Ibandronic acid accord 6 mg

BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Ibandronic Acid Accord 2 mg concentraat voor oplossing voor infusie
Ibandronic Acid Accord 6 mg concentraat voor oplossing voor infusie
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Een flacon met 2 ml concentraat voor oplossing voor infusie bevat 2 mg ibandroninezuur (als natrium
monohydraat ).
Een flacon met 6 ml concentraat voor oplossing voor infusie bevat 6 mg ibandroninezuur (als natrium
monohydraat ).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Concentraat voor oplossing voor infusie (steriel concentraat)
Heldere, kleurloze oplossing.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Ibandroninezuur is geïndiceerd voor gebruik bij volwassenen voor
-
-
4.2
Preventie van voorvallen betreffende het skelet (pathologische fracturen, botcomplicaties die
radiotherapie of chirurgie vereisen) bij patiënten met borstkanker en botmetastasen.
Behandeling van door tumor veroorzaakte hypercalciëmie met of zonder metastasen
Dosering en wijze van toediening
Patiënten die met ibandroninezuur worden behandeld, moeten de bijsluiter en de herinneringskaart
krijgen.
Ibandroninezuur therapie moet alleen geïnitieerd worden door artsen met ervaring in de behandeling
van kanker.
Dosering
Preventie van voorvallen betreffende het skelet bij patiënten met borstkanker en botmetastasen
De aanbevolen dosis bij preventie van voorvallen betreffende het skelet bij patiënten met borstkanker
en botmetastasen is 6 mg intraveneuze injectie iedere 3-4 weken gegeven. De dosis moet toegediend
worden als infuus gedurende ten minste 15 minuten.
Een kortere infusietijd (bijvoorbeeld 15 min.) moet alleen toegepast worden bij patiënten met een
normale nierfunctie of een matig verminderde nierfunctie. Er zijn geen gegevens beschikbaar over het
gebruik van een kortere infusietijd bij patiënten met een creatinineklaring van minder dan 50 ml/min.
Voorschrijvers moeten de rubriek
Patiënten met verminderde nierfunctie
hieronder raadplegen voor
aanbevelingen over dosering en toediening bij deze patiëntgroep.
Behandeling van door tumor veroorzaakte hypercalciëmie
2
Alvorens te starten met de behandeling met ibandroninezuur moet de patiënt adequaat zijn
gerehydrateerd met 9 mg/ml (0,9 %) natriumchloride-oplossing. Er moet rekening worden gehouden
met de ernst van de hypercalciëmie alsook met het type tumor. Over het algemeen hebben patiënten
met osteolytische botmetastasen lagere doses nodig dan patiënten met hypercalciëmie van het
humorale type. Bij de meeste patiënten met een ernstige hypercalciëmie (albumine-gecorrigeerd
serumcalcium*
3 mmol/l of
12 mg/dl) zal 4 mg een adequate eenmalige dosis zijn. Bij patiënten
met een matige hypercalciëmie (albumine-gecorrigeerd serumcalcium < 3 mmol/l of < 12 mg/dl) is
2 mg een effectieve dosis. De maximale dosis gebruikt in klinische studies was 6 mg, waarbij echter
geen verbetering van de werkzaamheid werd waargenomen.
* NB: albumine-gecorrigeerde serumcalciumconcentraties worden als volgt berekend:
albumine-gecorrigeerd
serumcalcium (mmol/l)
=
Of
=
serumcalcium (mmol/l) - [0,02 x albumine (g/l)] + 0,8
albumine-gecorrigeerd
serumcalcium (mg/dl) + 0,8 x [4 - albumine (g/dl)]
serumcalcium (mg/dl)
Voor het omrekenen van albumine-gecorrigeerd serumcalcium van mmol/l naar mg/dl dient men het
met 4 te vermenigvuldigen
In de meeste gevallen kan de verhoogde serumcalciumspiegel binnen 7 dagen worden genormaliseerd.
De mediane tijd tot recidief (hernieuwde toename van het albumine-gecorrigeerde serumcalcium
boven 3 mmol/l) bedraagt 18-19 dagen voor de 2 mg en 4 mg doses. Voor de 6 mg dosis bedroeg de
mediane tijd tot recidief 26 dagen.
Een beperkt aantal patiënten (50 patiënten) kreeg een tweede infusie voor hypercalciëmie toegediend.
Herhaling van de behandeling kan overwogen worden bij hernieuwd optreden van hypercalciëmie of
bij onvoldoende werkzaamheid. Ibandroninezuur concentraat voor oplossing voor infusie moet als een
intraveneuze infusie gedurende 2 uur worden toegediend.
Speciale populaties
Patiënten met verminderde leverfunctie
Er is geen dosisaanpassing noodzakelijk (zie rubriek 5.2).
Patiënten met verminderde nierfunctie
Er is geen dosisaanpassing vereist bij patiënten met een mild verminderde nierfunctie (CLcr ≥50 en
<80 ml/min). Bij patiënten met een matig (CLcr ≥30 en <50 ml/min) of ernstig verminderde
nierfunctie (CLcr <30 ml/min) die behandeld worden voor de preventie van voorvallen betreffende het
skelet bij borstkanker en botmetastasen, moeten de volgende doseringsaanbevelingen worden gevolgd
(zie rubriek 5.2):
Creatinineklaring
(ml/min)
≥50 CLcr <80
Dosis
Infusievolume
1
en infusietijd
2
6 mg (6 ml concentraat voor
100 ml gedurende 15 minuten
oplossing voor infusie)
4 mg (4 ml concentraat voor
≥30 CLcr <50
500 ml gedurende 1 uur
oplossing voor infusie)
2 mg (2 ml concentraat voor
<30
500 ml gedurende 1 uur
oplossing voor infusie)
1
0,9% natriumchlorideoplossing of 5% glucoseoplossing
2
Toediening iedere 3 tot 4 weken
Een infusietijd van 15 minuten is niet onderzocht bij kankerpatiënten met een CLCr < 50 ml/min.
Ouderen (> 65 jaar)
Er is geen dosisaanpassing noodzakelijk (zie rubriek 5.2).
3
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van ibandroninezuur bij kinderen en adolescenten onder de leeftijd
van 18 jaar zijn niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar (zie rubriek 5.1 en rubriek 5.2).
Wijze van toediening
Voor intraveneuze toediening.
De inhoud van de injectieflacon moet als volgt worden gebruikt:
Preventie van voorvallen betreffende het skelet – toegevoegd aan 100 ml isotone
natriumchloride-oplossing of 100 ml 5% dextrose-oplossing en toegediend als infuus
gedurende ten minste 15 minuten. Zie ook de rubriek over dosering hierboven voor
patiënten met een verminderde nierfunctie.
Behandeling van door tumor veroorzaakte hypercalciëmie – toegevoegd aan 500 ml
isotone natriumchloride-oplossing of 500 ml 5% dextrose-oplossing en toegediend als
infuus gedurende 2 uur.
Enkel voor eenmalig gebruik. Gebruik alleen een heldere oplossing zonder deeltjes.
Ibandroninezuur concentraat voor oplossing voor infusie moet als intraveneus infuus worden
toegediend.
Er moet voorzichtigheid betracht worden om Ibandronic Acid Accord niet intra-arterieel of paraveneus
toe te dienen omdat dit tot weefselschade kan leiden.
4.3
-
-
4.4
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof(fen) of voor (één van) de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstof(fen).
Hypocalciëmie.
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Patiënten met stoornissen van het bot- en mineraalmetabolisme
Hypocalciëmie en andere stoornissen van het bot- en mineraalmetabolisme moeten effectief behandeld
worden vóór de aanvang van de behandeling met ibandroninezuur voor gemetastaseerde botziekte.
Toereikende inname van calcium en vitamine D is belangrijk bij alle patiënten. Patiënten moeten extra
calcium en/of vitamine D krijgen indien de inname via het dieet onvoldoende is.
Anafylactische reactie/shock
Gevallen van anafylactische reactie/shock, waaronder fatale gevallen, zijn gemeld bij patiënten die
werden behandeld met intraveneus ibandroninezuur.
Adequate medische ondersteuning en controlemaatregelen moeten direct beschikbaar zijn wanneer
ibandroninezuur intraveneus wordt toegediend. Wanneer een anafylactische of andere ernstige
overgevoeligheids-/allergische reactie plaatsvindt, stop dan onmiddellijk met de injectie en start een
geschikte behandeling.
Osteonecrose van de kaak
Osteonecrose van de kaak (ONK) is zeer zelden gemeld in de postmarketing setting bij patiënten die
ibandroninezuur krijgen voor kanker (zie rubriek 4.8).
De start van de behandeling of een nieuwe behandelingskuur moet worden uitgesteld bij patiënten met
ongenezen laesies in de weke delen van de mond.
4
Een tandheelkundig onderzoek met preventieve tandheelkunde en een individuele risico-batenanalyse
wordt aanbevolen vóór de behandeling met ibandroninezuur bij patiënten met bijkomende
risicofactoren.
Met de volgende risicofactoren moet rekening worden gehouden wanneer het risico op het
ontwikkelen van ONK wordt geevalueerd voor een individuele persoon:
-
De potentie van het geneesmiddel dat botresorptie remt (hoger risico voor zeer krachtige
verbindingen), de toedieningsweg (hoger risico voor parenterale toediening) en cumulatieve
dosis van de botresorptietherapie.
-
Kanker, comorbide condities (bijv. anemie, coagulopathie, infectie), roken
-
Gelijktijdige therapieën: chemotherapie, angjogenese inhibitoren (zie rubriek 4.5), radiotherapie
aan de nek en het hoofd, corticosteroïden, chemotherapie, angiogeneseremmers, radiotherapie in
het hoofd/halsgebied
Gebrekkige mondhygiëne, periodontale aandoening, slecht passend kunstgebit,
voorgeschiedenis van tandaandoeningen, invasieve tandheelkundige behandelingen, b.v.
tandextracties..
Alle patiënten moeten aangemoedigd worden gedurende de behandeling met ibandroninezuur een
goede mondhygiëne aan te houden, routinematige gebitscontroles te ondergaan, en onmiddellijk alle
orale symptomen te melden zoals loszittende tanden, pijn of zwelling, het niet genezen van zweren of
wondvocht. Tijdens de behandeling mogen invasieve tandheelkundige ingrepen alleen na zorgvuldige
overweging uitgevoerd worden en dienen vermeden te worden kort voor of na toediening van
ibandroninezuur.
Het behandelplan voor patiënten die ONK ontwikkelen, moet worden opgezet in nauwe samenwerking
tussen de behandelend arts en een tandarts of kaakchirurg met expertise in ONK. Tijdelijke
onderbreking van de behandeling met ibandroninezuur moet overwogen worden totdat de aandoening
verdwijnt en risicofactoren waar mogelijk minder worden.
Osteonecrose van de uitwendige gehoorgang
Osteonecrose van de uitwendige gehoorgang is gemeld bij gebruik van bisfosfonaten, vooral in
samenhang met langdurige behandeling. Mogelijke risicofactoren voor osteonecrose van de
uitwendige gehoorgang zijn onder andere gebruik van steroïden en chemotherapie en/of lokale
risicofactoren zoals infectie of trauma. Er dient rekening te worden gehouden met de mogelijkheid van
osteonecrose van de uitwendige gehoorgang bij patiënten die bisfosfonaten toegediend krijgen en bij
wie oorsymptomen waaronder chronische oorinfecties optreden.
Atypische femurfracturen
Bij behandeling met bisfosfonaten zijn atypische subtrochantere en diafysaire femurschachtfracturen
gemeld, met name bij patiënten die langdurig voor osteoporose behandeld worden. Deze transversale
of korte schuine fracturen kunnen langs het hele femur optreden vanaf direct onder de trochanter
minor tot vlak boven de supracondylaire rand. Deze fracturen treden op na minimaal of geen trauma.
Sommige patiënten ervaren pijn in de dij of lies, weken tot maanden voor het optreden van een
volledige femorale fractuur, vaak samen met kenmerken van stressfracturen bij beeldvormend
onderzoek. De fracturen zijn in veel gevallen bilateraal. Daarom moet het contralaterale femur worden
onderzocht bij patiënten die met bisfosfonaten worden behandeld en een femurschachtfractuur hebben
opgelopen. Ook is slechte genezing van deze fracturen gemeld.
Op basis van een individuele beoordeling van de voordelen en risico's moet worden overwogen om de
bisfosfonaattherapie te staken bij patiënten met verdenking op een atypische femurfractuur tot er een
beoordeling is gemaakt van de patiënt.
Patiënten moeten het advies krijgen om tijdens behandeling met bisfosfonaten elke pijn in de dij, heup
of lies te melden. Elke patiënt die zich met zulke symptomen aandient, moet worden onderzocht op
een onvolledige femurfractuur.
5
Patiënten met verminderde nierfunctie
Klinische studies hebben geen bewijs aangetoond voor verslechtering van de nierfunctie bij langdurige
ibandroninezuur therapie. Desalniettemin wordt op geleide van de klinische beoordeling van de
individuele patiënt aanbevolen om nierfunctie, serumcalcium, fosfaat en magnesium te controleren bij
patiënten die behandeld worden met ibandroninezuur (zie rubriek 4.2).
Patiënten met verminderde leverfunctie
Voor patiënten met ernstige leverinsufficiëntie kan geen dosisadvies worden gegeven daar er geen
klinische gegevens beschikbaar zijn (zie rubriek 4.2).
Patiënten met verminderde hartfunctie
Overhydratatie moet worden vermeden bij patiënten met verhoogd risico op hartfalen.
Patiënten met een bekende overgevoeligheid voor andere bisfosfonaten
Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met een bekende overgevoeligheid voor andere
bisfosfonaten.
Hulpstof(fen) met bekend effect
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per flacon; het is dus in 'praktisch
natriumvrij'.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Metabole interacties worden niet waarschijnlijk geacht, omdat ibandroninezuur de voornaamste
humane hepatische P450 isoenzymen niet remt en het is aangetoond dat het het levercytochroom P450
systeem bij ratten niet induceert (zie rubriek 5.2). Ibandroninezuur wordt alleen geëlimineerd door
renale secretie en ondergaat geen bio-transformatie.
Voorzichtigheid wordt geadviseerd wanneer bisfosfonaten worden toegediend met aminoglycosiden,
aangezien beide stoffen de serumcaliumspiegels gedurende langere perioden kunnen verlagen. Aan het
mogelijk bestaan van gelijktijdige hypomagnesiëmie moet ook aandacht worden besteed.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn niet voldoende gegevens over het gebruik van ibandroninezuur bij zwangere vrouwen. Studies
bij ratten hebben reproductietoxiciteit aangetoond (zie rubriek 5.3). Het potentiële risico voor mensen
is onbekend. Daarom mag ibandroninezuur niet gebruikt worden tijdens de
zwangerschap.
Borstvoeding
Het is niet bekend of ibandroninezuur wordt uitgescheiden in moedermelk. Studies bij zogende ratten
hebben de aanwezigheid van lage spiegels van ibandroninezuur in de melk aangetoond na
intraveneuze toediening. Ibandroninezuur mag niet gebruikt worden tijdens de borstvoeding.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen gegevens over het effect van ibandroninezuur bij de mens. In reproductiestudies bij ratten
waar oraal werd toegediend, verminderde ibandroninezuur de vruchtbaarheid. In studies bij ratten
waar intraveneus werd toegediend, verminderde ibandroninezuur de vruchtbaarheid bij hoge
dagelijkse doses (zie rubriek 5.3).
6
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Op basis van het farmacodynamische en farmacokinetische profiel en de gemelde bijwerkingen is het
te verwachten dat ibandroninezuur geen, of een verwaarloosbare invloed heeft op de rijvaardigheid en
op het vermogen om machines te bedienen.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest ernstige bijwerkingen die zijn gemeld zijn anafylactische reactie/shock, atypische
femurfracturen, osteonecrose van de kaak en oogontsteking (zie paragraaf “Beschrijving van
geselecteerde bijwerkingen” en rubriek 4.4).
De behandeling van door tumor veroorzaakte hypercalciëmie gaat het meest frequent gepaard met een
verhoging van de lichaamstemperatuur. Minder vaak is een daling van de serumcalciumwaarde tot
onder de normale grenzen (hypocalciëmie) gemeld. In de meeste gevallen is er geen specifieke
behandeling noodzakelijk en verdwijnen de symptomen na enkele uren/dagen.
Bij de preventie van voorvallen betreffende het skelet bij patiënten met borstkanker en botmetastasen
gaat de behandeling het meest frequent gepaard met asthenie gevolgd door een verhoging van de
lichaamstemperatuur en hoofdpijn.
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
Tabel 1 geeft de bijwerkingen weer uit de fase III hoofdstudies (Behandeling van door tumor
veroorzaakte hypercalciëmie: 311 patiënten behandeld met ibandroninezuur 2 mg of 4 mg; Preventie
van voorvallen betreffende het skelet bij patiënten met borstkanker en botmetastasen:152 patiënten
behandeld met ibandroninezuur 6 mg), en uit postmarketing ervaringen.
Bijwerkingen zijn gerangschikt volgens MedDRA systeem/orgaanklasse en frequentiecategorie.
Frequentiecategorieën zijn gedefinieerd als zeer vaak (> 1/10), vaak (≥ 1/100, < 1/10), soms
(≥ 1/1.000, < 1/100), zelden (≥ 1/10.000, < 1/1.000), zeer zelden (< 1/10.000) en niet bekend (kan met
de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen elke frequentiecategorie worden de
bijwerkingen gepresenteerd in volgorde van afnemende ernst.
Tabel 1 Bijwerkingen gemeld bij intraveneuze toediening van ibandroninezuur
Systeem/orgaanklasse
Vaak
Soms
Cystitis, Vaginitis,
Orale candidiasis
Benigne
huidneoplasma
Anemie,
Bloeddyscrasie
Zelden
Zeer zelden Niet
bekend
Infectie
Infecties en parasitaire
aandoeningen
Neoplasmata, benigne, maligne
en niet-gespecificeerd
Bloed- en
lymfestelselaandoeningen
Immuunsysteemaandoeningen
Endocriene aandoeningen
Voedings- en
Parathyroïd
aandoening
Hypo-
7
Overgevoeli astma
gheid†,
exacerbatie
bronchospas
me†, angio-
oedeem†,
anafylactisc
he
reactie/shoc
k†**
Hypofosfatemie
Systeem/orgaanklasse
stofwisselingsstoornissen
Psychische stoornissen
Zenuwstelselaandoeningen
Vaak
calciëmie**
Soms
Zelden
Zeer zelden Niet
bekend
Oogaandoeningen
Evenwichtsorgaan- en
ooraandoeningen
Hartaandoeningen
Slaapstoornis,
Angst, Affect-
labiliteit
Hoofdpijn,
Cerbrovasculaire
Duizeligheid,
aandoening,
Dysgeusie
Zenuwwortel-
(smaakverstoring) beschadiging,
Amnesie,
Migraine,
Neuralgie,
Hypertonie,
Hyperesthesie,
Circumorale
paresthesie,
Parosmie
Staar
Oogontsteki
ngen**†
Doofheid
Bundeltakblok
Myocardiale
ischemie,
Cardiovasculaire
aandoening,
Palpitaties
Longoedeem,
Stridor
Ademhalingsstelsel-, borstkas-
Zere keel
en mediastinumaandoeningen
8
Systeem/orgaanklasse
Vaak
Soms
Zelden
Maagdarmstelselaandoeningen
Diarree, Braken,
Dyspepsie,
Maagdarm pijn,
Tandaandoening
Lever- en galaandoeningen
Huid- en
onderhuidaandoeningen
Gastro-enteritis,
Dysfagie,
Gastritis,
Mondzweren,
Cheilitis
Cholelithiasis
Huidaandoening, Uitslag, Alopecia
Ecchymose
Zeer zelden Niet
bekend
Skeletspierstelsel- en
bindweefselaandoeningen
Artrose, Myalgie,
Artralgie,
Gewrichts-
aandoening,
botpijn
Nier- en
urinewegaandoeningen
Voortplantingsstelsel- en
borstaandoeningen
Algemene aandoeningen en
toedieningsplaatsstoornissen
Urineretentie,
Niercyste
Bekkenpijn
Koorts,
Griepachtige
ziektever-
schijnselen**,
Perifeer oedeem,
Asthenie, Dorst
Verhoogd
gamma-GT,
verhoogd
creatinine
Hypothermie
Stevens-
johnsonsynd
room†,
erythema
multiforme†
, bulleuze
dermatitis†
Atypische Osteo-
sub-
necrose van
trochantere de kaak**†
en diafysaire Osteo-
femur-
necrose van
schacht-
de
fracturen† uitwendige
gehoorgang
(bijwerking
van de
bisfosfonaat
klasse)
Onderzoeken
Letsels, intoxicaties en
verrichtingscomplicaties
** Zie hieronder voor nadere informatie
† Waargenomen bij postmarketing ervaringen
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Verhoogd
bloedalkaline-
fosfatase,
Gewichtsafname
Verwonding, pijn
op de
injectieplaats
Hypocalciëmie
Een verlaagde renale calciumuitscheiding kan gepaard gaan met een verlaging van de
serumfosfaatspiegels. Daarvoor zijn geen therapeutische maatregelen noodzakelijk. Het serumcalcium
kan dalen tot hypocalciëmische waarden.
9
Griepachtige ziekteverschijnselen
Griepachtige ziekteverschijnselen bestaande uit koorts, rillingen, bot- en/of spierpijn-achtige pijn zijn
voorgekomen. In de meeste gevallen was geen specifieke behandeling noodzakelijk en verdwenen de
symptomen na enkele uren/dagen.
Osteonecrose van de kaak
Gevallen van osteonecrose van het kaakbeen werden gerapporteerd, voornamelijk bij kankerpatiënten
behandeld met geneesmiddelen die de botresorptie remmen, zoals ibandroninezuur (zie rubriek 4.4).
Ook in de postmarketing setting zijn gevallen van ONK gemeld voor ibandroninezuur.
Oogontstekingen
Oogontstekingen zoals uveïtis, episcleritis en scleritis zijn gemeld bij ibandroninezuur. In sommige
gevallen verdwenen de bijwerkingen niet totdat behandeling met ibandroninezuur gestaakt werd.
Anafylactische reactie/shock
Gevallen van anafylactische reactie/shock, waaronder fatale gevallen, zijn gemeld bij patiënten die
werden behandeld met intraveneus ibandroninezuur.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Tot op heden is geen ervaring opgedaan met acute vergiftigingen door ibandroninezuur concentraat
voor oplossing voor infusie. Daar in preklinisch onderzoek bij hoge doses zowel de nieren als de lever
de doelwitorganen voor toxiciteit bleken te zijn, moeten de nier- en leverfuncties worden
gecontroleerd. Een klinisch relevante hypocalciëmie moet door intraveneuze toediening van cal-
ciumgluconaat worden verholpen.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Geneesmiddelen voor de behandeling van botziekten, bisfosfonaten,
ATC-code: M05BA06.
Werkingsmechanisme
Ibandroninezuur behoort tot de groep van bisfosfonaten, welke specifiek inwerken op het bot. De
selectieve invloed op botweefsel is gebaseerd op de hoge affiniteit van bisfosfonaten voor
botmineralen. Bisfosfonaten werken, door de osteoclastische activiteit te remmen, alhoewel het exacte
werkingsmechanisme nog onduidelijk is.
In vivo
voorkomt ibandroninezuur experimenteel geïnduceerde botafbraak, die wordt veroorzaakt door
het niet functioneren van de gonaden, door retinoïden, tumoren of tumorextracten. De remming van de
endogene botresorptie is ook aangetoond in Ca 45 kinetische studies en door het vrijkomen van radio-
actieve tetracycline, die tevoren in het skelet was geïncorporeerd.
Bij doses die aanmerkelijk hoger waren dan de farmacologische werkzame doses had ibandroninezuur
geen enkele invloed op de botmineralisatie.
10
Botresorptie als gevolg van maligne aandoening wordt gekenmerkt door overmatige botresorptie die
niet in balans is met voldoende botvorming. Ibandroninezuur remt selectief de osteoclastactiviteit. Zo
wordt de botresorptie verminderd waardoor de skeletcomplicaties van de maligne ziekte verminderen.
Klinische studies naar de behandeling van door tumor veroorzaakte hypercalciëmie
Klinisch onderzoek naar hypercalciëmie bij maligniteit heeft aangetoond dat de remmende werking
van ibandroninezuur op een door tumor geïnduceerde osteolyse en vooral op een door tumor
geïnduceerde hypercalciëmie, wordt gekenmerkt door afname van serumcalcium en cal-
ciumuitscheiding via de urine.
Binnen de aanbevolen doseringsrichtlijnen zijn de volgende responspercentages met bijbehorende
betrouwbaarheidsintervallen tijdens klinische onderzoeken aangetoond bij patiënten met als
uitgangswaarde een albumine-gecorrigeerd serumcalcium
3,0 mmol/l na adequate rehydratatie:
Dosis
% patiënten met
ibandroninezuur respons
2 mg
54
4 mg
6 mg
76
78
90%
betrouwbaarheidsinterval
44-63
62-86
64-88
De mediane tijd tot het bereiken van normocalciëmie bij deze patiënten en deze doseringen, bedraagt
4-7 dagen. De mediane tijd tot recidief (toename van albumine-gecorrigeerd serumcalcium boven
3,0 mmol/l) bedroeg 18 tot 26 dagen.
Klinische studies naar de preventie van voorvallen betreffende het skelet bij patiënten met borstkanker
en botmetastasen
Klinische studies bij patiënten met borstkanker en botmetastasen hebben aangetoond dat er een
dosisafhankelijk remmend effect op de botosteolyse is, uitgedrukt door merkers van botresorptie en
een dosisafhankelijk effect op skeletgebeurtenissen.
Preventie van voorvallen betreffende het skelet bij patiënten met borstkanker en botmetastasen als
gevolg van borstkanker met ibandroninezuur 6 mg intraveneus toegediend werd beoordeeld in één
gerandomiseerde placebo gecontroleerde fase III studie met een duur van 96 weken. Vrouwelijke
patiënten met borstkanker en radiologisch vastgestelde botmetastasen, werden gerandomiseerd tussen
placebo (158 patiënten) en 6 mg ibandroninezuur (154 patiënten). De resultaten van deze studie
worden hieronder samengevat.
Primaire werkzaamheidseindpunten
Het primaire eindpunt van de studie was de Skelet Morbiditeits Periode Ratio (SMPR). Dit was een
samengesteld eindpunt dat de volgende skelet gerelateerde gebeurtenissen (SRE) als sub-componenten
had:
-
Radiotherapie op het bot voor behandeling van fracturen/ dreigende fracturen
-
Chirurgie van het bot voor behandeling van fracturen
-
Vertebrale fracturen
-
Non-vertebrale fracturen
De analyse van de SMPR werd aangepast aan de tijd en nam in aanmerking dat een of meerdere
gebeurtenissen die voorkwamen in een enkele periode van 12 weken mogelijk gerelateerd kunnen zijn.
Meerdere gebeurtenissen werden daardoor slechts een keer geteld voor het doel van de analyse.
Gegevens uit deze studie toonden een significant voordeel voor intraveneus ibandroninezuur 6 mg
boven placebo aan voor wat betreft de reductie van SREs gemeten door een aan de tijd aangepaste
SMPR (p=0,004). Het aantal SREs was ook significant afgenomen met ibandroninezuur 6 mg en er
11
was een 40 % afname in het risico van een SRE boven placebo (relatief risico 0,6, p=0,003). De
werkzaamheidsresultaten zijn samengevat in tabel 2.
Tabel 2
Werkzaamheidsresultaten (borstkanker patiënten met gemetastaseerde botziekte)
Alle skelet gerelateerde gebeurtenissen (SREs)
Placebo
Ibandroninezuur p-waarde
n=158
6 mg
n=154
SMPR (per patiënt jaar)
Aantal gebeurtenissen (per
patiënt)
SRE relatief risico
1,48
3,64
-
1,19
2,65
0,60
p=0,004
p=0,025
p=0,003
Secundaire werkzaamheidseindpunten
Een statistisch significante verbetering in botpijnscore werd aangetoond voor intraveneus
ibandroninezuur 6 mg in vergelijking met placebo. De pijnafname was gedurende de hele studie
consistent onder de basiswaarde en ging gepaard met een significant afgenomen gebruik van
analgetica. De vermindering in Kwaliteit van Leven was significant minder bij met ibandroninezuur
behandelde patiënten vergeleken met placebo. Tabel 3 is een overzichtstabel van deze secundaire
werkzaamheidsresultaten.
Tabel 3
Secundaire werkzaamheidsresultaten (borstkanker patiënten met gemetastaseerde
botziekte)
Placebo
n=158
Botpijn *
Analgetica gebruik *
Kwaliteit van Leven *
0,21
0,90
-45,4
Ibandroninezuur
6 mg
n=154
-0,28
0,51
-10,3
p-waarde
p<0,001
p=0,083
p=0,004
* Gemiddelde verandering vanaf baseline tot de laatste bepaling.
Er was een duidelijke afname van urinemarkers van botresorptie (pyridinoline en deoxypyridinoline)
bij patiënten behandeld met ibandroninezuur en deze was statistisch significant in vergelijking met
placebo.
In een studie bij 130 patiënten met gemetastaseerde borstkanker is de veiligheid van ibandroninezuur
toegediend via een 1 uur durend infuus vergeleken met toediening via een 15 minuten durend infuus.
Er werd geen verschil gezien in de indicatoren voor de nierfunctie. Het algemene bijwerkingprofiel
van ibandroninezuur na toediening via een 15 minuten durend infuus was consistent met het bekende
veiligheidsprofiel voor langere infusietijden en er werden geen nieuwe bevindingen gedaan met
betrekking tot veiligheid die gerelateerd waren aan het gebruik van een infusietijd van 15 minuten.
Een infusietijd van 15 minuten werd niet bestudeerd in kankerpatiënten met een creatinineklaring van
<50 ml/min.
Pediatrische patiëntenDe veiligheid en werkzaamheid van ibandroninezuur bij kinderen en
adolescenten onder de leeftijd van 18 jaar zijn niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
12
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Na een twee uur durende infusie van 2, 4 of 6 mg ibandroninezuur zijn de farmacokinetische
parameters evenredig met de dosis.
Distributie
Na initiële systemische blootstelling bindt ibandroninezuur snel aan het bot of wordt uitgescheiden in
de urine. Bij mensen is het klaarblijkelijke terminale verdelingsvolume ten minste 90 l en de
hoeveelheid van de dosis die het bot bereikt wordt geschat op 40-50 % van de circulerende dosis.
Eiwitbinding in humaan plasma is ongeveer 87 % bij therapeutische concentraties, waardoor interactie
met andere geneesmiddelenals gevolg van substitutie onwaarschijnlijk is.
Biotransformatie
Er is geen bewijs dat ibandroninezuur bij dieren of mensen gemetaboliseerd wordt.
Eliminatie
Het bereik van waargenomen klaarblijkelijke halfwaardetijden is breed en afhankelijk van de dosis en
assaygevoeligheid, maar de klaarblijkelijke terminale halfwaardetijd ligt in het algemeen tussen de 10
en 60 uur. Vroege plasmaspiegels dalen echter snel, waarbij 10 % van de piekwaarden bereikt worden
binnen 3 en 8 uur na respectievelijk intraveneuze of orale toediening. Er werd geen systemische
