Jentadueto 2,5 mg - 850 mg
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jentadueto 2,5 mg/850 mg filmomhulde tabletten
Jentadueto 2,5 mg/1000 mg filmomhulde tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Jentadueto 2,5 mg/850 mg filmomhulde tabletten
Elke tablet bevat 2,5 mg linagliptine en 850 mg metforminehydrochloride.
Jentadueto 2,5 mg/1000 mg filmomhulde tabletten
Elke tablet bevat 2,5 mg linagliptine en 1000 mg metforminehydrochloride.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet (tablet).
Jentadueto 2,5 mg/850 mg filmomhulde tabletten
Ovale, biconvexe, lichtoranje, filmomhulde tablet van 19,2 mm x 9,4 mm met de inscriptie ‘D2/850’
aan de ene zijde en het bedrijfslogo aan de andere.
Jentadueto 2,5 mg/1000 mg filmomhulde tabletten
Ovale, biconvexe, lichtroze, filmomhulde tablet van 21,1 mm x 9,7 mm met de inscriptie ‘D2/1000’
aan de ene zijde en het bedrijfslogo aan de andere.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Jentadueto is geïndiceerd bij volwassenen met diabetes mellitus type 2 als aanvulling op dieet en
lichaamsbeweging om de glucoseregulering te verbeteren:
bij patiënten die niet optimaal gereguleerd zijn met hun maximaal verdraagbare dosis van
metformine alleen
in combinatie met andere geneesmiddelen voor de behandeling van diabetes, waaronder insuline,
bij patiënten die niet optimaal gereguleerd zijn met metformine en deze geneesmiddelen
bij patiënten die al behandeld worden met de combinatie van linagliptine en metformine als aparte
tabletten
(zie rubrieken 4.4, 4.5 en 5.1 voor de beschikbare gegevens over verschillende combinaties).
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Volwassenen met een normale nierfunctie (GFR ≥90 ml/min)
De dosering van bloedglucoseverlagende therapie met Jentadueto moet individueel worden ingesteld
op basis van het huidige medicatieschema van de patiënt, de werkzaamheid en de verdraagbaarheid,
waarbij de aanbevolen maximale dagdosis van 5 mg linagliptine plus 2000 mg
metforminehydrochloride niet mag worden overschreden.
2
Patiënten die niet optimaal gereguleerd zijn met de maximaal verdraagbare dosis van metformine als
monotherapie
Voor patiënten die niet optimaal gereguleerd zijn met metformine alleen, is de gebruikelijke
aanvangsdosering tweemaal daags Jentadueto met 2,5 mg linagliptine (5 mg totale dagdosis) en de
dosis metformine die de patiënt al gebruikt.
Patiënten die overstappen van linagliptine en metformine als aparte tabletten
Bij patiënten die overstappen van linagliptine en metformine als aparte tabletten, dient Jentadueto te
worden gestart met dezelfde doses linagliptine en metformine die de patiënt al gebruikt.
Patiënten die niet optimaal gereguleerd zijn via een tweevoudige combinatiebehandeling met de
maximaal verdraagbare dosis van metformine en een sulfonylureumderivaat
De dosis Jentadueto dient te bestaan uit tweemaal daags 2,5 mg linagliptine (totale dagdosis 5 mg) en
een dosis metformine die vergelijkbaar is met de dosis die al wordt genomen. Als linagliptine plus
metforminehydrochloride wordt gebruikt in combinatie met een sulfonylureumderivaat, kan het nodig
zijn om de dosis van het sulfonylureumderivaat te verlagen om de kans op hypoglykemie te
verminderen (zie rubriek 4.4).
Patiënten die niet optimaal gereguleerd zijn via een tweevoudige combinatiebehandeling met insuline
en de maximaal verdraagbare dosis van metformine
De dosis Jentadueto dient te bestaan uit tweemaal daags 2,5 mg linagliptine (totale dagdosis 5 mg) en
een dosis metformine die vergelijkbaar is met de dosis die al wordt genomen. Als linagliptine plus
metforminehydrochloride wordt gebruikt in combinatie met insuline, kan het nodig zijn om de dosis
insuline te verlagen om de kans op hypoglykemie te verminderen (zie rubriek 4.4).
Voor de verschillende doses metformine is Jentadueto leverbaar in sterktes van 2,5 mg linagliptine
plus 850 mg metforminehydrochloride en 2,5 mg linagliptine plus 1000 mg metforminehydrochloride.
Speciale patiëntgroepen
Ouderen
Naarmate de leeftijd stijgt, moet Jentadueto voorzichtig worden gebruikt omdat metformine door de
nieren wordt uitgescheiden. Met name bij ouderen is controle van de nierfunctie noodzakelijk om
metforminegerelateerde lactaatacidose te voorkomen (zie rubriek 4.3 en 4.4).
Nierinsufficiëntie
Voor aanvang van de behandeling met metformine-bevattende middelen dient een GFR te worden
bepaald, en ten minste jaarlijks daarna. Bij patiënten met een verhoogd risico op verdere progressie
van nierfunctiestoornissen en bij ouderen dient de nierfunctie vaker te worden bepaald, bv. iedere
3-6 maanden.
Factoren die het risico op lactaatacidose kunnen verhogen (zie rubriek 4.4) dienen te worden
beoordeeld voordat aanvang met metformine overwogen wordt bij patiënten met GFR <60 ml/min.
Als er geen geschikte sterkte van Jentadueto beschikbaar is, dienen de individuele bestanddelen
gebruikt te worden in plaats van de vaste dosiscombinatie.
3
Tabel 1:
Dosering bij patiënten met nierfunctiestoornissen
Metformine
Maximale dagdosis is 3000 mg
Dosisreductie kan worden
overwogen in relatie tot afnemende
nierfunctie.
Maximale dagdosis is 2000 mg
De startdosis is niet meer dan de
helft van de maximale dosis.
Maximale dagdosis is 1000 mg.
De startdosis is niet meer dan de
helft van de maximale dosis.
Metformine is gecontraïndiceerd
Linagliptine
Geen dosisaanpassing
GFR ml/min
60-89
45-59
Geen dosisaanpassing
30-44
Geen dosisaanpassing
<30
Geen dosisaanpassing
Leverinsufficiëntie
Vanwege het werkzame bestanddeel metformine wordt Jentadueto niet aanbevolen bij patiënten met
leverinsufficiëntie (zie rubriek 4.3 en 5.2). Het ontbreekt aan klinische ervaring met Jentadueto bij
patiënten met leverinsufficiëntie.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Jentadueto bij kinderen en adolescenten van 0 tot 18 jaar zijn niet
vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Jentadueto dient tweemaal daags bij de maaltijd te worden ingenomen om de gastro-intestinale
bijwerkingen van metformine te verminderen.
Alle patiënten moeten hun dieet met een goed over de dag verdeelde koolhydraatopname voortzetten.
Patiënten met overgewicht moeten doorgaan met hun energiebeperkt dieet.
Als er een dosis wordt gemist, moet deze meteen worden ingenomen zodra de patiënt dit beseft. Er
mag echter niet tegelijkertijd een dubbele dosis worden genomen. In dit geval dient de gemiste dosis te
worden overgeslagen.
4.3
•
•
•
•
•
•
•
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstoffen.
Alle vormen van acute metabole acidose (zoals lactaatacidose, diabetische ketoacidose).
Diabetisch pre-coma.
Ernstig nierfalen (GFR <30 ml/min).
Acute aandoeningen die de nierfunctie kunnen beïnvloeden zoals: dehydratie, ernstige infectie,
shock.
Aandoeningen die weefselhypoxie kunnen veroorzaken (met name acute aandoeningen, of
verslechtering van chronische aandoeningen), zoals gedecompenseerd hartfalen, respiratoir
falen, recent myocardinfarct, shock.
Leverinsufficiëntie, acute alcoholintoxicatie, alcoholisme (zie rubriek 4.5).
4
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Algemeen
Jentadueto mag niet worden gebruikt bij patiënten met diabetes type 1.
Hypoglykemie
Wanneer linagliptine werd gebruikt als aanvulling op een sulfonylureumderivaat met een achtergrond
van metformine, nam de incidentie van hypoglykemie meer toe dan die van placebo.
Het is bekend dat sulfonylureumderivaten en insuline hypoglykemie veroorzaken. Voorzichtigheid is
dan ook geboden wanneer Jentadueto wordt gebruikt in combinatie met een sulfonylureumderivaat
en/of insuline. Er kan een dosisverlaging van het sulfonylureumderivaat of insuline worden
overwogen (zie rubriek 4.2).
Hypoglykemie is niet vastgesteld als bijwerking voor linagliptine, metformine of linagliptine samen
met metformine. In klinische onderzoeken waren de incidentiepercentages van hypoglykemie
vergelijkbaar laag bij patiënten die linagliptine in combinatie met metformine gebruikten en bij
patiënten die alleen metformine gebruikten.
Lactaatacidose
Lactaatacidose, een zeer zeldzame, maar ernstige metabole complicatie, treedt het vaakst op bij acute
verslechtering van de nierfunctie of cardiopulmonale ziekte of sepsis. Accumulatie van metformine
treedt op bij acute verslechtering van de nierfunctie en verhoogt het risico op lactaatacidose.
In het geval van dehydratie (ernstige diarree of braken, koorts of verminderde vochtinname) dient
metformine tijdelijk gestaakt te worden en wordt de patiënt aanbevolen contact op te nemen met een
zorgverlener.
Geneesmiddelen die de nierfunctie acuut kunnen verstoren (zoals antihypertensiva, diuretica en
NSAIDs) dienen met voorzichtigheid gestart te worden bij patiënten die met metformine behandeld
worden. Andere risicofactoren voor lactaatacidose zijn overmatig alcoholgebruik, leverinsufficiëntie,
slecht gereguleerde diabetes, ketose, langdurig vasten en aandoeningen die geassocieerd worden met
hypoxie, evenals gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die tot lactaatacidose kunnen leiden (zie
rubrieken 4.3 en 4.5).
Patiënten en/of verzorgers dienen geïnformeerd te worden over het risico op lactaatacidose.
Lactaatacidose wordt gekenmerkt door acidotische dyspneu, buikpijn, spierkrampen, astenie en
hypothermie gevolgd door coma. Bij mogelijke symptomen dient de patiënt te stoppen met het
innemen van metformine en direct medische hulp te zoeken. Diagnostische laboratoriumbevindingen
zijn een verlaagde bloed pH (<7,35), een verhoogde plasmalactaatspiegel (>5 mmol/l) en een
verhoogde ‘anion gap’ en lactaat/pyruvaatverhouding.
Toediening van joodhoudende contrastmiddelen
Intravasculaire toediening van joodhoudende contrastmiddelen kan leiden tot contrastgeïnduceerde
nefropathie, met accumulatie van metformine en een verhoogd risico op lactaatacidose als gevolg.
Metformine dient gestaakt te worden voorafgaand aan of op het moment van het beeldvormend
onderzoek en niet te worden hervat tot ten minste 48 uur daarna, vooropgesteld dat de nierfunctie
opnieuw is geëvalueerd en stabiel is bevonden, zie rubrieken 4.2 en 4.5.
Nierfunctie
De GFR dient te worden bepaald voor aanvang van de behandeling en regelmatig daarna, zie
rubriek 4.2. Metformine is gecontraïndiceerd bij patiënten met GFR <30 ml/min en dient tijdelijk
gestaakt te worden bij omstandigheden die de nierfunctie veranderen, zie rubriek 4.3.
5
Hartfunctie
Bij patiënten met hartfalen is er een groter risico op hypoxie en nierinsufficiëntie. Bij patiënten met
stabiel chronisch hartfalen, mag Jentadueto worden gebruikt, mits de hart- en nierfunctie regelmatig
worden gecontroleerd. Voor patiënten met acuut en instabiel hartfalen, is Jentadueto gecontra-
indiceerd (zie rubriek 4.3).
Chirurgie
Metformine moet tijdens een chirurgische ingreep onder algehele, spinale of epidurale anesthesie
worden stopgezet. De behandeling mag niet eerder dan 48 uur na chirurgie of hervatting van orale
voeding hervat worden, vooropgesteld dat de nierfunctie opnieuw is beoordeeld en stabiel is
bevonden.
Ouderen
Bij het behandelen van patiënten van 80 jaar en ouder is voorzichtigheid geboden (zie rubriek 4.2).
Verandering van de klinische status bij patiënten met eerder goed gereguleerde diabetes type 2
Omdat Jentadueto metformine bevat, moet een patiënt met eerder goed gereguleerde diabetes type 2
met Jentadueto die afwijkende laboratoriumwaarden krijgt of klinisch ziek wordt (vooral vage, slecht
gedefinieerde ziekte), direct worden onderzocht op aanwijzingen voor ketoacidose of lactaatacidose.
Bij dit onderzoek moeten de volgende waarden worden bepaald: serumelektrolyten, ketonen,
bloedglucose en (indien geïndiceerd) de pH van het bloed, lactaat-, pyruvaat- en metforminespiegels.
Bij elke vorm van acidose moet de behandeling met Jentadueto direct worden stopgezet en moet de
patiënt gericht behandeld worden.
Acute pancreatitis
Gebruik van DPP-4-remmers is in verband gebracht met een risico op het ontwikkelen van acute
pancreatitis. Acute pancreatitis is waargenomen bij patiënten die werden behandeld met linagliptine.
In een cardiovasculair en renaal veiligheidsonderzoek (CARMELINA) met een mediane
observatieperiode van 2,2 jaar, werd acute pancreatitis (bevestigd door een onafhankelijke commissie)
gerapporteerd bij 0,3% van de patiënten die werden behandeld met linagliptine en bij 0,1% van de
patiënten die placebo kregen. Patiënten dienen op de hoogte gebracht te worden van de karakteristieke
symptomen van acute pancreatitis. Indien pancreatitis wordt vermoed, dient de behandeling met
Jentadueto gestaakt te worden; als acute pancreatitis wordt bevestigd, mag de behandeling met
Jentadueto niet worden hervat. Bij patiënten met een voorgeschiedenis van pancreatitis moet
voorzichtigheid worden betracht.
Bulleus pemfigoïd
Bulleus pemfigoïd is waargenomen bij patiënten die werden behandeld met linagliptine. In het
CARMELINA-onderzoek werd bulleus pemfigoïd gerapporteerd bij 0,2% van de patiënten die werden
behandeld met linagliptine en niet bij de patiënten die placebo kregen. Indien er een verdenking op
bulleus pemfigoïd bestaat, dient Jentadueto te worden gestaakt.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Er is geen onderzoek naar interacties verricht. Dit is echter wel verricht met de individuele werkzame
stoffen, namelijk linagliptine en metformine. Gelijktijdige toediening van meerdere doses linagliptine
en metformine had bij gezonde vrijwilligers en bij patiënten geen betekenisvolle wijziging van de
farmacokinetiek van linagliptine of metformine tot gevolg.
Linagliptine
In vitro beoordeling van interacties
Linagliptine is een zwak competitieve en een zwak tot matig mechanismegebaseerde remmer van
CYP-iso-enzym CYP3A4, maar remt geen andere CYP-iso-enzymen. Linagliptine is geen inductor
van CYP-iso-enzymen.
6
Linagliptine is een substraat van P-glycoproteïne en remt P-glycoproteïnegemedieerd transport van
digoxine met lage potentie. Op basis van deze resultaten en
in vivo
interactie-onderzoek wordt het
onwaarschijnlijk geacht dat linagliptine interacties veroorzaakt met andere P-gp-substraten.
In vivo beoordeling van interacties
Effecten van andere geneesmiddelen op linagliptineUit
hieronder beschreven klinische gegevens blijkt
dat de kans op klinisch significante interacties door gelijktijdig toegediende geneesmiddelen laag is.
Metformine:
Gelijktijdige toediening van meervoudige driemaal daagse doses van 850 mg
metforminehydrochloride met 10 mg linagliptine eenmaal daags leidde niet tot een klinisch
betekenisvolle wijziging van de farmacokinetiek van linagliptine bij gezonde proefpersonen.
Sulfonylureumderivaten:
De steady-state farmacokinetiek van 5 mg linagliptine werd niet gewijzigd door gelijktijdige
toediening van een enkelvoudige dosis van 1,75 mg glibenclamide (glyburide).
Ritonavir:
Gelijktijdige toediening van een enkelvoudige orale dosis van 5 mg linagliptine en meervoudige orale
doses van 200 mg ritonavir, een sterke remmer van P-glycoproteïne en CYP3A4, verhoogde de AUC
en C
max
van linagliptine met respectievelijk circa een factor twee en een factor drie. De concentratie
van de ongebonden verbinding, welke bij een therapeutische dosis van linagliptine gewoonlijk minder
dan 1% bedraagt, werd 4-5 maal verhoogd bij gelijktijdige toediening met ritonavir. Uit simulaties van
steady-state plasmaconcentraties van linagliptine met en zonder ritonavir bleek dat de toename in
blootstelling niet gepaard gaat met een toegenomen accumulatie. Deze veranderingen in de
farmacokinetiek van linagliptine werden niet als klinisch relevant beschouwd. Daarom worden er geen
klinisch relevante interacties verwacht met andere P-glycoproteïne/CYP3A4-remmers.
Rifampicine:
Meervoudige gelijktijdige toediening van 5 mg linagliptine met rifampicine, een sterke inductor van
P-glycoproteïne en CYP3A4, leidde tot een verlaagde steady-state AUC en C
max
van linagliptine met
respectievelijk 39,6% en 43,8% en een met circa 30% verlaagde DPP-4-remming bij de
dalconcentratie. Dus, volledige werkzaamheid van linagliptine in combinatie met sterke
P-gp-inductoren wordt wellicht niet bereikt, met name niet bij lange-termijntoediening. Er is geen
onderzoek uitgevoerd naar gelijktijdige toediening met andere sterke inductoren van P-glycoproteïne
en CYP3A4, zoals carbamazepine, fenobarbital en fenytoïne.
Effecten van linagliptine op andere geneesmiddelen
In klinisch onderzoek zoals hieronder beschreven liet linagliptine geen klinisch relevant effect zien op
de farmacokinetiek van metformine, glyburide, simvastatine, warfarine, digoxine of orale
anticonceptiva; hieruit blijkt ook
in vivo
dat er met linagliptine weinig geneesmiddelinteracties te
verwachten zijn met substraten van CYP3A4, CYP2C9, CYP2C8, P-glycoproteïne en
organisch-kationtransporter (OCT).
Metformine:
Gelijktijdige toediening van meervoudige dagelijkse doses van 10 mg linagliptine met 850 mg
metforminehydrochloride, een OCT-substraat, had geen relevant effect op de farmacokinetiek van
metformine bij gezonde proefpersonen. Linagliptine is dan ook geen remmer van OCT-gemedieerd
transport.
Sulfonylureumderivaten:
Gelijktijdige toediening van meervoudige orale doses van 5 mg linagliptine en een enkelvoudige orale
dosis van 1,75 mg glibenclamide (glyburide) leidde tot een klinisch niet-relevante daling met 14% van
zowel de AUC als de C
max
van glibenclamide. Aangezien glibenclamide voornamelijk wordt
gemetaboliseerd door CYP2C9, ondersteunen deze gegevens ook de conclusie dat linagliptine geen
CYP2C9-remmer is. Klinisch betekenisvolle interacties zouden niet te verwachten zijn met andere
7
sulfonylureumderivaten (bijv. glipizide, tolbutamide en glimepiride) die net als glibenclamide
voornamelijk worden geëlimineerd door CYP2C9.
Digoxine:
Gelijktijdige toediening van meervoudige doses van 5 mg linagliptine met meervoudige doses van
0,25 mg digoxine had geen effect op de farmacokinetiek van digoxine bij gezonde proefpersonen.
Linagliptine is dan ook geen remmer van P-glycoproteïnegemedieerd transport
in vivo.
Warfarine:
Meervoudige dagelijkse doses van 5 mg linagliptine leidden niet tot een wijziging van de
farmacokinetiek van S(-)- of R(+)-warfarine, een substraat van CYP2C9, toegediend in een
enkelvoudige dosis.
Simvastatine:
Bij gezonde proefpersonen hadden meervoudige dagelijkse doses linagliptine een minimaal effect op
de steady-state farmacokinetiek van simvastatine, een gevoelig substraat van CYP3A4. Na toediening
van een supratherapeutische dosis van 10 mg linagliptine gelijktijdig met 40 mg simvastatine
gedurende 6 dagen was de plasma-AUC van simvastatine toegenomen met 34% en de plasma-C
max
met 10%.
Orale anticonceptiva:
Gelijktijdige toediening met 5 mg linagliptine leidde niet tot wijziging van de steady-state
farmacokinetiek van levonorgestrel of ethinylestradiol.
Metformine
Combinaties die bijzondere voorzorgsmaatregelen voor gebruik vereisen
Glucocorticoïden (systemische en lokale behandeling), bèta-2-agonisten en diuretica hebben een
intrinsieke bloedglucoseverhogende werking. De patiënt moet hierover worden geïnformeerd en de
bloedglucosespiegel moet vaker gecontroleerd worden, vooral in het begin van de behandeling met
deze geneesmiddelen. Zo nodig moet de dosis van de bloedglucoseverlagende medicatie worden
aangepast tijdens behandeling met de andere geneesmiddelen en bij het staken van die behandeling.
Sommige geneesmiddelen kunnen de nierfunctie negatief beïnvloeden, wat het risico op lactaatacidose
kan verhogen, bijv. NSAIDs, inclusief selectieve cyclo-oxygenase (COX)-II remmers, ACE-remmers,
angiotensine-II-receptorantagonisten en diuretica, met name lisdiuretica. Wanneer dergelijke middelen
gestart worden in combinatie met metformine, is zorgvuldige monitoring van de nierfunctie
noodzakelijk.
Organisch kation-transporters (OCT)
Metformine is een substraat van zowel OCT1- en OCT2-transporters. Gelijktijdig gebruik van
metformine met
OCT1-remmers (zoals verapamil) kan de werkzaamheid van metformine verminderen.
OCT1-inductoren (zoals rifampicin) kan gastro-intestinale opname en werkzaamheid verhogen.
OCT2-remmers (zoals cimetidine, dolutegravir, ranolazine, trimethoprime, vandetanib,
isavuconazole) kan de renale eliminatie van metformine verminderen en zo leiden tot een
verhoging van de metformine plasmaconcentratie.
Remmers van OCT1 en OCT2 (zoals crizotinib, olaparib) zouden de werkzaamheid en de renale
eliminatie van metformine kunnen veranderen.
Daarom is voorzichtigheid geboden, vooral bij patiënten met een verminderde nierfunctie, wanneer
deze middelen samen met metformine worden toegediend, omdat de metformine plasmaconcentratie
zou kunnen toenemen. Indien nodig zou een dosisaanpassing overwogen kunnen worden, aangezien
OCT-remmers/inductoren de werkzaamheid van metformine zouden kunnen veranderen.
8
Gelijktijdig gebruik niet aanbevolen
Alcohol
Alcoholintoxicatie is geassocieerd met een verhoogd risico op lactaatacidose, met name in het geval
van vasten, ondervoeding of leverinsufficiëntie.
Joodhoudende contrastmiddelen
Metformine moet voorafgaand aan of op het moment van het beeldvormend onderzoek stopgezet
worden en mag pas ten minste 48 uur erna hervat worden, vooropgesteld dat de nierfunctie opnieuw is
beoordeeld en stabiel is bevonden (zie rubrieken 4.2 en 4.4).
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Het gebruik van linagliptine is niet onderzocht bij zwangere vrouwen. De resultaten van dieronderzoek
duiden niet op directe of indirecte schadelijke effecten wat betreft reproductietoxiciteit (zie
rubriek 5.3).
Een beperkte hoeveelheid gegevens duidt erop dat het gebruik van metformine bij zwangere vrouwen
niet gepaard gaat met een verhoogd risico op aangeboren misvormingen. De resultaten van
dieronderzoek met metformine duiden niet op schadelijke effecten wat betreft reproductietoxiciteit
(zie rubriek 5.3).
Niet-klinische voortplantingsonderzoeken wijzen niet uit dat de gelijktijdige toediening van
linagliptine en metformine een additief teratogeen effect heeft.
Jentadueto mag niet tijdens zwangerschap worden gebruikt. Als de patiënt van plan is om zwanger te
worden of als zwangerschap optreedt, dient de behandeling met Jentadueto te worden stopgezet en
dient zo spoedig mogelijk te worden overgestapt op insulinebehandeling om het risico op foetale
misvormingen in verband met abnormale bloedglucosespiegels te verlagen.
Borstvoeding
Uit dierstudies is gebleken dat zowel metformine als linagliptine bij zogende ratten in de melk worden
uitgescheiden. Metformine wordt in kleine hoeveelheden uitgescheiden in de moedermelk. Het is niet
bekend of linagliptine in de moedermelk wordt uitgescheiden. Er moet worden besloten of
borstvoeding moet worden gestaakt of dat behandeling met Jentadueto moet worden gestaakt dan wel
niet worden ingesteld, waarbij het voordeel van borstvoeding voor het kind en het voordeel van
behandeling voor de vrouw in overweging moeten worden genomen.
Vruchtbaarheid
Het effect van Jentadueto op de vruchtbaarheid bij de mens is niet onderzocht. Er zijn geen negatieve
effecten van linagliptine op de vruchtbaarheid waargenomen bij mannelijke of vrouwelijke ratten (zie
rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Jentadueto heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen. Patiënten dienen echter te worden gewezen op het risico van hypoglykemie
wanneer Jentadueto wordt gebruikt in combinatie met andere antidiabetische geneesmiddelen waarvan
bekend is dat ze hypoglykemie veroorzaken (bijv. sulfonylureumderivaten).
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De veiligheid van tweemaal daags 2,5 mg linagliptine (of het bio-equivalent: eenmaal daags 5 mg) in
combinatie met metformine is onderzocht bij meer dan 6800 patiënten met diabetes mellitus type 2.
