Dysport 500 u
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER
Dysport 500 E, poeder voor oplossing voor injectie
Clostridium botulinum
type A toxine-hemagglutininecomplex
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken, want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet
in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Dysport en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Dysport en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Dysport bevat als werkzame stof een toxine die wordt aangemaakt door de bacterie
Clostridium
botulinum.
Het toxine werkt door de samentrekking van de spieren te stoppen (waardoor de spieren
verslappen).
Dysport is aangewezen bij de behandeling van
ooglidkramp
kramp van het aangezicht
kramp van hals- en nekspieren
kinderen (van 2 jaar of ouder) met spasticiteit in de armen en spasticiteit in de benen (om het
stappen te bevorderen), als gevolg van hersenverlamming (cerebral palsy)
verhoogde spierspanning (spasticiteit) van de bovenste ledematen bij volwassenen
verhoogde spierspanning (spasticiteit) in het enkelgewricht (onvrijwillige contracties, spasmen van
de beenspieren die de normale beenfunctie kunnen verhinderen) bij volwassenen na een beroerte of
hersenletsel
overmatige zweetproductie via de oksels (axillaire hyperhidrosis).
urineverlies (urine-incontinentie) als gevolg van blaasproblemen bij ruggenmergletsel of multiple
sclerose bij patiënten die geregeld blaassondering ondergaan, dit wil zeggen de blaas leegmaken
via een dun plastic slangetje.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
Als u een urineweginfectie heeft op het moment dat u behandeld wordt voor urineverlies.
(basis: new CCDS & AE hypoesthesia ID 14550) + new NDO indication (bladder) ID 15024
1/9
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
De injectie van Dysport mag enkel gebeuren door een arts met ervaring met het gebruik van
botulinum toxine. Men moet zich bewust zijn van de toxiciteit (giftigheid) van Dysport en de
daaraan verbonden risico’s, zowel bij de bereiding als bij de toediening van het product. Raadpleeg
uw arts.
Wanneer u na behandeling met Dysport problemen heeft met het slikken, praten of ademhalen,
neem dan onmiddellijk contact op met een arts. U heeft onmiddellijk medische behandeling nodig.
Wanneer u spierzwakte ervaart op een andere plaats dan de toedieningsplaats, raadpleeg dan uw
arts.
Indien u een stoornis van de spieractiviteit heeft (bijvoorbeeld spierzwakte), kan u na behandeling
met Dysport een uitgesproken spierzwakte hebben. Het is mogelijk dat u spierstoornissen krijgt die
u vóór het gebruik van Dysport niet had gemerkt.
Als bij een tweede behandeling de werking van Dysport minder sterk is, is dit mogelijk veroorzaakt
door de vorming van antistoffen tegen de werkzame stof, al komt dit niet vaak voor.
Wanneer u problemen heeft met de bloedstolling, of een infectie of ontsteking heeft op de plaats
van injectie, mag Dysport enkel toegediend worden indien strikt noodzakelijk.
Wanneer de spieren die behandeld worden (op de injectieplaats) een teken van spierafbraak
(atrofie) vertonen.
Dysport bevat een kleine hoeveelheid menselijk albumine. Het risico op de overdracht van virale
infecties kan niet met absolute zekerheid worden uitgesloten bij het gebruik van bloed of
bloedproducten van menselijke oorsprong.
Wanneer Dysport wordt gebruikt in de spieren rond het oog, kunnen uw ogen droog worden (zie
rubriek 4) wat het oppervlak van uw ogen kan beschadigen. Om dit te voorkomen kan het nodig
zijn om u te behandelen met beschermende druppels, zalven of een beschermende afdekking die
het oog afsluit. Uw arts zal u vertellen of dit nodig is.
Verschillende vormen van botulinum toxine A complex hoeven niet bio-equivalent (gelijk) te zijn.
Bij het overschakelen van het ene botulinum toxine bevattende product naar het andere dient
opnieuw naar de optimale dosering te worden gezocht met inachtneming van de instructies in de
bijsluiter.
Allergische reacties zijn mogelijk. Zoals gebruikelijk moeten steeds middelen beschikbaar zijn
voor de behandeling van ernstige allergische reacties over het hele lichaam (anafylactische shock).
Als u nog andere geneesmiddelen neemt, gelieve ook de rubriek
‘Gebruikt u nog andere
geneesmiddelen?’
te lezen.
Wees extra voorzichtig als u behandeld wordt voor spierspasmen van de onderste ledematen
(spasticiteit van het enkelgewricht). Volwassenen en vooral ouderen kunnen een verhoogd risico op
vallen hebben.
Op het moment van de inspuiting in de blaas om urineverlies te behandelen, kan u door de wijze
waarop deze inspuiting gebeurt, mogelijk een ongecontroleerde reflexreactie van uw lichaam ervaren
(autonome dysreflexie, bijv. hevig zweten, kloppende hoofdpijn, een verhoogde bloeddruk of een
snellere pols).
Raadpleeg uw arts indien één van de bovenstaande waarschuwingen voor u van toepassing is, of dat in
het verleden is geweest.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Dysport nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker.
Wees extra voorzichtig met middelen die de spieren ontspannen of die een invloed hebben op de
overdracht van signalen van de zenuwen naar de spieren, zoals bepaalde antibiotica (aminoglycosiden
en spectinomycine).
Waarop moet u letten met eten en drinken?
(basis: new CCDS & AE hypoesthesia ID 14550) + new NDO indication (bladder) ID 15024
2/9
Niet van toepassing.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Dysport is niet aanbevolen tijdens de zwangerschap, tenzij beslist noodzakelijk.
Dysport is niet aanbevolen tijdens de borstvoeding.
Gebruik bij kinderen
Voor de behandeling van spasticiteit in de benen als gevolg van hersenverlamming mag Dysport enkel
gebruikt worden bij kinderen van 2 jaar of ouder.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Mocht u een tijdelijke verzwakking van de spieren of een probleem met het gezichtsvermogen ervaren
na behandeling met Dysport, dan moet u voorzichtig zijn bij het rijden of het gebruik van machines.
Dysport bevat humaan albumine, afkomstig uit menselijk bloed.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
De injectie moet gegeven worden door een geneesheer-specialist volgens een door haar/hem gekend
schema. Een injectieflacon Dysport mag alleen voor uzelf worden gebruikt en uitsluitend voor één
behandelingssessie.
Het poeder wordt na oplossen in een zoutoplossing (0,9% natriumchloride) onderhuids of in de spier
geïnjecteerd. Men kan zich verwachten aan een vermindering van de symptomen in de 2 tot
4 dagen die volgen op de toediening. Het maximaal effect wordt bekomen in de twee volgende weken.
Om het heroptreden van de symptomen te voorkomen, dienen de injecties herhaald te worden.
Hieronder volgt voor elke situatie meer informatie.
Ooglidkramp
Voor ooglidkramp, waarbij één of beide ogen zijn aangedaan, bevat de eerste injectie ongeveer 40
eenheden per oog. De injectie wordt vlak onder de huid rond het oog gegeven. Uw arts bepaalt op
welke plaatsen de injectie wordt gegeven en hoeveel Dysport u precies nodig heeft. Wanneer de
spierontspannende werking begint te verminderen, krijgt u een nieuwe injectie, maar dit gebeurt niet
vaker dan om de 12 weken. Tijdens de volgende bezoeken aan uw arts kan de hoeveelheid Dysport die
u krijgt zo nodig worden verhoogd tot 60, 80 of 120 eenheden per oog.
Kramp van het aangezicht
Bij kramp van het aangezicht (aan één kant van uw gezicht) krijgt u van uw arts injecties zoals bij
ooglidkramp, maar alleen aan de kant van uw gezicht waar de aandoening zich voordoet. Wanneer de
spierontspannende werking begint te verminderen, krijgt u een nieuwe injectie, maar dit gebeurt niet
vaker dan om de 12 weken.
Kramp van hals- en nekspieren
Bij kramp van hals- en nekspieren bedraagt de eerste dosis Dysport ongeveer 500 eenheden. Uw arts
verdeelt de hoeveelheid Dysport over een aantal plaatsen in uw hals, in de 2 of 3 nekspieren die het
meest zijn aangedaan. Uw arts bepaalt ook hoeveel er moet worden toegediend en in welke spieren de
injecties moeten worden gegeven. U krijgt ongeveer elke 16 weken een injectie, afhankelijk van de
duur van de spierverslappende werking, maar niet vaker dan om de 12 weken. Uw arts bepaalt
wanneer u de volgende injectie nodig heeft en hoeveel Dysport er moet worden toegediend.
Spasticiteit in de
benen
van kinderen als gevolg van hersenverlamming (cerebral palsy)
(basis: new CCDS & AE hypoesthesia ID 14550) + new NDO indication (bladder) ID 15024
3/9
Kinderen van 2 jaar of ouder: de dosering wordt bepaald door uw arts. Dysport wordt ingespoten in
de getroffen spieren van de benen. De dosis is maximaal 1.000 eenheden of 30 eenheden per kg
lichaamsgewicht per behandeling. Uw arts zal de behandeling ongeveer om de 16 tot 22 weken
herhalen, of zoals nodig, maar niet vaker dan om de 12 weken.
Voor de behandeling van spierspasmen in de
armen
van kinderen met hersenverlamming (cerebral
palsy)
Kinderen van 2 jaar of ouder: de dosering wordt bepaald door uw arts. Dysport wordt ingespoten in de
getroffen spieren van de armen. Als de behandeling in één arm wordt ingespoten, mag de dosering
tijdens een bepaalde behandelingssessie niet hoger zijn dan 640 eenheden of 16 eenheden/kg,
afhankelijk van wat het laagst is. Als de behandeling in beide armen wordt ingespoten, mag de
dosering tijdens een bepaalde behandelingssessie niet hoger zijn dan 840 eenheden of 21 eenheden/kg,
afhankelijk van wat het laagst is. Uw spierspasmen zouden normaal gezien moeten verbeteren binnen
enkele weken na de behandeling en deze verbetering kan tot 34 weken aanhouden. Uw arts zal de
behandeling ongeveer om de 16 tot 28 weken herhalen, of zoals nodig, maar niet vaker dan om de 12
weken.
Voor de behandeling van spierspasmen in de
armen
en
benen
van kinderen met hersenverlamming
(cerebral palsy)
Als behandeling vereist is in de armen en de benen tijdens dezelfde behandelingssessie, moet de
dosering van Dysport, die dient ingespoten te worden in elk lidmaat, bepaald worden door uw arts,
maar de totale dosis per behandelingssessie mag niet hoger zijn dan 1.000 eenheden of 30
eenheden/kg, afhankelijk van wat het laagst is. Een herhaling van de gecombineerde behandeling van
armen en benen mag niet eerder dan 12 tot 16 weken na de vorige behandelingssessie worden
overwogen.
Verhoogde spierspanning (spasticiteit) in de bovenste ledematen
Voor de behandeling van een verhoogde spierspanning (spasticiteit) in de bovenste ledematen zal
Dysport toegediend worden in een ziekenhuis, gespecialiseerd in de behandeling van deze aandoening.
De arts zal het geneesmiddel injecteren en hij of zij is hiertoe opgeleid. De eerste dosis Dysport
bedraagt ongeveer 1.000 eenheden. Als uw schouderspieren ook behandeld worden, kan de dosering
tot 1.500 eenheden gaan. De arts zal de hoeveelheid verdelen tussen de betrokken spieren. De injecties
worden met een interval van ongeveer 12 tot 16 weken toegediend. Verbetering van de spasticiteit zal
gewoonlijk optreden na 1 week.
Verhoogde spierspanning (spasticiteit) in de onderste ledematen
De dosis Dysport zal gewoonlijk 1.500 eenheden zijn en normaal niet hoger. De arts kan de
hoeveelheid verdelen over de getroffen beenspieren.
De injecties worden gewoonlijk om de 12 tot 16 weken toegediend.
Verhoogde spierspanning (spasticiteit) in zowel de onderste als de bovenste ledematen
Als u in één sessie zowel in uw arm als in uw been inspuitingen nodig hebt, mag uw arts de
hoeveelheid verdelen over uw arm en been, maar de totale dosis mag niet hoger zijn dan 1.500
eenheden.
Overmatige zweetproductie van de oksels
Voor overmatige zweetproductie van de oksels wordt bij een eerste toediening per oksel 10 eenheden
Dysport op 10 plaatsen ingespoten. Normaal geeft deze toediening een effect van 48 weken, doch het
effect kan individueel verschillend zijn. Bij een nieuwe toediening kan de dosis verhoogd worden tot
maximum 200 eenheden per oksel. De frequentie van toediening is maximaal om de 12 weken.
Urineverlies
De eerste dosis die in uw blaasspier wordt toegediend, zal 600 eenheden zijn, maar uw arts kan
beslissen om de dosis te verhogen tot 800 eenheden voor de volgende inspuitingen.
(basis: new CCDS & AE hypoesthesia ID 14550) + new NDO indication (bladder) ID 15024
4/9
Dysport zal worden toegediend met behulp van een werkwijze die cystoscopie wordt genoemd. Een
instrument met een lichtbron aan het uiteinde zal in uw blaas worden ingebracht via de opening
waardoor u plast (urethra of plasbuis). Hierdoor kan de arts de binnenkant van de blaas zien en
Dysport inspuitingen geven in de blaaswand. Dysport zal alleen worden ingespoten als u al “steriele
intermittente blaassondering (clean intermittent catheterisation, CIC)” ondergaat. Dit is een werkwijze
waarbij een dun plastic slangetje (katheter) tijdelijk in uw plasbuis wordt ingebracht om de urine te
laten weglopen uit de blaas, en weer verwijderd wordt zodra de blaas leeg is. Vraag uw arts om u de
werkwijze meer in detail uit te leggen.
U zal gevraagd worden om antibiotica te gebruiken om een urineweginfectie te voorkomen. Als u
bloedverdunners gebruikt, zal uw arts uw behandeling voor en na de Dysport inspuitingen aanpassen.
U kan een plaatselijke of gehele verdoving of een kalmerend middel worden gegeven voor de
inspuitingen. U zal na de inspuitingen minstens 30 minuten in observatie (controle) blijven. Uw
symptomen zouden gewoonlijk binnen de 2 weken moeten verbeteren en deze verbetering kan tot 48
weken aanhouden. Uw arts zal de behandeling herhalen wanneer dat nodig is, maar niet vaker dan om
de 12 weken.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Als er meer Dysport wordt gegeven dan u nodig hebt, kan het gebeuren dat andere spieren dan de
spieren waarin Dysport werd geïnjecteerd, zwak beginnen te worden. Dat gebeurt niet altijd meteen.
Neem onmiddellijk contact op met uw arts als dit gebeurt.
Zoek onmiddellijk medische hulp als u problemen krijgt bij het slikken, praten of ademhalen.
Wanneer u teveel van Dysport heeft gekregen, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts,
apotheker of het Antigifcentrum (070/245.245).
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Niet van toepassing.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Overleg altijd met uw arts indien u overweegt om te stoppen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Algemeen
Overgevoeligheid werd af en toe gemeld.
Zoek dringende medische hulp als u ademhalingsproblemen ontwikkelt met of zonder zwelling van
het gezicht, de tong, de lippen en/of keel, roodheid van de huid en huiduitslag met jeuk (netelroos of
urticaria). Dit kan erop wijzen dat u een allergische reactie op Dysport heeft.
Bijwerkingen die het gevolg zijn van de spreiding van de effecten van het toxine naar plaatsen
verwijderd van de injectieplaats (uitgesproken spierzwakte, slikstoornissen, longontsteking als gevolg
van de aspiratie van een vreemde stof (aspiratiepneumonie) die fataal kan zijn) werden zeer zelden
gemeld.
Vaak (bij 1 tot 10 op 100 patiënten)
algemene zwakte (asthenie), vermoeidheid, griepachtig ziektegevoel, pijn ter hoogte van de
injectieplaats/kneuzing
Soms (bij 1 tot 10 op 1.000 patiënten)
(basis: new CCDS & AE hypoesthesia ID 14550) + new NDO indication (bladder) ID 15024
5/9
jeuk (pruritus)
Zelden (bij 1 tot 10 op 10.000 patiënten)
uitslag (rash), pijnlijke en verzwakte spieren (neuralgische amyotrofie)
Niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
Gevoelloosheid, spierafbraak (spieratrofie).
Bij de behandeling van ooglidkramp en kramp van het aangezicht
Zeer vaak (bij meer dan 1 op 10 patiënten)
verzakking van één of beide oogleden (ptosis)
Vaak (bij 1 tot 10 op 100 patiënten)
gedeeltelijke verlamming van de gelaatszenuw (facialisparese), droge ogen, verhoogde
tranenvloed, dubbel zicht (diplopie), opzwelling van het ooglid
Soms (bij 1 tot 10 op 1.000 patiënten)
volledige verlamming van de gelaatszenuw (nervus facialis)
Zelden (bij 1 tot 10 op 10.000 patiënten)
verlamming van de oogspieren (oftalmoplegie), het naar binnen kantelen van de rand van het
ooglid (entropion)
Bij de behandeling van kramp van hals- en nekspieren
Zeer vaak (bij meer dan 1 op 10 patiënten)
moeilijkheden bij het slikken (dysfagie), droge mond, spierzwakte
Vaak (bij 1 tot 10 op 100 patiënten)
verandering van de stem (dysfonie), kortademigheid (dispneu), hoofdpijn, duizeligheid,
verlamming van een deel van het aangezicht (facialisparese), wazig zicht, verminderde
gezichtsscherpte, nekpijn, spierpijn, pijn in de ledematen, spierstijfheid
Soms (bij 1 tot 10 op 1.000 patiënten)
dubbel zicht (diplopie), verzakking van één of beide oogleden (ptosis), verkleining van de spieren
(spieratrofie), kaakaandoening, misselijkheid (nausea)
Zelden (bij 1 tot 10 op 10.000 patiënten)
slikstoornissen (aspiratie)
Bij de behandeling van spasticiteit in de
benen
van kinderen als gevolg van hersenverlamming
(cerebral palsy)
Vaak (bij 1 tot 10 op 100 patiënten)
spierpijn, verzwakking van de beenspieren, onvermogen om de urine op te houden, griepachtige
symptomen, pijn, roodheid, kneuzingen rond de inspuitplek, abnormale gang, vermoeidheid, vallen
Soms (bij 1 tot 10 op 1.000 patiënten)
krachtverlies en zwakte
Bij de behandeling van spierspasmen in de
armen
van kinderen met hersenverlamming (cerebral
palsy)
Vaak (bij 1 tot 10 op 100 patiënten)
spierzwakte, spierpijn, griepachtige symptomen, vermoeidheid, jeuk, blauwe plek, pijn, zwelling
en huiduitslag op de injectieplaats, huiduitslag
Soms (bij 1 tot 10 op 1.000 patiënten)
verlies van kracht en zwakte
Bij de behandeling van spierspasmen in de
armen
en
benen
van kinderen met hersenverlamming
(cerebral palsy)
Er zijn geen specifieke bevindingen waargenomen bij de toediening van Dysport in armen en benen
tijdens dezelfde behandelingssessie in vergelijking met deze die verwacht worden bij de behandeling
van armen of benen afzonderlijk.
Bij de behandeling van een verhoogde spierspanning (spasticiteit) in de bovenste ledematen bij
volwassenen
(basis: new CCDS & AE hypoesthesia ID 14550) + new NDO indication (bladder) ID 15024
6/9
Vaak (bij 1 tot 10 op 100 patiënten)
-
zoals kan verwacht worden bij iedere injectiemethode : reacties ter hoogte van de plaats van
injectie (bijv. pijn, roodheid, zwelling, kneuzing of bloeding, enz.)
-
spierzwakte
Soms (bij 1 tot 10 op 1.000 patiënten)
- algemene zwakte, vermoeidheid, griepachtige symptomen
Verder werden in bepaalde studies ook volgende bijwerkingen vastgesteld: loopstoornis, kneuzing of
bloeding ter hoogte van de injectieplaats, spier- en gewrichtspijn of pijn ter hoogte van de handen en
vingers, spierstijfheid, moeilijkheden bij het slikken.
Bij de behandeling van een verhoogde spierspanning (spasticiteit) in de onderste ledematen bij
volwassenen
Vaak (bij 1 tot 10 op 100 patiënten)
vallen, zwakte in de beenspieren, spierpijn, slikmoeilijkheden, algemene zwakte, vermoeidheid,
griepachtig ziektegevoel, reacties ter hoogte van de injectieplaats (pijn, kneuzing, huiduitslag, jeuk)
Bij de behandeling van overmatige zweetproductie van de oksels
Vaak (bij 1 tot 10 op 100 patiënten)
overmatig zweten op andere plaatsen dan de oksel, kortademigheid, pijn in de schouder, bovenarm
en nek, spierpijn in schouder en kuit
Soms (bij 1 tot 10 op 1.000 patiënten)
draaierigheid, hoofdpijn, prikkelend gevoel, onwillekeurige spiersamentrekkingen van het ooglid,
blozen, neusbloeding
Bij de behandeling van urineverlies door ongecontroleerde samentrekkingen van de blaasspier
Vaak (bij 1 tot 10 op 100 patiënten)
bloed in de urine*, verstopping (constipatie), bacteriën in de urine*, erectiestoornissen (soms
bekend als ‘impotentie’), urineweginfectie*, hoofdpijn, koorts
Soms (bij 1 tot 10 op 1.000 patiënten)
een verdoofd gevoel, spierzwakte, pijn aan de blaas*, ongecontroleerde reflexreactie van uw
lichaam (autonome dysreflexie)*, niet in staat zijn om de blaas leeg te maken (urine retentie),
bloeding van de blaas of van de plasbuis (opening waardoor u plast).
*deze bijwerking kan verband houden met de werkwijze .
Bijwerkingen kunnen voorkomen na een te diepe of een slecht geplaatste inspuiting die tijdelijk de
spieren in de buurt van de inspuiting verlammen.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
- in België via het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten, Afdeling
Vigilantie, Postbus 97, 1000 Brussel, Madou. Website: www.eenbijwerkingmelden.be. E-mail:
adr@fagg.be.
- in Luxemburg via Division de la Pharmacie et des Médicaments, Direction de la santé, 20, rue de
Bitbourg,
L-1273
Luxembourg-Hamm,
Tel.:
(+352)
2478
5592,
e-mail:
pharmacovigilance@ms.etat.lu,
Link
naar
het
formulier:
https://guichet.public.lu/fr/entreprises/sectoriel/sante/medecins/notification-effets-indesirables-
medicaments.html
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van
dit geneesmiddel.
5.
HOE BEWAART U DIT MIDDEL?
(basis: new CCDS & AE hypoesthesia ID 14550) + new NDO indication (bladder) ID 15024
7/9
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
De injectieflacons bewaren in de koelkast (2-8°C). Niet in de vriezer bewaren.
Het is aanbevolen om de gereconstitueerde oplossing onmiddellijk te gebruiken, niettegenstaande zij
tot 24 uur lang in de koelkast (2-8°C) bewaard kan worden.
Vanuit microbiologisch oogpunt zou het product onmiddellijk gebruikt moeten worden. Indien het
product niet onmiddellijk gebruikt wordt, zijn de bewaartijd van de bereide oplossing en
omstandigheden de verantwoordelijkheid van de gebruiker en mag dit normaal niet langer dan 24 uur
aan 2-8°C zijn.
Na gebruik moet eventueel overgebleven oplossing onmiddellijk worden weggeworpen.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het etiket
na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
INHOUD VAN DE VERPAKKING EN OVERIGE INFORMATIE
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is
Clostridium botulinum
type A toxine-hemagglutininecomplex;
500 E per injectieflacon (E = eenheid van activiteit, 1 ng komt overeen met 40 eenheden).
De andere stoffen in dit middel zijn menselijk albumine en lactose.
De eenheden zijn specifiek voor een product en zijn niet verwisselbaar met andere
botulinumtoxineproducten.
Hoe ziet Dysport eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Poeder voor oplossing voor injectie.
Doos met 1 of 2 injectieflacons.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
IPSEN nv, Guldensporenpark 87, 9820 Merelbeke, België
Fabrikant:
Ipsen Manufacturing Ireland Limited, Blanchardstown Industrial Park, Blanchardstown, Dublin 15,
Ierland
Nummer van de vergunning voor het in de handel brengen
BE180521
Afleveringswijze
Geneesmiddel op medisch voorschrift
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in 06/2022.
(basis: new CCDS & AE hypoesthesia ID 14550) + new NDO indication (bladder) ID 15024
8/9
De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de
gezondheidszorg
Na gebruik dient het restant onmiddellijk weggeworpen te worden.
Onmiddellijk na de behandeling van de patiënt moet eventueel resterende Dysport, dat in het flesje of
de injectiespuit aanwezig kan zijn, worden geïnactiveerd met een verdunde hypochlorietoplossing (1%
beschikbaar chloor). Daarna moeten alle onderdelen worden opgeruimd in overeenstemming met de
standaard ziekenhuispraktijken.
Resterende hoeveelheden Dysport in flacon of injectiespuit, alsook ongebruikte flacons kunnen veilig
vernietigd worden door autoclaveren met een kleine hoeveelheid water.
Gemorst product dient te worden opgeveegd met een absorberende doek gedrenkt in verdunde
hypochlorietoplossing.
Instructies voor gebruik
Traceerbaarheid
Om de traceerbaarheid van biologische geneesmiddelen te verbeteren, moeten de naam en het
chargenummer van het toegediende product duidelijk worden geregistreerd.
(basis: new CCDS & AE hypoesthesia ID 14550) + new NDO indication (bladder) ID 15024
9/9
Dysport 500 E, poeder voor oplossing voor injectie
Clostridium botulinum type A toxine-hemagglutininecomplex
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken, want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet
in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Dysport en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Dysport en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Dysport bevat als werkzame stof een toxine die wordt aangemaakt door de bacterie Clostridium
botulinum. Het toxine werkt door de samentrekking van de spieren te stoppen (waardoor de spieren
verslappen).
Dysport is aangewezen bij de behandeling van
ooglidkramp
kramp van het aangezicht
kramp van hals- en nekspieren
kinderen (van 2 jaar of ouder) met spasticiteit in de armen en spasticiteit in de benen (om het
stappen te bevorderen), als gevolg van hersenverlamming (cerebral palsy)
verhoogde spierspanning (spasticiteit) van de bovenste ledematen bij volwassenen
verhoogde spierspanning (spasticiteit) in het enkelgewricht (onvrijwillige contracties, spasmen van
de beenspieren die de normale beenfunctie kunnen verhinderen) bij volwassenen na een beroerte of
hersenletsel
overmatige zweetproductie via de oksels (axillaire hyperhidrosis).
urineverlies (urine-incontinentie) als gevolg van blaasproblemen bij ruggenmergletsel of multiple
sclerose bij patiënten die geregeld blaassondering ondergaan, dit wil zeggen de blaas leegmaken
via een dun plastic slangetje.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
Als u een urineweginfectie heeft op het moment dat u behandeld wordt voor urineverlies.
(basis: new CCDS & AE hypoesthesia ID 14550) + new NDO indication (bladder) ID 15024
De injectie van Dysport mag enkel gebeuren door een arts met ervaring met het gebruik van
botulinum toxine. Men moet zich bewust zijn van de toxiciteit (giftigheid) van Dysport en de
daaraan verbonden risico's, zowel bij de bereiding als bij de toediening van het product. Raadpleeg
uw arts.
Wanneer u na behandeling met Dysport problemen heeft met het slikken, praten of ademhalen,
neem dan onmiddellijk contact op met een arts. U heeft onmiddellijk medische behandeling nodig.
Wanneer u spierzwakte ervaart op een andere plaats dan de toedieningsplaats, raadpleeg dan uw
arts.
Indien u een stoornis van de spieractiviteit heeft (bijvoorbeeld spierzwakte), kan u na behandeling
met Dysport een uitgesproken spierzwakte hebben. Het is mogelijk dat u spierstoornissen krijgt die
u vóór het gebruik van Dysport niet had gemerkt.
Als bij een tweede behandeling de werking van Dysport minder sterk is, is dit mogelijk veroorzaakt
door de vorming van antistoffen tegen de werkzame stof, al komt dit niet vaak voor.
Wanneer u problemen heeft met de bloedstolling, of een infectie of ontsteking heeft op de plaats
van injectie, mag Dysport enkel toegediend worden indien strikt noodzakelijk.
Wanneer de spieren die behandeld worden (op de injectieplaats) een teken van spierafbraak
(atrofie) vertonen.
Dysport bevat een kleine hoeveelheid menselijk albumine. Het risico op de overdracht van virale
infecties kan niet met absolute zekerheid worden uitgesloten bij het gebruik van bloed of
bloedproducten van menselijke oorsprong.
Wanneer Dysport wordt gebruikt in de spieren rond het oog, kunnen uw ogen droog worden (zie
rubriek 4) wat het oppervlak van uw ogen kan beschadigen. Om dit te voorkomen kan het nodig
zijn om u te behandelen met beschermende druppels, zalven of een beschermende afdekking die
het oog afsluit. Uw arts zal u vertellen of dit nodig is.
Verschillende vormen van botulinum toxine A complex hoeven niet bio-equivalent (gelijk) te zijn.
Bij het overschakelen van het ene botulinum toxine bevattende product naar het andere dient
opnieuw naar de optimale dosering te worden gezocht met inachtneming van de instructies in de
bijsluiter.
Allergische reacties zijn mogelijk. Zoals gebruikelijk moeten steeds middelen beschikbaar zijn
voor de behandeling van ernstige allergische reacties over het hele lichaam (anafylactische shock).
Als u nog andere geneesmiddelen neemt, gelieve ook de rubriek `Gebruikt u nog andere
geneesmiddelen?' te lezen.
Wees extra voorzichtig als u behandeld wordt voor spierspasmen van de onderste ledematen
(spasticiteit van het enkelgewricht). Volwassenen en vooral ouderen kunnen een verhoogd risico op
vallen hebben.
Op het moment van de inspuiting in de blaas om urineverlies te behandelen, kan u door de wijze
waarop deze inspuiting gebeurt, mogelijk een ongecontroleerde reflexreactie van uw lichaam ervaren
(autonome dysreflexie, bijv. hevig zweten, kloppende hoofdpijn, een verhoogde bloeddruk of een
snellere pols).
Raadpleeg uw arts indien één van de bovenstaande waarschuwingen voor u van toepassing is, of dat in
het verleden is geweest.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Dysport nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker.
Wees extra voorzichtig met middelen die de spieren ontspannen of die een invloed hebben op de
overdracht van signalen van de zenuwen naar de spieren, zoals bepaalde antibiotica (aminoglycosiden
en spectinomycine).
Waarop moet u letten met eten en drinken?
(basis: new CCDS & AE hypoesthesia ID 14550) + new NDO indication (bladder) ID 15024
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Dysport is niet aanbevolen tijdens de zwangerschap, tenzij beslist noodzakelijk.
Dysport is niet aanbevolen tijdens de borstvoeding.
Gebruik bij kinderen
Voor de behandeling van spasticiteit in de benen als gevolg van hersenverlamming mag Dysport enkel
gebruikt worden bij kinderen van 2 jaar of ouder.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Mocht u een tijdelijke verzwakking van de spieren of een probleem met het gezichtsvermogen ervaren
na behandeling met Dysport, dan moet u voorzichtig zijn bij het rijden of het gebruik van machines.
Dysport bevat humaan albumine, afkomstig uit menselijk bloed.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
De injectie moet gegeven worden door een geneesheer-specialist volgens een door haar/hem gekend
schema. Een injectieflacon Dysport mag alleen voor uzelf worden gebruikt en uitsluitend voor één
behandelingssessie.
Het poeder wordt na oplossen in een zoutoplossing (0,9% natriumchloride) onderhuids of in de spier
geïnjecteerd. Men kan zich verwachten aan een vermindering van de symptomen in de 2 tot
4 dagen die volgen op de toediening. Het maximaal effect wordt bekomen in de twee volgende weken.
Om het heroptreden van de symptomen te voorkomen, dienen de injecties herhaald te worden.
Hieronder volgt voor elke situatie meer informatie.
Ooglidkramp
Voor ooglidkramp, waarbij één of beide ogen zijn aangedaan, bevat de eerste injectie ongeveer 40
eenheden per oog. De injectie wordt vlak onder de huid rond het oog gegeven. Uw arts bepaalt op
welke plaatsen de injectie wordt gegeven en hoeveel Dysport u precies nodig heeft. Wanneer de
spierontspannende werking begint te verminderen, krijgt u een nieuwe injectie, maar dit gebeurt niet
vaker dan om de 12 weken. Tijdens de volgende bezoeken aan uw arts kan de hoeveelheid Dysport die
u krijgt zo nodig worden verhoogd tot 60, 80 of 120 eenheden per oog.
Kramp van het aangezicht
Bij kramp van het aangezicht (aan één kant van uw gezicht) krijgt u van uw arts injecties zoals bij
ooglidkramp, maar alleen aan de kant van uw gezicht waar de aandoening zich voordoet. Wanneer de
spierontspannende werking begint te verminderen, krijgt u een nieuwe injectie, maar dit gebeurt niet
vaker dan om de 12 weken.
Kramp van hals- en nekspieren
Bij kramp van hals- en nekspieren bedraagt de eerste dosis Dysport ongeveer 500 eenheden. Uw arts
verdeelt de hoeveelheid Dysport over een aantal plaatsen in uw hals, in de 2 of 3 nekspieren die het
meest zijn aangedaan. Uw arts bepaalt ook hoeveel er moet worden toegediend en in welke spieren de
injecties moeten worden gegeven. U krijgt ongeveer elke 16 weken een injectie, afhankelijk van de
duur van de spierverslappende werking, maar niet vaker dan om de 12 weken. Uw arts bepaalt
wanneer u de volgende injectie nodig heeft en hoeveel Dysport er moet worden toegediend.
Spasticiteit in de benen van kinderen als gevolg van hersenverlamming (cerebral palsy)
(basis: new CCDS & AE hypoesthesia ID 14550) + new NDO indication (bladder) ID 15024
Voor de behandeling van spierspasmen in de armen van kinderen met hersenverlamming (cerebral
palsy)
Kinderen van 2 jaar of ouder: de dosering wordt bepaald door uw arts. Dysport wordt ingespoten in de
getroffen spieren van de armen. Als de behandeling in één arm wordt ingespoten, mag de dosering
tijdens een bepaalde behandelingssessie niet hoger zijn dan 640 eenheden of 16 eenheden/kg,
afhankelijk van wat het laagst is. Als de behandeling in beide armen wordt ingespoten, mag de
dosering tijdens een bepaalde behandelingssessie niet hoger zijn dan 840 eenheden of 21 eenheden/kg,
afhankelijk van wat het laagst is. Uw spierspasmen zouden normaal gezien moeten verbeteren binnen
enkele weken na de behandeling en deze verbetering kan tot 34 weken aanhouden. Uw arts zal de
behandeling ongeveer om de 16 tot 28 weken herhalen, of zoals nodig, maar niet vaker dan om de 12
weken.
Voor de behandeling van spierspasmen in de armen en benen van kinderen met hersenverlamming
(cerebral palsy)
Als behandeling vereist is in de armen en de benen tijdens dezelfde behandelingssessie, moet de
dosering van Dysport, die dient ingespoten te worden in elk lidmaat, bepaald worden door uw arts,
maar de totale dosis per behandelingssessie mag niet hoger zijn dan 1.000 eenheden of 30
eenheden/kg, afhankelijk van wat het laagst is. Een herhaling van de gecombineerde behandeling van
armen en benen mag niet eerder dan 12 tot 16 weken na de vorige behandelingssessie worden
overwogen.
Verhoogde spierspanning (spasticiteit) in de bovenste ledematen
Voor de behandeling van een verhoogde spierspanning (spasticiteit) in de bovenste ledematen zal
Dysport toegediend worden in een ziekenhuis, gespecialiseerd in de behandeling van deze aandoening.
De arts zal het geneesmiddel injecteren en hij of zij is hiertoe opgeleid. De eerste dosis Dysport
bedraagt ongeveer 1.000 eenheden. Als uw schouderspieren ook behandeld worden, kan de dosering
tot 1.500 eenheden gaan. De arts zal de hoeveelheid verdelen tussen de betrokken spieren. De injecties
worden met een interval van ongeveer 12 tot 16 weken toegediend. Verbetering van de spasticiteit zal
gewoonlijk optreden na 1 week.
Verhoogde spierspanning (spasticiteit) in de onderste ledematen
De dosis Dysport zal gewoonlijk 1.500 eenheden zijn en normaal niet hoger. De arts kan de
hoeveelheid verdelen over de getroffen beenspieren.
De injecties worden gewoonlijk om de 12 tot 16 weken toegediend.
Verhoogde spierspanning (spasticiteit) in zowel de onderste als de bovenste ledematen
Als u in één sessie zowel in uw arm als in uw been inspuitingen nodig hebt, mag uw arts de
hoeveelheid verdelen over uw arm en been, maar de totale dosis mag niet hoger zijn dan 1.500
eenheden.
Overmatige zweetproductie van de oksels
Voor overmatige zweetproductie van de oksels wordt bij een eerste toediening per oksel 10 eenheden
Dysport op 10 plaatsen ingespoten. Normaal geeft deze toediening een effect van 48 weken, doch het
effect kan individueel verschillend zijn. Bij een nieuwe toediening kan de dosis verhoogd worden tot
maximum 200 eenheden per oksel. De frequentie van toediening is maximaal om de 12 weken.
Urineverlies
De eerste dosis die in uw blaasspier wordt toegediend, zal 600 eenheden zijn, maar uw arts kan
beslissen om de dosis te verhogen tot 800 eenheden voor de volgende inspuitingen.
(basis: new CCDS & AE hypoesthesia ID 14550) + new NDO indication (bladder) ID 15024
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Als er meer Dysport wordt gegeven dan u nodig hebt, kan het gebeuren dat andere spieren dan de
spieren waarin Dysport werd geïnjecteerd, zwak beginnen te worden. Dat gebeurt niet altijd meteen.
Neem onmiddellijk contact op met uw arts als dit gebeurt.
Zoek onmiddellijk medische hulp als u problemen krijgt bij het slikken, praten of ademhalen.
Wanneer u teveel van Dysport heeft gekregen, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts,
apotheker of het Antigifcentrum (070/245.245).
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Niet van toepassing.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Overleg altijd met uw arts indien u overweegt om te stoppen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Algemeen
Overgevoeligheid werd af en toe gemeld.
Zoek dringende medische hulp als u ademhalingsproblemen ontwikkelt met of zonder zwelling van
het gezicht, de tong, de lippen en/of keel, roodheid van de huid en huiduitslag met jeuk (netelroos of
urticaria). Dit kan erop wijzen dat u een allergische reactie op Dysport heeft.
Bijwerkingen die het gevolg zijn van de spreiding van de effecten van het toxine naar plaatsen
verwijderd van de injectieplaats (uitgesproken spierzwakte, slikstoornissen, longontsteking als gevolg
van de aspiratie van een vreemde stof (aspiratiepneumonie) die fataal kan zijn) werden zeer zelden
gemeld.
Vaak (bij 1 tot 10 op 100 patiënten)
algemene zwakte (asthenie), vermoeidheid, griepachtig ziektegevoel, pijn ter hoogte van de
injectieplaats/kneuzing
Soms (bij 1 tot 10 op 1.000 patiënten)
(basis: new CCDS & AE hypoesthesia ID 14550) + new NDO indication (bladder) ID 15024
Bij de behandeling van ooglidkramp en kramp van het aangezicht
Zeer vaak (bij meer dan 1 op 10 patiënten)
verzakking van één of beide oogleden (ptosis)
Vaak (bij 1 tot 10 op 100 patiënten)
gedeeltelijke verlamming van de gelaatszenuw (facialisparese), droge ogen, verhoogde
tranenvloed, dubbel zicht (diplopie), opzwelling van het ooglid
Soms (bij 1 tot 10 op 1.000 patiënten)
volledige verlamming van de gelaatszenuw (nervus facialis)
Zelden (bij 1 tot 10 op 10.000 patiënten)
verlamming van de oogspieren (oftalmoplegie), het naar binnen kantelen van de rand van het
ooglid (entropion)
Bij de behandeling van kramp van hals- en nekspieren
Zeer vaak (bij meer dan 1 op 10 patiënten)
moeilijkheden bij het slikken (dysfagie), droge mond, spierzwakte
Vaak (bij 1 tot 10 op 100 patiënten)
verandering van de stem (dysfonie), kortademigheid (dispneu), hoofdpijn, duizeligheid,
verlamming van een deel van het aangezicht (facialisparese), wazig zicht, verminderde
gezichtsscherpte, nekpijn, spierpijn, pijn in de ledematen, spierstijfheid
Soms (bij 1 tot 10 op 1.000 patiënten)
dubbel zicht (diplopie), verzakking van één of beide oogleden (ptosis), verkleining van de spieren
(spieratrofie), kaakaandoening, misselijkheid (nausea)
Zelden (bij 1 tot 10 op 10.000 patiënten)
slikstoornissen (aspiratie)
Bij de behandeling van spasticiteit in de benen van kinderen als gevolg van hersenverlamming
(cerebral palsy)
Vaak (bij 1 tot 10 op 100 patiënten)
spierpijn, verzwakking van de beenspieren, onvermogen om de urine op te houden, griepachtige
symptomen, pijn, roodheid, kneuzingen rond de inspuitplek, abnormale gang, vermoeidheid, vallen
Soms (bij 1 tot 10 op 1.000 patiënten)
krachtverlies en zwakte
Bij de behandeling van spierspasmen in de armen van kinderen met hersenverlamming (cerebral
palsy)
Vaak (bij 1 tot 10 op 100 patiënten)
spierzwakte, spierpijn, griepachtige symptomen, vermoeidheid, jeuk, blauwe plek, pijn, zwelling
en huiduitslag op de injectieplaats, huiduitslag
Soms (bij 1 tot 10 op 1.000 patiënten)
verlies van kracht en zwakte
Bij de behandeling van spierspasmen in de armen en benen van kinderen met hersenverlamming
(cerebral palsy)
Er zijn geen specifieke bevindingen waargenomen bij de toediening van Dysport in armen en benen
tijdens dezelfde behandelingssessie in vergelijking met deze die verwacht worden bij de behandeling
van armen of benen afzonderlijk.
Bij de behandeling van een verhoogde spierspanning (spasticiteit) in de bovenste ledematen bij
volwassenen
(basis: new CCDS & AE hypoesthesia ID 14550) + new NDO indication (bladder) ID 15024
-
zoals kan verwacht worden bij iedere injectiemethode : reacties ter hoogte van de plaats van
injectie (bijv. pijn, roodheid, zwelling, kneuzing of bloeding, enz.)
-
spierzwakte
Soms (bij 1 tot 10 op 1.000 patiënten)
- algemene zwakte, vermoeidheid, griepachtige symptomen
Verder werden in bepaalde studies ook volgende bijwerkingen vastgesteld: loopstoornis, kneuzing of
bloeding ter hoogte van de injectieplaats, spier- en gewrichtspijn of pijn ter hoogte van de handen en
vingers, spierstijfheid, moeilijkheden bij het slikken.
Bij de behandeling van een verhoogde spierspanning (spasticiteit) in de onderste ledematen bij
volwassenen
Vaak (bij 1 tot 10 op 100 patiënten)
vallen, zwakte in de beenspieren, spierpijn, slikmoeilijkheden, algemene zwakte, vermoeidheid,
griepachtig ziektegevoel, reacties ter hoogte van de injectieplaats (pijn, kneuzing, huiduitslag, jeuk)
Bij de behandeling van overmatige zweetproductie van de oksels
Vaak (bij 1 tot 10 op 100 patiënten)
overmatig zweten op andere plaatsen dan de oksel, kortademigheid, pijn in de schouder, bovenarm
en nek, spierpijn in schouder en kuit
Soms (bij 1 tot 10 op 1.000 patiënten)
draaierigheid, hoofdpijn, prikkelend gevoel, onwillekeurige spiersamentrekkingen van het ooglid,
blozen, neusbloeding
Bij de behandeling van urineverlies door ongecontroleerde samentrekkingen van de blaasspier
Vaak (bij 1 tot 10 op 100 patiënten)
bloed in de urine*, verstopping (constipatie), bacteriën in de urine*, erectiestoornissen (soms
bekend als `impotentie'), urineweginfectie*, hoofdpijn, koorts
Soms (bij 1 tot 10 op 1.000 patiënten)
een verdoofd gevoel, spierzwakte, pijn aan de blaas*, ongecontroleerde reflexreactie van uw
lichaam (autonome dysreflexie)*, niet in staat zijn om de blaas leeg te maken (urine retentie),
bloeding van de blaas of van de plasbuis (opening waardoor u plast).
*deze bijwerking kan verband houden met de werkwijze .
Bijwerkingen kunnen voorkomen na een te diepe of een slecht geplaatste inspuiting die tijdelijk de
spieren in de buurt van de inspuiting verlammen.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
- in België via het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten, Afdeling
Vigilantie, Postbus 97, 1000 Brussel, Madou. Website: www.eenbijwerkingmelden.be. E-mail:
adr@fagg.be.
- in Luxemburg via Division de la Pharmacie et des Médicaments, Direction de la santé, 20, rue de
Bitbourg,
L-1273
Luxembourg-Hamm,
Tel.:
(+352)
2478
5592,
e-mail:
pharmacovigilance@ms.etat.lu,
Link
naar
het
formulier:
https://guichet.public.lu/fr/entreprises/sectoriel/sante/medecins/notification-effets-indesirables-
medicaments.html
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van
dit geneesmiddel.
5.
HOE BEWAART U DIT MIDDEL?
(basis: new CCDS & AE hypoesthesia ID 14550) + new NDO indication (bladder) ID 15024
6.
INHOUD VAN DE VERPAKKING EN OVERIGE INFORMATIE
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is Clostridium botulinum type A toxine-hemagglutininecomplex;
500 E per injectieflacon (E = eenheid van activiteit, 1 ng komt overeen met 40 eenheden).
De andere stoffen in dit middel zijn menselijk albumine en lactose.
De eenheden zijn specifiek voor een product en zijn niet verwisselbaar met andere
botulinumtoxineproducten.
Hoe ziet Dysport eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Poeder voor oplossing voor injectie.
Doos met 1 of 2 injectieflacons.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
IPSEN nv, Guldensporenpark 87, 9820 Merelbeke, België
Fabrikant:
Ipsen Manufacturing Ireland Limited, Blanchardstown Industrial Park, Blanchardstown, Dublin 15,
Ierland
Nummer van de vergunning voor het in de handel brengen
BE180521
Afleveringswijze
Geneesmiddel op medisch voorschrift
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in 06/2022.
(basis: new CCDS & AE hypoesthesia ID 14550) + new NDO indication (bladder) ID 15024
Na gebruik dient het restant onmiddellijk weggeworpen te worden.
Onmiddellijk na de behandeling van de patiënt moet eventueel resterende Dysport, dat in het flesje of
de injectiespuit aanwezig kan zijn, worden geïnactiveerd met een verdunde hypochlorietoplossing (1%
beschikbaar chloor). Daarna moeten alle onderdelen worden opgeruimd in overeenstemming met de
standaard ziekenhuispraktijken.
Resterende hoeveelheden Dysport in flacon of injectiespuit, alsook ongebruikte flacons kunnen veilig
vernietigd worden door autoclaveren met een kleine hoeveelheid water.
Gemorst product dient te worden opgeveegd met een absorberende doek gedrenkt in verdunde
hypochlorietoplossing.
Instructies voor gebruik
Traceerbaarheid
Om de traceerbaarheid van biologische geneesmiddelen te verbeteren, moeten de naam en het
chargenummer van het toegediende product duidelijk worden geregistreerd.
(basis: new CCDS & AE hypoesthesia ID 14550) + new NDO indication (bladder) ID 15024