ophoping waargenomen wanneer ibandroninezuur intraveneus eenmaal iedere 4 weken gedurende 48
weken toegediend werd aan patiënten met gemetastaseerde botziekte.
De totale klaring van ibandroninezuur is laag met gemiddelde waarden tussen 84 - 160 ml/min.
Nierklaring (ongeveer 60 ml/min bij gezonde postmenopauzale vrouwen) neemt 50-60 % van de totale
klaring voor zijn rekening en is gerelateerd aan de creatinineklaring. Er wordt aangenomen dat het
verschil tussen de klaarblijkelijk totale en renale klaring de opname door het bot weergeeft.
De uitscheidingsroute via renale eliminatie lijkt geen bekende zure of basische transportsystemen te
bevatten, die betrokken zijn bij de uitscheiding van andere werkzame stoffen. Daarnaast remt
ibandroninezuur niet de voornaamste humane hepatische P450-isoenzymen en induceert het niet het
hepatische cytochroom P450-systeem bij ratten.
Farmacokinetiek bij speciale populaties
Geslacht
Biologische beschikbaarheid en farmacokinetiek van ibandroninezuur zijn vergelijkbaar bij mannen en
vrouwen.
Ras
Er is geen bewijs voor klinisch relevante interethnische verschillen tussen Aziaten en Kaukasiërs bij
ibandroninezuur dispositie. Er is slechts een erg beperkt aantal gegevens beschikbaar bij patiënten van
Afrikaanse herkomst.
Patiënten met verminderde nierfunctie
De blootstelling aan ibandroninezuur bij patiënten met een verschillende mate van verminderde
nierfunctie is gerelateerd aan de creatinineklaring (CLcr). Bij patiënten met een ernstig verminderde
nierfunctie (gemiddeld geschatte CLcr = 21,2 ml/min), steeg de dosis-gecorrigeerde gemiddelde
AUC
0-24h
met 110% vergeleken met gezonde vrijwilligers. In de klinisch farmacologische trial
WP18551 steeg na een enkelvoudige intraveneuze dosis van 6 mg (15 minuten infusie), de gemiddelde
AUC
0-24
met 14% en 86%, respectievelijk bij patiënten met milde (gemiddeld geschatte
CLcr=68,1 ml/min) en matig (gemiddeld geschatte CLcr=41,2 ml/min) verminderde nierfunctie
vergeleken met gezonde vrijwilligers (gemiddeld geschatte CLcr=120 ml/min). De gemiddelde C
max
was niet verhoogd bij patiënten met mild verminderde nierfunctie en nam met 12% toe bij patiënten
13
met een matig verminderde nierfunctie. Er is geen dosisaanpassing vereist bij patiënten met een mild
verminderde nierfunctie (CLcr ≥50 en <80 ml/min). Bij patiënten met een matig (CLcr ≥30 en
<50 ml/min) of ernstig verminderde nierfunctie (CLcr <30 ml/min) die behandeld worden voor de
preventie van voorvallen betreffende het skelet bij borstkanker en botmetastasen, wordt een
aanpassing van de dosis aanbevolen (zie rubriek 4.2).
Patiënten met verminderde leverfunctie (zie rubriek 4.2)
Er zijn geen farmacokinetische gegevens voor ibandroninezuur bij patiënten die verminderde
leverfunctie hebben. De lever speelt geen significante rol in de klaring van ibandroninezuur omdat het
niet gemetaboliseerd wordt maar geklaard via uitscheiding via de nieren en door opname in het bot.
Daarom zijn dosisaanpassingen niet noodzakelijk bij patiënten met verminderde leverfunctie.
Bovendien is het onwaarschijnlijk dat hypoproteïnemie bij ernstige leverziekte leidt tot klinisch
significante verhogingen in de vrije plasmaconcentraties aangezien eiwitbinding van ibandroninezuur
ongeveer 87 % is bij therapeutische concentraties.
Ouderen (zie rubriek 4.2)
In een multivariantieanalyse werd niet gevonden dat leeftijd een onafhankelijke factor van een van de
bestudeerde farmacokinetische parameters is. Omdat de nierfunctie daalt met de leeftijd is dit de enige
factor waar rekening mee gehouden moet worden (zie paragraaf verminderde nierfunctie)
Pediatrische patiënten (zie rubriek 4.2 en rubriek 5.1)
Er zijn geen gegevens over het gebruik van ibandroninezuur bij patiënten jonger dan 18 jaar.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische effecten werden uitsluitend waargenomen na blootstelling die geacht wordt beduidend
hoger te liggen dan het maximale niveau waaraan de mens wordt blootgesteld, zodat deze niet relevant
zijn voor klinische doeleinden. Evenals bij andere bisfosfonaten, is vastgesteld dat de nier het primaire
doelorgaan is met betrekking tot systemische toxiciteit.
Mutageniteit/ carcinogeniteit
Er werd geen indicatie voor carcinogene potentie waargenomen. Testen voor genotoxiciteit onthulden
geen bewijs voor genetische activiteit voor ibandroninezuur.
Reproductietoxiciteit
Er werden geen aanwijzingen van directe foetale toxiciteit of teratogene effecten waargenomen voor
ibandroninezuur bij intraveneus behandelde ratten en konijnen. In reproductiestudies bij ratten waar
oraal werd toegediend, bestonden de effecten op de vruchtbaarheid uit een toename van pre-
implantatieverlies bij doseringen van 1 mg/kg/dag en hoger. In reproductiestudies bij ratten waar
intraveneus werd toegediend, verminderde ibandroninezuur het aantal spermatozoïden bij doseringen
van 0,3 en 1 mg/kg/dag, verminderde vruchtbaarheid bij mannetjes bij 1 mg/kg/dag en bij vrouwtjes
bij 1,2 mg/kg/dag. Bijwerkingen van ibandroninezuur in reproductietoxociteit studies bij de rat waren
degene die verwacht werden bij deze klasse van geneesmiddelen (bisfosfonaten). Ze omvatten een
verminderd aantal van implantatieplaatsen, verstoring van de natuurlijke bevalling (dystocia), een
verhoging van inwendige variaties (nierbekken urineleider syndroom) en tandafwijkingen bij F1
nakomelingen van ratten.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Natriumchloride
Natriumacetaat-trihydraat
Ijsazijn
14
Water voor injecties
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Om eventuele onverenigbaarheden te vermijden, moet ibandroninezuur concentraat voor oplossing
voor infusie uitsluitend worden verdund met een isotone oplossing van natriumchloride of van 5 %
glucose.
Ibandroninezuur concentraat voor oplossing voor infusie mag niet gemengd worden met calcium-
bevattende oplossingen.
6.3
3 jaar
Na verdunning:
De chemische en fysische stabiliteit tijdens gebruik na verdunning in 9 mg/ml (0,9%)
natriumchlorideoplossing of 5% glucoseoplossing is aangetoond voor 36 uur bij 25 °C en 2 °C - 8 °C .
Uit microbiologisch oogpunt dient de oplossing voor infusie onmiddellijk gebruikt te worden. Indien
het niet onmiddellijk gebruikt wordt, zijn de gebruiksbewaartijden en -omstandigheden voorafgaand
aan het gebruik de verantwoordelijkheid van de gebruiker en deze zijn normalerwijze niet langer dan
24 uur bij 2 °C - 8 °C, tenzij verdunning onder gecontroleerde en gevalideerde aseptische
omstandigheden heeft plaatsgevonden.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Voor de bewaarcondities van het geneesmiddel na verdunning, zie rubriek 6.3.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
6 ml glazen flacon (type I) met stop van ethyleen-tetrafluorethyleen rubber en aluminium zekering met
lavendelkleurige flip-off dop. Het wordt geleverd in verpakkingen à 1 flacon met 2 ml concentraat.
6 ml glazen flacon (type I) met stop van ethyleen-tetrafluorethyleen rubber en aluminium zekering met
roze flip-off dop. Het wordt geleverd in verpakkingen à 1, 5 of 10 flacons met 6 ml concentraat.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
15
EU/1/12/798/001
EU/1/12/798/002
EU/1/12/798/003
EU/1/12/798/004
9.
DATUM EERSTE VERGUNNINGVERLENING
Datum eerste vergunningverlening : 19 november 2012
Datum van laatste verlenging: 18 september 2017
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
16
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Ibandronic Acid Accord 3 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Eén voorgevulde spuit met 3 ml oplossing bevat 3 mg ibandroninezuur (als natriummonohydraat).
Elke ml oplossing bevat 1 mg ibandroninezuur.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie (injectie).
Heldere, kleurloze oplossing.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Behandeling van osteoporose bij postmenopauzale vrouwen met een verhoogd risico op fracturen (zie
rubriek 5.1).
Een reductie van het risico op vertebrale fracturen is aangetoond; de effectiviteit bij
femurhalsfracturen is niet vastgesteld.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Patiënten die met ibandroninezuur worden behandeld, moeten de bijsluiter en de herinneringskaart
krijgen.
Dosering
De aanbevolen dosis van ibandroninezuur is 3 mg, toegediend als een intraveneuze injectie in 15-30
seconden, elke 3 maanden.
Patiënten dienen aanvullend calcium en vitamine D te krijgen (zie rubriek 4.4 en rubriek 4.5).
Indien een dosis gemist wordt, dient de injectie zodra het past, toegediend te worden. Vervolgens
dienen de injecties elke 3 maanden vanaf de datum van de laatste injectie toegediend te worden.
De optimale duur van de behandeling van osteoporose met een bisfosfonaat is niet vastgesteld. De
noodzaak van voortgezette behandeling moet periodiek heroverwogen worden op basis van de
voordelen en potentiële risico's van ibandroninezuur voor de individuele patiënt, met name na 5 jaar
gebruik of langer.
Speciale populaties
Patiënten met een verminderde nierfunctie
Ibandroninezuur injectie wordt niet aanbevolen voor gebruik bij patiënten met een serumcreatinine
hoger dan 200 μmol/l (2,3 mg/dl) of met een creatinineklaring (gemeten of geschat) lager dan
17
30 ml/min, vanwege de beperkte klinische gegevens uit studies met zulke patiënten (zie rubriek 4.4 en
rubriek 5.2).
Er is geen dosisaanpassing vereist bij patiënten met een licht tot matig verminderde nierfunctie waarbij
het serumcreatinine lager is dan of gelijk is aan 200 μmol/l (2,3 mg/dl) of waarbij de creatinineklaring
(gemeten of geschat) groter is dan of gelijk is aan 30 ml/min.
Patiënten met een verminderde leverfunctie
Er is geen dosisaanpassing vereist (zie rubriek 5.2).
Ouderen (>65 jaar)
Er is geen dosisaanpassing vereist (zie rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
Er is geen relevante toepassing van ibandroninezuur bij kinderen onder de 18 jaar, en ibandroninezuur
is niet onderzocht in deze populatie (zie rubriek 5.1 en rubriek 5.2).
Wijze van toediening
Voor intraveneus gebruik in 15-30 seconden, elke 3 maanden.
Het is vereist dat alleen intraveneus wordt toegediend (zie rubriek 4.4).
4.3
-
-
4.4
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor (één van) de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstof(fen)
Hypocalciëmie
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Toedieningsfouten
Er dient voor gezorgd te worden dat ibandroninezuur injectie niet intra-arterieel of paraveneus wordt
toegediend, aangezien dit weefselbeschadiging kan veroorzaken.
Hypocalciëmie
Ibandroninezuur kan, zoals andere intraveneus toegediende bisfosfonaten, een tijdelijke afname van de
serumcalciumwaarden veroorzaken.
Bestaande hypocalciëmie dient gecorrigeerd te worden vóór aanvang van de behandeling met
ibandroninezuur injectie. Andere stoornissen in het bot- en mineraalmetabolisme dienen ook effectief
behandeld te worden voor met de behandeling met ibandroninezuur injectie gestart wordt.
Alle patiënten dienen een adequate aanvullende hoeveelheid calcium en vitamine D te krijgen.
Anafylactische reactie/shock
Gevallen van anafylactische reactie/shock, waaronder fatale gevallen, zijn gemeld bij patiënten die
werden behandeld met intraveneus ibandroninezuur.
Adequate medische ondersteuning en controlemaatregelen moeten direct beschikbaar zijn wanneer
ibandroninezuur intraveneus wordt toegediend. Wanneer een anafylactische of andere ernstige
overgevoeligheids-/allergische reactie plaatsvindt, stop dan onmiddellijk met de injectie en start een
geschikte behandeling.
Verminderde nierfunctie
18
Patiënten met andere aandoeningen of die geneesmiddelen gebruiken welke mogelijk bijwerkingen
met betrekking tot de nieren veroorzaken, dienen regelmatig, in lijn met goed medisch handelen,
gecontroleerd te worden tijdens de behandeling.
Vanwege de beperkte klinische ervaring, wordt ibandroninezuur injectie niet aanbevolen bij patiënten
met een serumcreatinine hoger dan 200 μmol/l (2,3 mg/dl) of met een creatinineklaring lager dan
30 ml/min (zie rubriek 4.2 en rubriek 5.2).
Patiënten met hartaandoeningen
Overhydratatie moet worden vermeden bij patiënten die een risico lopen op hartfalen.Osteonecrose
van de kaak
Osteonecrose van de kaak (ONK) is zeer zelden gemeld in de postmarketing setting bij patiënten die
ibandroninezuur krijgen voor kanker (zie rubriek 4.8).
De start van de behandeling of een nieuwe behandelingskuur moet worden uitgesteld bij patiënten met
ongenezen laesies in de weke delen van de mond.
Een tandheelkundig onderzoek met preventieve tandheelkunde en een individuele risico-batenanalyse
wordt aanbevolen vóór de behandeling met ibandroninezuur bij patiënten met bijkomende
risicofactoren.
Met de volgende risicofactoren moet rekening worden gehouden wanneer het risico op het
ontwikkelen van ONK wordt geevalueerd voor een individuele persoon:
-
De potentie van het geneesmiddel dat botresorptie remt (hoger risico voor zeer krachtige
verbindingen), de toedieningsweg (hoger risico voor parenterale toediening) en cumulatieve
dosis van de botresorptietherapie.
-
Kanker, comorbide condities (bijv. anemie, coagulopathie, infectie), roken
-
Gelijktijdige therapieën: chemotherapie, angjogenese inhibitoren (zie rubriek 4.5), radiotherapie
aan de nek en het hoofd, corticosteroïden, chemotherapie, angiogeneseremmers, radiotherapie in
het hoofd/halsgebied
Gebrekkige mondhygiëne, periodontale aandoening, slecht passend kunstgebit,
voorgeschiedenis van tandaandoeningen, invasieve tandheelkundige behandelingen, b.v.
tandextracties..
Alle patiënten moeten aangemoedigd worden gedurende de behandeling met ibandroninezuur een
goede mondhygiëne aan te houden, routinematige gebitscontroles te ondergaan, en onmiddellijk alle
orale symptomen te melden zoals loszittende tanden, pijn of zwelling, het niet genezen van zweren of
wondvocht. Tijdens de behandeling mogen invasieve tandheelkundige ingrepen alleen na zorgvuldige
overweging uitgevoerd worden en dienen vermeden te worden kort voor of na toediening van
ibandroninezuur.
Het behandelplan voor patiënten die ONK ontwikkelen, moet worden opgezet in nauwe samenwerking
tussen de behandelend arts en een tandarts of kaakchirurg met expertise in ONK. Tijdelijke
onderbreking van de behandeling met ibandroninezuur moet overwogen worden totdat de aandoening
verdwijnt en risicofactoren waar mogelijk minder worden.
Osteonecrose van de uitwendige gehoorgang
Osteonecrose van de uitwendige gehoorgang is gemeld bij gebruik van bisfosfonaten, vooral in
samenhang met langdurige behandeling. Mogelijke risicofactoren voor osteonecrose van de
uitwendige gehoorgang zijn onder andere gebruik van steroïden en chemotherapie en/of lokale
risicofactoren zoals infectie of trauma. Er dient rekening te worden gehouden met de mogelijkheid van
osteonecrose van de uitwendige gehoorgang bij patiënten die bisfosfonaten toegediend krijgen en bij
wie oorsymptomen waaronder chronische oorinfecties optreden.
19
Atypische femurfracturen
Bij behandeling met bisfosfonaten zijn atypische subtrochantere en femurschachtfracturen gemeld,
met name bij patiënten die langdurig wegens osteoporose behandeld worden. Deze transversale of
korte schuine fracturen kunnen langs het hele femur optreden vanaf direct onder de trochanter minor
tot vlak boven de supracondylaire rand. Deze fracturen treden op na minimaal of geen trauma.
Sommige patiënten ervaren pijn in de dij of lies, weken tot maanden voor het optreden van een
volledige femorale fractuur, vaak samen met kenmerken van stressfracturen bij beeldvormend
onderzoek. De fracturen zijn in veel gevallen bilateraal. Daarom moet het contralaterale femur worden
onderzocht bij patiënten die met bisfosfonaten worden behandeld en een femurschachtfractuur hebben
opgelopen. Ook is slechte genezing van deze fracturen gemeld.
Op basis van een individuele inschatting van de voor- en nadelen, moet worden overwogen om de
bisfosfonaattherapie te staken bij patiënten met verdenking op een atypische femurfractuur tot er een
beoordeling is gemaakt van de patiënt.
Patiënten moeten het advies krijgen om tijdens behandeling met bisfosfonaten elke pijn in de dij, heup
of lies te melden. Elke patiënt die zich met zulke symptomen aandient, moet worden onderzocht op
een onvolledige femurfractuur.
Hulpstoffen met bekend effect
Ibandroninezuur injectie is in wezen ‘natrium-vrij’.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Metabole interacties worden niet waarschijnlijk geacht omdat ibandroninezuur de voornaamste
humane hepatische P450 iso-enzymen niet remt en het aangetoond is dat ibandroninezuur het
hepatische cytochroom P450 systeem bij ratten niet induceert (zie rubriek 5.2). Ibandroninezuur wordt
alleen geëlimineerd door renale uitscheiding en ondergaat geen enkele biotransformatie.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Ibandroninezuur is enkel voor gebruik bij postmenopauzale vrouwen en mag niet door vrouwen in de
vruchtbare leeftijd gebruikt worden.
Er zijn geen toereikende gegevens over het gebruik van ibandroninezuur bij zwangere vrouwen.
Studies bij ratten hebben enige reproductietoxiciteit aangetoond (zie rubriek 5.3). Het potentiële risico
voor de mens is niet bekend.
Ibandroninezuur mag niet tijdens de zwangerschap worden gebruikt.
Borstvoeding
Het is niet bekend of ibandroninezuur wordt uitgescheiden in moedermelk. Studies bij zogende ratten
hebben de aanwezigheid van lage hoeveelheden ibandroninezuur in de melk aangetoond na
intraveneuze toediening. Ibandroninezuur mag niet gebruikt worden tijdens de periode van
borstvoeding.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen gegevens over het effect van ibandroninezuur bij de mens. In reproductiestudies bij ratten
waar oraal werd toegediend, verminderde ibandroninezuur de vruchtbaarheid. In studies bij ratten
waar intraveneus werd toegediend, verminderde ibandroninezuur de vruchtbaarheid bij hoge
dagelijkse doses (zie rubriek 5.3).
20
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Op basis van het farmacodynamische en farmacokinetische profiel en de gemelde bijwerkingen is het
te verwachten dat ibandroninezuur geen, of een verwaarloosbare invloed heeft op de rijvaardigheid en
op het vermogen om machines te bedienen.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest ernstige bijwerkingen die zijn gemeld zijn anafylactische reactie/shock, atypische
femurfracturen, osteonecrose van de kaak en oogontsteking (zie paragraaf “Beschrijving van
geselecteerde bijwerkingen” en rubriek 4.4).
De meest frequent gemelde bijwerkingen zijn artralgie en griepachtige verschijnselen. Deze
verschijnselen zijn normaal gerelateerd aan de eerste dosis, in het algemeen van korte duur, licht tot
matig van ernst en verdwijnen doorgaans tijdens de behandeling, zonder dat daarvoor een medische
behandeling nodig is (zie paragraaf “Griepachtige ziekteverschijnselen”).
Tabel met bijwerkingen
In tabel 1 wordt een complete lijst van de bijwerkingen die bekend zijn weergegeven.
De veiligheid van een orale behandeling met ibandroninezuur 2,5 mg dagelijks werd geëvalueerd bij
1251 patiënten, behandeld in 4 placebogecontroleerde klinische studies; de grote meerderheid van
deze patiënten kwam uit de driejarige registratiestudie naar fracturen (MF4411).
Tijdens de 2 jaar durende registratiestudie bij postmenopauzale vrouwen met osteoporose (BM16550)
bleken de totale veiligheidsprofielen van de via intraveneuze injectie toegediende ibandroninezuur
3 mg, 3-maandelijkse toediening en de dagelijkse dosis oraal toegediende ibandroninezuur 2,5 mg
vergelijkbaar. Het aantal patiënten dat een bijwerking ondervond was 26,0 % en 28,6 % voor de eens
per 3 maanden toegediende ibandroninezuur 3 mg injectie na respectievelijk één en twee jaar. In de
meeste gevallen hadden de bijwerkingen niet tot gevolg dat de therapie werd beëindigd.
Bijwerkingen zijn gerangschikt volgens MedDRA systeem/orgaanklasse en frequentiecategorie.
Frequentiecategorieën zijn gedefinieerd als zeer vaak (>1/10), vaak (≥ 1/100, < 1/10), soms
(≥ 1/1.000, < 1/100), zelden (≥ 1/10.000, < 1/1.000), zeer zelden (< 1/10.000) en niet bekend (kan met
de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen elke frequentie worden de bijwerkingen
gepresenteerd in volgorde van afnemende ernst.
Tabel 1:
Bijwerkingen die voorkwamen bij postmenopauzale vrouwen die behandeld werden met
ibandroninezuur 3 mg injectie eens per 3 maanden of ibandroninezuur 2,5 mg dagelijks in de fase III
studies BM16550 en MF4411 en bij postmarketing ervaringen.
21
Systeem/orgaanklasse
Immuunsysteemaandoeningen
Zenuwstelselaandoeningen
Oogaandoeningen
Bloedvataandoeningen
Vaak
Hoofdpijn
Soms
Astma
exacerbatie
Zelden
Overgevoelig-
heidsreactie
Oogont-
stekingen*†
Zeer zelden
Anafylactische
reactie/shock*†
Maagdarmstelselaandoeningen Gastritis,
Dyspepsie,
Diarree,
Buikpijn,
Misselijkheid,
Constipatie
Huid- en
Huiduitslag
onderhuidaandoeningen
Flebitis/trom-
boflebitis
Angioedeem,
Gezichts-
zwelling /
oedeem,
Urticaria
Botpijn
Atypische
subtrochantere
en femur-
schacht-
fracturen†
Stevens-
johnsonsyndroom†,
erythema
multiforme†,
bulleuze
dermatitis†
Osteonecrose van
de kaak*† Osteo-
necrose van de
uitwendige
gehoorgang
(bijwerking van de
bisfosfonaatklasse)
Skeletspierstelsel- en
bindweefselaandoeningen
Artralgie,
Myalgie, Pijn
aan de
skeletspieren,
Rugpijn
Griepachtige
ziektever-
schijnselen*,
Vermoeidheid
* Zie hieronder voor nadere informatie
† Waargenomen bij postmarketing ervaringen
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Algemene aandoeningen en
toedieningsplaatsstoornissen
Reacties op
de
injectieplaats,
Asthenie
Griepachtige ziekteverschijnselen
Griepachtige ziekteverschijnselen omvatten gemelde bijwerkingen als acute fase reactie of symptomen
als myalgie, artralgie, koorts, rillingen, vermoeidheid, misselijkheid, verminderde eetlust en botpijn.
Osteonecrose van de kaak
Gevallen van osteonecrose van het kaakbeen werden gerapporteerd, voornamelijk bij kankerpatiënten
behandeld met geneesmiddelen die de botresorptie remmen, zoals ibandroninezuur (zie rubriek 4.4).
Ook in de postmarketing setting zijn gevallen van ONK gemeld voor ibandroninezuur.
Oogontstekingen
Oogontstekingen zoals uveïtis, episcleritis en scleritis zijn gemeld bij ibandroninezuur. In sommige
gevallen verdwenen de bijwerkingen niet totdat ibandroninezuur gestaakt was.
Anafylactische reactie/shock
Gevallen van anafylactische reactie/shock, waaronder fatale gevallen, zijn gemeld bij patiënten die
werden behandeld met intraveneus ibandroninezuur.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
22
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V*.
4.9
Overdosering
Er is geen specifieke informatie beschikbaar over de behandeling van overdosering met
ibandroninezuur injectie.
Gebaseerd op kennis over deze klasse van stoffen, kan intraveneuze overdosering resulteren in
hypocalciëmie, hypofosfatemie en hypomagnesiëmie. Klinisch relevante verlaging van serumspiegels
van calcium, fosfor en magnesium dienen respectievelijk gecorrigeerd te worden middels intraveneuze
toediening van calciumgluconaat, kalium- of natriumfosfaat en magnesiumsulfaat.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Geneesmiddelen voor de behandeling van botziekten, bisfosfonaten,
ATC-code: M05BA06
Werkingsmechanisme
Ibandroninezuur is een zeer krachtig bisfosfonaat behorend tot de stikstof-bevattende groep
bisfosfonaten, die selectief werken op botweefsel en specifiek de osteoclastactiviteit remmen zonder
direct de botvorming te beïnvloeden. Het interfereert niet met de osteoclastaanmaak. Ibandroninezuur
geeft een progressieve netto verhoging van de botmassa en een verminderde incidentie van fracturen
door middel van de vermindering van toegenomen bot turnover tot premenopauzale waarden bij
postmenopauzale vrouwen.
Farmacodynamische effecten
De farmacodynamische werking van ibandroninezuur is remming van de botresorptie. In vivo
ibandroninezuur voorkomt botafbraak experimenteel veroorzaakt door het stilleggen van
gonadefunctie, retinoïden, tumoren of tumorextracten. Bij jonge (snel groeiende) ratten, wordt de
endogene botresorptie ook geremd, wat leidt tot toegenomen normale botmassa in vergelijking met
onbehandelde dieren.
Diermodellen bevestigen dat ibandroninezuur een zeer krachtige remmer is van de osteoclastactiviteit.
Bij groeiende ratten was er geen bewijs voor verstoorde mineralisatie, zelfs niet bij doses meer dan
5000 maal de dosis vereist voor osteoporose behandeling.
Zowel dagelijkse als intermitterende (met verlengde dosisvrije intervallen) langdurige toediening bij
ratten, honden en apen werd in verband gebracht met de vorming van nieuw bot van normale kwaliteit
en gelijkblijvende of toegenomen mechanische sterkte, zelfs bij doses in het toxische gebied. Bij
mensen werd de effectiviteit van zowel dagelijkse als intermitterende toediening (dosisvrij interval van
9-10 weken) van ibandroninezuur bevestigd in een klinische studie (MF4411), waarin de
ibandroninezuur anti-fractuureffectiviteit werd aangetoond.
In diermodellen geeft ibandroninezuur biochemische veranderingen die een aanwijzing zijn voor
dosis-afhankelijke remming van botresorptie, inclusief suppressie van urine biochemische merkers van
bot collageenafbraak (zoals deoxypyridinoline en cross-linked N-telopeptiden van type I collageen
(NTX)).
Zowel dagelijkse, intermitterende (met een dosisvrij interval van 9-10 weken per kwartaal) orale als
intraveneuze ibandroninezuur doses bij postmenopauzale vrouwen veroorzaakten biochemische
veranderingen indicatief voor dosisafhankelijke remming van botresorptie.
23
Ibandroninezuur intraveneuze injectie verlaagde de spiegels van plasma C-telopeptide van de alfa
keten van type I collageen (CTX) binnen 3-7 dagen na het starten van de behandeling en verlaagde
osteocalcinespiegels binnen 3 maanden.
Na het beëindigen van de behandeling keren de pathologische verhoogde botresorptiewaarden,
geassocieerd met postmenopauzale osteoporose, van voor de behandeling terug.
De histologische analyse van botbiopsies na twee en drie jaar behandeling van postmenopauzale
vrouwen met orale eenmaal daagse doses ibandroninezuur 2,5 mg en intermitterende intraveneuze
doses tot 1 mg elke 3 maanden, toonde bot van normale kwaliteit en er was geen indicatie van een
mineralisatiedefect. Een verwachte afname van bot turnover, normale kwaliteit van bot en afwezigheid
van mineralisatieafwijkingen werden tevens gezien na twee jaar behandelen met ibandroninezuur 3 mg
injectie.
Klinische werkzaamheid
Onafhankelijke risicofactoren, bijvoorbeeld lage BMD, leeftijd, het voorkomen van eerder opgelopen
fracturen, een familiehistorie van fracturen en hoge botturnover, dienen beoordeeld te worden, met als
doel vrouwen te identificeren met een verhoogd risico op osteoporotische fracturen.
Ibandroninezuur 3 mg injectie elke 3 maanden
Botmineraaldichtheid (BMD)
Eens per 3 maanden per intraveneuze injectie toegediende ibandroninezuur 3 mg bleek minstens zo
effectief als oraal eenmaal daags ingenomen ibandroninezuur 2,5 mg, tijdens een 2 jaar durende,
gerandomiseerde, dubbelblinde, multicenter, non-inferioriteitsstudie (BM16550) bij postmenopauzale
vrouwen (1386 vrouwen tussen de 55 en 80 jaar) met osteoporose (lumbale wervelkolom BMD T-
score lager dan -2,5 SD bij aanvang). Dit werd aangetoond in zowel de primaire analyse 1 jaar na
aanvang en in de bevestigende eindpuntanalyse twee jaar na aanvang (zie Tabel 2).
De primaire analyse van gegevens uit studie BM16550 1 jaar na aanvang en de bevestigende analyse 2
jaar na aanvang toonde de non-inferioriteit van behandeling met elke 3 maanden 3 mg per injectie
vergeleken met eenmaal daags 2,5 mg oraal aan, in termen van gemiddelde toename van de BMD van
de lumbale wervelkolom, totale heup, femurhals en trochanter (Tabel 2).
Tabel 2:
Gemiddelde relatieve verandering ten opzichte van de uitgangswaarde van lumbale
wervelkolom, totale heup, femurhals en trochanter BMD één jaar na aanvang (primaire analyse) en
twee jaar na aanvang van de behandeling (Per-Protocol Populatie) in studie BM16550.
Gegevens 1 jaar na aanvang uit
studie BM16550
ibandroninezuur ibandroninezuur
2,5 mg eenmaal 3 mg injectie
daags
elke 3 maanden
(N=377)
(N=365)
3,8 [3,4 - 4,2]
4,8 [4,5 - 5,2]
1,8 [1,5 - 2,1]