Bij placebo-gecontroleerde onderzoeken werden meer dan 1800 patiënten behandeld met de
therapeutische dosis van tweemaal daags 2,5 mg linagliptine (of het bio-equivalent: eenmaal daags
5 mg linagliptine) in combinatie met metformine gedurende ≥ 12/24 weken.
9
In de gepoolde analyse van de zeven placebo-gecontroleerde onderzoeken was de algehele incidentie
van bijwerkingen bij patiënten die werden behandeld met placebo en metformine vergelijkbaar met
wat werd waargenomen bij linagliptine 2,5 mg en metformine (54,3 en 49,0%). De stopzetting van de
therapie vanwege bijwerkingen was vergelijkbaar bij patiënten die placebo en metformine kregen en
bij patiënten die werden behandeld met linagliptine en metformine (3,8% en 2,9%).
De meest frequent gemelde bijwerking voor linagliptine plus metformine was diarree (1,6%), met een
vergelijkbare incidentie bij metformine plus placebo (2,4%).
Er kan hypoglykemie optreden wanneer Jentadueto samen wordt toegediend met een
sulfonylureumderivaat (≥ 1 geval per 10 patiënten).
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
Hieronder zijn de bijwerkingen die zijn gemeld in alle klinische onderzoeken met de combinatie
linagliptine + metformine of in klinische onderzoeken met een van de werkzame stoffen (linagliptine
of metformine), of die afkomstig zijn uit post-marketingervaring, op basis van systeem/orgaanklasse
weergegeven. Eerder gemelde bijwerkingen met een van de afzonderlijke werkzame stoffen zouden
ook bijwerkingen kunnen zijn van Jentadueto, zelfs als deze niet zijn waargenomen in klinische
onderzoeken met dit geneesmiddel.
De bijwerkingen staan vermeld per systeem/orgaanklasse en absolute frequentie. Frequenties worden
gedefinieerd als zeer vaak (≥ 1/10), vaak (≥ 1/100, < 1/10), soms (≥ 1/1000, < 1/100), zelden
(≥ 1/10.000, < 1/1000) of zeer zelden (< 1/10.000) en niet bekend (kan met de beschikbare gegevens
niet worden bepaald).
10
Tabel 2:
Gemelde bijwerkingen bij patiënten die linagliptine+metformine alleen (als afzonderlijke
werkzame stof of in combinatie) of als aanvulling op andere antidiabetische therapieën
kregen in klinisch onderzoek en op basis van post-marketingervaring
Frequentie van bijwerking
Systeem/orgaanklasse
Bijwerking
Infecties en parasitaire aandoeningen
Nasofaryngitis
Immuunsysteemaandoeningen
Overgevoeligheid
(bijv. bronchiale hyperreactiviteit)
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Hypoglykemie
1
Lactaatacidose
§
Vitamine-B
12
-deficiëntie
§
Zenuwstelselaandoeningen
Smaakstoornissen
§
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en
mediastinumaandoeningen
Hoesten
Maagdarmstelselaandoeningen
Verminderde eetlust
Diarree
Misselijkheid
Pancreatitis
Braken
Obstipatie
2
Buikpijn
§
Lever- en galaandoeningen
Leverfunctiestoornissen
2
Hepatitis
§
Huid- en onderhuidaandoeningen
Angio-oedeem
Urticaria
Erytheem
§
Huiduitslag
Pruritus
Bulleus pemfigoïd
Onderzoeken
11
soms
soms
zeer vaak
zeer zelden
zeer zelden
vaak
soms
soms
vaak
vaak
zelden
#
soms
soms
zeer vaak
soms
zeer zelden
zelden
zelden
zeer zelden
soms
soms
zelden
#
Verhoogd amylase
Verhoogd lipase*
*
#
§
soms
vaak
1
2
gebaseerd op lipaseverhogingen >3x ULN waargenomen in klinische onderzoeken
op basis van
Cardiovasculair en renaal veiligheidsonderzoek van linagliptine (CARMELINA),
zie ook hieronder
gemelde bijwerkingen bij patiënten die metformine kregen als monotherapie, en die niet werden
waargenomen bij patiënten die Jentadueto kregen. Zie voor aanvullende informatie de
samenvatting van de productkenmerken voor metformine
waargenomen bijwerking bij combinatie van Jentadueto met sulfonylureumderivaat
waargenomen bijwerking bij combinatie van Jentadueto met insuline
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Hypoglykemie
In een onderzoek werd linagliptine gegeven als aanvullende therapie bij metformine plus
sulfonylureumderivaat. Wanneer linagliptine en metformine toegediend werden in combinatie met een
sulfonylureumderivaat, was hypoglykemie de meest gemelde bijwerking (linagliptine plus metformine
plus sulfonylureumderivaat 23,9% en 16,0% in placebo plus metformine plus sulfonylureumderivaat).
Wanneer linagliptine en metformine toegediend werden in combinatie met insuline, was
hypoglykemie de meest gemelde bijwerking, maar trad op in vergelijkbare frequentie wanneer placebo
en metformine werden gecombineerd met insuline (linagliptine plus metformine plus insuline 29,5%
en 30,9% in de placebo plus metformine plus insuline groep) met een lage frequentie van ernstige
(waarbij assistentie nodig was) episodes (1,5% en 0,9%).
Andere bijwerkingen
Maagdarmstelselaandoeningen zoals misselijkheid, braken, diarree en verminderde eetlust en buikpijn
komen het vaakst voor tijdens instelling van de therapie met Jentadueto of metforminehydrochloride
en verdwijnen in de meeste gevallen spontaan. Ter voorkoming hiervan wordt aanbevolen om
Jentadueto tijdens of na de maaltijd in te nemen. Ook een langzame verhoging van de dosis van
metforminehydrochloride kan de gastro-intestinale verdraagbaarheid verbeteren.
Langetermijnbehandeling met metformine is in verband gebracht met een afname van de
vitamine-B
12
-absorptie, wat in zeer zeldzame gevallen kan resulteren in klinisch significante
vitamine-B
12
-deficiëntie (bijv. megaloblastische anemie).
Cardiovasculair en renaal veiligheidsonderzoek van linagliptine (CARMELINA)
Het CARMELINA-onderzoek evalueerde de cardiovasculaire en renale veiligheid van linagliptine
versus placebo bij patiënten met type 2-diabetes en met verhoogd cardiovasculair risico op basis van
een voorgeschiedenis van vastgestelde macrovasculaire of renale aandoening (zie rubriek 5.1). Het
onderzoek omvatte 3494 met linagliptine (5 mg) behandelde patiënten en 3485 met placebo
behandelde patiënten. Beide behandelingen werden toegevoegd aan standaardzorg gericht op regionale
standaarden voor HbA
1c
en cardiovasculaire risicofactoren. De totale incidentie van bijwerkingen en
ernstige bijwerkingen bij met linagliptine behandelde patiënten en bij met placebo behandelde
patiënten was vergelijkbaar. De veiligheidsgegevens van dit onderzoek waren in lijn met het eerdere
veiligheidsprofiel van linagliptine.
In de behandelde populatie werden ernstige hypoglykemische voorvallen (waarbij assistentie nodig
was) gerapporteerd bij 3,0% van de patiënten die werden behandeld met linagliptine en bij 3,1% van
de patiënten die werden behandeld met placebo. Onder de patiënten die sulfonylureum gebruikten bij
baseline, was de incidentie van ernstige hypoglykemie 2,0% bij patiënten die werden behandeld met
linagliptine en 1,7% bij patiënten die placebo kregen. Onder patiënten die insuline gebruikten bij
baseline, was de incidentie van ernstige hypoglykemie 4,4% bij patiënten die werden behandeld met
linagliptine en 4,9% bij patiënten die werden behandeld met placebo.
In de totale observatieperiode van het onderzoek werd acute pancreatitis (bevestigd door een
onafhankelijke commissie) gerapporteerd bij 0,3% van de patiënten de werden behandeld met
linagliptine en bij 0,1% van de patiënten die placebo kregen.
12
In het CARMELINA-onderzoek werd bulleus pemfigoïd gerapporteerd bij 0,2% van de patiënten
behandeld met linagliptine en niet bij patiënten op placebo.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Linagliptine
Tijdens gecontroleerd klinisch onderzoek bij gezonde proefpersonen werden enkelvoudige doses van
maximaal 600 mg linagliptine (gelijk aan 120 keer de aanbevolen dosis) niet geasocieerd met een
dosisafhankelijke toename in bijwerkingen. Er is geen ervaring met doses boven 600 mg bij de mens.
Metformine
Er is geen hypoglykemie waargenomen bij doses metforminehydrochloride tot 85 g, hoewel onder
dergelijke omstandigheden lactaatacidose is voorgekomen. Een hoge overdosis
metforminehydrochloride of bijkomende risico´s kunnen leiden tot lactaatacidose. Lactaatacidose is
een medisch spoedgeval dat in het ziekenhuis behandeld moet worden. De meest effectieve methode
om lactaat en metforminehydrochloride te verwijderen is hemodialyse.
Behandeling
In geval van een overdosering is het verstandig om de standaard ondersteunende maatregelen te
nemen, bijv. het verwijderen van niet-geresorbeerd materiaal uit het maag-darmkanaal, klinische
controle en indien nodig klinische maatregelen.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: geneesmiddelen gebruikt bij diabetes, combinaties van orale
bloedglucoseverlagende middelen, ATC-code: A10BD11
Jentadueto combineert twee bloedglucoseverlagende geneesmiddelen met complementaire
werkingsmechanismen om de bloedglucoseregulering van patiënten met diabetes type 2 te verbeteren:
linagliptine, een dipeptidylpeptidase 4 (DPP-4)-remmer en metforminehydrochloride, een middel uit
de biguanideklasse.
Linagliptine
Werkingsmechanisme
Linagliptine remt het enzym DPP-4 (Dipeptidylpeptidase-4), een enzym dat betrokken is bij het
inactiveren van de incretinehormonen GLP-1 en GIP (glucagonachtig peptide-1 en glucoseafhankelijk
insulinotroop polypeptide). Deze hormonen worden snel afgebroken door het enzym DPP-4. Beide
incretinehormonen zijn betrokken bij de fysiologische regulatie van glucosehomeostase. Incretinen
worden gedurende de dag op een laag basisniveau afgegeven en de spiegels stijgen direct na de
maaltijd. GLP-1 en GIP verhogen de biosynthese en afscheiding van insuline vanuit bètacellen in de
alvleesklier in aanwezigheid van normale en verhoogde bloedglucosegehalten. Daarnaast verlaagt
GLP-1 ook de glucagonafscheiding uit alfacellen in de alvleesklier, wat leidt tot een daling van de
glucose-output in de lever. Linagliptine bindt zeer effectief en reversibel aan DPP-4 en leidt dus tot
een langdurige toename en een verlenging van actieve incretinegehalten. Linagliptine veroorzaakt een
glucose-afhankelijke verhoging van de insulineafscheiding en verlaging van de glucagonafscheiding
en leidt dus tot een algemene verbetering van de glucosehomeostase. Linagliptine bindt selectief aan
DPP-4 en vertoont een > 10.000-voudige selectiviteit versus DPP-8- of DPP-9-activiteit
in vitro.
13
Metformine
Werkingsmechanisme
Metforminehydrochloride, een biguanide met bloedglucoseverlagend effect, verlaagt zowel de basale
als de postprandiale plasmaglucosespiegel. Het heeft geen stimulerend effect op de insulineafscheiding
en veroorzaakt dus geen hypoglykemie.
Metforminehydrochloride heeft drie werkingsmechanismen:
(1) vermindering van de glucoseproductie in de lever door remming van de gluconeogenese en
glycogenolyse,
(2) in de spieren een verhoging van de insulinegevoeligheid, waardoor de perifere glucoseopname en
het glucoseverbruik toenemen,
(3) en vertraging van de glucoseabsorptie in de darmen.
Metforminehydrochloride stimuleert de intracellulaire glycogeensynthese door inwerking op
glycogeensynthase.
Metforminehydrochloride verhoogt de transportcapaciteit van alle typen membraanglucosetransporters
(GLUT’s) die tot op heden bekend zijn.
Bij de mens heeft metforminehydrochloride gunstige effecten op het vetmetabolisme, onafhankelijk
van de bloedglucoseverlagende werking. Dit is aangetoond bij therapeutische doses in gecontroleerde,
middellange- en langetermijn klinische studies: metforminehydrochloride verlaagt de totale
cholesterol-, de LDL-cholesterol- en de triglyceridenspiegel.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
Linagliptine als aanvulling op metforminetherapie
De werkzaamheid en veiligheid van linagliptine in combinatie met metformine bij patiënten met
onvoldoende bloedglucoseregulering via metformine als monotherapie werden geëvalueerd in een
dubbelblind placebo-gecontroleerd onderzoek met een duur van 24 weken. Toevoeging van
linagliptine aan metformine bood significante verbeteringen in HbA
1c
(verandering van -0,64% in
vergelijking met placebo), ten opzichte van een gemiddelde baseline HbA
1c
van 8%. Linagliptine
zorgde ook voor significante verbeteringen in de nuchtere plasmaglucose (FPG) met -21,1 mg/dl en de
postprandiale glucose (PPG) na 2 uur met -67,1 mg/dl in vergelijking met placebo, alsmede voor een
groter aandeel van de patiënten dat een streef-HbA
1c
bereikte van < 7,0% (28,3% met linagliptine
versus
11,4% met placebo). De waargenomen incidentie van hypoglykemie was bij behandeling met
linagliptine vergelijkbaar met placebo. Het lichaamsgewicht verschilde niet significant tussen de
groepen.
In een 24 weken durend, placebogecontroleerd, factorieel onderzoek naar initiële behandeling gaf
tweemaal daags 2,5 mg linagliptine in combinatie met metformine (tweemaal daags 500 mg of
1000 mg) significant meer verbetering van de bloedglucoseparameters dan beide middelen als
monotherapie, zoals samengevat in tabel 3 (gemiddelde baseline HbA
1c
8,65%).
14
Tabel 3:
Bloedglucoseparameters bij afsluitend bezoek (in onderzoek van 24 weken) voor
linagliptine en metformine, alleen en in combinatie bij patiënten met diabetes mellitus
type 2 die niet optimaal zijn gereguleerd via dieet en lichaamsbeweging
Placeb
o
Linagli
ptine
5 mg
eenmaa
l daags
1
Metfor
mine
HCl
500 mg
tweema
al daags
Linagliptine
2,5 mg
tweemaal
daags
1
+
metformine
HCl
500 mg
tweemaal
daags
n = 137
8,7
-1,2
-1,3
(-1,6, -1,1)
42 (30,7)
7,3
n = 135
199
-33
-43
(-56, -31)
Metfor
mine
HCl
1000 m
g
tweema
al daags
Linagliptine
2,5 mg
tweemaal
daags
1
+
metformine
HCl 1000 mg
tweemaal daags
HbA
1c
(%)
Aantal patiënten
n = 65 n = 135 n = 141
Baseline (gemiddeld)
8,7
8,7
8,7
Verandering ten
opzichte van baseline
0,1
-0,5
-0,6
(gecorrigeerd
gemiddelde)
Verschil met placebo
--
-0,6
-0,8
(gecorrigeerd
(-0,9, -0, (-1,0, -0,
gemiddelde) (95% BI)
3)
5)
Patiënten (n, %) die
7
14
27
HbA
1c
< 7% bereiken
(10,8) (10,4)
(19,1)
Patiënten (%) die
rescuebehandeling
29,2
11,1
13,5
kregen
FPG (mg/dl)
Aantal patiënten
n = 61 n = 134 n = 136
Baseline (gemiddeld)
203
195
191
Verandering ten
opzichte van baseline
10
-9
-16
(gecorrigeerd
gemiddelde)
Verschil met placebo
--
-19
-26
(gecorrigeerd
(-31, -6) (-38, -14
gemiddelde) (95% BI)
)
1
Totale dagdosis van linagliptine komt overeen met 5 mg
n = 138
8,5
-1,1
-1,2
(-1,5, -0,
9)
43
(31,2)
8,0
n = 132
191
-32
-42
(-55, -30
)
n = 140
8,7
-1,6
-1,7
(-2,0, -1,4)
76 (54,3)
4,3
n = 136
196
-49
-60
(-72, -47)
De gemiddelde HbA
1c
-afnames t.o.v. baseline waren doorgaans groter bij patiënten met hogere
baseline HbA
1c
-waarden. De effecten op plasmalipiden waren doorgaans neutraal. De afname van het
lichaamsgewicht bij de combinatie linagliptine en metformine was vergelijkbaar met die
waargenomen bij metformine alleen of placebo; met linagliptine alleen werd geen verandering in
gewicht ten opzichte van baseline waargenomen. De incidentie van hypoglykemie was vergelijkbaar
bij de verschillende behandelingsgroepen (placebo 1,4%, linagliptine 5 mg 0%, metformine 2,1%, en
linagliptine 2,5 mg plus metformine tweemaal daags 1,4%).
De werkzaamheid en veiligheid van linagliptine 2,5 mg tweemaal daags
versus
5 mg eenmaal daags in
combinatie met metformine bij patiënten met onvoldoende bloedglucoseregulering via metformine als
monotherapie werden geëvalueerd in een dubbelblind placebo-gecontroleerd onderzoek met een duur
van 12 weken. Linagliptine 5 mg eenmaal daags en 2,5 mg tweemaal daags leverden vergelijkbare
(BI: -0,07; 0,19) significante HbA
1c
-afnames op van -0,80% (t.o.v. baseline 7,98%), en -0,74% (t.o.v.
baseline 7,96%) in vergelijking met placebo. De waargenomen incidentie van hypoglykemie was bij
behandeling met linagliptine vergelijkbaar met placebo. Het lichaamsgewicht verschilde niet
significant tussen de groepen.
15
Linagliptine als aanvulling op een combinatie van metformine en sulfonylureumderivatentherapie
Bij patiënten voor wie de behandeling met een combinatie met metformine en een
sulfonylureumderivaat niet toereikend was, is er een placebogecontroleerd onderzoek van 24 weken
uitgevoerd voor de beoordeling van de werkzaamheid en veiligheid van 5 mg linagliptine tegenover
placebo. Linagliptine bood significante verbeteringen in HbA
1c
(verandering van -0,62% in
vergelijking met placebo) ten opzichte van een gemiddelde baseline HbA
1c
van 8,14%. Linagliptine
liet ook significante verbeteringen zien bij patiënten die een streef-HbA
1c
bereikten van < 7,0%
(31,2% met linagliptine
versus
9,2% met placebo). Hetzelfde gold voor de nuchtere plasmaglucose
(FPG) met een afname van -12,7 mg/dl in vergelijking met placebo. Het lichaamsgewicht verschilde
niet significant tussen de groepen.
Linagliptine als aanvulling op een combinatie van metformine en empagliflozinetherapie
Bij patiënten die onvoldoende gecontroleerd worden met metformine en empagliflozine (10 mg
(n=247) of 25 mg (n=217)) leverde een 24 weken durende aanvullende behandeling met linagliptine
5 mg een aangepaste gemiddelde HbA
1c
-afname vanaf baseline op van respectievelijk -0,53%
(significant verschil met placebo als aanvulling -0,32% (95% BI -0,52; -0,13)) en -0,58% (significant
verschil met placebo als aanvulling -0,47% (95% BI -0,66; -0,28)). Een statistisch significant groter
deel van de patiënten met een baseline HbA
1c
≥7,0% en behandeling met linagliptine 5 mg bereikte
een doel HbA
1c
van <7% vergeleken met placebo.
Linagliptine in combinatie met metformine en insuline
Er is een placebogecontroleerd onderzoek van 24 weken uitgevoerd ter beoordeling van de
werkzaamheid en veiligheid van linagliptine (5 mg eenmaal daags) als aanvulling op insuline met of
zonder metformine. Tijdens dit onderzoek nam 83% van de patiënten metformine in combinatie met
insuline. Linagliptine in combinatie met metformine plus insuline bood significante verbeteringen in
HbA
1c
in deze subgroep met een aangepaste gemiddelde verandering van -0,68% (BI: -0,78; -0,57) ten
opzichte van baseline (gemiddelde baseline HbA
1c
8,28%) in vergelijking met placebo in combinatie
met metformine plus insuline. Er was in beide groepen geen verandering van betekenis in het
lichaamsgewicht ten opzichte van baseline.
Linagliptine 24-maanden gegevens, als aanvullingstherapie op metformine in vergelijking met
glimepiride
In een onderzoek, waarin de werkzaamheid en veiligheid van aanvulling met 5 mg linagliptine of
glimepiride (gemiddelde dosis 3 mg) werd vergeleken bij patiënten met inadequate
bloedglucoseregulatie met metformine als monotherapie, was de gemiddelde afname in HbA
1c
-0,16%
met linagliptine (gemiddelde baseline HbA
1c
7,69%) en -0,36% met glimepiride (gemiddelde baseline
HbA
1c
7,69%), met een gemiddeld behandelverschil van 0,20% (97,5% BI: 0,09; 0,299). De incidentie
van hypoglykemie was in de linagliptinegroep (7,5%) significant lager dan in de glimepiridegroep
(36,1%). De patiënten die met linagliptine werden behandeld, hadden een significante gemiddelde
verlaging van het lichaamsgewicht ten opzichte van baseline tegen een significante gewichtstoename
bij patiënten die glimepiride kregen (-1,39 vs. +1,29 kg).
Linagliptine als aanvullende behandeling bij ouderen (leeftijd ≥ 70 jaar) met diabetes type 2
De werkzaamheid en veiligheid van linagliptine bij ouderen (leeftijd ≥ 70 jaar) met diabetes type 2
werden geëvalueerd in een dubbelblind onderzoek met een duur van 24 weken. Patiënten kregen
metformine en/of een sulfonylureumderivaat en/of insuline als achtergrondtherapie. De doseringen
van achtergrondbehandeling met antidiabetische geneesmiddelen werden tijdens de eerste 12 weken
stabiel gehouden; daarna werden aanpassingen toegestaan. Linagliptine bood significante
verbeteringen in HbA
1c
(verandering van -0,64% in vergelijking met placebo na 24 weken), ten
opzichte van een gemiddelde baseline HbA
1c
van 7,8%. Linagliptine liet ook significante
verbeteringen zien in de nuchtere plasmaglucose (FPG) in vergelijking met placebo. Het
lichaamsgewicht verschilde niet significant tussen de groepen.
In een gepoolde analyse bij oudere patiënten (leeftijd ≥ 70 jaar) met diabetes type 2 (n=183) die zowel
metformine als basale insuline als achtergrondtherapie innamen, bood linagliptine in combinatie met
metformine plus insuline significante verbeteringen in HbA
1c
-parameters met een aangepaste
16
gemiddelde verandering van -0,81% (BI: -1,01; -0,61) ten opzichte van baseline (gemiddelde baseline
HbA
1c
8,13%) in vergelijking met placebo in combinatie met metformine plus insuline.
Cardiovasculair en renaal veiligheidsonderzoek van linagliptine (CARMELINA)
CARMELINA was een gerandomiseerd onderzoek onder 6979 patiënten met type 2-diabetes met
verhoogd cardiovasculair risico op basis van een voorgeschiedenis van vastgestelde macrovasculaire
of renale aandoening, die werden behandeld met linagliptine 5 mg (3494) of placebo (3485) als
toevoeging aan de standaardzorg gericht op regionale standaarden voor HbA
1c
, cardiovasculaire
risicofactoren en renale aandoening. De onderzoekspopulatie omvatte 1211 (17,4%) patiënten van ≥75
jaar en 4348 (62,3%) patiënten met nierinsufficiëntie. Ongeveer 19% van de populatie had eGFR ≥ 45
tot < 60 ml/min/1,73 m
2
, 28% van de populatie had eGFR ≥ 30 tot < 45 ml/min/1,73 m
2
en 15% had
eGFR < 30 ml/min/1,73 m
2
. De gemiddelde HbA
1c
bij baseline was 8,0%.
Het onderzoek werd opgezet om de non-inferioriteit aan te tonen voor het primaire cardiovasculaire
eindpunt dat een samenstelling was van het eerste optreden van cardiovasculair overlijden of een niet-
fataal myocardinfarct (MI) of een niet-fataal CVA (3P-MACE). Het renale samengestelde eindpunt
werd gedefinieerd als renaal overlijden of langdurig eindstadium van nierinsufficiëntie of langdurige
verlaging van eGFR met 40% of meer.
Na een mediane follow-up van 2,2 jaar gaf linagliptine, toegevoegd aan standaardzorg, geen grotere
kans op majeure cardiovasculaire of renale voorvallen. Er was ook geen grotere kans op
ziekenhuisopname voor hartfalen vergeleken bij standaardzorg met placebo bij patiënten met type 2-
diabetes. Ziekenhuisopname voor hartfalen was een additioneel eindpunt beoordeeld door een
onafhankelijke commissie (zie tabel 4).
Tabel 4
Cardiovasculaire en renale uitkomsten per behandelingsgroep in het CARMELINA-
onderzoek
Linagliptine 5 mg
Aantal
Incidentie per
proefpersonen
1000 PY*
(%)
3494
434 (12,4)
57,7
Placebo
Aantal
Incidentie per
proefpersonen
1000 PY*
(%)
3485
420 (12,1)
56,3
Hazardratio
(95% BI)
Aantal patiënten
Primaire CV-
samenstelling
(cardiovasculair
overlijden, niet-
fataal MI, niet-fataal
CVA)
Secundaire renale
samenstelling
(renaal overlijden,
ESRD, 40%
langdurige verlaging
van eGFR)
Overlijden ongeacht
de oorzaak
Cardiovasculair
overlijden
Ziekenhuisopname
wegens hartfalen
1,02 (0,89,
1,17)**
327 (9,4)
48,9
306 (8,8)
46,6
1,04 (0,89,
1,22)
367 (10,5)
255 (7,3)
209 (6,0)
46,9
32,6
27,7
373 (10,7)
264 (7,6)
226 (6,5)
48,0
34
30,4
0,98 (0,84,
1,13)
0,96 (0,81,
1,14)
0,90 (0,74,
1,08)
* PY = patiëntjaren
** Test op non-inferioriteit om aan te tonen dat de bovengrens van het 95% BI voor de hazardratio minder is dan 1,3
17
In analyses voor albuminurie-progressie (verandering van normo-albuminurie naar micro- of macro-
albuminurie, of van micro-albuminurie naar macro-albuminurie) bedroeg de geschatte hazardratio 0,86
(95% BI 0,78, 0,95) voor linagliptine versus placebo.
