten minste één analysator
** Kunstmatig verlaagd met gebruik van de diazo-methode
*** Inconsistente uitslagen
Gebruikte analysatoren: ACL Futura (Instrumentation Laboratory), Axsym/Architect (Abbott), BM
Coasys110 (Boehringer Mannheim), CellDyn 3700 (Abbott), Clinitek 500 (Bayer), Cobas Integra 700,
400 (Roche), Gen-S Coultronics, Hitachi 917, STA Compact, Vitros 950 (Ortho Diagnostics)
het feit dat er niet meer dan twee injecties met hydroxocobalamine worden toegediend,
-
de potentieel levensbedreigende toestand,
-
het ontbreken van alternatieve behandeling,
kan hydroxocobalamine aan een zwangere vrouw worden gegeven.
In het geval van een zwangerschap die bekend is op het moment van de behandeling met Cyanokit of
van een zwangerschap die bekend wordt na de behandeling met Cyanokit, worden beroepsbeoefenaren
in de gezondheidszorg verzocht om de blootstelling tijdens de zwangerschap direct te melden aan de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen en/of de gezondheidsinstanties en om de
zwangerschap en de afloop daarvan nauwgezet te volgen.
Borstvoeding
Omdat hydroxocobalamine in potentieel levensbedreigende situaties wordt toegediend, is borstvoeding
geen contra-indicatie voor het gebruik. In afwezigheid van gegevens over baby's die borstvoeding
krijgen, wordt aangeraden om te stoppen met het geven van borstvoeding nadat Cyanokit is
toegediend.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen onderzoeken uitgevoerd met betrekking tot de vruchtbaarheid (zie rubriek 5.3).
4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen

Niet van toepassing.
Acuut nierfalen met acute tubulaire necrose, nierfunctiestoornis, aanwezigheid van
calciumoxalaatkristallen in de urine (zie rubriek 4.4).
Chromaturie: bij alle patiënten doet zich gedurende de eerste drie dagen na toediening een
duidelijk waarneembare donkerrode verkleuring van de urine voor. De urineverkleuring kan
maximaal 35 dagen na toediening van Cyanokit aanhouden (zie rubriek 4.4).
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Hoofdpijn; reactie op de injectieplaats; perifeer oedeem.
Onderzoeken
Cyanokit kan een rode verkleuring van het plasma veroorzaken, wat tot een kunstmatige stijging of
daling van de waarden van bepaalde laboratoriumparameters kan leiden (zie rubriek 4.4).
Pediatrische patiënten

Beperkte gegevens over kinderen (0 tot 18 jaar oud) die werden behandeld met hydroxocobalamine
laten geen verschillen zien in het veiligheidsprofiel van hydroxocobalamine tussen volwassenen en
kinderen.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9 Overdosering

Er zijn doses tot 15 g toegediend zonder dat specifieke dosisgerelateerde bijwerkingen werden gemeld.
In geval van overdosering is symptomatische behandeling aangewezen. Hemodialyse kan onder die
omstandigheden effectief zijn, maar is alleen geïndiceerd indien er sprake is van een significante
hydroxocobalamine-gerelateerde toxiciteit. Door zijn dieprode kleur kan hydroxocobalamine echter de
werking van hemodialyseapparaten verstoren (zie rubriek 4.4).

5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen

Farmacotherapeutische categorie: Antidota, ATC-code: V03AB33
Werkingsmechanisme
De werking van hydroxocobalamine bij de behandeling van cyanidevergiftiging is gebaseerd op het
vermogen van hydroxocobalamine om een stabiele binding aan te gaan met cyanide-ionen. Elke
Farmacologie bij dieren
De werkzaamheid van hydroxocobalamine werd in een gecontroleerd onderzoek bij met cyanide
vergiftigde volwassen honden onderzocht. De honden werden vergiftigd door intraveneuze toediening
van een dodelijke dosis kaliumcyanide. Vervolgens ontvingen de honden natriumchloride 9 mg/ml,
75 mg/kg of 150 mg/kg hydroxocobalamine als intraveneuze infusie gedurende 7,5 minuten. De doses
van 75 mg/kg en 150 mg/kg zijn ongeveer equivalent aan respectievelijk 5 g en 10 g
hydroxocobalamine bij de mens, niet alleen op basis van lichaamsgewicht, maar ook op basis van de
Cmax van hydroxocobalamine [totaal cobalaminen-(III), zie rubriek 5.2].
Het overlevingspercentage na 4 uur en na 14 dagen was significant hoger bij de groepen behandeld
met een dosis van 75 mg/kg en 150 mg/kg hydroxocobalamine in vergelijking met de honden die
alleen natriumchloride 9 mg/ml kregen toegediend:
Overlevingspercentage van met cyanide vergiftigde honden