1,6 [1,2 - 2,0]
3,0 [2,6 - 3,4]
2,4 [2,0 - 2,7]
2,3 [1,9 - 2,7]
3,8 [3,2 - 4,4]
Gegevens 2 jaar na aanvang uit
studie BM16550
ibandroninezuur ibandroninezuur
2,5 mg eenmaal
3 mg injectie
daags
elke 3 maanden
(N=334)
(N=334)
4,8 [4,3 - 5,4]
6,3 [5,7 - 6,8]
2,2 [1,8 - 2,6]
2,2 [1,8 - 2,7]
3,5 [3,0 - 4,0]
3,1 [2,6 - 3,6]
2,8 [2,3 - 3,3]
4,9 [4,1 - 5,7]
Gemiddelde relatieve
verandering ten opzichte
van uitgangswaarde %
[95 % BI]
Lumbale wervelkolom
L2-L4 BMD
Totale heup BMD
Femurhals BMD
Trochanter BMD
Verder bleek eens per 3 maanden toegediende ibandroninezuur 3 mg injectie voor toename in lumbale
wervelkolom BMD superieur te zijn aan oraal eenmaal daags ingenomen ibandroninezuur 2,5 mg, in
een prospectief geplande analyse één jaar na aanvang, p<0,001, en twee jaar na aanvang, p<0,001.
Voor lumbale wervelkolom BMD, 92,1 % van de patiënten die 3 mg per injectie elke 3 maanden
toegediend hadden gekregen vertoonden een toegenomen of gelijk gebleven BMD na 1 jaar
24
behandeling (d.w.z. responders) vergeleken met 84,9 % van de patiënten die 2,5 mg eenmaal daags
oraal innamen (p=0,002). Na 2 jaar behandelen had 92,8 % van de patiënten die 3 mg per injectie
kregen toegediend en 84,7 % van de patiënten die oraal 2,5 mg innamen een toegenomen of gelijk
gebleven lumbale wervelkolom BMD (p=0,001).
Voor totale heup BMD, waren 82,3 % van de patiënten die 3 mg per injectie elke 3 maanden
toegediend hadden gekregen responder na 1 jaar behandeling, vergeleken met 75,1 % van de patiënten
die 2,5 mg eenmaal daags oraal ingenomen hadden (p=0,02). Na 2 jaar behandelen had 85,6 % van de
patiënten die 3 mg per injectie kregen toegediend en 77,0 % van de patiënten die oraal 2,5 mg
innamen een toegenomen of gelijk gebleven totale heup BMD (p=0,004).
Het aandeel van patiënten met een toegenomen of gelijk gebleven BMD na 1 jaar van zowel de
lumbale wervelkolom en totale heup was 76,2 % in de 3 mg injectie elke 3 maanden arm en 67,2 % in
de 2,5 mg eenmaal daags orale arm (p=0,007). Na twee jaar voldeden 80,1 % en 68,8 % van de
patiënten aan dit criterium in respectievelijk de 3 mg injectie elke 3 maanden arm en de 2,5 mg
eenmaal daags arm (p=0,001).
Biochemische markers van bot turnover
Klinisch significante reducties van de serum CTX-waarden werd gezien op alle meetmomenten. Na
twaalf maanden waren de mediane relatieve veranderingen ten opzichte van de uitgangswaarde -
58,6 % voor de eens per 3 maanden intraveneuze 3 mg dosering en -62,6 % voor de eenmaal daagse
orale 2,5 mg dosering. Tevens werd 64,8 % van de patiënten die 3 mg elke 3 maanden per injectie
kregen toegediend gekarakteriseerd als responder (gedefinieerd als een afname ≥50 % t.o.v. de
uitgangswaarde), vergeleken met 64,9 % van de patiënten die 2,5 mg dagelijks oraal innamen. Serum
CTX-afname werd gedurende 2 jaar gehandhaafd, waarbij meer dan de helft van de patiënten in beide
behandelingsgroepen gekarakteriseerd werd als responder.
Gebaseerd op de resultaten van studie BM16550 wordt verwacht dat eens per 3 maanden per
intraveneuze injectie toegediende ibandroninezuur 3 mg minstens even effectief is bij het voorkomen
van fracturen als de orale behandeling met eenmaal daags ibandroninezuur 2,5 mg.
Ibandroninezuur eenmaal daags 2,5 mg tabletten
In de initiële 3 jaar durende, gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde, fractuurstudie
(MF4411), werd een statistisch significante en medisch relevante afname in de incidentie van nieuwe
röntgenologische morfometrische en klinische vertebrale fracturen aangetoond (tabel 3). In deze studie
werd ibandroninezuur geëvalueerd bij orale doses van 2,5 mg dagelijks en 20 mg intermitterend als
een experimenteel doseerregime. Ibandroninezuur werd 60 minuten voor de eerste vloeistof- of
voedselinname van de dag (post-dosis nuchtere periode) ingenomen. Aan de studie namen vrouwen
deel in de leeftijd van 55 tot 80 jaar, die ten minste 5 jaar postmenopauzaal waren en waarvan de
BMD van de lumbale wervelkolom -2 tot -5 SD onder het premenopauzale gemiddelde (T-score) lag
bij ten minste één wervel [L1-L4], en die één tot vier prevalente vertebrale fracturen hadden. Alle
patiënten kregen 500 mg calcium en 400 IE vitamine D dagelijks. De werkzaamheid werd geëvalueerd
bij 2928 patiënten. Ibandroninezuur 2,5 mg dagelijks toegediend toonde een statistisch significante en
medisch relevante reductie in de incidentie van nieuwe vertebrale fracturen. Dit regime verminderde
het ontstaan van nieuwe röntgenologische wervelfracturen met 62 % (p=0,0001) tijdens de drie jaar
van de studie. Een relatieve risicovermindering van 61 % werd waargenomen na 2 jaar (p=0,0006). Er
werd geen statistisch significant verschil bereikt na 1 jaar van behandeling (p=0,056). Het anti-
fractuureffect was consistent tijdens de duur van de studie. Er waren geen aanwijzingen voor het
vervagen van het effect over de tijd.
De incidentie van klinische vertebrale fracturen was ook significant afgenomen met 49 % na 3 jaar
(p=0,011). Het sterke effect op vertebrale fracturen kwam bovendien tot uitdrukking door een
statistisch significante reductie van lengteverlies in vergelijking met placebo (p<0,0001).
25
Tabel 3:
Resultaten uit 3 jaar durende fractuurstudie MF4411 (%, 95 % BI)
Placebo
(N=974)
ibandroninezuur 2,5 mg
dagelijks
(N=977)
62 %
(40,9 - 75,1)
4,68 %
(3,2 - 6,2)
49 %
(14,03 - 69,49)
2,75 %
(1,61 - 3,89)
6,54 %
(6,1 - 7,0)
3,36 %
(3,0 - 3,7)
Relatieve risico afname
Nieuwe morfometrische vertebrale
fracturen
Incidentie van nieuwe morfometrische
vertebrale fracturen
Relatieve risico afname van klinische
vertebrale fracturen
Incidentie van klinische vertebrale
fracturen
BMD – gemiddelde verandering t.o.v.
uitgangswaarde wervelkolom na 3 jaar
BMD – gemiddelde verandering t.o.v.
uitgangswaarde totaal heup na 3 jaar
9,56 %
(7,5 - 11,7)
5,33 %
(3,73 - 6,92)
1,26 %
(0,8 - 1,7)
-0,69 %
(-1,0 - -0,4)
Het effect van de behandeling met ibandroninezuur werd verder beoordeeld in een analyse van de
subpopulatie van patiënten die een uitgangswaarde lumbale wervelkolom BMD T-score hadden lager
dan –2,5 (tabel 4). De vermindering van het risico op vertebrale fracturen was zeer consistent met wat
gezien werd in de gehele populatie.
Tabel 4:
Resultaten uit 3 jaars fractuurstudie MF 4411 (%, 95 % BI) voor patiënten met een
wervelkolom BMD T-score lager dan –2,5 als uitgangswaarde.
Placebo
(N=587)
Relatieve Risico Afname
Nieuwe morfometrische vertebrale
fracturen
Incidentie van nieuwe morfometrische
vertebrale fracturen
Relatieve risico afname van klinische
vertebrale fracturen
Incidentie van klinische vertebrale
fracturen
BMD – gemiddelde verandering t.o.v.
uitgangswaarde wervelkolom na 3 jaar
BMD – gemiddelde verandering t.o.v.
uitgangswaarde totaal heup na 3 jaar.
ibandroninezuur 2,5 mg
dagelijks
(N=575)
59 %
(34,5 - 74,3)
5,36 %
(3,31 - 7,41)
50 %
(9,49 - 71,91)
3,57 %
(1,89 - 5,24)
7,01 %
(6,5 - 7,6)
3,59 %
(3,1 - 4,1)
12,54 %
(9,53 - 15,55)
6,97 %
(4,67 - 9,27)
1,13 %
(0,6 - 1,7)
-0,70 %
(-1,1 - -0,2)
Voor non-vertebrale fracturen werd binnen de gehele patiëntenpopulatie van studie MF441 geen
reductie waargenomen, echter dagelijkse inname van ibandroninezuur bleek effectief te zijn in een
hoog-risico subpopulatie (femurhals BMD T-score < -3,0), waar een non-vertebrale risicoreductie van
69% werd gezien.
Dagelijkse orale behandeling met ibandroninezuur 2,5 mg tabletten resulteerde in progressieve
verhogingen van BMD op vertebrale en non-vertebrale plaatsen van het skelet.
Drie-jaars wervelkolom BMD-toename in vergelijking met placebo was 5,3 % en 6,5 % in
vergelijking met de uitgangswaarde. Toenames bij de heup ten opzichte van de uitgangswaarde waren
2,8 % bij de femurhals, 3,4 % bij de totale heup en 5,5 % bij de trochanter.
26
Biochemische markers van de bot turnover (zoals urinair CTX en serumosteocalcine) vertoonden het
verwachte patroon van suppressie tot premenopauzale spiegels en bereikten maximale suppressie
binnen een periode van 3 tot 6 maanden gebruik van eenmaal daags ibandroninezuur 2,5 mg.
Een klinische betekenisvolle afname van 50 % van de biochemische markers van botresorptie werd al
na 1 maand na de start van de behandeling met ibandroninezuur 2,5 mg waargenomen.
Pediatrische patiënten (zie rubriek 4.2 en rubriek 5.2)
Er zijn geen studies uitgevoerd met ibandroninezuur in pediatrische patiënten, daarom zijn er geen
gegevens beschikbaar over effectiviteit of veiligheid voor deze patiëntenpopulatie.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
De primaire farmacologische effecten van ibandroninezuur op het bot zijn niet direct gerelateerd aan
de werkelijke plasmaconcentraties, zoals aangetoond in verscheidene studies bij dieren en bij mensen.
Plasmaconcentraties van ibandroninezuur stijgen in een dosis-proportionele wijze na intraveneuze
toediening van 0,5 mg tot 6 mg.
Absorptie
Niet van toepassing.
Distributie
Na de initiële systemische blootstelling bindt ibandroninezuur snel aan het bot of wordt uitgescheiden
in de urine. Bij mensen is het klaarblijkelijke uiterste eliminatie-distributievolume ten minste 90 L en
de dosishoeveelheid die het bot bereikt, wordt geschat op 40-50 % van de circulerende dosis.
Eiwitbinding in humaan plasma is ongeveer 85 %-87 % (in vitro bepaald bij therapeutische
ibandroninezuur-concentraties), en er is dus een lage potentie voor interactie met andere
geneesmiddelen als gevolg van verdringing.
Biotransformatie
Er zijn geen aanwijzingen dat ibandroninezuur gemetaboliseerd wordt bij dieren of mensen.
Eliminatie
Ibandroninezuur wordt verwijderd uit de circulatie via botabsorptie (naar schatting 40-50 % bij
postmenopauzale vrouwen) en het overblijfsel wordt onveranderd uitgescheiden via de nier.
De spreiding van de waargenomen klaarblijkelijke halfwaardetijden is breed, de klaarblijkelijke
eliminatie-halfwaardetijd ligt in het algemeen tussen de 10-72 uur. Aangezien de berekende waarden
voornamelijk afhankelijk zijn van de duur van de studie, de gebruikte dosis en de gevoeligheid van de
analysemethode, is de werkelijke eliminatie-halfwaardetijd waarschijnlijk substantieel langer,
overeenkomend met andere bisfosfonaten. Vroege plasmaspiegels dalen snel; 10 % van de piekwaarde
wordt binnen 3 en 8 uur na respectievelijk intraveneuze of orale toediening bereikt.
Totale klaring van ibandroninezuur is laag met gemiddelde waarden tussen 84 – 160 ml/min.
Nierklaring (ongeveer 60 ml/min bij gezonde postmenopauzale vrouwen) neemt 50-60 % van de totale
klaring voor zijn rekening en is gerelateerd aan de creatinineklaring. Het verschil tussen de
klaarblijkelijke totale en nierklaring wordt verondersteld de opname in het bot weer te geven.
De uitscheidingsroute lijkt geen bekende zure of basische transportsystemen te bevatten, die betrokken
zijn bij de uitscheiding van andere werkzame stoffen (zie rubriek 4.5). Daarnaast remt
27
ibandroninezuur niet de voornaamste humane P450-isoenzymen in de lever en induceert het niet het
cytochroom P450-systeem in de lever van ratten.
Farmacokinetiek in bijzondere klinische situaties
Geslacht
De farmacokinetiek van ibandroninezuur is vergelijkbaar bij mannen en vrouwen.
Ras
Er is geen bewijs voor enige klinisch relevante inter-etnische verschillen tussen Aziaten en Kaukasiërs
qua ibandroninezuur dispositie. Er zijn beperkte gegevens beschikbaar over patiënten van Afrikaanse
herkomst.
Patiënten met een verminderde nierfunctie
Nierklaring van ibandroninezuur bij patiënten met verschillende maten van verminderde nierfunctie is
lineair gerelateerd aan de creatinineklaring (CLcr).
Er is geen dosisaanpassing noodzakelijk voor patiënten met milde tot matige nierinsufficiëntie (CLcr
gelijk of groter dan 30 ml/min).
Personen met een ernstig verminderde nierfunctie (CLcr minder dan 30 ml/min) die dagelijks orale
toediening van 10 mg ibandroninezuur gedurende 21 dagen kregen, hadden 2- tot 3-voudige hogere
plasmaconcentraties dan personen met een normale nierfunctie en de totale klaring van
ibandroninezuur was 44 ml/min. Na intraveneuze toediening van 0,5 mg ibandroninezuur, namen
totaal, renaal en niet-renale klaringen respectievelijk af met 67 %, 77 % en 50 % bij personen met
ernstig nierfalen, maar er was geen afname in de tolerantie geassocieerd met de toename in de
blootstelling. Vanwege de beperkte klinische ervaring bij patiënten met ernstig verminderde
nierfunctie, wordt ibandroninezuur bij deze groep patiënten niet aanbevolen (zie rubriek 4.2 en rubriek
4.4). De farmacokinetiek van ibandroninezuur bij patiënten met eindstadium nierziekte werd alleen bij
een klein aantal hemodialyse patiënten onderzocht. Daardoor is de farmacokinetiek van
ibandroninezuur bij patiënten die niet gedialyseerd worden onbekend. Vanwege de beperkte
hoeveelheid gegevens, dient ibandroninezuur niet gebruikt te worden bij patiënten met eindstadium
nierziekte.
Patiënten met een verminderde lever functie (zie rubriek 4.2)
Er zijn geen farmacokinetische gegevens voor ibandroninezuur bij patiënten die een
leverfunctiestoornis hebben. De lever speelt geen significante rol in de klaring van ibandroninezuur,
dat niet gemetaboliseerd wordt maar geklaard door renale uitscheiding en door opname in het bot.
Dosisaanpassing is daarom niet noodzakelijk bij patiënten met een verminderde leverfunctie.
Ouderen (zie rubriek 4.2)
In een multivariatie-analyse werd gevonden dat leeftijd geen onafhankelijke factor was van de
bestudeerde farmacokinetische parameters. Aangezien de nierfunctie afneemt met de leeftijd, is de
nierfunctie de enige factor die in overweging dient te worden genomen (zie paragraaf verminderde
nierfunctie).
Pediatrische patiënten (zie rubriek 4.2 en rubriek 5.1)
Er zijn geen gegevens over het gebruik van ibandroninezuur bij patiënten jonger dan 18 jaar.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Toxische effecten, bijv. tekenen van nierbeschadiging, werden bij honden uitsluitend waargenomen bij
blootstellingen die geacht werden voldoende hoger te liggen dan het maximale niveau waaraan de
mens wordt blootgesteld, zodat deze weinig relevant zijn bij klinisch gebruik.
Mutageniteit / Carcinogeniteit:
28
Er zijn geen aanwijzingen voor mogelijke carcinogeniteit waargenomen. Testen voor genotoxiciteit
leverden geen bewijs van genetische activiteit van ibandroninezuur.
Reproductietoxiciteit:
Specifieke studies voor de 3-maandelijkse dosering zijn niet uitgevoerd. Uit studies met dagelijkse i.v.
doseringen, werd geen bewijs voor een direct foetaal toxisch of teratogeen effect van ibandroninezuur
bij ratten en konijnen gevonden. De gewichtstoename was afgenomen bij F1 nakomelingen van ratten.
In reproductiestudies bij ratten waar oraal werd toegediend bestonden de effecten op de
vruchtbaarheid uit een toename van pre-implantatieverlies bij doseringen van 1 mg/kg/dag en hoger.
In reproductiestudies bij ratten waar intraveneus werd toegediend, verminderde ibandroninezuur het
aantal spermatozoïden bij doseringen van 0,3 en 1 mg/kg/dag, verminderde vruchtbaarheid bij
mannetjes bij 1 mg/kg/dag en bij vrouwtjes bij 1,2 mg/kg/dag. Andere bijwerkingen van
ibandroninezuur in reproductietoxiciteitsstudies in de rat, waren dezelfde bijwerkingen die
waargenomen worden bij bisfosfonaten als klasse. Ze omvatten een verminderd aantal
innestelingplaatsen, abnormaal baringsproces (dystokie) en een verhoging van viscerale variaties
(nierbekken ureter syndroom).
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Natriumchloride
IJsazijn
Natriumacetaat-trihydraat
Water voor injecties
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Ibandroninezuur oplossing voor injectie mag niet gemengd worden met calcium-bevattende
oplossingen of andere intraveneus toegediende geneesmiddelen.
6.3
3 jaar
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Voorgevulde spuiten, gemaakt van kleurloos glas met grijze rubberen plunjer en het
afsluitdopjebevatten 3 ml oplossing voor injectie.
Verpakkingen met 1 voorgevulde spuit en 1 injectienaald of 4 voorgevulde spuiten en 4
injectienaalden.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Wanneer het geneesmiddel toegediend wordt via een bestaande intraveneuze infuuslijn, dient het
infusaat beperkt te worden tot isotone zoutoplossing of 50 mg/ml (5 %) glucose-oplossing. Dit geldt
ook voor oplossingen gebruikt voor het spoelen van een vlinder of andere medische hulpmiddelen.
29
Alle ongebruikte oplossing voor injectie, spuiten en injectienaalden dienen te worden vernietigd
overeenkomstig lokale voorschriften. In het milieu terechtkomen van geneesmiddelen moet worden
geminimaliseerd.
De volgende punten moeten strikt worden aangehouden betreffende het weggooien van injectiespuiten
en andere scherpe medicinale voorwerpen:
Naalden en spuiten mogen nooit worden hergebruikt.
Plaats alle gebruikte naalden en spuiten in een naaldencontainer (prikveilige
wegwerpcontainer).
Houd deze container buiten bereik van kinderen.
Het weggooien van gebruikte naaldencontainers met het huishoudelijk afval moet worden
vermeden.
Het weggooien van een volle container dient te gebeuren overeenkomstig lokale voorschriften
of zoals voorgeschreven door uw medisch beroepsbeoefenaar.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/12/798/005
EU/1/12/798/006
9.
DATUM EERSTE VERGUNNINGVERLENING
Datum eerste vergunningverlening: 19 november 2012
Datum van laatste verlenging: 18 september 2017
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu/).
30
BIJLAGE II
A.
B.
C.
FABRIKANT(EN) VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF(FEN) EN
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN MOETEN WORDEN
NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
D.
31
A.
FABRIKANT(EN) VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF(FEN) EN
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Accord Healthcare Polska Sp.z o.o.,
ul. Lutomierska 50,95-200 Pabianice, Polen
Accord Healthcare B.V.,
Winthontlaan 200,
3526 KV Utrecht,
Nederland
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Ibandronic Acid Accord 2 mg en 6 mg concentraat voor oplossing voor infusie (voor
oncologische indicaties)
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
Ibandronic Acid Accord 3 mg oplossing voor injectie (voor osteoporose indicaties)
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN MOETEN WORDEN
NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen (PSUR’s)
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentie data (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D
VOORWAARDEN EN BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP - risicobeheerplan)
De vergunninghouder voert de noodzakelijke onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-updates.
Een RMP-update wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van
het beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van
de bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal
(voor geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
Extra risicobeperkende maatregelen
32
De vergunninghouder zal ervoor zorgen dat de patiëntenherinneringskaart over osteonecrose van het
kaakbeen geïmplementeerd is.
33
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
34
A.
ETIKETTERING
35
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Ibandronic Acid Accord 2 mg concentraat voor oplossing voor infusie
ibandroninezuur
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere flacon bevat 2 mg ibandroninezuur (als natriummonohydraat).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Natriumchloride, natriumacetaat-trihydraat, ijsazijn en water voor injecties. Zie de bijsluiter voor
aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Concentraat voor oplossing voor infusie
1 flacon (2 mg/2 ml)
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Intraveneus gebruik, voor infusie na verdunning.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Lees de bijsluiter voor houdbaarheid na verdunning.
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
36
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/12/798/001
13.
14.
15.
16
BATCHNUMMER
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
NN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
37
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
FLACON
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGWEG(EN)
Ibandronic Acid Accord 2 mg steriel concentraat
ibandroninezuur
IV gebruik
2.
3.
EXP
4.
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
BATCHNUMMER, IDENTIFICATIE- EN PRODUCTCODES
WIJZE VAN TOEDIENING
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
2 mg/2 ml
6.
OVERIGE
38
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Ibandronic Acid Accord 6 mg concentraat voor oplossing voor infusie
ibandroninezuur
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere flacon bevat 6 mg ibandroninezuur (als natrium monohydraat ).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Natriumchloride, natriumacetaat-trihydraat, ijsazijn en water voor injecties. Zie de bijsluiter voor
aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Concentraat voor oplossing voor infusie
1 flacon (6 mg/6 ml)
5 flacons (6 mg/6 ml)
10 flacons (6 mg/6 ml)
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Intraveneus gebruik, voor infusie na verdunning.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Lees de bijsluiter voor houdbaarheid na verdunning.
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
39
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/12/798/002
EU/1/12/798/003
EU/1/12/798/004
13.
14.
BATCHNUMMER
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
NN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
40
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
FLACON
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGWEG(EN)
Ibandronic Acid Accord 6 mg steriel concentraat
ibandroninezuur
IV. gebruik
2.
3.
EXP
4.
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
BATCHNUMMER, IDENTIFICATIE- EN PRODUCTCODES
WIJZE VAN TOEDIENING
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
6 mg/6 ml
6.
OVERIGE
41
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Ibandronic Acid Accord 3 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
Ibandroninezuur
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Een voorgevulde spuit met 3 ml oplossing bevat 3 mg ibandroninezuur (als natriummonohydraat).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: natriumchloride, ijsazijn, natriumacetaat-trihydraat en water voor injecties. Zie de
bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
1 voorgevulde spuit + 1 injectienaald
4 voorgevulde spuiten + 4 injectienaalden
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Alleen voor intraveneus gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden
7.
8.
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
42
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/12/798/005 1 voorgevulde spuit
EU/1/12/798/006 4 voorgevulde spuiten
13.
BATCHNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
NN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
43
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
VOORGEVULDE SPUIT
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGWEG(EN)
Ibandronic Acid Accord 3 mg oplossing voor injectie
Ibandroninezuur
IV
2.
3.
EXP
4.
Lot
5.
6.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
OVERIGE
BATCHNUMMER
WIJZE VAN TOEDIENING
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
44
B. BIJSLUITER
45
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Ibandronic Acid Accord 2 mg concentraat voor oplossing voor infusie
Ibandronic Acid Accord 6 mg concentraat voor oplossing voor infusie
ibandroninezuur
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien hebt u hem later weer nodig.
Hebt u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker, of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Ibandronic Acid Accord en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Ibandronic Acid Accord en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Ibandronic Acid Accord bevat de werkzame stof ibandroninezuur. Dit behoort tot een groep
geneesmiddelen die bisfosfonaten worden genoemd.
Ibandronic Acid Accord wordt gebruikt bij volwassenen en is aan u voorgeschreven als u borstkanker
heeft die zich heeft uitgezaaid naar uw botten (uitzaaiingen worden ook wel botmetastasen genoemd).
Het helpt botbreuken (fracturen) te voorkomen.
Het helpt andere botproblemen, waarbij operatie of radiotherapie noodzakelijk kunnen zijn, te
voorkomen.
Ibandronic Acid Accord kan ook worden voorgeschreven als u een verhoogd calciumgehalte in uw
bloed hebt vanwege een tumor.
Ibandronic Acid Accord werkt door het remmen van de hoeveelheid calcium die uit uw botten
verloren gaat. Dit helpt het zwakker worden van uw botten te stoppen.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
U heeft lage calciumwaarden in uw bloed of u heeft dit ooit heeft gehad.
U mag dit geneesmiddel niet toegediend krijgen als een van bovenstaande op u van toepassing is.
Indien u niet zeker bent, neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u Ibandronic Acid
Accord gebruikt.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Een bijwerking die osteonecrose van de kaak (ONK) genoemd wordt (dit is botbeschadiging in de
kaak), is zeer zelden gemeld na het in de handel brengen van dit middel, bij patiënten die Ibandronic
Acid Accord gebruiken voor kanker. ONK kan ook optreden na het stoppen met de behandeling.
46
Het is belangrijk om de ontwikkeling van ONK te voorkomen, omdat dit een pijnlijke aandoening is
die soms moeilijk te behandelen is. Om het risico op ONK te verminderen, moet u
voorzorgsmaatregelen nemen:
Voordat u begint met de behandeling, moet u het uw arts/apotheker (medische zorgverlener) vertellen
als:
u problemen hebt met uw mond of tanden, zoals een slecht gebit, een tandvleesaandoening of
een tand die getrokken moet worden
u niet regelmatig gebitscontroles ondergaat of al een tijdje niet op controle bij de tandarts bent
geweest
u rookt (omdat dit het risico op gebitsproblemen kan vergroten)
u al eerder bent behandeld met een bisfosfonaat (een geneesmiddel om botaandoeningen te
behandelen of voorkomen)
u geneesmiddelen gebruikt die corticosteroïden worden genoemd (zoals prednisolon of
dexamethason)
u kanker hebt.
Uw arts kan u vragen om uw gebit te laten nakijken voordat u start met de behandeling van Ibandronic
Acid Accord.
Tijdens de behandeling moet u zorgen voor een goede mondhygiëne (waaronder regelmatig uw tanden
poetsen) en regelmatig op controle gaan bij de tandarts. Als u een gebit hebt, moet u zorgen dat het
goed past. Als u onder behandeling bent bij de tandarts of een gebitsingreep moet ondergaan (b.v. als
er een tand getrokken moet worden), vertel uw arts dan over de gebitsbehandeling en vertel uw
tandarts dat u behandeld wordt met Ibandronic Acid Accord.
Neem onmiddellijk contact op met uw arts en tandarts als u problemen krijgt met uw mond of tanden
zoals losse tanden, pijn of zwelling, zweertjes die niet genezen of wondvocht. Dit kunnen namelijk
tekenen zijn van osteonecrose van de kaak.
Als u allergisch (overgevoelig) bent voor andere bisfosfonaten.
Als u hoge of lage waarden van vitamine D, calcium of andere mineralen heeft.
Als u nierproblemen heeft.
Als u problemen heeft met uw hart en uw arts heeft aangeraden uw dagelijkse inname van
vloeistoffen te beperken.
Gevallen van ernstige, soms fatale, allergische reacties zijn gemeld bij patiënten die intraveneus
behandeld werden met ibandroninezuur.
Als u een van de volgende verschijnselen krijgt, zoals kortademigheid/moeilijkheden met ademhalen,
een strak gevoel in de keel, zwelling van de tong, duizeligheid, een gevoel van bewustzijnsverlies,
roodheid of zwelling van het gezicht, uitslag op het lichaam, misselijkheid en overgeven, moet u direct
uw arts of verpleegkundige waarschuwen (zie rubriek 4).
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Ibandronic Acid Accord mag niet gebruikt worden bij kinderen en tieners jonger dan 18 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Ibandronic Acid Accord nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden
gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken?
Vertel dat dan uw arts of apotheker. Dit is omdat Ibandronic Acid Accord de wijze waarop andere
geneesmiddelen werken kan beïnvloeden. Ook kunnen sommige andere geneesmiddelen de wijze
waarop Ibandronic Acid Accord werkt beïnvloeden.
47
In het bijzonder, vertel het uw arts of apotheker
indien u een type antibioticum injectie ontvangt
die 'aminoglycoside' wordt genoemd, zoals gentamicine. Dit is omdat aminoglycosiden en Ibandronic
Acid Accord beide de hoeveelheid calcium in uw bloed kunnen verlagen.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Gebruik dan
geen Ibandronic Acid Accord. Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit
geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
U mag rijden en machines bedienen, omdat het te verwachten is dat Ibandronic Acid Accord geen of
een verwaarloosbare invloed zal hebben op uw rijvaardigheid en uw vermogen om machines te
bedienen. Neem eerst contact op met uw arts als u een voertuig wilt besturen, machines of
gereedschap wilt gebruiken.
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per flacon, dit betekent dat het in wezen
‘natrium-vrij’ is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik van dit geneesmiddel
Ibandronic Acid Accord wordt meestal gegeven door een arts of ander medisch personeel met
ervaring met de behandeling van kanker.
Het wordt gegeven als een infusie in uw ader
Uw arts kan regelmatig bloedtesten uitvoeren terwijl u Ibandronic Acid Accord gebruikt. Dit is om te
controleren of u de juiste hoeveelheid van dit geneesmiddel ontvangt.
Hoeveel u moet gebruiken
Uw arts zal uitzoeken hoeveel Ibandronic Acid Accord aan u toegediend zal worden afhankelijk van
uw ziekte.
Als u borstkanker heeft die uitgezaaid is naar uw botten, dan is de aanbevolen dosering 6 mg iedere 3-
4 weken, als een infusie in uw ader gedurende tenminste 15 minuten.
Als u een verhoogd calciumgehalte in uw bloed heeft vanwege een tumor, dan is de aanbevolen
dosering een enkele toediening van 2 mg of 4 mg, afhankelijk van de ernst van uw ziekte. Het
geneesmiddel moet worden toegediend als een infusie in uw ader gedurende 2 uur. Een herhaalde
dosis kan worden overwogen in het geval er onvoldoende respons is of wanneer uw ziekte opnieuw
optreedt.
Uw arts kan uw dosis en duur van de intraveneuze infusie aanpassen indien u nierproblemen heeft.
Hebt u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Raadpleeg onmiddellijk een verpleegkundige of een arts indien u een van de volgende ernstige
bijwerkingen ondervindt – u kunt urgente medische behandeling nodig hebben
Zelden
(komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 personen)
48
aanhoudende oogpijn of oogontsteking
pijn, zwakte of een onprettig gevoel in uw dij, heup of lies, die u niet eerder had. U heeft
mogelijk vroege verschijnselen van een mogelijke, ongebruikelijke breuk van uw dijbeen.
Zeer zelden
(komen voor bij minder dan 1 op de 10.000 personen)
pijn of pijnlijke plek in de mond of kaak. U heeft mogelijk vroege verschijnselen van ernstige
kaakproblemen (necrose (dood botweefsel) in het kaakbot)
praat met uw arts als u oorpijn, een afscheiding uit uw oor en/of een oorontsteking krijgt. Dit
kunnen tekenen zijn van botbeschadiging in uw oor.
jeuk, zwelling van uw gezicht, lippen, tong en keel met ademhalingsmoeilijkheden. U kunt een
ernstige, mogelijk levensbedreigende, allergische reactie hebben op het geneesmiddel (zie
rubriek 2).
ernstige huidreacties
Niet bekend
(frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
astma-aanval
Andere mogelijke bijwerkingen
Vaak
(komen voor bij minder dan 1 op de 10 personen)
griepachtige verschijnselen, waaronder koorts, beven en rillen, zich ongemakkelijk voelen,
vermoeidheid, botpijn en pijnlijke spieren en gewrichten. Deze verschijnselen verdwijnen
doorgaans binnen enkele uren of dagen. Vertel het een verpleegkundige of arts indien de
bijwerkingen hinderlijk worden of langer dan een paar dagen aanhouden
stijging van de lichaamstemperatuur
maag- of buikpijn, indigestie, misselijkheid, overgeven of diarree (dunne ontlasting)
lage calcium- of fosfaatgehaltes in uw bloed
veranderingen in resultaten van uw bloedtesten, zoals Gamma GT of creatinine
een hartritmeprobleem dat 'bundeltakblok' wordt genoemd
pijn in uw botten of spieren
hoofdpijn, duizelig voelen, zwak voelen
dorstig gevoel, zere keel, verandering in smaakervaring
gezwollen benen of voeten
gewrichtspijn, gewrichtsontsteking, of andere gewrichtsproblemen
problemen met uw bijschildklier
kneuzingen
infecties
een probleem met uw ogen dat 'cataract' of 'staar' wordt genoemd
huidproblemen
tandproblemen
Soms
(komen voor bij minder dan 1 op de 100 personen)
beven of rillen
uw lichaamstemperatuur wordt te laag (hypothermie)
een aandoening die de bloedvaten in uw hersenen beïnvloedt, 'cerebrovasculaire aandoening'
genaamd (beroerte of hersenbloeding)
problemen met hart- en bloedsomloop (waaronder hartkloppingen, hartaanval, hypertensie
(hoge bloeddruk) en spataderen)
veranderingen in uw bloedcellen (anemie)
een hoog gehalte alkalische fosfatase in uw bloed
vochtophoping en zwelling (lymfoedeem)
vocht in uw longen
maagproblemen zoals buikgriep (gastro-enteritis) of ontsteking van het maagslijmvlies
(gastritis)
galstenen
49
niet kunnen urineren, blaasontsteking (cystitis)
migraine
zenuwpijn, beschadigde zenuwwortel
doofheid
verhoogde gevoeligheid voor geluid, smaak, aanraking of veranderingen in reuk
moeite met slikken
mondzweren, gezwollen lippen (cheilitis), spruw
jeuk of tintelende huid om uw mond
pijn in het bekken, afscheiding, jeuk of pijn in de vagina
een huidaangroei, goedaardig huidneoplasme genaamd
geheugenverlies
problemen met slapen, angstig voelen, emotionele instabiliteit of stemmingsveranderingen
huiduitslag
haarverlies
verwonding of pijn op de injectieplaats
gewichtsverlies
niercyste (met vocht gevulde holte in de nieren)
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V*. Door
bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit
geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de
doos en het etiket na "EXP". Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is
de uiterste houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Na verdunning
De chemische en fysische stabiliteit tijdens gebruik na verdunning in 0,9% natriumchloride of 5%
glucoseoplossing is aangetoond voor 36 uur bij 25 °C en 2-8°C.
Uit microbiologisch oogpunt dient de oplossing voor infusie onmiddellijk gebruikt te worden. Indien
het niet onmiddellijk gebruikt wordt, zijn de gebruiksbewaartijden en –omstandigheden voorafgaand
aan het gebruik de verantwoordelijkheid van de gebruiker en deze zijn normalerwijze niet langer dan
24 uur bij 2 °C - 8 °C, tenzij verdunning onder gecontroleerde en gevalideerde aseptische
omstandigheden heeft plaatsgevonden.
Gebruik dit middel niet als u merkt dat de oplossing niet helder is of deeltjes bevat.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is ibandroninezuur.
Ibandronic Acid Accord 2 mg concentraat voor oplossing voor infusie
Eén flacon met 2 ml van een concentraat voor oplossing voor infusie bevat 2 mg ibandroninezuur (als
2,25 mg ibandronine natrium monohydraat).
Ibandronic Acid Accord 6 mg concentraat voor oplossing voor infusie
50
Eén flacon met 6 ml van een concentraat voor oplossing voor infusie bevat 6 mg ibandroninezuur (als
6,75 mg ibandronine natrium monohydraat).
De andere stoffen in dit middel zijn natriumchloride, natriumacetaat-trihydraat, ijsazijn en water
voor injecties.
Hoe ziet Ibandronic Acid Accord eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Ibandronic Acid Accord is een concentraat voor oplossing voor infusie (steriel concentraat).
Kleurloze, heldere oplossing.
Het wordt geleverd in glazen flacons (type I) met rubber stop en aluminium flip-off dop.
Ibandronic Acid Accord 2 mg concentraat voor oplossing voor infusie
Elke flacon bevat 2 ml concentraat. Elke doos bevat 1 flacon.
Ibandronic Acid Accord 6 mg concentraat voor oplossing voor infusie
Elke flacon bevat 6 ml concentraat. Het wordt geleverd als verpakkingen à 1, 5 of 10 flacons. Niet alle
genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje
Fabrikant
Accord Healthcare Polska Sp.z o.o.,
ul. Lutomierska 50,95-200 Pabianice, Polen
Accord Healthcare B.V.,
Winthontlaan 200,
3526 KV Utrecht,
Nederland
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europese
Geneesmiddelen Bureau http://www.ema.europa.eu//
51
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg
Dosering: Preventie van voorvallen betreffende het skelet bij patiënten met borstkanker en
botmetastasen
De aanbevolen dosis voor preventie van voorvallen betreffende het skelet bij patiënten met
borstkanker en botmetastasen is 6 mg intraveneus gegeven elke 3-4 weken. De dosis moet gedurende
minstens 15 minuten via een infuus worden toegediend.
Patiënten met verminderde nierfunctie
Er is geen dosisaanpassing vereist bij patiënten met een mild verminderde nierfunctie (CLcr ≥50 en
<80 ml/min). Bij patiënten met een matige (CLcr ≥30 en <50 ml/min) of ernstig verminderde
nierfunctie (CLcr <30 ml/min) die behandeld worden voor de preventie van voorvallen betreffende het
skelet bij borstkanker en botmetastasen, moeten de volgende doseringsaanbevelingen worden gevolgd:
Creatinineklaring
(ml/min)
≥50 CLcr <80
Dosis
Infusievolume
1
en infusietijd
2
6 mg (6 ml concentraat voor
100 ml gedurende 15 minuten
oplossing voor infusie)
4 mg (4 ml concentraat voor
≥30 CLcr <50
500 ml gedurende 1 uur
oplossing voor infusie)
2 mg (2 ml concentraat voor
<30
500 ml gedurende 1 uur
oplossing voor infusie)
1
0,9% natriumchlorideoplossing of 5% glucoseoplossing
2
Toediening iedere 3 tot 4 weken
Een infusietijd van 15 minuten werd niet onderzocht bij kankerpatiënten met een CLcr <50 ml/min.
Dosering: Behandeling van door tumor veroorzaakte hypercalciëmie
Ibandronic Acid Accord wordt over het algemeen toegediend in een ziekenhuisomgeving. De dosis
wordt door de arts bepaald met inachtneming van de volgende factoren.
Voorafgaand aan behandeling met Ibandronic Acid Accord moet de patiënt voldoende gerehydrateerd
worden met 9 mg/ml (0,9 %) natriumchloride. Zowel de ernst van de hypercalciëmie als het type
tumor moeten worden overwogen. Bij de meeste patiënten met ernstige hypercalciëmie (voor
albumine-gecorrigeerd serumcalcium* ≥3 mmol/l of ≥12 mg/dl) zal 4 mg als enkele dosering
voldoende zijn. Bij patiënten met een matige hypercalciëmie (voor albumine-gecorrigeerd
serumcalcium <3 mmol/l of < 12 mg/dl) is 2 mg een effectieve dosering. De hoogste dosis gebruikt in
klinische studies was 6 mg, maar deze dosis heeft geen toegevoegde waarde qua werkzaamheid.
* NB:albumine-gecorrigeerd serumcalcium-concentraties worden als volgt berekend:
albumine-gecorrigeerd
serumcalcium
(mmol/l)
=
serumcalcium (mmol/l) - [0.02 x albumine (g/l)] + 0.8
of
serumcalcium (mg/dl) + 0.8 x [4 - albumine (g/dl)]
albumine-gecorrigeerd =
serumcalcium (mg/dl)
Voor het omrekenen van albumine-gecorrigeerd serumcalcium van mmol/l naar mg/dl
dient men het met 4 te vermenigvuldigen.
In de meeste gevallen kan een verhoogde serumcalciumspiegel teruggebracht worden naar de normale
waarde binnen 7 dagen. De mediane tijd tot terugval (opnieuw stijgen van voor albumine-gecorrigeerd
serumcalciumspiegel tot boven 3 mmol/l) was 18-19 dagen voor de 2 mg en 4 mg doses. De mediane
tijd tot terugval was 26 dagen bij een dosis van 6 mg.
52
Dosering en wijze van toediening
Ibandronic Acid Accord concentraat voor oplossing voor infusie moet worden toegediend als een
intraveneuze infusie.
Voor dit doel wordt de inhoud van de flacon als volgt gebruikt:
Preventie van voorvallen betreffende het skelet bij patiënten met borstkanker en botmetastasen –
toegevoegd aan 100 ml isotone natriumchlorideoplossing of 100 ml 5% dextrose-oplossing en
toegediend via een infuus gedurende minstens 15 minuten. Zie ook bovenstaande
doseringsrubriek voor patiënten met verminderde nierfunctie.
Behandeling van tumor-geïnduceerde hypercalciëmie – toegevoegd aan 500 ml isotone
natriumchlorideoplossing of 500 mg 5% dextroseoplossing en toegediend via een infuus
gedurende 2 uur.
Let op:
Om mogelijke onverenigbaarheden te voorkomen, moet Ibandronic Acid Accord concentraat voor
oplossing voor infusie alleen gemengd worden met isotone natriumchlorideoplossing of met 5%
glucoseoplossing. Calcium-bevattende oplossingen mogen niet gemengd worden met Ibandronic Acid
Accord concentraat voor oplossing voor infusie.
Verdunde oplossingen zijn voor eenmalig gebruik. Alleen heldere oplossingen zonder deeltje mogen
worden gebruikt.
Het wordt aanbevolen om het product onmiddellijk na verdunning te gebruiken (zie punt 5 van deze
bijsluiter “Hoe bewaart u dit middel?”).
Ibandronic Acid Accord
moet als intraveneus infuus worden toegediend.
Er moet voorzichtigheid betracht worden om Ibandronic Acid Accord niet intra-arterieel of paraveneus
toe te dienen omdat dit tot weefselschade kan leiden.
Frequentie van toediening
Voor de behandeling van tumor-geïnduceerde hypercalciëmie wordt Ibandronic Acid Accord
concentraat voor oplossing voor infusie meestal als eenmalige infusie toegediend.
Voor de preventie van voorvallen betreffende het skelet bij patiënten met borstkanker en
botmetastasen wordt de Ibandronic Acid Accord infusie herhaald met tussenpozen van 3-4 weken.
Duur van de behandeling
Een beperkt aantal patiënten (50 patiënten) kreeg een tweede infusie toegediend voor hypercalciëmie.
Herhaalde behandeling kan overwogen worden bij terugkerende hypercalciëmie of onvoldoende
werkzaamheid.
Bij patiënten met borstkanker en botmetastasen moet Ibandronic Acid Accord infusie elke 3-4 weken
worden toegediend. In klinische studies is de behandeling voortgezet tot 96 weken.
Overdosering
Tot nu toe is er geen ervaring met acute vergiftiging door Ibandronic Acid Accord concentraat voor
oplossing voor infusie. Aangezien zowel de nier als de lever doelwitorganen bleken te zijn voor
toxiciteit in preklinische studies met hoge doseringen, moeten zowel de nier- als leverfunctie
gecontroleerd worden.
Klinisch relevante hypocalciëmie (zeer lage serumcalciumwaarden) moet worden gecorrigeerd door
intraveneuze toediening van calciumgluconaat.
53
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
Ibandronic acid Accord 3 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
Ibandroninezuur
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Ibandronic acid Accord en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Ibandronic acid Accord en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Ibandronic acid Accord behoort tot de groep van geneesmiddelen die bisfosfonaten worden genoemd.
Het bevat het werkzame bestanddeel ibandroninezuur.
Ibandronic acid Accord kan botverlies tegengaan door het voorkomen van verdere botafbraak en het
verhogen van de botmassa bij de meeste vrouwen die het middel innemen, hoewel zij het verschil niet
zullen kunnen zien of voelen. Ibandronic acid Accord kan het risico op botbreuken (fracturen)
verminderen. Een vermindering van wervelfracturen is aangetoond, maar niet van heupfracturen.
Ibandronic acid Accord is aan u voorgeschreven om postmenopauzale osteoporose te
behandelen omdat u een verhoogd risico op fracturen heeft.
Osteoporose is het dunner en brozer
worden van de botten. Dit komt vaak voor bij vrouwen na de menopauze (overgang). Tijdens de
menopauze stoppen de eierstokken van een vrouw met het aanmaken van het vrouwelijke hormoon
oestrogeen. Dit hormoon helpt om het skelet van de vrouw gezond te houden.
Hoe eerder een vrouw in de menopauze komt, des te groter is haar kans op fracturen als gevolg van
osteoporose.
Andere factoren die het risico op osteoporose kunnen verhogen, zijn:
niet genoeg calcium en vitamine D in het dieet
roken of overmatig alcoholgebruik
niet voldoende wandelen of andere oefeningen die uw botten belasten
een familiegeschiedenis van osteoporose
Een gezonde levensstijl
zal ook helpen om zoveel mogelijk voordeel van uw behandeling te hebben.
Dit omvat:
het eten van een uitgebalanceerd dieet, rijk aan calcium en vitamine D
wandelen of het doen van andere oefeningen die de botten belasten
niet roken en niet teveel alcohol drinken
54
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
Als u een laag calciumgehalte in het bloed heeft of dit in het verleden heeft gehad.
Overleg
in dat geval met uw arts.
U bent allergisch voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Een bijwerking die osteonecrose van de kaak (ONK) genoemd wordt (dit is botbeschadiging in de
kaak), is zeer zelden gemeld na het in de handel brengen van dit middel, bij patiënten die Ibandronic
Acid Accord gebruiken voor kanker. ONK kan ook optreden na het stoppen met de behandeling.
Het is belangrijk om de ontwikkeling van ONK te voorkomen, omdat dit een pijnlijke aandoening is
die soms moeilijk te behandelen is. Om het risico op ONK te verminderen, moet u
voorzorgsmaatregelen nemen:
Voordat u begint met de behandeling, moet u het uw arts/apotheker (medische zorgverlener) vertellen
als:
u problemen hebt met uw mond of tanden, zoals een slecht gebit, een tandvleesaandoening of
een tand die getrokken moet worden
u niet regelmatig gebitscontroles ondergaat of al een tijdje niet op controle bij de tandarts bent
geweest
u rookt (omdat dit het risico op gebitsproblemen kan vergroten)
u al eerder bent behandeld met een bisfosfonaat (een geneesmiddel om botaandoeningen te
behandelen of voorkomen)
u geneesmiddelen gebruikt die corticosteroïden worden genoemd (zoals prednisolon of
dexamethason)
u kanker hebt.
Uw arts kan u vragen om uw gebit te laten nakijken voordat u start met de behandeling van Ibandronic
Acid Accord.
Tijdens de behandeling moet u zorgen voor een goede mondhygiëne (waaronder regelmatig uw tanden
poetsen) en regelmatig op controle gaan bij de tandarts. Als u een gebit hebt, moet u zorgen dat het
goed past. Als u onder behandeling bent bij de tandarts of een gebitsingreep moet ondergaan (b.v. als
er een tand getrokken moet worden), vertel uw arts dan over de gebitsbehandeling en vertel uw
tandarts dat u behandeld wordt met Ibandronic Acid Accord.
Neem onmiddellijk contact op met uw arts en tandarts als u problemen krijgt met uw mond of tanden
zoals losse tanden, pijn of zwelling, zweertjes die niet genezen of wondvocht. Dit kunnen namelijk
tekenen zijn van osteonecrose van de kaak.
Sommige patiënten moeten extra voorzichtig zijn wanneer zij Ibandronic acid Accord gebruiken.
Raadpleeg uw arts voordat u Ibandronic acid Accord krijgt toegediend:
Wanneer u problemen met de nieren heeft of heeft gehad, lijdt aan nierfalen of ooit gedialyseerd
bent of wanneer u een andere ziekte heeft die invloed heeft op uw nieren.
Wanneer u een stoornis heeft van de mineraal stofwisseling (zoals vitamine D gebrek).
U dient aanvullende calcium en vitamine D supplementen te gebruiken wanneer u Ibandronic
acid Accord gebruikt. Wanneer dit voor u niet mogelijk is, dan moet u dit uw arts vertellen.
Als u hartproblemen heeft en de arts heeft u aangeraden uw dagelijkse inname van vloeistoffen
te beperken.
Gevallen van ernstige, soms fatale, allergische reacties zijn gemeld bij patiënten die intraveneus
behandeld werden met ibandroninezuur.
55
Als u een van de volgende verschijnselen krijgt, zoals kortademigheid/moeilijkheden met ademhalen,
een strak gevoel in de keel, zwelling van de tong, duizeligheid, een gevoel van bewustzijnsverlies,
roodheid of zwelling van het gezicht, uitslag op het lichaam, misselijkheid en overgeven, moet u direct
uw arts of verpleegkundige waarschuwen.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Ibandronic acid Accord moet niet worden gebruikt bij kinderen of adolescenten onder de 18 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Ibandronic acid Accord nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden
gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken?
Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Zwangerschap en borstvoeding
Ibandronic acid Accord is alleen bestemd voor gebruik door postmenopauzale vrouwen en mag niet
gebruikt worden door vrouwen die nog zwanger kunnen worden.
Gebruik Ibandronic acid Accord niet wanneer u zwanger bent of borstvoeding geeft.
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
U mag rijden en machines bedienen, omdat het te verwachten is dat Ibandronic acid Accord geen of
een verwaarloosbare invloed zal hebben op uw rijvaardigheid en uw vermogen om machines te
bedienen.
Ibandronic acid Accord bevat natrium
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis (3 ml), d.w.z. dat het in wezen
‘natrium-vrij’ is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
De aanbevolen dosering van Ibandronic acid Accord als intraveneuze injectie is 3 mg (1 voorgevulde
spuit) eenmaal per 3 maanden.
De injectie dient in de ader toegediend te worden door een arts of daartoe bevoegde verpleegkundige.
U mag de injectie niet bij uzelf toedienen.
De oplossing voor injectie mag alleen in een ader worden toegediend, en niet op een andere plek in het
lichaam.
Ibandronic acid Accord blijven gebruiken
Om zo veel mogelijk baat te hebben bij de behandeling, is het belangrijk dat u de injecties iedere 3
maanden toegediend blijft krijgen, zolang uw arts het u voorschrijft. Ibandronic acid Accord kan
osteoporose alleen behandelen zolang u het gebruikt, ondanks dat u geen verschil zal zien of voelen.
Nadat u 5 jaar Ibandronic acid Accord heeft gebruikt, overleg dan met uw arts of het nodig is om
Ibandronic acid Accord te blijven gebruiken.
U dient aanvullende calcium en vitamine D producten te gebruiken, zoals geadviseerd door uw arts.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Het is mogelijk dat de hoeveelheid calcium, fosfor of magnesium in uw bloed te laag wordt. Indien het
nodig is, zal uw arts dit corrigeren door u een injectie te geven met deze mineralen.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
56
U dient zo spoedig mogelijk een afspraak te maken voor een nieuwe injectie. Ga vervolgens vanaf de
datum van deze laatste injectie verder met het ontvangen van de injecties iedere 3 maanden.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elke geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Neem direct contact op met een arts of verpleegkundige wanneer u last krijgt van de volgende
bijwerkingen - mogelijk heeft u met spoed medische behandeling nodig:
Zelden voorkomende bijwerkingen
(komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 personen):
jeuk, zwelling van uw gezicht, lippen, tong en keel, met moeilijkheden bij het ademhalen
aanhoudende oogpijn en oogontsteking (indien langdurig)
pijn, zwakte of een onprettig gevoel in uw dij, heup of lies, die u niet eerder had. U heeft
mogelijk vroege verschijnselen van een mogelijke, ongebruikelijke breuk van uw dijbeen.
Zeer zelden voorkomende bijwerkingen
(komen voor bij minder dan 1 op de 10.000 personen):
pijn of pijnlijke plek in de mond of kaak. U heeft mogelijk vroege verschijnselen van ernstige
kaakproblemen (necrose (dood botweefsel) in het kaakbot).
praat met uw arts als u oorpijn, een afscheiding uit uw oor en/of een oorontsteking krijgt. Dit
kunnen tekenen zijn van botbeschadiging in uw oor.
ernstige, mogelijk levensbedreigende, allergische reactie (zie rubriek 2)
ernstige huidreacties
Andere mogelijke bijwerkingen
Vaak voorkomende bijwerkingen
(komen voor bij minder dan 1 op de 10 personen):
hoofdpijn
maagpijn (zoals maagontsteking) of buikpijn, problemen met de spijsvertering, misselijkheid,
diarree (dunne ontlasting) of verstopping
pijn in uw spieren, gewrichten of rug
zich vermoeid en uitgeput voelen
griepachtige verschijnselen waaronder koorts, trillen en rillingen, zich ongemakkelijk voelen,
botpijn en pijnlijke spieren en gewrichten. Vertel het een verpleegkundige of arts indien u last
krijgt van bijwerkingen of deze bijwerkingen langer dan een paar dagen aanhouden.
huiduitslag
Soms voorkomende bijwerkingen
(komen voor bij minder dan 1 op de 100 personen):
ontsteking van een ader
pijn of letsel op de injectieplaats
botpijn
zich zwak voelen
astma-aanvallen
Zelden voorkomende bijwerkingen
(komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 personen):
netelroos
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V*. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
57
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos na
"EXP". Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Diegene die de injectie toedient, dient een eventuele ongebruikte oplossing weg te gooien en de
gebruikte spuit en injectienaald in een daarvoor geschikte afvalcontainer te stoppen.
6.
Inhoud van de verpakking en overige infomatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
Een voorgevulde spuit van 3 ml bevat 3 mg ibandroninezuur (als natriummonohydraat).
Elke ml oplossing bevat 1 mg ibandroninezuur..
De andere stoffen in dit middel zijn natriumchloride, azijnzuur, natriumacetaattrihydraat en
water voor injecties
Hoe ziet Ibandronic acid Accord eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Ibandronic acid Accord 3 mg oplossing voor injectie in voorgevulde spuiten is een heldere, kleurloze
oplossing. Elke voorgevulde spuit bevat 3 ml oplossing. Ibandronic acid Accord is beschikbaar in
verpakkingen met 1 voorgevulde spuit en 1 injectienaald of met 4 voorgevulde spuiten en 4
injectienaalden.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten op de markt worden gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje
Fabrikant
Accord Healthcare Polska Sp.z o.o.,
ul. Lutomierska 50,95-200 Pabianice, Polen
Accord Healthcare B.V.,
Winthontlaan 200,
3526 KV Utrecht,
Nederland
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
58
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
Zie de samenvatting van de productkenmerken voor meer informatie.
Toediening van Ibandronic acid Accord 3 mg oplossing voor injectie in voorgevulde spuit
Ibandronic acid Accord 3 mg oplossing voor injectie in voorgevulde spuit dient intraveneus
geïnjecteerd te worden in 15-30 seconden.
De oplossing is irriterend, daarom is het belangrijk dat de oplossing enkel en alleen intraveneus
toegediend wordt. Indien er onbedoeld geïnjecteerd wordt in het weefsel rondom de ader, zal de
patiënt mogelijk op de plaats van toediening lokale irritatie, pijn en ontsteking ontwikkelen.
Ibandronic acid Accord 3 mg oplossing voor injectie in voorgevulde spuit
mag niet
gemengd worden
met calciumhoudende oplossingen (zoals Ringer-lactaat-oplossing, calcium heparine) of andere
geneesmiddelen die intraveneus toegediend worden. Wanneer Ibandronic acid Accord toegediend
wordt via een bestaande intraveneuze infusielijn, dan dient het intraveneuze infusaat beperkt te worden
tot een isotone zoutoplossing of 50 mg/ml (5 %) glucose-oplossing.
Vergeten dosering
Indien een dosis vergeten is, dient de injectie zo snel mogelijk toegediend te worden. Vervolgens
dienen de injecties vanaf de datum van de laatste injectie om de drie maanden toegediend te worden.
Overdosering
Er is geen specifieke informatie beschikbaar over de behandeling van een overdosering met
Ibandronic acid Accord injectie.
Gebaseerd op de beschikbare kennis over deze groep geneesmiddelen, kan intraveneuze overdosering
resulteren in hypocalciëmie, hypofosfatemie en hypomagnesiëmie, wat paresthesiën kan veroorzaken.
In ernstige gevallen kan intraveneuze infusie van gepaste hoeveelheden calciumgluconaat, kalium- of
natriumfosfaat en magnesiumsulfaat nodig zijn.
Algemeen advies
Ibandronic acid Accord 3 mg oplossing voor injectie in voorgevulde spuit kan, zoals andere
intraveneus toegediende bisfosfonaten, een tijdelijke daling van de serumcalciumwaarden
veroorzaken.
Hypocalciëmie en andere stoornissen in bot- en mineraalmetabolisme dienen te worden beoordeeld en
effectief behandeld te worden alvorens te starten met Ibandronic acid Accord injectietherapie.
Adequate inname van calcium en vitamine D is belangrijk voor alle patiënten. Alle patiënten dienen
calcium en vitamine D supplementen te ontvangen.
Patiënten met andere aandoeningen of die geneesmiddelen gebruiken welke mogelijk bijwerkingen
met betrekking tot de nieren veroorzaken, dienen regelmatig, in lijn met goed medisch handelen,
gecontroleerd te worden.
Alle ongebruikte oplossing voor injectie, spuiten en injectienaalden dienen te worden vernietigd
overeenkomstig lokale voorschriften.
59