Cardiovasculair veiligheidsonderzoek van linagliptine (CAROLINA)
CAROLINA was een gerandomiseerd onderzoek met 6033 patiënten met vroege diabetes type 2 en
een verhoogd cardiovasculair risico of vastgestelde complicaties die werden behandeld met
linagliptine 5 mg (3023) of glimepiride 1-4 mg (3010) als aanvulling op de standaardzorg (inclusief
achtergrondbehandeling met metformine bij 83% van de patiënten), gericht op regionale standaarden
voor HbA
1c
en cardiovasculaire risicofactoren. De gemiddelde leeftijd van de onderzoekspopulatie
was 64 jaar, waaronder 2030 (34%) patiënten van ≥ 70 jaar. De onderzoekspopulatie omvatte onder
meer 2089 (35%) patiënten met hart- en vaatziekte en 1130 (19%) patiënten met nierinsufficiëntie met
eGFR < 60 ml/min/1,73m
2
bij baseline. De gemiddelde HbA
1c
bij baseline was 7,15%.
Het onderzoek werd opgezet om non-inferioriteit aan te tonen voor het primaire cardiovasculaire
eindpunt: het samengesteld eindpunt van het eerste optreden van cardiovasculaire sterfte of van een
niet-fataal myocardinfarct (MI) of van een niet-fatale beroerte (3P-MACE).
Na een mediane follow-up van 6,25 jaar gaf linagliptine, indien toegevoegd aan de standaardzorg,
geen grotere kans op belangrijke cardiovasculaire events (zie tabel 5) in vergelijking met glimepiride.
De resultaten waren consistent voor patiënten die werden behandeld met of zonder metformine.
Tabel 5
Belangrijke cardiovasculaire voorvallen (MACE) en mortaliteit per behandelingsgroep in
het CAROLINA-onderzoek
Linagliptine 5 mg
Aantal
Incidentie
proefperson
per
en (%)
1000 PY*
3023
356 (11,8)
20,7
Glimepiride (1-4 mg)
Aantal
Incidentie
proefpersonen
per
(%)
1000 PY*
3010
362 (12,0)
21,2
Hazard Ratio
(95% BI)
Aantal patiënten
Primaire
CV-samengesteld
eindpunt
(cardiovasculair
overlijden,
niet-fataal MI,
niet-fataal CVA)
Overlijden ongeacht
de oorzaak
Cardiovasculair
overlijden
Ziekenhuisopname
wegens hartfalen
0,98 (0,84;
1,14)**
308 (10,2)
169 (5,6)
112 (3,7)
16,8
9,2
6,4
336 (11,2)
168 (5,6)
92 (3,1)
18,4
9,2
5,3
0,91 (0,78; 1,06)
1,00 (0,81; 1,24)
1,21 (0,92; 1,59)
* PY = patiëntjaren
** Test op non-inferioriteit om aan te tonen dat de bovengrens van het 95% BI voor de hazardratio minder is dan 1,3
Voor de hele behandelingsperiode (mediane behandelingsduur 5,9 jaar) was het percentage patiënten
met matige of ernstige hypoglykemie 6,5% bij linagliptine versus 30,9% bij glimepiride, en was het
percentage patiënten met ernstige hypoglykemie 0,3% bij linagliptine versus 2,2% bij glimepiride.
18
Metformine
In een prospectief, gerandomiseerd onderzoek (UKPDS) werd het gunstige effect van intensieve
bloedglucoseregulering bij patiënten met diabetes type 2 op de lange termijn bewezen. Uit analyse van
de resultaten voor patiënten met overgewicht die na onvoldoende resultaten van alleen dieet met
metformine behandeld werden, bleek:
•
een significante vermindering van het absolute risico van alle diabetesgerelateerde complicaties
in de metforminegroep (29,8 voorvallen per 1000 patiëntjaren) in vergelijking met dieet alleen
(43,3 voorvallen per 1000 patiëntjaren), p=0,0023 en in vergelijking met de gecombineerde
groepen met monotherapie met insuline of een sulfonylureumderivaat (40,1 voorvallen per
1000 patiëntjaren), p=0,0034,
een significantie vermindering van het absolute risico van alle diabetesgerelateerde mortaliteit:
metformine 7,5 voorvallen per 1000 patiëntjaren, dieet alleen 12,7 voorvallen per
1000 patiëntjaren (p=0,017),
een significantie vermindering van het absolute risico van alle mortaliteit: metformine:
13,5 voorvallen per 1000 patiëntjaren in vergelijking met dieet alleen: 20,6 voorvallen per
1000 patiëntjaren (p=0,011) en in vergelijking met de gecombineerde groepen met
monotherapie met een sulfonylureumderivaat of insuline: 18,9 voorvallen per 1000 patiëntjaren
(p=0,021),
een significantie vermindering van het absolute risico van myocardinfarct: metformine
11 voorvallen per 1000 patiëntjaren, dieet alleen 18 voorvallen per 1000 patiëntjaren (p=0,01).
•
•
•
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting om de resultaten in
te dienen van onderzoek met Jentadueto in alle subgroepen van pediatrische patiënten met diabetes
type 2 (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Bio-equivalentiestudies bij gezonde proefpersonen hebben aangetoond dat de
Jentadueto-combinatietabletten (linagliptine/metforminehydrochloride) bio-equivalent zijn aan
combinatiebehandeling met linagliptine en metforminehydrochloride als aparte tabletten.
Toediening van Jentadueto 2,5/1000 mg met voedsel resulteerde niet in een verandering in de totale
blootstelling aan linagliptine. Bij metformine werd geen verandering in de AUC waargenomen,
hoewel de gemiddelde maximale serumconcentratie van metformine met 18% afnam wanneer dit met
voedsel werd toegediend. Bij metformine werd bij gelijktijdige voedselinname een verlenging van de
tijd tot maximale serumconcentraties met 2 uur waargenomen. Deze veranderingen zijn waarschijnlijk
niet klinisch betekenisvol.
Hieronder worden de farmacokinetische eigenschappen van de individuele werkzame stoffen van
Jentadueto beschreven.
Linagliptine
De farmacokinetiek van linagliptine is uitgebreid beschreven bij gezonde proefpersonen en bij
patiënten met diabetes type 2. Na orale toediening van een dosis van 5 mg aan gezonde vrijwilligers of
patiënten werd linagliptine snel geabsorbeerd, met piekplasmaconcentraties (mediane T
max
) 1,5 uur
postdosis.
Plasmaconcentraties van linagliptine dalen trifasisch met een lange terminale halfwaardetijd (terminale
halfwaardetijd voor linagliptine meer dan 100 uur), die voornamelijk verband houdt met de
verzadigbare, sterke binding van linagliptine aan DPP-4 en die niet bijdraagt aan accumulatie van de
actieve stof. De effectieve halfwaardetijd voor accumulatie van linagliptine, bepaald aan de hand van
orale toediening van meervoudige doses van 5 mg linagliptine, is ongeveer 12 uur. Na eenmaal daagse
toediening van 5 mg linagliptine worden bij de derde dosis steady-state plasmaconcentraties bereikt.
Plasma-AUC van linagliptine nam ongeveer 33% toe na doses van 5 mg bij steady-state vergeleken
met de eerste dosis. De intrasubject- en intersubject-variatiecoëfficiënten voor de AUC van
19
linagliptine waren klein (respectievelijk 12,6% en 28,5%). Als gevolg van de
concentratie-afhankelijke binding van linagliptine aan DPP-4 is de farmacokinetiek van linagliptine,
gebaseerd op de totale blootstelling niet lineair; de totale plasma-AUC van linagliptine nam juist op
een minder dan dosisproportionele wijze toe, terwijl de ongebonden AUC ruwweg in een
dosisproportionele wijze toeneemt. De farmacokinetiek van linagliptine was bij gezonde
proefpersonen en bij patiënten met diabetes type 2 over het algemeen vergelijkbaar.
Absorptie
De absolute biologische beschikbaarheid van linagliptine is ongeveer 30%. Gelijktijdige toediening
van een vetrijke maaltijd en linagliptine verlengde de tijd tot het bereiken van C
max
met 2 uur en
verlaagde C
max
met 15%, maar er werd geen invloed op de AUC
0-72uur
gezien. Er wordt geen klinisch
relevant effect op wijzigingen in C
max
en T
max
verwacht; linagliptine kan dus worden toegediend met of
zonder voedsel.
Distributie
Vanwege weefselbinding is het gemiddelde schijnbare distributievolume bij steady-state na een
enkelvoudige dosis van 5 mg linagliptine via intraveneuze toediening aan gezonde proefpersonen
ongeveer 1110 liter. Dit betekent dat linagliptine uitgebreid wordt verspreid over de weefsels. De
plasma-eiwitbinding van linagliptine is concentratie-afhankelijk en daalt van circa 99% bij 1 nmol/l tot
75-89% bij ≥ 30 nmol/l, een weerspiegeling van de verzadiging van binding aan DPP-4 met
toenemende concentratie van linagliptine.Bij hoge concentraties, waarbij DPP-4 volledig verzadigd is,
bond 70-80% van de linagliptine aan andere plasma-eiwitten dan DPP-4, en 20-30% was ongebonden
in plasma.
Biotransformatie
Na een orale dosis van 10 mg [
14
C]-linagliptine werd circa 5% van de radioactiviteit in de urine
uitgescheiden. De stofwisseling speelt een ondergeschikte rol in de uitscheiding van linagliptine. Er
werd één belangrijke metaboliet gevonden met een relatieve blootstelling van 13,3% van linagliptine
bij steady-state, die farmacologisch inactief bleek te zijn en dus niet bijdraagt aan de remmende
activiteit van linagliptine op plasma-DPP-4.
Eliminatie
Na toediening van een orale dosis [
14
C]-linagliptine aan gezonde proefpersonen werd ongeveer 85%
van de toegediende radioactiviteit binnen 4 dagen na toediening geëlimineerd in de feces (80%) of de
urine (5%). Renale klaring bij steady-state was ongeveer 70 ml/min.
Nierinsufficiëntie
Onder steady-state omstandigheden was de blootstelling aan linagliptine bij patiënten met milde
nierinsufficiëntie vergelijkbaar met die van gezonde proefpersonen. Bij gematigde nierinsufficiëntie
werd een matige toename in de blootstelling gezien die ongeveer 1,7 maal hoger was vergeleken met
de controlegroep. Blootstelling bij patiënten met T2DM en ernstig verminderde nierfunctie was
ongeveer 1,4-voudig verhoogd vergeleken met patiënten met T2DM en een normale nierfunctie.
Steady-state voorspellingen voor de AUC van linagliptine bij patiënten met ESRD duidden op een
vergelijkbare blootstelling met die van patiënten met gematigde of ernstige nierinsufficiëntie.
Daarnaast wordt niet verwacht dat linagliptine in een therapeutisch significante mate wordt
uitgescheiden door hemodialyse of peritoneale dialyse. Er wordt geen dosisaanpassing van linagliptine
aanbevolen bij patiënten met nierinsufficiëntie; daarom kan het gebruik van linagliptine als tablet met
één middel bij dezelfde totale dagdosis van 5 mg worden voortgezet als Jentadueto vanwege
aanwijzingen voor nierinsufficiëntie wordt stopgezet.
Leverinsufficiëntie
Bij patiënten met lichte, matige en ernstige leverinsufficiëntie (volgens de classificatie van
Child-Pugh) waren de gemiddelde AUC en C
max
van linagliptine vergelijkbaar met gezonde,
overeenkomstige controlegroepen na toediening van meervoudige doses van 5 mg linagliptine.
20
Body Mass Index (BMI)
Uit analyse van fase I- en fase II-gegevens van een populatiefarmacokinetisch onderzoek blijkt dat de
BMI geen klinisch relevant effect op de farmacokinetiek van linagliptine heeft. De klinische
onderzoeken voorafgaand aan het op de markt brengen zijn uitgevoerd tot een BMI gelijk aan
40 kg/m
2
.
Geslacht
Volgens fase I- en fase II-gegevens uit een populatiefarmacokinetisch onderzoek had geslacht geen
klinisch relevant effect op de farmacokinetiek van linagliptine.
Ouderen
Leeftijd had volgens analyse van fase I- en fase II-gegevens uit een populatiefarmacokinetisch
onderzoek geen klinisch relevante invloed op de farmacokinetiek van linagliptine. Ouderen (65 tot 80,
oudste patiënt 78 jaar) hadden vergelijkbare plasmaconcentraties linagliptine vergeleken met jongere
proefpersonen. De dalconcentraties van linagliptine werden ook gemeten bij ouderen (leeftijd
≥ 70 jaar) met diabetes type 2 tijdens een fase III-onderzoek met een duur van 24 weken. De gemeten
linagliptineconcentraties in dit onderzoek vielen binnen het bereik van de concentraties die eerder
waargenomen waren bij jongere patiënten met diabetes type 2.
Pediatrische patiënten
In een pediatrische fase II-studie werden de farmacokinetiek en farmacodynamiek van 1 mg en 5 mg
linagliptine onderzocht bij kinderen en adolescenten van 10 tot 18 jaar met type 2 diabetes mellitus.
De waargenomen farmacokinetische en farmacodynamische karakteristieken kwamen overeen met de
karakteristieken die bij volwassen patiënten werden waargenomen. Linagliptine 5 mg was superieur
aan 1 mg wat betreft DPP-4-remming bij de dalconcentratie (72% vs. 32%, p = 0,0050) en liet een
numeriek grotere afname zien wat betreft de gecorrigeerde gemiddelde verandering vanaf baseline in
HbA
1c
(-0,63% vs. -0,48%, n.s.). Gezien de beperkte dataset dienen de gegevens met voorzichtigheid
te worden geïnterpreteerd.
Etniciteit
Etniciteit was niet van duidelijke invloed op de plasmaconcentratie van linagliptine op basis van een
samengestelde analyse van beschikbare farmacokinetische gegevens, waaronder patiënten van blanke,
Latijns-Amerikaanse, Afrikaanse en Aziatische afkomst. In gerichte fase I-onderzoeken bleken
bovendien de farmacokinetische eigenschappen van linagliptine vergelijkbaar onder gezonde
proefpersonen van Japanse, Chinese en blanke afkomst en patiënten met diabetes type 2 van
Afrikaans-Amerikaanse afkomst.
Metformine
Absorptie
Na een orale dosis metformine wordt de T
max
in 2,5 uur bereikt. De absolute biologische
beschikbaarheid van een metforminehydrochloridetablet van 500 mg of 850 mg is circa 50-60% bij
gezonde proefpersonen. Na een orale dosis is de niet-geresorbeerde fractie in de feces 20-30%.
Na orale toediening is de absorptie van metforminehydrochloride verzadigbaar en incompleet. Er
wordt aangenomen dat de farmacokinetiek van de absorptie van metforminehydrochloride niet-lineair
is.
Bij de aanbevolen doses en doseringsschema´s van metforminehydrochloride worden de steady-state
plasmaconcentraties binnen 24 tot 48 uur bereikt en zijn deze doorgaans lager dan 1 microgram/ml. In
gecontroleerde klinische onderzoeken kwam de maximale plasmaconcentratie van
metforminehydrochloride (C
max
) niet boven 5 microgram/ml, zelfs niet bij de maximale dosering.
De aanwezigheid van voedsel vermindert de absorptie van metforminehydrochloride en vertraagt deze
enigszins. Na toediening van een dosis van 850 mg was de piekplasmaconcentratie 40% lager, de
AUC 25% lager en de tijd tot aan de piekplasmaconcentratie 35 minuten langer. De klinische
relevantie van deze afnames is niet bekend.
21
Distributie
De binding aan plasma-eiwitten is verwaarloosbaar klein. Metforminehydrochloride wordt opgenomen
in de erytrocyten. De bloedpiek is lager dan de plasmapiek en wordt ongeveer op hetzelfde moment
bereikt. De rode bloedcellen lijken een secundair distributiecompartiment te vormen. Het gemiddelde
distributievolume (Vd) varieerde tussen 63-276 l.
Biotransformatie
Metforminehydrochloride wordt onveranderd in de urine uitgescheiden. Er zijn bij de mens geen
metabolieten gevonden.
Eliminatie
De renale klaring van metforminehydrochloride is > 400 ml/min, waaruit blijkt dat
metforminehydrochloride wordt geëlimineerd door glomerulaire filtratie en tubulaire secretie. Na een
orale dosis is de schijnbare terminale eliminatiehalfwaardetijd circa 6,5 uur.
Wanneer de nierfunctie beperkt is, neemt de renale klaring proportioneel met die van creatinine af,
waardoor de eliminatiehalfwaardetijd wordt verlengd, wat leidt tot verhoogde concentraties
metforminehydrochloride in het plasma.
Pediatrische patiënten
Onderzoek met eenmalige dosis: na eenmalige dosis metforminehydrochloride 500 mg was het
farmacokinetische profiel van pediatrische patiënten vergelijkbaar met dat van gezonde volwassenen.
Onderzoek met meerdere doses: de gegevens zijn beperkt tot één onderzoek. Na herhaalde doses van
500 mg tweemaal daags gedurende 7 dagen bij pediatrische patiënten waren de
piekplasmaconcentratie (C
max
) en systemische blootstelling (AUC0-t) afgenomen met respectievelijk
circa 33% en 40% in vergelijking met diabetische volwassenen die herhaalde doses van 500 mg
tweemaal daags kregen gedurende 14 dagen. Omdat de dosis individueel wordt getitreerd op basis van
de bloedglucoseregulering, is de klinische relevantie hiervan beperkt.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Linagliptine plus metformine
Bij ratten werden gedurende maximaal 13 weken algemene toxiciteitsstudies uitgevoerd met
gelijktijdige toediening van linagliptine en metformine. De enige waargenomen interactie tussen
linagliptine en metformine was een vermindering van de toename in lichaamsgewicht. Er werd geen
andere additieve toxiciteit als gevolg van de combinatie van linagliptine en metformine waargenomen
bij AUC-blootstellingsniveaus tot respectievelijk 2 en 23 maal de blootstelling bij mensen.
Een onderzoek naar de embryofoetale ontwikkeling bij zwangere ratten duidde niet op een teratogeen
effect als gevolg van de gelijktijdige toediening van linagliptine en metformine bij
AUC-blootstellingsniveaus tot respectievelijk 4 en 30 maal de blootstelling bij mensen.
Linagliptine
De lever, nieren en het maagdarmkanaal zijn de belangrijkste organen waar toxiciteit optreedt bij
muizen en ratten bij herhaalde doseringen linagliptine van meer dan 300 maal de blootstelling bij de
mens.
Bij ratten werden effecten op voortplantingsorganen, schildklier en de lymfoïde organen gezien bij
meer dan 1500 keer de blootstelling bij de mens. Er werden sterke pseudo-allergische reacties gezien
bij honden bij middelgrote doses, die secundair leidden tot cardiovasculaire veranderingen, die als
hond-specifiek werden beschouwd. Lever, nieren, maag, voortplantingsorganen, thymus, milt en
lymfeklieren waren doelorganen van toxiciteit in cynomolgusapen bij meer dan 450 keer de
blootstelling bij de mens. Bij meer dan 100 keer de blootstelling bij de mens was maagirritatie de
belangrijkste bevinding in deze apen.
Linagliptine en zijn belangrijkste metaboliet vertoonden geen genotoxisch potentieel.
Uit orale 2-jaarscarcinogeniciteitsonderzoeken bij ratten en muizen bleken geen aanwijzingen van
carcinogeniciteit bij ratten of mannelijke muizen. Een significant hogere incidentie van maligne
22
lymfomen uitsluitend bij vrouwtjesmuizen bij de hoogste doses (> 200 keer de blootstelling bij de
mens) wordt niet als relevant voor mensen beschouwd (verklaring: niet behandelingsgerelateerd maar
het gevolg van sterk variabele achtergrondincidentie). Op basis van deze onderzoeken bestaat er geen
bezorgdheid om carcinogeniciteit bij de mens.
De NOAEL voor vruchtbaarheid, vroege embryonale ontwikkeling en teratogeniciteit bij ratten werd
vastgesteld op > 900 keer de blootstelling bij de mens. De NOAEL voor maternale, embryofoetale en
nageslachtgebonden toxiciteit bij ratten was 49 keer de blootstelling bij de mens. Er werden geen
teratogene effecten gezien bij konijnen bij > 1000 keer de blootstelling bij de mens. Een NOAEL van
78 keer de blootstelling bij de mens werd afgeleid voor embryofoetale toxiciteit bij konijnen, en voor
maternale toxiciteit bedroeg de NOAEL 2,1 keer de blootstelling bij de mens. Het wordt dan ook
onwaarschijnlijk geacht dat linagliptine van invloed is op de voortplanting bij therapeutische
blootstellingen bij de mens.
Metformine
Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig
van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij herhaalde
dosering, genotoxiciteit, carcinogeen potentieel, reproductie- en ontwikkelingstoxiciteit.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Tabletkern
Arginine
Copovidon
Magnesiumstearaat
Maïszetmeel
Colloïdaal watervrij silica
Jentadueto 2,5 mg/850 mg filmomhulde tabletten
Filmomhulling
Hypromellose
Titaniumdioxide (E171)
Talk
Geel ijzeroxide (E172)
Rood ijzeroxide (E172)
Propyleenglycol
Jentadueto 2,5 mg/1000 mg filmomhulde tabletten
Filmomhulling
Hypromellose
Titaniumdioxide (E171)
Talk
Rood ijzeroxide (E172)
Propyleenglycol
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
3 jaar
Houdbaarheid
23
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities wat betreft de temperatuur.
Blisterverpakking
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
Fles
De fles zorgvuldig gesloten houden ter bescherming tegen vocht.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
- Verpakkingsgrootten van 10 x 1, 14 x 1, 28 x 1, 30 x 1, 56 x 1, 60 x 1, 84 x 1, 90 x 1, 98 x 1,
100 x 1 en 120 x 1 filmomhulde tabletten en multiverpakkingen met 120 (2 verpakkingen van
60 x 1), 180 (2 verpakkingen van 90 x 1), 180 (3 verpakkingen van 60 x 1) en 200
(2 verpakkingen van 100 x 1) filmomhulde tabletten in een aluminium afsluitfolie en een
vormfolie op basis van PVC/polychloortrifluorethyleen/PVC geperforeerde
eenheidsblisterverpakkingen.
- High-Density Polyethyleen (HDPE)-fles met plastic schroefdop en afsluitfolie (aluminium-
polyesterfolielaminaat) en silicagel als droogmiddel. Verpakkingsgrootten van 14, 60 en
180 filmomhulde tabletten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH,
Binger Str. 173,
D-55216 Ingelheim am Rhein,
Duitsland.
24
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Jentadueto 2,5 mg/850 mg filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/001 (10 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/002 (14 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/003 (28 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/004 (30 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/005 (56 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/006 (60 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/007 (84 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/008 (90 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/009 (98 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/010 (100 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/011 (120 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/012 (14 filmomhulde tabletten, fles)
EU/1/12/780/013 (60 filmomhulde tabletten, fles)
EU/1/12/780/014 (180 filmomhulde tabletten, fles)
EU/1/12/780/029 (120 (2 x 60 x 1) filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/030 (180 (2 x 90 x 1) filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/031 (200 (2 x 100 x 1) filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/035 (180 (3 x 60 x 1) filmomhulde tabletten)
Jentadueto 2,5 mg/1000 mg filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/015 (10 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/016 (14 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/017 (28 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/018 (30 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/019 (56 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/020 (60 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/021 (84 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/022 (90 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/023 (98 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/024 (100 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/025 (120 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/026 (14 filmomhulde tabletten, fles)
EU/1/12/780/027 (60 filmomhulde tabletten, fles)
EU/1/12/780/028 (180 filmomhulde tabletten, fles)
EU/1/12/780/032 (120 (2 x 60 x 1) filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/033 (180 (2 x 90 x 1) filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/034 (200 (2 x 100 x 1) filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/036 (180 (3 x 60 x 1) filmomhulde tabletten)
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 20 juli 2012
Datum van laatste verlenging: 22 maart 2017
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
25
BIJLAGE II
A.
B.
C.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN
LEVERING EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING
TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET
GENEESMIDDEL
D.
26
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Boehringer Ingelheim Pharma GmbH & Co. KG
Binger Strasse 173
D-55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
Boehringer Ingelheim Hellas Single Member S.A.
5th km Paiania – Markopoulo
Koropi Attiki, 19441
Griekenland
Dragenopharm Apotheker Püschl GmbH
Göllstraße 1
84529 Tittmoning
Duitsland
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hieropvolgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
27
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
28
A. ETIKETTERING
29
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jentadueto 2,5 mg/850 mg filmomhulde tabletten
linagliptine/metforminehydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOFFEN
Elke tablet bevat 2,5 mg linagliptine en 850 mg metforminehydrochloride
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
10 x 1 filmomhulde tabletten
14 x 1 filmomhulde tabletten
28 x 1 filmomhulde tabletten
30 x 1 filmomhulde tabletten
56 x 1 filmomhulde tabletten
60 x 1 filmomhulde tabletten
84 x 1 filmomhulde tabletten
90 x 1 filmomhulde tabletten
98 x 1 filmomhulde tabletten
100 x 1 filmomhulde tabletten
120 x 1 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
30
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Str. 173
D-55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/12/780/001 10 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/002 14 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/003 28 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/004 30 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/005 56 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/006 60 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/007 84 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/008 90 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/009 98 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/010 100 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/011 120 x 1 filmomhulde tabletten
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Jentadueto 2,5 mg/850 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
31
18.
PC:
SN:
NN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
32
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jentadueto 2,5 mg/850 mg tabletten
linagliptine/metformine HCl
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Boehringer Ingelheim (logo)
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
33
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
MULTIVERPAKKING– TUSSENVERPAKKING ZONDER BLUEBOX – 2,5 MG/850 MG
FILMOMHULDE TABLETTEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jentadueto 2,5 mg/850 mg filmomhulde tabletten
linagliptine/metforminehydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOFFEN
Elke tablet bevat 2,5 mg linagliptine en 850 mg metforminehydrochloride.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
60 x 1 filmomhulde tabletten. Onderdeel van een multiverpakking, mag niet apart verkocht worden.
90 x 1 filmomhulde tabletten. Onderdeel van een multiverpakking, mag niet apart verkocht worden.
100 x 1 filmomhulde tabletten. Onderdeel van een multiverpakking, mag niet apart verkocht worden.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
34
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Str. 173
D-55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/12/780/029 (120 (2 x 60 x 1) filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/030 (180 (2 x 90 x 1) filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/031 (200 (2 x 100 x 1) filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/035 (180 (3 x 60 x 1) filmomhulde tabletten)
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Jentadueto 2,5 mg/850 mg
35
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
ETIKET BUITENWIKKEL OP DE MULTIVERPAKKING – OMWIKKELD IN
TRANSPARANTE FOLIE – MET BLUEBOX –
2,5 MG/850 MG FILMOMHULDE TABLETTEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jentadueto 2,5 mg/850 mg filmomhulde tabletten
linagliptine/metforminehydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOFFEN
Elke tablet bevat 2,5 mg linagliptine en 850 mg metforminehydrochloride.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Multiverpakking van 2 bij elkaar verpakte verpakkingen, met ieder 60 x 1 filmomhulde tabletten.
Multiverpakking van 2 bij elkaar verpakte verpakkingen, met ieder 90 x 1 filmomhulde tabletten.
Multiverpakking van 2 bij elkaar verpakte verpakkingen, met ieder 100 x 1 filmomhulde tabletten.
Multiverpakking van 3 bij elkaar verpakte verpakkingen, met ieder 60 x 1 filmomhulde tabletten.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
36
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Str. 173
D-55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/12/780/029 (120 (2 x 60 x 1) filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/030 (180 (2 x 90 x 1) filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/031 (200 (2 x 100 x 1) filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/035 (180 (3 x 60 x 1) filmomhulde tabletten)
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Jentadueto 2,5 mg/850 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
NN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
37
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jentadueto 2,5 mg/1000 mg filmomhulde tabletten
linagliptine/metforminehydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOFFEN
Elke tablet bevat 2,5 mg linagliptine en 1000 mg metforminehydrochloride
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
10 x 1 filmomhulde tabletten
14 x 1 filmomhulde tabletten
28 x 1 filmomhulde tabletten
30 x 1 filmomhulde tabletten
56 x 1 filmomhulde tabletten
60 x 1 filmomhulde tabletten
84 x 1 filmomhulde tabletten
90 x 1 filmomhulde tabletten
98 x 1 filmomhulde tabletten
100 x 1 filmomhulde tabletten
120 x 1 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
38
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Str. 173
D-55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/12/780/015 10 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/016 14 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/017 28 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/018 30 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/019 56 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/020 60 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/021 84 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/022 90 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/023 98 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/024 100 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/025 120 x 1 filmomhulde tabletten
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Jentadueto 2,5 mg/1000 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
39
18.
PC:
SN:
NN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
40
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jentadueto 2,5 mg/1000 mg tabletten
linagliptine/metformine HCl
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Boehringer Ingelheim (logo)
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
41
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
MULTIVERPAKKING – TUSSENVERPAKKING ZONDER BLUEBOX – 2,5 MG/1000 MG
FILMOMHULDE TABLETTEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jentadueto 2,5 mg/1000 mg filmomhulde tabletten
linagliptine/metforminehydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOFFEN
Elke tablet bevat 2,5 mg linagliptine en 1000 mg metforminehydrochloride.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
60 x 1 filmomhulde tabletten. Onderdeel van een multiverpakking, mag niet apart verkocht worden.
90 x 1 filmomhulde tabletten. Onderdeel van een multiverpakking, mag niet apart verkocht worden.
100 x 1 filmomhulde tabletten. Onderdeel van een multiverpakking, mag niet apart verkocht worden.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
42
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Str. 173
D-55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/12/780/032 (120 (2 x 60 x 1) filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/033 (180 (2 x 90 x 1) filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/034 (200 (2 x 100 x 1) filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/036 (180 (3 x 60 x 1) filmomhulde tabletten)
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Jentadueto 2,5 mg/1000 mg
43
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
ETIKET BUITENWIKKEL OP DE MULTIVERPAKKING – OMWIKKELD IN
TRANSPARANTE FOLIE – MET BLUEBOX –
2,5 MG/1000 MG FILMOMHULDE TABLETTEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jentadueto 2,5 mg/1000 mg filmomhulde tabletten
linagliptine/metforminehydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOFFEN
Elke tablet bevat 2,5 mg linagliptine en 1000 mg metforminehydrochloride.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Multiverpakking van 2 bij elkaar verpakte verpakkingen, met ieder 60 x 1 filmomhulde tabletten.
Multiverpakking van 2 bij elkaar verpakte verpakkingen, met ieder 90 x 1 filmomhulde tabletten.
Multiverpakking van 2 bij elkaar verpakte verpakkingen, met ieder 100 x 1 filmomhulde tabletten.
Multiverpakking van 3 bij elkaar verpakte verpakkingen, met ieder 60 x 1 filmomhulde tabletten.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
44
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Str. 173
D-55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/12/780/032 (120 (2 x 60 x 1) filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/033 (180 (2 x 90 x 1) filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/034 (200 (2 x 100 x 1) filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/036 (180 (3 x 60 x 1) filmomhulde tabletten)
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Jentadueto 2,5 mg/1000 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
NN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
45
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING EN DE PRIMAIRE VERPAKKING
MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS EN ETIKET – HDPE-FLES (17 EN 18 ALLEEN VAN TOEPASSING OP DE
OMDOOS)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jentadueto 2,5 mg/850 mg filmomhulde tabletten
linagliptine/metforminehydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOFFEN
Elke tablet bevat 2,5 mg linagliptine en 850 mg metforminehydrochloride
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 filmomhulde tabletten
60 filmomhulde tabletten
180 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
De fles zorgvuldig gesloten houden ter bescherming tegen vocht.
46
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Str. 173
D-55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/12/780/012 14 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/013 60 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/014 180 filmomhulde tabletten
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Jentadueto 2,5 mg/850 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
NN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
47
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING EN DE PRIMAIRE VERPAKKING
MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS EN ETIKET – HDPE FLES (17 EN 18 ALLEEN VAN TOEPASSING OP DE
OMDOOS)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jentadueto 2,5 mg/1000 mg filmomhulde tabletten
linagliptine/metforminehydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOFFEN
Elke tablet bevat 2,5 mg linagliptine en 1000 mg metforminehydrochloride
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 filmomhulde tabletten
60 filmomhulde tabletten
180 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
De fles zorgvuldig gesloten houden ter bescherming tegen vocht.
48
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Str. 173
D-55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/12/780/026 14 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/027 60 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/028 180 filmomhulde tabletten
13.
Lot
14.
PARTIJNUMMER
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Jentadueto
2,5 mg/1000 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
NN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
49
B. BIJSLUITER
50
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
Jentadueto 2,5 mg/850 mg filmomhulde tabletten
Jentadueto 2,5 mg/1000 mg filmomhulde tabletten
linagliptine/metforminehydrochloride
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
-
-
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1.
Wat is Jentadueto en waarvoor wordt dit middel ingenomen?
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe neemt u dit middel in?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Wat is Jentadueto en waarvoor wordt dit middel ingenomen?
De naam van uw tablet is Jentadueto. Jentadueto bevat twee verschillende werkzame stoffen:
linagliptine en metformine.
-
Linagliptine behoort tot een groep geneesmiddelen die DPP-4-remmers
(dipeptidylpeptidase-4-remmers) worden genoemd.
-
Metformine behoort tot een andere groep geneesmiddelen: de biguaniden.
Hoe werkt Jentadueto?
De twee werkzame stoffen in Jentadueto werken samen om de bloedsuikerspiegels van volwassen
patiënten met ‘diabetes mellitus type 2’ te reguleren. Samen met dieet en beweging helpt dit
geneesmiddel om na de maaltijd de hoeveelheid en effecten van insuline in het bloed te verhogen en
vermindert het de hoeveelheid suiker die uw lichaam maakt.
Dit geneesmiddel kan alleen of met bepaalde andere geneesmiddelen voor diabetes, zoals
sulfonylureumderivaten, empagliflozine of insuline worden gebruikt.
Wat is diabetes type 2?
Diabetes type 2 is een aandoening waarbij uw lichaam niet voldoende insuline aanmaakt; bovendien
werkt de insuline die uw lichaam aanmaakt niet optimaal. Uw lichaam kan ook te veel suiker
aanmaken. Als dat gebeurt, hoopt er zich suiker (glucose) op in het bloed. Dit kan ernstige
gezondheidsproblemen veroorzaken, zoals hartziekte, nierziekte, blindheid en amputaties.
51
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
-
U heeft een sterk verminderde nierfunctie.
-
U heeft ongereguleerde diabetes met bijvoorbeeld ernstige hyperglykemie (hoge bloedglucose),
misselijkheid, braken, diarree, snel gewichtsverlies, lactaatacidose (zie ‘Risico op
lactaatacidose’ hieronder) of ketoacidose. Ketoacidose is een toestand waarbij zogenaamde
ketonlichamen zich in het bloed opstapelen, wat een diabetisch precoma tot gevolg kan hebben.
De symptomen omvatten maagpijn, snelle en diepe ademhaling, slaperigheid of een ongewone
fruitige geur van de adem.
-
U heeft een diabetisch precoma gehad.
-
U heeft een ernstige infectie, zoals een infectie van uw longen of bronchiën of van uw nieren.
Ernstige infecties kunnen nierproblemen tot gevolg hebben, waardoor u risico loopt op
lactaatacidose (zie ‘Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?’).
-
U bent veel vocht kwijtgeraakt uit uw lichaam (uitdroging), bv. door langdurige of ernstige
diarree, of als u enkele malen achter elkaar heeft moeten overgeven. Uitdroging kan
nierproblemen tot gevolg hebben, waardoor u risico loopt op lactaatacidose (zie ‘Wanneer moet
u extra voorzichtig zijn met dit middel?’).
-
U wordt behandeld voor acuut hartfalen of u heeft kort geleden een hartaanval gehad, of u heeft
ernstige problemen (zoals shock) met de bloedsomloop of ademhalingsmoeilijkheden. Hierdoor
kan zuurstoftekort optreden in de weefsels, waardoor u risico loopt op lactaatacidose (zie
‘Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?’).
-
U heeft leverproblemen.
-
U drinkt te veel alcohol, hetzij elke dag of zo nu en dan (zie ‘Waarop moet u letten met
alcohol?’).
Neem Jentadueto niet in als een van het bovenstaande op u van toepassing is. Raadpleeg bij twijfel uw
arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gaat innemen.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel inneemt:
-
Als u diabetes type 1 heeft (uw lichaam produceert geen insuline). Jentadueto mag niet worden
gebruikt om deze aandoening te behandelen.
-
Als u insuline of een antidiabetisch middel gebruikt dat ‘sulfonylureumderivaat’ wordt
genoemd. Uw arts kan wellicht uw dosis insuline of sulfonylureumderivaat verlagen wanneer u
een van deze middelen samen met Jentadueto gebruikt om een laag bloedsuikergehalte
(hypoglykemie) te vermijden.
-
Als u een aandoening van de alvleesklier (pancreas) heeft of heeft gehad.
Als u symptomen van acute ontsteking van de alvleesklier heeft, zoals aanhoudende hevige buikpijn,
moet u contact opnemen met uw arts.
Als u blaarvorming van de huid ervaart kan dit een teken zijn van een aandoening die bulleus
pemfigoïd wordt genoemd. Uw arts kan u vragen met Jentadueto te stoppen.
Als u niet zeker weet of een van de bovenstaande punten op u van toepassing is, neem dan contact op
met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel inneemt.
Diabetische huidproblemen zijn een veel voorkomende complicatie bij diabetes. U wordt geadviseerd
om de aanbevelingen voor de huid- en voetverzorging te volgen die u van uw arts of verpleegkundige
heeft gekregen.
Risico op lactaatacidose
Vanwege de metforminecomponent kan Jentadueto de zeer zeldzame, maar zeer ernstige bijwerking
lactaatacidose veroorzaken, met name als uw nieren niet goed werken. Het risico op ontwikkeling van
lactaatacidose is tevens verhoogd bij ongereguleerde diabetes, ernstige infecties, langdurig vasten of
52
alcoholgebruik, uitdroging (zie verdere informatie hieronder), leverproblemen en medische
aandoeningen waarbij een deel van het lichaam onvoldoende zuurstof heeft (zoals acute ernstige
hartziekte).
Als één van de bovenstaande condities op u van toepassing is, dient u contact op te nemen met uw arts
voor verder advies.
Stop tijdelijk met inname van Jentadueto bij een conditie die kan samenhangen met uitdroging
(aanzienlijk verlies van lichaamsvloeistoffen), zoals ernstig braken, diarree, koorts, blootstelling aan
hitte of als u minder vocht dan normaal drinkt. Neem contact op met uw arts voor verder advies.
Stop met inname van Jentadueto en neem onmiddellijk contact op met uw arts of het
dichtstbijzijnde ziekenhuis als u last krijgt van één of meer symptomen van lactaatacidose,
aangezien deze toestand kan leiden tot coma.
Symptomen van lactaatacidose omvatten:
-
overgeven
-
buikpijn
-
spierkrampen
-
een algemeen gevoel van malaise met ernstige vermoeidheid
-
moeite met ademhaling
-
verminderde lichaamstemperatuur en hartslag.
Lactaatacidose is een medische noodtoestand en moet in het ziekenhuis behandeld worden.
Als u een grote operatie moet ondergaan, moet u stoppen met inname van Jentadueto tijdens en
gedurende een periode na de ingreep. Uw arts zal beslissen wanneer u moet stoppen en wanneer u uw
behandeling met Jentadueto moet hervatten.
Tijdens behandeling met Jentadueto zal uw arts uw nierfunctie ten minste eenmaal per jaar controleren
of vaker als u oudere bent en/of als u een verslechterde nierfunctie heeft.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Dit geneesmiddel wordt niet aanbevolen voor gebruik door kinderen en jongeren tot 18 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Als het noodzakelijk is dat u een joodhoudend contrastmiddel in het bloed krijgt ingespoten,
bijvoorbeeld voor een röntgenfoto of een scan, moet u voor of op het moment van de injectie stoppen
met Jentadueto. Uw arts zal beslissen wanneer u moet stoppen en wanneer u uw behandeling met
Jentadueto moet hervatten.
Gebruikt u naast Jentadueto nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker. Dan heeft u mogelijk vaker bloedglucose- en nierfunctietesten nodig, of uw arts
moet mogelijk uw Jentadueto dosis aanpassen. Het is met name belangrijk om het volgende te melden:
-
als u geneesmiddelen gebruikt die de urineaanmaak verhogen (diuretica)
-
als u geneesmiddelen gebruikt om pijn en ontsteking te behandelen (NSAID en COX-2
remmers, zoals ibuprofen en celecoxib)
-
als u bepaalde geneesmiddelen gebruikt om hoge bloeddruk te behandelen (ACE-remmers en
angiotensine-II-receptor antagonisten)
-
als u geneesmiddelen gebruikt die de hoeveelheid metformine in uw bloed kunnen wijzigen,
met name als u een verminderde nierfunctie heeft (zoals verapamil, rifampicine, cimetidine,
dolutegravir, ranolazine, trimethoprim, vandetanib, isavuconazol, crizotinib, olaparib).
-
als u carbamazepine, fenobarbital of fenytoïne gebruikt. Deze worden soms gebruikt om
toevallen of chronische pijn te reguleren
-
als u rifampicine gebruikt. Dit is een antibioticum dat wordt gebruikt bij infecties zoals
tuberculose
53
-
-
-
-
als u geneesmiddelen voor ontstekingsziekten gebruikt, zoals astma of gewrichtsontsteking
(corticosteroïden)
als u geneesmiddelen gebruikt die de urineproductie stimuleren (‘plaspillen’ (diuretica))
als u bronchodilatatoren (β-sympathicomimetica) gebruikt voor de behandeling van bronchiaal
astma
als u alcoholhoudende geneesmiddelen gebruikt.
Waarop moet u letten met alcohol?
Vermijd overmatige inname van alcohol als u Jentadueto gebruikt, aangezien dit het risico op
lactaatacidose kan verhogen (zie rubriek ‘Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?’).
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
U mag geen Jentadueto gebruiken als u zwanger bent. Het is niet bekend of dit geneesmiddel
schadelijk is voor het ongeboren kind.
Metformine gaat in kleine hoeveelheden over in de moedermelk. Het is niet bekend of linagliptine
overgaat in de moedermelk. Neem contact op met uw arts als u borstvoeding wil geven terwijl u dit
geneesmiddel neemt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Jentadueto heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen.
Het innemen van Jentadueto in combinatie met middelen die ‘sulfonylureumderivaten’ worden
genoemd of met insuline kan echter een te lage bloedsuikerspiegel (hypoglykemie) veroorzaken. Dit
kan uw vermogen om een voertuig te besturen, machines te bedienen of te werken zonder veilig
steunpunt beïnvloeden.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Hoeveel moet u van dit geneesmiddel innemen?
De hoeveelheid Jentadueto die u moet innemen hangt af van uw toestand en de dosis die u momenteel
neemt van metformine en/of afzonderlijke tabletten linagliptine en metformine. Uw arts zal u precies
vertellen hoeveel u van dit geneesmiddel moet innemen.
Hoe neemt u dit middel in?
-
tweemaal daags één tablet via de mond in de door uw arts voorgeschreven dosis
-
bij de maaltijd om de kans op maagklachten te verkleinen.
U mag niet meer nemen dan de aanbevolen dagdosis van 5 mg linagliptine en 2000 mg
metforminehydrochloride.
Blijf Jentadueto gebruiken zolang als uw arts het voorschrijft zodat u uw bloedsuikerspiegel kunt
blijven reguleren. Uw arts kan dit geneesmiddel samen met andere orale antidiabetische middelen of
insuline voorschrijven. Vergeet niet om alle geneesmiddelen volgens de aanwijzingen van uw arts in
te nemen om het beste resultaat te bereiken voor uw gezondheid.
U moet doorgaan met uw dieet tijdens behandeling met Jentadueto en ervoor zorgen dat u de opname
van koolhydraten gelijkmatig over de dag verdeelt. Als u overgewicht heeft, ga dan door met het
voorgeschreven energiebeperkte dieet. Dit geneesmiddel alleen geeft waarschijnlijk geen abnormaal
54
lage bloedsuikerspiegels (hypoglykemie). Wanneer Jentadueto in combinatie met een
sulfonylureumderivaat of met insuline wordt gebruikt, kan uw bloedsuikergehalte laag worden en kan
uw arts de dosis van uw sulfonylureumderivaat of insuline verlagen.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als u meer Jentadueto tabletten heeft ingenomen dan u zou mogen, kunt u last krijgen van
lactaatacidose. De symptomen van lactaatacidose zijn niet-specifiek, zoals hevige misselijkheid,
braken, buikpijn met spierkrampen, een algemeen ziektegevoel met sterke vermoeidheid en moeite
met ademhalen. Overige symptomen zijn een verlaagde lichaamstemperatuur en een vertraagde
hartslag.
Als dit gebeurt, moet u direct in het ziekenhuis behandeld worden, want lactaatacidose
kan tot een coma leiden. Stop direct met het gebruik van dit geneesmiddel en neem contact op
met een arts of ga onmiddellijk naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis (zie rubriek 2). Neem de
verpakking van het geneesmiddel mee.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Wanneer u vergeten bent een dosis in te nemen, neem die dan in zodra u eraan denkt. Als het al bijna
tijd is voor de volgende dosis, moet u de overgeslagen dosis echter niet meer innemen. Neem geen
dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Neem nooit twee doses op hetzelfde tijdstip (ochtend
of avond).
Als u stopt met het innemen van dit middel
Blijf Jentadueto innemen totdat uw arts vertelt dat u mag stoppen. Dit helpt om uw bloedsuiker onder
controle te houden.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Sommige verschijnselen moeten direct medisch worden behandeld
Stop met het innemen van Jentadueto en neem onmiddellijk contact op met uw arts als u de volgende
symptomen van een lage bloedsuikerspiegel (hypoglykemie) krijgt: trillen, zweten, angst, wazig zien,
tintelende lippen, bleekheid, stemmingswisselingen of verwardheid. Hypoglykemie (frequentie zeer
vaak (kan zich voordoen bij meer dan 1 op de 10 personen)) is vastgesteld als bijwerking van de
combinatie van Jentadueto met een sulfonylureumderivaat en voor de combinatie van Jentadueto met
insuline.
Jentadueto kan de zeer zeldzame, maar ernstige bijwerking lactaatacidose veroorzaken (kan zich
voordoen bij maximaal 1 op de 10.000 personen, zie rubriek ‘Wanneer moet u extra voorzichtig zijn
met dit middel?’). Als dit gebeurt, moet u
direct stoppen met het gebruik van Jentadueto en
onmiddellijk contact opnemen met een arts of het dichtstbijzijnde ziekenhuis,
aangezien
lactaatacidose tot coma kan leiden.
Bij sommige patiënten was sprake van ontsteking van de alvleesklier (pancreatitis; frequentie zelden,
kan optreden bij maximaal 1 op de 1000 mensen).
STOP met het gebruik van Jentadueto en neem onmiddellijk contact op met een arts als u een van de
volgende ernstige bijwerkingen ondervindt:
-
Aanhoudende en ernstige pijn in de buik (maagstreek), die uit kan stralen naar de rug, alsook
misselijkheid en braken, omdat dit een aanwijzing kan zijn voor een ontsteking van de
alvleesklier (pancreatitis).
55
Andere bijwerkingen van Jentadueto zijn onder andere:
Sommige patiënten hebben allergische reacties (frequentie zelden) gekregen, welke ernstig kunnen
zijn, waaronder piepende ademhaling en kortademigheid (bronchiale hyperreactiviteit; frequentie soms
(kan zich voordoen bij maximaal 1 op de 100 personen)). Sommige patiënten kregen last van
huiduitslag (frequentie soms), huiduitslag met hevige jeuk (netelroos) en vorming van bultjes
(galbulten) (urticaria; frequentie zelden), en zwelling van het gezicht, de lippen, de tong en de keel,
wat kan leiden tot problemen met ademhalen of slikken (angio-oedeem; frequentie zelden). Als u een
of meer van de hiervoor genoemde ziekteverschijnselen krijgt, moet u stoppen met het gebruik van
Jentadueto en direct contact opnemen met uw arts. Uw arts kan een middel voor de behandeling van
de allergische reactie en een ander middel voor uw diabetes voorschrijven.
Sommige patiënten hebben tijdens het gebruik van Jentadueto de volgende bijwerkingen gekregen:
-
Vaak (kan zich voordoen bij maximaal 1 op de 10 personen): diarree, verhoogde
enzymconcentratie in het bloed (lipase verhoogd), misselijkheid.
-
Soms: ontstoken neus of keel (nasofaryngitis), hoesten, verlies van eetlust (verminderde
eetlust), overgeven, verhoogde enzymconcentratie in het bloed (amylase verhoogd), jeuk
(pruritus).
-
Zelden: blaarvorming van de huid (bulleus pemfigoïd).
Sommige patiënten hebben de volgende bijwerkingen gekregen terwijl ze Jentadueto met insuline
innamen
-
Soms: leverfunctiestoornissen, constipatie (verstopping).
Bijwerkingen bij gebruik van metformine alleen die niet zijn beschreven voor Jentadueto:
-
Zeer vaak: buikpijn.
-
Vaak (kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 10 mensen): een metaalachtige smaak
(smaakstoornis).
-
Zeer zelden (kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 10.000 mensen): verlaagde concentratie
vitamine B
12
, hepatitis (een probleem met uw lever), huidreacties als roodheid van de huid
(erytheem).
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de
blisterverpakking, de fles en de doos na ‘EXP’. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van
die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities wat betreft de temperatuur.
Blisterverpakking: bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
Fles: de fles zorgvuldig gesloten houden ter bescherming tegen vocht.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat de verpakking beschadigd is of tekenen van geknoei
vertoont.
56
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stoffen in dit middel zijn linagliptine en metforminehydrochloride.
Iedere Jentadueto 2,5 mg/850 mg filmomhulde tablet bevat 2,5 mg linagliptine en 850 mg
metforminehydrochloride.
Iedere Jentadueto 2,5 mg/1000 mg filmomhulde tablet bevat 2,5 mg linagliptine en 1000 mg
metforminehydrochloride.
De andere stoffen in dit middel zijn:
-
Tabletkern: arginine, copovidon, magnesiumstearaat, maïszetmeel, colloïdaal watervrij
silica.
-
Filmomhulling: hypromellose, titaniumdioxide (E171), talk, propyleenglycol.
Jentadueto 2,5 mg/850 mg filmomhulde tabletten bevat ook rood ijzeroxide (E172) en
geel ijzeroxide (E172).
Jentadueto 2,5 mg/1000 mg filmomhulde tabletten bevat ook rood ijzeroxide (E172).
-
Hoe ziet Jentadueto eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Jentadueto 2,5 mg/850 mg tabletten zijn ovale, biconvexe, lichtoranje, filmomhulde tabletten. Ze
hebben aan de ene zijde de inscriptie ´D2/850´ en aan de andere zijde het logo van Boehringer
Ingelheim.
Jentadueto 2,5 mg/1000 mg tabletten zijn ovale, biconvexe, lichtroze, filmomhulde tabletten. Ze
hebben aan de ene zijde de inscriptie ´D2/1000´ en aan de andere zijde het logo van Boehringer
Ingelheim.
Jentadueto is verkrijgbaar in geperforeerde eenheidsblisterverpakkingen met 10 x 1, 14 x 1, 28 x 1,
30 x 1, 56 x 1, 60 x 1, 84 x 1, 90 x 1, 98 x 1, 100 x 1 en 120 x 1 filmomhulde tabletten en
multiverpakkingen met 120 x 1 (2 verpakkingen met 60 x 1), 180 x 1 (2 verpakkingen met 90 x 1),
180 x 1 (3 verpakkingen met 60 x 1) en 200 x 1 (2 verpakkingen met 100 x 1) filmomhulde tabletten.
Jentadueto is ook verkrijgbaar in plastic flessen met plastic schroefdop en silicagel als droogmiddel.
Flessen bevatten 14, 60 of 180 filmomhulde tabletten.
Het is mogelijk dat niet alle verpakkingsgrootten in uw land verkrijgbaar zijn.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Strasse 173
D-55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
Fabrikant
Boehringer Ingelheim Pharma GmbH & Co. KG
Binger Strasse 173
D-55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
57
Boehringer Ingelheim Hellas Single Member S.A.
5th km Paiania – Markopoulo
Koropi Attiki, 19441
Griekenland
Dragenopharm Apotheker Püschl GmbH
Göllstraße 1
84529 Tittmoning
Duitsland
58
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
SCS Boehringer Ingelheim Comm.V
Tél/Tel: +32 2 773 33 11
България
Бьори½гер И½гелхайм РЦВ ГмбХ и Ко. КГ -
кло½ България
Тел: +359 2 958 79 98
Česká republika
Boehringer Ingelheim spol. s r.o.
Tel: +420 234 655 111
Danmark
Boehringer Ingelheim Danmark A/S
Tlf: +45 39 15 88 88
Deutschland
Boehringer Ingelheim Pharma GmbH & Co.KG
Tel: +49 (0) 800 77 90 900
Eesti
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Eesti filiaal
Tel: +372 612 8000
Ελλάδα
Boehringer Ingelheim Ελλάς Μο½οπρόσωπη Α.Ε.
Tηλ: +30 2 10 89 06 300
España
Boehringer Ingelheim España, S.A.
Tel: +34 93 404 51 00
France
Boehringer Ingelheim France S.A.S.
Tél: +33 3 26 50 45 33
Hrvatska
Boehringer Ingelheim Zagreb d.o.o.
Tel: +385 1 2444 600
Ireland
Boehringer Ingelheim Ireland Ltd.
Tel: +353 1 295 9620
Lietuva
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Lietuvos filialas
Tel: +370 5 2595942
Luxembourg/Luxemburg
SCS Boehringer Ingelheim Comm.V
Tél/Tel: +32 2 773 33 11
Magyarország
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Magyarországi Fióktelepe
Tel: +36 1 299 8900
Malta
Boehringer Ingelheim Ireland Ltd.
Tel: +353 1 295 9620
Nederland
Boehringer Ingelheim b.v.
Tel: +31 (0) 800 22 55 889
Norge
Boehringer Ingelheim Norway KS
Tlf: +47 66 76 13 00
Österreich
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Tel: +43 1 80 105-7870
Polska
Boehringer Ingelheim Sp. z o.o.
Tel: +48 22 699 0 699
Portugal
Boehringer Ingelheim Portugal, Lda.
Tel: +351 21 313 53 00
România
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Viena - Sucursala Bucureşti
Tel: +40 21 302 2800
Slovenija
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Podružnica Ljubljana
Tel: +386 1 586 40 00
59
Ísland
Vistor hf.
Sími: +354 535 7000
Italia
Boehringer Ingelheim Italia S.p.A.
Tel: +39 02 5355 1
Κύπρος
Boehringer Ingelheim Ελλάς Μο½οπρόσωπη Α.Ε.
Tηλ: +30 2 10 89 06 300
Latvija
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Latvijas filiāle
Tel: +371 67 240 011
Slovenská republika
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
organizačná zložka
Tel: +421 2 5810 1211
Suomi/Finland
Boehringer Ingelheim Finland Ky
Puh/Tel: +358 10 3102 800
Sverige
Boehringer Ingelheim AB
Tel: +46 8 721 21 00
United Kingdom (Northern Ireland)
Boehringer Ingelheim Ireland Ltd.
Tel: +353 1 295 9620
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in {MM/JJJJ}
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
60
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jentadueto 2,5 mg/850 mg filmomhulde tabletten
Jentadueto 2,5 mg/1000 mg filmomhulde tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Jentadueto 2,5 mg/850 mg filmomhulde tabletten
Elke tablet bevat 2,5 mg linagliptine en 850 mg metforminehydrochloride.
Jentadueto 2,5 mg/1000 mg filmomhulde tabletten
Elke tablet bevat 2,5 mg linagliptine en 1000 mg metforminehydrochloride.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet (tablet).
Jentadueto 2,5 mg/850 mg filmomhulde tabletten
Ovale, biconvexe, lichtoranje, filmomhulde tablet van 19,2 mm x 9,4 mm met de inscriptie `D2/850'
aan de ene zijde en het bedrijfslogo aan de andere.
Jentadueto 2,5 mg/1000 mg filmomhulde tabletten
Ovale, biconvexe, lichtroze, filmomhulde tablet van 21,1 mm x 9,7 mm met de inscriptie `D2/1000'
aan de ene zijde en het bedrijfslogo aan de andere.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Jentadueto is geïndiceerd bij volwassenen met diabetes mellitus type 2 als aanvulling op dieet en
lichaamsbeweging om de glucoseregulering te verbeteren:
bij patiënten die niet optimaal gereguleerd zijn met hun maximaal verdraagbare dosis van
metformine alleen
in combinatie met andere geneesmiddelen voor de behandeling van diabetes, waaronder insuline,
bij patiënten die niet optimaal gereguleerd zijn met metformine en deze geneesmiddelen
bij patiënten die al behandeld worden met de combinatie van linagliptine en metformine als aparte
tabletten
(zie rubrieken 4.4, 4.5 en 5.1 voor de beschikbare gegevens over verschillende combinaties).
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Volwassenen met een normale nierfunctie (GFR 90 ml/min)
De dosering van bloedglucoseverlagende therapie met Jentadueto moet individueel worden ingesteld
op basis van het huidige medicatieschema van de patiënt, de werkzaamheid en de verdraagbaarheid,
waarbij de aanbevolen maximale dagdosis van 5 mg linagliptine plus 2000 mg
metforminehydrochloride niet mag worden overschreden.
Patiënten die overstappen van linagliptine en metformine als aparte tabletten
Bij patiënten die overstappen van linagliptine en metformine als aparte tabletten, dient Jentadueto te
worden gestart met dezelfde doses linagliptine en metformine die de patiënt al gebruikt.
Patiënten die niet optimaal gereguleerd zijn via een tweevoudige combinatiebehandeling met de
maximaal verdraagbare dosis van metformine en een sulfonylureumderivaat
De dosis Jentadueto dient te bestaan uit tweemaal daags 2,5 mg linagliptine (totale dagdosis 5 mg) en
een dosis metformine die vergelijkbaar is met de dosis die al wordt genomen. Als linagliptine plus
metforminehydrochloride wordt gebruikt in combinatie met een sulfonylureumderivaat, kan het nodig
zijn om de dosis van het sulfonylureumderivaat te verlagen om de kans op hypoglykemie te
verminderen (zie rubriek 4.4).
Patiënten die niet optimaal gereguleerd zijn via een tweevoudige combinatiebehandeling met insuline
en de maximaal verdraagbare dosis van metformine
De dosis Jentadueto dient te bestaan uit tweemaal daags 2,5 mg linagliptine (totale dagdosis 5 mg) en
een dosis metformine die vergelijkbaar is met de dosis die al wordt genomen. Als linagliptine plus
metforminehydrochloride wordt gebruikt in combinatie met insuline, kan het nodig zijn om de dosis
insuline te verlagen om de kans op hypoglykemie te verminderen (zie rubriek 4.4).
Voor de verschillende doses metformine is Jentadueto leverbaar in sterktes van 2,5 mg linagliptine
plus 850 mg metforminehydrochloride en 2,5 mg linagliptine plus 1000 mg metforminehydrochloride.
Speciale patiëntgroepen
Ouderen
Naarmate de leeftijd stijgt, moet Jentadueto voorzichtig worden gebruikt omdat metformine door de
nieren wordt uitgescheiden. Met name bij ouderen is controle van de nierfunctie noodzakelijk om
metforminegerelateerde lactaatacidose te voorkomen (zie rubriek 4.3 en 4.4).
Nierinsufficiëntie
Voor aanvang van de behandeling met metformine-bevattende middelen dient een GFR te worden
bepaald, en ten minste jaarlijks daarna. Bij patiënten met een verhoogd risico op verdere progressie
van nierfunctiestoornissen en bij ouderen dient de nierfunctie vaker te worden bepaald, bv. iedere
3-6 maanden.
Factoren die het risico op lactaatacidose kunnen verhogen (zie rubriek 4.4) dienen te worden
beoordeeld voordat aanvang met metformine overwogen wordt bij patiënten met GFR <60 ml/min.
Als er geen geschikte sterkte van Jentadueto beschikbaar is, dienen de individuele bestanddelen
gebruikt te worden in plaats van de vaste dosiscombinatie.
Dosering bij patiënten met nierfunctiestoornissen
GFR ml/min
Metformine
Linagliptine
60-89
Maximale dagdosis is 3000 mg
Geen dosisaanpassing
Dosisreductie kan worden
overwogen in relatie tot afnemende
nierfunctie.
45-59
Maximale dagdosis is 2000 mg
Geen dosisaanpassing
De startdosis is niet meer dan de
helft van de maximale dosis.
30-44
Maximale dagdosis is 1000 mg.
Geen dosisaanpassing
De startdosis is niet meer dan de
helft van de maximale dosis.
<30
Metformine is gecontraïndiceerd
Geen dosisaanpassing
Leverinsufficiëntie
Vanwege het werkzame bestanddeel metformine wordt Jentadueto niet aanbevolen bij patiënten met
leverinsufficiëntie (zie rubriek 4.3 en 5.2). Het ontbreekt aan klinische ervaring met Jentadueto bij
patiënten met leverinsufficiëntie.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Jentadueto bij kinderen en adolescenten van 0 tot 18 jaar zijn niet
vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Jentadueto dient tweemaal daags bij de maaltijd te worden ingenomen om de gastro-intestinale
bijwerkingen van metformine te verminderen.
Alle patiënten moeten hun dieet met een goed over de dag verdeelde koolhydraatopname voortzetten.
Patiënten met overgewicht moeten doorgaan met hun energiebeperkt dieet.
Als er een dosis wordt gemist, moet deze meteen worden ingenomen zodra de patiënt dit beseft. Er
mag echter niet tegelijkertijd een dubbele dosis worden genomen. In dit geval dient de gemiste dosis te
worden overgeslagen.
4.3
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstoffen.
- Alle vormen van acute metabole acidose (zoals lactaatacidose, diabetische ketoacidose).
- Diabetisch pre-coma.
- Ernstig nierfalen (GFR <30 ml/min).
- Acute aandoeningen die de nierfunctie kunnen beïnvloeden zoals: dehydratie, ernstige infectie,
shock.
- Aandoeningen die weefselhypoxie kunnen veroorzaken (met name acute aandoeningen, of
verslechtering van chronische aandoeningen), zoals gedecompenseerd hartfalen, respiratoir
falen, recent myocardinfarct, shock.
- Leverinsufficiëntie, acute alcoholintoxicatie, alcoholisme (zie rubriek 4.5).
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Algemeen
Jentadueto mag niet worden gebruikt bij patiënten met diabetes type 1.
Hypoglykemie
Wanneer linagliptine werd gebruikt als aanvulling op een sulfonylureumderivaat met een achtergrond
van metformine, nam de incidentie van hypoglykemie meer toe dan die van placebo.
Het is bekend dat sulfonylureumderivaten en insuline hypoglykemie veroorzaken. Voorzichtigheid is
dan ook geboden wanneer Jentadueto wordt gebruikt in combinatie met een sulfonylureumderivaat
en/of insuline. Er kan een dosisverlaging van het sulfonylureumderivaat of insuline worden
overwogen (zie rubriek 4.2).
Hypoglykemie is niet vastgesteld als bijwerking voor linagliptine, metformine of linagliptine samen
met metformine. In klinische onderzoeken waren de incidentiepercentages van hypoglykemie
vergelijkbaar laag bij patiënten die linagliptine in combinatie met metformine gebruikten en bij
patiënten die alleen metformine gebruikten.
Lactaatacidose
Lactaatacidose, een zeer zeldzame, maar ernstige metabole complicatie, treedt het vaakst op bij acute
verslechtering van de nierfunctie of cardiopulmonale ziekte of sepsis. Accumulatie van metformine
treedt op bij acute verslechtering van de nierfunctie en verhoogt het risico op lactaatacidose.
In het geval van dehydratie (ernstige diarree of braken, koorts of verminderde vochtinname) dient
metformine tijdelijk gestaakt te worden en wordt de patiënt aanbevolen contact op te nemen met een
zorgverlener.
Geneesmiddelen die de nierfunctie acuut kunnen verstoren (zoals antihypertensiva, diuretica en
NSAIDs) dienen met voorzichtigheid gestart te worden bij patiënten die met metformine behandeld
worden. Andere risicofactoren voor lactaatacidose zijn overmatig alcoholgebruik, leverinsufficiëntie,
slecht gereguleerde diabetes, ketose, langdurig vasten en aandoeningen die geassocieerd worden met
hypoxie, evenals gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die tot lactaatacidose kunnen leiden (zie
rubrieken 4.3 en 4.5).
Patiënten en/of verzorgers dienen geïnformeerd te worden over het risico op lactaatacidose.
Lactaatacidose wordt gekenmerkt door acidotische dyspneu, buikpijn, spierkrampen, astenie en
hypothermie gevolgd door coma. Bij mogelijke symptomen dient de patiënt te stoppen met het
innemen van metformine en direct medische hulp te zoeken. Diagnostische laboratoriumbevindingen
zijn een verlaagde bloed pH (<7,35), een verhoogde plasmalactaatspiegel (>5 mmol/l) en een
verhoogde `anion gap' en lactaat/pyruvaatverhouding.
Toediening van joodhoudende contrastmiddelen
Intravasculaire toediening van joodhoudende contrastmiddelen kan leiden tot contrastgeïnduceerde
nefropathie, met accumulatie van metformine en een verhoogd risico op lactaatacidose als gevolg.
Metformine dient gestaakt te worden voorafgaand aan of op het moment van het beeldvormend
onderzoek en niet te worden hervat tot ten minste 48 uur daarna, vooropgesteld dat de nierfunctie
opnieuw is geëvalueerd en stabiel is bevonden, zie rubrieken 4.2 en 4.5.
Nierfunctie
De GFR dient te worden bepaald voor aanvang van de behandeling en regelmatig daarna, zie
rubriek 4.2. Metformine is gecontraïndiceerd bij patiënten met GFR <30 ml/min en dient tijdelijk
gestaakt te worden bij omstandigheden die de nierfunctie veranderen, zie rubriek 4.3.
Chirurgie
Metformine moet tijdens een chirurgische ingreep onder algehele, spinale of epidurale anesthesie
worden stopgezet. De behandeling mag niet eerder dan 48 uur na chirurgie of hervatting van orale
voeding hervat worden, vooropgesteld dat de nierfunctie opnieuw is beoordeeld en stabiel is
bevonden.
Ouderen
Bij het behandelen van patiënten van 80 jaar en ouder is voorzichtigheid geboden (zie rubriek 4.2).
Verandering van de klinische status bij patiënten met eerder goed gereguleerde diabetes type 2
Omdat Jentadueto metformine bevat, moet een patiënt met eerder goed gereguleerde diabetes type 2
met Jentadueto die afwijkende laboratoriumwaarden krijgt of klinisch ziek wordt (vooral vage, slecht
gedefinieerde ziekte), direct worden onderzocht op aanwijzingen voor ketoacidose of lactaatacidose.
Bij dit onderzoek moeten de volgende waarden worden bepaald: serumelektrolyten, ketonen,
bloedglucose en (indien geïndiceerd) de pH van het bloed, lactaat-, pyruvaat- en metforminespiegels.
Bij elke vorm van acidose moet de behandeling met Jentadueto direct worden stopgezet en moet de
patiënt gericht behandeld worden.
Acute pancreatitis
Gebruik van DPP-4-remmers is in verband gebracht met een risico op het ontwikkelen van acute
pancreatitis. Acute pancreatitis is waargenomen bij patiënten die werden behandeld met linagliptine.
In een cardiovasculair en renaal veiligheidsonderzoek (CARMELINA) met een mediane
observatieperiode van 2,2 jaar, werd acute pancreatitis (bevestigd door een onafhankelijke commissie)
gerapporteerd bij 0,3% van de patiënten die werden behandeld met linagliptine en bij 0,1% van de
patiënten die placebo kregen. Patiënten dienen op de hoogte gebracht te worden van de karakteristieke
symptomen van acute pancreatitis. Indien pancreatitis wordt vermoed, dient de behandeling met
Jentadueto gestaakt te worden; als acute pancreatitis wordt bevestigd, mag de behandeling met
Jentadueto niet worden hervat. Bij patiënten met een voorgeschiedenis van pancreatitis moet
voorzichtigheid worden betracht.
Bulleus pemfigoïd
Bulleus pemfigoïd is waargenomen bij patiënten die werden behandeld met linagliptine. In het
CARMELINA-onderzoek werd bulleus pemfigoïd gerapporteerd bij 0,2% van de patiënten die werden
behandeld met linagliptine en niet bij de patiënten die placebo kregen. Indien er een verdenking op
bulleus pemfigoïd bestaat, dient Jentadueto te worden gestaakt.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Er is geen onderzoek naar interacties verricht. Dit is echter wel verricht met de individuele werkzame
stoffen, namelijk linagliptine en metformine. Gelijktijdige toediening van meerdere doses linagliptine
en metformine had bij gezonde vrijwilligers en bij patiënten geen betekenisvolle wijziging van de
farmacokinetiek van linagliptine of metformine tot gevolg.
Linagliptine
In vitro beoordeling van interacties
Linagliptine is een zwak competitieve en een zwak tot matig mechanismegebaseerde remmer van
CYP-iso-enzym CYP3A4, maar remt geen andere CYP-iso-enzymen. Linagliptine is geen inductor
van CYP-iso-enzymen.
In vivo beoordeling van interacties
Effecten van andere geneesmiddelen op linagliptineUit hieronder beschreven klinische gegevens blijkt
dat de kans op klinisch significante interacties door gelijktijdig toegediende geneesmiddelen laag is.
Metformine:
Gelijktijdige toediening van meervoudige driemaal daagse doses van 850 mg
metforminehydrochloride met 10 mg linagliptine eenmaal daags leidde niet tot een klinisch
betekenisvolle wijziging van de farmacokinetiek van linagliptine bij gezonde proefpersonen.
Sulfonylureumderivaten:
De steady-state farmacokinetiek van 5 mg linagliptine werd niet gewijzigd door gelijktijdige
toediening van een enkelvoudige dosis van 1,75 mg glibenclamide (glyburide).
Ritonavir:
Gelijktijdige toediening van een enkelvoudige orale dosis van 5 mg linagliptine en meervoudige orale
doses van 200 mg ritonavir, een sterke remmer van P-glycoproteïne en CYP3A4, verhoogde de AUC
en Cmax van linagliptine met respectievelijk circa een factor twee en een factor drie. De concentratie
van de ongebonden verbinding, welke bij een therapeutische dosis van linagliptine gewoonlijk minder
dan 1% bedraagt, werd 4-5 maal verhoogd bij gelijktijdige toediening met ritonavir. Uit simulaties van
steady-state plasmaconcentraties van linagliptine met en zonder ritonavir bleek dat de toename in
blootstelling niet gepaard gaat met een toegenomen accumulatie. Deze veranderingen in de
farmacokinetiek van linagliptine werden niet als klinisch relevant beschouwd. Daarom worden er geen
klinisch relevante interacties verwacht met andere P-glycoproteïne/CYP3A4-remmers.
Rifampicine:
Meervoudige gelijktijdige toediening van 5 mg linagliptine met rifampicine, een sterke inductor van
P-glycoproteïne en CYP3A4, leidde tot een verlaagde steady-state AUC en Cmax van linagliptine met
respectievelijk 39,6% en 43,8% en een met circa 30% verlaagde DPP-4-remming bij de
dalconcentratie. Dus, volledige werkzaamheid van linagliptine in combinatie met sterke
P-gp-inductoren wordt wellicht niet bereikt, met name niet bij lange-termijntoediening. Er is geen
onderzoek uitgevoerd naar gelijktijdige toediening met andere sterke inductoren van P-glycoproteïne
en CYP3A4, zoals carbamazepine, fenobarbital en fenytoïne.
Effecten van linagliptine op andere geneesmiddelen
In klinisch onderzoek zoals hieronder beschreven liet linagliptine geen klinisch relevant effect zien op
de farmacokinetiek van metformine, glyburide, simvastatine, warfarine, digoxine of orale
anticonceptiva; hieruit blijkt ook in vivo dat er met linagliptine weinig geneesmiddelinteracties te
verwachten zijn met substraten van CYP3A4, CYP2C9, CYP2C8, P-glycoproteïne en
organisch-kationtransporter (OCT).
Metformine:
Gelijktijdige toediening van meervoudige dagelijkse doses van 10 mg linagliptine met 850 mg
metforminehydrochloride, een OCT-substraat, had geen relevant effect op de farmacokinetiek van
metformine bij gezonde proefpersonen. Linagliptine is dan ook geen remmer van OCT-gemedieerd
transport.
Sulfonylureumderivaten:
Gelijktijdige toediening van meervoudige orale doses van 5 mg linagliptine en een enkelvoudige orale
dosis van 1,75 mg glibenclamide (glyburide) leidde tot een klinisch niet-relevante daling met 14% van
zowel de AUC als de Cmax van glibenclamide. Aangezien glibenclamide voornamelijk wordt
gemetaboliseerd door CYP2C9, ondersteunen deze gegevens ook de conclusie dat linagliptine geen
CYP2C9-remmer is. Klinisch betekenisvolle interacties zouden niet te verwachten zijn met andere
Digoxine:
Gelijktijdige toediening van meervoudige doses van 5 mg linagliptine met meervoudige doses van
0,25 mg digoxine had geen effect op de farmacokinetiek van digoxine bij gezonde proefpersonen.
Linagliptine is dan ook geen remmer van P-glycoproteïnegemedieerd transport in vivo.
Warfarine:
Meervoudige dagelijkse doses van 5 mg linagliptine leidden niet tot een wijziging van de
farmacokinetiek van S(-)- of R(+)-warfarine, een substraat van CYP2C9, toegediend in een
enkelvoudige dosis.
Simvastatine:
Bij gezonde proefpersonen hadden meervoudige dagelijkse doses linagliptine een minimaal effect op
de steady-state farmacokinetiek van simvastatine, een gevoelig substraat van CYP3A4. Na toediening
van een supratherapeutische dosis van 10 mg linagliptine gelijktijdig met 40 mg simvastatine
gedurende 6 dagen was de plasma-AUC van simvastatine toegenomen met 34% en de plasma-Cmax
met 10%.
Orale anticonceptiva:
Gelijktijdige toediening met 5 mg linagliptine leidde niet tot wijziging van de steady-state
farmacokinetiek van levonorgestrel of ethinylestradiol.
Metformine
Combinaties die bijzondere voorzorgsmaatregelen voor gebruik vereisen
Glucocorticoïden (systemische en lokale behandeling), bèta-2-agonisten en diuretica hebben een
intrinsieke bloedglucoseverhogende werking. De patiënt moet hierover worden geïnformeerd en de
bloedglucosespiegel moet vaker gecontroleerd worden, vooral in het begin van de behandeling met
deze geneesmiddelen. Zo nodig moet de dosis van de bloedglucoseverlagende medicatie worden
aangepast tijdens behandeling met de andere geneesmiddelen en bij het staken van die behandeling.
Sommige geneesmiddelen kunnen de nierfunctie negatief beïnvloeden, wat het risico op lactaatacidose
kan verhogen, bijv. NSAIDs, inclusief selectieve cyclo-oxygenase (COX)-II remmers, ACE-remmers,
angiotensine-II-receptorantagonisten en diuretica, met name lisdiuretica. Wanneer dergelijke middelen
gestart worden in combinatie met metformine, is zorgvuldige monitoring van de nierfunctie
noodzakelijk.
Organisch kation-transporters (OCT)
Metformine is een substraat van zowel OCT1- en OCT2-transporters. Gelijktijdig gebruik van
metformine met
OCT1-remmers (zoals verapamil) kan de werkzaamheid van metformine verminderen.
OCT1-inductoren (zoals rifampicin) kan gastro-intestinale opname en werkzaamheid verhogen.
OCT2-remmers (zoals cimetidine, dolutegravir, ranolazine, trimethoprime, vandetanib,
isavuconazole) kan de renale eliminatie van metformine verminderen en zo leiden tot een
verhoging van de metformine plasmaconcentratie.
Remmers van OCT1 en OCT2 (zoals crizotinib, olaparib) zouden de werkzaamheid en de renale
eliminatie van metformine kunnen veranderen.
Daarom is voorzichtigheid geboden, vooral bij patiënten met een verminderde nierfunctie, wanneer
deze middelen samen met metformine worden toegediend, omdat de metformine plasmaconcentratie
zou kunnen toenemen. Indien nodig zou een dosisaanpassing overwogen kunnen worden, aangezien
OCT-remmers/inductoren de werkzaamheid van metformine zouden kunnen veranderen.
Joodhoudende contrastmiddelen
Metformine moet voorafgaand aan of op het moment van het beeldvormend onderzoek stopgezet
worden en mag pas ten minste 48 uur erna hervat worden, vooropgesteld dat de nierfunctie opnieuw is
beoordeeld en stabiel is bevonden (zie rubrieken 4.2 en 4.4).
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Het gebruik van linagliptine is niet onderzocht bij zwangere vrouwen. De resultaten van dieronderzoek
duiden niet op directe of indirecte schadelijke effecten wat betreft reproductietoxiciteit (zie
rubriek 5.3).
Een beperkte hoeveelheid gegevens duidt erop dat het gebruik van metformine bij zwangere vrouwen
niet gepaard gaat met een verhoogd risico op aangeboren misvormingen. De resultaten van
dieronderzoek met metformine duiden niet op schadelijke effecten wat betreft reproductietoxiciteit
(zie rubriek 5.3).
Niet-klinische voortplantingsonderzoeken wijzen niet uit dat de gelijktijdige toediening van
linagliptine en metformine een additief teratogeen effect heeft.
Jentadueto mag niet tijdens zwangerschap worden gebruikt. Als de patiënt van plan is om zwanger te
worden of als zwangerschap optreedt, dient de behandeling met Jentadueto te worden stopgezet en
dient zo spoedig mogelijk te worden overgestapt op insulinebehandeling om het risico op foetale
misvormingen in verband met abnormale bloedglucosespiegels te verlagen.
Borstvoeding
Uit dierstudies is gebleken dat zowel metformine als linagliptine bij zogende ratten in de melk worden
uitgescheiden. Metformine wordt in kleine hoeveelheden uitgescheiden in de moedermelk. Het is niet
bekend of linagliptine in de moedermelk wordt uitgescheiden. Er moet worden besloten of
borstvoeding moet worden gestaakt of dat behandeling met Jentadueto moet worden gestaakt dan wel
niet worden ingesteld, waarbij het voordeel van borstvoeding voor het kind en het voordeel van
behandeling voor de vrouw in overweging moeten worden genomen.
Vruchtbaarheid
Het effect van Jentadueto op de vruchtbaarheid bij de mens is niet onderzocht. Er zijn geen negatieve
effecten van linagliptine op de vruchtbaarheid waargenomen bij mannelijke of vrouwelijke ratten (zie
rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Jentadueto heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen. Patiënten dienen echter te worden gewezen op het risico van hypoglykemie
wanneer Jentadueto wordt gebruikt in combinatie met andere antidiabetische geneesmiddelen waarvan
bekend is dat ze hypoglykemie veroorzaken (bijv. sulfonylureumderivaten).
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De veiligheid van tweemaal daags 2,5 mg linagliptine (of het bio-equivalent: eenmaal daags 5 mg) in
combinatie met metformine is onderzocht bij meer dan 6800 patiënten met diabetes mellitus type 2.
Bij placebo-gecontroleerde onderzoeken werden meer dan 1800 patiënten behandeld met de
therapeutische dosis van tweemaal daags 2,5 mg linagliptine (of het bio-equivalent: eenmaal daags
5 mg linagliptine) in combinatie met metformine gedurende 12/24 weken.
De meest frequent gemelde bijwerking voor linagliptine plus metformine was diarree (1,6%), met een
vergelijkbare incidentie bij metformine plus placebo (2,4%).
Er kan hypoglykemie optreden wanneer Jentadueto samen wordt toegediend met een
sulfonylureumderivaat ( 1 geval per 10 patiënten).
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
Hieronder zijn de bijwerkingen die zijn gemeld in alle klinische onderzoeken met de combinatie
linagliptine + metformine of in klinische onderzoeken met een van de werkzame stoffen (linagliptine
of metformine), of die afkomstig zijn uit post-marketingervaring, op basis van systeem/orgaanklasse
weergegeven. Eerder gemelde bijwerkingen met een van de afzonderlijke werkzame stoffen zouden
ook bijwerkingen kunnen zijn van Jentadueto, zelfs als deze niet zijn waargenomen in klinische
onderzoeken met dit geneesmiddel.
De bijwerkingen staan vermeld per systeem/orgaanklasse en absolute frequentie. Frequenties worden
gedefinieerd als zeer vaak ( 1/10), vaak ( 1/100, < 1/10), soms ( 1/1000, < 1/100), zelden
( 1/10.000, < 1/1000) of zeer zelden (< 1/10.000) en niet bekend (kan met de beschikbare gegevens
niet worden bepaald).
Gemelde bijwerkingen bij patiënten die linagliptine+metformine alleen (als afzonderlijke
werkzame stof of in combinatie) of als aanvulling op andere antidiabetische therapieën
kregen in klinisch onderzoek en op basis van post-marketingervaring
Systeem/orgaanklasse
Frequentie van bijwerking
Bijwerking
Infecties en parasitaire aandoeningen
Nasofaryngitis
soms
Immuunsysteemaandoeningen
Overgevoeligheid
soms
(bijv. bronchiale hyperreactiviteit)
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Hypoglykemie1
zeer vaak
Lactaatacidose§
zeer zelden
Vitamine-B12-deficiëntie§
zeer zelden
Zenuwstelselaandoeningen
Smaakstoornissen§
vaak
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en
mediastinumaandoeningen
Hoesten
soms
Maagdarmstelselaandoeningen
Verminderde eetlust
soms
Diarree
vaak
Misselijkheid
vaak
Pancreatitis
zelden#
Braken
soms
Obstipatie2
soms
Buikpijn§
zeer vaak
Lever- en galaandoeningen
Leverfunctiestoornissen2
soms
Hepatitis§
zeer zelden
Huid- en onderhuidaandoeningen
Angio-oedeem
zelden
Urticaria
zelden
Erytheem§
zeer zelden
Huiduitslag
soms
Pruritus
soms
Bulleus pemfigoïd
zelden#
Onderzoeken
soms
Verhoogd lipase*
vaak
*
gebaseerd op lipaseverhogingen >3x ULN waargenomen in klinische onderzoeken
#
op basis van Cardiovasculair en renaal veiligheidsonderzoek van linagliptine (CARMELINA),
zie ook hieronder
§
gemelde bijwerkingen bij patiënten die metformine kregen als monotherapie, en die niet werden
waargenomen bij patiënten die Jentadueto kregen. Zie voor aanvullende informatie de
samenvatting van de productkenmerken voor metformine
1
waargenomen bijwerking bij combinatie van Jentadueto met sulfonylureumderivaat
2
waargenomen bijwerking bij combinatie van Jentadueto met insuline
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Hypoglykemie
In een onderzoek werd linagliptine gegeven als aanvullende therapie bij metformine plus
sulfonylureumderivaat. Wanneer linagliptine en metformine toegediend werden in combinatie met een
sulfonylureumderivaat, was hypoglykemie de meest gemelde bijwerking (linagliptine plus metformine
plus sulfonylureumderivaat 23,9% en 16,0% in placebo plus metformine plus sulfonylureumderivaat).
Wanneer linagliptine en metformine toegediend werden in combinatie met insuline, was
hypoglykemie de meest gemelde bijwerking, maar trad op in vergelijkbare frequentie wanneer placebo
en metformine werden gecombineerd met insuline (linagliptine plus metformine plus insuline 29,5%
en 30,9% in de placebo plus metformine plus insuline groep) met een lage frequentie van ernstige
(waarbij assistentie nodig was) episodes (1,5% en 0,9%).
Andere bijwerkingen
Maagdarmstelselaandoeningen zoals misselijkheid, braken, diarree en verminderde eetlust en buikpijn
komen het vaakst voor tijdens instelling van de therapie met Jentadueto of metforminehydrochloride
en verdwijnen in de meeste gevallen spontaan. Ter voorkoming hiervan wordt aanbevolen om
Jentadueto tijdens of na de maaltijd in te nemen. Ook een langzame verhoging van de dosis van
metforminehydrochloride kan de gastro-intestinale verdraagbaarheid verbeteren.
Langetermijnbehandeling met metformine is in verband gebracht met een afname van de
vitamine-B12-absorptie, wat in zeer zeldzame gevallen kan resulteren in klinisch significante
vitamine-B12-deficiëntie (bijv. megaloblastische anemie).
Cardiovasculair en renaal veiligheidsonderzoek van linagliptine (CARMELINA)
Het CARMELINA-onderzoek evalueerde de cardiovasculaire en renale veiligheid van linagliptine
versus placebo bij patiënten met type 2-diabetes en met verhoogd cardiovasculair risico op basis van
een voorgeschiedenis van vastgestelde macrovasculaire of renale aandoening (zie rubriek 5.1). Het
onderzoek omvatte 3494 met linagliptine (5 mg) behandelde patiënten en 3485 met placebo
behandelde patiënten. Beide behandelingen werden toegevoegd aan standaardzorg gericht op regionale
standaarden voor HbA1c en cardiovasculaire risicofactoren. De totale incidentie van bijwerkingen en
ernstige bijwerkingen bij met linagliptine behandelde patiënten en bij met placebo behandelde
patiënten was vergelijkbaar. De veiligheidsgegevens van dit onderzoek waren in lijn met het eerdere
veiligheidsprofiel van linagliptine.
In de behandelde populatie werden ernstige hypoglykemische voorvallen (waarbij assistentie nodig
was) gerapporteerd bij 3,0% van de patiënten die werden behandeld met linagliptine en bij 3,1% van
de patiënten die werden behandeld met placebo. Onder de patiënten die sulfonylureum gebruikten bij
baseline, was de incidentie van ernstige hypoglykemie 2,0% bij patiënten die werden behandeld met
linagliptine en 1,7% bij patiënten die placebo kregen. Onder patiënten die insuline gebruikten bij
baseline, was de incidentie van ernstige hypoglykemie 4,4% bij patiënten die werden behandeld met
linagliptine en 4,9% bij patiënten die werden behandeld met placebo.
In de totale observatieperiode van het onderzoek werd acute pancreatitis (bevestigd door een
onafhankelijke commissie) gerapporteerd bij 0,3% van de patiënten de werden behandeld met
linagliptine en bij 0,1% van de patiënten die placebo kregen.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Linagliptine
Tijdens gecontroleerd klinisch onderzoek bij gezonde proefpersonen werden enkelvoudige doses van
maximaal 600 mg linagliptine (gelijk aan 120 keer de aanbevolen dosis) niet geasocieerd met een
dosisafhankelijke toename in bijwerkingen. Er is geen ervaring met doses boven 600 mg bij de mens.
Metformine
Er is geen hypoglykemie waargenomen bij doses metforminehydrochloride tot 85 g, hoewel onder
dergelijke omstandigheden lactaatacidose is voorgekomen. Een hoge overdosis
metforminehydrochloride of bijkomende risico´s kunnen leiden tot lactaatacidose. Lactaatacidose is
een medisch spoedgeval dat in het ziekenhuis behandeld moet worden. De meest effectieve methode
om lactaat en metforminehydrochloride te verwijderen is hemodialyse.
Behandeling
In geval van een overdosering is het verstandig om de standaard ondersteunende maatregelen te
nemen, bijv. het verwijderen van niet-geresorbeerd materiaal uit het maag-darmkanaal, klinische
controle en indien nodig klinische maatregelen.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: geneesmiddelen gebruikt bij diabetes, combinaties van orale
bloedglucoseverlagende middelen, ATC-code: A10BD11
Jentadueto combineert twee bloedglucoseverlagende geneesmiddelen met complementaire
werkingsmechanismen om de bloedglucoseregulering van patiënten met diabetes type 2 te verbeteren:
linagliptine, een dipeptidylpeptidase 4 (DPP-4)-remmer en metforminehydrochloride, een middel uit
de biguanideklasse.
Linagliptine
Werkingsmechanisme
Linagliptine remt het enzym DPP-4 (Dipeptidylpeptidase-4), een enzym dat betrokken is bij het
inactiveren van de incretinehormonen GLP-1 en GIP (glucagonachtig peptide-1 en glucoseafhankelijk
insulinotroop polypeptide). Deze hormonen worden snel afgebroken door het enzym DPP-4. Beide
incretinehormonen zijn betrokken bij de fysiologische regulatie van glucosehomeostase. Incretinen
worden gedurende de dag op een laag basisniveau afgegeven en de spiegels stijgen direct na de
maaltijd. GLP-1 en GIP verhogen de biosynthese en afscheiding van insuline vanuit bètacellen in de
alvleesklier in aanwezigheid van normale en verhoogde bloedglucosegehalten. Daarnaast verlaagt
GLP-1 ook de glucagonafscheiding uit alfacellen in de alvleesklier, wat leidt tot een daling van de
glucose-output in de lever. Linagliptine bindt zeer effectief en reversibel aan DPP-4 en leidt dus tot
een langdurige toename en een verlenging van actieve incretinegehalten. Linagliptine veroorzaakt een
glucose-afhankelijke verhoging van de insulineafscheiding en verlaging van de glucagonafscheiding
en leidt dus tot een algemene verbetering van de glucosehomeostase. Linagliptine bindt selectief aan
DPP-4 en vertoont een > 10.000-voudige selectiviteit versus DPP-8- of DPP-9-activiteit in vitro.
Metforminehydrochloride heeft drie werkingsmechanismen:
(1) vermindering van de glucoseproductie in de lever door remming van de gluconeogenese en
glycogenolyse,
(2) in de spieren een verhoging van de insulinegevoeligheid, waardoor de perifere glucoseopname en
het glucoseverbruik toenemen,
(3) en vertraging van de glucoseabsorptie in de darmen.
Metforminehydrochloride stimuleert de intracellulaire glycogeensynthese door inwerking op
glycogeensynthase.
Metforminehydrochloride verhoogt de transportcapaciteit van alle typen membraanglucosetransporters
(GLUT's) die tot op heden bekend zijn.
Bij de mens heeft metforminehydrochloride gunstige effecten op het vetmetabolisme, onafhankelijk
van de bloedglucoseverlagende werking. Dit is aangetoond bij therapeutische doses in gecontroleerde,
middellange- en langetermijn klinische studies: metforminehydrochloride verlaagt de totale
cholesterol-, de LDL-cholesterol- en de triglyceridenspiegel.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
Linagliptine als aanvulling op metforminetherapie
De werkzaamheid en veiligheid van linagliptine in combinatie met metformine bij patiënten met
onvoldoende bloedglucoseregulering via metformine als monotherapie werden geëvalueerd in een
dubbelblind placebo-gecontroleerd onderzoek met een duur van 24 weken. Toevoeging van
linagliptine aan metformine bood significante verbeteringen in HbA1c (verandering van -0,64% in
vergelijking met placebo), ten opzichte van een gemiddelde baseline HbA1c van 8%. Linagliptine
zorgde ook voor significante verbeteringen in de nuchtere plasmaglucose (FPG) met -21,1 mg/dl en de
postprandiale glucose (PPG) na 2 uur met -67,1 mg/dl in vergelijking met placebo, alsmede voor een
groter aandeel van de patiënten dat een streef-HbA1c bereikte van < 7,0% (28,3% met linagliptine
versus 11,4% met placebo). De waargenomen incidentie van hypoglykemie was bij behandeling met
linagliptine vergelijkbaar met placebo. Het lichaamsgewicht verschilde niet significant tussen de
groepen.
In een 24 weken durend, placebogecontroleerd, factorieel onderzoek naar initiële behandeling gaf
tweemaal daags 2,5 mg linagliptine in combinatie met metformine (tweemaal daags 500 mg of
1000 mg) significant meer verbetering van de bloedglucoseparameters dan beide middelen als
monotherapie, zoals samengevat in tabel 3 (gemiddelde baseline HbA1c 8,65%).
Bloedglucoseparameters bij afsluitend bezoek (in onderzoek van 24 weken) voor
linagliptine en metformine, alleen en in combinatie bij patiënten met diabetes mellitus
type 2 die niet optimaal zijn gereguleerd via dieet en lichaamsbeweging
Placeb Linagli
Metfor
Linagliptine
Metfor
Linagliptine
o
ptine
mine
2,5 mg
mine
2,5 mg
5 mg
HCl
tweemaal
HCl
tweemaal
eenmaa
500 mg
daags1 +
1000 m
daags1
+
l daags1
tweema
metformine
g
metformine
al daags HCl
tweema
HCl 1000 mg
500 mg
al daags tweemaal daags
tweemaal
daags
HbA1c (%)
Aantal patiënten
n = 65
n = 135
n = 141
n = 137
n = 138
n = 140
Baseline (gemiddeld)
8,7
8,7
8,7
8,7
8,5
8,7
Verandering ten
opzichte van baseline
0,1
-0,5
-0,6
-1,2
-1,1
-1,6
(gecorrigeerd
gemiddelde)
Verschil met placebo
--
-0,6
-0,8
-1,3
-1,2
-1,7
(gecorrigeerd
(-0,9, -0, (-1,0, -0, (-1,6, -1,1)
(-1,5, -0, (-2,0, -1,4)
gemiddelde) (95% BI)
3)
5)
9)
Patiënten (n, %) die
7
14
27
43
42 (30,7)
76 (54,3)
HbA1c < 7% bereiken
(10,8)
(10,4)
(19,1)
(31,2)
Patiënten (%) die
rescuebehandeling
29,2
11,1
13,5
7,3
8,0
4,3
kregen
FPG (mg/dl)
Aantal patiënten
n = 61
n = 134
n = 136
n = 135
n = 132
n = 136
Baseline (gemiddeld)
203
195
191
199
191
196
Verandering ten
opzichte van baseline
10
-9
-16
-33
-32
-49
(gecorrigeerd
gemiddelde)
Verschil met placebo
--
-19
-26
-43
-42
-60
(gecorrigeerd
(-31, -6)
(-38, -14 (-56, -31)
(-55, -30 (-72, -47)
gemiddelde) (95% BI)
)
)
1 Totale dagdosis van linagliptine komt overeen met 5 mg
De gemiddelde HbA1c-afnames t.o.v. baseline waren doorgaans groter bij patiënten met hogere
baseline HbA1c-waarden. De effecten op plasmalipiden waren doorgaans neutraal. De afname van het
lichaamsgewicht bij de combinatie linagliptine en metformine was vergelijkbaar met die
waargenomen bij metformine alleen of placebo; met linagliptine alleen werd geen verandering in
gewicht ten opzichte van baseline waargenomen. De incidentie van hypoglykemie was vergelijkbaar
bij de verschillende behandelingsgroepen (placebo 1,4%, linagliptine 5 mg 0%, metformine 2,1%, en
linagliptine 2,5 mg plus metformine tweemaal daags 1,4%).
De werkzaamheid en veiligheid van linagliptine 2,5 mg tweemaal daags versus 5 mg eenmaal daags in
combinatie met metformine bij patiënten met onvoldoende bloedglucoseregulering via metformine als
monotherapie werden geëvalueerd in een dubbelblind placebo-gecontroleerd onderzoek met een duur
van 12 weken. Linagliptine 5 mg eenmaal daags en 2,5 mg tweemaal daags leverden vergelijkbare
(BI: -0,07; 0,19) significante HbA1c-afnames op van -0,80% (t.o.v. baseline 7,98%), en -0,74% (t.o.v.
baseline 7,96%) in vergelijking met placebo. De waargenomen incidentie van hypoglykemie was bij
behandeling met linagliptine vergelijkbaar met placebo. Het lichaamsgewicht verschilde niet
significant tussen de groepen.
Linagliptine als aanvulling op een combinatie van metformine en empagliflozinetherapie
Bij patiënten die onvoldoende gecontroleerd worden met metformine en empagliflozine (10 mg
(n=247) of 25 mg (n=217)) leverde een 24 weken durende aanvullende behandeling met linagliptine
5 mg een aangepaste gemiddelde HbA1c-afname vanaf baseline op van respectievelijk -0,53%
(significant verschil met placebo als aanvulling -0,32% (95% BI -0,52; -0,13)) en -0,58% (significant
verschil met placebo als aanvulling -0,47% (95% BI -0,66; -0,28)). Een statistisch significant groter
deel van de patiënten met een baseline HbA1c 7,0% en behandeling met linagliptine 5 mg bereikte
een doel HbA1c van <7% vergeleken met placebo.
Linagliptine in combinatie met metformine en insuline
Er is een placebogecontroleerd onderzoek van 24 weken uitgevoerd ter beoordeling van de
werkzaamheid en veiligheid van linagliptine (5 mg eenmaal daags) als aanvulling op insuline met of
zonder metformine. Tijdens dit onderzoek nam 83% van de patiënten metformine in combinatie met
insuline. Linagliptine in combinatie met metformine plus insuline bood significante verbeteringen in
HbA1c in deze subgroep met een aangepaste gemiddelde verandering van -0,68% (BI: -0,78; -0,57) ten
opzichte van baseline (gemiddelde baseline HbA1c 8,28%) in vergelijking met placebo in combinatie
met metformine plus insuline. Er was in beide groepen geen verandering van betekenis in het
lichaamsgewicht ten opzichte van baseline.
Linagliptine 24-maanden gegevens, als aanvullingstherapie op metformine in vergelijking met
glimepiride
In een onderzoek, waarin de werkzaamheid en veiligheid van aanvulling met 5 mg linagliptine of
glimepiride (gemiddelde dosis 3 mg) werd vergeleken bij patiënten met inadequate
bloedglucoseregulatie met metformine als monotherapie, was de gemiddelde afname in HbA1c -0,16%
met linagliptine (gemiddelde baseline HbA1c 7,69%) en -0,36% met glimepiride (gemiddelde baseline
HbA1c 7,69%), met een gemiddeld behandelverschil van 0,20% (97,5% BI: 0,09; 0,299). De incidentie
van hypoglykemie was in de linagliptinegroep (7,5%) significant lager dan in de glimepiridegroep
(36,1%). De patiënten die met linagliptine werden behandeld, hadden een significante gemiddelde
verlaging van het lichaamsgewicht ten opzichte van baseline tegen een significante gewichtstoename
bij patiënten die glimepiride kregen (-1,39 vs. +1,29 kg).
Linagliptine als aanvullende behandeling bij ouderen (leeftijd 70 jaar) met diabetes type 2
De werkzaamheid en veiligheid van linagliptine bij ouderen (leeftijd 70 jaar) met diabetes type 2
werden geëvalueerd in een dubbelblind onderzoek met een duur van 24 weken. Patiënten kregen
metformine en/of een sulfonylureumderivaat en/of insuline als achtergrondtherapie. De doseringen
van achtergrondbehandeling met antidiabetische geneesmiddelen werden tijdens de eerste 12 weken
stabiel gehouden; daarna werden aanpassingen toegestaan. Linagliptine bood significante
verbeteringen in HbA1c (verandering van -0,64% in vergelijking met placebo na 24 weken), ten
opzichte van een gemiddelde baseline HbA1c van 7,8%. Linagliptine liet ook significante
verbeteringen zien in de nuchtere plasmaglucose (FPG) in vergelijking met placebo. Het
lichaamsgewicht verschilde niet significant tussen de groepen.
In een gepoolde analyse bij oudere patiënten (leeftijd 70 jaar) met diabetes type 2 (n=183) die zowel
metformine als basale insuline als achtergrondtherapie innamen, bood linagliptine in combinatie met
metformine plus insuline significante verbeteringen in HbA1c-parameters met een aangepaste
Cardiovasculair en renaal veiligheidsonderzoek van linagliptine (CARMELINA)
CARMELINA was een gerandomiseerd onderzoek onder 6979 patiënten met type 2-diabetes met
verhoogd cardiovasculair risico op basis van een voorgeschiedenis van vastgestelde macrovasculaire
of renale aandoening, die werden behandeld met linagliptine 5 mg (3494) of placebo (3485) als
toevoeging aan de standaardzorg gericht op regionale standaarden voor HbA1c, cardiovasculaire
risicofactoren en renale aandoening. De onderzoekspopulatie omvatte 1211 (17,4%) patiënten van 75
jaar en 4348 (62,3%) patiënten met nierinsufficiëntie. Ongeveer 19% van de populatie had eGFR 45
tot < 60 ml/min/1,73 m2, 28% van de populatie had eGFR 30 tot < 45 ml/min/1,73 m2 en 15% had
eGFR < 30 ml/min/1,73 m2. De gemiddelde HbA1c bij baseline was 8,0%.
Het onderzoek werd opgezet om de non-inferioriteit aan te tonen voor het primaire cardiovasculaire
eindpunt dat een samenstelling was van het eerste optreden van cardiovasculair overlijden of een niet-
fataal myocardinfarct (MI) of een niet-fataal CVA (3P-MACE). Het renale samengestelde eindpunt
werd gedefinieerd als renaal overlijden of langdurig eindstadium van nierinsufficiëntie of langdurige
verlaging van eGFR met 40% of meer.
Na een mediane follow-up van 2,2 jaar gaf linagliptine, toegevoegd aan standaardzorg, geen grotere
kans op majeure cardiovasculaire of renale voorvallen. Er was ook geen grotere kans op
ziekenhuisopname voor hartfalen vergeleken bij standaardzorg met placebo bij patiënten met type 2-
diabetes. Ziekenhuisopname voor hartfalen was een additioneel eindpunt beoordeeld door een
onafhankelijke commissie (zie tabel 4).
Tabel 4
Cardiovasculaire en renale uitkomsten per behandelingsgroep in het CARMELINA-
onderzoek
Linagliptine 5 mg
Placebo
Hazardratio
Aantal
Incidentie per
Aantal
Incidentie per
(95% BI)
proefpersonen
1000 PY*
proefpersonen
1000 PY*
(%)
(%)
Aantal patiënten
3494
3485
Primaire CV-
434 (12,4)
57,7
420 (12,1)
56,3
1,02 (0,89,
samenstelling
1,17)**
(cardiovasculair
overlijden, niet-
fataal MI, niet-fataal
CVA)
Secundaire renale
327 (9,4)
48,9
306 (8,8)
46,6
1,04 (0,89,
samenstelling
1,22)
(renaal overlijden,
ESRD, 40%
langdurige verlaging
van eGFR)
Overlijden ongeacht
367 (10,5)
46,9
373 (10,7)
48,0
0,98 (0,84,
de oorzaak
1,13)
Cardiovasculair
255 (7,3)
32,6
264 (7,6)
34
0,96 (0,81,
overlijden
1,14)
Ziekenhuisopname
209 (6,0)
27,7
226 (6,5)
30,4
0,90 (0,74,
wegens hartfalen
1,08)
*
PY = patiëntjaren
** Test op non-inferioriteit om aan te tonen dat de bovengrens van het 95% BI voor de hazardratio minder is dan 1,3
Cardiovasculair veiligheidsonderzoek van linagliptine (CAROLINA)
CAROLINA was een gerandomiseerd onderzoek met 6033 patiënten met vroege diabetes type 2 en
een verhoogd cardiovasculair risico of vastgestelde complicaties die werden behandeld met
linagliptine 5 mg (3023) of glimepiride 1-4 mg (3010) als aanvulling op de standaardzorg (inclusief
achtergrondbehandeling met metformine bij 83% van de patiënten), gericht op regionale standaarden
voor HbA1c en cardiovasculaire risicofactoren. De gemiddelde leeftijd van de onderzoekspopulatie
was 64 jaar, waaronder 2030 (34%) patiënten van 70 jaar. De onderzoekspopulatie omvatte onder
meer 2089 (35%) patiënten met hart- en vaatziekte en 1130 (19%) patiënten met nierinsufficiëntie met
eGFR < 60 ml/min/1,73m2 bij baseline. De gemiddelde HbA1c bij baseline was 7,15%.
Het onderzoek werd opgezet om non-inferioriteit aan te tonen voor het primaire cardiovasculaire
eindpunt: het samengesteld eindpunt van het eerste optreden van cardiovasculaire sterfte of van een
niet-fataal myocardinfarct (MI) of van een niet-fatale beroerte (3P-MACE).
Na een mediane follow-up van 6,25 jaar gaf linagliptine, indien toegevoegd aan de standaardzorg,
geen grotere kans op belangrijke cardiovasculaire events (zie tabel 5) in vergelijking met glimepiride.
De resultaten waren consistent voor patiënten die werden behandeld met of zonder metformine.
Tabel 5
Belangrijke cardiovasculaire voorvallen (MACE) en mortaliteit per behandelingsgroep in
het CAROLINA-onderzoek
Linagliptine 5 mg
Glimepiride (1-4 mg)
Hazard Ratio
Aantal
Incidentie
Aantal
Incidentie
(95% BI)
proefperson
per
proefpersonen
per
en (%)
1000 PY*
(%)
1000 PY*
Aantal patiënten
3023
3010
Primaire
356 (11,8)
20,7
362 (12,0)
21,2
0,98 (0,84;
CV-samengesteld
1,14)**
eindpunt
(cardiovasculair
overlijden,
niet-fataal MI,
niet-fataal CVA)
Overlijden ongeacht
308 (10,2)
16,8
336 (11,2)
18,4
0,91 (0,78; 1,06)
de oorzaak
Cardiovasculair
169 (5,6)
9,2
168 (5,6)
9,2
1,00 (0,81; 1,24)
overlijden
Ziekenhuisopname
112 (3,7)
6,4
92 (3,1)
5,3
1,21 (0,92; 1,59)
wegens hartfalen
*
PY = patiëntjaren
** Test op non-inferioriteit om aan te tonen dat de bovengrens van het 95% BI voor de hazardratio minder is dan 1,3
Voor de hele behandelingsperiode (mediane behandelingsduur 5,9 jaar) was het percentage patiënten
met matige of ernstige hypoglykemie 6,5% bij linagliptine versus 30,9% bij glimepiride, en was het
percentage patiënten met ernstige hypoglykemie 0,3% bij linagliptine versus 2,2% bij glimepiride.
- een significante vermindering van het absolute risico van alle diabetesgerelateerde complicaties
in de metforminegroep (29,8 voorvallen per 1000 patiëntjaren) in vergelijking met dieet alleen
(43,3 voorvallen per 1000 patiëntjaren), p=0,0023 en in vergelijking met de gecombineerde
groepen met monotherapie met insuline of een sulfonylureumderivaat (40,1 voorvallen per
1000 patiëntjaren), p=0,0034,
- een significantie vermindering van het absolute risico van alle diabetesgerelateerde mortaliteit:
metformine 7,5 voorvallen per 1000 patiëntjaren, dieet alleen 12,7 voorvallen per
1000 patiëntjaren (p=0,017),
- een significantie vermindering van het absolute risico van alle mortaliteit: metformine:
13,5 voorvallen per 1000 patiëntjaren in vergelijking met dieet alleen: 20,6 voorvallen per
1000 patiëntjaren (p=0,011) en in vergelijking met de gecombineerde groepen met
monotherapie met een sulfonylureumderivaat of insuline: 18,9 voorvallen per 1000 patiëntjaren
(p=0,021),
- een significantie vermindering van het absolute risico van myocardinfarct: metformine
11 voorvallen per 1000 patiëntjaren, dieet alleen 18 voorvallen per 1000 patiëntjaren (p=0,01).
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting om de resultaten in
te dienen van onderzoek met Jentadueto in alle subgroepen van pediatrische patiënten met diabetes
type 2 (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Bio-equivalentiestudies bij gezonde proefpersonen hebben aangetoond dat de
Jentadueto-combinatietabletten (linagliptine/metforminehydrochloride) bio-equivalent zijn aan
combinatiebehandeling met linagliptine en metforminehydrochloride als aparte tabletten.
Toediening van Jentadueto 2,5/1000 mg met voedsel resulteerde niet in een verandering in de totale
blootstelling aan linagliptine. Bij metformine werd geen verandering in de AUC waargenomen,
hoewel de gemiddelde maximale serumconcentratie van metformine met 18% afnam wanneer dit met
voedsel werd toegediend. Bij metformine werd bij gelijktijdige voedselinname een verlenging van de
tijd tot maximale serumconcentraties met 2 uur waargenomen. Deze veranderingen zijn waarschijnlijk
niet klinisch betekenisvol.
Hieronder worden de farmacokinetische eigenschappen van de individuele werkzame stoffen van
Jentadueto beschreven.
Linagliptine
De farmacokinetiek van linagliptine is uitgebreid beschreven bij gezonde proefpersonen en bij
patiënten met diabetes type 2. Na orale toediening van een dosis van 5 mg aan gezonde vrijwilligers of
patiënten werd linagliptine snel geabsorbeerd, met piekplasmaconcentraties (mediane Tmax) 1,5 uur
postdosis.
Plasmaconcentraties van linagliptine dalen trifasisch met een lange terminale halfwaardetijd (terminale
halfwaardetijd voor linagliptine meer dan 100 uur), die voornamelijk verband houdt met de
verzadigbare, sterke binding van linagliptine aan DPP-4 en die niet bijdraagt aan accumulatie van de
actieve stof. De effectieve halfwaardetijd voor accumulatie van linagliptine, bepaald aan de hand van
orale toediening van meervoudige doses van 5 mg linagliptine, is ongeveer 12 uur. Na eenmaal daagse
toediening van 5 mg linagliptine worden bij de derde dosis steady-state plasmaconcentraties bereikt.
Plasma-AUC van linagliptine nam ongeveer 33% toe na doses van 5 mg bij steady-state vergeleken
met de eerste dosis. De intrasubject- en intersubject-variatiecoëfficiënten voor de AUC van
Absorptie
De absolute biologische beschikbaarheid van linagliptine is ongeveer 30%. Gelijktijdige toediening
van een vetrijke maaltijd en linagliptine verlengde de tijd tot het bereiken van Cmax met 2 uur en
verlaagde Cmax met 15%, maar er werd geen invloed op de AUC0-72uur gezien. Er wordt geen klinisch
relevant effect op wijzigingen in Cmax en Tmax verwacht; linagliptine kan dus worden toegediend met of
zonder voedsel.
Distributie
Vanwege weefselbinding is het gemiddelde schijnbare distributievolume bij steady-state na een
enkelvoudige dosis van 5 mg linagliptine via intraveneuze toediening aan gezonde proefpersonen
ongeveer 1110 liter. Dit betekent dat linagliptine uitgebreid wordt verspreid over de weefsels. De
plasma-eiwitbinding van linagliptine is concentratie-afhankelijk en daalt van circa 99% bij 1 nmol/l tot
75-89% bij 30 nmol/l, een weerspiegeling van de verzadiging van binding aan DPP-4 met
toenemende concentratie van linagliptine.Bij hoge concentraties, waarbij DPP-4 volledig verzadigd is,
bond 70-80% van de linagliptine aan andere plasma-eiwitten dan DPP-4, en 20-30% was ongebonden
in plasma.
Biotransformatie
Na een orale dosis van 10 mg [14C]-linagliptine werd circa 5% van de radioactiviteit in de urine
uitgescheiden. De stofwisseling speelt een ondergeschikte rol in de uitscheiding van linagliptine. Er
werd één belangrijke metaboliet gevonden met een relatieve blootstelling van 13,3% van linagliptine
bij steady-state, die farmacologisch inactief bleek te zijn en dus niet bijdraagt aan de remmende
activiteit van linagliptine op plasma-DPP-4.
Eliminatie
Na toediening van een orale dosis [14C]-linagliptine aan gezonde proefpersonen werd ongeveer 85%
van de toegediende radioactiviteit binnen 4 dagen na toediening geëlimineerd in de feces (80%) of de
urine (5%). Renale klaring bij steady-state was ongeveer 70 ml/min.
Nierinsufficiëntie
Onder steady-state omstandigheden was de blootstelling aan linagliptine bij patiënten met milde
nierinsufficiëntie vergelijkbaar met die van gezonde proefpersonen. Bij gematigde nierinsufficiëntie
werd een matige toename in de blootstelling gezien die ongeveer 1,7 maal hoger was vergeleken met
de controlegroep. Blootstelling bij patiënten met T2DM en ernstig verminderde nierfunctie was
ongeveer 1,4-voudig verhoogd vergeleken met patiënten met T2DM en een normale nierfunctie.
Steady-state voorspellingen voor de AUC van linagliptine bij patiënten met ESRD duidden op een
vergelijkbare blootstelling met die van patiënten met gematigde of ernstige nierinsufficiëntie.
Daarnaast wordt niet verwacht dat linagliptine in een therapeutisch significante mate wordt
uitgescheiden door hemodialyse of peritoneale dialyse. Er wordt geen dosisaanpassing van linagliptine
aanbevolen bij patiënten met nierinsufficiëntie; daarom kan het gebruik van linagliptine als tablet met
één middel bij dezelfde totale dagdosis van 5 mg worden voortgezet als Jentadueto vanwege
aanwijzingen voor nierinsufficiëntie wordt stopgezet.
Leverinsufficiëntie
Bij patiënten met lichte, matige en ernstige leverinsufficiëntie (volgens de classificatie van
Child-Pugh) waren de gemiddelde AUC en Cmax van linagliptine vergelijkbaar met gezonde,
overeenkomstige controlegroepen na toediening van meervoudige doses van 5 mg linagliptine.
Geslacht
Volgens fase I- en fase II-gegevens uit een populatiefarmacokinetisch onderzoek had geslacht geen
klinisch relevant effect op de farmacokinetiek van linagliptine.
Ouderen
Leeftijd had volgens analyse van fase I- en fase II-gegevens uit een populatiefarmacokinetisch
onderzoek geen klinisch relevante invloed op de farmacokinetiek van linagliptine. Ouderen (65 tot 80,
oudste patiënt 78 jaar) hadden vergelijkbare plasmaconcentraties linagliptine vergeleken met jongere
proefpersonen. De dalconcentraties van linagliptine werden ook gemeten bij ouderen (leeftijd
70 jaar) met diabetes type 2 tijdens een fase III-onderzoek met een duur van 24 weken. De gemeten
linagliptineconcentraties in dit onderzoek vielen binnen het bereik van de concentraties die eerder
waargenomen waren bij jongere patiënten met diabetes type 2.
Pediatrische patiënten
In een pediatrische fase II-studie werden de farmacokinetiek en farmacodynamiek van 1 mg en 5 mg
linagliptine onderzocht bij kinderen en adolescenten van 10 tot 18 jaar met type 2 diabetes mellitus.
De waargenomen farmacokinetische en farmacodynamische karakteristieken kwamen overeen met de
karakteristieken die bij volwassen patiënten werden waargenomen. Linagliptine 5 mg was superieur
aan 1 mg wat betreft DPP-4-remming bij de dalconcentratie (72% vs. 32%, p = 0,0050) en liet een
numeriek grotere afname zien wat betreft de gecorrigeerde gemiddelde verandering vanaf baseline in
HbA1c (-0,63% vs. -0,48%, n.s.). Gezien de beperkte dataset dienen de gegevens met voorzichtigheid
te worden geïnterpreteerd.
Etniciteit
Etniciteit was niet van duidelijke invloed op de plasmaconcentratie van linagliptine op basis van een
samengestelde analyse van beschikbare farmacokinetische gegevens, waaronder patiënten van blanke,
Latijns-Amerikaanse, Afrikaanse en Aziatische afkomst. In gerichte fase I-onderzoeken bleken
bovendien de farmacokinetische eigenschappen van linagliptine vergelijkbaar onder gezonde
proefpersonen van Japanse, Chinese en blanke afkomst en patiënten met diabetes type 2 van
Afrikaans-Amerikaanse afkomst.
Metformine
Absorptie
Na een orale dosis metformine wordt de Tmax in 2,5 uur bereikt. De absolute biologische
beschikbaarheid van een metforminehydrochloridetablet van 500 mg of 850 mg is circa 50-60% bij
gezonde proefpersonen. Na een orale dosis is de niet-geresorbeerde fractie in de feces 20-30%.
Na orale toediening is de absorptie van metforminehydrochloride verzadigbaar en incompleet. Er
wordt aangenomen dat de farmacokinetiek van de absorptie van metforminehydrochloride niet-lineair
is.
Bij de aanbevolen doses en doseringsschema´s van metforminehydrochloride worden de steady-state
plasmaconcentraties binnen 24 tot 48 uur bereikt en zijn deze doorgaans lager dan 1 microgram/ml. In
gecontroleerde klinische onderzoeken kwam de maximale plasmaconcentratie van
metforminehydrochloride (Cmax) niet boven 5 microgram/ml, zelfs niet bij de maximale dosering.
De aanwezigheid van voedsel vermindert de absorptie van metforminehydrochloride en vertraagt deze
enigszins. Na toediening van een dosis van 850 mg was de piekplasmaconcentratie 40% lager, de
AUC 25% lager en de tijd tot aan de piekplasmaconcentratie 35 minuten langer. De klinische
relevantie van deze afnames is niet bekend.
Biotransformatie
Metforminehydrochloride wordt onveranderd in de urine uitgescheiden. Er zijn bij de mens geen
metabolieten gevonden.
Eliminatie
De renale klaring van metforminehydrochloride is > 400 ml/min, waaruit blijkt dat
metforminehydrochloride wordt geëlimineerd door glomerulaire filtratie en tubulaire secretie. Na een
orale dosis is de schijnbare terminale eliminatiehalfwaardetijd circa 6,5 uur.
Wanneer de nierfunctie beperkt is, neemt de renale klaring proportioneel met die van creatinine af,
waardoor de eliminatiehalfwaardetijd wordt verlengd, wat leidt tot verhoogde concentraties
metforminehydrochloride in het plasma.
Pediatrische patiënten
Onderzoek met eenmalige dosis: na eenmalige dosis metforminehydrochloride 500 mg was het
farmacokinetische profiel van pediatrische patiënten vergelijkbaar met dat van gezonde volwassenen.
Onderzoek met meerdere doses: de gegevens zijn beperkt tot één onderzoek. Na herhaalde doses van
500 mg tweemaal daags gedurende 7 dagen bij pediatrische patiënten waren de
piekplasmaconcentratie (Cmax) en systemische blootstelling (AUC0-t) afgenomen met respectievelijk
circa 33% en 40% in vergelijking met diabetische volwassenen die herhaalde doses van 500 mg
tweemaal daags kregen gedurende 14 dagen. Omdat de dosis individueel wordt getitreerd op basis van
de bloedglucoseregulering, is de klinische relevantie hiervan beperkt.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Linagliptine plus metformine
Bij ratten werden gedurende maximaal 13 weken algemene toxiciteitsstudies uitgevoerd met
gelijktijdige toediening van linagliptine en metformine. De enige waargenomen interactie tussen
linagliptine en metformine was een vermindering van de toename in lichaamsgewicht. Er werd geen
andere additieve toxiciteit als gevolg van de combinatie van linagliptine en metformine waargenomen
bij AUC-blootstellingsniveaus tot respectievelijk 2 en 23 maal de blootstelling bij mensen.
Een onderzoek naar de embryofoetale ontwikkeling bij zwangere ratten duidde niet op een teratogeen
effect als gevolg van de gelijktijdige toediening van linagliptine en metformine bij
AUC-blootstellingsniveaus tot respectievelijk 4 en 30 maal de blootstelling bij mensen.
Linagliptine
De lever, nieren en het maagdarmkanaal zijn de belangrijkste organen waar toxiciteit optreedt bij
muizen en ratten bij herhaalde doseringen linagliptine van meer dan 300 maal de blootstelling bij de
mens.
Bij ratten werden effecten op voortplantingsorganen, schildklier en de lymfoïde organen gezien bij
meer dan 1500 keer de blootstelling bij de mens. Er werden sterke pseudo-allergische reacties gezien
bij honden bij middelgrote doses, die secundair leidden tot cardiovasculaire veranderingen, die als
hond-specifiek werden beschouwd. Lever, nieren, maag, voortplantingsorganen, thymus, milt en
lymfeklieren waren doelorganen van toxiciteit in cynomolgusapen bij meer dan 450 keer de
blootstelling bij de mens. Bij meer dan 100 keer de blootstelling bij de mens was maagirritatie de
belangrijkste bevinding in deze apen.
Linagliptine en zijn belangrijkste metaboliet vertoonden geen genotoxisch potentieel.
Uit orale 2-jaarscarcinogeniciteitsonderzoeken bij ratten en muizen bleken geen aanwijzingen van
carcinogeniciteit bij ratten of mannelijke muizen. Een significant hogere incidentie van maligne
De NOAEL voor vruchtbaarheid, vroege embryonale ontwikkeling en teratogeniciteit bij ratten werd
vastgesteld op > 900 keer de blootstelling bij de mens. De NOAEL voor maternale, embryofoetale en
nageslachtgebonden toxiciteit bij ratten was 49 keer de blootstelling bij de mens. Er werden geen
teratogene effecten gezien bij konijnen bij > 1000 keer de blootstelling bij de mens. Een NOAEL van
78 keer de blootstelling bij de mens werd afgeleid voor embryofoetale toxiciteit bij konijnen, en voor
maternale toxiciteit bedroeg de NOAEL 2,1 keer de blootstelling bij de mens. Het wordt dan ook
onwaarschijnlijk geacht dat linagliptine van invloed is op de voortplanting bij therapeutische
blootstellingen bij de mens.
Metformine
Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig
van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij herhaalde
dosering, genotoxiciteit, carcinogeen potentieel, reproductie- en ontwikkelingstoxiciteit.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Tabletkern
Arginine
Copovidon
Magnesiumstearaat
Maïszetmeel
Colloïdaal watervrij silica
Jentadueto 2,5 mg/850 mg filmomhulde tabletten
Filmomhulling
Hypromellose
Titaniumdioxide (E171)
Talk
Geel ijzeroxide (E172)
Rood ijzeroxide (E172)
Propyleenglycol
Jentadueto 2,5 mg/1000 mg filmomhulde tabletten
Filmomhulling
Hypromellose
Titaniumdioxide (E171)
Talk
Rood ijzeroxide (E172)
Propyleenglycol
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
Houdbaarheid
3 jaar
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities wat betreft de temperatuur.
Blisterverpakking
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
Fles
De fles zorgvuldig gesloten houden ter bescherming tegen vocht.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
- Verpakkingsgrootten van 10 x 1, 14 x 1, 28 x 1, 30 x 1, 56 x 1, 60 x 1, 84 x 1, 90 x 1, 98 x 1,
100 x 1 en 120 x 1 filmomhulde tabletten en multiverpakkingen met 120 (2 verpakkingen van
60 x 1), 180 (2 verpakkingen van 90 x 1), 180 (3 verpakkingen van 60 x 1) en 200
(2 verpakkingen van 100 x 1) filmomhulde tabletten in een aluminium afsluitfolie en een
vormfolie op basis van PVC/polychloortrifluorethyleen/PVC geperforeerde
eenheidsblisterverpakkingen.
- High-Density Polyethyleen (HDPE)-fles met plastic schroefdop en afsluitfolie (aluminium-
polyesterfolielaminaat) en silicagel als droogmiddel. Verpakkingsgrootten van 14, 60 en
180 filmomhulde tabletten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH,
Binger Str. 173,
D-55216 Ingelheim am Rhein,
Duitsland.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Jentadueto 2,5 mg/850 mg filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/001 (10 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/002 (14 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/003 (28 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/004 (30 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/005 (56 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/006 (60 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/007 (84 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/008 (90 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/009 (98 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/010 (100 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/011 (120 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/012 (14 filmomhulde tabletten, fles)
EU/1/12/780/013 (60 filmomhulde tabletten, fles)
EU/1/12/780/014 (180 filmomhulde tabletten, fles)
EU/1/12/780/029 (120 (2 x 60 x 1) filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/030 (180 (2 x 90 x 1) filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/031 (200 (2 x 100 x 1) filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/035 (180 (3 x 60 x 1) filmomhulde tabletten)
Jentadueto 2,5 mg/1000 mg filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/015 (10 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/016 (14 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/017 (28 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/018 (30 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/019 (56 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/020 (60 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/021 (84 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/022 (90 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/023 (98 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/024 (100 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/025 (120 x 1 filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/026 (14 filmomhulde tabletten, fles)
EU/1/12/780/027 (60 filmomhulde tabletten, fles)
EU/1/12/780/028 (180 filmomhulde tabletten, fles)
EU/1/12/780/032 (120 (2 x 60 x 1) filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/033 (180 (2 x 90 x 1) filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/034 (200 (2 x 100 x 1) filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/036 (180 (3 x 60 x 1) filmomhulde tabletten)
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 20 juli 2012
Datum van laatste verlenging: 22 maart 2017
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN
LEVERING EN GEBRUIK
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING
TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET
GENEESMIDDEL
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Boehringer Ingelheim Pharma GmbH & Co. KG
Binger Strasse 173
D-55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
Boehringer Ingelheim Hellas Single Member S.A.
5th km Paiania Markopoulo
Koropi Attiki, 19441
Griekenland
Dragenopharm Apotheker Püschl GmbH
Göllstraße 1
84529 Tittmoning
Duitsland
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hieropvolgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
OMDOOS BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jentadueto 2,5 mg/850 mg filmomhulde tabletten
linagliptine/metforminehydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOFFEN
Elke tablet bevat 2,5 mg linagliptine en 850 mg metforminehydrochloride
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
10 x 1 filmomhulde tabletten
14 x 1 filmomhulde tabletten
28 x 1 filmomhulde tabletten
30 x 1 filmomhulde tabletten
56 x 1 filmomhulde tabletten
60 x 1 filmomhulde tabletten
84 x 1 filmomhulde tabletten
90 x 1 filmomhulde tabletten
98 x 1 filmomhulde tabletten
100 x 1 filmomhulde tabletten
120 x 1 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Str. 173
D-55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/12/780/001 10 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/002 14 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/003 28 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/004 30 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/005 56 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/006 60 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/007 84 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/008 90 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/009 98 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/010 100 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/011 120 x 1 filmomhulde tabletten
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Jentadueto 2,5 mg/850 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jentadueto 2,5 mg/850 mg tabletten
linagliptine/metformine HCl
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Boehringer Ingelheim (logo)
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
MULTIVERPAKKING TUSSENVERPAKKING ZONDER BLUEBOX 2,5 MG/850 MG
FILMOMHULDE TABLETTEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jentadueto 2,5 mg/850 mg filmomhulde tabletten
linagliptine/metforminehydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOFFEN
Elke tablet bevat 2,5 mg linagliptine en 850 mg metforminehydrochloride.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
60 x 1 filmomhulde tabletten. Onderdeel van een multiverpakking, mag niet apart verkocht worden.
90 x 1 filmomhulde tabletten. Onderdeel van een multiverpakking, mag niet apart verkocht worden.
100 x 1 filmomhulde tabletten. Onderdeel van een multiverpakking, mag niet apart verkocht worden.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Str. 173
D-55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/12/780/029 (120 (2 x 60 x 1) filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/030 (180 (2 x 90 x 1) filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/031 (200 (2 x 100 x 1) filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/035 (180 (3 x 60 x 1) filmomhulde tabletten)
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Jentadueto 2,5 mg/850 mg
ETIKET BUITENWIKKEL OP DE MULTIVERPAKKING OMWIKKELD IN
TRANSPARANTE FOLIE MET BLUEBOX
2,5 MG/850 MG FILMOMHULDE TABLETTEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jentadueto 2,5 mg/850 mg filmomhulde tabletten
linagliptine/metforminehydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOFFEN
Elke tablet bevat 2,5 mg linagliptine en 850 mg metforminehydrochloride.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Multiverpakking van 2 bij elkaar verpakte verpakkingen, met ieder 60 x 1 filmomhulde tabletten.
Multiverpakking van 2 bij elkaar verpakte verpakkingen, met ieder 90 x 1 filmomhulde tabletten.
Multiverpakking van 2 bij elkaar verpakte verpakkingen, met ieder 100 x 1 filmomhulde tabletten.
Multiverpakking van 3 bij elkaar verpakte verpakkingen, met ieder 60 x 1 filmomhulde tabletten.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Str. 173
D-55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/12/780/029 (120 (2 x 60 x 1) filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/030 (180 (2 x 90 x 1) filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/031 (200 (2 x 100 x 1) filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/035 (180 (3 x 60 x 1) filmomhulde tabletten)
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Jentadueto 2,5 mg/850 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:
OMDOOS BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jentadueto 2,5 mg/1000 mg filmomhulde tabletten
linagliptine/metforminehydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOFFEN
Elke tablet bevat 2,5 mg linagliptine en 1000 mg metforminehydrochloride
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
10 x 1 filmomhulde tabletten
14 x 1 filmomhulde tabletten
28 x 1 filmomhulde tabletten
30 x 1 filmomhulde tabletten
56 x 1 filmomhulde tabletten
60 x 1 filmomhulde tabletten
84 x 1 filmomhulde tabletten
90 x 1 filmomhulde tabletten
98 x 1 filmomhulde tabletten
100 x 1 filmomhulde tabletten
120 x 1 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Str. 173
D-55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/12/780/015 10 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/016 14 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/017 28 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/018 30 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/019 56 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/020 60 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/021 84 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/022 90 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/023 98 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/024 100 x 1 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/025 120 x 1 filmomhulde tabletten
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Jentadueto 2,5 mg/1000 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jentadueto 2,5 mg/1000 mg tabletten
linagliptine/metformine HCl
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Boehringer Ingelheim (logo)
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
MULTIVERPAKKING TUSSENVERPAKKING ZONDER BLUEBOX 2,5 MG/1000 MG
FILMOMHULDE TABLETTEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jentadueto 2,5 mg/1000 mg filmomhulde tabletten
linagliptine/metforminehydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOFFEN
Elke tablet bevat 2,5 mg linagliptine en 1000 mg metforminehydrochloride.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
60 x 1 filmomhulde tabletten. Onderdeel van een multiverpakking, mag niet apart verkocht worden.
90 x 1 filmomhulde tabletten. Onderdeel van een multiverpakking, mag niet apart verkocht worden.
100 x 1 filmomhulde tabletten. Onderdeel van een multiverpakking, mag niet apart verkocht worden.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Str. 173
D-55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/12/780/032 (120 (2 x 60 x 1) filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/033 (180 (2 x 90 x 1) filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/034 (200 (2 x 100 x 1) filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/036 (180 (3 x 60 x 1) filmomhulde tabletten)
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Jentadueto 2,5 mg/1000 mg
ETIKET BUITENWIKKEL OP DE MULTIVERPAKKING OMWIKKELD IN
TRANSPARANTE FOLIE MET BLUEBOX
2,5 MG/1000 MG FILMOMHULDE TABLETTEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jentadueto 2,5 mg/1000 mg filmomhulde tabletten
linagliptine/metforminehydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOFFEN
Elke tablet bevat 2,5 mg linagliptine en 1000 mg metforminehydrochloride.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Multiverpakking van 2 bij elkaar verpakte verpakkingen, met ieder 60 x 1 filmomhulde tabletten.
Multiverpakking van 2 bij elkaar verpakte verpakkingen, met ieder 90 x 1 filmomhulde tabletten.
Multiverpakking van 2 bij elkaar verpakte verpakkingen, met ieder 100 x 1 filmomhulde tabletten.
Multiverpakking van 3 bij elkaar verpakte verpakkingen, met ieder 60 x 1 filmomhulde tabletten.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Str. 173
D-55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/12/780/032 (120 (2 x 60 x 1) filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/033 (180 (2 x 90 x 1) filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/034 (200 (2 x 100 x 1) filmomhulde tabletten)
EU/1/12/780/036 (180 (3 x 60 x 1) filmomhulde tabletten)
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Jentadueto 2,5 mg/1000 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:
OMDOOS EN ETIKET HDPE-FLES (17 EN 18 ALLEEN VAN TOEPASSING OP DE
OMDOOS)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jentadueto 2,5 mg/850 mg filmomhulde tabletten
linagliptine/metforminehydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOFFEN
Elke tablet bevat 2,5 mg linagliptine en 850 mg metforminehydrochloride
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 filmomhulde tabletten
60 filmomhulde tabletten
180 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
De fles zorgvuldig gesloten houden ter bescherming tegen vocht.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Str. 173
D-55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/12/780/012 14 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/013 60 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/014 180 filmomhulde tabletten
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Jentadueto 2,5 mg/850 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:
OMDOOS EN ETIKET HDPE FLES (17 EN 18 ALLEEN VAN TOEPASSING OP DE
OMDOOS)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jentadueto 2,5 mg/1000 mg filmomhulde tabletten
linagliptine/metforminehydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOFFEN
Elke tablet bevat 2,5 mg linagliptine en 1000 mg metforminehydrochloride
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 filmomhulde tabletten
60 filmomhulde tabletten
180 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
De fles zorgvuldig gesloten houden ter bescherming tegen vocht.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Str. 173
D-55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/12/780/026 14 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/027 60 filmomhulde tabletten
EU/1/12/780/028 180 filmomhulde tabletten
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Jentadueto
2,5 mg/1000 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:
Jentadueto 2,5 mg/850 mg filmomhulde tabletten
Jentadueto 2,5 mg/1000 mg filmomhulde tabletten
linagliptine/metforminehydrochloride
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
- Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
- Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter:
1.
Wat is Jentadueto en waarvoor wordt dit middel ingenomen?
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Jentadueto en waarvoor wordt dit middel ingenomen?
De naam van uw tablet is Jentadueto. Jentadueto bevat twee verschillende werkzame stoffen:
linagliptine en metformine.
-
Linagliptine behoort tot een groep geneesmiddelen die DPP-4-remmers
(dipeptidylpeptidase-4-remmers) worden genoemd.
- Metformine behoort tot een andere groep geneesmiddelen: de biguaniden.
Hoe werkt Jentadueto?
De twee werkzame stoffen in Jentadueto werken samen om de bloedsuikerspiegels van volwassen
patiënten met `diabetes mellitus type 2' te reguleren. Samen met dieet en beweging helpt dit
geneesmiddel om na de maaltijd de hoeveelheid en effecten van insuline in het bloed te verhogen en
vermindert het de hoeveelheid suiker die uw lichaam maakt.
Dit geneesmiddel kan alleen of met bepaalde andere geneesmiddelen voor diabetes, zoals
sulfonylureumderivaten, empagliflozine of insuline worden gebruikt.
Wat is diabetes type 2?
Diabetes type 2 is een aandoening waarbij uw lichaam niet voldoende insuline aanmaakt; bovendien
werkt de insuline die uw lichaam aanmaakt niet optimaal. Uw lichaam kan ook te veel suiker
aanmaken. Als dat gebeurt, hoopt er zich suiker (glucose) op in het bloed. Dit kan ernstige
gezondheidsproblemen veroorzaken, zoals hartziekte, nierziekte, blindheid en amputaties.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
- U heeft een sterk verminderde nierfunctie.
- U heeft ongereguleerde diabetes met bijvoorbeeld ernstige hyperglykemie (hoge bloedglucose),
misselijkheid, braken, diarree, snel gewichtsverlies, lactaatacidose (zie `Risico op
lactaatacidose' hieronder) of ketoacidose. Ketoacidose is een toestand waarbij zogenaamde
ketonlichamen zich in het bloed opstapelen, wat een diabetisch precoma tot gevolg kan hebben.
De symptomen omvatten maagpijn, snelle en diepe ademhaling, slaperigheid of een ongewone
fruitige geur van de adem.
- U heeft een diabetisch precoma gehad.
- U heeft een ernstige infectie, zoals een infectie van uw longen of bronchiën of van uw nieren.
Ernstige infecties kunnen nierproblemen tot gevolg hebben, waardoor u risico loopt op
lactaatacidose (zie `Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?').
- U bent veel vocht kwijtgeraakt uit uw lichaam (uitdroging), bv. door langdurige of ernstige
diarree, of als u enkele malen achter elkaar heeft moeten overgeven. Uitdroging kan
nierproblemen tot gevolg hebben, waardoor u risico loopt op lactaatacidose (zie `Wanneer moet
u extra voorzichtig zijn met dit middel?').
- U wordt behandeld voor acuut hartfalen of u heeft kort geleden een hartaanval gehad, of u heeft
ernstige problemen (zoals shock) met de bloedsomloop of ademhalingsmoeilijkheden. Hierdoor
kan zuurstoftekort optreden in de weefsels, waardoor u risico loopt op lactaatacidose (zie
`Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?').
- U heeft leverproblemen.
- U drinkt te veel alcohol, hetzij elke dag of zo nu en dan (zie `Waarop moet u letten met
alcohol?').
Neem Jentadueto niet in als een van het bovenstaande op u van toepassing is. Raadpleeg bij twijfel uw
arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gaat innemen.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel inneemt:
-
Als u diabetes type 1 heeft (uw lichaam produceert geen insuline). Jentadueto mag niet worden
gebruikt om deze aandoening te behandelen.
- Als u insuline of een antidiabetisch middel gebruikt dat `sulfonylureumderivaat' wordt
genoemd. Uw arts kan wellicht uw dosis insuline of sulfonylureumderivaat verlagen wanneer u
een van deze middelen samen met Jentadueto gebruikt om een laag bloedsuikergehalte
(hypoglykemie) te vermijden.
- Als u een aandoening van de alvleesklier (pancreas) heeft of heeft gehad.
Als u symptomen van acute ontsteking van de alvleesklier heeft, zoals aanhoudende hevige buikpijn,
moet u contact opnemen met uw arts.
Als u blaarvorming van de huid ervaart kan dit een teken zijn van een aandoening die bulleus
pemfigoïd wordt genoemd. Uw arts kan u vragen met Jentadueto te stoppen.
Als u niet zeker weet of een van de bovenstaande punten op u van toepassing is, neem dan contact op
met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel inneemt.
Diabetische huidproblemen zijn een veel voorkomende complicatie bij diabetes. U wordt geadviseerd
om de aanbevelingen voor de huid- en voetverzorging te volgen die u van uw arts of verpleegkundige
heeft gekregen.
Risico op lactaatacidose
Vanwege de metforminecomponent kan Jentadueto de zeer zeldzame, maar zeer ernstige bijwerking
lactaatacidose veroorzaken, met name als uw nieren niet goed werken. Het risico op ontwikkeling van
lactaatacidose is tevens verhoogd bij ongereguleerde diabetes, ernstige infecties, langdurig vasten of
Als één van de bovenstaande condities op u van toepassing is, dient u contact op te nemen met uw arts
voor verder advies.
Stop tijdelijk met inname van Jentadueto bij een conditie die kan samenhangen met uitdroging
(aanzienlijk verlies van lichaamsvloeistoffen), zoals ernstig braken, diarree, koorts, blootstelling aan
hitte of als u minder vocht dan normaal drinkt. Neem contact op met uw arts voor verder advies.
Stop met inname van Jentadueto en neem onmiddellijk contact op met uw arts of het
dichtstbijzijnde ziekenhuis als u last krijgt van één of meer symptomen van lactaatacidose,
aangezien deze toestand kan leiden tot coma.
Symptomen van lactaatacidose omvatten:
-
overgeven
- buikpijn
- spierkrampen
- een algemeen gevoel van malaise met ernstige vermoeidheid
- moeite met ademhaling
- verminderde lichaamstemperatuur en hartslag.
Lactaatacidose is een medische noodtoestand en moet in het ziekenhuis behandeld worden.
Als u een grote operatie moet ondergaan, moet u stoppen met inname van Jentadueto tijdens en
gedurende een periode na de ingreep. Uw arts zal beslissen wanneer u moet stoppen en wanneer u uw
behandeling met Jentadueto moet hervatten.
Tijdens behandeling met Jentadueto zal uw arts uw nierfunctie ten minste eenmaal per jaar controleren
of vaker als u oudere bent en/of als u een verslechterde nierfunctie heeft.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Dit geneesmiddel wordt niet aanbevolen voor gebruik door kinderen en jongeren tot 18 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Als het noodzakelijk is dat u een joodhoudend contrastmiddel in het bloed krijgt ingespoten,
bijvoorbeeld voor een röntgenfoto of een scan, moet u voor of op het moment van de injectie stoppen
met Jentadueto. Uw arts zal beslissen wanneer u moet stoppen en wanneer u uw behandeling met
Jentadueto moet hervatten.
Gebruikt u naast Jentadueto nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker. Dan heeft u mogelijk vaker bloedglucose- en nierfunctietesten nodig, of uw arts
moet mogelijk uw Jentadueto dosis aanpassen. Het is met name belangrijk om het volgende te melden:
-
als u geneesmiddelen gebruikt die de urineaanmaak verhogen (diuretica)
- als u geneesmiddelen gebruikt om pijn en ontsteking te behandelen (NSAID en COX-2
remmers, zoals ibuprofen en celecoxib)
- als u bepaalde geneesmiddelen gebruikt om hoge bloeddruk te behandelen (ACE-remmers en
angiotensine-II-receptor antagonisten)
- als u geneesmiddelen gebruikt die de hoeveelheid metformine in uw bloed kunnen wijzigen,
met name als u een verminderde nierfunctie heeft (zoals verapamil, rifampicine, cimetidine,
dolutegravir, ranolazine, trimethoprim, vandetanib, isavuconazol, crizotinib, olaparib).
- als u carbamazepine, fenobarbital of fenytoïne gebruikt. Deze worden soms gebruikt om
toevallen of chronische pijn te reguleren
- als u rifampicine gebruikt. Dit is een antibioticum dat wordt gebruikt bij infecties zoals
tuberculose
als u geneesmiddelen voor ontstekingsziekten gebruikt, zoals astma of gewrichtsontsteking
(corticosteroïden)
- als u geneesmiddelen gebruikt die de urineproductie stimuleren (`plaspillen' (diuretica))
- als u bronchodilatatoren (-sympathicomimetica) gebruikt voor de behandeling van bronchiaal
astma
- als u alcoholhoudende geneesmiddelen gebruikt.
Waarop moet u letten met alcohol?
Vermijd overmatige inname van alcohol als u Jentadueto gebruikt, aangezien dit het risico op
lactaatacidose kan verhogen (zie rubriek `Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?').
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
U mag geen Jentadueto gebruiken als u zwanger bent. Het is niet bekend of dit geneesmiddel
schadelijk is voor het ongeboren kind.
Metformine gaat in kleine hoeveelheden over in de moedermelk. Het is niet bekend of linagliptine
overgaat in de moedermelk. Neem contact op met uw arts als u borstvoeding wil geven terwijl u dit
geneesmiddel neemt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Jentadueto heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen.
Het innemen van Jentadueto in combinatie met middelen die `sulfonylureumderivaten' worden
genoemd of met insuline kan echter een te lage bloedsuikerspiegel (hypoglykemie) veroorzaken. Dit
kan uw vermogen om een voertuig te besturen, machines te bedienen of te werken zonder veilig
steunpunt beïnvloeden.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Hoeveel moet u van dit geneesmiddel innemen?
De hoeveelheid Jentadueto die u moet innemen hangt af van uw toestand en de dosis die u momenteel
neemt van metformine en/of afzonderlijke tabletten linagliptine en metformine. Uw arts zal u precies
vertellen hoeveel u van dit geneesmiddel moet innemen.
Hoe neemt u dit middel in?
-
tweemaal daags één tablet via de mond in de door uw arts voorgeschreven dosis
- bij de maaltijd om de kans op maagklachten te verkleinen.
U mag niet meer nemen dan de aanbevolen dagdosis van 5 mg linagliptine en 2000 mg
metforminehydrochloride.
Blijf Jentadueto gebruiken zolang als uw arts het voorschrijft zodat u uw bloedsuikerspiegel kunt
blijven reguleren. Uw arts kan dit geneesmiddel samen met andere orale antidiabetische middelen of
insuline voorschrijven. Vergeet niet om alle geneesmiddelen volgens de aanwijzingen van uw arts in
te nemen om het beste resultaat te bereiken voor uw gezondheid.
U moet doorgaan met uw dieet tijdens behandeling met Jentadueto en ervoor zorgen dat u de opname
van koolhydraten gelijkmatig over de dag verdeelt. Als u overgewicht heeft, ga dan door met het
voorgeschreven energiebeperkte dieet. Dit geneesmiddel alleen geeft waarschijnlijk geen abnormaal
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als u meer Jentadueto tabletten heeft ingenomen dan u zou mogen, kunt u last krijgen van
lactaatacidose. De symptomen van lactaatacidose zijn niet-specifiek, zoals hevige misselijkheid,
braken, buikpijn met spierkrampen, een algemeen ziektegevoel met sterke vermoeidheid en moeite
met ademhalen. Overige symptomen zijn een verlaagde lichaamstemperatuur en een vertraagde
hartslag.
Als dit gebeurt, moet u direct in het ziekenhuis behandeld worden, want lactaatacidose
kan tot een coma leiden. Stop direct met het gebruik van dit geneesmiddel en neem contact op
met een arts of ga onmiddellijk naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis (zie rubriek 2). Neem de
verpakking van het geneesmiddel mee.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Wanneer u vergeten bent een dosis in te nemen, neem die dan in zodra u eraan denkt. Als het al bijna
tijd is voor de volgende dosis, moet u de overgeslagen dosis echter niet meer innemen. Neem geen
dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Neem nooit twee doses op hetzelfde tijdstip (ochtend
of avond).
Als u stopt met het innemen van dit middel
Blijf Jentadueto innemen totdat uw arts vertelt dat u mag stoppen. Dit helpt om uw bloedsuiker onder
controle te houden.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Sommige verschijnselen moeten direct medisch worden behandeld
Stop met het innemen van Jentadueto en neem onmiddellijk contact op met uw arts als u de volgende
symptomen van een lage bloedsuikerspiegel (hypoglykemie) krijgt: trillen, zweten, angst, wazig zien,
tintelende lippen, bleekheid, stemmingswisselingen of verwardheid. Hypoglykemie (frequentie zeer
vaak (kan zich voordoen bij meer dan 1 op de 10 personen)) is vastgesteld als bijwerking van de
combinatie van Jentadueto met een sulfonylureumderivaat en voor de combinatie van Jentadueto met
insuline.
Jentadueto kan de zeer zeldzame, maar ernstige bijwerking lactaatacidose veroorzaken (kan zich
voordoen bij maximaal 1 op de 10.000 personen, zie rubriek `Wanneer moet u extra voorzichtig zijn
met dit middel?'). Als dit gebeurt, moet u
direct stoppen met het gebruik van Jentadueto en
onmiddellijk contact opnemen met een arts of het dichtstbijzijnde ziekenhuis, aangezien
lactaatacidose tot coma kan leiden.
Bij sommige patiënten was sprake van ontsteking van de alvleesklier (pancreatitis; frequentie zelden,
kan optreden bij maximaal 1 op de 1000 mensen).
STOP met het gebruik van Jentadueto en neem onmiddellijk contact op met een arts als u een van de
volgende ernstige bijwerkingen ondervindt:
-
Aanhoudende en ernstige pijn in de buik (maagstreek), die uit kan stralen naar de rug, alsook
misselijkheid en braken, omdat dit een aanwijzing kan zijn voor een ontsteking van de
alvleesklier (pancreatitis).
Sommige patiënten hebben tijdens het gebruik van Jentadueto de volgende bijwerkingen gekregen:
-
Vaak (kan zich voordoen bij maximaal 1 op de 10 personen): diarree, verhoogde
enzymconcentratie in het bloed (lipase verhoogd), misselijkheid.
- Soms: ontstoken neus of keel (nasofaryngitis), hoesten, verlies van eetlust (verminderde
eetlust), overgeven, verhoogde enzymconcentratie in het bloed (amylase verhoogd), jeuk
(pruritus).
- Zelden: blaarvorming van de huid (bulleus pemfigoïd).
Sommige patiënten hebben de volgende bijwerkingen gekregen terwijl ze Jentadueto met insuline
innamen
-
Soms: leverfunctiestoornissen, constipatie (verstopping).
Bijwerkingen bij gebruik van metformine alleen die niet zijn beschreven voor Jentadueto:
-
Zeer vaak: buikpijn.
- Vaak (kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 10 mensen): een metaalachtige smaak
(smaakstoornis).
- Zeer zelden (kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 10.000 mensen): verlaagde concentratie
vitamine B12, hepatitis (een probleem met uw lever), huidreacties als roodheid van de huid
(erytheem).
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de
blisterverpakking, de fles en de doos na `EXP'. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van
die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities wat betreft de temperatuur.
Blisterverpakking: bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
Fles: de fles zorgvuldig gesloten houden ter bescherming tegen vocht.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat de verpakking beschadigd is of tekenen van geknoei
vertoont.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
- De werkzame stoffen in dit middel zijn linagliptine en metforminehydrochloride.
Iedere Jentadueto 2,5 mg/850 mg filmomhulde tablet bevat 2,5 mg linagliptine en 850 mg
metforminehydrochloride.
Iedere Jentadueto 2,5 mg/1000 mg filmomhulde tablet bevat 2,5 mg linagliptine en 1000 mg
metforminehydrochloride.
- De andere stoffen in dit middel zijn:
-
Tabletkern: arginine, copovidon, magnesiumstearaat, maïszetmeel, colloïdaal watervrij
silica.
- Filmomhulling: hypromellose, titaniumdioxide (E171), talk, propyleenglycol.
Jentadueto 2,5 mg/850 mg filmomhulde tabletten bevat ook rood ijzeroxide (E172) en
geel ijzeroxide (E172).
Jentadueto 2,5 mg/1000 mg filmomhulde tabletten bevat ook rood ijzeroxide (E172).
Hoe ziet Jentadueto eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Jentadueto 2,5 mg/850 mg tabletten zijn ovale, biconvexe, lichtoranje, filmomhulde tabletten. Ze
hebben aan de ene zijde de inscriptie ´D2/850´ en aan de andere zijde het logo van Boehringer
Ingelheim.
Jentadueto 2,5 mg/1000 mg tabletten zijn ovale, biconvexe, lichtroze, filmomhulde tabletten. Ze
hebben aan de ene zijde de inscriptie ´D2/1000´ en aan de andere zijde het logo van Boehringer
Ingelheim.
Jentadueto is verkrijgbaar in geperforeerde eenheidsblisterverpakkingen met 10 x 1, 14 x 1, 28 x 1,
30 x 1, 56 x 1, 60 x 1, 84 x 1, 90 x 1, 98 x 1, 100 x 1 en 120 x 1 filmomhulde tabletten en
multiverpakkingen met 120 x 1 (2 verpakkingen met 60 x 1), 180 x 1 (2 verpakkingen met 90 x 1),
180 x 1 (3 verpakkingen met 60 x 1) en 200 x 1 (2 verpakkingen met 100 x 1) filmomhulde tabletten.
Jentadueto is ook verkrijgbaar in plastic flessen met plastic schroefdop en silicagel als droogmiddel.
Flessen bevatten 14, 60 of 180 filmomhulde tabletten.
Het is mogelijk dat niet alle verpakkingsgrootten in uw land verkrijgbaar zijn.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Strasse 173
D-55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
Fabrikant
Boehringer Ingelheim Pharma GmbH & Co. KG
Binger Strasse 173
D-55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
Dragenopharm Apotheker Püschl GmbH
Göllstraße 1
84529 Tittmoning
Duitsland
België/Belgique/Belgien
Lietuva
SCS Boehringer Ingelheim Comm.V
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Tél/Tel: +32 2 773 33 11
Lietuvos filialas
Tel: +370 5 2595942
Luxembourg/Luxemburg
. -
SCS Boehringer Ingelheim Comm.V
Tél/Tel: +32 2 773 33 11
: +359 2 958 79 98
Ceská republika
Magyarország
Boehringer Ingelheim spol. s r.o.
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Tel: +420 234 655 111
Magyarországi Fióktelepe
Tel: +36 1 299 8900
Danmark
Malta
Boehringer Ingelheim Danmark A/S
Boehringer Ingelheim Ireland Ltd.
Tlf: +45 39 15 88 88
Tel: +353 1 295 9620
Deutschland
Nederland
Boehringer Ingelheim Pharma GmbH & Co.KG
Boehringer Ingelheim b.v.
Tel: +49 (0) 800 77 90 900
Tel: +31 (0) 800 22 55 889
Eesti
Norge
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Boehringer Ingelheim Norway KS
Eesti filiaal
Tlf: +47 66 76 13 00
Tel: +372 612 8000
Österreich
Boehringer Ingelheim ..
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
T: +30 2 10 89 06 300
Tel: +43 1 80 105-7870
España
Polska
Boehringer Ingelheim España, S.A.
Boehringer Ingelheim Sp. z o.o.
Tel: +34 93 404 51 00
Tel: +48 22 699 0 699
France
Portugal
Boehringer Ingelheim France S.A.S.
Boehringer Ingelheim Portugal, Lda.
Tél: +33 3 26 50 45 33
Tel: +351 21 313 53 00
Hrvatska
România
Boehringer Ingelheim Zagreb d.o.o.
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Tel: +385 1 2444 600
Viena - Sucursala Bucureti
Tel: +40 21 302 2800
Ireland
Slovenija
Boehringer Ingelheim Ireland Ltd.
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Tel: +353 1 295 9620
Podruznica Ljubljana
Tel: +386 1 586 40 00
Slovenská republika
Vistor hf.
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Sími: +354 535 7000
organizacná zlozka
Tel: +421 2 5810 1211
Italia
Suomi/Finland
Boehringer Ingelheim Italia S.p.A.
Boehringer Ingelheim Finland Ky
Tel: +39 02 5355 1
Puh/Tel: +358 10 3102 800
Sverige
Boehringer Ingelheim ..
Boehringer Ingelheim AB
T: +30 2 10 89 06 300
Tel: +46 8 721 21 00
Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Boehringer Ingelheim Ireland Ltd.
Latvijas filile
Tel: +353 1 295 9620
Tel: +371 67 240 011
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in {MM/JJJJ}
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.