Behandeling
Natriumchloride
Hydroxocobalamine
9 mg/ml
75 mg/kg
150 mg/kg
Parameter
(N=17)
(N=19)
(N=18)
Overleving na 4 uur, N (%)
7 (41)
18 (95)*
18 (100)*
Overleving na 14 dagen, N (%)
3 (18)
15 (79)*
18 (100)*
* p< 0,025
Bij de histopathologie bleek dat er hersenlaesies voorkwamen die consistent waren met een door
cyanide geïnduceerde hypoxie. De incidentie van hersenlaesies was aanzienlijk lager bij honden die
een dosis van 150 mg/kg hydroxocobalamine kregen toegediend dan bij honden die een dosis van
75 mg/kg hydroxocobalamine of natriumchloride 9 mg/ml kregen toegediend.
Het snelle en volledige herstel van de hemodynamica en vervolgens van bloedgassen, pH en lactaat na
cyanidevergiftiging droeg waarschijnlijk bij aan het betere resultaat bij de met hydroxocobalamine
behandelde dieren. Hydroxocobalamine verlaagde tot het einde van de infusie de totale
cyanideconcentraties in het bloed van ongeveer 120 nmol/ml tot 30-40 nmol/ml in vergelijking met
70 nmol/ml bij honden die alleen natriumchloride 9 mg/ml kregen toegediend.

Met cyanide vergiftigde patiënten
In totaal namen 245 patiënten met een vermoede of bekende cyanidevergiftiging deel aan het klinisch
onderzoek naar de werkzaamheid van hydroxocobalamine als antidotum. Van de 213 patiënten bij wie
de uitkomst bekend was, was het overlevingspercentage 58%. Bij 63 van de 89 patiënten die
overleden, werd in eerste instantie een hartstilstand vastgesteld, wat erop duidt dat veel van deze
patiënten bijna zeker onherstelbaar hersenletsel hadden opgelopen vóór toediening van
hydroxocobalamine. Van de 144 patiënten bij wie niet in eerste instantie een hartstilstand werd
vastgesteld en van wie het resultaat bekend was, overleefden 118 patiënten (82%). Verder bleven 21
(62%) van de 34 patiënten van wie bekend was dat de cyanideconcentratie boven de letale drempel lag
( 100 µmol/l) na behandeling met hydroxocobalamine in leven.
Bij 17 van de 21 patiënten (81%) die na blootstelling aan cyanide een lage bloeddruk (systolische
bloeddruk > 0 en 90 mmHg) hadden, ging toediening van hydroxocobalamine gewoonlijk gepaard
Ouderen
In klinisch onderzoek werd aan ongeveer 50 patiënten in de leeftijd van 65 jaar of ouder met bekende
of vermoede cyanidevergiftiging waren hydroxocobalamine toegediend. Over het algemeen was de
werkzaamheid van hydroxocobalamine bij deze patiënten gelijk aan die bij jongere patiënten.

Pediatrische patiënten
Documentatie over de werkzaamheid is beschikbaar voor 54 pediatrische patiënten. De gemiddelde
leeftijd van de pediatrische patiënten was ongeveer zes jaar en de gemiddelde dosis
hydroxocobalamine was ongeveer 120 mg/kg lichaamsgewicht. Het overlevingspercentage van 41%
was in grote mate afhankelijk van de klinische situatie. Van de 20 pediatrische patiënten bij wie niet in
eerste instantie een hartstilstand werd geconstateerd, overleefden er 18 (90%), van wie 4 met sequelen.
Over het algemeen was de werkzaamheid van hydroxocobalamine bij pediatrische patiënten
vergelijkbaar met die bij volwassenen.
5.2 Farmacokinetische eigenschappen