BIJLAGE I

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Ibandronic Acid Accord 2 mg concentraat voor oplossing voor infusie
Ibandronic Acid Accord 6 mg concentraat voor oplossing voor infusie
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Een flacon met 2 ml concentraat voor oplossing voor infusie bevat 2 mg ibandroninezuur (als natrium
monohydraat ).
Een flacon met 6 ml concentraat voor oplossing voor infusie bevat 6 mg ibandroninezuur (als natrium
monohydraat ).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Concentraat voor oplossing voor infusie (steriel concentraat)
Heldere, kleurloze oplossing.
4.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties
Ibandroninezuur is geïndiceerd voor gebruik bij volwassenen voor
-
Preventie van voorvallen betreffende het skelet (pathologische fracturen, botcomplicaties die
radiotherapie of chirurgie vereisen) bij patiënten met borstkanker en botmetastasen.
-
Behandeling van door tumor veroorzaakte hypercalciëmie met of zonder metastasen

4.2 Dosering en wijze van toediening
Patiënten die met ibandroninezuur worden behandeld, moeten de bijsluiter en de herinneringskaart
krijgen.
Ibandroninezuur therapie moet alleen geïnitieerd worden door artsen met ervaring in de behandeling
van kanker.
Dosering
Preventie van voorvallen betreffende het skelet bij patiënten met borstkanker en botmetastasen
De aanbevolen dosis bij preventie van voorvallen betreffende het skelet bij patiënten met borstkanker
en botmetastasen is 6 mg intraveneuze injectie iedere 3-4 weken gegeven. De dosis moet toegediend
worden als infuus gedurende ten minste 15 minuten.
Een kortere infusietijd (bijvoorbeeld 15 min.) moet alleen toegepast worden bij patiënten met een
normale nierfunctie of een matig verminderde nierfunctie. Er zijn geen gegevens beschikbaar over het
gebruik van een kortere infusietijd bij patiënten met een creatinineklaring van minder dan 50 ml/min.
Voorschrijvers moeten de rubriek Patiënten met verminderde nierfunctie hieronder raadplegen voor
aanbevelingen over dosering en toediening bij deze patiëntgroep.
Behandeling van door tumor veroorzaakte hypercalciëmie
gerehydrateerd met 9 mg/ml (0,9 %) natriumchloride-oplossing. Er moet rekening worden gehouden
met de ernst van de hypercalciëmie alsook met het type tumor. Over het algemeen hebben patiënten
met osteolytische botmetastasen lagere doses nodig dan patiënten met hypercalciëmie van het
humorale type. Bij de meeste patiënten met een ernstige hypercalciëmie (albumine-gecorrigeerd
serumcalcium* 3 mmol/l of 12 mg/dl) zal 4 mg een adequate eenmalige dosis zijn. Bij patiënten
met een matige hypercalciëmie (albumine-gecorrigeerd serumcalcium < 3 mmol/l of < 12 mg/dl) is
2 mg een effectieve dosis. De maximale dosis gebruikt in klinische studies was 6 mg, waarbij echter
geen verbetering van de werkzaamheid werd waargenomen.
* NB: albumine-gecorrigeerde serumcalciumconcentraties worden als volgt berekend:
albumine-gecorrigeerd
=
serumcalcium (mmol/l) - [0,02 x albumine (g/l)] + 0,8
serumcalcium (mmol/l)
Of
albumine-gecorrigeerd
=
serumcalcium (mg/dl) + 0,8 x [4 - albumine (g/dl)]
serumcalcium (mg/dl)
Voor het omrekenen van albumine-gecorrigeerd serumcalcium van mmol/l naar mg/dl dient men het
met 4 te vermenigvuldigen
In de meeste gevallen kan de verhoogde serumcalciumspiegel binnen 7 dagen worden genormaliseerd.
De mediane tijd tot recidief (hernieuwde toename van het albumine-gecorrigeerde serumcalcium
boven 3 mmol/l) bedraagt 18-19 dagen voor de 2 mg en 4 mg doses. Voor de 6 mg dosis bedroeg de
mediane tijd tot recidief 26 dagen.
Een beperkt aantal patiënten (50 patiënten) kreeg een tweede infusie voor hypercalciëmie toegediend.
Herhaling van de behandeling kan overwogen worden bij hernieuwd optreden van hypercalciëmie of
bij onvoldoende werkzaamheid. Ibandroninezuur concentraat voor oplossing voor infusie moet als een
intraveneuze infusie gedurende 2 uur worden toegediend.
Speciale populaties
Patiënten met verminderde leverfunctie
Er is geen dosisaanpassing noodzakelijk (zie rubriek 5.2).
Patiënten met verminderde nierfunctie
Er is geen dosisaanpassing vereist bij patiënten met een mild verminderde nierfunctie (CLcr 50 en
<80 ml/min). Bij patiënten met een matig (CLcr 30 en <50 ml/min) of ernstig verminderde
nierfunctie (CLcr <30 ml/min) die behandeld worden voor de preventie van voorvallen betreffende het
skelet bij borstkanker en botmetastasen, moeten de volgende doseringsaanbevelingen worden gevolgd
(zie rubriek 5.2):
Creatinineklaring
(ml/min)
Dosis
Infusievolume 1 en infusietijd2
50 CLcr <80
6 mg (6 ml concentraat voor
oplossing voor infusie)
100 ml gedurende 15 minuten
30 CLcr <50
4 mg (4 ml concentraat voor
oplossing voor infusie)
500 ml gedurende 1 uur
<30
2 mg (2 ml concentraat voor
oplossing voor infusie)
500 ml gedurende 1 uur
1 0,9% natriumchlorideoplossing of 5% glucoseoplossing
2 Toediening iedere 3 tot 4 weken
Een infusietijd van 15 minuten is niet onderzocht bij kankerpatiënten met een CLCr < 50 ml/min.
Ouderen (> 65 jaar)
Er is geen dosisaanpassing noodzakelijk (zie rubriek 5.2).
De veiligheid en werkzaamheid van ibandroninezuur bij kinderen en adolescenten onder de leeftijd
van 18 jaar zijn niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar (zie rubriek 5.1 en rubriek 5.2).
Wijze van toediening
Voor intraveneuze toediening.
De inhoud van de injectieflacon moet als volgt worden gebruikt:
Preventie van voorvallen betreffende het skelet ­ toegevoegd aan 100 ml isotone
natriumchloride-oplossing of 100 ml 5% dextrose-oplossing en toegediend als infuus
gedurende ten minste 15 minuten. Zie ook de rubriek over dosering hierboven voor
patiënten met een verminderde nierfunctie.
Behandeling van door tumor veroorzaakte hypercalciëmie ­ toegevoegd aan 500 ml
isotone natriumchloride-oplossing of 500 ml 5% dextrose-oplossing en toegediend als
infuus gedurende 2 uur.
Enkel voor eenmalig gebruik. Gebruik alleen een heldere oplossing zonder deeltjes.
Ibandroninezuur concentraat voor oplossing voor infusie moet als intraveneus infuus worden
toegediend.
Er moet voorzichtigheid betracht worden om Ibandronic Acid Accord niet intra-arterieel of paraveneus
toe te dienen omdat dit tot weefselschade kan leiden.

4.3 Contra-indicaties
-
Overgevoeligheid voor de werkzame stof(fen) of voor (één van) de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstof(fen).
-
Hypocalciëmie.

4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Patiënten met stoornissen van het bot- en mineraalmetabolisme
Hypocalciëmie en andere stoornissen van het bot- en mineraalmetabolisme moeten effectief behandeld
worden vóór de aanvang van de behandeling met ibandroninezuur voor gemetastaseerde botziekte.
Toereikende inname van calcium en vitamine D is belangrijk bij alle patiënten. Patiënten moeten extra
calcium en/of vitamine D krijgen indien de inname via het dieet onvoldoende is.
Anafylactische reactie/shock
Gevallen van anafylactische reactie/shock, waaronder fatale gevallen, zijn gemeld bij patiënten die
werden behandeld met intraveneus ibandroninezuur.
Adequate medische ondersteuning en controlemaatregelen moeten direct beschikbaar zijn wanneer
ibandroninezuur intraveneus wordt toegediend. Wanneer een anafylactische of andere ernstige
overgevoeligheids-/allergische reactie plaatsvindt, stop dan onmiddellijk met de injectie en start een
geschikte behandeling.

Osteonecrose van de kaak
Osteonecrose van de kaak (ONK) is zeer zelden gemeld in de postmarketing setting bij patiënten die
ibandroninezuur krijgen voor kanker (zie rubriek 4.8).
De start van de behandeling of een nieuwe behandelingskuur moet worden uitgesteld bij patiënten met
ongenezen laesies in de weke delen van de mond.
wordt aanbevolen vóór de behandeling met ibandroninezuur bij patiënten met bijkomende
risicofactoren.
Met de volgende risicofactoren moet rekening worden gehouden wanneer het risico op het
ontwikkelen van ONK wordt geevalueerd voor een individuele persoon:
-
De potentie van het geneesmiddel dat botresorptie remt (hoger risico voor zeer krachtige
verbindingen), de toedieningsweg (hoger risico voor parenterale toediening) en cumulatieve
dosis van de botresorptietherapie.
-
Kanker, comorbide condities (bijv. anemie, coagulopathie, infectie), roken
-
Gelijktijdige therapieën: chemotherapie, angjogenese inhibitoren (zie rubriek 4.5), radiotherapie
aan de nek en het hoofd, corticosteroïden, chemotherapie, angiogeneseremmers, radiotherapie in
het hoofd/halsgebied
Gebrekkige mondhygiëne, periodontale aandoening, slecht passend kunstgebit,
voorgeschiedenis van tandaandoeningen, invasieve tandheelkundige behandelingen, b.v.
tandextracties..
Alle patiënten moeten aangemoedigd worden gedurende de behandeling met ibandroninezuur een
goede mondhygiëne aan te houden, routinematige gebitscontroles te ondergaan, en onmiddellijk alle
orale symptomen te melden zoals loszittende tanden, pijn of zwelling, het niet genezen van zweren of
wondvocht. Tijdens de behandeling mogen invasieve tandheelkundige ingrepen alleen na zorgvuldige
overweging uitgevoerd worden en dienen vermeden te worden kort voor of na toediening van
ibandroninezuur.
Het behandelplan voor patiënten die ONK ontwikkelen, moet worden opgezet in nauwe samenwerking
tussen de behandelend arts en een tandarts of kaakchirurg met expertise in ONK. Tijdelijke
onderbreking van de behandeling met ibandroninezuur moet overwogen worden totdat de aandoening
verdwijnt en risicofactoren waar mogelijk minder worden.
Osteonecrose van de uitwendige gehoorgang
Osteonecrose van de uitwendige gehoorgang is gemeld bij gebruik van bisfosfonaten, vooral in
samenhang met langdurige behandeling. Mogelijke risicofactoren voor osteonecrose van de
uitwendige gehoorgang zijn onder andere gebruik van steroïden en chemotherapie en/of lokale
risicofactoren zoals infectie of trauma. Er dient rekening te worden gehouden met de mogelijkheid van
osteonecrose van de uitwendige gehoorgang bij patiënten die bisfosfonaten toegediend krijgen en bij
wie oorsymptomen waaronder chronische oorinfecties optreden.
Atypische femurfracturen
Bij behandeling met bisfosfonaten zijn atypische subtrochantere en diafysaire femurschachtfracturen
gemeld, met name bij patiënten die langdurig voor osteoporose behandeld worden. Deze transversale
of korte schuine fracturen kunnen langs het hele femur optreden vanaf direct onder de trochanter
minor tot vlak boven de supracondylaire rand. Deze fracturen treden op na minimaal of geen trauma.
Sommige patiënten ervaren pijn in de dij of lies, weken tot maanden voor het optreden van een
volledige femorale fractuur, vaak samen met kenmerken van stressfracturen bij beeldvormend
onderzoek. De fracturen zijn in veel gevallen bilateraal. Daarom moet het contralaterale femur worden
onderzocht bij patiënten die met bisfosfonaten worden behandeld en een femurschachtfractuur hebben
opgelopen. Ook is slechte genezing van deze fracturen gemeld.
Op basis van een individuele beoordeling van de voordelen en risico's moet worden overwogen om de
bisfosfonaattherapie te staken bij patiënten met verdenking op een atypische femurfractuur tot er een
beoordeling is gemaakt van de patiënt.
Patiënten moeten het advies krijgen om tijdens behandeling met bisfosfonaten elke pijn in de dij, heup
of lies te melden. Elke patiënt die zich met zulke symptomen aandient, moet worden onderzocht op
een onvolledige femurfractuur.

Klinische studies hebben geen bewijs aangetoond voor verslechtering van de nierfunctie bij langdurige
ibandroninezuur therapie. Desalniettemin wordt op geleide van de klinische beoordeling van de
individuele patiënt aanbevolen om nierfunctie, serumcalcium, fosfaat en magnesium te controleren bij
patiënten die behandeld worden met ibandroninezuur (zie rubriek 4.2).
Patiënten met verminderde leverfunctie
Voor patiënten met ernstige leverinsufficiëntie kan geen dosisadvies worden gegeven daar er geen
klinische gegevens beschikbaar zijn (zie rubriek 4.2).
Patiënten met verminderde hartfunctie
Overhydratatie moet worden vermeden bij patiënten met verhoogd risico op hartfalen.
Patiënten met een bekende overgevoeligheid voor andere bisfosfonaten
Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met een bekende overgevoeligheid voor andere
bisfosfonaten.
Hulpstof(fen) met bekend effect
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per flacon; het is dus in 'praktisch
natriumvrij'.

4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Metabole interacties worden niet waarschijnlijk geacht, omdat ibandroninezuur de voornaamste
humane hepatische P450 isoenzymen niet remt en het is aangetoond dat het het levercytochroom P450
systeem bij ratten niet induceert (zie rubriek 5.2). Ibandroninezuur wordt alleen geëlimineerd door
renale secretie en ondergaat geen bio-transformatie.
Voorzichtigheid wordt geadviseerd wanneer bisfosfonaten worden toegediend met aminoglycosiden,
aangezien beide stoffen de serumcaliumspiegels gedurende langere perioden kunnen verlagen. Aan het
mogelijk bestaan van gelijktijdige hypomagnesiëmie moet ook aandacht worden besteed.


4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding

Zwangerschap
Er zijn niet voldoende gegevens over het gebruik van ibandroninezuur bij zwangere vrouwen. Studies
bij ratten hebben reproductietoxiciteit aangetoond (zie rubriek 5.3). Het potentiële risico voor mensen
is onbekend. Daarom mag ibandroninezuur niet gebruikt worden tijdens de
zwangerschap.
Borstvoeding
Het is niet bekend of ibandroninezuur wordt uitgescheiden in moedermelk. Studies bij zogende ratten
hebben de aanwezigheid van lage spiegels van ibandroninezuur in de melk aangetoond na
intraveneuze toediening. Ibandroninezuur mag niet gebruikt worden tijdens de borstvoeding.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen gegevens over het effect van ibandroninezuur bij de mens. In reproductiestudies bij ratten
waar oraal werd toegediend, verminderde ibandroninezuur de vruchtbaarheid. In studies bij ratten
waar intraveneus werd toegediend, verminderde ibandroninezuur de vruchtbaarheid bij hoge
dagelijkse doses (zie rubriek 5.3).
Op basis van het farmacodynamische en farmacokinetische profiel en de gemelde bijwerkingen is het
te verwachten dat ibandroninezuur geen, of een verwaarloosbare invloed heeft op de rijvaardigheid en
op het vermogen om machines te bedienen.

4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest ernstige bijwerkingen die zijn gemeld zijn anafylactische reactie/shock, atypische
femurfracturen, osteonecrose van de kaak en oogontsteking (zie paragraaf 'Beschrijving van
geselecteerde bijwerkingen' en rubriek 4.4).
De behandeling van door tumor veroorzaakte hypercalciëmie gaat het meest frequent gepaard met een
verhoging van de lichaamstemperatuur. Minder vaak is een daling van de serumcalciumwaarde tot
onder de normale grenzen (hypocalciëmie) gemeld. In de meeste gevallen is er geen specifieke
behandeling noodzakelijk en verdwijnen de symptomen na enkele uren/dagen.
Bij de preventie van voorvallen betreffende het skelet bij patiënten met borstkanker en botmetastasen
gaat de behandeling het meest frequent gepaard met asthenie gevolgd door een verhoging van de
lichaamstemperatuur en hoofdpijn.
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
Tabel 1 geeft de bijwerkingen weer uit de fase III hoofdstudies (Behandeling van door tumor
veroorzaakte hypercalciëmie: 311 patiënten behandeld met ibandroninezuur 2 mg of 4 mg; Preventie
van voorvallen betreffende het skelet bij patiënten met borstkanker en botmetastasen:152 patiënten
behandeld met ibandroninezuur 6 mg), en uit postmarketing ervaringen.
Bijwerkingen zijn gerangschikt volgens MedDRA systeem/orgaanklasse en frequentiecategorie.
Frequentiecategorieën zijn gedefinieerd als zeer vaak (> 1/10), vaak ( 1/100, < 1/10), soms
( 1/1.000, < 1/100), zelden ( 1/10.000, < 1/1.000), zeer zelden (< 1/10.000) en niet bekend (kan met
de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen elke frequentiecategorie worden de
bijwerkingen gepresenteerd in volgorde van afnemende ernst.

Tabel 1 Bijwerkingen gemeld bij intraveneuze toediening van ibandroninezuur
Systeem/orgaanklasse
Vaak
Soms
Zelden
Zeer zelden Niet
bekend
Infecties en parasitaire
Infectie
Cystitis, Vaginitis,

aandoeningen
Orale candidiasis
Neoplasmata, benigne, maligne
Benigne


en niet-gespecificeerd
huidneoplasma
Bloed- en
Anemie,


lymfestelselaandoeningen
Bloeddyscrasie
Immuunsysteemaandoeningen

Overgevoeli astma
gheid,
exacerbatie
bronchospas
me, angio-
oedeem,
anafylactisc
he
reactie/shoc
k**
Endocriene aandoeningen
Parathyroïd


aandoening
Voedings- en
Hypo-
Hypofosfatemie

Vaak
Soms
Zelden
Zeer zelden Niet
bekend
stofwisselingsstoornissen
calciëmie**
Psychische stoornissen
Slaapstoornis,

Angst, Affect-
labiliteit
Zenuwstelselaandoeningen
Hoofdpijn,
Cerbrovasculaire

Duizeligheid,
aandoening,
Dysgeusie
Zenuwwortel-
(smaakverstoring) beschadiging,
Amnesie,
Migraine,
Neuralgie,
Hypertonie,
Hyperesthesie,
Circumorale
paresthesie,
Parosmie
Oogaandoeningen
Staar
Oogontsteki
ngen**
Evenwichtsorgaan- en
Doofheid


ooraandoeningen
Hartaandoeningen
Bundeltakblok Myocardiale

ischemie,
Cardiovasculaire
aandoening,
Palpitaties
Ademhalingsstelsel-, borstkas- Zere keel
Longoedeem,


en mediastinumaandoeningen
Stridor
Vaak
Soms
Zelden
Zeer zelden Niet
bekend
Maagdarmstelselaandoeningen Diarree, Braken, Gastro-enteritis,

Dyspepsie,
Dysfagie,
Maagdarm pijn, Gastritis,
Tandaandoening Mondzweren,
Cheilitis
Lever- en galaandoeningen
Cholelithiasis


Huid- en
Huidaandoening, Uitslag, Alopecia
Stevens-

onderhuidaandoeningen
Ecchymose
johnsonsynd
room,
erythema
multiforme
, bulleuze
dermatitis
Skeletspierstelsel- en
Artrose, Myalgie,
Atypische Osteo-

bindweefselaandoeningen
Artralgie,
sub-
necrose van
Gewrichts-
trochantere de kaak**
aandoening,
en diafysaire Osteo-
botpijn
femur-
necrose van
schacht-
de
fracturen uitwendige
gehoorgang
(bijwerking
van de
bisfosfonaat
klasse)
Nier- en
Urineretentie,


urinewegaandoeningen
Niercyste
Voortplantingsstelsel- en
Bekkenpijn


borstaandoeningen
Algemene aandoeningen en
Koorts,
Hypothermie


toedieningsplaatsstoornissen Griepachtige
ziektever-
schijnselen**,
Perifeer oedeem,
Asthenie, Dorst
Onderzoeken
Verhoogd
Verhoogd

gamma-GT,
bloedalkaline-
verhoogd
fosfatase,
creatinine
Gewichtsafname
Letsels, intoxicaties en
Verwonding, pijn

verrichtingscomplicaties
op de
injectieplaats
** Zie hieronder voor nadere informatie
Waargenomen bij postmarketing ervaringen
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Hypocalciëmie
Een verlaagde renale calciumuitscheiding kan gepaard gaan met een verlaging van de
serumfosfaatspiegels. Daarvoor zijn geen therapeutische maatregelen noodzakelijk. Het serumcalcium
kan dalen tot hypocalciëmische waarden.
Griepachtige ziekteverschijnselen bestaande uit koorts, rillingen, bot- en/of spierpijn-achtige pijn zijn
voorgekomen. In de meeste gevallen was geen specifieke behandeling noodzakelijk en verdwenen de
symptomen na enkele uren/dagen.

Osteonecrose van de kaak

Gevallen van osteonecrose van het kaakbeen werden gerapporteerd, voornamelijk bij kankerpatiënten
behandeld met geneesmiddelen die de botresorptie remmen, zoals ibandroninezuur (zie rubriek 4.4).
Ook in de postmarketing setting zijn gevallen van ONK gemeld voor ibandroninezuur.
Oogontstekingen
Oogontstekingen zoals uveïtis, episcleritis en scleritis zijn gemeld bij ibandroninezuur. In sommige
gevallen verdwenen de bijwerkingen niet totdat behandeling met ibandroninezuur gestaakt werd.
Anafylactische reactie/shock
Gevallen van anafylactische reactie/shock, waaronder fatale gevallen, zijn gemeld bij patiënten die
werden behandeld met intraveneus ibandroninezuur.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9 Overdosering
Tot op heden is geen ervaring opgedaan met acute vergiftigingen door ibandroninezuur concentraat
voor oplossing voor infusie. Daar in preklinisch onderzoek bij hoge doses zowel de nieren als de lever
de doelwitorganen voor toxiciteit bleken te zijn, moeten de nier- en leverfuncties worden
gecontroleerd. Een klinisch relevante hypocalciëmie moet door intraveneuze toediening van cal-
ciumgluconaat worden verholpen.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Geneesmiddelen voor de behandeling van botziekten, bisfosfonaten,
ATC-code: M05BA06.
Werkingsmechanisme
Ibandroninezuur behoort tot de groep van bisfosfonaten, welke specifiek inwerken op het bot. De
selectieve invloed op botweefsel is gebaseerd op de hoge affiniteit van bisfosfonaten voor
botmineralen. Bisfosfonaten werken, door de osteoclastische activiteit te remmen, alhoewel het exacte
werkingsmechanisme nog onduidelijk is.
In vivo voorkomt ibandroninezuur experimenteel geïnduceerde botafbraak, die wordt veroorzaakt door
het niet functioneren van de gonaden, door retinoïden, tumoren of tumorextracten. De remming van de
endogene botresorptie is ook aangetoond in Ca 45 kinetische studies en door het vrijkomen van radio-
actieve tetracycline, die tevoren in het skelet was geïncorporeerd.
Bij doses die aanmerkelijk hoger waren dan de farmacologische werkzame doses had ibandroninezuur
geen enkele invloed op de botmineralisatie.
niet in balans is met voldoende botvorming. Ibandroninezuur remt selectief de osteoclastactiviteit. Zo
wordt de botresorptie verminderd waardoor de skeletcomplicaties van de maligne ziekte verminderen.
Klinische studies naar de behandeling van door tumor veroorzaakte hypercalciëmie
Klinisch onderzoek naar hypercalciëmie bij maligniteit heeft aangetoond dat de remmende werking
van ibandroninezuur op een door tumor geïnduceerde osteolyse en vooral op een door tumor
geïnduceerde hypercalciëmie, wordt gekenmerkt door afname van serumcalcium en cal-
ciumuitscheiding via de urine.
Binnen de aanbevolen doseringsrichtlijnen zijn de volgende responspercentages met bijbehorende
betrouwbaarheidsintervallen tijdens klinische onderzoeken aangetoond bij patiënten met als
uitgangswaarde een albumine-gecorrigeerd serumcalcium 3,0 mmol/l na adequate rehydratatie:
Dosis
% patiënten met
90%
ibandroninezuur respons
betrouwbaarheidsinterval
2 mg
54
44-63
4 mg
76
62-86
6 mg
78
64-88
De mediane tijd tot het bereiken van normocalciëmie bij deze patiënten en deze doseringen, bedraagt
4-7 dagen. De mediane tijd tot recidief (toename van albumine-gecorrigeerd serumcalcium boven
3,0 mmol/l) bedroeg 18 tot 26 dagen.
Klinische studies naar de preventie van voorvallen betreffende het skelet bij patiënten met borstkanker
en botmetastasen

Klinische studies bij patiënten met borstkanker en botmetastasen hebben aangetoond dat er een
dosisafhankelijk remmend effect op de botosteolyse is, uitgedrukt door merkers van botresorptie en
een dosisafhankelijk effect op skeletgebeurtenissen.
Preventie van voorvallen betreffende het skelet bij patiënten met borstkanker en botmetastasen als
gevolg van borstkanker met ibandroninezuur 6 mg intraveneus toegediend werd beoordeeld in één
gerandomiseerde placebo gecontroleerde fase III studie met een duur van 96 weken. Vrouwelijke
patiënten met borstkanker en radiologisch vastgestelde botmetastasen, werden gerandomiseerd tussen
placebo (158 patiënten) en 6 mg ibandroninezuur (154 patiënten). De resultaten van deze studie
worden hieronder samengevat.
Primaire werkzaamheidseindpunten
Het primaire eindpunt van de studie was de Skelet Morbiditeits Periode Ratio (SMPR). Dit was een
samengesteld eindpunt dat de volgende skelet gerelateerde gebeurtenissen (SRE) als sub-componenten
had:
-
Radiotherapie op het bot voor behandeling van fracturen/ dreigende fracturen
-
Chirurgie van het bot voor behandeling van fracturen
-
Vertebrale fracturen
-
Non-vertebrale fracturen
De analyse van de SMPR werd aangepast aan de tijd en nam in aanmerking dat een of meerdere
gebeurtenissen die voorkwamen in een enkele periode van 12 weken mogelijk gerelateerd kunnen zijn.
Meerdere gebeurtenissen werden daardoor slechts een keer geteld voor het doel van de analyse.
Gegevens uit deze studie toonden een significant voordeel voor intraveneus ibandroninezuur 6 mg
boven placebo aan voor wat betreft de reductie van SREs gemeten door een aan de tijd aangepaste
SMPR (p=0,004). Het aantal SREs was ook significant afgenomen met ibandroninezuur 6 mg en er
werkzaamheidsresultaten zijn samengevat in tabel 2.

Tabel 2
Werkzaamheidsresultaten (borstkanker patiënten met gemetastaseerde botziekte)
Alle skelet gerelateerde gebeurtenissen (SREs)
Placebo
Ibandroninezuur p-waarde
n=158
6 mg
n=154
SMPR (per patiënt jaar)
1,48
1,19
p=0,004
Aantal gebeurtenissen (per 3,64
2,65
p=0,025
patiënt)
SRE relatief risico
-
0,60
p=0,003

Secundaire werkzaamheidseindpunten
Een statistisch significante verbetering in botpijnscore werd aangetoond voor intraveneus
ibandroninezuur 6 mg in vergelijking met placebo. De pijnafname was gedurende de hele studie
consistent onder de basiswaarde en ging gepaard met een significant afgenomen gebruik van
analgetica. De vermindering in Kwaliteit van Leven was significant minder bij met ibandroninezuur
behandelde patiënten vergeleken met placebo. Tabel 3 is een overzichtstabel van deze secundaire
werkzaamheidsresultaten.

Tabel 3

Secundaire werkzaamheidsresultaten (borstkanker patiënten met gemetastaseerde
botziekte)
Placebo
Ibandroninezuur p-waarde
n=158
6 mg
n=154
Botpijn *
0,21
-0,28
p<0,001
Analgetica gebruik *
0,90
0,51
p=0,083
Kwaliteit van Leven *
-45,4
-10,3
p=0,004
* Gemiddelde verandering vanaf baseline tot de laatste bepaling.
Er was een duidelijke afname van urinemarkers van botresorptie (pyridinoline en deoxypyridinoline)
bij patiënten behandeld met ibandroninezuur en deze was statistisch significant in vergelijking met
placebo.
In een studie bij 130 patiënten met gemetastaseerde borstkanker is de veiligheid van ibandroninezuur
toegediend via een 1 uur durend infuus vergeleken met toediening via een 15 minuten durend infuus.
Er werd geen verschil gezien in de indicatoren voor de nierfunctie. Het algemene bijwerkingprofiel
van ibandroninezuur na toediening via een 15 minuten durend infuus was consistent met het bekende
veiligheidsprofiel voor langere infusietijden en er werden geen nieuwe bevindingen gedaan met
betrekking tot veiligheid die gerelateerd waren aan het gebruik van een infusietijd van 15 minuten.
Een infusietijd van 15 minuten werd niet bestudeerd in kankerpatiënten met een creatinineklaring van
<50 ml/min.
Pediatrische patiëntenDe veiligheid en werkzaamheid van ibandroninezuur bij kinderen en
adolescenten onder de leeftijd van 18 jaar zijn niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.

Na een twee uur durende infusie van 2, 4 of 6 mg ibandroninezuur zijn de farmacokinetische
parameters evenredig met de dosis.
Distributie
Na initiële systemische blootstelling bindt ibandroninezuur snel aan het bot of wordt uitgescheiden in
de urine. Bij mensen is het klaarblijkelijke terminale verdelingsvolume ten minste 90 l en de
hoeveelheid van de dosis die het bot bereikt wordt geschat op 40-50 % van de circulerende dosis.
Eiwitbinding in humaan plasma is ongeveer 87 % bij therapeutische concentraties, waardoor interactie
met andere geneesmiddelenals gevolg van substitutie onwaarschijnlijk is.
Biotransformatie
Er is geen bewijs dat ibandroninezuur bij dieren of mensen gemetaboliseerd wordt.
Eliminatie
Het bereik van waargenomen klaarblijkelijke halfwaardetijden is breed en afhankelijk van de dosis en
assaygevoeligheid, maar de klaarblijkelijke terminale halfwaardetijd ligt in het algemeen tussen de 10
en 60 uur. Vroege plasmaspiegels dalen echter snel, waarbij 10 % van de piekwaarden bereikt worden
binnen 3 en 8 uur na respectievelijk intraveneuze of orale toediening. Er werd geen systemische
ophoping waargenomen wanneer ibandroninezuur intraveneus eenmaal iedere 4 weken gedurende 48
weken toegediend werd aan patiënten met gemetastaseerde botziekte.
De totale klaring van ibandroninezuur is laag met gemiddelde waarden tussen 84 - 160 ml/min.
Nierklaring (ongeveer 60 ml/min bij gezonde postmenopauzale vrouwen) neemt 50-60 % van de totale
klaring voor zijn rekening en is gerelateerd aan de creatinineklaring. Er wordt aangenomen dat het
verschil tussen de klaarblijkelijk totale en renale klaring de opname door het bot weergeeft.
De uitscheidingsroute via renale eliminatie lijkt geen bekende zure of basische transportsystemen te
bevatten, die betrokken zijn bij de uitscheiding van andere werkzame stoffen. Daarnaast remt
ibandroninezuur niet de voornaamste humane hepatische P450-isoenzymen en induceert het niet het
hepatische cytochroom P450-systeem bij ratten.
Farmacokinetiek bij speciale populaties
Geslacht
Biologische beschikbaarheid en farmacokinetiek van ibandroninezuur zijn vergelijkbaar bij mannen en
vrouwen.
Ras
Er is geen bewijs voor klinisch relevante interethnische verschillen tussen Aziaten en Kaukasiërs bij
ibandroninezuur dispositie. Er is slechts een erg beperkt aantal gegevens beschikbaar bij patiënten van
Afrikaanse herkomst.
Patiënten met verminderde nierfunctie
De blootstelling aan ibandroninezuur bij patiënten met een verschillende mate van verminderde
nierfunctie is gerelateerd aan de creatinineklaring (CLcr). Bij patiënten met een ernstig verminderde
nierfunctie (gemiddeld geschatte CLcr = 21,2 ml/min), steeg de dosis-gecorrigeerde gemiddelde
AUC0-24h met 110% vergeleken met gezonde vrijwilligers. In de klinisch farmacologische trial
WP18551 steeg na een enkelvoudige intraveneuze dosis van 6 mg (15 minuten infusie), de gemiddelde
AUC0-24 met 14% en 86%, respectievelijk bij patiënten met milde (gemiddeld geschatte
CLcr=68,1 ml/min) en matig (gemiddeld geschatte CLcr=41,2 ml/min) verminderde nierfunctie
vergeleken met gezonde vrijwilligers (gemiddeld geschatte CLcr=120 ml/min). De gemiddelde Cmax
was niet verhoogd bij patiënten met mild verminderde nierfunctie en nam met 12% toe bij patiënten
verminderde nierfunctie (CLcr 50 en <80 ml/min). Bij patiënten met een matig (CLcr 30 en
<50 ml/min) of ernstig verminderde nierfunctie (CLcr <30 ml/min) die behandeld worden voor de
preventie van voorvallen betreffende het skelet bij borstkanker en botmetastasen, wordt een
aanpassing van de dosis aanbevolen (zie rubriek 4.2).
Patiënten met verminderde leverfunctie (zie rubriek 4.2)
Er zijn geen farmacokinetische gegevens voor ibandroninezuur bij patiënten die verminderde
leverfunctie hebben. De lever speelt geen significante rol in de klaring van ibandroninezuur omdat het
niet gemetaboliseerd wordt maar geklaard via uitscheiding via de nieren en door opname in het bot.
Daarom zijn dosisaanpassingen niet noodzakelijk bij patiënten met verminderde leverfunctie.
Bovendien is het onwaarschijnlijk dat hypoproteïnemie bij ernstige leverziekte leidt tot klinisch
significante verhogingen in de vrije plasmaconcentraties aangezien eiwitbinding van ibandroninezuur
ongeveer 87 % is bij therapeutische concentraties.
Ouderen (zie rubriek 4.2)
In een multivariantieanalyse werd niet gevonden dat leeftijd een onafhankelijke factor van een van de
bestudeerde farmacokinetische parameters is. Omdat de nierfunctie daalt met de leeftijd is dit de enige
factor waar rekening mee gehouden moet worden (zie paragraaf verminderde nierfunctie)
Pediatrische patiënten (zie rubriek 4.2 en rubriek 5.1)
Er zijn geen gegevens over het gebruik van ibandroninezuur bij patiënten jonger dan 18 jaar.


5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische effecten werden uitsluitend waargenomen na blootstelling die geacht wordt beduidend
hoger te liggen dan het maximale niveau waaraan de mens wordt blootgesteld, zodat deze niet relevant
zijn voor klinische doeleinden. Evenals bij andere bisfosfonaten, is vastgesteld dat de nier het primaire
doelorgaan is met betrekking tot systemische toxiciteit.
Mutageniteit/ carcinogeniteit
Er werd geen indicatie voor carcinogene potentie waargenomen. Testen voor genotoxiciteit onthulden
geen bewijs voor genetische activiteit voor ibandroninezuur.
Reproductietoxiciteit
Er werden geen aanwijzingen van directe foetale toxiciteit of teratogene effecten waargenomen voor
ibandroninezuur bij intraveneus behandelde ratten en konijnen. In reproductiestudies bij ratten waar
oraal werd toegediend, bestonden de effecten op de vruchtbaarheid uit een toename van pre-
implantatieverlies bij doseringen van 1 mg/kg/dag en hoger. In reproductiestudies bij ratten waar
intraveneus werd toegediend, verminderde ibandroninezuur het aantal spermatozoïden bij doseringen
van 0,3 en 1 mg/kg/dag, verminderde vruchtbaarheid bij mannetjes bij 1 mg/kg/dag en bij vrouwtjes
bij 1,2 mg/kg/dag. Bijwerkingen van ibandroninezuur in reproductietoxociteit studies bij de rat waren
degene die verwacht werden bij deze klasse van geneesmiddelen (bisfosfonaten). Ze omvatten een
verminderd aantal van implantatieplaatsen, verstoring van de natuurlijke bevalling (dystocia), een
verhoging van inwendige variaties (nierbekken urineleider syndroom) en tandafwijkingen bij F1
nakomelingen van ratten.

6.

FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen
Natriumchloride
Natriumacetaat-trihydraat
Ijsazijn

6.2 Gevallen van onverenigbaarheid

Om eventuele onverenigbaarheden te vermijden, moet ibandroninezuur concentraat voor oplossing
voor infusie uitsluitend worden verdund met een isotone oplossing van natriumchloride of van 5 %
glucose.
Ibandroninezuur concentraat voor oplossing voor infusie mag niet gemengd worden met calcium-
bevattende oplossingen.

6.3 Houdbaarheid
3 jaar
Na verdunning:
De chemische en fysische stabiliteit tijdens gebruik na verdunning in 9 mg/ml (0,9%)
natriumchlorideoplossing of 5% glucoseoplossing is aangetoond voor 36 uur bij 25 °C en 2 °C - 8 °C .
Uit microbiologisch oogpunt dient de oplossing voor infusie onmiddellijk gebruikt te worden. Indien
het niet onmiddellijk gebruikt wordt, zijn de gebruiksbewaartijden en -omstandigheden voorafgaand
aan het gebruik de verantwoordelijkheid van de gebruiker en deze zijn normalerwijze niet langer dan
24 uur bij 2 °C - 8 °C, tenzij verdunning onder gecontroleerde en gevalideerde aseptische
omstandigheden heeft plaatsgevonden.

6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Voor de bewaarcondities van het geneesmiddel na verdunning, zie rubriek 6.3.

6.5 Aard en inhoud van de verpakking
6 ml glazen flacon (type I) met stop van ethyleen-tetrafluorethyleen rubber en aluminium zekering met
lavendelkleurige flip-off dop. Het wordt geleverd in verpakkingen à 1 flacon met 2 ml concentraat.
6 ml glazen flacon (type I) met stop van ethyleen-tetrafluorethyleen rubber en aluminium zekering met
roze flip-off dop. Het wordt geleverd in verpakkingen à 1, 5 of 10 flacons met 6 ml concentraat.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.

6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje

8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/12/798/002
EU/1/12/798/003
EU/1/12/798/004

9.
DATUM EERSTE VERGUNNINGVERLENING
Datum eerste vergunningverlening : 19 november 2012
Datum van laatste verlenging: 18 september 2017
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Ibandronic Acid Accord 3 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Eén voorgevulde spuit met 3 ml oplossing bevat 3 mg ibandroninezuur (als natriummonohydraat).
Elke ml oplossing bevat 1 mg ibandroninezuur.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie (injectie).
Heldere, kleurloze oplossing.
4.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties
Behandeling van osteoporose bij postmenopauzale vrouwen met een verhoogd risico op fracturen (zie
rubriek 5.1).
Een reductie van het risico op vertebrale fracturen is aangetoond; de effectiviteit bij
femurhalsfracturen is niet vastgesteld.

4.2 Dosering en wijze van toediening
Patiënten die met ibandroninezuur worden behandeld, moeten de bijsluiter en de herinneringskaart
krijgen.
Dosering
De aanbevolen dosis van ibandroninezuur is 3 mg, toegediend als een intraveneuze injectie in 15-30
seconden, elke 3 maanden.
Patiënten dienen aanvullend calcium en vitamine D te krijgen (zie rubriek 4.4 en rubriek 4.5).
Indien een dosis gemist wordt, dient de injectie zodra het past, toegediend te worden. Vervolgens
dienen de injecties elke 3 maanden vanaf de datum van de laatste injectie toegediend te worden.
De optimale duur van de behandeling van osteoporose met een bisfosfonaat is niet vastgesteld. De
noodzaak van voortgezette behandeling moet periodiek heroverwogen worden op basis van de
voordelen en potentiële risico's van ibandroninezuur voor de individuele patiënt, met name na 5 jaar
gebruik of langer.
Speciale populaties
Patiënten met een verminderde nierfunctie
Ibandroninezuur injectie wordt niet aanbevolen voor gebruik bij patiënten met een serumcreatinine
hoger dan 200 mol/l (2,3 mg/dl) of met een creatinineklaring (gemeten of geschat) lager dan
rubriek 5.2).
Er is geen dosisaanpassing vereist bij patiënten met een licht tot matig verminderde nierfunctie waarbij
het serumcreatinine lager is dan of gelijk is aan 200 mol/l (2,3 mg/dl) of waarbij de creatinineklaring
(gemeten of geschat) groter is dan of gelijk is aan 30 ml/min.
Patiënten met een verminderde leverfunctie
Er is geen dosisaanpassing vereist (zie rubriek 5.2).

Ouderen (>65 jaar)

Er is geen dosisaanpassing vereist (zie rubriek 5.2).

Pediatrische patiënten

Er is geen relevante toepassing van ibandroninezuur bij kinderen onder de 18 jaar, en ibandroninezuur
is niet onderzocht in deze populatie (zie rubriek 5.1 en rubriek 5.2).
Wijze van toediening
Voor intraveneus gebruik in 15-30 seconden, elke 3 maanden.
Het is vereist dat alleen intraveneus wordt toegediend (zie rubriek 4.4).

4.3 Contra-indicaties
-
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor (één van) de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstof(fen)
-
Hypocalciëmie

4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Toedieningsfouten
Er dient voor gezorgd te worden dat ibandroninezuur injectie niet intra-arterieel of paraveneus wordt
toegediend, aangezien dit weefselbeschadiging kan veroorzaken.
Hypocalciëmie
Ibandroninezuur kan, zoals andere intraveneus toegediende bisfosfonaten, een tijdelijke afname van de
serumcalciumwaarden veroorzaken.
Bestaande hypocalciëmie dient gecorrigeerd te worden vóór aanvang van de behandeling met
ibandroninezuur injectie. Andere stoornissen in het bot- en mineraalmetabolisme dienen ook effectief
behandeld te worden voor met de behandeling met ibandroninezuur injectie gestart wordt.
Alle patiënten dienen een adequate aanvullende hoeveelheid calcium en vitamine D te krijgen.
Anafylactische reactie/shock
Gevallen van anafylactische reactie/shock, waaronder fatale gevallen, zijn gemeld bij patiënten die
werden behandeld met intraveneus ibandroninezuur.
Adequate medische ondersteuning en controlemaatregelen moeten direct beschikbaar zijn wanneer
ibandroninezuur intraveneus wordt toegediend. Wanneer een anafylactische of andere ernstige
overgevoeligheids-/allergische reactie plaatsvindt, stop dan onmiddellijk met de injectie en start een
geschikte behandeling.
Verminderde nierfunctie
met betrekking tot de nieren veroorzaken, dienen regelmatig, in lijn met goed medisch handelen,
gecontroleerd te worden tijdens de behandeling.
Vanwege de beperkte klinische ervaring, wordt ibandroninezuur injectie niet aanbevolen bij patiënten
met een serumcreatinine hoger dan 200 mol/l (2,3 mg/dl) of met een creatinineklaring lager dan
30 ml/min (zie rubriek 4.2 en rubriek 5.2).
Patiënten met hartaandoeningen
Overhydratatie moet worden vermeden bij patiënten die een risico lopen op hartfalen.Osteonecrose
van de kaak
Osteonecrose van de kaak (ONK) is zeer zelden gemeld in de postmarketing setting bij patiënten die
ibandroninezuur krijgen voor kanker (zie rubriek 4.8).
De start van de behandeling of een nieuwe behandelingskuur moet worden uitgesteld bij patiënten met
ongenezen laesies in de weke delen van de mond.
Een tandheelkundig onderzoek met preventieve tandheelkunde en een individuele risico-batenanalyse
wordt aanbevolen vóór de behandeling met ibandroninezuur bij patiënten met bijkomende
risicofactoren.
Met de volgende risicofactoren moet rekening worden gehouden wanneer het risico op het
ontwikkelen van ONK wordt geevalueerd voor een individuele persoon:
-
De potentie van het geneesmiddel dat botresorptie remt (hoger risico voor zeer krachtige
verbindingen), de toedieningsweg (hoger risico voor parenterale toediening) en cumulatieve
dosis van de botresorptietherapie.
-
Kanker, comorbide condities (bijv. anemie, coagulopathie, infectie), roken
-
Gelijktijdige therapieën: chemotherapie, angjogenese inhibitoren (zie rubriek 4.5), radiotherapie
aan de nek en het hoofd, corticosteroïden, chemotherapie, angiogeneseremmers, radiotherapie in
het hoofd/halsgebied
Gebrekkige mondhygiëne, periodontale aandoening, slecht passend kunstgebit,
voorgeschiedenis van tandaandoeningen, invasieve tandheelkundige behandelingen, b.v.
tandextracties..
Alle patiënten moeten aangemoedigd worden gedurende de behandeling met ibandroninezuur een
goede mondhygiëne aan te houden, routinematige gebitscontroles te ondergaan, en onmiddellijk alle
orale symptomen te melden zoals loszittende tanden, pijn of zwelling, het niet genezen van zweren of
wondvocht. Tijdens de behandeling mogen invasieve tandheelkundige ingrepen alleen na zorgvuldige
overweging uitgevoerd worden en dienen vermeden te worden kort voor of na toediening van
ibandroninezuur.
Het behandelplan voor patiënten die ONK ontwikkelen, moet worden opgezet in nauwe samenwerking
tussen de behandelend arts en een tandarts of kaakchirurg met expertise in ONK. Tijdelijke
onderbreking van de behandeling met ibandroninezuur moet overwogen worden totdat de aandoening
verdwijnt en risicofactoren waar mogelijk minder worden.
Osteonecrose van de uitwendige gehoorgang
Osteonecrose van de uitwendige gehoorgang is gemeld bij gebruik van bisfosfonaten, vooral in
samenhang met langdurige behandeling. Mogelijke risicofactoren voor osteonecrose van de
uitwendige gehoorgang zijn onder andere gebruik van steroïden en chemotherapie en/of lokale
risicofactoren zoals infectie of trauma. Er dient rekening te worden gehouden met de mogelijkheid van
osteonecrose van de uitwendige gehoorgang bij patiënten die bisfosfonaten toegediend krijgen en bij
wie oorsymptomen waaronder chronische oorinfecties optreden.

Bij behandeling met bisfosfonaten zijn atypische subtrochantere en femurschachtfracturen gemeld,
met name bij patiënten die langdurig wegens osteoporose behandeld worden. Deze transversale of
korte schuine fracturen kunnen langs het hele femur optreden vanaf direct onder de trochanter minor
tot vlak boven de supracondylaire rand. Deze fracturen treden op na minimaal of geen trauma.
Sommige patiënten ervaren pijn in de dij of lies, weken tot maanden voor het optreden van een
volledige femorale fractuur, vaak samen met kenmerken van stressfracturen bij beeldvormend
onderzoek. De fracturen zijn in veel gevallen bilateraal. Daarom moet het contralaterale femur worden
onderzocht bij patiënten die met bisfosfonaten worden behandeld en een femurschachtfractuur hebben
opgelopen. Ook is slechte genezing van deze fracturen gemeld.
Op basis van een individuele inschatting van de voor- en nadelen, moet worden overwogen om de
bisfosfonaattherapie te staken bij patiënten met verdenking op een atypische femurfractuur tot er een
beoordeling is gemaakt van de patiënt.
Patiënten moeten het advies krijgen om tijdens behandeling met bisfosfonaten elke pijn in de dij, heup
of lies te melden. Elke patiënt die zich met zulke symptomen aandient, moet worden onderzocht op
een onvolledige femurfractuur.
Hulpstoffen met bekend effect
Ibandroninezuur injectie is in wezen `natrium-vrij'.

4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Metabole interacties worden niet waarschijnlijk geacht omdat ibandroninezuur de voornaamste
humane hepatische P450 iso-enzymen niet remt en het aangetoond is dat ibandroninezuur het
hepatische cytochroom P450 systeem bij ratten niet induceert (zie rubriek 5.2). Ibandroninezuur wordt
alleen geëlimineerd door renale uitscheiding en ondergaat geen enkele biotransformatie.

4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Ibandroninezuur is enkel voor gebruik bij postmenopauzale vrouwen en mag niet door vrouwen in de
vruchtbare leeftijd gebruikt worden.
Er zijn geen toereikende gegevens over het gebruik van ibandroninezuur bij zwangere vrouwen.
Studies bij ratten hebben enige reproductietoxiciteit aangetoond (zie rubriek 5.3). Het potentiële risico
voor de mens is niet bekend.
Ibandroninezuur mag niet tijdens de zwangerschap worden gebruikt.
Borstvoeding
Het is niet bekend of ibandroninezuur wordt uitgescheiden in moedermelk. Studies bij zogende ratten
hebben de aanwezigheid van lage hoeveelheden ibandroninezuur in de melk aangetoond na
intraveneuze toediening. Ibandroninezuur mag niet gebruikt worden tijdens de periode van
borstvoeding.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen gegevens over het effect van ibandroninezuur bij de mens. In reproductiestudies bij ratten
waar oraal werd toegediend, verminderde ibandroninezuur de vruchtbaarheid. In studies bij ratten
waar intraveneus werd toegediend, verminderde ibandroninezuur de vruchtbaarheid bij hoge
dagelijkse doses (zie rubriek 5.3).
Op basis van het farmacodynamische en farmacokinetische profiel en de gemelde bijwerkingen is het
te verwachten dat ibandroninezuur geen, of een verwaarloosbare invloed heeft op de rijvaardigheid en
op het vermogen om machines te bedienen.

4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest ernstige bijwerkingen die zijn gemeld zijn anafylactische reactie/shock, atypische
femurfracturen, osteonecrose van de kaak en oogontsteking (zie paragraaf 'Beschrijving van
geselecteerde bijwerkingen' en rubriek 4.4).
De meest frequent gemelde bijwerkingen zijn artralgie en griepachtige verschijnselen. Deze
verschijnselen zijn normaal gerelateerd aan de eerste dosis, in het algemeen van korte duur, licht tot
matig van ernst en verdwijnen doorgaans tijdens de behandeling, zonder dat daarvoor een medische
behandeling nodig is (zie paragraaf 'Griepachtige ziekteverschijnselen').
Tabel met bijwerkingen
In tabel 1 wordt een complete lijst van de bijwerkingen die bekend zijn weergegeven.
De veiligheid van een orale behandeling met ibandroninezuur 2,5 mg dagelijks werd geëvalueerd bij
1251 patiënten, behandeld in 4 placebogecontroleerde klinische studies; de grote meerderheid van
deze patiënten kwam uit de driejarige registratiestudie naar fracturen (MF4411).
Tijdens de 2 jaar durende registratiestudie bij postmenopauzale vrouwen met osteoporose (BM16550)
bleken de totale veiligheidsprofielen van de via intraveneuze injectie toegediende ibandroninezuur
3 mg, 3-maandelijkse toediening en de dagelijkse dosis oraal toegediende ibandroninezuur 2,5 mg
vergelijkbaar. Het aantal patiënten dat een bijwerking ondervond was 26,0 % en 28,6 % voor de eens
per 3 maanden toegediende ibandroninezuur 3 mg injectie na respectievelijk één en twee jaar. In de
meeste gevallen hadden de bijwerkingen niet tot gevolg dat de therapie werd beëindigd.
Bijwerkingen zijn gerangschikt volgens MedDRA systeem/orgaanklasse en frequentiecategorie.
Frequentiecategorieën zijn gedefinieerd als zeer vaak (>1/10), vaak ( 1/100, < 1/10), soms
( 1/1.000, < 1/100), zelden ( 1/10.000, < 1/1.000), zeer zelden (< 1/10.000) en niet bekend (kan met
de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen elke frequentie worden de bijwerkingen
gepresenteerd in volgorde van afnemende ernst.
Tabel 1:
Bijwerkingen die voorkwamen bij postmenopauzale vrouwen die behandeld werden met
ibandroninezuur 3 mg injectie eens per 3 maanden of ibandroninezuur 2,5 mg dagelijks in de fase III
studies BM16550 en MF4411 en bij postmarketing ervaringen.
Vaak
Soms
Zelden
Zeer zelden
Immuunsysteemaandoeningen
Astma
Overgevoelig- Anafylactische
exacerbatie
heidsreactie
reactie/shock*
Zenuwstelselaandoeningen
Hoofdpijn

Oogaandoeningen

Oogont-
stekingen*
Bloedvataandoeningen
Flebitis/trom-
boflebitis
Maagdarmstelselaandoeningen Gastritis,

Dyspepsie,
Diarree,
Buikpijn,
Misselijkheid,
Constipatie
Huid- en
Huiduitslag
Angioedeem, Stevens-
onderhuidaandoeningen
Gezichts-
johnsonsyndroom,
zwelling /
erythema
oedeem,
multiforme,
Urticaria
bulleuze
dermatitis
Skeletspierstelsel- en
Artralgie,
Botpijn
Atypische
Osteonecrose van
bindweefselaandoeningen
Myalgie, Pijn
subtrochantere de kaak* Osteo-
aan de
en femur-
necrose van de
skeletspieren,
schacht-
uitwendige
Rugpijn
fracturen
gehoorgang
(bijwerking van de
bisfosfonaatklasse)
Algemene aandoeningen en
Griepachtige Reacties op

toedieningsplaatsstoornissen
ziektever-
de
schijnselen*, injectieplaats,
Vermoeidheid Asthenie
* Zie hieronder voor nadere informatie
Waargenomen bij postmarketing ervaringen
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Griepachtige ziekteverschijnselen
Griepachtige ziekteverschijnselen omvatten gemelde bijwerkingen als acute fase reactie of symptomen
als myalgie, artralgie, koorts, rillingen, vermoeidheid, misselijkheid, verminderde eetlust en botpijn.
Osteonecrose van de kaak
Gevallen van osteonecrose van het kaakbeen werden gerapporteerd, voornamelijk bij kankerpatiënten
behandeld met geneesmiddelen die de botresorptie remmen, zoals ibandroninezuur (zie rubriek 4.4).
Ook in de postmarketing setting zijn gevallen van ONK gemeld voor ibandroninezuur.
Oogontstekingen
Oogontstekingen zoals uveïtis, episcleritis en scleritis zijn gemeld bij ibandroninezuur. In sommige
gevallen verdwenen de bijwerkingen niet totdat ibandroninezuur gestaakt was.
Anafylactische reactie/shock
Gevallen van anafylactische reactie/shock, waaronder fatale gevallen, zijn gemeld bij patiënten die
werden behandeld met intraveneus ibandroninezuur.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V*.

4.9 Overdosering
Er is geen specifieke informatie beschikbaar over de behandeling van overdosering met
ibandroninezuur injectie.
Gebaseerd op kennis over deze klasse van stoffen, kan intraveneuze overdosering resulteren in
hypocalciëmie, hypofosfatemie en hypomagnesiëmie. Klinisch relevante verlaging van serumspiegels
van calcium, fosfor en magnesium dienen respectievelijk gecorrigeerd te worden middels intraveneuze
toediening van calciumgluconaat, kalium- of natriumfosfaat en magnesiumsulfaat.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Geneesmiddelen voor de behandeling van botziekten, bisfosfonaten,
ATC-code: M05BA06
Werkingsmechanisme
Ibandroninezuur is een zeer krachtig bisfosfonaat behorend tot de stikstof-bevattende groep
bisfosfonaten, die selectief werken op botweefsel en specifiek de osteoclastactiviteit remmen zonder
direct de botvorming te beïnvloeden. Het interfereert niet met de osteoclastaanmaak. Ibandroninezuur
geeft een progressieve netto verhoging van de botmassa en een verminderde incidentie van fracturen
door middel van de vermindering van toegenomen bot turnover tot premenopauzale waarden bij
postmenopauzale vrouwen.
Farmacodynamische effecten
De farmacodynamische werking van ibandroninezuur is remming van de botresorptie. In vivo
ibandroninezuur voorkomt botafbraak experimenteel veroorzaakt door het stilleggen van
gonadefunctie, retinoïden, tumoren of tumorextracten. Bij jonge (snel groeiende) ratten, wordt de
endogene botresorptie ook geremd, wat leidt tot toegenomen normale botmassa in vergelijking met
onbehandelde dieren.
Diermodellen bevestigen dat ibandroninezuur een zeer krachtige remmer is van de osteoclastactiviteit.
Bij groeiende ratten was er geen bewijs voor verstoorde mineralisatie, zelfs niet bij doses meer dan
5000 maal de dosis vereist voor osteoporose behandeling.
Zowel dagelijkse als intermitterende (met verlengde dosisvrije intervallen) langdurige toediening bij
ratten, honden en apen werd in verband gebracht met de vorming van nieuw bot van normale kwaliteit
en gelijkblijvende of toegenomen mechanische sterkte, zelfs bij doses in het toxische gebied. Bij
mensen werd de effectiviteit van zowel dagelijkse als intermitterende toediening (dosisvrij interval van
9-10 weken) van ibandroninezuur bevestigd in een klinische studie (MF4411), waarin de
ibandroninezuur anti-fractuureffectiviteit werd aangetoond.
In diermodellen geeft ibandroninezuur biochemische veranderingen die een aanwijzing zijn voor
dosis-afhankelijke remming van botresorptie, inclusief suppressie van urine biochemische merkers van
bot collageenafbraak (zoals deoxypyridinoline en cross-linked N-telopeptiden van type I collageen
(NTX)).
Zowel dagelijkse, intermitterende (met een dosisvrij interval van 9-10 weken per kwartaal) orale als
intraveneuze ibandroninezuur doses bij postmenopauzale vrouwen veroorzaakten biochemische
veranderingen indicatief voor dosisafhankelijke remming van botresorptie.
keten van type I collageen (CTX) binnen 3-7 dagen na het starten van de behandeling en verlaagde
osteocalcinespiegels binnen 3 maanden.
Na het beëindigen van de behandeling keren de pathologische verhoogde botresorptiewaarden,
geassocieerd met postmenopauzale osteoporose, van voor de behandeling terug.
De histologische analyse van botbiopsies na twee en drie jaar behandeling van postmenopauzale
vrouwen met orale eenmaal daagse doses ibandroninezuur 2,5 mg en intermitterende intraveneuze
doses tot 1 mg elke 3 maanden, toonde bot van normale kwaliteit en er was geen indicatie van een
mineralisatiedefect. Een verwachte afname van bot turnover, normale kwaliteit van bot en afwezigheid
van mineralisatieafwijkingen werden tevens gezien na twee jaar behandelen met ibandroninezuur 3 mg
injectie.
Klinische werkzaamheid
Onafhankelijke risicofactoren, bijvoorbeeld lage BMD, leeftijd, het voorkomen van eerder opgelopen
fracturen, een familiehistorie van fracturen en hoge botturnover, dienen beoordeeld te worden, met als
doel vrouwen te identificeren met een verhoogd risico op osteoporotische fracturen.
Ibandroninezuur 3 mg injectie elke 3 maanden
Botmineraaldichtheid (BMD)
Eens per 3 maanden per intraveneuze injectie toegediende ibandroninezuur 3 mg bleek minstens zo
effectief als oraal eenmaal daags ingenomen ibandroninezuur 2,5 mg, tijdens een 2 jaar durende,
gerandomiseerde, dubbelblinde, multicenter, non-inferioriteitsstudie (BM16550) bij postmenopauzale
vrouwen (1386 vrouwen tussen de 55 en 80 jaar) met osteoporose (lumbale wervelkolom BMD T-
score lager dan -2,5 SD bij aanvang). Dit werd aangetoond in zowel de primaire analyse 1 jaar na
aanvang en in de bevestigende eindpuntanalyse twee jaar na aanvang (zie Tabel 2).
De primaire analyse van gegevens uit studie BM16550 1 jaar na aanvang en de bevestigende analyse 2
jaar na aanvang toonde de non-inferioriteit van behandeling met elke 3 maanden 3 mg per injectie
vergeleken met eenmaal daags 2,5 mg oraal aan, in termen van gemiddelde toename van de BMD van
de lumbale wervelkolom, totale heup, femurhals en trochanter (Tabel 2).
Tabel 2:
Gemiddelde relatieve verandering ten opzichte van de uitgangswaarde van lumbale
wervelkolom, totale heup, femurhals en trochanter BMD één jaar na aanvang (primaire analyse) en
twee jaar na aanvang van de behandeling (Per-Protocol Populatie) in studie BM16550.
Gegevens 1 jaar na aanvang uit
Gegevens 2 jaar na aanvang uit
studie BM16550
studie BM16550
Gemiddelde relatieve
ibandroninezuur ibandroninezuur ibandroninezuur ibandroninezuur
verandering ten opzichte
2,5 mg eenmaal 3 mg injectie
2,5 mg eenmaal
3 mg injectie
van uitgangswaarde %
daags
elke 3 maanden daags
elke 3 maanden
[95 % BI]
(N=377)
(N=365)
(N=334)
(N=334)
Lumbale wervelkolom
3,8 [3,4 - 4,2]
4,8 [4,5 - 5,2]
4,8 [4,3 - 5,4]
6,3 [5,7 - 6,8]
L2-L4 BMD
Totale heup BMD
1,8 [1,5 - 2,1]
2,4 [2,0 - 2,7]
2,2 [1,8 - 2,6]
3,1 [2,6 - 3,6]
Femurhals BMD
1,6 [1,2 - 2,0]
2,3 [1,9 - 2,7]
2,2 [1,8 - 2,7]
2,8 [2,3 - 3,3]
Trochanter BMD
3,0 [2,6 - 3,4]
3,8 [3,2 - 4,4]
3,5 [3,0 - 4,0]
4,9 [4,1 - 5,7]
Verder bleek eens per 3 maanden toegediende ibandroninezuur 3 mg injectie voor toename in lumbale
wervelkolom BMD superieur te zijn aan oraal eenmaal daags ingenomen ibandroninezuur 2,5 mg, in
een prospectief geplande analyse één jaar na aanvang, p<0,001, en twee jaar na aanvang, p<0,001.
Voor lumbale wervelkolom BMD, 92,1 % van de patiënten die 3 mg per injectie elke 3 maanden
toegediend hadden gekregen vertoonden een toegenomen of gelijk gebleven BMD na 1 jaar
oraal innamen (p=0,002). Na 2 jaar behandelen had 92,8 % van de patiënten die 3 mg per injectie
kregen toegediend en 84,7 % van de patiënten die oraal 2,5 mg innamen een toegenomen of gelijk
gebleven lumbale wervelkolom BMD (p=0,001).
Voor totale heup BMD, waren 82,3 % van de patiënten die 3 mg per injectie elke 3 maanden
toegediend hadden gekregen responder na 1 jaar behandeling, vergeleken met 75,1 % van de patiënten
die 2,5 mg eenmaal daags oraal ingenomen hadden (p=0,02). Na 2 jaar behandelen had 85,6 % van de
patiënten die 3 mg per injectie kregen toegediend en 77,0 % van de patiënten die oraal 2,5 mg
innamen een toegenomen of gelijk gebleven totale heup BMD (p=0,004).
Het aandeel van patiënten met een toegenomen of gelijk gebleven BMD na 1 jaar van zowel de
lumbale wervelkolom en totale heup was 76,2 % in de 3 mg injectie elke 3 maanden arm en 67,2 % in
de 2,5 mg eenmaal daags orale arm (p=0,007). Na twee jaar voldeden 80,1 % en 68,8 % van de
patiënten aan dit criterium in respectievelijk de 3 mg injectie elke 3 maanden arm en de 2,5 mg
eenmaal daags arm (p=0,001).
Biochemische markers van bot turnover
Klinisch significante reducties van de serum CTX-waarden werd gezien op alle meetmomenten. Na
twaalf maanden waren de mediane relatieve veranderingen ten opzichte van de uitgangswaarde -
58,6 % voor de eens per 3 maanden intraveneuze 3 mg dosering en -62,6 % voor de eenmaal daagse
orale 2,5 mg dosering. Tevens werd 64,8 % van de patiënten die 3 mg elke 3 maanden per injectie
kregen toegediend gekarakteriseerd als responder (gedefinieerd als een afname 50 % t.o.v. de
uitgangswaarde), vergeleken met 64,9 % van de patiënten die 2,5 mg dagelijks oraal innamen. Serum
CTX-afname werd gedurende 2 jaar gehandhaafd, waarbij meer dan de helft van de patiënten in beide
behandelingsgroepen gekarakteriseerd werd als responder.
Gebaseerd op de resultaten van studie BM16550 wordt verwacht dat eens per 3 maanden per
intraveneuze injectie toegediende ibandroninezuur 3 mg minstens even effectief is bij het voorkomen
van fracturen als de orale behandeling met eenmaal daags ibandroninezuur 2,5 mg.
Ibandroninezuur eenmaal daags 2,5 mg tabletten
In de initiële 3 jaar durende, gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde, fractuurstudie
(MF4411), werd een statistisch significante en medisch relevante afname in de incidentie van nieuwe
röntgenologische morfometrische en klinische vertebrale fracturen aangetoond (tabel 3). In deze studie
werd ibandroninezuur geëvalueerd bij orale doses van 2,5 mg dagelijks en 20 mg intermitterend als
een experimenteel doseerregime. Ibandroninezuur werd 60 minuten voor de eerste vloeistof- of
voedselinname van de dag (post-dosis nuchtere periode) ingenomen. Aan de studie namen vrouwen
deel in de leeftijd van 55 tot 80 jaar, die ten minste 5 jaar postmenopauzaal waren en waarvan de
BMD van de lumbale wervelkolom -2 tot -5 SD onder het premenopauzale gemiddelde (T-score) lag
bij ten minste één wervel [L1-L4], en die één tot vier prevalente vertebrale fracturen hadden. Alle
patiënten kregen 500 mg calcium en 400 IE vitamine D dagelijks. De werkzaamheid werd geëvalueerd
bij 2928 patiënten. Ibandroninezuur 2,5 mg dagelijks toegediend toonde een statistisch significante en
medisch relevante reductie in de incidentie van nieuwe vertebrale fracturen. Dit regime verminderde
het ontstaan van nieuwe röntgenologische wervelfracturen met 62 % (p=0,0001) tijdens de drie jaar
van de studie. Een relatieve risicovermindering van 61 % werd waargenomen na 2 jaar (p=0,0006). Er
werd geen statistisch significant verschil bereikt na 1 jaar van behandeling (p=0,056). Het anti-
fractuureffect was consistent tijdens de duur van de studie. Er waren geen aanwijzingen voor het
vervagen van het effect over de tijd.
De incidentie van klinische vertebrale fracturen was ook significant afgenomen met 49 % na 3 jaar
(p=0,011). Het sterke effect op vertebrale fracturen kwam bovendien tot uitdrukking door een
statistisch significante reductie van lengteverlies in vergelijking met placebo (p<0,0001).
Resultaten uit 3 jaar durende fractuurstudie MF4411 (%, 95 % BI)
Placebo
ibandroninezuur 2,5 mg
(N=974)
dagelijks
(N=977)
Relatieve risico afname
62 %
Nieuwe morfometrische vertebrale
(40,9 - 75,1)
fracturen
Incidentie van nieuwe morfometrische
9,56 %
4,68 %
vertebrale fracturen
(7,5 - 11,7)
(3,2 - 6,2)
Relatieve risico afname van klinische
49 %
vertebrale fracturen
(14,03 - 69,49)
Incidentie van klinische vertebrale
5,33 %
2,75 %
fracturen
(3,73 - 6,92)
(1,61 - 3,89)
BMD ­ gemiddelde verandering t.o.v.
1,26 %
6,54 %
uitgangswaarde wervelkolom na 3 jaar
(0,8 - 1,7)
(6,1 - 7,0)
BMD ­ gemiddelde verandering t.o.v.
-0,69 %
3,36 %
uitgangswaarde totaal heup na 3 jaar
(-1,0 - -0,4)
(3,0 - 3,7)
Het effect van de behandeling met ibandroninezuur werd verder beoordeeld in een analyse van de
subpopulatie van patiënten die een uitgangswaarde lumbale wervelkolom BMD T-score hadden lager
dan ­2,5 (tabel 4). De vermindering van het risico op vertebrale fracturen was zeer consistent met wat
gezien werd in de gehele populatie.
Tabel 4:
Resultaten uit 3 jaars fractuurstudie MF 4411 (%, 95 % BI) voor patiënten met een
wervelkolom BMD T-score lager dan ­2,5 als uitgangswaarde.
Placebo
ibandroninezuur 2,5 mg
(N=587)
dagelijks
(N=575)
Relatieve Risico Afname
59 %
Nieuwe morfometrische vertebrale
(34,5 - 74,3)
fracturen
Incidentie van nieuwe morfometrische 12,54 %
5,36 %
vertebrale fracturen
(9,53 - 15,55)
(3,31 - 7,41)
Relatieve risico afname van klinische
50 %
vertebrale fracturen
(9,49 - 71,91)
Incidentie van klinische vertebrale
6,97 %
3,57 %
fracturen
(4,67 - 9,27)
(1,89 - 5,24)
BMD ­ gemiddelde verandering t.o.v. 1,13 %
7,01 %
uitgangswaarde wervelkolom na 3 jaar (0,6 - 1,7)
(6,5 - 7,6)
BMD ­ gemiddelde verandering t.o.v. -0,70 %
3,59 %
uitgangswaarde totaal heup na 3 jaar.
(-1,1 - -0,2)
(3,1 - 4,1)
Voor non-vertebrale fracturen werd binnen de gehele patiëntenpopulatie van studie MF441 geen
reductie waargenomen, echter dagelijkse inname van ibandroninezuur bleek effectief te zijn in een
hoog-risico subpopulatie (femurhals BMD T-score < -3,0), waar een non-vertebrale risicoreductie van
69% werd gezien.
Dagelijkse orale behandeling met ibandroninezuur 2,5 mg tabletten resulteerde in progressieve
verhogingen van BMD op vertebrale en non-vertebrale plaatsen van het skelet.
Drie-jaars wervelkolom BMD-toename in vergelijking met placebo was 5,3 % en 6,5 % in
vergelijking met de uitgangswaarde. Toenames bij de heup ten opzichte van de uitgangswaarde waren
2,8 % bij de femurhals, 3,4 % bij de totale heup en 5,5 % bij de trochanter.
verwachte patroon van suppressie tot premenopauzale spiegels en bereikten maximale suppressie
binnen een periode van 3 tot 6 maanden gebruik van eenmaal daags ibandroninezuur 2,5 mg.
Een klinische betekenisvolle afname van 50 % van de biochemische markers van botresorptie werd al
na 1 maand na de start van de behandeling met ibandroninezuur 2,5 mg waargenomen.
Pediatrische patiënten (zie rubriek 4.2 en rubriek 5.2)
Er zijn geen studies uitgevoerd met ibandroninezuur in pediatrische patiënten, daarom zijn er geen
gegevens beschikbaar over effectiviteit of veiligheid voor deze patiëntenpopulatie.

5.2 Farmacokinetische eigenschappen
De primaire farmacologische effecten van ibandroninezuur op het bot zijn niet direct gerelateerd aan
de werkelijke plasmaconcentraties, zoals aangetoond in verscheidene studies bij dieren en bij mensen.
Plasmaconcentraties van ibandroninezuur stijgen in een dosis-proportionele wijze na intraveneuze
toediening van 0,5 mg tot 6 mg.
Absorptie
Niet van toepassing.
Distributie
Na de initiële systemische blootstelling bindt ibandroninezuur snel aan het bot of wordt uitgescheiden
in de urine. Bij mensen is het klaarblijkelijke uiterste eliminatie-distributievolume ten minste 90 L en
de dosishoeveelheid die het bot bereikt, wordt geschat op 40-50 % van de circulerende dosis.
Eiwitbinding in humaan plasma is ongeveer 85 %-87 % (in vitro bepaald bij therapeutische
ibandroninezuur-concentraties), en er is dus een lage potentie voor interactie met andere
geneesmiddelen als gevolg van verdringing.
Biotransformatie
Er zijn geen aanwijzingen dat ibandroninezuur gemetaboliseerd wordt bij dieren of mensen.
Eliminatie
Ibandroninezuur wordt verwijderd uit de circulatie via botabsorptie (naar schatting 40-50 % bij
postmenopauzale vrouwen) en het overblijfsel wordt onveranderd uitgescheiden via de nier.
De spreiding van de waargenomen klaarblijkelijke halfwaardetijden is breed, de klaarblijkelijke
eliminatie-halfwaardetijd ligt in het algemeen tussen de 10-72 uur. Aangezien de berekende waarden
voornamelijk afhankelijk zijn van de duur van de studie, de gebruikte dosis en de gevoeligheid van de
analysemethode, is de werkelijke eliminatie-halfwaardetijd waarschijnlijk substantieel langer,
overeenkomend met andere bisfosfonaten. Vroege plasmaspiegels dalen snel; 10 % van de piekwaarde
wordt binnen 3 en 8 uur na respectievelijk intraveneuze of orale toediening bereikt.
Totale klaring van ibandroninezuur is laag met gemiddelde waarden tussen 84 ­ 160 ml/min.
Nierklaring (ongeveer 60 ml/min bij gezonde postmenopauzale vrouwen) neemt 50-60 % van de totale
klaring voor zijn rekening en is gerelateerd aan de creatinineklaring. Het verschil tussen de
klaarblijkelijke totale en nierklaring wordt verondersteld de opname in het bot weer te geven.
De uitscheidingsroute lijkt geen bekende zure of basische transportsystemen te bevatten, die betrokken
zijn bij de uitscheiding van andere werkzame stoffen (zie rubriek 4.5). Daarnaast remt
cytochroom P450-systeem in de lever van ratten.
Farmacokinetiek in bijzondere klinische situaties
Geslacht
De farmacokinetiek van ibandroninezuur is vergelijkbaar bij mannen en vrouwen.
Ras
Er is geen bewijs voor enige klinisch relevante inter-etnische verschillen tussen Aziaten en Kaukasiërs
qua ibandroninezuur dispositie. Er zijn beperkte gegevens beschikbaar over patiënten van Afrikaanse
herkomst.
Patiënten met een verminderde nierfunctie
Nierklaring van ibandroninezuur bij patiënten met verschillende maten van verminderde nierfunctie is
lineair gerelateerd aan de creatinineklaring (CLcr).
Er is geen dosisaanpassing noodzakelijk voor patiënten met milde tot matige nierinsufficiëntie (CLcr
gelijk of groter dan 30 ml/min).
Personen met een ernstig verminderde nierfunctie (CLcr minder dan 30 ml/min) die dagelijks orale
toediening van 10 mg ibandroninezuur gedurende 21 dagen kregen, hadden 2- tot 3-voudige hogere
plasmaconcentraties dan personen met een normale nierfunctie en de totale klaring van
ibandroninezuur was 44 ml/min. Na intraveneuze toediening van 0,5 mg ibandroninezuur, namen
totaal, renaal en niet-renale klaringen respectievelijk af met 67 %, 77 % en 50 % bij personen met
ernstig nierfalen, maar er was geen afname in de tolerantie geassocieerd met de toename in de
blootstelling. Vanwege de beperkte klinische ervaring bij patiënten met ernstig verminderde
nierfunctie, wordt ibandroninezuur bij deze groep patiënten niet aanbevolen (zie rubriek 4.2 en rubriek
4.4). De farmacokinetiek van ibandroninezuur bij patiënten met eindstadium nierziekte werd alleen bij
een klein aantal hemodialyse patiënten onderzocht. Daardoor is de farmacokinetiek van
ibandroninezuur bij patiënten die niet gedialyseerd worden onbekend. Vanwege de beperkte
hoeveelheid gegevens, dient ibandroninezuur niet gebruikt te worden bij patiënten met eindstadium
nierziekte.
Patiënten met een verminderde lever functie (zie rubriek 4.2)
Er zijn geen farmacokinetische gegevens voor ibandroninezuur bij patiënten die een
leverfunctiestoornis hebben. De lever speelt geen significante rol in de klaring van ibandroninezuur,
dat niet gemetaboliseerd wordt maar geklaard door renale uitscheiding en door opname in het bot.
Dosisaanpassing is daarom niet noodzakelijk bij patiënten met een verminderde leverfunctie.
Ouderen (zie rubriek 4.2)
In een multivariatie-analyse werd gevonden dat leeftijd geen onafhankelijke factor was van de
bestudeerde farmacokinetische parameters. Aangezien de nierfunctie afneemt met de leeftijd, is de
nierfunctie de enige factor die in overweging dient te worden genomen (zie paragraaf verminderde
nierfunctie).
Pediatrische patiënten (zie rubriek 4.2 en rubriek 5.1)
Er zijn geen gegevens over het gebruik van ibandroninezuur bij patiënten jonger dan 18 jaar.

5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Toxische effecten, bijv. tekenen van nierbeschadiging, werden bij honden uitsluitend waargenomen bij
blootstellingen die geacht werden voldoende hoger te liggen dan het maximale niveau waaraan de
mens wordt blootgesteld, zodat deze weinig relevant zijn bij klinisch gebruik.
Mutageniteit / Carcinogeniteit:
leverden geen bewijs van genetische activiteit van ibandroninezuur.
Reproductietoxiciteit:
Specifieke studies voor de 3-maandelijkse dosering zijn niet uitgevoerd. Uit studies met dagelijkse i.v.
doseringen, werd geen bewijs voor een direct foetaal toxisch of teratogeen effect van ibandroninezuur
bij ratten en konijnen gevonden. De gewichtstoename was afgenomen bij F1 nakomelingen van ratten.
In reproductiestudies bij ratten waar oraal werd toegediend bestonden de effecten op de
vruchtbaarheid uit een toename van pre-implantatieverlies bij doseringen van 1 mg/kg/dag en hoger.
In reproductiestudies bij ratten waar intraveneus werd toegediend, verminderde ibandroninezuur het
aantal spermatozoïden bij doseringen van 0,3 en 1 mg/kg/dag, verminderde vruchtbaarheid bij
mannetjes bij 1 mg/kg/dag en bij vrouwtjes bij 1,2 mg/kg/dag. Andere bijwerkingen van
ibandroninezuur in reproductietoxiciteitsstudies in de rat, waren dezelfde bijwerkingen die
waargenomen worden bij bisfosfonaten als klasse. Ze omvatten een verminderd aantal
innestelingplaatsen, abnormaal baringsproces (dystokie) en een verhoging van viscerale variaties
(nierbekken ureter syndroom).
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen
Natriumchloride
IJsazijn
Natriumacetaat-trihydraat
Water voor injecties

6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Ibandroninezuur oplossing voor injectie mag niet gemengd worden met calcium-bevattende
oplossingen of andere intraveneus toegediende geneesmiddelen.

6.3 Houdbaarheid
3 jaar

6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.

6.5 Aard en inhoud van de verpakking
Voorgevulde spuiten, gemaakt van kleurloos glas met grijze rubberen plunjer en het
afsluitdopjebevatten 3 ml oplossing voor injectie.
Verpakkingen met 1 voorgevulde spuit en 1 injectienaald of 4 voorgevulde spuiten en 4
injectienaalden.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.

6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Wanneer het geneesmiddel toegediend wordt via een bestaande intraveneuze infuuslijn, dient het
infusaat beperkt te worden tot isotone zoutoplossing of 50 mg/ml (5 %) glucose-oplossing. Dit geldt
ook voor oplossingen gebruikt voor het spoelen van een vlinder of andere medische hulpmiddelen.
overeenkomstig lokale voorschriften. In het milieu terechtkomen van geneesmiddelen moet worden
geminimaliseerd.
De volgende punten moeten strikt worden aangehouden betreffende het weggooien van injectiespuiten
en andere scherpe medicinale voorwerpen:
Naalden en spuiten mogen nooit worden hergebruikt.
Plaats alle gebruikte naalden en spuiten in een naaldencontainer (prikveilige
wegwerpcontainer).
Houd deze container buiten bereik van kinderen.
Het weggooien van gebruikte naaldencontainers met het huishoudelijk afval moet worden
vermeden.
Het weggooien van een volle container dient te gebeuren overeenkomstig lokale voorschriften
of zoals voorgeschreven door uw medisch beroepsbeoefenaar.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/12/798/005
EU/1/12/798/006
9.
DATUM EERSTE VERGUNNINGVERLENING
Datum eerste vergunningverlening: 19 november 2012
Datum van laatste verlenging: 18 september 2017
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu/).




BIJLAGE II

A.
FABRIKANT(EN) VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF(FEN) EN
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE

B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK

C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN MOETEN WORDEN
NAGEKOMEN

D.

VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL


FABRIKANT(EN) VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF(FEN) EN
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE

Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Accord Healthcare Polska Sp.z o.o.,
ul. Lutomierska 50,95-200 Pabianice, Polen
Accord Healthcare B.V.,
Winthontlaan 200,
3526 KV Utrecht,
Nederland
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK

Ibandronic Acid Accord 2 mg en 6 mg concentraat voor oplossing voor infusie (voor
oncologische indicaties)
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).

Ibandronic Acid Accord 3 mg oplossing voor injectie (voor osteoporose indicaties)
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN MOETEN WORDEN
NAGEKOMEN



Periodieke veiligheidsverslagen (PSUR's)
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentie data (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D
VOORWAARDEN EN BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP - risicobeheerplan)
De vergunninghouder voert de noodzakelijke onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-updates.
Een RMP-update wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van
het beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van
de bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal
(voor geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.

Extra risicobeperkende maatregelen
kaakbeen geïmplementeerd is.
BIJLAGE III

ETIKETTERING EN BIJSLUITER

A. ETIKETTERING

BUITENVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Ibandronic Acid Accord 2 mg concentraat voor oplossing voor infusie
ibandroninezuur
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere flacon bevat 2 mg ibandroninezuur (als natriummonohydraat).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Natriumchloride, natriumacetaat-trihydraat, ijsazijn en water voor injecties. Zie de bijsluiter voor
aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Concentraat voor oplossing voor infusie
1 flacon (2 mg/2 ml)
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Intraveneus gebruik, voor infusie na verdunning.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Lees de bijsluiter voor houdbaarheid na verdunning.
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING

NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/12/798/001
13. BATCHNUMMER
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16 INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:

WORDEN VERMELD

FLACON

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGWEG(EN)
Ibandronic Acid Accord 2 mg steriel concentraat
ibandroninezuur
IV gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
BATCHNUMMER, IDENTIFICATIE- EN PRODUCTCODES
Lot

5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
2 mg/2 ml
6.
OVERIGE

BUITENVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Ibandronic Acid Accord 6 mg concentraat voor oplossing voor infusie
ibandroninezuur
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere flacon bevat 6 mg ibandroninezuur (als natrium monohydraat ).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Natriumchloride, natriumacetaat-trihydraat, ijsazijn en water voor injecties. Zie de bijsluiter voor
aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Concentraat voor oplossing voor infusie
1 flacon (6 mg/6 ml)
5 flacons (6 mg/6 ml)
10 flacons (6 mg/6 ml)
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Intraveneus gebruik, voor infusie na verdunning.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Lees de bijsluiter voor houdbaarheid na verdunning.
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING

NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/12/798/002
EU/1/12/798/003
EU/1/12/798/004
13. BATCHNUMMER
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:


WORDEN VERMELD

FLACON

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGWEG(EN)
Ibandronic Acid Accord 6 mg steriel concentraat
ibandroninezuur
IV. gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
BATCHNUMMER, IDENTIFICATIE- EN PRODUCTCODES
Lot

5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
6 mg/6 ml
6.
OVERIGE












BUITENVERPAKKING

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Ibandronic Acid Accord 3 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
Ibandroninezuur
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Een voorgevulde spuit met 3 ml oplossing bevat 3 mg ibandroninezuur (als natriummonohydraat).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: natriumchloride, ijsazijn, natriumacetaat-trihydraat en water voor injecties. Zie de
bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
1 voorgevulde spuit + 1 injectienaald
4 voorgevulde spuiten + 4 injectienaalden
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Alleen voor intraveneus gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/12/798/005 1 voorgevulde spuit
EU/1/12/798/006 4 voorgevulde spuiten
13. BATCHNUMMER
Charge
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:
WORDEN VERMELD

VOORGEVULDE SPUIT

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGWEG(EN)
Ibandronic Acid Accord 3 mg oplossing voor injectie
Ibandroninezuur
IV
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

4.
BATCHNUMMER
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
6.
OVERIGE

B. BIJSLUITER

Ibandronic Acid Accord
2 mg concentraat voor oplossing voor infusie
Ibandronic Acid Accord
6 mg concentraat voor oplossing voor infusie
ibandroninezuur

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien hebt u hem later weer nodig.
Hebt u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker, of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Ibandronic Acid Accord en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Ibandronic Acid Accord en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Ibandronic Acid Accord bevat de werkzame stof ibandroninezuur. Dit behoort tot een groep
geneesmiddelen die bisfosfonaten worden genoemd.
Ibandronic Acid Accord wordt gebruikt bij volwassenen en is aan u voorgeschreven als u borstkanker
heeft die zich heeft uitgezaaid naar uw botten (uitzaaiingen worden ook wel botmetastasen genoemd).
Het helpt botbreuken (fracturen) te voorkomen.
Het helpt andere botproblemen, waarbij operatie of radiotherapie noodzakelijk kunnen zijn, te
voorkomen.
Ibandronic Acid Accord kan ook worden voorgeschreven als u een verhoogd calciumgehalte in uw
bloed hebt vanwege een tumor.
Ibandronic Acid Accord werkt door het remmen van de hoeveelheid calcium die uit uw botten
verloren gaat. Dit helpt het zwakker worden van uw botten te stoppen.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
U heeft lage calciumwaarden in uw bloed of u heeft dit ooit heeft gehad.
U mag dit geneesmiddel niet toegediend krijgen als een van bovenstaande op u van toepassing is.
Indien u niet zeker bent, neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u Ibandronic Acid
Accord gebruikt.

Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Een bijwerking die osteonecrose van de kaak (ONK) genoemd wordt (dit is botbeschadiging in de
kaak), is zeer zelden gemeld na het in de handel brengen van dit middel, bij patiënten die Ibandronic
Acid Accord gebruiken voor kanker. ONK kan ook optreden na het stoppen met de behandeling.
die soms moeilijk te behandelen is. Om het risico op ONK te verminderen, moet u
voorzorgsmaatregelen nemen:
Voordat u begint met de behandeling, moet u het uw arts/apotheker (medische zorgverlener) vertellen
als: u problemen hebt met uw mond of tanden, zoals een slecht gebit, een tandvleesaandoening of
een tand die getrokken moet worden
u niet regelmatig gebitscontroles ondergaat of al een tijdje niet op controle bij de tandarts bent
geweest
u rookt (omdat dit het risico op gebitsproblemen kan vergroten)
u al eerder bent behandeld met een bisfosfonaat (een geneesmiddel om botaandoeningen te
behandelen of voorkomen)
u geneesmiddelen gebruikt die corticosteroïden worden genoemd (zoals prednisolon of
dexamethason)
u kanker hebt.
Uw arts kan u vragen om uw gebit te laten nakijken voordat u start met de behandeling van Ibandronic
Acid Accord.
Tijdens de behandeling moet u zorgen voor een goede mondhygiëne (waaronder regelmatig uw tanden
poetsen) en regelmatig op controle gaan bij de tandarts. Als u een gebit hebt, moet u zorgen dat het
goed past. Als u onder behandeling bent bij de tandarts of een gebitsingreep moet ondergaan (b.v. als
er een tand getrokken moet worden), vertel uw arts dan over de gebitsbehandeling en vertel uw
tandarts dat u behandeld wordt met Ibandronic Acid Accord.
Neem onmiddellijk contact op met uw arts en tandarts als u problemen krijgt met uw mond of tanden
zoals losse tanden, pijn of zwelling, zweertjes die niet genezen of wondvocht. Dit kunnen namelijk
tekenen zijn van osteonecrose van de kaak.
Als u allergisch (overgevoelig) bent voor andere bisfosfonaten.
Als u hoge of lage waarden van vitamine D, calcium of andere mineralen heeft.
Als u nierproblemen heeft.
Als u problemen heeft met uw hart en uw arts heeft aangeraden uw dagelijkse inname van
vloeistoffen te beperken.
Gevallen van ernstige, soms fatale, allergische reacties zijn gemeld bij patiënten die intraveneus
behandeld werden met ibandroninezuur.
Als u een van de volgende verschijnselen krijgt, zoals kortademigheid/moeilijkheden met ademhalen,
een strak gevoel in de keel, zwelling van de tong, duizeligheid, een gevoel van bewustzijnsverlies,
roodheid of zwelling van het gezicht, uitslag op het lichaam, misselijkheid en overgeven, moet u direct
uw arts of verpleegkundige waarschuwen (zie rubriek 4).

Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Ibandronic Acid Accord mag niet gebruikt worden bij kinderen en tieners jonger dan 18 jaar.

Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Ibandronic Acid Accord nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden
gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken?
Vertel dat dan uw arts of apotheker. Dit is omdat Ibandronic Acid Accord de wijze waarop andere
geneesmiddelen werken kan beïnvloeden. Ook kunnen sommige andere geneesmiddelen de wijze
waarop Ibandronic Acid Accord werkt beïnvloeden.
die 'aminoglycoside' wordt genoemd, zoals gentamicine. Dit is omdat aminoglycosiden en Ibandronic
Acid Accord beide de hoeveelheid calcium in uw bloed kunnen verlagen.

Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Gebruik dan
geen Ibandronic Acid Accord. Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit
geneesmiddel gebruikt.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines
U mag rijden en machines bedienen, omdat het te verwachten is dat Ibandronic Acid Accord geen of
een verwaarloosbare invloed zal hebben op uw rijvaardigheid en uw vermogen om machines te
bedienen. Neem eerst contact op met uw arts als u een voertuig wilt besturen, machines of
gereedschap wilt gebruiken.
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per flacon, dit betekent dat het in wezen
`natrium-vrij' is.


3.

Hoe gebruikt u dit middel?

Gebruik van dit geneesmiddel
Ibandronic Acid Accord wordt meestal gegeven door een arts of ander medisch personeel met
ervaring met de behandeling van kanker.
Het wordt gegeven als een infusie in uw ader
Uw arts kan regelmatig bloedtesten uitvoeren terwijl u Ibandronic Acid Accord gebruikt. Dit is om te
controleren of u de juiste hoeveelheid van dit geneesmiddel ontvangt.


Hoeveel u moet gebruiken

Uw arts zal uitzoeken hoeveel Ibandronic Acid Accord aan u toegediend zal worden afhankelijk van
uw ziekte.
Als u borstkanker heeft die uitgezaaid is naar uw botten, dan is de aanbevolen dosering 6 mg iedere 3-
4 weken, als een infusie in uw ader gedurende tenminste 15 minuten.
Als u een verhoogd calciumgehalte in uw bloed heeft vanwege een tumor, dan is de aanbevolen
dosering een enkele toediening van 2 mg of 4 mg, afhankelijk van de ernst van uw ziekte. Het
geneesmiddel moet worden toegediend als een infusie in uw ader gedurende 2 uur. Een herhaalde
dosis kan worden overwogen in het geval er onvoldoende respons is of wanneer uw ziekte opnieuw
optreedt.
Uw arts kan uw dosis en duur van de intraveneuze infusie aanpassen indien u nierproblemen heeft.
Hebt u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.

Raadpleeg onmiddellijk een verpleegkundige of een arts indien u een van de volgende ernstige
bijwerkingen ondervindt ­ u kunt urgente medische behandeling nodig hebben

Zelden
(komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 personen)
aanhoudende oogpijn of oogontsteking
pijn, zwakte of een onprettig gevoel in uw dij, heup of lies, die u niet eerder had. U heeft
mogelijk vroege verschijnselen van een mogelijke, ongebruikelijke breuk van uw dijbeen.

Zeer zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 10.000 personen)
pijn of pijnlijke plek in de mond of kaak. U heeft mogelijk vroege verschijnselen van ernstige
kaakproblemen (necrose (dood botweefsel) in het kaakbot)
praat met uw arts als u oorpijn, een afscheiding uit uw oor en/of een oorontsteking krijgt. Dit
kunnen tekenen zijn van botbeschadiging in uw oor.
jeuk, zwelling van uw gezicht, lippen, tong en keel met ademhalingsmoeilijkheden. U kunt een
ernstige, mogelijk levensbedreigende, allergische reactie hebben op het geneesmiddel (zie
rubriek 2).
ernstige huidreacties

Niet bekend (frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
astma-aanval

Andere mogelijke bijwerkingen
Vaak (komen voor bij minder dan 1 op de 10 personen)
griepachtige verschijnselen, waaronder koorts, beven en rillen, zich ongemakkelijk voelen,
vermoeidheid, botpijn en pijnlijke spieren en gewrichten. Deze verschijnselen verdwijnen
doorgaans binnen enkele uren of dagen. Vertel het een verpleegkundige of arts indien de
bijwerkingen hinderlijk worden of langer dan een paar dagen aanhouden
stijging van de lichaamstemperatuur
maag- of buikpijn, indigestie, misselijkheid, overgeven of diarree (dunne ontlasting)
lage calcium- of fosfaatgehaltes in uw bloed
veranderingen in resultaten van uw bloedtesten, zoals Gamma GT of creatinine
een hartritmeprobleem dat 'bundeltakblok' wordt genoemd
pijn in uw botten of spieren
hoofdpijn, duizelig voelen, zwak voelen
dorstig gevoel, zere keel, verandering in smaakervaring
gezwollen benen of voeten
gewrichtspijn, gewrichtsontsteking, of andere gewrichtsproblemen
problemen met uw bijschildklier
kneuzingen
infecties
een probleem met uw ogen dat 'cataract' of 'staar' wordt genoemd
huidproblemen
tandproblemen

Soms (komen voor bij minder dan 1 op de 100 personen)

beven of rillen
uw lichaamstemperatuur wordt te laag (hypothermie)
een aandoening die de bloedvaten in uw hersenen beïnvloedt, 'cerebrovasculaire aandoening'
genaamd (beroerte of hersenbloeding)
problemen met hart- en bloedsomloop (waaronder hartkloppingen, hartaanval, hypertensie
(hoge bloeddruk) en spataderen)
veranderingen in uw bloedcellen (anemie)
een hoog gehalte alkalische fosfatase in uw bloed
vochtophoping en zwelling (lymfoedeem)
vocht in uw longen
maagproblemen zoals buikgriep (gastro-enteritis) of ontsteking van het maagslijmvlies
(gastritis)
galstenen
niet kunnen urineren, blaasontsteking (cystitis)
migraine
zenuwpijn, beschadigde zenuwwortel
doofheid
verhoogde gevoeligheid voor geluid, smaak, aanraking of veranderingen in reuk
moeite met slikken
mondzweren, gezwollen lippen (cheilitis), spruw
jeuk of tintelende huid om uw mond
pijn in het bekken, afscheiding, jeuk of pijn in de vagina
een huidaangroei, goedaardig huidneoplasme genaamd
geheugenverlies
problemen met slapen, angstig voelen, emotionele instabiliteit of stemmingsveranderingen
huiduitslag
haarverlies
verwonding of pijn op de injectieplaats
gewichtsverlies
niercyste (met vocht gevulde holte in de nieren)
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V*. Door
bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit
geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de
doos en het etiket na "EXP". Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is
de uiterste houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Na verdunning
De chemische en fysische stabiliteit tijdens gebruik na verdunning in 0,9% natriumchloride of 5%
glucoseoplossing is aangetoond voor 36 uur bij 25 °C en 2-8°C.
Uit microbiologisch oogpunt dient de oplossing voor infusie onmiddellijk gebruikt te worden. Indien
het niet onmiddellijk gebruikt wordt, zijn de gebruiksbewaartijden en ­omstandigheden voorafgaand
aan het gebruik de verantwoordelijkheid van de gebruiker en deze zijn normalerwijze niet langer dan
24 uur bij 2 °C - 8 °C, tenzij verdunning onder gecontroleerde en gevalideerde aseptische
omstandigheden heeft plaatsgevonden.
Gebruik dit middel niet als u merkt dat de oplossing niet helder is of deeltjes bevat.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is ibandroninezuur.
Ibandronic Acid Accord 2 mg concentraat voor oplossing voor infusie
Eén flacon met 2 ml van een concentraat voor oplossing voor infusie bevat 2 mg ibandroninezuur (als
2,25 mg ibandronine natrium monohydraat).
Ibandronic Acid Accord 6 mg concentraat voor oplossing voor infusie
6,75 mg ibandronine natrium monohydraat).

De andere stoffen in dit middel zijn natriumchloride, natriumacetaat-trihydraat, ijsazijn en water
voor injecties.

Hoe ziet Ibandronic Acid Accord eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Ibandronic Acid Accord is een concentraat voor oplossing voor infusie (steriel concentraat).
Kleurloze, heldere oplossing.
Het wordt geleverd in glazen flacons (type I) met rubber stop en aluminium flip-off dop.

Ibandronic Acid Accord 2 mg concentraat voor oplossing voor infusie

Elke flacon bevat 2 ml concentraat. Elke doos bevat 1 flacon.

Ibandronic Acid Accord 6 mg concentraat voor oplossing voor infusie
Elke flacon bevat 6 ml concentraat. Het wordt geleverd als verpakkingen à 1, 5 of 10 flacons. Niet alle
genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje
Fabrikant
Accord Healthcare Polska Sp.z o.o.,
ul. Lutomierska 50,95-200 Pabianice, Polen
Accord Healthcare B.V.,
Winthontlaan 200,
3526 KV Utrecht,
Nederland
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen

Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europese
Geneesmiddelen Bureau http://www.ema.europa.eu//
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg

Dosering: Preventie van voorvallen betreffende het skelet bij patiënten met borstkanker en
botmetastasen
De aanbevolen dosis voor preventie van voorvallen betreffende het skelet bij patiënten met
borstkanker en botmetastasen is 6 mg intraveneus gegeven elke 3-4 weken. De dosis moet gedurende
minstens 15 minuten via een infuus worden toegediend.
Patiënten met verminderde nierfunctie
Er is geen dosisaanpassing vereist bij patiënten met een mild verminderde nierfunctie (CLcr 50 en
<80 ml/min). Bij patiënten met een matige (CLcr 30 en <50 ml/min) of ernstig verminderde
nierfunctie (CLcr <30 ml/min) die behandeld worden voor de preventie van voorvallen betreffende het
skelet bij borstkanker en botmetastasen, moeten de volgende doseringsaanbevelingen worden gevolgd:
Creatinineklaring
(ml/min)
Dosis
Infusievolume1 en infusietijd2
50 CLcr <80
6 mg (6 ml concentraat voor
oplossing voor infusie)
100 ml gedurende 15 minuten
30 CLcr <50
4 mg (4 ml concentraat voor
oplossing voor infusie)
500 ml gedurende 1 uur
<30
2 mg (2 ml concentraat voor
oplossing voor infusie)
500 ml gedurende 1 uur
1 0,9% natriumchlorideoplossing of 5% glucoseoplossing
2 Toediening iedere 3 tot 4 weken
Een infusietijd van 15 minuten werd niet onderzocht bij kankerpatiënten met een CLcr <50 ml/min.

Dosering: Behandeling van door tumor veroorzaakte hypercalciëmie
Ibandronic Acid Accord wordt over het algemeen toegediend in een ziekenhuisomgeving. De dosis
wordt door de arts bepaald met inachtneming van de volgende factoren.
Voorafgaand aan behandeling met Ibandronic Acid Accord moet de patiënt voldoende gerehydrateerd
worden met 9 mg/ml (0,9 %) natriumchloride. Zowel de ernst van de hypercalciëmie als het type
tumor moeten worden overwogen. Bij de meeste patiënten met ernstige hypercalciëmie (voor
albumine-gecorrigeerd serumcalcium* 3 mmol/l of 12 mg/dl) zal 4 mg als enkele dosering
voldoende zijn. Bij patiënten met een matige hypercalciëmie (voor albumine-gecorrigeerd
serumcalcium <3 mmol/l of < 12 mg/dl) is 2 mg een effectieve dosering. De hoogste dosis gebruikt in
klinische studies was 6 mg, maar deze dosis heeft geen toegevoegde waarde qua werkzaamheid.
* NB:albumine-gecorrigeerd serumcalcium-concentraties worden als volgt berekend:
albumine-gecorrigeerd = serumcalcium (mmol/l) - [0.02 x albumine (g/l)] + 0.8
serumcalcium
(mmol/l)
of
albumine-gecorrigeerd = serumcalcium (mg/dl) + 0.8 x [4 - albumine (g/dl)]
serumcalcium (mg/dl)
Voor het omrekenen van albumine-gecorrigeerd serumcalcium van mmol/l naar mg/dl
dient men het met 4 te vermenigvuldigen.
In de meeste gevallen kan een verhoogde serumcalciumspiegel teruggebracht worden naar de normale
waarde binnen 7 dagen. De mediane tijd tot terugval (opnieuw stijgen van voor albumine-gecorrigeerd
serumcalciumspiegel tot boven 3 mmol/l) was 18-19 dagen voor de 2 mg en 4 mg doses. De mediane
tijd tot terugval was 26 dagen bij een dosis van 6 mg.
Ibandronic Acid Accord concentraat voor oplossing voor infusie moet worden toegediend als een
intraveneuze infusie.
Voor dit doel wordt de inhoud van de flacon als volgt gebruikt:
Preventie van voorvallen betreffende het skelet bij patiënten met borstkanker en botmetastasen ­
toegevoegd aan 100 ml isotone natriumchlorideoplossing of 100 ml 5% dextrose-oplossing en
toegediend via een infuus gedurende minstens 15 minuten. Zie ook bovenstaande
doseringsrubriek voor patiënten met verminderde nierfunctie.
Behandeling van tumor-geïnduceerde hypercalciëmie ­ toegevoegd aan 500 ml isotone
natriumchlorideoplossing of 500 mg 5% dextroseoplossing en toegediend via een infuus
gedurende 2 uur.
Let op:
Om mogelijke onverenigbaarheden te voorkomen, moet Ibandronic Acid Accord concentraat voor
oplossing voor infusie alleen gemengd worden met isotone natriumchlorideoplossing of met 5%
glucoseoplossing. Calcium-bevattende oplossingen mogen niet gemengd worden met Ibandronic Acid
Accord concentraat voor oplossing voor infusie.
Verdunde oplossingen zijn voor eenmalig gebruik. Alleen heldere oplossingen zonder deeltje mogen
worden gebruikt.
Het wordt aanbevolen om het product onmiddellijk na verdunning te gebruiken (zie punt 5 van deze
bijsluiter 'Hoe bewaart u dit middel?').
Ibandronic Acid Accord
moet als intraveneus infuus worden toegediend.
Er moet voorzichtigheid betracht worden om Ibandronic Acid Accord niet intra-arterieel of paraveneus
toe te dienen omdat dit tot weefselschade kan leiden.
Frequentie van toediening
Voor de behandeling van tumor-geïnduceerde hypercalciëmie wordt Ibandronic Acid Accord
concentraat voor oplossing voor infusie meestal als eenmalige infusie toegediend.
Voor de preventie van voorvallen betreffende het skelet bij patiënten met borstkanker en
botmetastasen wordt de Ibandronic Acid Accord infusie herhaald met tussenpozen van 3-4 weken.

Duur van de behandeling
Een beperkt aantal patiënten (50 patiënten) kreeg een tweede infusie toegediend voor hypercalciëmie.
Herhaalde behandeling kan overwogen worden bij terugkerende hypercalciëmie of onvoldoende
werkzaamheid.
Bij patiënten met borstkanker en botmetastasen moet Ibandronic Acid Accord infusie elke 3-4 weken
worden toegediend. In klinische studies is de behandeling voortgezet tot 96 weken.

Overdosering
Tot nu toe is er geen ervaring met acute vergiftiging door Ibandronic Acid Accord concentraat voor
oplossing voor infusie. Aangezien zowel de nier als de lever doelwitorganen bleken te zijn voor
toxiciteit in preklinische studies met hoge doseringen, moeten zowel de nier- als leverfunctie
gecontroleerd worden.
Klinisch relevante hypocalciëmie (zeer lage serumcalciumwaarden) moet worden gecorrigeerd door
intraveneuze toediening van calciumgluconaat.
Bijsluiter: informatie voor de patiënt

Ibandronic acid Accord 3 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
Ibandroninezuur

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Ibandronic acid Accord en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Ibandronic acid Accord en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Ibandronic acid Accord behoort tot de groep van geneesmiddelen die bisfosfonaten worden genoemd.
Het bevat het werkzame bestanddeel ibandroninezuur.
Ibandronic acid Accord kan botverlies tegengaan door het voorkomen van verdere botafbraak en het
verhogen van de botmassa bij de meeste vrouwen die het middel innemen, hoewel zij het verschil niet
zullen kunnen zien of voelen. Ibandronic acid Accord kan het risico op botbreuken (fracturen)
verminderen. Een vermindering van wervelfracturen is aangetoond, maar niet van heupfracturen.

Ibandronic acid Accord is aan u voorgeschreven om postmenopauzale osteoporose te
behandelen omdat u een verhoogd risico op fracturen heeft. Osteoporose is het dunner en brozer
worden van de botten. Dit komt vaak voor bij vrouwen na de menopauze (overgang). Tijdens de
menopauze stoppen de eierstokken van een vrouw met het aanmaken van het vrouwelijke hormoon
oestrogeen. Dit hormoon helpt om het skelet van de vrouw gezond te houden.
Hoe eerder een vrouw in de menopauze komt, des te groter is haar kans op fracturen als gevolg van
osteoporose.
Andere factoren die het risico op osteoporose kunnen verhogen, zijn:
niet genoeg calcium en vitamine D in het dieet
roken of overmatig alcoholgebruik
niet voldoende wandelen of andere oefeningen die uw botten belasten
een familiegeschiedenis van osteoporose

Een gezonde levensstijl zal ook helpen om zoveel mogelijk voordeel van uw behandeling te hebben.
Dit omvat:
het eten van een uitgebalanceerd dieet, rijk aan calcium en vitamine D
wandelen of het doen van andere oefeningen die de botten belasten
niet roken en niet teveel alcohol drinken


Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?

Als u een laag calciumgehalte in het bloed heeft of dit in het verleden heeft gehad. Overleg
in dat geval met uw arts.
U bent allergisch voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.

Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Een bijwerking die osteonecrose van de kaak (ONK) genoemd wordt (dit is botbeschadiging in de
kaak), is zeer zelden gemeld na het in de handel brengen van dit middel, bij patiënten die Ibandronic
Acid Accord gebruiken voor kanker. ONK kan ook optreden na het stoppen met de behandeling.
Het is belangrijk om de ontwikkeling van ONK te voorkomen, omdat dit een pijnlijke aandoening is
die soms moeilijk te behandelen is. Om het risico op ONK te verminderen, moet u
voorzorgsmaatregelen nemen:
Voordat u begint met de behandeling, moet u het uw arts/apotheker (medische zorgverlener) vertellen
als: u problemen hebt met uw mond of tanden, zoals een slecht gebit, een tandvleesaandoening of
een tand die getrokken moet worden
u niet regelmatig gebitscontroles ondergaat of al een tijdje niet op controle bij de tandarts bent
geweest
u rookt (omdat dit het risico op gebitsproblemen kan vergroten)
u al eerder bent behandeld met een bisfosfonaat (een geneesmiddel om botaandoeningen te
behandelen of voorkomen)
u geneesmiddelen gebruikt die corticosteroïden worden genoemd (zoals prednisolon of
dexamethason)
u kanker hebt.
Uw arts kan u vragen om uw gebit te laten nakijken voordat u start met de behandeling van Ibandronic
Acid Accord.
Tijdens de behandeling moet u zorgen voor een goede mondhygiëne (waaronder regelmatig uw tanden
poetsen) en regelmatig op controle gaan bij de tandarts. Als u een gebit hebt, moet u zorgen dat het
goed past. Als u onder behandeling bent bij de tandarts of een gebitsingreep moet ondergaan (b.v. als
er een tand getrokken moet worden), vertel uw arts dan over de gebitsbehandeling en vertel uw
tandarts dat u behandeld wordt met Ibandronic Acid Accord.
Neem onmiddellijk contact op met uw arts en tandarts als u problemen krijgt met uw mond of tanden
zoals losse tanden, pijn of zwelling, zweertjes die niet genezen of wondvocht. Dit kunnen namelijk
tekenen zijn van osteonecrose van de kaak.
Sommige patiënten moeten extra voorzichtig zijn wanneer zij Ibandronic acid Accord gebruiken.
Raadpleeg uw arts voordat u Ibandronic acid Accord krijgt toegediend:
Wanneer u problemen met de nieren heeft of heeft gehad, lijdt aan nierfalen of ooit gedialyseerd
bent of wanneer u een andere ziekte heeft die invloed heeft op uw nieren.
Wanneer u een stoornis heeft van de mineraal stofwisseling (zoals vitamine D gebrek).
U dient aanvullende calcium en vitamine D supplementen te gebruiken wanneer u Ibandronic
acid Accord gebruikt. Wanneer dit voor u niet mogelijk is, dan moet u dit uw arts vertellen.
Als u hartproblemen heeft en de arts heeft u aangeraden uw dagelijkse inname van vloeistoffen
te beperken.
Gevallen van ernstige, soms fatale, allergische reacties zijn gemeld bij patiënten die intraveneus
behandeld werden met ibandroninezuur.
een strak gevoel in de keel, zwelling van de tong, duizeligheid, een gevoel van bewustzijnsverlies,
roodheid of zwelling van het gezicht, uitslag op het lichaam, misselijkheid en overgeven, moet u direct
uw arts of verpleegkundige waarschuwen.

Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Ibandronic acid Accord moet niet worden gebruikt bij kinderen of adolescenten onder de 18 jaar.

Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Ibandronic acid Accord nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden
gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken?
Vertel dat dan uw arts of apotheker.

Zwangerschap en borstvoeding
Ibandronic acid Accord is alleen bestemd voor gebruik door postmenopauzale vrouwen en mag niet
gebruikt worden door vrouwen die nog zwanger kunnen worden.
Gebruik Ibandronic acid Accord niet wanneer u zwanger bent of borstvoeding geeft.
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines
U mag rijden en machines bedienen, omdat het te verwachten is dat Ibandronic acid Accord geen of
een verwaarloosbare invloed zal hebben op uw rijvaardigheid en uw vermogen om machines te
bedienen.

Ibandronic acid Accord bevat natrium

Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis (3 ml), d.w.z. dat het in wezen
`natrium-vrij' is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
De aanbevolen dosering van Ibandronic acid Accord als intraveneuze injectie is 3 mg (1 voorgevulde
spuit) eenmaal per 3 maanden.
De injectie dient in de ader toegediend te worden door een arts of daartoe bevoegde verpleegkundige.
U mag de injectie niet bij uzelf toedienen.
De oplossing voor injectie mag alleen in een ader worden toegediend, en niet op een andere plek in het
lichaam.

Ibandronic acid Accord blijven gebruiken
Om zo veel mogelijk baat te hebben bij de behandeling, is het belangrijk dat u de injecties iedere 3
maanden toegediend blijft krijgen, zolang uw arts het u voorschrijft. Ibandronic acid Accord kan
osteoporose alleen behandelen zolang u het gebruikt, ondanks dat u geen verschil zal zien of voelen.
Nadat u 5 jaar Ibandronic acid Accord heeft gebruikt, overleg dan met uw arts of het nodig is om
Ibandronic acid Accord te blijven gebruiken.
U dient aanvullende calcium en vitamine D producten te gebruiken, zoals geadviseerd door uw arts.

Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Het is mogelijk dat de hoeveelheid calcium, fosfor of magnesium in uw bloed te laag wordt. Indien het
nodig is, zal uw arts dit corrigeren door u een injectie te geven met deze mineralen.

Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
datum van deze laatste injectie verder met het ontvangen van de injecties iedere 3 maanden.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.

4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elke geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.

Neem direct contact op met een arts of verpleegkundige wanneer u last krijgt van de volgende
bijwerkingen - mogelijk heeft u met spoed medische behandeling nodig:

Zelden voorkomende bijwerkingen (komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 personen):
jeuk, zwelling van uw gezicht, lippen, tong en keel, met moeilijkheden bij het ademhalen
aanhoudende oogpijn en oogontsteking (indien langdurig)
pijn, zwakte of een onprettig gevoel in uw dij, heup of lies, die u niet eerder had. U heeft
mogelijk vroege verschijnselen van een mogelijke, ongebruikelijke breuk van uw dijbeen.

Zeer zelden voorkomende bijwerkingen (komen voor bij minder dan 1 op de 10.000 personen):
pijn of pijnlijke plek in de mond of kaak. U heeft mogelijk vroege verschijnselen van ernstige
kaakproblemen (necrose (dood botweefsel) in het kaakbot).
praat met uw arts als u oorpijn, een afscheiding uit uw oor en/of een oorontsteking krijgt. Dit
kunnen tekenen zijn van botbeschadiging in uw oor.
ernstige, mogelijk levensbedreigende, allergische reactie (zie rubriek 2)
ernstige huidreacties

Andere mogelijke bijwerkingen

Vaak voorkomende bijwerkingen
(komen voor bij minder dan 1 op de 10 personen):
hoofdpijn
maagpijn (zoals maagontsteking) of buikpijn, problemen met de spijsvertering, misselijkheid,
diarree (dunne ontlasting) of verstopping
pijn in uw spieren, gewrichten of rug
zich vermoeid en uitgeput voelen
griepachtige verschijnselen waaronder koorts, trillen en rillingen, zich ongemakkelijk voelen,
botpijn en pijnlijke spieren en gewrichten. Vertel het een verpleegkundige of arts indien u last
krijgt van bijwerkingen of deze bijwerkingen langer dan een paar dagen aanhouden.
huiduitslag

Soms voorkomende bijwerkingen (komen voor bij minder dan 1 op de 100 personen):
ontsteking van een ader
pijn of letsel op de injectieplaats
botpijn
zich zwak voelen
astma-aanvallen

Zelden voorkomende bijwerkingen (komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 personen):
netelroos
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V*. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos na
"EXP". Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Diegene die de injectie toedient, dient een eventuele ongebruikte oplossing weg te gooien en de
gebruikte spuit en injectienaald in een daarvoor geschikte afvalcontainer te stoppen.

6.

Inhoud van de verpakking en overige infomatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?
Een voorgevulde spuit van 3 ml bevat 3 mg ibandroninezuur (als natriummonohydraat).
Elke ml oplossing bevat 1 mg ibandroninezuur.
De andere stoffen in dit middel zijn natriumchloride, azijnzuur, natriumacetaattrihydraat en
water voor injecties

Hoe ziet Ibandronic acid Accord eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Ibandronic acid Accord 3 mg oplossing voor injectie in voorgevulde spuiten is een heldere, kleurloze
oplossing. Elke voorgevulde spuit bevat 3 ml oplossing. Ibandronic acid Accord is beschikbaar in
verpakkingen met 1 voorgevulde spuit en 1 injectienaald of met 4 voorgevulde spuiten en 4
injectienaalden.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten op de markt worden gebracht.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje
Fabrikant
Accord Healthcare Polska Sp.z o.o.,
ul. Lutomierska 50,95-200 Pabianice, Polen
Accord Healthcare B.V.,
Winthontlaan 200,
3526 KV Utrecht,
Nederland
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in

Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:


Zie de samenvatting van de productkenmerken voor meer informatie.


Toediening van Ibandronic acid Accord 3 mg oplossing voor injectie in voorgevulde spuit

Ibandronic acid Accord 3 mg oplossing voor injectie in voorgevulde spuit dient intraveneus
geïnjecteerd te worden in 15-30 seconden.
De oplossing is irriterend, daarom is het belangrijk dat de oplossing enkel en alleen intraveneus
toegediend wordt. Indien er onbedoeld geïnjecteerd wordt in het weefsel rondom de ader, zal de
patiënt mogelijk op de plaats van toediening lokale irritatie, pijn en ontsteking ontwikkelen.
Ibandronic acid Accord 3 mg oplossing voor injectie in voorgevulde spuit
mag niet gemengd worden
met calciumhoudende oplossingen (zoals Ringer-lactaat-oplossing, calcium heparine) of andere
geneesmiddelen die intraveneus toegediend worden. Wanneer Ibandronic acid Accord toegediend
wordt via een bestaande intraveneuze infusielijn, dan dient het intraveneuze infusaat beperkt te worden
tot een isotone zoutoplossing of 50 mg/ml (5 %) glucose-oplossing.

Vergeten dosering
Indien een dosis vergeten is, dient de injectie zo snel mogelijk toegediend te worden. Vervolgens
dienen de injecties vanaf de datum van de laatste injectie om de drie maanden toegediend te worden.

Overdosering
Er is geen specifieke informatie beschikbaar over de behandeling van een overdosering met
Ibandronic acid Accord injectie.
Gebaseerd op de beschikbare kennis over deze groep geneesmiddelen, kan intraveneuze overdosering
resulteren in hypocalciëmie, hypofosfatemie en hypomagnesiëmie, wat paresthesiën kan veroorzaken.
In ernstige gevallen kan intraveneuze infusie van gepaste hoeveelheden calciumgluconaat, kalium- of
natriumfosfaat en magnesiumsulfaat nodig zijn.

Algemeen advies
Ibandronic acid Accord 3 mg oplossing voor injectie in voorgevulde spuit kan, zoals andere
intraveneus toegediende bisfosfonaten, een tijdelijke daling van de serumcalciumwaarden
veroorzaken.
Hypocalciëmie en andere stoornissen in bot- en mineraalmetabolisme dienen te worden beoordeeld en
effectief behandeld te worden alvorens te starten met Ibandronic acid Accord injectietherapie.
Adequate inname van calcium en vitamine D is belangrijk voor alle patiënten. Alle patiënten dienen
calcium en vitamine D supplementen te ontvangen.
Patiënten met andere aandoeningen of die geneesmiddelen gebruiken welke mogelijk bijwerkingen
met betrekking tot de nieren veroorzaken, dienen regelmatig, in lijn met goed medisch handelen,
gecontroleerd te worden.
Alle ongebruikte oplossing voor injectie, spuiten en injectienaalden dienen te worden vernietigd
overeenkomstig lokale voorschriften.

Heb je dit medicijn gebruikt? Ibandronic Acid Accord 6 mg te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Ibandronic Acid Accord 6 mg te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Ibandronic Acid Accord 6 mg

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG