Ketofen 20 mg
Bijsluiter – NL versie
KETOFEN 20 MG
BIJSLUITER
KETOFEN 20 mg
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN
DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Ceva Santé Animale NV/SA - Metrologielaan 6 - 1130 Brussel
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
Merial, 4 chemin du Calquet, 31057 Toulouse (Frankrijk).
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
KETOFEN 20 mg
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Per tablet:
Ketoprofen 20 mg – Cellulosum microcristallinum - Saccharos. maltodextrin. - Magnesii stearas
- Lactosum qsp 500 mg.
4.
INDICATIES
Behandeling van ontsteking en pijn bij aandoeningen van spieren en skelet en bij pijntoestanden
bij honden.
Symptomatische behandeling van koorts.
5.
CONTRA-INDICATIES
Zoals voor alle NSAID’s: maagdarmzweren en hemorragische syndromen.
Nier-, lever- en hartinsufficiëntie.
Gekende overgevoeligheid voor ketoprofen.
6.
BIJWERKINGEN
In zeer zeldzame gevallen werden digestieve intolerantieverschijnselen (braken) vastgesteld.
Deze symptomen verdwijnen snel na het beëindigen van de behandeling.
De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:
- Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))
- Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
- Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
- Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
- Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u vermoedt
dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.
7.
DIERSOORT WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
Honden.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT , TOEDIENINGSWEG(EN) EN
WIJZE VAN GEBRUIK
Orale toediening.
8.
Bijsluiter – NL versie
KETOFEN 20 MG
1 mg actieve stof per kg en per dag in één enkele inname, d.i. 1 tablet van 20 mg per 20 kg
lichaamsgewicht per dag, gedurende 3 à 5 opeenvolgende dagen.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Deze behandeling mag voorafgegaan worden door een inspuiting met KETOFEN 1%. De
toediening van de tabletten wordt dan gestart de dag na de injectie gedurende 3 à 4 dagen.
10.
WACHTTIJD(EN)
Niet van toepassing.
11. BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Niet bewaren boven 25°C, buiten de invloed van warmte en licht.
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op de
buitenverpakking na EXP. De uiterste gebruiksdatum verwijst naar de laatste dag van de maand.
12. SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Bij voorkeur met de voeding toedienen.
Het gebruik bij zeer jonge dieren (< 6 weken) of bij oudere dieren kan een verhoogd risico
teweegbrengen en een aandachtige klinische controle is vereist.
Niet gebruiken bij dieren met dehydratatie, hypovolemie of hypotensie, aangezien de renale
toxiciteit verhoogd kan zijn.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door de persoon die het geneesmiddel aan de
dieren toedient
Geen.
Dracht en lactatie
In afwezigheid van specifieke gegevens bij drachtige en/of lakterende teven, wordt het gebruik
afgeraden tijdens de dracht en de lactatie.
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Niet toedienen samen met andere steroïde of niet-steroïde anti-inflammatoire producten, noch
met diuretica of anti-coagulantia.
Niet toedienen samen met corticosteroïden.
Het gelijktijdige gebruik van potentieel nefrotoxische geneesmiddelen (bvb aminoglycosiden)
moet vermeden worden.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota), indien noodzakelijk
Bij overdosering werden gastrointestinale problemen zoals diarree, braken en maagzweren
vastgesteld. Er is geen specifiek antidoot. Een symptomatische behandeling en het herstellen van
de water-elektrolyten balans moet ingesteld worden in geval van overdosering.
13. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN
VAN NIET-GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE
RESTANTEN HIERVAN
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale
vereisten te worden verwijderd.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Bijsluiter – NL versie
KETOFEN 20 MG
September 2017
15.
OVERIGE INFORMATIE
BE-V161271
Doos met 1, 2, 10, 50 en 100 x blister(s) met 10 tabletten.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht
KANALISATIE
Op diergeneeskundig voorschrift.
KETOFEN 20 MG
BIJSLUITER
KETOFEN 20 mg
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN
DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Ceva Santé Animale NV/SA - Metrologielaan 6 - 1130 Brussel
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
Merial, 4 chemin du Calquet, 31057 Toulouse (Frankrijk).
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
KETOFEN 20 mg
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Per tablet:
Ketoprofen 20 mg Cellulosum microcristallinum - Saccharos. maltodextrin. - Magnesii stearas
- Lactosum qsp 500 mg.
4.
INDICATIES
Behandeling van ontsteking en pijn bij aandoeningen van spieren en skelet en bij pijntoestanden
bij honden.
Symptomatische behandeling van koorts.
5.
CONTRA-INDICATIES
Zoals voor alle NSAID's: maagdarmzweren en hemorragische syndromen.
Nier-, lever- en hartinsufficiëntie.
Gekende overgevoeligheid voor ketoprofen.
6.
BIJWERKINGEN
In zeer zeldzame gevallen werden digestieve intolerantieverschijnselen (braken) vastgesteld.
Deze symptomen verdwijnen snel na het beëindigen van de behandeling.
De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:
- Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))
- Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
- Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
- Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
- Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u vermoedt
dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.
7.
DIERSOORT WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
Honden.
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT , TOEDIENINGSWEG(EN) EN
WIJZE VAN GEBRUIK
KETOFEN 20 MG
1 mg actieve stof per kg en per dag in één enkele inname, d.i. 1 tablet van 20 mg per 20 kg
lichaamsgewicht per dag, gedurende 3 à 5 opeenvolgende dagen.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Deze behandeling mag voorafgegaan worden door een inspuiting met KETOFEN 1%. De
toediening van de tabletten wordt dan gestart de dag na de injectie gedurende 3 à 4 dagen.
10.
WACHTTIJD(EN)
Niet van toepassing.
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Niet bewaren boven 25°C, buiten de invloed van warmte en licht.
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op de
buitenverpakking na EXP. De uiterste gebruiksdatum verwijst naar de laatste dag van de maand.
12.
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Bij voorkeur met de voeding toedienen.
Het gebruik bij zeer jonge dieren (< 6 weken) of bij oudere dieren kan een verhoogd risico
teweegbrengen en een aandachtige klinische controle is vereist.
Niet gebruiken bij dieren met dehydratatie, hypovolemie of hypotensie, aangezien de renale
toxiciteit verhoogd kan zijn.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door de persoon die het geneesmiddel aan de
dieren toedient
Geen.
Dracht en lactatie
In afwezigheid van specifieke gegevens bij drachtige en/of lakterende teven, wordt het gebruik
afgeraden tijdens de dracht en de lactatie.
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Niet toedienen samen met andere steroïde of niet-steroïde anti-inflammatoire producten, noch
met diuretica of anti-coagulantia.
Niet toedienen samen met corticosteroïden.
Het gelijktijdige gebruik van potentieel nefrotoxische geneesmiddelen (bvb aminoglycosiden)
moet vermeden worden.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota), indien noodzakelijk
Bij overdosering werden gastrointestinale problemen zoals diarree, braken en maagzweren
vastgesteld. Er is geen specifiek antidoot. Een symptomatische behandeling en het herstellen van
de water-elektrolyten balans moet ingesteld worden in geval van overdosering.
13. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN
VAN NIET-GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE
RESTANTEN HIERVAN
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale
vereisten te worden verwijderd.
14.
KETOFEN 20 MG
September 2017
15.
OVERIGE INFORMATIE
BE-V161271
Doos met 1, 2, 10, 50 en 100 x blister(s) met 10 tabletten.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht
KANALISATIE
BIJSLUITER
KETOFEN 20 mg
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN
DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Ceva Santé Animale NV/SA - Metrologielaan 6 - 1130 Brussel
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
Merial, 4 chemin du Calquet, 31057 Toulouse (Frankrijk).
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
KETOFEN 20 mg
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Per tablet:
Ketoprofen 20 mg Cellulosum microcristallinum - Saccharos. maltodextrin. - Magnesii stearas
- Lactosum qsp 500 mg.
4.
INDICATIES
Behandeling van ontsteking en pijn bij aandoeningen van spieren en skelet en bij pijntoestanden
bij honden.
Symptomatische behandeling van koorts.
5.
CONTRA-INDICATIES
Zoals voor alle NSAID's: maagdarmzweren en hemorragische syndromen.
Nier-, lever- en hartinsufficiëntie.
Gekende overgevoeligheid voor ketoprofen.
6.
BIJWERKINGEN
In zeer zeldzame gevallen werden digestieve intolerantieverschijnselen (braken) vastgesteld.
Deze symptomen verdwijnen snel na het beëindigen van de behandeling.
De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:
- Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))
- Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
- Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
- Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
- Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u vermoedt
dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.
7.
DIERSOORT WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
Honden.
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT , TOEDIENINGSWEG(EN) EN
WIJZE VAN GEBRUIK
KETOFEN 20 MG
1 mg actieve stof per kg en per dag in één enkele inname, d.i. 1 tablet van 20 mg per 20 kg
lichaamsgewicht per dag, gedurende 3 à 5 opeenvolgende dagen.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Deze behandeling mag voorafgegaan worden door een inspuiting met KETOFEN 1%. De
toediening van de tabletten wordt dan gestart de dag na de injectie gedurende 3 à 4 dagen.
10.
WACHTTIJD(EN)
Niet van toepassing.
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Niet bewaren boven 25°C, buiten de invloed van warmte en licht.
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op de
buitenverpakking na EXP. De uiterste gebruiksdatum verwijst naar de laatste dag van de maand.
12.
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Bij voorkeur met de voeding toedienen.
Het gebruik bij zeer jonge dieren (< 6 weken) of bij oudere dieren kan een verhoogd risico
teweegbrengen en een aandachtige klinische controle is vereist.
Niet gebruiken bij dieren met dehydratatie, hypovolemie of hypotensie, aangezien de renale
toxiciteit verhoogd kan zijn.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door de persoon die het geneesmiddel aan de
dieren toedient
Geen.
Dracht en lactatie
In afwezigheid van specifieke gegevens bij drachtige en/of lakterende teven, wordt het gebruik
afgeraden tijdens de dracht en de lactatie.
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Niet toedienen samen met andere steroïde of niet-steroïde anti-inflammatoire producten, noch
met diuretica of anti-coagulantia.
Niet toedienen samen met corticosteroïden.
Het gelijktijdige gebruik van potentieel nefrotoxische geneesmiddelen (bvb aminoglycosiden)
moet vermeden worden.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota), indien noodzakelijk
Bij overdosering werden gastrointestinale problemen zoals diarree, braken en maagzweren
vastgesteld. Er is geen specifiek antidoot. Een symptomatische behandeling en het herstellen van
de water-elektrolyten balans moet ingesteld worden in geval van overdosering.
13. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN
VAN NIET-GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE
RESTANTEN HIERVAN
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale
vereisten te worden verwijderd.
14.
KETOFEN 20 MG
September 2017
15.
OVERIGE INFORMATIE
BE-V161271
Doos met 1, 2, 10, 50 en 100 x blister(s) met 10 tabletten.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht
KANALISATIE