Na intraveneuze toediening van Cyanokit trad een significante binding aan plasmaproteïnen en aan
fysiologische verbindingen met een laag moleculair gewicht op, voor het vormen van verschillende
cobalamine-(III) complexen door vervanging van de hydroxoligand. De gevormde cobalaminen-(III)
met een laag moleculair gewicht waaronder hydroxocobalamine worden vrije cobalaminen-(III)
genoemd; de som van vrije en aan proteïne gebonden cobalaminen worden totaal cobalaminen-(III)
genoemd. Om de blootstelling aan de som van alle derivaten uit te kunnen drukken, werd de
farmacokinetiek van cobalaminen-(III) onderzocht in plaats van die van hydroxocobalamine, waarvoor
de concentratie-eenheid µg eq/ml noodzakelijk was (dat wil zeggen cobalamine-(III)-eenheid zonder
specifieke ligand).
Na intraveneuze toediening van een enkele dosis van 2,5 tot 10 g Cyanokit aan gezonde vrijwilligers
werd een dosisproportionele farmacokinetiek waargenomen. Als gemiddelde Cmax-waarden voor vrije
en totaal cobalaminen-(III) werden respectievelijk 113 en 579 µg eq/ml vastgesteld na een dosis van
5 g Cyanokit (de aanbevolen aanvangsdosis). Op dezelfde wijze werden de gemiddelde Cmax-waarden
voor vrije en totaal cobalaminen-(III) na een dosis van 10 g Cyanokit met respectievelijk 197 en
995 µg eq/ml vastgesteld. De overwegende gemiddelde halfwaardetijd van vrije en totaal
cobalaminen-(III) was ongeveer 26 tot 31 uur bij een dosisniveau van 5 en 10 g.
De gemiddelde totale hoeveelheid cobalaminen-(III) die tijdens de verzamelperiode van 72 uur in de
urine werd uitgescheiden, was ongeveer 60% bij een dosis van 5 g en ongeveer 50% bij een dosis van
10 g Cyanokit. Algemeen werd de totale uitscheiding via de urine berekend op ten minste 60 tot 70%
van de toegediende dosis. De uitscheiding in de urine vond grotendeels tijdens de eerste 24 uur plaats,
maar roodgekleurde urine werd gedurende maximaal 35 dagen na intraveneuze infusie waargenomen.
Na correctie voor lichaamsgewicht werden bij mannen en vrouwen geen belangrijke verschillen in de
farmacokinetische parameters van plasma en urine waargenomen voor vrije en totaal cobalaminen-
(III) na toediening van 5 g of 10 g Cyanokit.
Bij patiënten met cyanidevergiftiging wordt verwacht dat hydroxocobalamine aan cyanide bindt om
cyanocobalamine te vormen, dat in de urine wordt uitgescheiden. In deze populatie kan de
farmacokinetiek van totaal cobalaminen-(III) worden beïnvloed door de hoeveelheid cyanide in het
lichaam, omdat bij gezonde vrijwilligers is gemeld dat cyanocobalamine een twee- tot driemaal lagere
halfwaardetijd heeft dan totaal cobalaminen-(III).
FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen

Zoutzuur (voor het stellen van de pH)
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid

Dit geneesmiddel mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen dan die welke vermeld zijn
in rubriek 6.6.
Fysische onverenigbaarheid (deeltjesvorming) werd waargenomen bij het mengen van
gereconstitueerde hydroxocobalamineoplossing met de volgende geneesmiddelen: diazepam,
dobutamine, dopamine, fentanyl, nitroglycerine, pentobarbital, fenytoïnenatrium, propofol en
thiopental.
Chemische onverenigbaarheid werd waargenomen bij een mengsel van gereconstitueerde
hydroxocobalamineoplossing en de volgende geneesmiddelen: epinefrine, lidocaïne-hydrochloride,
adenosine, atropine, midazolam, ketamine, succinylcholinechloride, amiodaron-hydrochloride,
natriumbicarbonaat, natriumthiosulfaat en natriumnitriet, en is gemeld voor ascorbinezuur..
Als gevolg hiervan mogen deze en andere geneesmiddelen niet gelijktijdig via dezelfde intraveneuze
lijn als hydroxocobalamine worden toegediend.
Gelijktijdige toediening van hydroxocobalamine en bloedproducten (volbloed, erytrocytenconcentraat,
trombocytenconcentraat en vers bevroren plasma) via dezelfde intraveneuze lijn wordt niet
aanbevolen.
6.3 Houdbaarheid

3 jaar.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
SERB S.A.
Avenue Louise 480
1050 Brussels
België

NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/420/002

9.
DATUM EERSTE VERGUNNINGVERLENING/VERLENGING VAN DE
VERGUNNING

Datum van eerste verlening van de vergunning: 23 november 2007
Datum van laatste verlenging: 20 juli 2012

10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST

MM/JJJJ

Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
BIJLAGE II

A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE

B.

VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN GEBRUIK


C.

ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN


D.

VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN
VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL


FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Merck Santé S.A.S.
Centre de Production de Semoy
2, rue du Pressoir Vert
F-54400 Semoy
Frankrijk
Of
SERB S.A.
Avenue Louise 480
1050 Brussels
België
Of
SERB
40 Avenue George V
75008 Paris
Frankrijk
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.

B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK

Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.

C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN MOETEN WORDEN
NAGEKOMEN

Periodieke veiligheidsverslagen (PSUR's)
De vergunninghouder dient voor dit geneesmiddel periodieke veiligheidsverslagen in, overeenkomstig
de vereisten zoals uiteengezet in de lijst van uniale referentiedata en indieningsfrequenties voor
periodieke veiligheidsverslagen (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107 quater, onder
punt 7 van Richtlijn 2001/83/EG. Deze lijst is gepubliceerd op het Europese webportaal voor
geneesmiddelen.

D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL



Risk Management Plan (RMP - risicobeheerplan)
De vergunninghouder voert de noodzakelijke onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-updates.
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.
Mocht het tijdstip van indiening van een periodiek veiligheidsverslag en indiening van de RMP-update
samenvallen, dan kunnen beide gelijktijdig worden ingediend.
BIJLAGE III

ETIKETTERING EN BIJSLUITER
A. ETIKETTERING
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Cyanokit 2,5 g poeder voor oplossing voor infusie
Hydroxocobalamine

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke injectieflacon bevat 2,5 g hydroxocobalamine. Na reconstitutie met 100 ml oplosmiddel bevat
elke ml van de gereconstitueerde oplossing 25 mg hydroxocobalamine.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstof: zoutzuur (voor het stellen van de pH).

4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder voor oplossing voor infusie
Twee injectieflacons
Twee overloopnaalden.
Eén intraveneuze infusie-set.
Eén korte katheter voor toediening aan kinderen.
Deze kit bevat geen oplosmiddel.

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Intraveneus gebruik.

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Lees de bijsluiter voor informatie over bewaarcondities bij ambulant gebruik.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.

10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
SERB S.A.
Avenue Louise 480
1050 Brussels
België

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

EU/1/07/420/001

13. BATCHNUMMER

Batch

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

Geneesmiddel op medisch voorschrift.

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE

Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE

2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS

PC: {nummer}
SN: {nummer}
NN: {nummer}
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Cyanokit 2,5 g poeder voor oplossing voor infusie
Hydroxocobalamine

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke injectieflacon bevat 2,5 g hydroxocobalamine. Na reconstitutie met 100 ml oplosmiddel bevat
elke ml van de gereconstitueerde oplossing 25 mg hydroxocobalamine.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstof: zoutzuur (voor het stellen van de pH).

4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder voor oplossing voor infusie
Eén injectieflacon

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Intraveneus gebruik.

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.

NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
SERB S.A.
Avenue Louise 480
1050 Brussels
België

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

EU/1/07/420/001

13. BATCHNUMMER

Batch

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

Geneesmiddel op medisch voorschrift.

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE

Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Cyanokit 2,5 g poeder voor oplossing voor infusie
Hydroxocobalamine

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke injectieflacon bevat 2,5 g hydroxocobalamine. Na reconstitutie met 100 ml oplosmiddel bevat
elke ml van de gereconstitueerde oplossing 25 mg hydroxocobalamine.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstof: zoutzuur (voor het stellen van de pH).

4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder voor oplossing voor infusie met 2,5 g hydroxocobalamine.

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Intraveneus gebruik.

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.

NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
SERB S.A.
Avenue Louise 480
1050 Brussels
België

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

EU/1/07/420/001

13. BATCHNUMMER

Batch

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

Geneesmiddel op medisch voorschrift.

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE

Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Cyanokit 5 g poeder voor oplossing voor infusie
Hydroxocobalamine

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
De injectieflacon bevat 5 g hydroxocobalamine. Na reconstitutie met 200 ml oplosmiddel bevat elke
ml van de gereconstitueerde oplossing 25 mg hydroxocobalamine.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstof: zoutzuur (voor het stellen van de pH).

4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder voor oplossing voor infusie
Eén injectieflacon
Eén overloopnaald.
Eén intraveneuze infusie-set.
Eén korte katheter voor toediening aan kinderen.
Deze kit bevat geen oplosmiddel.

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Intraveneus gebruik.

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Lees de bijsluiter voor informatie over bewaarcondities bij ambulant gebruik.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.

10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
SERB S.A.
Avenue Louise 480
1050 Brussels
België

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

EU/1/07/420/002

13. BATCHNUMMER

Batch

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

Geneesmiddel op medisch voorschrift.

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE

Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE

2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS

PC: {nummer}
SN: {nummer}
NN: {nummer}
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Cyanokit 5 g poeder voor oplossing voor infusie
Hydroxocobalamine

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
De injectieflacon bevat 5 g hydroxocobalamine. Na reconstitutie met 200 ml oplosmiddel bevat elke
ml van de gereconstitueerde oplossing 25 mg hydroxocobalamine.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstof: zoutzuur (voor het stellen van de pH).

4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder voor oplossing voor infusie
Eén injectieflacon

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Intraveneus gebruik.

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.

NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
SERB S.A.
Avenue Louise 480
1050 Brussels
België

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

EU/1/07/420/002

13. BATCHNUMMER

Batch

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

Geneesmiddel op medisch voorschrift.

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE

Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Cyanokit 5 g poeder voor oplossing voor infusie
Hydroxocobalamine

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
De injectieflacon bevat 5 g hydroxocobalamine. Na reconstitutie met 200 ml oplosmiddel bevat elke
ml van de gereconstitueerde oplossing 25 mg hydroxocobalamine.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstof: zoutzuur (voor het stellen van de pH).

4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder voor oplossing voor infusie met 5 g hydroxocobalamine.

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Intraveneus gebruik.

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.

NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
SERB S.A.
Avenue Louise 480
1050 Brussels
België

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

EU/1/07/420/002

13. BATCHNUMMER

Batch

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

Geneesmiddel op medisch voorschrift.

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE

Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar
B. BIJSLUITER

Cyanokit 2,5 g poeder voor oplossing voor infusie
hydroxocobalamine

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.

Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Cyanokit en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag dit middel niet worden gebruikt of moet men er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe wordt dit middel gebruikt?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe wordt dit middel bewaard?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Cyanokit en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Cyanokit bevat de werkzame stof hydroxocobalamine.
Cyanokit is een tegengif (antidotum) voor de behandeling van bekende of vermoede
cyanidevergiftiging voor alle leeftijdscategorieën.
De toediening van Cyanokit moet gepaard gaan met passende decontaminatie- (ontsmettings-) en
ondersteunende maatregelen.
Cyanide is een zeer giftige chemische stof. Cyanidevergiftiging kan worden veroorzaakt door
blootstelling aan rook van brand in huis en industriële branden, door het inademen of doorslikken van
cyanide of door contact van de huid met cyanide.

2.
Wanneer mag dit middel niet worden gebruikt of moet men er extra voorzichtig mee zijn?

Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?

Vertel het uw arts of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg
als u allergisch bent voor hydroxocobalamine of vitamine B12. Hiermee moet rekening worden
gehouden voordat u met Cyanokit wordt behandeld.
als u met Cyanokit bent behandeld en u het volgende moet ondergaan:
- bloed- of urineonderzoek. Cyanokit kan de uitslagen van deze onderzoeken beïnvloeden.
- een beoordeling van brandwonden. Cyanokit kan de beoordeling beïnvloeden vanwege de
rode verkleuring van de huid.
- hemodialyse. Cyanokit kan ertoe leiden dat hemodialyseapparaten worden uitgeschakeld
zolang het niet uit het bloed is verwijderd (dit duurt ten minste 5,5 tot 6,5 dagen).
- controle van de nierfunctie: Cyanokit kan leiden tot nierfalen en kristallen in de urine.

Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?

Gebruikt u naast Cyanokit nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat
de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg.
Hoe wordt dit middel gebruikt?
Uw arts of andere beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg zal Cyanokit via een infusie in een ader
aan u toedienen. U heeft misschien één of twee infusies nodig.
De eerste infusie met Cyanokit wordt gedurende 15 minuten toegediend. Voor volwassenen is de
initiële dosis 5 g. Voor kinderen is dat 70 mg/kg lichaamsgewicht, met een maximumdosis van 5 g.
Als u een tweede infusie nodig heeft, dan duurt deze 15 minuten tot 2 uur. Dit is afhankelijk van de
ernst van de vergiftiging. De aanbevolen maximale totale dosis is 10 g voor volwassenen en
140 mg/kg voor kinderen, met een maximum van 10 g.
Gedetailleerde instructies voor uw arts of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg over het
bereiden van de infusie met Cyanokit en over het bepalen van de dosis treft u aan het eind van deze
bijsluiter aan (zie 'Instructies voor verwerking').
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.

4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken. De volgende bijwerkingen kunnen worden verwacht (frequentie kan met de
beschikbare gegevens niet worden bepaald):
Allergie (overgevoeligheid)
Licht uw arts
onmiddellijk in als u tijdens of na deze behandeling last krijgt van de volgende
symptomen:
zwelling rondom de ogen, lippen, tong, keel of handen
ademhalingsproblemen, heesheid, spraakproblemen
roodheid van de huid, netelroos (urticaria) of jeuk.
Dergelijke bijwerkingen kunnen ernstig zijn en hebben onmiddellijk aandacht nodig.

Problemen met hart en bloeddruk

symptomen zoals hoofdpijn of duizeligheid, aangezien deze een gevolg kunnen zijn van een
stijging van de bloeddruk. Deze stijging van de bloeddruk treedt met name op aan het eind van
deze behandeling en neemt gewoonlijk binnen enkele uren weer af
onregelmatige hartslag
roodheid in het gezicht (blozen).
Een daling van de bloeddruk en een snellere hartslag zijn ook waargenomen bij patiënten met
cyanidevergiftiging.
vocht in de borstkas (pleura-effusie)
ademhalingsproblemen
een beklemd gevoel op de keel
een droge keel
druk op de borst.
Problemen met de nieren en urinewegen

nieraandoeningen, zoals acute nierfunctiestoornis en kristallen in de urine
rode verkleuring van de urine.
Bij alle patiënten doet zich gedurende de eerste drie dagen na toediening een duidelijk waarneembare
donkerrode verkleuring van de urine voor. De urineverkleuring kan maximaal 35 dagen na toediening
van Cyanokit aanhouden. Deze rode verkleuring heeft verder geen gevolgen voor uw lichaam.
Maag-darmproblemen (problemen met de spijsvertering)

buikklachten
verstoring van de spijsvertering (indigestie)
diarree
misselijkheid
braken
slikproblemen.
Oogproblemen

zwelling, irritatie, roodheid.

Huidreacties

de meeste patiënten ervaren een omkeerbare rode verkleuring van de huid en slijmvliezen, die
maximaal 15 dagen na toediening van Cyanokit kan aanhouden.
blaarachtige wondjes van de huid (pustuleuze huiduitslag). Deze kunnen verscheidene weken
aanhouden en komen voornamelijk voor in het gezicht en de hals.
ontsteking van dat deel van het lichaam waar het infuus heeft gezeten.
Andere bijwerkingen

rusteloosheid
geheugenproblemen
duizeligheid
hoofdpijn
zwelling van de enkels
veranderingen in de uitslagen van bloedonderzoeken voor bepaalde witte bloedcellen
(lymfocyten)
gekleurd plasma, wat een kunstmatige stijging of daling van bepaalde laboratoriumwaarden kan
veroorzaken.

Het melden van bijwerkingen

Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
Hoe wordt dit middel bewaard?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de
injectieflacon, de kartonnen doos en de doos na EXP.
Bewaren beneden 25°C.
Ten behoeve van ambulant gebruik mag Cyanokit gedurende korte tijd worden blootgesteld aan de
temperatuurschommelingen van
normaal transport (15 dagen blootstelling aan temperaturen variërend van 5°C tot 40°C)
transport in de woestijn (4 dagen blootstelling aan temperaturen variërend van 5°C tot 60°C) en
cycli van bevriezen/ontdooien (15 dagen blootstelling aan temperaturen die variëren van -20°C
tot 40°C).
Voor de bewaarcondities van het opgeloste geneesmiddel, zie 'Instructies voor verwerking' aan het
eind van deze bijsluiter.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.

6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?

De werkzame stof in dit middel is hydroxocobalamine. Elke injectieflacon bevat 2,5 g
hydroxocobalamine. Na reconstitutie met 100 ml oplosmiddel bevat elke ml van de
gereconstitueerde oplossing 25 mg hydroxocobalamine.
De andere stof in dit middel is zoutzuur (voor aanpassing van de pH).

Hoe ziet Cyanokit
eruit en hoeveel zit er in een verpakking?

Cyanokit poeder voor oplossing voor infusie is een donkerrood kristallijn poeder, dat wordt geleverd
in een glazen injectieflacon met een broombutylrubberen stop en een aluminium dop met een plastic
kapje.
Elke verpakking bevat twee injectieflacons (elke injectieflacon is verpakt in een kartonnen doos), twee
steriele overloopnaalden, één steriele intraveneuze infusie-set en één steriele korte katheter voor
toediening aan kinderen.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen

SERB S.A.
Avenue Louise 480
1050 Brussels
België
Lichaamsgewicht



in kg
5
10
20
30
40
50
60
Aanvangsdosis



in g
0,35
0,70
1,40
2,10
2,80
3,50
4,20
in ml
14
28
56
84
112
140
168

Vervolgdosis
Afhankelijk van de ernst van de vergiftiging en de klinische respons kan een tweede dosis worden
toegediend.

Volwassenen
: De vervolgdosis van Cyanokit is 5 g (2 x 100 ml).

Pediatrische patiënten:
Bij zuigelingen, kinderen en adolescenten (0 tot 18 jaar oud) is de
vervolgdosis van Cyanokit 70 mg/kg lichaamsgewicht, waarbij deze niet hoger mag zijn dan 5 g.
Maximale dosis

Volwassenen: De maximale aanbevolen totale dosis is 10 g.
Pediatrische patiënten: Bij zuigelingen, kinderen en adolescenten (0 tot 18 jaar oud) is de maximale
aanbevolen totale dosis 140 mg/kg, waarbij deze niet hoger mag zijn dan 10 g.
Nier- en leverfunctiestoornissen
Een aanpassing van de dosis is bij deze patiënten niet nodig.
Wijze van toediening

De aanvangsdosis van Cyanokit wordt toegediend als intraveneuze infusie gedurende 15 minuten.
De snelheid van de intraveneuze infusie van de tweede dosis varieert van 15 minuten (bij uiterst
instabiele patiënten) tot 2 uur en wordt bepaald op basis van de conditie van de patiënt.
Gelijktijdige toediening van Cyanokit en andere producten

Cyanokit mag niet gemengd worden met andere verdunningsmiddelen dan natriumchloride 9 mg/ml
(0,9%) oplossing voor injectie of Ringerlactaat of glucose 50 mg/ml (5%) oplossing voor injectie.
Omdat fysische en chemische onverenigbaarheden zijn waargenomen met een aantal geselecteerde
geneesmiddelen die vaak bij pogingen tot reanimeren worden gebruikt, mogen deze en andere

Cyanokit 5 g poeder voor oplossing voor infusie
hydroxocobalamine

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.

Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Cyanokit en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag dit middel niet worden gebruikt of moet men er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe wordt dit middel gebruikt?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe wordt dit middel bewaard?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Cyanokit en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Cyanokit bevat de werkzame stof hydroxocobalamine.
Cyanokit is een tegengif (antidotum) voor de behandeling van bekende of vermoede
cyanidevergiftiging voor alle leeftijdscategorieën.
De toediening van Cyanokit moet gepaard gaan met passende decontaminatie- (ontsmettings-) en
ondersteunende maatregelen.
Cyanide is een zeer giftige chemische stof. Cyanidevergiftiging kan worden veroorzaakt door
blootstelling aan rook van brand in huis en industriële branden, door het inademen of doorslikken van
cyanide of door contact van de huid met cyanide.

2.
Wanneer mag dit middel niet worden gebruikt of moet men er extra voorzichtig mee zijn?

Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?

Vertel het uw arts of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg
als u allergisch bent voor hydroxocobalamine of vitamine B12. Hiermee moet rekening worden
gehouden voordat u met Cyanokit wordt behandeld.
als u met Cyanokit bent behandeld en u het volgende moet ondergaan:
- bloed- of urineonderzoek. Cyanokit kan de uitslagen van deze onderzoeken beïnvloeden.
- een beoordeling van brandwonden. Cyanokit kan de beoordeling beïnvloeden vanwege de
rode verkleuring van de huid.
- hemodialyse. Cyanokit kan ertoe leiden dat hemodialyseapparaten worden uitgeschakeld
zolang het niet uit het bloed is verwijderd (dit duurt ten minste 5,5 tot 6,5 dagen).
- controle van de nierfunctie: Cyanokit kan leiden tot nierfalen en kristallen in de urine.

Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?

Gebruikt u naast Cyanokit nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat
de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg.
Hoe wordt dit middel gebruikt?
Uw arts of andere beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg zal Cyanokit via een infusie in een ader
aan u toedienen. U heeft misschien één of twee infusies nodig.
De eerste infusie met Cyanokit wordt gedurende 15 minuten toegediend. Voor volwassenen is de
initiële dosis 5 g. Voor kinderen is dat 70 mg/kg lichaamsgewicht, met een maximumdosis van 5 g.
Als u een tweede infusie nodig heeft, dan duurt deze 15 minuten tot 2 uur. Dit is afhankelijk van de
ernst van de vergiftiging. De aanbevolen maximale totale dosis is 10 g voor volwassenen en
140 mg/kg voor kinderen, met een maximum van 10 g.
Gedetailleerde instructies voor uw arts of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg over het
bereiden van de infusie met Cyanokit en over het bepalen van de dosis treft u aan het eind van deze
bijsluiter aan (zie 'Instructies voor verwerking').
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.

4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken. De volgende bijwerkingen kunnen worden verwacht (frequentie kan met de
beschikbare gegevens niet worden bepaald):
Allergie (overgevoeligheid)
Licht uw arts
onmiddellijk in als u tijdens of na deze behandeling last krijgt van de volgende
symptomen:
zwelling rondom de ogen, lippen, tong, keel of handen
ademhalingsproblemen, heesheid, spraakproblemen
roodheid van de huid, netelroos (urticaria) of jeuk.
Dergelijke bijwerkingen kunnen ernstig zijn en hebben onmiddellijk aandacht nodig.

Problemen met hart en bloeddruk

symptomen zoals hoofdpijn of duizeligheid, aangezien deze een gevolg kunnen zijn van een
stijging van de bloeddruk. Deze stijging van de bloeddruk treedt met name op aan het eind van
deze behandeling en neemt gewoonlijk binnen enkele uren weer af
onregelmatige hartslag
roodheid in het gezicht (blozen).
Een daling van de bloeddruk en een snellere hartslag zijn ook waargenomen bij patiënten met
cyanidevergiftiging.
vocht in de borstkas (pleura-effusie)
ademhalingsproblemen
een beklemd gevoel op de keel
een droge keel
druk op de borst.
Problemen met de nieren en urinewegen

nieraandoeningen, zoals acute nierfunctiestoornis en kristallen in de urine
rode verkleuring van de urine.
Bij alle patiënten doet zich gedurende de eerste drie dagen na toediening een duidelijk waarneembare
donkerrode verkleuring van de urine voor. De urineverkleuring kan maximaal 35 dagen na toediening
van Cyanokit aanhouden. Deze rode verkleuring heeft verder geen gevolgen voor uw lichaam.
Maag-darmproblemen (problemen met de spijsvertering)

buikklachten
verstoring van de spijsvertering (indigestie)
diarree
misselijkheid
braken
slikproblemen.
Oogproblemen

zwelling, irritatie, roodheid.

Huidreacties

de meeste patiënten ervaren een omkeerbare rode verkleuring van de huid en slijmvliezen, die
maximaal 15 dagen na toediening van Cyanokit kan aanhouden.
blaarachtige wondjes van de huid (pustuleuze huiduitslag). Deze kunnen verscheidene weken
aanhouden en komen voornamelijk voor in het gezicht en de hals.
ontsteking van dat deel van het lichaam waar het infuus heeft gezeten.
Andere bijwerkingen

rusteloosheid
geheugenproblemen
duizeligheid
hoofdpijn
zwelling van de enkels
veranderingen in de uitslagen van bloedonderzoeken voor bepaalde witte bloedcellen
(lymfocyten)
gekleurd plasma, wat een kunstmatige stijging of daling van bepaalde laboratoriumwaarden kan
veroorzaken.

Het melden van bijwerkingen

Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
Hoe wordt dit middel bewaard?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de
injectieflacon, de kartonnen doos en de doos na EXP.
Bewaren beneden 25°C.
Ten behoeve van ambulant gebruik mag Cyanokit gedurende korte tijd worden blootgesteld aan de
temperatuurschommelingen van
normaal transport (15 dagen blootstelling aan temperaturen variërend van 5°C tot 40°C)
transport in de woestijn (4 dagen blootstelling aan temperaturen variërend van 5°C tot 60°C) en
cycli van bevriezen/ontdooien (15 dagen blootstelling aan temperaturen die variëren van -20°C
tot 40°C).
Voor de bewaarcondities van het opgeloste geneesmiddel, zie 'Instructies voor verwerking' aan het
eind van deze bijsluiter.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.

6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?

De werkzame stof in dit middel is hydroxocobalamine. De injectieflacon bevat 5 g
hydroxocobalamine. Na reconstitutie met 200 ml oplosmiddel bevat elke ml van de
gereconstitueerde oplossing 25 mg hydroxocobalamine.
De andere stof in dit middel is zoutzuur (voor aanpassing van de pH).

Hoe ziet Cyanokit
eruit en hoeveel zit er in een verpakking?

Cyanokit poeder voor oplossing voor infusie is een donkerrood kristallijn poeder, dat wordt geleverd
in een glazen injectieflacon met een broombutylrubberen stop en een aluminium dop met een plastic
kapje.
Elke verpakking bevat één injectieflacon verpakt in een kartonnen doos, één steriele overloopnaald,
één steriele intraveneuze infusie-set en één steriele korte katheter voor toediening aan kinderen.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen

SERB S.A.
Avenue Louise 480
1050 Brussels
België
Fabrikant

Merck Santé s.a.s. / SEMOY
2, rue du Pressoir Vert
45400 Semoy
Frankrijk
Lichaamsgewicht



in kg
5
10
20
30
40
50
60
Aanvangsdosis



in g
0,35
0,70
1,40
2,10
2,80
3,50
4,20
in ml
14
28
56
84
112
140
168

Vervolgdosis
Afhankelijk van de ernst van de vergiftiging en de klinische respons kan een tweede dosis worden
toegediend.

Volwassenen
: De vervolgdosis van Cyanokit is 5 g (200 ml, volledig volume van gereconstitueerde
oplossing).

Pediatrische patiënten:
Bij zuigelingen, kinderen en adolescenten (0 tot 18 jaar oud) is de
vervolgdosis van Cyanokit 70 mg/kg lichaamsgewicht, waarbij deze niet hoger mag zijn dan 5 g.
Maximale dosis

Volwassenen: De maximale aanbevolen totale dosis is 10 g.
Pediatrische patiënten: Bij zuigelingen, kinderen en adolescenten (0 tot 18 jaar oud) is de maximale
aanbevolen totale dosis 140 mg/kg, waarbij deze niet hoger mag zijn dan 10 g.
Nier- en leverfunctiestoornissen
Een aanpassing van de dosis is bij deze patiënten niet nodig.
Wijze van toediening

De aanvangsdosis van Cyanokit wordt toegediend als intraveneuze infusie gedurende 15 minuten.
De snelheid van de intraveneuze infusie van de tweede dosis varieert van 15 minuten (bij uiterst
instabiele patiënten) tot 2 uur en wordt bepaald op basis van de conditie van de patiënt.
Gelijktijdige toediening van Cyanokit en andere producten

Cyanokit mag niet gemengd worden met andere verdunningsmiddelen dan natriumchloride 9 mg/ml
(0,9%) oplossing voor injectie of Ringerlactaat of glucose 50 mg/ml (5%) oplossing voor injectie.
Omdat fysische en chemische onverenigbaarheden zijn waargenomen met een aantal geselecteerde
geneesmiddelen die vaak bij pogingen tot reanimeren worden gebruikt, mogen deze en andere
geneesmiddelen niet gelijktijdig in dezelfde intraveneuze lijn als hydroxocobalamine worden
toegediend.

Heb je dit medicijn gebruikt? Cyanokit 5 g inf. sol. te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Cyanokit 5 g inf. sol. te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Cyanokit 5 g inf. sol.

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG