Kineret 100 mg/0,67 ml

BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Kineret 100 mg/0,67 ml-oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit.
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke gegradueerde voorgevulde spuit bevat 100 mg anakinra* in 0,67 ml (150 mg/ml).
*Humaan interleukine-1-receptorantagonist (r-metHuIL-1ra) geproduceerd in
Escherichia coli
cellen
door middel van recombinant-DNA-technologie.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie (injectievloeistof).
Heldere, kleurloze tot witachtige oplossing voor injectie die enkele product-gerelateerde doorzichtige
tot witte amorfe deeltjes kan bevatten.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Reumatoïde artritis (RA)
Kineret is in combinatie met methotrexaat geïndiceerd voor de behandeling van de klachten en
verschijnselen van RA bij volwassenen die onvoldoende reageren op alleen methotrexaat.
COVID-19
Kineret is geïndiceerd voor de behandeling van coronavirusziekte 2019 (COVID-19) bij volwassen
patiënten met pneumonie die aanvullende zuurstof (zuurstoftoediening met lage of hoge flow) nodig
hebben en risico lopen op progressie tot ernstig respiratoir falen, bepaald aan de hand van een
plasmaconcentratie van plasminogeenactivatorreceptor van het type oplosbare urokinase (soluble
urokinase plasminogen activator receptor,
suPAR)
van ≥
6 ng/ml (zie rubriek 4.2, 4.4 en 5.1).
Periodiekekoortssyndromen
Kineret is geïndiceerd voor gebruik bij volwassenen, adolescenten, kinderen in de leeftijd van
8 maanden en ouder met een lichaamsgewicht van 10 kg of meer, voor de behandeling van de
volgende auto-inflammatoire periodiekekoortssyndromen:
Cryopyrine-geassocieerde periodieke koortsspectrum (Cryoperin-Associated Periodic Syndromes =
CAPS)
Kineret is geïndiceerd voor de behandeling van CAPS, waaronder:
-
Neonataal begonnen inflammatoire multisysteemaandoening (Neonatal-Onset Multisystem
Inflammatory Disease = NOMID) / chronisch infantiel neurologisch cutaan articulair syndroom
(Chronic Infantile Neurological, Cutaneous, Articular Syndrome = CINCA)
-
Muckle-Wells-syndroom (MWS)
-
Familiair koud auto-inflammatoir syndroom (Familial Cold Autoinflammatory Syndrome =
FCAS)
Familiaire Middellandse Zeekoorts (FMF)
Kineret is geïndiceerd voor de behandeling van familiaire Middellandse Zeekoorts (Familial
Mediterranean Fever
= FMF). Kineret dient, indien gepast, in combinatie met colchicine te worden
gegeven.
2
Ziekte van Still
Kineret is geïndiceerd voor gebruik bij volwassenen, adolescenten, kinderen in de leeftijd van
8 maanden en ouder met een lichaamsgewicht van 10 kg of meer, voor de behandeling van de ziekte
van Still, waaronder systemische juveniele idiopathische artritis (SJIA) en ‘adult-onset Still’s disease’
(AOSD), met actieve systemische kenmerken van matige tot hoge ziekteactiviteit, of bij patiënten met
voortdurende ziekteactiviteit na behandeling met niet-steroïdale ontstekingsremmers (NSAID’s) of
glucocorticoïden.
Kineret kan als monotherapie worden gegeven of in combinatie met andere anti-inflammatoire
geneesmiddelen en DMARD’s (disease-modifying
antirheumatic drugs).
4.2
Dosering en wijze van toediening
Een behandeling met Kineret dient te worden gestart door en plaats te vinden onder toezicht van
specialisten die ervaren zijn in het stellen van de diagnose en het behandelen van respectievelijk RA,
COVID-19, CAPS, FMF en de ziekte van Still.
suPAR-test
Indien gespecificeerd bij de indicatie, moet de selectie van patiënten voor behandeling met Kineret op
basis van een suPAR-waarde
6 ng/ml plaatsvinden met behulp van meting met een gevalideerde test
(zie rubriek 4.1, 4.4 en 5.1).
Dosering
RA: volwassenen
De aanbevolen dosis Kineret bedraagt 100 mg, eenmaal per dag toegediend door middel van een
subcutane injectie. De dosis dient dagelijks rond hetzelfde tijdstip te worden gegeven.
COVID-19: volwassenen
De aanbevolen dosis Kineret bedraagt 100 mg, eenmaal per dag toegediend door middel van een
subcutane injectie gedurende 10 dagen.
CAPS: volwassenen, adolescenten en kinderen in de leeftijd van 8 maanden en ouder met een
lichaamsgewicht van 10 kg of meer
Begindosis
De aanbevolen begindosis voor alle CAPS-subtypen is 1-2 mg/kg/dag via subcutane injectie. De
therapeutische respons wordt primair gereflecteerd door de reductie van de klinische symptomen zoals
koorts, huiduitslag, gewrichtspijn en hoofdpijn maar ook van inflammatoire serummarkers
(CRP/SAA-niveaus) of van het optreden van opvlammingen.
Onderhoudsdosis bij lichte vorm van CAPS (FCAS, licht MWS)
Patiënten zijn gewoonlijk goed onder controle door de aanbevolen begindosis te handhaven
(1-2 mg/kg/dag).
Onderhoudsdosis bij ernstig CAPS (MWS en NOMID/CINCA)
Op basis van de therapeutische respons kunnen binnen 1-2 maanden hogere doses noodzakelijk zijn.
De gebruikelijke onderhoudsdosis bij ernstig CAPS is 3-4 mg/kg/dag, deze kan worden bijgesteld tot
een maximum van 8 mg/kg/dag.
Naast de evaluatie van klinische verschijnselen en inflammatoire markers bij ernstig CAPS, worden
beoordelingen van de ontsteking van het CZS, met inbegrip van het binnenoor (MRI of CT, lumbale
punctie en audiologie) en ogen (oftalmologische beoordelingen) na de eerste 3 maanden behandeling,
en daarna om de 6 maanden aanbevolen, totdat er effectieve behandelingsdoses zijn vastgesteld.
Wanneer patiënten klinisch goed gereguleerd zijn, kunnen de controle van het CZS en de
oogheelkundige controle jaarlijks worden uitgevoerd.
3
FMF
De aanbevolen dosering voor patiënten van 50 kg of meer is 100 mg/dag via subcutane injectie. Voor
patiënten die minder dan 50 kg wegen, dient de dosis op basis van lichaamsgewicht te worden
bepaald, met een aanbevolen dosis van 1-2 mg/kg/dag.
Ziekte van Still
De aanbevolen dosering voor patiënten van 50 kg of meer is 100 mg/dag via subcutane injectie. Voor
patiënten die minder dan 50 kg wegen, dient de dosis op basis van lichaamsgewicht te worden
bepaald, met een begindosis van 1-2 mg/kg/dag.
De respons op de behandeling dient na 1 maand te worden geëvalueerd: in geval van persistente
systemische manifestaties mag de dosis bij kinderen worden aangepast of dient voortzetting van de
behandeling met Kineret opnieuw te worden overwogen door de behandelend arts.
Oudere patiënten (≥ 65 jaar)
RA en COVID-19: er is geen dosisaanpassing vereist. Dosering en toediening zijn dezelfde als voor
volwassenen van 18 tot 64 jaar.
CAPS: de gegevens over oudere patiënten zijn beperkt. Naar verwachting zijn er geen
dosisaanpassingen nodig.
Ziekte van Still: de gegevens over oudere patiënten zijn beperkt. Naar verwachting zijn er geen
dosisaanpassingen nodig.
Pediatrische patiënten (< 18 jaar)
Er zijn geen gegevens beschikbaar over kinderen jonger dan 8 maanden.
RA: de werkzaamheid van Kineret bij kinderen met RA (JIA) in de leeftijd van 0 tot 18 jaar is niet
vastgesteld.
COVID-19: de werkzaamheid van Kineret bij kinderen met COVID-19 in de leeftijd van 0 tot 18 jaar
is niet vastgesteld.
CAPS: dosering en toediening bij kinderen en peuters van 8 maanden en ouder met een
lichaamsgewicht van 10 kg of meer zijn net als voor volwassen CAPS-patiënten gebaseerd op het
lichaamsgewicht.
FMF: Voor kinderen die minder dan 50 kg wegen, wordt de dosis bepaald op basis van
lichaamsgewicht, met een aanbevolen dosis van 1-2 mg/kg/dag; patiënten die 50 kg of meer wegen,
krijgen een dosis van 100 mg/dag. Bij kinderen met onvoldoende respons kan de dosis stapsgewijs
worden verhoogd tot maximaal 4 mg/kg/dag.
Er zijn beperkte gegevens over de werkzaamheid van Kineret bij kinderen jonger dan 2 jaar met FMF.
Ziekte van Still: bij kinderen die minder dan 50 kg wegen, wordt de dosis bepaald op basis van
lichaamsgewicht, met een begindosis van 1-2 mg/kg/dag; patiënten van 50 kg of meer krijgen een
dosis van100 mg/dag. Bij kinderen met onvoldoende respons kan de dosis stapsgewijs worden
verhoogd tot maximaal 4 mg/kg/dag.
Leverfunctiestoornissen
Er is geen dosisaanpassing vereist voor patiënten met matig-ernstige leverfunctiestoornissen (Child-
Pugh-klasse B). Kineret moet met voorzichtigheid worden gebruikt bij patiënten met ernstige
leverfunctiestoornissen.
4
Nierfunctiestoornissen
Er is geen dosisaanpassing vereist voor patiënten met een lichte nierfunctiestoornis
(CLcr 60 tot 89 ml/min). Kineret dient met voorzichtigheid te worden gebruikt bij patiënten met een
matig ernstige nierfunctiestoornis (CLcr 30 tot 59 ml/min). Bij patiënten met een ernstige
nierfunctiestoornis (CLcr < 30 ml/min) of nierziekte in het laatste stadium (ESRD,
End Stage Renal
Disease),
met dialyse, dient toediening van de voorgeschreven dosis Kineret om de dag te worden
overwogen.
Wijze van toediening
Kineret wordt toegediend door middel van een subcutane injectie.
Kineret wordt gebruiksklaar afgeleverd in een gegradueerde voorgevulde spuit. De gegradueerde
voorgevulde spuit maakt doses mogelijk van 20 tot 100 mg. Omdat de minimumdosis 20 mg is, is de
spuit niet geschikt voor pediatrische patiënten met een lichaamsgewicht onder de 10 kg. De
voorgevulde spuit mag niet worden geschud. De gebruiksaanwijzing en andere instructies worden
vermeld in rubriek 6.6.
Het wordt aanbevolen de injectieplaats af te wisselen om ongemak op de plaats van injectie te
voorkomen. Koelen van de injectieplaats, verwarming van de injectievloeistof tot kamertemperatuur,
gebruik van cold packs (voor en na de injectie) en het gebruik van topische glucocorticoïden en
antihistaminica na de injectie kunnen de klachten en verschijnselen van injectieplaatsreacties
verlichten.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen of
voor eiwitten geproduceerd met behulp van
E. coli.
Er mag geen Kineret-behandeling worden begonnen bij patiënten met neutropenie (ANC < 1,5 x 10
9
/l)
(zie rubriek 4.4).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Terugvinden herkomst
Om het terugvinden van de herkomst van biologicals te verbeteren moeten de naam en het
batchnummer van het toegediende product goed geregistreerd worden.
Allergische reacties
Allergische reacties, zoals anafylactische reacties en angio-oedeem, zijn soms gerapporteerd. In de
meerderheid van de gevallen betrof het maculopapuleuze of urticariële huiduitslag.
Indien een ernstige allergische reactie optreedt, moet de toediening van Kineret stopgezet worden en
dient een adequate behandeling te worden gestart.
Hepatische voorvallen
In klinische studies zijn voorbijgaande verhogingen van leverenzymen waargenomen. Deze
verhogingen zijn niet in verband gebracht met klachten en verschijnselen van hepatocellulaire schade,
met uitzondering van een patiënt met SJIA die ernstige hepatitis ontwikkelde in samenhang met een
cytomegalovirusinfectie.
Tijdens het gebruik nadat het middel op de markt was gebracht, zijn er hepatische voorvallen gemeld
die de leverfunctie niet aantastten. De meeste patiënten werden behandeld voor de ziekte van Still of
hadden predisponerende factoren, bijvoorbeeld een voorgeschiedenis van verhoogde
transaminasespiegels. Daarnaast zijn er gevallen van niet-infectieuze hepatitis, waaronder incidentele
voorvallen van acuut leverfalen, gemeld bij patiënten met de ziekte van Still tijdens de behandeling
met Kineret.
5
Hepatische voorvallen bij patiënten met de ziekte van Still treden voornamelijk op gedurende de eerste
maand van de behandeling met Kineret. Het moet worden overwogen de leverenzymen routinematig te
testen gedurende de eerste maand, in het bijzonder indien de patiënt predisponerende factoren heeft of
symptomen ontwikkelt die op een leverfunctiestoornis wijzen.
De werkzaamheid en veiligheid van Kineret bij patiënten
met ASAT/ALAT ≥
1,5 x hoogste niveau
van normaal zijn niet geëvalueerd.
Ernstige infecties
Kineret is bij RA-patiënten in verband gebracht met een verhoogde incidentie van ernstige infecties
(1,8%) in vergelijking met placebo (0,7%). Bij een klein aantal patiënten met astma was de incidentie
van ernstige infecties groter bij patiënten behandeld met Kineret (4,5%) in vergelijking met patiënten
die placebo toegediend kregen (0%). Deze infecties hielden hoofdzakelijk verband met de luchtwegen.
De veiligheid en werkzaamheid van Kineret-behandelingen bij patiënten met chronische en ernstige
infecties zijn niet geëvalueerd.
Er mag geen Kineret-behandeling worden begonnen bij patiënten met actieve infecties. De Kineret-
behandeling moet bij RA-patiënten worden stopgezet als er zich een ernstige infectie ontwikkelt. Bij
met Kineret behandelde patiënten met CAPS of FMF bestaat het risico van opvlammingen van de
aandoening wanneer de behandeling met Kineret wordt stopgezet. Met zorgvuldige monitoring kan de
behandeling met Kineret ook tijdens een ernstige infectie worden voortgezet. Een behandeling met
Kineret voor COVID-19 kan worden voortgezet ondanks (secundaire) infecties.
MAS (macrofaagactivatiesyndroom) is een bekende, levensbedreigende aandoening die zich kan
ontwikkelen bij patiënten met de ziekte van Still. Als MAS optreedt of vermoed wordt, dient
beoordeling en gepaste behandeling zo snel mogelijk te worden gestart. Artsen dienen alert te zijn op
symptomen van infectie of verergering van de ziekte van Still, omdat dit bekende triggers zijn voor
MAS. Er zijn beperkte gegevens beschikbaar over de vraag of Kineret tijdens ernstige infecties kan
worden voortgezet bij patiënten met de ziekte van Still. Indien de behandeling met Kineret wordt
voortgezet tijdens ernstige infecties, is zorgvuldige monitoring vereist om het risico op opvlamming
van de ziekte te verkleinen.
Patiënten met de ziekte van Still hebben een verhoogde kans op het ontwikkelen van MAS. Tijdens
postmarketinggebruik zijn er gevallen van MAS geweest bij met Kineret behandelde patiënten met de
ziekte van Still. Er zijn geen voorvallen van MAS gemeld tijdens door het bedrijf gesponsorde
klinische studies bij de ziekte van Still. In een niet-interventionele veiligheidsstudie op lange termijn
met 306 pediatrische patiënten met de ziekte van Still was er geen aanwijzing dat de frequentie van
MAS toenam gedurende, of direct na, de behandeling met Kineret. Het incidentiecijfer van MAS was
2,4 voorvallen per 100 patiëntjaren. Dit stemt overeen met wat wordt verwacht voor pediatrische
patiënten met de ziekte van Still. Er is geen oorzakelijk verband tussen Kineret en MAS vastgesteld.
Artsen dienen voorzichtigheid te betrachten bij het toedienen van Kineret aan patiënten met een
voorgeschiedenis van recidiverende infecties of met onderliggende aandoeningen waardoor ze
gevoelig zijn voor infecties.
De veiligheid van Kineret bij personen met latente tuberculose is onbekend. Er is tuberculose gemeld
bij patiënten die verscheidene biologische anti-inflammatoire behandelingen ontvingen. Voordat met
Kineret wordt begonnen, moeten de patiënten worden onderzocht op latente tuberculose. Ook de
beschikbare medische richtlijnen moeten in aanmerking worden genomen.
Andere antireumatische therapieën zijn in verband gebracht met reactivering van hepatitis B. Daarom
moet in overeenstemming met de gepubliceerde richtlijnen ook worden onderzocht op virale hepatitis,
voordat met de therapie met Kineret begonnen wordt.
6
Nierfunctiestoornissen
Kineret wordt geëlimineerd via glomerulaire filtratie en het daaropvolgende tubulaire metabolisme.
Daardoor daalt de plasmaklaring van Kineret bij een afnemende nierfunctie.
Er is geen dosisaanpassing vereist voor patiënten met een lichte nierfunctiestoornis
(CLcr 60 tot 89 ml/min). Kineret dient met voorzichtigheid te worden gebruikt bij patiënten met een
matig ernstige nierfunctiestoornis (CLcr 30 tot 59 ml/min). Bij patiënten met een ernstige
nierfunctiestoornis (CLcr < 30 ml/min) of nierziekte in het laatste stadium (ESRD,
End Stage Renal
Disease),
met dialyse, dient toediening van de voorgeschreven dosis Kineret om de dag te worden
overwogen.
Neutropenie
Kineret werd in placebogecontroleerde studies bij RA vaak geassocieerd met neutropenie
(ANC < 1,5 x 10
9
/l) en bij patiënten met COVID-19, CAPS en de ziekte van Still werden er gevallen
van neutropenie waargenomen. Voor meer informatie over neutropenie, zie rubriek 4.3 en 4.8.
Een behandeling met Kineret dient niet te worden gestart bij patiënten met een neutropenie
(ANC < 1,5 x 10
9
/l). Er wordt aanbevolen het aantal neutrofielen te bepalen alvorens de behandeling
met Kineret te starten alsook tijdens de behandeling met Kineret, maandelijks gedurende de
eerste 6 maanden van de behandeling en daarna driemaandelijks. Bij patiënten die neutropenisch
worden (ANC < 1,5 x 10
9
/l), dient de ANC nauwgezet te worden gevolgd en dient de behandeling met
Kineret te worden gestaakt. De veiligheid en werkzaamheid van Kineret bij patiënten met neutropenie
zijn niet geëvalueerd.
Pulmonale voorvallen
Tijdens postmarketinggebruik zijn er voornamelijk bij met IL-6- en IL-1-remmers, waaronder Kineret,
behandelde pediatrische patiënten met de ziekte van Still voorvallen van interstitiële longaandoening,
pulmonale alveolaire proteïnose en pulmonale hypertensie gemeld. Patiënten met trisomie-21 blijken
oververtegenwoordigd te zijn. Tijdens door het bedrijf gesponsorde klinische studies bij de ziekte van
Still werden dergelijke voorvallen niet gemeld. In een niet-interventionele veiligheidsstudie op lange
termijn met 306 pediatrische patiënten met de ziekte van Still kreeg één patiënt een ernstig pulmonaal
voorval, een niet-gespecificeerde interstitiële longaandoening. In de studie waren geen patiënten met
pulmonale alveolaire proteïnose of pulmonale hypertensie. Er is geen oorzakelijk verband tussen
Kineret en pulmonale voorvallen vastgesteld.
Geneesmiddelenreactie met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS)
Geneesmiddelenreactie met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS) is zelden gemeld bij
patiënten die met Kineret werden behandeld, voornamelijk bij patiënten met systemische juveniele
idiopathische artritis (SJIA). Patiënten met DRESS moeten mogelijk in een ziekenhuis worden
opgenomen, omdat deze aandoening fataal kan zijn. Als er tekenen en symptomen van DRESS
optreden en er geen alternatieve etiologie kan worden vastgesteld, moet de behandeling met Kineret
worden stopgezet en moet een andere behandeling worden overwogen.
Immunosuppressie
De impact van behandeling met Kineret op een reeds bestaande maligniteit is niet onderzocht. Daarom
wordt het gebruik van Kineret bij patiënten met een reeds bestaande maligniteit niet aanbevolen.
Maligniteiten
RA-patiënten kunnen een groter risico (gemiddeld 2-3 maal) hebben op ontwikkeling van lymfoom.
Hoewel bij patiënten in klinische studies behandeld met Kineret de incidentie van lymfoom hoger was
dan het verwachte percentage in de algemene bevolking, is dit percentage consistent met algemeen
gerapporteerde cijfers voor RA-patiënten.
In klinische studies was het bruto-incidentiecijfer van maligniteit gelijk bij de patiënten behandeld met
Kineret en bij patiënten die een placebo kregen toegediend en verschilde het niet van dat bij de
algemene bevolking. Bovendien was de algehele incidentie van maligniteiten bij patiënten die
gedurende 3 jaar aan Kineret werden blootgesteld niet toegenomen.
7
Vaccinaties
In een placebo-gecontroleerde klinische studie (n = 126) werd geen verschil aangetoond in
anti-tetanusantilichaamrespons tussen de met Kineret en met placebo behandelde groepen wanneer een
tetanus-/difterietoxoïde vaccin werd toegediend gelijktijdig met Kineret. Er zijn geen gegevens
beschikbaar betreffende de effecten van vaccinatie met andere geïnactiveerde antigenen, of
COVID-19-vaccins, bij patiënten die Kineret kregen.
Er zijn geen gegevens beschikbaar betreffende de effecten veroorzaakt door levende vaccins of de
effecten op de secundaire transmissie van infectie door levende vaccins bij patiënten die Kineret
kregen. Daarom dienen levende vaccins niet gelijktijdig met Kineret te worden gegeven.
Oudere patiënten (≥
65 jaar)
Tijdens klinische studies zijn in totaal 752 RA-patiënten van 65 jaar en ouder, inclusief 163 patiënten
van 75 jaar en ouder, en 173 COVID-19-patiënten
65 jaar onderzocht. Er zijn tussen deze patiënten
en jongere patiënten geen algemene verschillen in veiligheid of werkzaamheid waargenomen. Er is
beperkte ervaring met de behandeling van oudere patiënten met CAPS, FMF en de ziekte van Still.
Aangezien de incidentie van infecties bij oudere patiënten over het algemeen hoger is, is
voorzichtigheid geboden bij de behandeling van oudere patiënten.
Gelijktijdige behandeling met Kineret en TNF-α-antagonisten
Gelijktijdige toediening van Kineret en etanercept bij RA-patiënten is in verband gebracht met een
verhoogd risico op ernstige infecties en neutropenie in vergelijking met toediening van etanercept
alleen. Van deze behandelingscombinatie is geen groter klinisch voordeel aangetoond.
Gelijktijdige toediening van Kineret en etanercept of andere TNF-α-antagonisten wordt niet
aanbevolen (zie rubriek 4.5).
COVID-19-patiënten
Het effect van een behandeling met Kineret is niet vastgesteld bij COVID-19-patiënten met suPAR
< 6 ng/ml.
Een behandeling met Kineret mag niet worden ingesteld bij patiënten die niet-invasieve of invasieve
kunstmatige beademing of extracorporale membraanoxygenatie (ECMO) nodig hebben, omdat de
werkzaamheid niet is vastgesteld bij deze patiëntenpopulaties.
Natriumgehalte
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis van 100 mg, dat wil zeggen dat het in
wezen ‘natriumvrij’ is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Interacties tussen Kineret en andere geneesmiddelen werden niet bestudeerd in formele studies. In
klinische studies werden geen interacties tussen Kineret en andere geneesmiddelen (waaronder
niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen, glucocorticoïden en DMARD’s) waargenomen.
Gelijktijdige behandeling met Kineret en TNF-α-antagonisten
In een klinische studie met RA-patiënten die ook methotrexaat ontvingen werd bij patiënten die
gelijktijdig met Kineret en etanercept werden behandeld een groter percentage ernstige infecties (7%)
en neutropenie waargenomen dan bij patiënten behandeld met etanercept alleen. Dit percentage is ook
hoger dan waargenomen in eerdere studies waar Kineret alleen werd gebruikt. Er is geen groter
klinisch voordeel aangetoond van een gelijktijdige behandeling met Kineret en etanercept.
Gelijktijdige toediening van Kineret en etanercept of andere TNF-α-antagonisten wordt niet
aanbevolen (zie rubriek 4.4).
8
Cytochroom P450-substraten
De vorming van CYP450-enzymen wordt onderdrukt door de toegenomen cytokineniveaus (bijv.
IL-1) tijdens een chronische ontsteking. Daarom kan van een IL-1-receptorantagonist, zoals anakinra,
worden verwacht dat de vorming van CYP450-enzymen tijdens de behandeling zal kunnen worden
genormaliseerd. Dit zou klinisch relevant zijn voor CYP450-substraten met een smalle therapeutische
breedte (bijv. warfarine en fenytoïne). Bij het begin en het einde van de Kineret-behandeling van
patiënten die deze typen geneesmiddelen gebruiken, kan het relevant zijn therapeutische controle van
het effect of de concentratie van deze producten in overweging te nemen en moet de individuele dosis
van het geneesmiddel mogelijk worden aangepast.
Voor informatie betreffende vaccinaties, zie rubriek 4.4.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er is slechts een beperkte hoeveelheid gegevens over het gebruik van anakinra bij zwangere vrouwen.
De resultaten van dieronderzoek duiden niet op directe of indirecte schadelijke effecten wat betreft
reproductietoxiciteit (zie rubriek 5.3). Uit voorzorg heeft het de voorkeur het gebruik van anakinra te
vermijden tijdens de zwangerschap en bij vrouwen die zwanger kunnen worden en geen anticonceptie
toepassen.
Borstvoeding
Het is niet bekend of anakinra/metabolieten in de moedermelk worden uitgescheiden. Risico voor
pasgeborenen/zuigelingen kan niet worden uitgesloten. Borstvoeding moet worden gestaakt tijdens
behandeling met Kineret.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Niet van toepassing.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
In placebo-gecontroleerde studies bij RA-patiënten waren de meest frequent beschreven bijwerkingen
van Kineret reacties op de injectieplaats (IR’s), die bij de meerderheid van de patiënten licht tot matig
waren. Bij RA-patiënten behandeld met Kineret was een reactie op de injectieplaats de meest
voorkomende reden voor terugtrekking uit de studies. In RA-studies was de incidentie van ernstige
bijwerkingen bij de aanbevolen dosis Kineret (100 mg/dag) vergelijkbaar met placebo (7,1% in
vergelijking met 6,5% in de placebogroep). De incidentie van ernstige infecties was hoger bij
patiënten behandeld met Kineret in vergelijking met patiënten die een placebo kregen toegediend
(1,8% versus 0,7%). Een afname van het aantal neutrofielen trad vaker op bij patiënten behandeld met
Kineret in vergelijking met patiënten die een placebo kregen toegediend.
De gegevens over bijwerkingen bij COVID-19 zijn gebaseerd op een gerandomiseerde,
placebogecontroleerde studie met 405 patiënten met pneumonie als gevolg van COVID-19 die met
Kineret werden behandeld (SAVE-MORE-studie). De incidentie van ernstige bijwerkingen in de
groep behandeld met anakinra was vergelijkbaar met die in de placebogroep. Neutropenie, verhoogde
leverfunctietestwaarden,
huiduitslag
en
injectieplaatsreacties werden vaker gemeld bij patiënten die
Kineret kregen dan bij patiënten die placebo kregen. Het algemene veiligheidsprofiel bij patiënten met
COVID-19 die met Kineret werden behandeld, is vergelijkbaar met dat bij patiënten met RA die met
Kineret werden behandeld.
De gegevens over bijwerkingen bij CAPS-patiënten zijn gebaseerd op een open-labelstudie van
43 patiënten met NOMID/CINCA die tot 5 jaar behandeld werden met Kineret, met een totale
blootstelling aan Kineret van 159,8 patiëntjaren. Tijdens de 5 jaar durende studie meldden 14 patiënten
(32,6%) 24 ernstige voorvallen. Elf ernstige voorvallen bij 4 (9,3%) patiënten werden in verband
9
gebracht met Kineret. Er werd geen patiënt teruggetrokken uit de Kineret-behandeling vanwege
bijwerkingen.
Gegevens van bijwerkingen bij patiënten met de ziekte van Still zijn gebaseerd op een deels
open-label en deels geblindeerd, placebogecontroleerd onderzoek met 15 SJIA-patiënten die
gedurende maximaal 1,5 jaar werden behandeld en een gerandomiseerd dubbelblind
placebogecontroleerd onderzoek met 12 volwassen en pediatrische patiënten met de ziekte van Still
die gedurende 12 weken werden behandeld (6 met Kineret en 6 met placebo) en daarna nog 4 weken
werden gevolgd. Daarnaast leveren een niet-interventionele veiligheidsstudie op lange termijn met
306 pediatrische patiënten met de ziekte van Still, postmarketingmeldingen van bijwerkingen en
gepubliceerde onderzoeken ondersteunende gegevens.
Gegevens van bijwerkingen bij patiënten met FMF zijn gebaseerd op postmarketingmeldingen van
bijwerkingen en gepubliceerde onderzoeken.
Er zijn geen aanwijzingen uit deze onderzoeken of uit postmarketingmeldingen van bijwerkingen dat
het totale veiligheidsprofiel bij patiënten met CAPS, FMF of de ziekte van Still anders is dan dat bij
patiënten met RA, met uitzondering van de postmarketingwaarneming van een hogere frequentie van
gemelde hepatische voorvallen bij patiënten met de ziekte van Still. De tabel met bijwerkingen
hieronder heeft daarom betrekking op behandeling van RA, CAPS, FMF en de ziekte van Still met
Kineret. Tijdens langdurige behandeling van RA, CAPS en de ziekte van Still blijft het
veiligheidsprofiel in de loop van de tijd ongewijzigd.
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
Bijwerkingen zijn gerangschikt volgens de systeem/orgaanklassen van de MedDRA-gegevensbank en
hun frequentie. De frequentie van mogelijke bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd: zeer vaak
(≥ 1/10); vaak (≥
1/100, <
1/10); soms (≥
1/1.000, < 1/100);
zelden (≥
1/10.000, < 1/1.000); zeer
zelden (< 1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen
iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst.
Systeem/orgaanklassen volgens
gegevensbank MedDRA
Infecties en parasitaire
aandoeningen
Bloed- en
lymfestelselaandoeningen
Immuunsysteemaandoeningen
Frequentie
Vaak (≥
1/100, < 1/10)
Vaak (≥
1/100, < 1/10)
Soms (≥
1/1.000, < 1/100)
Bijwerking
Ernstige infecties
Neutropenie
Trombocytopenie
Allergische reacties, zoals
anafylactische reacties,
angio-oedeem, urticaria en
pruritus
Hoofdpijn
Leverenzym verhoogd
Niet-infectieuze hepatitis
Zenuwstelselaandoeningen
Lever- en galaandoeningen
Algemene aandoeningen en
toedieningsplaatsstoornissen
Huid- en onderhuidaandoeningen
Onderzoeken
Zeer vaak (≥
1/10)
Soms (≥
1/1.000, < 1/100)
Niet bekend
(kan met de beschikbare
gegevens niet worden
bepaald)
Zeer vaak (≥
1/10)
Soms (≥
1/1.000, < 1/100)
Zeer vaak (≥
1/10)
Injectieplaatsreactie
Huiduitslag
Toegenomen cholesterol in het
bloed
Ernstige infecties
De incidentie van ernstige infecties in RA-studies met de aanbevolen dosis (100 mg/dag) was 1,8% bij
patiënten behandeld met Kineret en 0,7% bij patiënten die een placebo kregen toegediend. Bij
waarnemingen gedurende maximaal 3 jaar bleef het percentage ernstige infecties in de loop van de tijd
stabiel. De waargenomen infecties waren hoofdzakelijk van bacteriële oorsprong, zoals cellulitis,
10
pneumonie en infecties in bot en gewrichten. De meeste patiënten zetten na het verdwijnen van de
infectie het gebruik van het geneesmiddel voor onderzoek voort.
In de klinische studie naar COVID-19 kwamen secundaire ernstige infecties vaak voor, hoewel ze
minder vaak werden waargenomen bij patiënten behandeld met Kineret dan bij patiënten behandeld
met placebo.
In een studie met 43 CAPS-patiënten die tot vijf jaar werden gevolgd was de frequentie van ernstige
infecties 0,1/jaar, het meest algemeen waren pneumonie en gastro-enteritis. Kineret werd bij een
patiënt tijdelijk gestopt, alle andere patiënten zetten de Kineret-behandeling gedurende de infecties
voort.
In een studie met 15 SJIA-patiënten die gedurende maximaal 1,5 jaar gevolgd werden, ontwikkelde
een patiënt ernstige hepatitis in samenhang met een cytomegalovirusinfectie. In een studie met
11 patiënten met de ziekte van Still (SJIA en AOSD) die waren gerandomiseerd naar Kineret
(6 patiënten) of placebo (5 patiënten) en werden gevolgd gedurende 16 weken, werden geen ernstige
infecties gemeld. In een niet-interventionele studie op lange termijn van Kineret met 306 pediatrische
patiënten met de ziekte van Still, die tot meer dan 9 jaar werden gevolgd (gemiddelde duur van de
behandelingskuur met Kineret was 17,0 (standaarddeviatie 21,1) maanden en de mediane duur was
8,9 maanden), werden bij 13 patiënten ernstige infecties gemeld. Er zijn geen aanwijzingen uit
postmarketingmeldingen van bijwerkingen en van gepubliceerde studies dat de soorten en ernst van
infecties bij patiënten met FMF anders zijn dan die bij patiënten met RA, CAPS of de ziekte van Still.
In klinische studies en tijdens postmarketinggebruik zijn zeldzame gevallen van opportunistische
infecties waargenomen, waaronder schimmel-, mycobacteriële, bacteriële en virale pathogenen.
Infecties zijn waargenomen in alle orgaansystemen en zijn gerapporteerd bij patiënten behandeld met
Kineret alleen of in combinatie met immunosuppressiva.
Neutropenie
Tijdens placebogecontroleerde RA-studies met Kineret ging de behandeling gepaard met geringe
dalingen van de gemiddelden van het totaal aantal leukocyten en het absolute aantal neutrofielen
(ANC, absolute neutrophil count). Neutropenie (ANC < 1,5 x 10
9
/l) is gemeld bij 2,4% van de
patiënten behandeld met Kineret in vergelijking met 0,4% van de patiënten die een placebo kregen
toegediend. Niemand van deze patiënten had ernstige infecties die verband hielden met de
neutropenie.
In de klinische studie naar COVID-19 werden voorvallen van neutropenie gemeld bij 3,0% van de
patiënten behandeld met Kineret en 0,5% van de patiënten die placebo kregen. Alle gevallen van de
bijwerking neutropenie waren licht of matig van ernst.
In een studie met 43 CAPS-patiënten die tot vijf jaar gevolgd werden, werd bij 2 patiënten neutropenie
gemeld. Beide neutropenie-episodes verdwenen in de loop van de tijd bij voortgezette Kineret-
behandeling.
In een studie met 15 SJIA-patiënten die gedurende maximaal 1,5 jaar gevolgd werden, werd een
voorval van voorbijgaande neutropenie gemeld. In een studie met 11 patiënten met de ziekte van Still
(SJIA en AOSD) die waren gerandomiseerd naar Kineret (6 patiënten) of placebo (5 patiënten) en
werden gevolgd gedurende 16 weken, werd geen neutropenie gemeld. In een niet-interventionele
studie op lange termijn met 306 pediatrische patiënten met de ziekte van Still, die tot meer dan 9 jaar
werden gevolgd (gemiddelde duur van de behandelingskuur met Kineret was 17,0 (standaarddeviatie
21,1) maanden en de mediane duur was 8,9 maanden), werden 5 voorvallen van neutropenie gemeld,
waaronder 1 voorval van febriele neutropenie.
11
Trombocytopenie
In klinische studies bij RA-patiënten werd trombocytopenie gemeld bij 1,9% van de behandelde
patiënten, vergeleken met 0,3% bij de placebogroep. De trombocytopenieën waren licht, dat wil
zeggen het aantal getelde bloedplaatjes was >75 x10
9
/l. Lichte trombocytopenie werd ook
waargenomen bij CAPS-patiënten.
Tijdens het postmarketing gebruik van Kineret werd trombocytopenie gemeld, met inbegrip van
incidentele meldingen van gevallen die duiden op ernstige trombocytopenie (d.w.z.
bloedplaatjestellingen < 10 x10
9
/l).
Allergische reacties
Allergische reacties, zoals anafylactische reacties, angio-oedeem, urticaria, huiduitslag en pruritus,
zijn soms gerapporteerd met Kineret. De meerderheid van deze reacties waren maculopapuleuze of
urticariële huiduitslag.
In een studie met 43 CAPS-patiënten die maximaal 5 jaar werden gevolgd was geen allergisch voorval
ernstig van aard en geen voorval vereiste de stopzetting van de Kineret-behandeling.
In een studie met 15 SJIA-patiënten die gedurende maximaal 1,5 jaar gevolgd werden, was er geen
enkel allergisch voorval ernstig en was er geen voorval waardoor Kineret moest worden gestaakt. In
een studie met 11 patiënten met de ziekte van Still (SJIA en AOSD) die waren gerandomiseerd naar
Kineret (6 patiënten) of placebo (5 patiënten) en werden gevolgd gedurende 16 weken, werden geen
allergische reacties gemeld.
In een studie met 12 FMF-patiënten die gedurende 4 maanden werden behandeld met Kineret in een
gepubliceerd, gerandomiseerd en gecontroleerd onderzoek, werd geen enkel allergisch voorval gemeld
als ernstig en was er geen voorval waardoor Kineret moest worden gestaakt.
In de klinische studie naar COVID-19 werd geen enkele allergische reactie beschouwd gerelateerd te
zijn aan Kineret.
Immunogeniciteit
Tot 3% van de volwassen patiënten in klinische RA-studies had ten minste 1 positieve test op
neutraliserende anti-anakinra-antilichamen. Het aantreffen van antilichamen was doorgaans van
voorbijgaande aard en was niet geassocieerd met klinische bijwerkingen of met een verminderde
werkzaamheid. Additioneel had 6% van 86 pediatrische patiënten met JIA, onder wie geen van de
15 patiënten met het SJIA-subtype, in een klinische studie ten minste 1 positieve test op
neutraliserende anti-anakinra-antilichamen. In een klinische studie met 6 patiënten die waren
gerandomiseerd naar een 12 weken durende behandeling met anakinra vanwege de ziekte van Still
(SJIA en AOSD), ontwikkelden alle patiënten antilichamen tegen het geneesmiddel, maar werd geen
van de patiënten seropositief getest op neutraliserende anti-anakinra-antilichamen.
De meerderheid van de CAPS-patiënten in Studie 03-AR-0298 ontwikkelde antilichamen tegen het
geneesmiddel anakinra. Dit werd niet in verband gebracht met eventuele klinisch significante effecten
op farmacokinetica, werkzaamheid of veiligheid.
Hepatische voorvallen
In klinische studies werden tijdelijke toenames van de leverenzymen waargenomen. Deze toenames
werden niet in verband gebracht met klachten en verschijnselen van hepatocellulaire schade, met
uitzondering van een patiënt met SJIA die ernstige hepatitis ontwikkelde in samenhang met een
cytomegalovirusinfectie.
Tijdens het gebruik nadat het geneesmiddel op de markt was gebracht, werden er geïsoleerde
meldingen ontvangen van gevallen die duidden op niet infectieuze hepatitis. Hepatische voorvallen
tijdens het gebruik nadat het middel in de handel is gebracht, zijn vooral gemeld bij patiënten die
werden behandeld voor de ziekte van Still en bij patiënten met predisponerende factoren, bijvoorbeeld
12
een voorgeschiedenis van verhoogde transaminasespiegels voordat de behandeling met Kineret werd
begonnen.
Reacties op de injectieplaats
IR’s verschijnen gewoonlijk binnen 2 weken therapie en verdwijnen binnen 4-6 weken. Na de eerste
maand van de behandeling kwamen reacties op de injectieplaats bij patiënten bij wie deze nog niet
eerder waren opgetreden soms voor.
De bijwerking gerelateerd aan de behandeling met Kineret die bij RA-patiënten het meest frequent en
consistent werd gemeld, is een reactie op de injectieplaats. De meerderheid (95%) van deze reacties
was licht tot matig. Deze werden gekarakteriseerd door een of meer van de volgende kenmerken:
erytheem, ecchymose, ontsteking en pijn. Bij een dosis van 100 mg/dag kreeg 71% van de RA-
patiënten in vergelijking met 28% van de patiënten die een placebo kregen toegediend een reactie op
de injectieplaats.
In een studie met 43 CAPS-patiënten die maximaal 5 jaar werden gevolgd, beëindigde geen enkele
patiënt de behandeling met Kineret permanent of tijdelijk vanwege reacties op de injectieplaats (IR’s).
In een studie met 15 SJIA-patiënten die gedurende maximaal 1,5 jaar gevolgd werden, waren reacties
op de injectieplaats de vaakst voorkomende en consistent gemelde behandelingsgerelateerde
bijwerkingen geassocieerd met behandeling met Kineret. Eén op de 15 patiënten stopte met de
behandeling vanwege reacties op de injectieplaats. In een placebogecontroleerde studie met
11 patiënten met de ziekte van Still (SJIA en AOSD) die waren gerandomiseerd naar een 12 weken
durende behandeling met Kineret (6 patiënten) of placebo (5 patiënten), traden in beide
behandelgroepen reacties op de injectieplaats op, die alle licht van ernst waren. Geen enkele patiënt
stopte met de behandeling vanwege reacties op de injectieplaats. In een niet-interventionele
veiligheidsstudie op lange termijn met 306 pediatrische patiënten met de ziekte van Still die tot meer
dan 9 jaar werden gevolgd (gemiddelde duur van een behandelingskuur met Kineret was
17,0 (standaarddeviatie 21,1) maanden en de mediane duur was 8,9 maanden), hadden reacties op de
injectieplaats met matige of ernstige intensiteit een incidentiecijfer van 1,6 per 100 patiëntjaren.
Bij patiënten met FMF waren de typen IR’s en hun frequenties ongeveer gelijk aan de typen en
frequenties die bij RA en SJIA worden gezien. Stoppen met de behandeling vanwege IR’s is ook
voorgekomen bij patiënten met FMF.
Bij patiënten met COVID-19 die behandeld werden met Kineret, werden met een lage frequentie
injectieplaatsreacties gemeld.
Toename van het cholesterol in het bloed
In klinische studies van RA bij 775 patiënten die behandeld werden met dagelijkse doses Kineret van
30 mg, 75 mg, 150 mg, 1 mg/kg of 2 mg/kg, was er een toename van 2,4% tot 5,3% in de totale
cholesterolspiegels 2 weken na het begin van de behandeling met Kineret, zonder dosis-responsrelatie.
Een soortgelijk patroon werd na 24 weken Kineret-behandeling gezien. De placebobehandeling
(n=213) leidde tot een afname van ongeveer 2,2% in de totale cholesterolspiegels op week 2 en 2,3%
op week 24. Er zijn geen gegevens beschikbaar over LDL- of HDL-cholesterol.
Pediatrische patiënten
Kineret werd tot vijf jaar bestudeerd bij 36 patiënten met CAPS, 21 patiënten met SJIA en
71 patiënten met andere vormen van JIA, van 8 maanden tot < 18 jaar oud. Met uitzondering van
infecties en verwante symptomen die vaker werden vermeld voor patiënten van < 2 jaar oud, was het
veiligheidsprofiel in alle pediatrische leeftijdsgroepen vergelijkbaar. Daarnaast zijn 306 pediatrische
patiënten met de ziekte van Still tot meer dan 9 jaar gevolgd in een niet-interventionele
veiligheidsstudie op lange termijn. Het veiligheidsprofiel bij pediatrische patiënten was vergelijkbaar
met dat van volwassen patiënten en er werden geen klinisch relevante nieuwe bijwerkingen
waargenomen.
13
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Er werd geen dosisbeperkende toxiciteit waargenomen bij klinische onderzoeken.
In studies naar sepsis kregen 1015 patiënten gedurende een behandelperiode van 72 uur Kineret
toegediend in doses tot 2 mg/kg/uur i.v. (~35 keer de aanbevolen dosis bij RA). Het
bijwerkingenprofiel in deze studies vertoonde globaal gezien geen verschil met het
bijwerkingenprofiel waargenomen in studies naar reumatoïde artritis.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Immunosuppressiva, interleukine-inhibitoren, ATC-code: L04AC03
Werkingsmechanisme
Anakinra neutraliseert de biologische activiteit van interleukine-1α (IL-1α) en interleukine-1β (IL-1β)
door competitieve inhibitie van hun binding aan de interleukine-1-type-I-receptor (IL-1RI).
Interleukine-1 (IL-1) is een cruciaal pro-inflammatoir cytokine dat vele cellulaire reacties medieert,
inclusief die welke belangrijk zijn bij synoviale ontsteking.
Farmacodynamische effecten
IL-1 wordt gevonden in het plasma en het synoviaal vocht van patiënten met reumatoïde artritis en er
werd een correlatie gerapporteerd tussen de concentraties van IL-1 in het plasma en de activiteit van
de ziekte. Anakinra inhibeert de respons uitgelokt door IL-1
in vitro,
inclusief de inductie van
stikstofmonoxide en prostaglandine E
2
en/of de productie van collagenase door de synoviale cellen,
fibroblasten en chondrocyten.
Bij patiënten met COVID-19 is de progressie van onderste-luchtweginfectie tot ernstig respiratoir
falen afhankelijk van de vroege vrijgifte van IL-1α uit epitheelcellen van de longen die met het virus
zijn geïnfecteerd, wat op zijn beurt verdere productie van cytokine stimuleert, met inbegrip van IL-1β
uit alveolaire macrofagen.
Bij de meerderheid van patiënten met CAPS werden spontane mutaties in het CIAS1/NLRP3-gen
geïdentificeerd. CIAS1/NLRP3 codeert voor cryopyrine, een component van het inflammasoom. Het
geactiveerde inflammasoom leidt tot proteolytische rijping en secretie van IL-1β, dat een breed scala
aan effecten heeft, inclusief systemische ontsteking. Onbehandelde CAPS-patiënten worden
gekarakteriseerd door verhoogd CRP, SAA en IL-6 in verhouding tot normale serumspiegels. De
toediening van Kineret leidt tot een afname van de acutefasereactanten en er werd een afname van het
IL-6-expressieniveau waargenomen. Binnen de eerste weken van de behandeling werd er een afname
van de acutefase-eiwittenniveaus bemerkt.
Bij patiënten met FMF leidt mutatie van het MEFV-gen, dat codeert voor pyrine, tot het slecht werken
en overproductie van interleukine-1β (IL-1β) in het FMF-inflammasoom. Niet-behandelde FMF wordt
gekenmerkt door verhoogd CRP en SAA. De toediening van Kineret leidt tot een afname van de
acutefasereactanten (bijv. CRP en SAA).
De ziekte van Still wordt, naast verschillende graden van artritis, gekenmerkt door systemische
inflammatoire kenmerken, zoals koortspieken, huiduitslag, hepatosplenomegalie, serositis en
verhoogde concentraties van acutefasereactanten die worden aangestuurd door IL-1-activiteit. Van
IL-1 is bekend dat het systemisch de hypothalamische koortsrespons veroorzaakt en hyperalgesie
14
bevordert. De rol van IL-1 in de pathogenese van de ziekte van Still is aangetoond met
ex vivo-
en
genexpressieonderzoeken.
Klinische werkzaamheid en veiligheid bij RA
De veiligheid en werkzaamheid van anakinra in combinatie met methotrexaat zijn aangetoond bij
1790 RA-patiënten
18 jaar met variërende ernst van de ziekte.
Een klinische respons op anakinra trad gewoonlijk op binnen 2 weken na het starten van de
behandeling en hield aan tijdens voortgezette behandeling met anakinra. De maximale klinische
respons werd over het algemeen waargenomen binnen 12 weken na het starten van de behandeling.
De behandeling met anakinra in combinatie met methotrexaat toont een statistisch en klinisch
significante afname aan van de ernst van de klachten en verschijnselen van RA bij patiënten die op
methotrexaat alleen onvoldoende hadden gereageerd (38% vs. 22% van de patiënten die op
behandeling reageerden, zoals gemeten volgens ACR
20
-criteria). Significante verbeteringen werden
waargenomen met betrekking tot de pijn, het aantal gevoelige gewrichten, het lichamelijk functioneren
(HAQ-score), acutefasereactanten en de algemene beoordeling door de patiënt en de arts.
Tijdens een klinische studie met anakinra is röntgenonderzoek uitgevoerd. Hieruit bleek dat er geen
schadelijk effect op het gewrichtskraakbeen was.
Klinische werkzaamheid en veiligheid bij COVID-19
In een gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde studie werden de veiligheid en
werkzaamheid van Kineret geëvalueerd bij patiënten met pneumonie als gevolg van COVID-19 in de
leeftijd van ≥
18 jaar met een risico op het ontwikkelen van ernstig respiratoir falen. De
patiëntenpopulatie die in de SAVE-MORE-studie werd opgenomen, was in het ziekenhuis opgenomen
met bevestigde
pneumonie als gevolg van COVID-19 (infectie van de onderste luchtwegen
radiologisch bevestigd met een röntgenopname of CT van de borstkas) en werd beschouwd risico te
lopen op het ontwikkelen van ernstig respiratoir falen, bepaald aan de hand van een stijging van
suPAR (≥
6 ng/ml). Patiënten hadden een suPAR-waarde
van ≥
6 ng/ml, gemeten met behulp van de
suPARnostic Quick Triage-kit. Deze patiënten vertoonden nog geen progressie tot ernstig respiratoir
falen (d.w.z. exclusiecriteria waren: pO
2
/FiO
2
-verhouding minder dan 150 mmHg of de noodzaak van
kunstmatige beademing, niet-invasieve beademing of ECMO). De meerderheid van de patiënten kreeg
bij de screening aanvullende zuurstoftoediening met lage of hoge flow (81,6%). In de studie werden
606 patiënten opgenomen en de werkzaamheidsanalyse werd uitgevoerd bij de
intention-to-treat-populatie
(ITT-populatie) die bestond uit 594 patiënten, van wie 189 patiënten
werden gerandomiseerd naar de groep van placebo+standaardzorg en 405 patiënten naar de groep van
anakinra+standaardzorg. Bij aanvang van de behandeling had de meerderheid van de patiënten
(91,4%) ernstige pneumonie als gevolg van COVID-19 en had 8,6% van de patiënten matige
pneumonie als gevolg van COVID-19. 85,9% van de patiënten kreeg dexamethason. De gemiddelde
(SD) duur van behandeling met Kineret was 8,4 (2,1) dagen. Het primaire eindpunt van de studie was
de vergelijkende, ordinale
11 punten WHO
Clinical Progression Scale
(CPS) tussen de twee
behandelingsgroepen tegen dag 28. De 11 punten WHO-CPS is een meting van de ernst van de ziekte
over een bereik van 0 (niet geïnfecteerd), 1-3 (lichte ziekte), 4-5 (ziekenhuisopname – matige ziekte),
6-9 (ziekenhuisopname – ernstige ziekte met toenemende mate van
niet-invasieve beademing,
kunstmatige beademing en ECMO) tot 10 (overlijden). Van de patiënten die in de
SAVE-MORE-studie werden gerandomiseerd, had 8,6% een uitgangswaarde van 4 voor WHO-CPS,
had 84,7% een uitgangswaarde van 5 voor WHO-CPS en had 6,7% een uitgangswaarde van 6 voor
WHO-CPS.
Bij patiënten die gedurende maximaal 10 dagen werden behandeld met Kineret, werd aan de hand van
de WHO-CPS een significante verbetering van de klinische status aangetoond tegen dag 28 ten
opzichte van placebo (OR: 0,36 [95%-BI 0,26 tot 0,50] P< 0,001). Een verbetering van de klinische
status van de patiënten werd waargenomen tegen dag 14. Het voordeel van behandeling met Kineret
ten opzichte van placebo werd ondersteund door een stijging van het aantal patiënten die volledig
herstelden en door een daling van het aantal patiënten met progressie tot ernstig respiratoir falen of
15
overlijden. Er werden geen nieuwe signalen of problemen met betrekking tot de veiligheid
waargenomen als gevolg van het gebruik van Kineret voor de behandeling van COVID-19.
Klinische werkzaamheid en veiligheid bij CAPS
De veiligheid de werkzaamheid van Kineret zijn aangetoond bij CAPS-patiënten met een variërende
ernst van de aandoening. In een klinische studie bij 43 volwassen en pediatrische patiënten
(36 patiënten van 8 maanden tot < 18 jaar) met ernstig CAPS (NOMID/CINCA en MWS), werd
binnen 10 dagen na het begin van de behandeling bij alle patiënten een klinische respons op anakinra
gezien en deze bleef maximaal 5 jaar aanhouden met de voortdurende toediening van Kineret.
De Kineret-behandeling vermindert de manifestaties van CAPS significant, waaronder een reductie
van de frequentie waarin symptomen zoals koorts, uitslag, gewrichtspijn, hoofdpijn, moeheid en
roodheid van de ogen optreden. Er werden een snelle en aanhoudende afname waargenomen van de
niveaus van de inflammatoire biomarkers: serumamyloïd A (SAA), C-reactief eiwit (CRP) en de
bezinkingssnelheid van erytrocyten (BSE), en een normalisatie van de inflammatoire hematologische
veranderingen. Bij de ernstige vorm van CAPS verbetert langetermijnbehandeling de systemische
inflammatoire orgaanverschijnselen in het oog, het binnenoor en het CZS. De scherpte van het gehoor
en het gezicht verslechterde niet verder tijdens de behandeling met anakinra.
De analyse van de uit de behandeling voortvloeiende ongewenste voorvallen (AE’s), geclassificeerd
op de aanwezigheid van CIAS1-mutaties, toonde aan dat er geen belangrijke verschillen waren tussen
de CIAS1- en niet-CIAS1-groepen in de algehele AE-meldingpercentages: 7,4 respectievelijk 9,2.
Vergelijkbare percentages werden verkregen voor de groepen op het SOC-niveau, behalve voor
oogaandoeningen met 55 AE’s (percentage 0,5), waarvan 35 oculaire hyperemie (dat ook een
symptoom van CAPS zou kunnen zijn) in de CIAS1-groep, en 4 AE’s in de niet-CIAS1-groep
(percentage 0,1).
Klinische werkzaamheid en veiligheid bij FMF
De veiligheid en werkzaamheid van Kineret bij de behandeling van patiënten met colchicineresistente
FMF zijn aangetoond in een gepubliceerd, gerandomiseerd, dubbelblind en placebogecontroleerd
onderzoek met een behandelperiode van 4 maanden. De primaire uitkomsten voor de werkzaamheid
waren het aantal aanvallen per maand en het aantal patiënten met gemiddeld < 1 aanval per maand. Er
werden 25 patiënten met colchicineresistente FMF in het onderzoek opgenomen; 12 van hen werden
gerandomiseerd naar het krijgen van Kineret en 13 naar het krijgen van placebo. Het gemiddelde
aantal aanvallen per patiënt per maand was bij de patiënten die Kineret kregen (1,7) significant lager
dan bij de patiënten die placebo kregen (3,5). Het aantal patiënten met < 1 aanval per maand was in de
Kineret-groep significant hoger, 6 patiënten, vergeleken met geen enkele patiënt in de placebogroep.
Aanvullende gepubliceerde gegevens van patiënten met FMF die geen colchicine verdroegen of
colchicineresistente FMF hadden, laten zien dat het klinische effect van Kineret duidelijk is, zowel in
klinische symptomen van aanvallen als in verlaagde waarden van ontstekingsmarkers zoals CRP en
SAA. In de gepubliceerde onderzoeken was het veiligheidsprofiel van anakinra bij patiënten met FMF
over het algemeen ongeveer gelijk aan dat bij andere indicaties.
Klinische werkzaamheid en veiligheid bij de ziekte van Still
De werkzaamheid en veiligheid van Kineret voor de behandeling van de ziekte van Still (SJIA en
AOSD) zijn geëvalueerd in een gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde,
multicentrische studie met 11 patiënten (in de leeftijd van 1 tot 51 jaar) die gedurende 12 weken
werden behandeld; hiervan kregen 6 patiënten Kineret. Kineret was werkzaam voor de behandeling
van de ziekte van Still, zoals aangetoond door de superioriteit ten opzichte van placebo in het primaire
eindpunt ACR30-respons met afwezigheid van koorts op week 2 (p-waarde = 0,0022). De
aangetoonde werkzaamheid van Kineret voor ACR30-, ACR50-, ACR70- en ACR90-respons op
week 2 bleef gehandhaafd gedurende de behandelperiode van 12 weken. Er werden geen relevante
onverwachte veiligheidsbevindingen waargenomen in de studie, en de resultaten stemden overeen met
het bekende veiligheidsprofiel van Kineret.
16
De veiligheid en werkzaamheid zijn aangetoond in een gepubliceerd, gerandomiseerd, gecontroleerd
onderzoek met 24 SJIA-patiënten die gedurende maximaal 1 jaar met Kineret werden behandeld. Na
1 maand van de geblindeerde fase werden 8 van de 12 patiënten in de groep die met Kineret werd
behandeld, geïdentificeerd als gemodificeerd-ACRpedi30-responders, vergeleken met 1 van de 12 in
de placebogroep. Op hetzelfde tijdspunt werden 7 van de 12 patiënten in de groep die met Kineret
werd behandeld, geclassificeerd als ACRpedi50-responders en 5 van de 12 als ACRpedi70-
responders, vergeleken met geen enkele patiënt in de placebogroep. 16 patiënten voltooiden de
daaropvolgende open-labelfase en van de 7 responders na maand 12, waren er 6 gestopt met de
behandeling met glucocorticoïden en hadden er 5 inactieve ziekte.
In een gepubliceerd, prospectief, niet-gecontroleerd, observationeel cohortonderzoek met 20 patiënten
met nieuw ontstane SJIA werd Kineret als initiële therapie gebruikt nadat de patiënten geen respons
hadden vertoond op NSAID’s, maar voordat DMARD’s, systemische glucocorticoïden of andere
biologicals werden gebruikt. Behandeling met Kineret leidde bij 18 van de 20 patiënten tot
normalisatie van de lichaamstemperatuur. Bij de follow-up na 1 jaar vertoonden 18 van
de 20 patiënten ten minste een aangepaste ACRpedi70-respons, en 17 van de 20 patiënten bereikten
een aangepaste ACRpedi90-respons en inactieve ziekte.
Een niet-interventionele veiligheidsstudie met 306 pediatrische patiënten met de ziekte van Still
bevestigde het veiligheidsprofiel van Kineret op de lange termijn zonder nieuwe
veiligheidsbevindingen. Ongeveer de helft (46,1%) van de patiënten werd continu behandeld met
Kineret gedurende ten minste 1 jaar en 28,1% gedurende ten minste 2 jaar. Het patroon en de
frequentie van AE’s, met inbegrip van SAE’s, stemden overeen met het bekende veiligheidsprofiel
van Kineret. In het algemeen was het percentage AE’s het hoogst gedurende de eerste 6 maanden van
de behandeling en aanmerkelijk lager gedurende latere perioden. Er waren geen overlijdens gedurende
de behandeling met Kineret. Weinig patiënten stopten met de behandeling vanwege AE’s. De
belangrijkste reden om te stoppen met Kineret was echter dat het niet werkzaam was; de tweede meest
voorkomende reden om ermee te stoppen was ziekteremissie. Langdurige behandeling met Kineret bij
patiënten met SJIA werd goed verdragen, waarbij in de loop van de tijd geen totale stijging in het
incidentiecijfer van AE’s, met inbegrip van MAS, plaatsvond.
De veiligheid en werkzaamheid van Kineret versus DMARD zijn gerapporteerd in een gepubliceerd,
24 weken durend, multicentrisch, gerandomiseerd open-labelonderzoek met 22 patiënten met
glucocorticoïden-afhankelijke refractaire AOSD. In week 24 waren 6 van de 12 patiënten die Kineret
gebruikten, in remissie, versus 2 van de 10 patiënten die DMARD’s gebruikten. Tijdens een open-
labelverlengingsfase konden patiënten overstappen of konden ze het comparator-geneesmiddel als
aanvullende behandeling gebruiken, als er binnen 24 weken geen verbetering was opgetreden.
17 patiënten voltooiden de open-labelverlengingsfase (week 52), van wie 7 van de 14 met Kineret
behandelde patiënten en 2 van de 3 met DMARD’s behandelde patiënten op dat tijdspunt in remissie
waren.
Aanvullende gepubliceerde gegevens over de ziekte van Still wijzen erop dat Kineret een snel herstel
induceert van systemische verschijnselen, zoals koorts, huiduitslag en verhoogde acutefasereagentia.
Doses glucocorticoïden kunnen in veel gevallen worden verlaagd na het instellen van behandeling met
Kineret.
Pediatrische patiënten
In het algemeen is het werkzaamheids- en veiligheidsprofiel van Kineret bij volwassen en pediatrische
patiënten met CAPS of de ziekte van Still vergelijkbaar.
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met Kineret in een of meerdere subgroepen van
pediatrische patiënten met CAPS en RA (JIA) (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch
gebruik).
17
Veiligheid bij pediatrische RA (JIA)-patiënten
Kineret werd bestudeerd in een gerandomiseerde, geblindeerde, multicentrische studie bij 86 patiënten
met polyarticulaire JIA (leeftijd van 2-17 jaar) die een dagelijkse subcutane dosis ontvingen van
1 mg/kg, tot een maximumdosis van 100 mg. De 50 patiënten met een klinische respons na een
12 weken durende open-label inloopperiode werden gerandomiseerd voor Kineret (25 patiënten) of
placebo (25 patiënten), die gedurende nog eens 16 weken dagelijks werden toegediend. Een subgroep
van deze patiënten bleef de open-labelbehandeling met Kineret tot maximaal 1 jaar volgen in een
begeleidende verlengstudie. In deze studies werd een ongewenste-voorvallenprofiel geobserveerd dat
leek op het profiel waargenomen bij volwassen RA-patiënten. Deze studiegegevens zijn niet
toereikend om de werkzaamheid aan te tonen en daarom wordt Kineret niet aanbevolen voor gebruik
bij pediatrische patiënten met JIA.
Immunogeniciteit
Zie rubriek 4.8
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
De absolute biologische beschikbaarheid van anakinra na een subcutane bolusinjectie van 70 mg bij
gezonde proefpersonen (n = 11) is 95%. Het absorptieproces is de snelheidsbeperkende factor voor het
verdwijnen van anakinra uit het plasma na de subcutane injectie. Bij proefpersonen met RA traden de
hoogste plasmaconcentraties van anakinra op 3 tot 7 uur na de subcutane toediening van anakinra met
klinisch relevante doses (1 tot 2 mg/kg; n = 18). De plasmaconcentratie nam af zonder waarneembare
distributiefase en de terminale halfwaardetijd varieerde van 4 tot 6 uur. Bij patiënten met reumatoïde
artritis is geen onverwachte accumulatie van anakinra waargenomen na toediening van een dagelijkse
subcutane dosis gedurende maximaal 24 weken. De gemiddelde (SD) schattingen van de klaring
(CL/F) en het distributievolume (Vd/F) door middel van populatieanalyse van de gegevens uit twee
PK-studies bij 35 RA-patiënten waren 105(27) ml/min, respectievelijk 18,5(11) l. Gegevens uit
onderzoek met mensen en dieronderzoek toonden aan dat de nier het belangrijkste orgaan is dat
verantwoordelijk is voor de eliminatie van anakinra. De klaring van anakinra bij RA-patiënten nam toe
met een toename van de creatinineklaring.
De invloed van demografische covarianten op de farmacokinetiek van anakinra is bestudeerd middels
een farmacokinetische analyse van een populatie die 341 patiënten omvatte bij wie gedurende
maximaal 24 weken dagelijks anakinra subcutaan werd geïnjecteerd in doses van 30, 75 en 150 mg.
De geschatte klaring van anakinra nam toe bij toenemende creatinineklaring en toenemend
lichaamsgewicht. De farmacokinetische analyse van deze populatie toonde aan dat de gemiddelde
plasmaklaring na een subcutane bolusinjectie bij mannen ongeveer 14% hoger was dan bij vrouwen en
bij personen jonger dan 65 jaar ongeveer 10% hoger was dan bij personen van 65 jaar en ouder.
Echter, na correctie voor creatineklaring en lichaamsgewicht waren het geslacht en de leeftijd geen
significante factoren voor de gemiddelde plasmaklaring. Er is geen dosisbijstelling vereist op basis van
leeftijd of geslacht.
In het algemeen is de farmacokinetiek bij CAPS-patiënten gelijk aan die bij RA-patiënten. Bij CAPS-
patiënten werd bij benadering een lineariteit van de dosis met een lichte neiging tot een grotere dan
een proportionele toename opgemerkt. Farmacokinetische gegevens voor kinderen < 4 jaar ontbreken,
maar er is klinische ervaring beschikbaar vanaf een leeftijd van 8 maanden en wanneer er wordt
begonnen met de aanbevolen dagelijkse dosis van 1-2 mg/kg, zijn er geen redenen voor bezorgdheid
vanwege de veiligheid geïdentificeerd. Farmacokinetische gegevens voor oudere CAPS-patiënten
ontbreken. Er werd een distributie in het cerebrospinale vocht aangetoond.
De mediane, voor de dosis genormaliseerde steady-state anakinraconcentratie bij SJIA-patiënten (in de
leeftijd van 3 tot 17 jaar) was over een periode van 28 weken vergelijkbaar met de concentratie die
werd waargenomen bij RA-patiënten.
18
Leverfunctiestoornissen
Er werd een studie verricht die 12 patiënten met een leverfunctiestoornis (Child-Pugh-klasse B)
omvatte, die een enkelvoudige dosis van 1 mg/kg intraveneus kregen toegediend. De
farmacokinetische parameters waren niet substantieel verschillend van gezonde vrijwilligers, anders
dan een vermindering van de klaring van ongeveer 30% in vergelijking met gegevens uit een studie
van gezonde vrijwilligers. Een overeenkomstige afname van de creatinineklaring werd gezien bij de
populatie met leverfalen. In overeenstemming daarmee wordt de afname van de klaring bij deze
populatie het waarschijnlijkst verklaard door een vermindering van de nierfunctie. Deze gegevens
ondersteunen het feit dat er geen dosisbijstelling vereist is voor patiënten met leverfunctiestoornissen
van Child-Pugh-klasse B. Zie rubriek 4.2.
Nierfunctiestoornissen
De gemiddelde plasmaklaring van Kineret bij proefpersonen met lichte (creatinineklaring
50-80 ml/min) en matig-ernstige (creatinineklaring 30-49 ml/min) nierinsufficiëntie werd met
respectievelijk 16% en 50% verminderd. Bij ernstige nierinsufficiëntie en terminale nierinsufficiëntie
(creatinineklaring < 30 ml/min) daalde de gemiddelde plasmaklaring met respectievelijk 70% en 75%.
Minder dan 2,5% van de toegediende dosis Kineret werd door hemodialyse of continue ambulante
peritoneale dialyse verwijderd. Deze gegevens ondersteunen het feit dat er geen dosisbijstelling vereist
is voor patiënten met lichte nierfunctiestoornissen (CLcr 50 tot 80 ml/minuut). Zie rubriek 4.2.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Er werd geen effect waargenomen van anakinra op de fertiliteit, de vroege ontwikkeling, de
embryofoetale ontwikkeling of de peri- en postnatale ontwikkeling bij de rat met doses die
tot 100 maal hoger lagen dan de dosis bij de mens (2 mg/kg/dag). Er werden geen effecten
waargenomen op de embryofoetale ontwikkeling bij konijnen met doses die tot 100 maal hoger lagen
dan de dosis bij de mens.
Anakinra induceerde geen genmutaties in bacteriën of zoogdiercellen bij de standaardtesten die
ontworpen werden om DNA-schade te identificeren. Anakinra verhoogde evenmin de incidentie van
chromosoomafwijkingen of micronuclei in beenmergcellen bij muizen. Er zijn geen studies op lange
termijn uitgevoerd om het mogelijke carcinogeen potentieel van anakinra te beoordelen. Gegevens
over muizen met overexpressie van IL-1ra en IL-1ra-gemuteerde knock-outmuizen wijzen niet op een
verhoogde kans op het ontstaan van tumoren.
Formele toxicologische en toxicokinetische interactiestudies bij ratten leverden geen aanwijzingen dat
Kineret het toxicologische of farmacokinetische profiel van methotrexaat verandert.
Juveniele ratten die vanaf dag 7 postpartus tot adolescentie werden behandeld met doses die maximaal
100 maal hoger lagen dan de dosis bij de mens, vertoonden geen tekenen van bijwerkingen van de
behandeling.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Citroenzuur, watervrij
Natriumchloride
Dinatriumedetaat-dihydraat
Polysorbaat 80
Natriumhydroxide
Water voor injectie
19
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Bij gebrek aan onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere
geneesmiddelen gemengd worden.
6.3
3 jaar.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Bewaren in de koelkast (2 °C - 8 °C).
Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Voor ambulant gebruik mag Kineret gedurende maximaal 72 uur op kamertemperatuur tot 25 °C
worden bewaard. Nadat Kineret uit de koelkast is gehaald, moet het binnen 72 uur worden gebruikt of
worden weggegooid. Als Kineret op kamertemperatuur is bewaard, mag het niet opnieuw in de
koelkast worden gezet.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
0,67 ml oplossing voor injectie in een gegradueerde voorgevulde spuit (Type I glas) met een
plunjerstop (bromobutylrubber) en naald van 29 gauge. De voorgevulde spuit heeft een stijve plastic
buitenste naaldbeschermer, bevestigd aan een binnenste naaldbeschermer.
Verpakkingsgrootten van 1, 7 of 28 (multiverpakking die 4 verpakkingen van 7 voorgevulde spuiten
bevat) voorgevulde spuiten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Kineret is een steriele oplossing. Uitsluitend bestemd voor eenmalig gebruik.
Niet schudden. Voorafgaand aan de injectie de voorgevulde spuit op kamertemperatuur laten komen.
Vóór toediening moet de oplossing gecontroleerd worden op deeltjes en verkleuring. Alleen heldere,
kleurloze tot witachtige oplossingen die enkele productgerelateerde doorzichtige tot witte amorfe
deeltjes kunnen bevatten, mogen geïnjecteerd worden.
De aanwezigheid van deze deeltjes heeft geen invloed op de kwaliteit van het product.
De voorgevulde spuit is uitsluitend voor eenmalig gebruik. Gooi ongebruikt geneesmiddel weg.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Swedish Orphan Biovitrum AB (publ)
SE-112 76 Stockholm
Zweden
20
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/02/203/005 – 1 stuk-verpakking
EU/1/02/203/006 – 7 stuks-verpakking
EU/1/02/203/007 – 28 stuks-verpakking
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 8 maart 2002
Datum van laatste verlenging: 20 maart 2007
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
21
BIJLAGE II
A.
FABRIKANT VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF
EN FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
B.
C.
D.
22
A.
FABRIKANT VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF EN FABRIKANT
VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant van de biologisch werkzame stof
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Dr. Boehringer-Gasse 5-11
A-1121 Wenen
Oostenrijk
Pfizer Health AB
Mariefredsvägen 37
SE-645 41 Strängnäs
Zweden
Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
Swedish Orphan Biovitrum AB (publ)
SE-112 76 Stockholm
Zweden
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
23
Extra risicobeperkende maatregelen
Voordat de nieuwe indicatie ziekte van Still voor Kineret wordt gelanceerd, dient de
vergunninghouder in elke lidstaat overeenstemming te bereiken met de nationale bevoegde autoriteit
over de inhoud en indeling van het educatieprogramma, met inbegrip van de communicatiemedia,
distributiemethoden en alle andere aspecten van het programma.
De hoofddoelen van het programma zijn het verstrekken van informatie over de wijze van toediening,
het kweken van het bewustzijn van de het mogelijke risico op het macrofaagactivatiesyndroom (MAS)
en op het mogelijke risico op ernstige infecties.
De vergunninghouder zorgt ervoor dat in elke lidstaat waar Kineret in de handel wordt gebracht alle
beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg en patiënten/zorgverleners die Kineret naar verwachting
voorschrijven of gebruiken, toegang hebben tot/voorzien zijn van het volgende educatiepakket:
Educatief materiaal voor artsen
Informatiepakket voor patiënten en zorgverleners
Het educatieve materiaal voor artsen
dient het volgende te bevatten:
De Samenvatting van de productkenmerken
De leidraad voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg
De leidraad voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg dient de volgende belangrijke elementen
te bevatten:
Het belang van uitleg aan patiënten en/of zorgverleners van het gebruik van de spuit en de
correcte injectietechniek
Dat het wordt afgeraden om een behandeling met Kineret te starten bij patiënten die
tegelijkertijd een infectie hebben
Informatie over het macrofaagactivatiesyndroom (MAS) bij patiënten die het product krijgen
voor de behandeling van de ziekte van Still
Het belang dat patiënten en/of zorgverleners van educatief materiaal worden voorzien
Het informatiepakket voor patiënten en verzorgers
dient het volgende te bevatten:
De bijsluiter
De leidraad voor patiënten en verzorgers
De patiëntenherinneringskaart
De leidraad voor patiënten en verzorgers dient de volgende belangrijke elementen te bevatten:
Instructies voor het gebruik van de spuit
Instructies voor de correcte injectieprocedures en afvoer van gebruikte spuiten
Hoe reacties op de injectieplaats moeten worden behandeld
De patiëntenherinneringskaart dient de volgende belangrijke boodschappen te bevatten:
Identiteitsgegevens van de patiënt
Contactgegevens van de arts
De voorgeschreven dosis Kineret
De vroege tekenen die wijzen op MAS
Een beschrijving van de tekenen van ernstige infecties
24
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
25
A. ETIKETTERING
26
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS VOORGEVULDE SPUIT (MET BLUE BOX)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Kineret 100 mg/0,67 ml Oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
Anakinra
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke 0,67 ml gegradueerde voorgevulde spuit bevat 100 mg anakinra.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: watervrij citroenzuur, natriumchloride, dinatriumedetaat-dihydraat, polysorbaat 80,
natriumhydroxide, water voor injectie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit voor eenmalig gebruik
1 GEGRADUEERDE voorgevulde spuit
7 GEGRADUEERDE voorgevulde spuiten
Multiverpakking: 28 (4 x 7) GEGRADUEERDE voorgevulde spuiten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Eenmalig gebruik.
Voor subcutaan gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
27
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Swedish Orphan Biovitrum AB (publ)
SE-112 76 Stockholm
Zweden
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/02/203/005 - 1 stuk-verpakking
EU/1/02/203/006 – 7 stuks-verpakking
EU/1/02/203/007 – 28 stuks-verpakking
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Kineret 100 mg 0,67 ml
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC {nummer}
SN {nummer}
NN {nummer}
28
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS MET 7 VOORGEVULDE SPUITEN ALS EEN TUSSENVERPAKKING (ZONDER
BLUE BOX)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Kineret 100 mg/0,67 ml Oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
Anakinra
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke 0,67 ml gegradueerde voorgevulde spuit bevat 100 mg anakinra.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: watervrij citroenzuur, natriumchloride, dinatriumedetaat-dihydraat, polysorbaat 80,
natriumhydroxide, water voor injectie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit voor eenmalig gebruik
7 GEGRADUEERDE voorgevulde spuiten
Deze doos bevat 7 voorgevulde spuiten, als onderdeel van een 28-stuks verpakking.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Eenmalig gebruik.
Voor subcutaan gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
29
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Swedish Orphan Biovitrum AB (publ)
SE-112 76 Stockholm
Zweden
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/02/203/007
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Kineret 100 mg 0,67 ml
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC {nummer}
SN {nummer}
NN {nummer}
30
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
VOORGEVULDE SPUITEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Kineret 100 mg/0,67 ml injectievloeistof
Anakinra
SC
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
0,67 ml
6.
OVERIGE
31
B. BIJSLUITER
32
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Kineret 100 mg/0,67 ml oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
Anakinra
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Wat is Kineret en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe gebruikt u dit middel?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Kineret en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Kineret bevat de actieve stof anakinra. Dit is een bepaald type cytokine (een afweeronderdrukkende
stof) die gebruikt wordt bij de behandeling van:
-
Reumatoïde artritis (RA).
-
COVID-19 bij patiënten die een longontsteking hebben, extra zuurstof nodig hebben en risico
lopen op longfalen.
-
Periodiekekoortssyndromen:
-
Cryopyrine-geassocieerde periodieke koortsspectrum (Cryopyrin-Associated Periodic
Syndromes = CAPS)
o
Neonataal begonnen inflammatoire multisysteemaandoening (Neonatal-Onset
Multisystem Inflammatory Disease = NOMID) / ook chronisch infantiel
neurologisch cutaan articulair syndroom (Chronic Infantile Neurological,
Cutaneous, Articular Syndrome = CINCA) genoemd,
o
Muckle-Wells-syndroom (MWS),
o
Familiair koud auto-inflammatoir syndroom (Familial Cold Autoinflammatory
Syndrome = FCAS)
-
Familiaire Middellandse Zeekoorts (FMF)
-
De ziekte van Still inclusief systemische juveniele idiopathische artritis (SJIA) en ‘adult-onset
Still’s disease’ (AOSD)
Cytokines zijn eiwitten die door het lichaam aangemaakt worden en die de communicatie tussen de
cellen coördineren en de celactiviteit helpen controleren. In geval van RA, CAPS, FMF, de ziekte van
Still en bij longontsteking als gevolg van COVID-19 produceert het lichaam te veel van het cytokine
dat interleukine-1 genoemd wordt. Dit resulteert in schadelijke effecten die leiden tot ontsteking die de
verschijnselen van de ziekte veroorzaakt. Normaal gesproken produceert uw lichaam een eiwit dat de
schadelijke effecten van interleukine-1 blokkeert. De actieve stof van Kineret is anakinra, deze werkt
op dezelfde wijze als uw natuurlijke interleukine-1-blokkerend eiwit. Anakinra wordt geproduceerd
door middel van DNA-technologie met behulp van het micro-organisme
E. coli.
33
Voor RA wordt Kineret gebruikt bij volwassenen (leeftijd 18 jaar en ouder). Kineret wordt in
combinatie met een ander geneesmiddel, genaamd methotrexaat, gebruikt voor de behandeling van de
klachten en verschijnselen van de ziekte. Kineret is bedoeld voor patiënten bij wie methotrexaat alleen
onvoldoende is om de reumatoïde artritis onder controle te houden.
Voor COVID-19 wordt Kineret gebruikt voor de behandeling van de hyperontsteking (een ontsteking
die heviger is dan gewoonlijk) die gepaard gaat met de ziekte bij volwassenen (leeftijd 18 jaar en
ouder) die een longontsteking hebben, extra zuurstof nodig hebben om hen te helpen bij het ademen
(toediening van een kleine of grote hoeveelheid zuurstof) en risico lopen op longfalen.
Voor CAPS wordt Kineret gebruikt voor de behandeling van de klachten en verschijnselen van
ontstekingen die verband houden met de aandoening, zoals huiduitslag, gewrichtspijn, koorts,
hoofdpijn en vermoeidheid bij volwassenen en kinderen (leeftijd 8 maanden en ouder).
Voor FMF wordt Kineret gebruikt voor de behandeling van de klachten van ontstekingen die met de
aandoening samengaan, zoals terugkerende koorts, vermoeidheid, buikpijn, spier- of gewrichtspijn en
huiduitslag. Kineret kan, als dat gepast is, samen met colchicine worden gebruikt.
Bij de ziekte van Still wordt Kineret gebruikt voor de behandeling van de klachten en verschijnselen
van met de ziekte gepaard gaande ontstekingen, zoals huiduitslag, gewrichtspijn en koorts.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
-
U bent allergisch voor andere producten die door middel van DNA-technologie, gebruik
makend van het micro-organisme
E. coli,
geproduceerd worden.
-
U heeft neutropenie (laag aantal witte bloedcellen), vastgesteld na een bloedtest.
Neem onmiddellijk contact op met uw arts
-
als u uitslag krijgt over uw lichaam, kortademig wordt, een piepende ademhaling heeft, een
snelle pols heeft of zweet na injectie van Kineret. Dit kunnen signalen zijn die wijzen op een
allergie voor Kineret.
-
als u na het gebruik van Kineret ooit last heeft gehad van een atypische, wijdverspreide
huiduitslag of huidafschilfering.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt:
-
als u een voorgeschiedenis heeft van herhaaldelijk terugkerende infecties of aan astma lijdt.
Kineret kan deze aandoeningen verergeren.
-
als u aan kanker lijdt. Uw arts zal beslissen of u toch Kineret toegediend mag krijgen.
-
als u een voorgeschiedenis heeft van verhoogde leverenzymspiegels.
-
als u inentingen nodig heeft. Terwijl u met Kineret wordt behandeld, mogen geen levende
vaccins bij u worden toegediend.
Ziekte van Still
-
Patiënten met de ziekte van Still kunnen een aandoening krijgen die
macrofaagactivatiesyndroom (MAS) wordt genoemd. Deze aandoening kan levensbedreigend
zijn. De kans op het krijgen van MAS is verhoogd als u een infectie heeft of als uw
verschijnselen van de ziekte van Still niet goed onder controle zijn. Verschijnselen van MAS
kunnen bijvoorbeeld aanhoudende hoge koorts, gezwollen lymfeklieren en hardnekkige
huiduitslag zijn. Als u klachten van een infectie krijgt, of als uw verschijnselen van de ziekte
van Still verergeren, dan moet u zo snel mogelijk contact opnemen met uw zorgverlener.
-
In zeldzame gevallen kunnen patiënten met de ziekte van Still, voornamelijk kinderen, een
longaandoening ontwikkelen, ook tijdens behandeling met Kineret. De kans kan verhoogd zijn
34
-
bij patiënten met het syndroom van Down (trisomie-21). Verschijnselen van een
longaandoening kunnen bijvoorbeeld kortademigheid bij lichte inspanning, hoesten in de
ochtend en problemen met de ademhaling zijn. Als u klachten van een longaandoening
ontwikkelt, dan moet u zo snel mogelijk contact opnemen met uw zorgverlener.
De ernstige huidreactie, DRESS (geneesmiddelenreactie met eosinofilie en systemische
symptomen), is zelden gemeld bij de behandeling met Kineret, vooral bij patiënten met
systemische juveniele idiopathische artritis (SJIA). Zoek onmiddellijk medische hulp als u een
atypische, wijdverspreide huiduitslag krijgt, die kan optreden in combinatie met hoge
lichaamstemperatuur en vergrote lymfeklieren.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
-
RA: Gebruik van Kineret bij kinderen en jongeren tot 18 jaar met reumatoïde artritis is niet
volledig onderzocht en kan daarom niet worden aanbevolen.
-
COVID-19: Gebruik van Kineret bij kinderen en jongeren tot 18 jaar met COVID-19 is niet
onderzocht en kan daarom niet worden aanbevolen.
-
CAPS, FMF, de ziekte van Still: Kineret wordt niet aanbevolen voor kinderen jonger dan
8 maanden oud, omdat er geen gegevens zijn voor deze leeftijdsgroep.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Kineret nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts.
Geneesmiddelen die tumornecrosefactor (TNF-α)-remmers worden genoemd, zoals etanercept, mogen
niet samen met Kineret worden gebruikt omdat dit het risico van infecties kan verhogen.
Wanneer u Kineret begint te gebruiken zal de chronische ontsteking in uw lichaam verminderen. Dit
zou kunnen betekenen dat de doses van bepaalde andere medicijnen, bijv. warfarine of fenytoïne,
moeten worden bijgesteld.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Kineret werd niet onderzocht bij zwangere vrouwen. Gebruik van Kineret wordt niet aanbevolen
tijdens de zwangerschap en bij vrouwen die zwanger kunnen worden die geen anticonceptiemiddelen
gebruiken. Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn of wilt u zwanger worden? Neem dan contact op
met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Uw arts zal met u bespreken wat de mogelijke
risico’s zijn van het gebruik van Kineret tijdens de zwangerschap.
Het is niet bekend of anakinra overgaat in de moedermelk. U moet geen borstvoeding geven als u
Kineret gebruikt.
Kineret bevat natrium
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per 100 mg, dat wil zeggen dat het in
wezen “natriumvrij” is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. Kineret dient dagelijks onderhuids
(subcutaan) te worden ingespoten. De injectie dient elke dag rond hetzelfde tijdstip te worden
toegediend.
De aanbevolen dosering is ofwel 20 tot 90 mg of 100 mg. Uw arts zal u vertellen welke dosis u nodig
heeft en of u een dosis hoger dan 100 mg nodig heeft.
35
COVID-19: de aanbevolen dosering is 100 mg met een injectie onder uw huid (subcutaan), elke dag
gedurende 10 dagen.
Zelf Kineret toedienen
Uw arts kan beslissen dat het voor u het gemakkelijkst is dat u zichzelf met Kineret injecteert. Uw arts
of verpleegkundige zal u uitleggen hoe u zichzelf moet inspuiten. Probeer uzelf niet te injecteren als u
dit niet geleerd heeft.
Lees de rubriek "Instructies voor de bereiding en toediening van een injectie met Kineret" aan het
einde van deze bijsluiter voor instructies hoe uzelf of uw kind te injecteren met Kineret.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Indien u per vergissing meer van Kineret gebruikt heeft dan is voorgeschreven, zou u geen ernstige
problemen mogen hebben. Toch moet u contact opnemen met uw arts, verpleegkundige of apotheker
indien dit gebeurt. Neem onmiddellijk contact op met uw arts of verpleegkundige als u zich onwel
voelt.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Neem contact op met uw arts als u een dosis Kineret vergeten bent te gebruiken om te bespreken
wanneer u de volgende dosis moet gebruiken.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
De mogelijke bijwerkingen zijn hetzelfde, ongeacht of u met Kineret wordt behandeld voor RA,
CAPS, FMF, de ziekte van Still of COVID-19.
Wanneer een van de volgende bijwerkingen bij u optreedt, neem dan onmiddellijk contact op met uw
arts:
-
Ernstige infecties
zoals longontsteking of huidinfecties kunnen voorkomen tijdens behandeling
met Kineret. Verschijnselen kunnen aanhoudende hoge koorts, rillingen, hoesten, hoofdpijn en
roodheid of gevoeligheid van de huid zijn. Ook aanhoudende lichte koorts, gewichtsverlies en
hardnekkige hoest kunnen klachten van een infectie zijn.
-
Ernstige allergische reacties
komen soms voor. Elk hieronder vermeld symptoom kan echter
duiden op een allergische reactie op Kineret en in dat geval moet u meteen uw arts op de hoogte
brengen. U mag niet meer Kineret injecteren.
-
Zwelling van aangezicht, tong of keel
-
Moeite met slikken of ademen
-
Plotselinge snelle hartslag of zweten
-
Jeukende huid of huiduitslag.
Zeer vaak voorkomende bijwerkingen
(kunnen zich bij meer dan 1 op de 10 personen voordoen):
-
Roodheid, zwelling, blauwe plekken of jeuk rondom de injectieplaats. Deze verschijnselen zijn
gewoonlijk licht tot matig van aard en komen vaker voor in het begin van de behandeling.
-
Hoofdpijn.
-
Toegenomen totale bloedcholesterolspiegels.
Vaak voorkomende bijwerkingen
(kunnen zich bij 1 op de 10 personen voordoen):
-
Een door een bloedtest bevestigde neutropenie (laag aantal witte bloedcellen). Deze kan het
risico dat u een infectie krijgt, verhogen. Verschijnselen van infectie kunnen koorts of keelpijn
zijn.
-
Ernstige infecties zoals longontsteking of huidinfecties.
-
Trombocytopenie (lage bloedplaatjesspiegel).
36
Soms voorkomende bijwerkingen
(kunnen zich bij 1 op de 100 personen voordoen):
-
Ernstige allergische reacties, inclusief zwelling van aangezicht, tong of keel, moeite met slikken
of ademen, plotselinge snelle hartslag of zweten, en jeukende huid of huiduitslag.
-
Verhoogde leverenzymspiegels, vastgesteld na een bloedtest.
Bijwerkingen waarvan de frequentie niet bekend is
(de frequentie kan met de beschikbare
gegevens niet worden bepaald):
-
Verschijnselen van leveraandoeningen, zoals een gele huid en ogen, misselijkheid, verlies van
eetlust, donkergekleurde urine en licht gekleurde stoelgang.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het etiket en de
doos na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de koelkast (2 °C tot 8 °C). Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Gebruik dit middel niet als u denkt dat het bevroren is geweest. Als de spuit eenmaal uit de koelkast is
gehaald en kamertemperatuur heeft bereikt (tot 25 °C), dient deze ofwel binnen 72 uur te worden
gebruikt of te worden weggegooid. Plaats het niet opnieuw in de koelkast als het op kamertemperatuur
is bewaard.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert, worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het
milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is anakinra. Elke gegradueerde voorgevulde spuit bevat 100 mg
anakinra.
-
De andere stoffen in dit middel zijn watervrij citroenzuur, natriumchloride, dinatriumedetaat-
dihydraat, polysorbaat 80, natriumhydroxide en water voor injectie.
Hoe ziet Kineret eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Kineret is een heldere, kleurloze tot witachtige oplossing voor injectie en wordt geleverd in een
gebruiksklare voorgevulde spuit. Het kan enkele doorzichtige tot witte eiwitdeeltjes bevatten. De
aanwezigheid van deze deeltjes heeft geen invloed op de kwaliteit van het product.
Verpakkingsgrootten van 1, 7 of 28 (multiverpakking die 4 verpakkingen van 7 voorgevulde spuiten
bevat) voorgevulde spuiten.
Het is mogelijk dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
37
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Swedish Orphan Biovitrum AB (publ)
SE-112 76 Stockholm
Zweden
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
38
INSTRUCTIES VOOR DE BEREIDING EN TOEDIENING VAN EEN INJECTIE MET
KINERET
Deze rubriek bevat informatie over hoe u uzelf of uw kind een injectie met Kineret toe kunt dienen.
Het is belangrijk dat u niet probeert uzelf of uw kind te injecteren tot een arts, verpleegkundige of
apotheker u dit heeft geleerd. Als u vragen heeft over het toedienen van de injectie, raadpleeg dan uw
arts, verpleegkundige of apotheker.
Hoe gebruikt u, of de persoon die u injecteert, de Kineret voorgevulde spuit?
U dient zichzelf of uw kind elke dag op een vast tijdstip een injectie te geven. Kineret wordt net onder
de huid ingespoten. Dit noemt men een subcutane injectie.
Naaldb eschermhuls (b ekleding)
Naald
Sp uitcilinder
Plunjerstaaf
Benodigdheden:
Om uzelf of uw kind een subcutane injectie toe te dienen, heeft u het volgende nodig:
een voorgevulde spuit Kineret;
alcoholdoekjes of iets vergelijkbaars; en
een steriel gaasje of doekje
Wat moet u doen voordat u zichzelf of uw kind een onderhuidse injectie met Kineret kan
toedienen?
1.
2.
3.
Neem de voorgevulde spuit Kineret uit de koelkast.
De voorgevulde spuit niet schudden.
Controleer de uiterste gebruiksdatum op het etiket van de voorgevulde spuit (EXP). Niet
gebruiken na de laatste dag van de aangeduide maand.
Controleer hoe Kineret eruitziet. Kineret moet een heldere, kleurloze tot witachtige oplossing
zijn. De oplossing kan enkele doorzichtige tot witte eiwitdeeltjes bevatten. De aanwezigheid
van deze deeltjes heeft geen invloed op de kwaliteit van het product. De oplossing dient niet te
worden gebruikt indien deze verkleurd of troebel is, of deeltjes anders dan de doorzichtige tot
witte deeltjes bevat.
Voor een comfortabeler injectie kunt u de voorgevulde spuit 30 minuten laten liggen om op
kamertemperatuur te komen of enkele minuten voorzichtig in uw handen houden. Op geen
enkele andere manier Kineret opwarmen (bijvoorbeeld, niet opwarmen in de magnetron of in
warm water).
Verwijder de naaldbeschermer van de spuit
niet
totdat u klaar bent om te injecteren.
4.
5.
6.
39
7.
8.
Uw handen grondig wassen.
Een comfortabele, goed verlichte, schone plaats kiezen en alles wat u nodig heeft binnen
handbereik plaatsen.
Zorg ervoor dat u weet welke Kineret-dosis uw arts heeft voorgeschreven: 20 tot 90 mg, 100 mg
of meer.
Als uw arts een dosis van 100 mg heeft voorgeschreven, gaat u verder met de rubriek
“Hoe
bereidt u een dosis van 100 mg voor”.
Als uw arts een lagere dosis heeft voorgeschreven, gaat u verder met de rubriek “Hoe
bereidt u een dosis van 20 tot 90 mg voor”.
9.
Hoe bereidt u een dosis van 100 mg voor
Voordat u Kineret injecteert, moet u het volgende doen:
Naaldbeschermhuls (bekleding)
1.
Houd de cilinder van de spuit vast en verwijder
voorzichtig het omhulsel van de naald zonder te
draaien. Maak een rechte beweging zoals getoond
in
Afbeelding A.
De naald niet aanraken en de
zuiger niet induwen. Gooi de naaldbescherming
onmiddellijk weg.
U kunt een kleine luchtbel waarnemen in de
voorgevulde spuit. U hoeft deze luchtbel niet te
verwijderen voor het injecteren. Het is ongevaarlijk
de luchtbel samen met de oplossing in te spuiten.
Naald
2.
Afbeelding A
3.
U kunt de voorgevulde spuit nu gebruiken zoals beschreven in de rubriek "Waar
moet u de
injectie toedienen?"
en de rubriek "Hoe
dient u uw injectie toe?".
Hoe bereidt u een dosis van 20 tot 90 mg voor
Voordat u Kineret injecteert, moet u het volgende doen:
1.
Houd de cilinder van de spuit vast en verwijder
voorzichtig het omhulsel van de naald zonder te
draaien. Maak een rechte beweging zoals getoond in
Afbeelding A.
De naald niet aanraken en de zuiger niet
induwen. Gooi de naaldbescherming onmiddellijk weg.
U moet de spuit in uw ene hand nemen met de naald
recht naar boven gericht, zoals weergegeven in
Afbeelding B.
Zet uw duim op de plunjerstaaf en
druk langzaam totdat u een kleine vloeistofdruppel
aan de punt van de naald ziet.
Draai de spuit zodat de naald nu naar beneden wijst.
Leg een steriel gaasje of doekje op een plat oppervlak
en houd de spuit er boven met de naald naar het
gaasje of doekje gericht, zoals weergegeven in
Afbeelding C.
Zorg ervoor dat de naald het gaasje of
doekje niet raakt.
Afbeelding B
2.
Afbeelding C
3.
40
4.
Zet uw duim op de plunjerstaaf en druk langzaam totdat de voorkant van de plunjer het
schaalmerkteken van uw Kineret-dosis heeft bereikt. (Uw arts zal u hebben verteld welke dosis
u moet gebruiken.) De uitgespoten vloeistof wordt geabsorbeerd door het gaasje of doekje, zoals
weergegeven in
Afbeelding C.
Als u niet in staat bent de juiste dosis in te stellen, gooit u de spuit weg en gebruikt u een
nieuwe.
U kunt de voorgevulde spuit nu gebruiken zoals beschreven in de rubriek "Waar
moet u de
injectie toedienen?"
en de rubriek "Hoe
dient u uw injectie toe?".
5.
6.
Waar moet u de injectie toedienen?
De meest geschikte plaatsen om uzelf of uw kind te injecteren, zijn (zie
Afbeelding D):
de buik (met uitzondering van de zone rond de navel)
het bovendeel van de dijen;
de bovenste buitengedeeltes van de billen; en
het buitenste gedeelte van de bovenarmen.
Volwassene Kind
Voorkant
Achterkant
Voorkant
Achterkant
Afbeelding D
Verander telkens de injectieplaats om pijn in een bepaalde zone te vermijden. Als u door iemand
anders wordt geïnjecteerd, kan ook de achterzijde van uw bovenarmen gebruikt worden.
Hoe dient u uw injectie toe?
1.
Desinfecteer de huid met een alcoholdoekje en neem de huid tussen duim en wijsvinger, zonder
erin te knijpen.
Breng de naald volledig in de huid zoals gedemonstreerd door uw verpleegkundige of arts.
Spuit de vloeistof langzaam en gelijkmatig in en houd hierbij de huid nog steeds vast zoals in
Afbeelding E.
2.
3.
41
Afbeelding E
4.
5.
Nadat de vloeistof is ingespoten, trekt u de naald terug en laat u de huid los.
Al het ongebruikte geneesmiddel moet worden afgevoerd. Gebruik elke spuit slechts voor een
enkele injectie. Gebruik een spuit niet opnieuw omdat dit infectie kan veroorzaken.
Denk eraan
Als u problemen heeft, aarzel dan niet om hulp en advies te vragen aan uw arts of verpleegkundige.
Verwijdering van de gebruikte spuiten en benodigdheden
Plaats het omhulsel niet terug op gebruikte naalden.
Houd gebruikte spuiten buiten het bereik en zicht van kinderen.
Gooi de gebruikte voorgevulde spuiten nooit weg bij het normale huisafval.
Als u een dosis heeft lager dan 100 mg, zal u verteld zijn om vloeistof uit de spuit op een gaasje
of doekje te spuiten. Na uw injectie verwijdert u het natte gaasje of doekje samen met de spuit
en reinigt u het oppervlak met een schoon doekje.
De gebruikte voorgevulde spuiten en eventuele glaasjes of doekjes met Kineret-oplossing
dienen afgevoerd te worden in overeenstemming met de lokale voorschriften. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
42

BIJLAGE I

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Kineret 100 mg/0,67 ml-oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit.
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke gegradueerde voorgevulde spuit bevat 100 mg anakinra* in 0,67 ml (150 mg/ml).

*Humaan interleukine-1-receptorantagonist (r-metHuIL-1ra) geproduceerd in Escherichia coli cellen
door middel van recombinant-DNA-technologie.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM

Oplossing voor injectie (injectievloeistof).
Heldere, kleurloze tot witachtige oplossing voor injectie die enkele product-gerelateerde doorzichtige
tot witte amorfe deeltjes kan bevatten.
4.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties

Reumatoïde artritis (RA)
Kineret is in combinatie met methotrexaat geïndiceerd voor de behandeling van de klachten en
verschijnselen van RA bij volwassenen die onvoldoende reageren op alleen methotrexaat.
COVID-19
Kineret is geïndiceerd voor de behandeling van coronavirusziekte 2019 (COVID-19) bij volwassen
patiënten met pneumonie die aanvullende zuurstof (zuurstoftoediening met lage of hoge flow) nodig
hebben en risico lopen op progressie tot ernstig respiratoir falen, bepaald aan de hand van een
plasmaconcentratie van plasminogeenactivatorreceptor van het type oplosbare urokinase (soluble
urokinase plasminogen activator receptor, suPAR) van 6 ng/ml (zie rubriek 4.2, 4.4 en 5.1).
Periodiekekoortssyndromen
Kineret is geïndiceerd voor gebruik bij volwassenen, adolescenten, kinderen in de leeftijd van
8 maanden en ouder met een lichaamsgewicht van 10 kg of meer, voor de behandeling van de
volgende auto-inflammatoire periodiekekoortssyndromen:
Cryopyrine-geassocieerde periodieke koortsspectrum (Cryoperin-Associated Periodic Syndromes =
CAPS)
Kineret is geïndiceerd voor de behandeling van CAPS, waaronder:
-
Neonataal begonnen inflammatoire multisysteemaandoening (Neonatal-Onset Multisystem
Inflammatory Disease = NOMID) / chronisch infantiel neurologisch cutaan articulair syndroom
(Chronic Infantile Neurological, Cutaneous, Articular Syndrome = CINCA)
-
Muckle-Wells-syndroom (MWS)
-
Familiair koud auto-inflammatoir syndroom (Familial Cold Autoinflammatory Syndrome =
FCAS)
Familiaire Middellandse Zeekoorts (FMF)
Kineret is geïndiceerd voor de behandeling van familiaire Middellandse Zeekoorts (Familial
Mediterranean Fever = FMF). Kineret dient, indien gepast, in combinatie met colchicine te worden
gegeven.
Kineret is geïndiceerd voor gebruik bij volwassenen, adolescenten, kinderen in de leeftijd van
8 maanden en ouder met een lichaamsgewicht van 10 kg of meer, voor de behandeling van de ziekte
van Still, waaronder systemische juveniele idiopathische artritis (SJIA) en `adult-onset Still's disease'
(AOSD), met actieve systemische kenmerken van matige tot hoge ziekteactiviteit, of bij patiënten met
voortdurende ziekteactiviteit na behandeling met niet-steroïdale ontstekingsremmers (NSAID's) of
glucocorticoïden.
Kineret kan als monotherapie worden gegeven of in combinatie met andere anti-inflammatoire
geneesmiddelen en DMARD's (disease-modifying antirheumatic drugs).

4.2 Dosering en wijze van toediening


Een behandeling met Kineret dient te worden gestart door en plaats te vinden onder toezicht van
specialisten die ervaren zijn in het stellen van de diagnose en het behandelen van respectievelijk RA,
COVID-19, CAPS, FMF en de ziekte van Still.
suPAR-test
Indien gespecificeerd bij de indicatie, moet de selectie van patiënten voor behandeling met Kineret op
basis van een suPAR-waarde 6 ng/ml plaatsvinden met behulp van meting met een gevalideerde test
(zie rubriek 4.1, 4.4 en 5.1).
Dosering
RA: volwassenen
De aanbevolen dosis Kineret bedraagt 100 mg, eenmaal per dag toegediend door middel van een
subcutane injectie. De dosis dient dagelijks rond hetzelfde tijdstip te worden gegeven.
COVID-19: volwassenen
De aanbevolen dosis Kineret bedraagt 100 mg, eenmaal per dag toegediend door middel van een
subcutane injectie gedurende 10 dagen.
CAPS: volwassenen, adolescenten en kinderen in de leeftijd van 8 maanden en ouder met een
lichaamsgewicht van 10 kg of meer
Begindosis
De aanbevolen begindosis voor alle CAPS-subtypen is 1-2 mg/kg/dag via subcutane injectie. De
therapeutische respons wordt primair gereflecteerd door de reductie van de klinische symptomen zoals
koorts, huiduitslag, gewrichtspijn en hoofdpijn maar ook van inflammatoire serummarkers
(CRP/SAA-niveaus) of van het optreden van opvlammingen.
Onderhoudsdosis bij lichte vorm van CAPS (FCAS, licht MWS)
Patiënten zijn gewoonlijk goed onder controle door de aanbevolen begindosis te handhaven
(1-2 mg/kg/dag).
Onderhoudsdosis bij ernstig CAPS (MWS en NOMID/CINCA)
Op basis van de therapeutische respons kunnen binnen 1-2 maanden hogere doses noodzakelijk zijn.
De gebruikelijke onderhoudsdosis bij ernstig CAPS is 3-4 mg/kg/dag, deze kan worden bijgesteld tot
een maximum van 8 mg/kg/dag.
Naast de evaluatie van klinische verschijnselen en inflammatoire markers bij ernstig CAPS, worden
beoordelingen van de ontsteking van het CZS, met inbegrip van het binnenoor (MRI of CT, lumbale
punctie en audiologie) en ogen (oftalmologische beoordelingen) na de eerste 3 maanden behandeling,
en daarna om de 6 maanden aanbevolen, totdat er effectieve behandelingsdoses zijn vastgesteld.
Wanneer patiënten klinisch goed gereguleerd zijn, kunnen de controle van het CZS en de
oogheelkundige controle jaarlijks worden uitgevoerd.
De aanbevolen dosering voor patiënten van 50 kg of meer is 100 mg/dag via subcutane injectie. Voor
patiënten die minder dan 50 kg wegen, dient de dosis op basis van lichaamsgewicht te worden
bepaald, met een aanbevolen dosis van 1-2 mg/kg/dag.
Ziekte van Still
De aanbevolen dosering voor patiënten van 50 kg of meer is 100 mg/dag via subcutane injectie. Voor
patiënten die minder dan 50 kg wegen, dient de dosis op basis van lichaamsgewicht te worden
bepaald, met een begindosis van 1-2 mg/kg/dag.
De respons op de behandeling dient na 1 maand te worden geëvalueerd: in geval van persistente
systemische manifestaties mag de dosis bij kinderen worden aangepast of dient voortzetting van de
behandeling met Kineret opnieuw te worden overwogen door de behandelend arts.

Oudere patiënten ( 65 jaar)

RA en COVID-19: er is geen dosisaanpassing vereist. Dosering en toediening zijn dezelfde als voor
volwassenen van 18 tot 64 jaar.
CAPS: de gegevens over oudere patiënten zijn beperkt. Naar verwachting zijn er geen
dosisaanpassingen nodig.
Ziekte van Still: de gegevens over oudere patiënten zijn beperkt. Naar verwachting zijn er geen
dosisaanpassingen nodig.
Pediatrische patiënten (< 18 jaar)
Er zijn geen gegevens beschikbaar over kinderen jonger dan 8 maanden.
RA: de werkzaamheid van Kineret bij kinderen met RA (JIA) in de leeftijd van 0 tot 18 jaar is niet
vastgesteld.
COVID-19: de werkzaamheid van Kineret bij kinderen met COVID-19 in de leeftijd van 0 tot 18 jaar
is niet vastgesteld.
CAPS: dosering en toediening bij kinderen en peuters van 8 maanden en ouder met een
lichaamsgewicht van 10 kg of meer zijn net als voor volwassen CAPS-patiënten gebaseerd op het
lichaamsgewicht.
FMF: Voor kinderen die minder dan 50 kg wegen, wordt de dosis bepaald op basis van
lichaamsgewicht, met een aanbevolen dosis van 1-2 mg/kg/dag; patiënten die 50 kg of meer wegen,
krijgen een dosis van 100 mg/dag. Bij kinderen met onvoldoende respons kan de dosis stapsgewijs
worden verhoogd tot maximaal 4 mg/kg/dag.
Er zijn beperkte gegevens over de werkzaamheid van Kineret bij kinderen jonger dan 2 jaar met FMF.
Ziekte van Still: bij kinderen die minder dan 50 kg wegen, wordt de dosis bepaald op basis van
lichaamsgewicht, met een begindosis van 1-2 mg/kg/dag; patiënten van 50 kg of meer krijgen een
dosis van100 mg/dag. Bij kinderen met onvoldoende respons kan de dosis stapsgewijs worden
verhoogd tot maximaal 4 mg/kg/dag.

Leverfunctiestoornissen

Er is geen dosisaanpassing vereist voor patiënten met matig-ernstige leverfunctiestoornissen (Child-
Pugh-klasse B). Kineret moet met voorzichtigheid worden gebruikt bij patiënten met ernstige
leverfunctiestoornissen.
Er is geen dosisaanpassing vereist voor patiënten met een lichte nierfunctiestoornis
(CLcr 60 tot 89 ml/min). Kineret dient met voorzichtigheid te worden gebruikt bij patiënten met een
matig ernstige nierfunctiestoornis (CLcr 30 tot 59 ml/min). Bij patiënten met een ernstige
nierfunctiestoornis (CLcr < 30 ml/min) of nierziekte in het laatste stadium (ESRD, End Stage Renal
Disease), met dialyse, dient toediening van de voorgeschreven dosis Kineret om de dag te worden
overwogen.
Wijze van toediening
Kineret wordt toegediend door middel van een subcutane injectie.
Kineret wordt gebruiksklaar afgeleverd in een gegradueerde voorgevulde spuit. De gegradueerde
voorgevulde spuit maakt doses mogelijk van 20 tot 100 mg. Omdat de minimumdosis 20 mg is, is de
spuit niet geschikt voor pediatrische patiënten met een lichaamsgewicht onder de 10 kg. De
voorgevulde spuit mag niet worden geschud. De gebruiksaanwijzing en andere instructies worden
vermeld in rubriek 6.6.
Het wordt aanbevolen de injectieplaats af te wisselen om ongemak op de plaats van injectie te
voorkomen. Koelen van de injectieplaats, verwarming van de injectievloeistof tot kamertemperatuur,
gebruik van cold packs (voor en na de injectie) en het gebruik van topische glucocorticoïden en
antihistaminica na de injectie kunnen de klachten en verschijnselen van injectieplaatsreacties
verlichten.

4.3 Contra-indicaties

Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen of
voor eiwitten geproduceerd met behulp van E. coli.
Er mag geen Kineret-behandeling worden begonnen bij patiënten met neutropenie (ANC < 1,5 x 109/l)
(zie rubriek 4.4).

4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik

Terugvinden herkomst
Om het terugvinden van de herkomst van biologicals te verbeteren moeten de naam en het
batchnummer van het toegediende product goed geregistreerd worden.
Allergische reacties
Allergische reacties, zoals anafylactische reacties en angio-oedeem, zijn soms gerapporteerd. In de
meerderheid van de gevallen betrof het maculopapuleuze of urticariële huiduitslag.
Indien een ernstige allergische reactie optreedt, moet de toediening van Kineret stopgezet worden en
dient een adequate behandeling te worden gestart.
Hepatische voorvallen
In klinische studies zijn voorbijgaande verhogingen van leverenzymen waargenomen. Deze
verhogingen zijn niet in verband gebracht met klachten en verschijnselen van hepatocellulaire schade,
met uitzondering van een patiënt met SJIA die ernstige hepatitis ontwikkelde in samenhang met een
cytomegalovirusinfectie.
Tijdens het gebruik nadat het middel op de markt was gebracht, zijn er hepatische voorvallen gemeld
die de leverfunctie niet aantastten. De meeste patiënten werden behandeld voor de ziekte van Still of
hadden predisponerende factoren, bijvoorbeeld een voorgeschiedenis van verhoogde
transaminasespiegels. Daarnaast zijn er gevallen van niet-infectieuze hepatitis, waaronder incidentele
voorvallen van acuut leverfalen, gemeld bij patiënten met de ziekte van Still tijdens de behandeling
met Kineret.
maand van de behandeling met Kineret. Het moet worden overwogen de leverenzymen routinematig te
testen gedurende de eerste maand, in het bijzonder indien de patiënt predisponerende factoren heeft of
symptomen ontwikkelt die op een leverfunctiestoornis wijzen.
De werkzaamheid en veiligheid van Kineret bij patiënten met ASAT/ALAT 1,5 x hoogste niveau
van normaal zijn niet geëvalueerd.
Ernstige infecties
Kineret is bij RA-patiënten in verband gebracht met een verhoogde incidentie van ernstige infecties
(1,8%) in vergelijking met placebo (0,7%). Bij een klein aantal patiënten met astma was de incidentie
van ernstige infecties groter bij patiënten behandeld met Kineret (4,5%) in vergelijking met patiënten
die placebo toegediend kregen (0%). Deze infecties hielden hoofdzakelijk verband met de luchtwegen.
De veiligheid en werkzaamheid van Kineret-behandelingen bij patiënten met chronische en ernstige
infecties zijn niet geëvalueerd.
Er mag geen Kineret-behandeling worden begonnen bij patiënten met actieve infecties. De Kineret-
behandeling moet bij RA-patiënten worden stopgezet als er zich een ernstige infectie ontwikkelt. Bij
met Kineret behandelde patiënten met CAPS of FMF bestaat het risico van opvlammingen van de
aandoening wanneer de behandeling met Kineret wordt stopgezet. Met zorgvuldige monitoring kan de
behandeling met Kineret ook tijdens een ernstige infectie worden voortgezet. Een behandeling met
Kineret voor COVID-19 kan worden voortgezet ondanks (secundaire) infecties.
MAS (macrofaagactivatiesyndroom) is een bekende, levensbedreigende aandoening die zich kan
ontwikkelen bij patiënten met de ziekte van Still. Als MAS optreedt of vermoed wordt, dient
beoordeling en gepaste behandeling zo snel mogelijk te worden gestart. Artsen dienen alert te zijn op
symptomen van infectie of verergering van de ziekte van Still, omdat dit bekende triggers zijn voor
MAS. Er zijn beperkte gegevens beschikbaar over de vraag of Kineret tijdens ernstige infecties kan
worden voortgezet bij patiënten met de ziekte van Still. Indien de behandeling met Kineret wordt
voortgezet tijdens ernstige infecties, is zorgvuldige monitoring vereist om het risico op opvlamming
van de ziekte te verkleinen.
Patiënten met de ziekte van Still hebben een verhoogde kans op het ontwikkelen van MAS. Tijdens
postmarketinggebruik zijn er gevallen van MAS geweest bij met Kineret behandelde patiënten met de
ziekte van Still. Er zijn geen voorvallen van MAS gemeld tijdens door het bedrijf gesponsorde
klinische studies bij de ziekte van Still. In een niet-interventionele veiligheidsstudie op lange termijn
met 306 pediatrische patiënten met de ziekte van Still was er geen aanwijzing dat de frequentie van
MAS toenam gedurende, of direct na, de behandeling met Kineret. Het incidentiecijfer van MAS was
2,4 voorvallen per 100 patiëntjaren. Dit stemt overeen met wat wordt verwacht voor pediatrische
patiënten met de ziekte van Still. Er is geen oorzakelijk verband tussen Kineret en MAS vastgesteld.
Artsen dienen voorzichtigheid te betrachten bij het toedienen van Kineret aan patiënten met een
voorgeschiedenis van recidiverende infecties of met onderliggende aandoeningen waardoor ze
gevoelig zijn voor infecties.
De veiligheid van Kineret bij personen met latente tuberculose is onbekend. Er is tuberculose gemeld
bij patiënten die verscheidene biologische anti-inflammatoire behandelingen ontvingen. Voordat met
Kineret wordt begonnen, moeten de patiënten worden onderzocht op latente tuberculose. Ook de
beschikbare medische richtlijnen moeten in aanmerking worden genomen.
Andere antireumatische therapieën zijn in verband gebracht met reactivering van hepatitis B. Daarom
moet in overeenstemming met de gepubliceerde richtlijnen ook worden onderzocht op virale hepatitis,
voordat met de therapie met Kineret begonnen wordt.
Kineret wordt geëlimineerd via glomerulaire filtratie en het daaropvolgende tubulaire metabolisme.
Daardoor daalt de plasmaklaring van Kineret bij een afnemende nierfunctie.
Er is geen dosisaanpassing vereist voor patiënten met een lichte nierfunctiestoornis
(CLcr 60 tot 89 ml/min). Kineret dient met voorzichtigheid te worden gebruikt bij patiënten met een
matig ernstige nierfunctiestoornis (CLcr 30 tot 59 ml/min). Bij patiënten met een ernstige
nierfunctiestoornis (CLcr < 30 ml/min) of nierziekte in het laatste stadium (ESRD, End Stage Renal
Disease), met dialyse, dient toediening van de voorgeschreven dosis Kineret om de dag te worden
overwogen.
Neutropenie
Kineret werd in placebogecontroleerde studies bij RA vaak geassocieerd met neutropenie
(ANC < 1,5 x 109/l) en bij patiënten met COVID-19, CAPS en de ziekte van Still werden er gevallen
van neutropenie waargenomen. Voor meer informatie over neutropenie, zie rubriek 4.3 en 4.8.
Een behandeling met Kineret dient niet te worden gestart bij patiënten met een neutropenie
(ANC < 1,5 x 109/l). Er wordt aanbevolen het aantal neutrofielen te bepalen alvorens de behandeling
met Kineret te starten alsook tijdens de behandeling met Kineret, maandelijks gedurende de
eerste 6 maanden van de behandeling en daarna driemaandelijks. Bij patiënten die neutropenisch
worden (ANC < 1,5 x 109/l), dient de ANC nauwgezet te worden gevolgd en dient de behandeling met
Kineret te worden gestaakt. De veiligheid en werkzaamheid van Kineret bij patiënten met neutropenie
zijn niet geëvalueerd.
Pulmonale voorvallen
Tijdens postmarketinggebruik zijn er voornamelijk bij met IL-6- en IL-1-remmers, waaronder Kineret,
behandelde pediatrische patiënten met de ziekte van Still voorvallen van interstitiële longaandoening,
pulmonale alveolaire proteïnose en pulmonale hypertensie gemeld. Patiënten met trisomie-21 blijken
oververtegenwoordigd te zijn. Tijdens door het bedrijf gesponsorde klinische studies bij de ziekte van
Still werden dergelijke voorvallen niet gemeld. In een niet-interventionele veiligheidsstudie op lange
termijn met 306 pediatrische patiënten met de ziekte van Still kreeg één patiënt een ernstig pulmonaal
voorval, een niet-gespecificeerde interstitiële longaandoening. In de studie waren geen patiënten met
pulmonale alveolaire proteïnose of pulmonale hypertensie. Er is geen oorzakelijk verband tussen
Kineret en pulmonale voorvallen vastgesteld.
Geneesmiddelenreactie met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS)
Geneesmiddelenreactie met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS) is zelden gemeld bij
patiënten die met Kineret werden behandeld, voornamelijk bij patiënten met systemische juveniele
idiopathische artritis (SJIA). Patiënten met DRESS moeten mogelijk in een ziekenhuis worden
opgenomen, omdat deze aandoening fataal kan zijn. Als er tekenen en symptomen van DRESS
optreden en er geen alternatieve etiologie kan worden vastgesteld, moet de behandeling met Kineret
worden stopgezet en moet een andere behandeling worden overwogen.
Immunosuppressie
De impact van behandeling met Kineret op een reeds bestaande maligniteit is niet onderzocht. Daarom
wordt het gebruik van Kineret bij patiënten met een reeds bestaande maligniteit niet aanbevolen.
Maligniteiten
RA-patiënten kunnen een groter risico (gemiddeld 2-3 maal) hebben op ontwikkeling van lymfoom.
Hoewel bij patiënten in klinische studies behandeld met Kineret de incidentie van lymfoom hoger was
dan het verwachte percentage in de algemene bevolking, is dit percentage consistent met algemeen
gerapporteerde cijfers voor RA-patiënten.
In klinische studies was het bruto-incidentiecijfer van maligniteit gelijk bij de patiënten behandeld met
Kineret en bij patiënten die een placebo kregen toegediend en verschilde het niet van dat bij de
algemene bevolking. Bovendien was de algehele incidentie van maligniteiten bij patiënten die
gedurende 3 jaar aan Kineret werden blootgesteld niet toegenomen.
In een placebo-gecontroleerde klinische studie (n = 126) werd geen verschil aangetoond in
anti-tetanusantilichaamrespons tussen de met Kineret en met placebo behandelde groepen wanneer een
tetanus-/difterietoxoïde vaccin werd toegediend gelijktijdig met Kineret. Er zijn geen gegevens
beschikbaar betreffende de effecten van vaccinatie met andere geïnactiveerde antigenen, of
COVID-19-vaccins, bij patiënten die Kineret kregen.
Er zijn geen gegevens beschikbaar betreffende de effecten veroorzaakt door levende vaccins of de
effecten op de secundaire transmissie van infectie door levende vaccins bij patiënten die Kineret
kregen. Daarom dienen levende vaccins niet gelijktijdig met Kineret te worden gegeven.
Oudere patiënten ( 65 jaar)
Tijdens klinische studies zijn in totaal 752 RA-patiënten van 65 jaar en ouder, inclusief 163 patiënten
van 75 jaar en ouder, en 173 COVID-19-patiënten 65 jaar onderzocht. Er zijn tussen deze patiënten
en jongere patiënten geen algemene verschillen in veiligheid of werkzaamheid waargenomen. Er is
beperkte ervaring met de behandeling van oudere patiënten met CAPS, FMF en de ziekte van Still.
Aangezien de incidentie van infecties bij oudere patiënten over het algemeen hoger is, is
voorzichtigheid geboden bij de behandeling van oudere patiënten.
Gelijktijdige behandeling met Kineret en TNF--antagonisten
Gelijktijdige toediening van Kineret en etanercept bij RA-patiënten is in verband gebracht met een
verhoogd risico op ernstige infecties en neutropenie in vergelijking met toediening van etanercept
alleen. Van deze behandelingscombinatie is geen groter klinisch voordeel aangetoond.
Gelijktijdige toediening van Kineret en etanercept of andere TNF--antagonisten wordt niet
aanbevolen (zie rubriek 4.5).
COVID-19-patiënten
Het effect van een behandeling met Kineret is niet vastgesteld bij COVID-19-patiënten met suPAR
< 6 ng/ml.
Een behandeling met Kineret mag niet worden ingesteld bij patiënten die niet-invasieve of invasieve
kunstmatige beademing of extracorporale membraanoxygenatie (ECMO) nodig hebben, omdat de
werkzaamheid niet is vastgesteld bij deze patiëntenpopulaties.
Natriumgehalte
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis van 100 mg, dat wil zeggen dat het in
wezen `natriumvrij' is.

4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Interacties tussen Kineret en andere geneesmiddelen werden niet bestudeerd in formele studies. In
klinische studies werden geen interacties tussen Kineret en andere geneesmiddelen (waaronder
niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen, glucocorticoïden en DMARD's) waargenomen.
Gelijktijdige behandeling met Kineret en TNF--antagonisten
In een klinische studie met RA-patiënten die ook methotrexaat ontvingen werd bij patiënten die
gelijktijdig met Kineret en etanercept werden behandeld een groter percentage ernstige infecties (7%)
en neutropenie waargenomen dan bij patiënten behandeld met etanercept alleen. Dit percentage is ook
hoger dan waargenomen in eerdere studies waar Kineret alleen werd gebruikt. Er is geen groter
klinisch voordeel aangetoond van een gelijktijdige behandeling met Kineret en etanercept.
Gelijktijdige toediening van Kineret en etanercept of andere TNF--antagonisten wordt niet
aanbevolen (zie rubriek 4.4).
De vorming van CYP450-enzymen wordt onderdrukt door de toegenomen cytokineniveaus (bijv.
IL-1) tijdens een chronische ontsteking. Daarom kan van een IL-1-receptorantagonist, zoals anakinra,
worden verwacht dat de vorming van CYP450-enzymen tijdens de behandeling zal kunnen worden
genormaliseerd. Dit zou klinisch relevant zijn voor CYP450-substraten met een smalle therapeutische
breedte (bijv. warfarine en fenytoïne). Bij het begin en het einde van de Kineret-behandeling van
patiënten die deze typen geneesmiddelen gebruiken, kan het relevant zijn therapeutische controle van
het effect of de concentratie van deze producten in overweging te nemen en moet de individuele dosis
van het geneesmiddel mogelijk worden aangepast.
Voor informatie betreffende vaccinaties, zie rubriek 4.4.

4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er is slechts een beperkte hoeveelheid gegevens over het gebruik van anakinra bij zwangere vrouwen.
De resultaten van dieronderzoek duiden niet op directe of indirecte schadelijke effecten wat betreft
reproductietoxiciteit (zie rubriek 5.3). Uit voorzorg heeft het de voorkeur het gebruik van anakinra te
vermijden tijdens de zwangerschap en bij vrouwen die zwanger kunnen worden en geen anticonceptie
toepassen.
Borstvoeding
Het is niet bekend of anakinra/metabolieten in de moedermelk worden uitgescheiden. Risico voor
pasgeborenen/zuigelingen kan niet worden uitgesloten. Borstvoeding moet worden gestaakt tijdens
behandeling met Kineret.

4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Niet van toepassing.

4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
In placebo-gecontroleerde studies bij RA-patiënten waren de meest frequent beschreven bijwerkingen
van Kineret reacties op de injectieplaats (IR's), die bij de meerderheid van de patiënten licht tot matig
waren. Bij RA-patiënten behandeld met Kineret was een reactie op de injectieplaats de meest
voorkomende reden voor terugtrekking uit de studies. In RA-studies was de incidentie van ernstige
bijwerkingen bij de aanbevolen dosis Kineret (100 mg/dag) vergelijkbaar met placebo (7,1% in
vergelijking met 6,5% in de placebogroep). De incidentie van ernstige infecties was hoger bij
patiënten behandeld met Kineret in vergelijking met patiënten die een placebo kregen toegediend
(1,8% versus 0,7%). Een afname van het aantal neutrofielen trad vaker op bij patiënten behandeld met
Kineret in vergelijking met patiënten die een placebo kregen toegediend.
De gegevens over bijwerkingen bij COVID-19 zijn gebaseerd op een gerandomiseerde,
placebogecontroleerde studie met 405 patiënten met pneumonie als gevolg van COVID-19 die met
Kineret werden behandeld (SAVE-MORE-studie). De incidentie van ernstige bijwerkingen in de
groep behandeld met anakinra was vergelijkbaar met die in de placebogroep. Neutropenie, verhoogde
leverfunctietestwaarden, huiduitslag en injectieplaatsreacties werden vaker gemeld bij patiënten die
Kineret kregen dan bij patiënten die placebo kregen. Het algemene veiligheidsprofiel bij patiënten met
COVID-19 die met Kineret werden behandeld, is vergelijkbaar met dat bij patiënten met RA die met
Kineret werden behandeld.
De gegevens over bijwerkingen bij CAPS-patiënten zijn gebaseerd op een open-labelstudie van
43 patiënten met NOMID/CINCA die tot 5 jaar behandeld werden met Kineret, met een totale
blootstelling aan Kineret van 159,8 patiëntjaren. Tijdens de 5 jaar durende studie meldden 14 patiënten
(32,6%) 24 ernstige voorvallen. Elf ernstige voorvallen bij 4 (9,3%) patiënten werden in verband
bijwerkingen.
Gegevens van bijwerkingen bij patiënten met de ziekte van Still zijn gebaseerd op een deels
open-label en deels geblindeerd, placebogecontroleerd onderzoek met 15 SJIA-patiënten die
gedurende maximaal 1,5 jaar werden behandeld en een gerandomiseerd dubbelblind
placebogecontroleerd onderzoek met 12 volwassen en pediatrische patiënten met de ziekte van Still
die gedurende 12 weken werden behandeld (6 met Kineret en 6 met placebo) en daarna nog 4 weken
werden gevolgd. Daarnaast leveren een niet-interventionele veiligheidsstudie op lange termijn met
306 pediatrische patiënten met de ziekte van Still, postmarketingmeldingen van bijwerkingen en
gepubliceerde onderzoeken ondersteunende gegevens.
Gegevens van bijwerkingen bij patiënten met FMF zijn gebaseerd op postmarketingmeldingen van
bijwerkingen en gepubliceerde onderzoeken.
Er zijn geen aanwijzingen uit deze onderzoeken of uit postmarketingmeldingen van bijwerkingen dat
het totale veiligheidsprofiel bij patiënten met CAPS, FMF of de ziekte van Still anders is dan dat bij
patiënten met RA, met uitzondering van de postmarketingwaarneming van een hogere frequentie van
gemelde hepatische voorvallen bij patiënten met de ziekte van Still. De tabel met bijwerkingen
hieronder heeft daarom betrekking op behandeling van RA, CAPS, FMF en de ziekte van Still met
Kineret. Tijdens langdurige behandeling van RA, CAPS en de ziekte van Still blijft het
veiligheidsprofiel in de loop van de tijd ongewijzigd.
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
Bijwerkingen zijn gerangschikt volgens de systeem/orgaanklassen van de MedDRA-gegevensbank en
hun frequentie. De frequentie van mogelijke bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd: zeer vaak
( 1/10); vaak ( 1/100, < 1/10); soms ( 1/1.000, < 1/100); zelden ( 1/10.000, < 1/1.000); zeer
zelden (< 1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen
iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst.
Systeem/orgaanklassen volgens Frequentie
Bijwerking
gegevensbank MedDRA
Infecties en parasitaire
Vaak ( 1/100, < 1/10)
Ernstige infecties
aandoeningen
Bloed- en
Vaak ( 1/100, < 1/10)
Neutropenie
lymfestelselaandoeningen
Trombocytopenie
Immuunsysteemaandoeningen
Soms ( 1/1.000, < 1/100)
Allergische reacties, zoals
anafylactische reacties,
angio-oedeem, urticaria en
pruritus
Zenuwstelselaandoeningen
Zeer vaak ( 1/10)
Hoofdpijn
Lever- en galaandoeningen
Soms ( 1/1.000, < 1/100)
Leverenzym verhoogd
Niet bekend
Niet-infectieuze hepatitis
(kan met de beschikbare
gegevens niet worden
bepaald)
Algemene aandoeningen en
Zeer vaak ( 1/10)
Injectieplaatsreactie
toedieningsplaatsstoornissen
Huid- en onderhuidaandoeningen Soms ( 1/1.000, < 1/100)
Huiduitslag
Onderzoeken
Zeer vaak ( 1/10)
Toegenomen cholesterol in het
bloed
Ernstige infecties
De incidentie van ernstige infecties in RA-studies met de aanbevolen dosis (100 mg/dag) was 1,8% bij
patiënten behandeld met Kineret en 0,7% bij patiënten die een placebo kregen toegediend. Bij
waarnemingen gedurende maximaal 3 jaar bleef het percentage ernstige infecties in de loop van de tijd
stabiel. De waargenomen infecties waren hoofdzakelijk van bacteriële oorsprong, zoals cellulitis,
infectie het gebruik van het geneesmiddel voor onderzoek voort.
In de klinische studie naar COVID-19 kwamen secundaire ernstige infecties vaak voor, hoewel ze
minder vaak werden waargenomen bij patiënten behandeld met Kineret dan bij patiënten behandeld
met placebo.
In een studie met 43 CAPS-patiënten die tot vijf jaar werden gevolgd was de frequentie van ernstige
infecties 0,1/jaar, het meest algemeen waren pneumonie en gastro-enteritis. Kineret werd bij een
patiënt tijdelijk gestopt, alle andere patiënten zetten de Kineret-behandeling gedurende de infecties
voort.
In een studie met 15 SJIA-patiënten die gedurende maximaal 1,5 jaar gevolgd werden, ontwikkelde
een patiënt ernstige hepatitis in samenhang met een cytomegalovirusinfectie. In een studie met
11 patiënten met de ziekte van Still (SJIA en AOSD) die waren gerandomiseerd naar Kineret
(6 patiënten) of placebo (5 patiënten) en werden gevolgd gedurende 16 weken, werden geen ernstige
infecties gemeld. In een niet-interventionele studie op lange termijn van Kineret met 306 pediatrische
patiënten met de ziekte van Still, die tot meer dan 9 jaar werden gevolgd (gemiddelde duur van de
behandelingskuur met Kineret was 17,0 (standaarddeviatie 21,1) maanden en de mediane duur was
8,9 maanden), werden bij 13 patiënten ernstige infecties gemeld. Er zijn geen aanwijzingen uit
postmarketingmeldingen van bijwerkingen en van gepubliceerde studies dat de soorten en ernst van
infecties bij patiënten met FMF anders zijn dan die bij patiënten met RA, CAPS of de ziekte van Still.
In klinische studies en tijdens postmarketinggebruik zijn zeldzame gevallen van opportunistische
infecties waargenomen, waaronder schimmel-, mycobacteriële, bacteriële en virale pathogenen.
Infecties zijn waargenomen in alle orgaansystemen en zijn gerapporteerd bij patiënten behandeld met
Kineret alleen of in combinatie met immunosuppressiva.
Neutropenie
Tijdens placebogecontroleerde RA-studies met Kineret ging de behandeling gepaard met geringe
dalingen van de gemiddelden van het totaal aantal leukocyten en het absolute aantal neutrofielen
(ANC, absolute neutrophil count). Neutropenie (ANC < 1,5 x 109/l) is gemeld bij 2,4% van de
patiënten behandeld met Kineret in vergelijking met 0,4% van de patiënten die een placebo kregen
toegediend. Niemand van deze patiënten had ernstige infecties die verband hielden met de
neutropenie.
In de klinische studie naar COVID-19 werden voorvallen van neutropenie gemeld bij 3,0% van de
patiënten behandeld met Kineret en 0,5% van de patiënten die placebo kregen. Alle gevallen van de
bijwerking neutropenie waren licht of matig van ernst.
In een studie met 43 CAPS-patiënten die tot vijf jaar gevolgd werden, werd bij 2 patiënten neutropenie
gemeld. Beide neutropenie-episodes verdwenen in de loop van de tijd bij voortgezette Kineret-
behandeling.
In een studie met 15 SJIA-patiënten die gedurende maximaal 1,5 jaar gevolgd werden, werd een
voorval van voorbijgaande neutropenie gemeld. In een studie met 11 patiënten met de ziekte van Still
(SJIA en AOSD) die waren gerandomiseerd naar Kineret (6 patiënten) of placebo (5 patiënten) en
werden gevolgd gedurende 16 weken, werd geen neutropenie gemeld. In een niet-interventionele
studie op lange termijn met 306 pediatrische patiënten met de ziekte van Still, die tot meer dan 9 jaar
werden gevolgd (gemiddelde duur van de behandelingskuur met Kineret was 17,0 (standaarddeviatie
21,1) maanden en de mediane duur was 8,9 maanden), werden 5 voorvallen van neutropenie gemeld,
waaronder 1 voorval van febriele neutropenie.
In klinische studies bij RA-patiënten werd trombocytopenie gemeld bij 1,9% van de behandelde
patiënten, vergeleken met 0,3% bij de placebogroep. De trombocytopenieën waren licht, dat wil
zeggen het aantal getelde bloedplaatjes was >75 x109/l. Lichte trombocytopenie werd ook
waargenomen bij CAPS-patiënten.
Tijdens het postmarketing gebruik van Kineret werd trombocytopenie gemeld, met inbegrip van
incidentele meldingen van gevallen die duiden op ernstige trombocytopenie (d.w.z.
bloedplaatjestellingen < 10 x109/l).
Allergische reacties
Allergische reacties, zoals anafylactische reacties, angio-oedeem, urticaria, huiduitslag en pruritus,
zijn soms gerapporteerd met Kineret. De meerderheid van deze reacties waren maculopapuleuze of
urticariële huiduitslag.
In een studie met 43 CAPS-patiënten die maximaal 5 jaar werden gevolgd was geen allergisch voorval
ernstig van aard en geen voorval vereiste de stopzetting van de Kineret-behandeling.
In een studie met 15 SJIA-patiënten die gedurende maximaal 1,5 jaar gevolgd werden, was er geen
enkel allergisch voorval ernstig en was er geen voorval waardoor Kineret moest worden gestaakt. In
een studie met 11 patiënten met de ziekte van Still (SJIA en AOSD) die waren gerandomiseerd naar
Kineret (6 patiënten) of placebo (5 patiënten) en werden gevolgd gedurende 16 weken, werden geen
allergische reacties gemeld.
In een studie met 12 FMF-patiënten die gedurende 4 maanden werden behandeld met Kineret in een
gepubliceerd, gerandomiseerd en gecontroleerd onderzoek, werd geen enkel allergisch voorval gemeld
als ernstig en was er geen voorval waardoor Kineret moest worden gestaakt.
In de klinische studie naar COVID-19 werd geen enkele allergische reactie beschouwd gerelateerd te
zijn aan Kineret.
Immunogeniciteit
Tot 3% van de volwassen patiënten in klinische RA-studies had ten minste 1 positieve test op
neutraliserende anti-anakinra-antilichamen. Het aantreffen van antilichamen was doorgaans van
voorbijgaande aard en was niet geassocieerd met klinische bijwerkingen of met een verminderde
werkzaamheid. Additioneel had 6% van 86 pediatrische patiënten met JIA, onder wie geen van de
15 patiënten met het SJIA-subtype, in een klinische studie ten minste 1 positieve test op
neutraliserende anti-anakinra-antilichamen. In een klinische studie met 6 patiënten die waren
gerandomiseerd naar een 12 weken durende behandeling met anakinra vanwege de ziekte van Still
(SJIA en AOSD), ontwikkelden alle patiënten antilichamen tegen het geneesmiddel, maar werd geen
van de patiënten seropositief getest op neutraliserende anti-anakinra-antilichamen.
De meerderheid van de CAPS-patiënten in Studie 03-AR-0298 ontwikkelde antilichamen tegen het
geneesmiddel anakinra. Dit werd niet in verband gebracht met eventuele klinisch significante effecten
op farmacokinetica, werkzaamheid of veiligheid.
Hepatische voorvallen
In klinische studies werden tijdelijke toenames van de leverenzymen waargenomen. Deze toenames
werden niet in verband gebracht met klachten en verschijnselen van hepatocellulaire schade, met
uitzondering van een patiënt met SJIA die ernstige hepatitis ontwikkelde in samenhang met een
cytomegalovirusinfectie.
Tijdens het gebruik nadat het geneesmiddel op de markt was gebracht, werden er geïsoleerde
meldingen ontvangen van gevallen die duidden op niet infectieuze hepatitis. Hepatische voorvallen
tijdens het gebruik nadat het middel in de handel is gebracht, zijn vooral gemeld bij patiënten die
werden behandeld voor de ziekte van Still en bij patiënten met predisponerende factoren, bijvoorbeeld
begonnen.
Reacties op de injectieplaats
IR's verschijnen gewoonlijk binnen 2 weken therapie en verdwijnen binnen 4-6 weken. Na de eerste
maand van de behandeling kwamen reacties op de injectieplaats bij patiënten bij wie deze nog niet
eerder waren opgetreden soms voor.
De bijwerking gerelateerd aan de behandeling met Kineret die bij RA-patiënten het meest frequent en
consistent werd gemeld, is een reactie op de injectieplaats. De meerderheid (95%) van deze reacties
was licht tot matig. Deze werden gekarakteriseerd door een of meer van de volgende kenmerken:
erytheem, ecchymose, ontsteking en pijn. Bij een dosis van 100 mg/dag kreeg 71% van de RA-
patiënten in vergelijking met 28% van de patiënten die een placebo kregen toegediend een reactie op
de injectieplaats.
In een studie met 43 CAPS-patiënten die maximaal 5 jaar werden gevolgd, beëindigde geen enkele
patiënt de behandeling met Kineret permanent of tijdelijk vanwege reacties op de injectieplaats (IR's).
In een studie met 15 SJIA-patiënten die gedurende maximaal 1,5 jaar gevolgd werden, waren reacties
op de injectieplaats de vaakst voorkomende en consistent gemelde behandelingsgerelateerde
bijwerkingen geassocieerd met behandeling met Kineret. Eén op de 15 patiënten stopte met de
behandeling vanwege reacties op de injectieplaats. In een placebogecontroleerde studie met
11 patiënten met de ziekte van Still (SJIA en AOSD) die waren gerandomiseerd naar een 12 weken
durende behandeling met Kineret (6 patiënten) of placebo (5 patiënten), traden in beide
behandelgroepen reacties op de injectieplaats op, die alle licht van ernst waren. Geen enkele patiënt
stopte met de behandeling vanwege reacties op de injectieplaats. In een niet-interventionele
veiligheidsstudie op lange termijn met 306 pediatrische patiënten met de ziekte van Still die tot meer
dan 9 jaar werden gevolgd (gemiddelde duur van een behandelingskuur met Kineret was
17,0 (standaarddeviatie 21,1) maanden en de mediane duur was 8,9 maanden), hadden reacties op de
injectieplaats met matige of ernstige intensiteit een incidentiecijfer van 1,6 per 100 patiëntjaren.
Bij patiënten met FMF waren de typen IR's en hun frequenties ongeveer gelijk aan de typen en
frequenties die bij RA en SJIA worden gezien. Stoppen met de behandeling vanwege IR's is ook
voorgekomen bij patiënten met FMF.
Bij patiënten met COVID-19 die behandeld werden met Kineret, werden met een lage frequentie
injectieplaatsreacties gemeld.
Toename van het cholesterol in het bloed
In klinische studies van RA bij 775 patiënten die behandeld werden met dagelijkse doses Kineret van
30 mg, 75 mg, 150 mg, 1 mg/kg of 2 mg/kg, was er een toename van 2,4% tot 5,3% in de totale
cholesterolspiegels 2 weken na het begin van de behandeling met Kineret, zonder dosis-responsrelatie.
Een soortgelijk patroon werd na 24 weken Kineret-behandeling gezien. De placebobehandeling
(n=213) leidde tot een afname van ongeveer 2,2% in de totale cholesterolspiegels op week 2 en 2,3%
op week 24. Er zijn geen gegevens beschikbaar over LDL- of HDL-cholesterol.

Pediatrische patiënten
Kineret werd tot vijf jaar bestudeerd bij 36 patiënten met CAPS, 21 patiënten met SJIA en
71 patiënten met andere vormen van JIA, van 8 maanden tot < 18 jaar oud. Met uitzondering van
infecties en verwante symptomen die vaker werden vermeld voor patiënten van < 2 jaar oud, was het
veiligheidsprofiel in alle pediatrische leeftijdsgroepen vergelijkbaar. Daarnaast zijn 306 pediatrische
patiënten met de ziekte van Still tot meer dan 9 jaar gevolgd in een niet-interventionele
veiligheidsstudie op lange termijn. Het veiligheidsprofiel bij pediatrische patiënten was vergelijkbaar
met dat van volwassen patiënten en er werden geen klinisch relevante nieuwe bijwerkingen
waargenomen.
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.

4.9 Overdosering
Er werd geen dosisbeperkende toxiciteit waargenomen bij klinische onderzoeken.
In studies naar sepsis kregen 1015 patiënten gedurende een behandelperiode van 72 uur Kineret
toegediend in doses tot 2 mg/kg/uur i.v. (~35 keer de aanbevolen dosis bij RA). Het
bijwerkingenprofiel in deze studies vertoonde globaal gezien geen verschil met het
bijwerkingenprofiel waargenomen in studies naar reumatoïde artritis.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Immunosuppressiva, interleukine-inhibitoren, ATC-code: L04AC03
Werkingsmechanisme
Anakinra neutraliseert de biologische activiteit van interleukine-1 (IL-1) en interleukine-1 (IL-1)
door competitieve inhibitie van hun binding aan de interleukine-1-type-I-receptor (IL-1RI).
Interleukine-1 (IL-1) is een cruciaal pro-inflammatoir cytokine dat vele cellulaire reacties medieert,
inclusief die welke belangrijk zijn bij synoviale ontsteking.
Farmacodynamische effecten
IL-1 wordt gevonden in het plasma en het synoviaal vocht van patiënten met reumatoïde artritis en er
werd een correlatie gerapporteerd tussen de concentraties van IL-1 in het plasma en de activiteit van
de ziekte. Anakinra inhibeert de respons uitgelokt door IL-1 in vitro, inclusief de inductie van
stikstofmonoxide en prostaglandine E2 en/of de productie van collagenase door de synoviale cellen,
fibroblasten en chondrocyten.
Bij patiënten met COVID-19 is de progressie van onderste-luchtweginfectie tot ernstig respiratoir
falen afhankelijk van de vroege vrijgifte van IL-1 uit epitheelcellen van de longen die met het virus
zijn geïnfecteerd, wat op zijn beurt verdere productie van cytokine stimuleert, met inbegrip van IL-1
uit alveolaire macrofagen.
Bij de meerderheid van patiënten met CAPS werden spontane mutaties in het CIAS1/NLRP3-gen
geïdentificeerd. CIAS1/NLRP3 codeert voor cryopyrine, een component van het inflammasoom. Het
geactiveerde inflammasoom leidt tot proteolytische rijping en secretie van IL-1, dat een breed scala
aan effecten heeft, inclusief systemische ontsteking. Onbehandelde CAPS-patiënten worden
gekarakteriseerd door verhoogd CRP, SAA en IL-6 in verhouding tot normale serumspiegels. De
toediening van Kineret leidt tot een afname van de acutefasereactanten en er werd een afname van het
IL-6-expressieniveau waargenomen. Binnen de eerste weken van de behandeling werd er een afname
van de acutefase-eiwittenniveaus bemerkt.
Bij patiënten met FMF leidt mutatie van het MEFV-gen, dat codeert voor pyrine, tot het slecht werken
en overproductie van interleukine-1 (IL-1) in het FMF-inflammasoom. Niet-behandelde FMF wordt
gekenmerkt door verhoogd CRP en SAA. De toediening van Kineret leidt tot een afname van de
acutefasereactanten (bijv. CRP en SAA).
De ziekte van Still wordt, naast verschillende graden van artritis, gekenmerkt door systemische
inflammatoire kenmerken, zoals koortspieken, huiduitslag, hepatosplenomegalie, serositis en
verhoogde concentraties van acutefasereactanten die worden aangestuurd door IL-1-activiteit. Van
IL-1 is bekend dat het systemisch de hypothalamische koortsrespons veroorzaakt en hyperalgesie
genexpressieonderzoeken.
Klinische werkzaamheid en veiligheid bij RA
De veiligheid en werkzaamheid van anakinra in combinatie met methotrexaat zijn aangetoond bij
1790 RA-patiënten 18 jaar met variërende ernst van de ziekte.
Een klinische respons op anakinra trad gewoonlijk op binnen 2 weken na het starten van de
behandeling en hield aan tijdens voortgezette behandeling met anakinra. De maximale klinische
respons werd over het algemeen waargenomen binnen 12 weken na het starten van de behandeling.
De behandeling met anakinra in combinatie met methotrexaat toont een statistisch en klinisch
significante afname aan van de ernst van de klachten en verschijnselen van RA bij patiënten die op
methotrexaat alleen onvoldoende hadden gereageerd (38% vs. 22% van de patiënten die op
behandeling reageerden, zoals gemeten volgens ACR20-criteria). Significante verbeteringen werden
waargenomen met betrekking tot de pijn, het aantal gevoelige gewrichten, het lichamelijk functioneren
(HAQ-score), acutefasereactanten en de algemene beoordeling door de patiënt en de arts.
Tijdens een klinische studie met anakinra is röntgenonderzoek uitgevoerd. Hieruit bleek dat er geen
schadelijk effect op het gewrichtskraakbeen was.
Klinische werkzaamheid en veiligheid bij COVID-19
In een gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde studie werden de veiligheid en
werkzaamheid van Kineret geëvalueerd bij patiënten met pneumonie als gevolg van COVID-19 in de
leeftijd van 18 jaar met een risico op het ontwikkelen van ernstig respiratoir falen. De
patiëntenpopulatie die in de SAVE-MORE-studie werd opgenomen, was in het ziekenhuis opgenomen
met bevestigde pneumonie als gevolg van COVID-19 (infectie van de onderste luchtwegen
radiologisch bevestigd met een röntgenopname of CT van de borstkas) en werd beschouwd risico te
lopen op het ontwikkelen van ernstig respiratoir falen, bepaald aan de hand van een stijging van
suPAR ( 6 ng/ml). Patiënten hadden een suPAR-waarde van 6 ng/ml, gemeten met behulp van de
suPARnostic Quick Triage-kit. Deze patiënten vertoonden nog geen progressie tot ernstig respiratoir
falen (d.w.z. exclusiecriteria waren: pO2/FiO2-verhouding minder dan 150 mmHg of de noodzaak van
kunstmatige beademing, niet-invasieve beademing of ECMO). De meerderheid van de patiënten kreeg
bij de screening aanvullende zuurstoftoediening met lage of hoge flow (81,6%). In de studie werden
606 patiënten opgenomen en de werkzaamheidsanalyse werd uitgevoerd bij de
intention-to-treat-populatie (ITT-populatie) die bestond uit 594 patiënten, van wie 189 patiënten
werden gerandomiseerd naar de groep van placebo+standaardzorg en 405 patiënten naar de groep van
anakinra+standaardzorg. Bij aanvang van de behandeling had de meerderheid van de patiënten
(91,4%) ernstige pneumonie als gevolg van COVID-19 en had 8,6% van de patiënten matige
pneumonie als gevolg van COVID-19. 85,9% van de patiënten kreeg dexamethason. De gemiddelde
(SD) duur van behandeling met Kineret was 8,4 (2,1) dagen. Het primaire eindpunt van de studie was
de vergelijkende, ordinale 11 punten WHO Clinical Progression Scale (CPS) tussen de twee
behandelingsgroepen tegen dag 28. De 11 punten WHO-CPS is een meting van de ernst van de ziekte
over een bereik van 0 (niet geïnfecteerd), 1-3 (lichte ziekte), 4-5 (ziekenhuisopname ­ matige ziekte),
6-9 (ziekenhuisopname ­ ernstige ziekte met toenemende mate van niet-invasieve beademing,
kunstmatige beademing en ECMO) tot 10 (overlijden). Van de patiënten die in de
SAVE-MORE-studie werden gerandomiseerd, had 8,6% een uitgangswaarde van 4 voor WHO-CPS,
had 84,7% een uitgangswaarde van 5 voor WHO-CPS en had 6,7% een uitgangswaarde van 6 voor
WHO-CPS.
Bij patiënten die gedurende maximaal 10 dagen werden behandeld met Kineret, werd aan de hand van
de WHO-CPS een significante verbetering van de klinische status aangetoond tegen dag 28 ten
opzichte van placebo (OR: 0,36 [95%-BI 0,26 tot 0,50] P< 0,001). Een verbetering van de klinische
status van de patiënten werd waargenomen tegen dag 14. Het voordeel van behandeling met Kineret
ten opzichte van placebo werd ondersteund door een stijging van het aantal patiënten die volledig
herstelden en door een daling van het aantal patiënten met progressie tot ernstig respiratoir falen of
waargenomen als gevolg van het gebruik van Kineret voor de behandeling van COVID-19.
Klinische werkzaamheid en veiligheid bij CAPS
De veiligheid de werkzaamheid van Kineret zijn aangetoond bij CAPS-patiënten met een variërende
ernst van de aandoening. In een klinische studie bij 43 volwassen en pediatrische patiënten
(36 patiënten van 8 maanden tot < 18 jaar) met ernstig CAPS (NOMID/CINCA en MWS), werd
binnen 10 dagen na het begin van de behandeling bij alle patiënten een klinische respons op anakinra
gezien en deze bleef maximaal 5 jaar aanhouden met de voortdurende toediening van Kineret.
De Kineret-behandeling vermindert de manifestaties van CAPS significant, waaronder een reductie
van de frequentie waarin symptomen zoals koorts, uitslag, gewrichtspijn, hoofdpijn, moeheid en
roodheid van de ogen optreden. Er werden een snelle en aanhoudende afname waargenomen van de
niveaus van de inflammatoire biomarkers: serumamyloïd A (SAA), C-reactief eiwit (CRP) en de
bezinkingssnelheid van erytrocyten (BSE), en een normalisatie van de inflammatoire hematologische
veranderingen. Bij de ernstige vorm van CAPS verbetert langetermijnbehandeling de systemische
inflammatoire orgaanverschijnselen in het oog, het binnenoor en het CZS. De scherpte van het gehoor
en het gezicht verslechterde niet verder tijdens de behandeling met anakinra.
De analyse van de uit de behandeling voortvloeiende ongewenste voorvallen (AE's), geclassificeerd
op de aanwezigheid van CIAS1-mutaties, toonde aan dat er geen belangrijke verschillen waren tussen
de CIAS1- en niet-CIAS1-groepen in de algehele AE-meldingpercentages: 7,4 respectievelijk 9,2.
Vergelijkbare percentages werden verkregen voor de groepen op het SOC-niveau, behalve voor
oogaandoeningen met 55 AE's (percentage 0,5), waarvan 35 oculaire hyperemie (dat ook een
symptoom van CAPS zou kunnen zijn) in de CIAS1-groep, en 4 AE's in de niet-CIAS1-groep
(percentage 0,1).
Klinische werkzaamheid en veiligheid bij FMF
De veiligheid en werkzaamheid van Kineret bij de behandeling van patiënten met colchicineresistente
FMF zijn aangetoond in een gepubliceerd, gerandomiseerd, dubbelblind en placebogecontroleerd
onderzoek met een behandelperiode van 4 maanden. De primaire uitkomsten voor de werkzaamheid
waren het aantal aanvallen per maand en het aantal patiënten met gemiddeld < 1 aanval per maand. Er
werden 25 patiënten met colchicineresistente FMF in het onderzoek opgenomen; 12 van hen werden
gerandomiseerd naar het krijgen van Kineret en 13 naar het krijgen van placebo. Het gemiddelde
aantal aanvallen per patiënt per maand was bij de patiënten die Kineret kregen (1,7) significant lager
dan bij de patiënten die placebo kregen (3,5). Het aantal patiënten met < 1 aanval per maand was in de
Kineret-groep significant hoger, 6 patiënten, vergeleken met geen enkele patiënt in de placebogroep.
Aanvullende gepubliceerde gegevens van patiënten met FMF die geen colchicine verdroegen of
colchicineresistente FMF hadden, laten zien dat het klinische effect van Kineret duidelijk is, zowel in
klinische symptomen van aanvallen als in verlaagde waarden van ontstekingsmarkers zoals CRP en
SAA. In de gepubliceerde onderzoeken was het veiligheidsprofiel van anakinra bij patiënten met FMF
over het algemeen ongeveer gelijk aan dat bij andere indicaties.
Klinische werkzaamheid en veiligheid bij de ziekte van Still
De werkzaamheid en veiligheid van Kineret voor de behandeling van de ziekte van Still (SJIA en
AOSD) zijn geëvalueerd in een gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde,
multicentrische studie met 11 patiënten (in de leeftijd van 1 tot 51 jaar) die gedurende 12 weken
werden behandeld; hiervan kregen 6 patiënten Kineret. Kineret was werkzaam voor de behandeling
van de ziekte van Still, zoals aangetoond door de superioriteit ten opzichte van placebo in het primaire
eindpunt ACR30-respons met afwezigheid van koorts op week 2 (p-waarde = 0,0022). De
aangetoonde werkzaamheid van Kineret voor ACR30-, ACR50-, ACR70- en ACR90-respons op
week 2 bleef gehandhaafd gedurende de behandelperiode van 12 weken. Er werden geen relevante
onverwachte veiligheidsbevindingen waargenomen in de studie, en de resultaten stemden overeen met
het bekende veiligheidsprofiel van Kineret.
onderzoek met 24 SJIA-patiënten die gedurende maximaal 1 jaar met Kineret werden behandeld. Na
1 maand van de geblindeerde fase werden 8 van de 12 patiënten in de groep die met Kineret werd
behandeld, geïdentificeerd als gemodificeerd-ACRpedi30-responders, vergeleken met 1 van de 12 in
de placebogroep. Op hetzelfde tijdspunt werden 7 van de 12 patiënten in de groep die met Kineret
werd behandeld, geclassificeerd als ACRpedi50-responders en 5 van de 12 als ACRpedi70-
responders, vergeleken met geen enkele patiënt in de placebogroep. 16 patiënten voltooiden de
daaropvolgende open-labelfase en van de 7 responders na maand 12, waren er 6 gestopt met de
behandeling met glucocorticoïden en hadden er 5 inactieve ziekte.
In een gepubliceerd, prospectief, niet-gecontroleerd, observationeel cohortonderzoek met 20 patiënten
met nieuw ontstane SJIA werd Kineret als initiële therapie gebruikt nadat de patiënten geen respons
hadden vertoond op NSAID's, maar voordat DMARD's, systemische glucocorticoïden of andere
biologicals werden gebruikt. Behandeling met Kineret leidde bij 18 van de 20 patiënten tot
normalisatie van de lichaamstemperatuur. Bij de follow-up na 1 jaar vertoonden 18 van
de 20 patiënten ten minste een aangepaste ACRpedi70-respons, en 17 van de 20 patiënten bereikten
een aangepaste ACRpedi90-respons en inactieve ziekte.
Een niet-interventionele veiligheidsstudie met 306 pediatrische patiënten met de ziekte van Still
bevestigde het veiligheidsprofiel van Kineret op de lange termijn zonder nieuwe
veiligheidsbevindingen. Ongeveer de helft (46,1%) van de patiënten werd continu behandeld met
Kineret gedurende ten minste 1 jaar en 28,1% gedurende ten minste 2 jaar. Het patroon en de
frequentie van AE's, met inbegrip van SAE's, stemden overeen met het bekende veiligheidsprofiel
van Kineret. In het algemeen was het percentage AE's het hoogst gedurende de eerste 6 maanden van
de behandeling en aanmerkelijk lager gedurende latere perioden. Er waren geen overlijdens gedurende
de behandeling met Kineret. Weinig patiënten stopten met de behandeling vanwege AE's. De
belangrijkste reden om te stoppen met Kineret was echter dat het niet werkzaam was; de tweede meest
voorkomende reden om ermee te stoppen was ziekteremissie. Langdurige behandeling met Kineret bij
patiënten met SJIA werd goed verdragen, waarbij in de loop van de tijd geen totale stijging in het
incidentiecijfer van AE's, met inbegrip van MAS, plaatsvond.
De veiligheid en werkzaamheid van Kineret versus DMARD zijn gerapporteerd in een gepubliceerd,
24 weken durend, multicentrisch, gerandomiseerd open-labelonderzoek met 22 patiënten met
glucocorticoïden-afhankelijke refractaire AOSD. In week 24 waren 6 van de 12 patiënten die Kineret
gebruikten, in remissie, versus 2 van de 10 patiënten die DMARD's gebruikten. Tijdens een open-
labelverlengingsfase konden patiënten overstappen of konden ze het comparator-geneesmiddel als
aanvullende behandeling gebruiken, als er binnen 24 weken geen verbetering was opgetreden.
17 patiënten voltooiden de open-labelverlengingsfase (week 52), van wie 7 van de 14 met Kineret
behandelde patiënten en 2 van de 3 met DMARD's behandelde patiënten op dat tijdspunt in remissie
waren.
Aanvullende gepubliceerde gegevens over de ziekte van Still wijzen erop dat Kineret een snel herstel
induceert van systemische verschijnselen, zoals koorts, huiduitslag en verhoogde acutefasereagentia.
Doses glucocorticoïden kunnen in veel gevallen worden verlaagd na het instellen van behandeling met
Kineret.
Pediatrische patiënten
In het algemeen is het werkzaamheids- en veiligheidsprofiel van Kineret bij volwassen en pediatrische
patiënten met CAPS of de ziekte van Still vergelijkbaar.
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met Kineret in een of meerdere subgroepen van
pediatrische patiënten met CAPS en RA (JIA) (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch
gebruik).
Kineret werd bestudeerd in een gerandomiseerde, geblindeerde, multicentrische studie bij 86 patiënten
met polyarticulaire JIA (leeftijd van 2-17 jaar) die een dagelijkse subcutane dosis ontvingen van
1 mg/kg, tot een maximumdosis van 100 mg. De 50 patiënten met een klinische respons na een
12 weken durende open-label inloopperiode werden gerandomiseerd voor Kineret (25 patiënten) of
placebo (25 patiënten), die gedurende nog eens 16 weken dagelijks werden toegediend. Een subgroep
van deze patiënten bleef de open-labelbehandeling met Kineret tot maximaal 1 jaar volgen in een
begeleidende verlengstudie. In deze studies werd een ongewenste-voorvallenprofiel geobserveerd dat
leek op het profiel waargenomen bij volwassen RA-patiënten. Deze studiegegevens zijn niet
toereikend om de werkzaamheid aan te tonen en daarom wordt Kineret niet aanbevolen voor gebruik
bij pediatrische patiënten met JIA.
Immunogeniciteit
Zie rubriek 4.8

5.2 Farmacokinetische eigenschappen
De absolute biologische beschikbaarheid van anakinra na een subcutane bolusinjectie van 70 mg bij
gezonde proefpersonen (n = 11) is 95%. Het absorptieproces is de snelheidsbeperkende factor voor het
verdwijnen van anakinra uit het plasma na de subcutane injectie. Bij proefpersonen met RA traden de
hoogste plasmaconcentraties van anakinra op 3 tot 7 uur na de subcutane toediening van anakinra met
klinisch relevante doses (1 tot 2 mg/kg; n = 18). De plasmaconcentratie nam af zonder waarneembare
distributiefase en de terminale halfwaardetijd varieerde van 4 tot 6 uur. Bij patiënten met reumatoïde
artritis is geen onverwachte accumulatie van anakinra waargenomen na toediening van een dagelijkse
subcutane dosis gedurende maximaal 24 weken. De gemiddelde (SD) schattingen van de klaring
(CL/F) en het distributievolume (Vd/F) door middel van populatieanalyse van de gegevens uit twee
PK-studies bij 35 RA-patiënten waren 105(27) ml/min, respectievelijk 18,5(11) l. Gegevens uit
onderzoek met mensen en dieronderzoek toonden aan dat de nier het belangrijkste orgaan is dat
verantwoordelijk is voor de eliminatie van anakinra. De klaring van anakinra bij RA-patiënten nam toe
met een toename van de creatinineklaring.
De invloed van demografische covarianten op de farmacokinetiek van anakinra is bestudeerd middels
een farmacokinetische analyse van een populatie die 341 patiënten omvatte bij wie gedurende
maximaal 24 weken dagelijks anakinra subcutaan werd geïnjecteerd in doses van 30, 75 en 150 mg.
De geschatte klaring van anakinra nam toe bij toenemende creatinineklaring en toenemend
lichaamsgewicht. De farmacokinetische analyse van deze populatie toonde aan dat de gemiddelde
plasmaklaring na een subcutane bolusinjectie bij mannen ongeveer 14% hoger was dan bij vrouwen en
bij personen jonger dan 65 jaar ongeveer 10% hoger was dan bij personen van 65 jaar en ouder.
Echter, na correctie voor creatineklaring en lichaamsgewicht waren het geslacht en de leeftijd geen
significante factoren voor de gemiddelde plasmaklaring. Er is geen dosisbijstelling vereist op basis van
leeftijd of geslacht.
In het algemeen is de farmacokinetiek bij CAPS-patiënten gelijk aan die bij RA-patiënten. Bij CAPS-
patiënten werd bij benadering een lineariteit van de dosis met een lichte neiging tot een grotere dan
een proportionele toename opgemerkt. Farmacokinetische gegevens voor kinderen < 4 jaar ontbreken,
maar er is klinische ervaring beschikbaar vanaf een leeftijd van 8 maanden en wanneer er wordt
begonnen met de aanbevolen dagelijkse dosis van 1-2 mg/kg, zijn er geen redenen voor bezorgdheid
vanwege de veiligheid geïdentificeerd. Farmacokinetische gegevens voor oudere CAPS-patiënten
ontbreken. Er werd een distributie in het cerebrospinale vocht aangetoond.
De mediane, voor de dosis genormaliseerde steady-state anakinraconcentratie bij SJIA-patiënten (in de
leeftijd van 3 tot 17 jaar) was over een periode van 28 weken vergelijkbaar met de concentratie die
werd waargenomen bij RA-patiënten.
Er werd een studie verricht die 12 patiënten met een leverfunctiestoornis (Child-Pugh-klasse B)
omvatte, die een enkelvoudige dosis van 1 mg/kg intraveneus kregen toegediend. De
farmacokinetische parameters waren niet substantieel verschillend van gezonde vrijwilligers, anders
dan een vermindering van de klaring van ongeveer 30% in vergelijking met gegevens uit een studie
van gezonde vrijwilligers. Een overeenkomstige afname van de creatinineklaring werd gezien bij de
populatie met leverfalen. In overeenstemming daarmee wordt de afname van de klaring bij deze
populatie het waarschijnlijkst verklaard door een vermindering van de nierfunctie. Deze gegevens
ondersteunen het feit dat er geen dosisbijstelling vereist is voor patiënten met leverfunctiestoornissen
van Child-Pugh-klasse B. Zie rubriek 4.2.
Nierfunctiestoornissen
De gemiddelde plasmaklaring van Kineret bij proefpersonen met lichte (creatinineklaring
50-80 ml/min) en matig-ernstige (creatinineklaring 30-49 ml/min) nierinsufficiëntie werd met
respectievelijk 16% en 50% verminderd. Bij ernstige nierinsufficiëntie en terminale nierinsufficiëntie
(creatinineklaring < 30 ml/min) daalde de gemiddelde plasmaklaring met respectievelijk 70% en 75%.
Minder dan 2,5% van de toegediende dosis Kineret werd door hemodialyse of continue ambulante
peritoneale dialyse verwijderd. Deze gegevens ondersteunen het feit dat er geen dosisbijstelling vereist
is voor patiënten met lichte nierfunctiestoornissen (CLcr 50 tot 80 ml/minuut). Zie rubriek 4.2.

5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Er werd geen effect waargenomen van anakinra op de fertiliteit, de vroege ontwikkeling, de
embryofoetale ontwikkeling of de peri- en postnatale ontwikkeling bij de rat met doses die
tot 100 maal hoger lagen dan de dosis bij de mens (2 mg/kg/dag). Er werden geen effecten
waargenomen op de embryofoetale ontwikkeling bij konijnen met doses die tot 100 maal hoger lagen
dan de dosis bij de mens.
Anakinra induceerde geen genmutaties in bacteriën of zoogdiercellen bij de standaardtesten die
ontworpen werden om DNA-schade te identificeren. Anakinra verhoogde evenmin de incidentie van
chromosoomafwijkingen of micronuclei in beenmergcellen bij muizen. Er zijn geen studies op lange
termijn uitgevoerd om het mogelijke carcinogeen potentieel van anakinra te beoordelen. Gegevens
over muizen met overexpressie van IL-1ra en IL-1ra-gemuteerde knock-outmuizen wijzen niet op een
verhoogde kans op het ontstaan van tumoren.
Formele toxicologische en toxicokinetische interactiestudies bij ratten leverden geen aanwijzingen dat
Kineret het toxicologische of farmacokinetische profiel van methotrexaat verandert.
Juveniele ratten die vanaf dag 7 postpartus tot adolescentie werden behandeld met doses die maximaal
100 maal hoger lagen dan de dosis bij de mens, vertoonden geen tekenen van bijwerkingen van de
behandeling.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen
Citroenzuur, watervrij
Natriumchloride
Dinatriumedetaat-dihydraat
Polysorbaat 80
Natriumhydroxide
Water voor injectie

Bij gebrek aan onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere
geneesmiddelen gemengd worden.

6.3 Houdbaarheid
3 jaar.

6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de koelkast (2 °C - 8 °C).
Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Voor ambulant gebruik mag Kineret gedurende maximaal 72 uur op kamertemperatuur tot 25 °C
worden bewaard. Nadat Kineret uit de koelkast is gehaald, moet het binnen 72 uur worden gebruikt of
worden weggegooid. Als Kineret op kamertemperatuur is bewaard, mag het niet opnieuw in de
koelkast worden gezet.

6.5 Aard en inhoud van de verpakking
0,67 ml oplossing voor injectie in een gegradueerde voorgevulde spuit (Type I glas) met een
plunjerstop (bromobutylrubber) en naald van 29 gauge. De voorgevulde spuit heeft een stijve plastic
buitenste naaldbeschermer, bevestigd aan een binnenste naaldbeschermer.
Verpakkingsgrootten van 1, 7 of 28 (multiverpakking die 4 verpakkingen van 7 voorgevulde spuiten
bevat) voorgevulde spuiten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.

6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Kineret is een steriele oplossing. Uitsluitend bestemd voor eenmalig gebruik.
Niet schudden. Voorafgaand aan de injectie de voorgevulde spuit op kamertemperatuur laten komen.
Vóór toediening moet de oplossing gecontroleerd worden op deeltjes en verkleuring. Alleen heldere,
kleurloze tot witachtige oplossingen die enkele productgerelateerde doorzichtige tot witte amorfe
deeltjes kunnen bevatten, mogen geïnjecteerd worden.
De aanwezigheid van deze deeltjes heeft geen invloed op de kwaliteit van het product.
De voorgevulde spuit is uitsluitend voor eenmalig gebruik. Gooi ongebruikt geneesmiddel weg.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

Swedish Orphan Biovitrum AB (publ)
SE-112 76 Stockholm
Zweden
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

EU/1/02/203/005 ­ 1 stuk-verpakking
EU/1/02/203/006 ­ 7 stuks-verpakking
EU/1/02/203/007 ­ 28 stuks-verpakking
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 8 maart 2002
Datum van laatste verlenging: 20 maart 2007
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.

BIJLAGE II

A. FABRIKANT VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF
EN FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE

B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK

C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE

HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN

D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant van de biologisch werkzame stof
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Dr. Boehringer-Gasse 5-11
A-1121 Wenen
Oostenrijk
Pfizer Health AB
Mariefredsvägen 37
SE-645 41 Strängnäs
Zweden
Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
Swedish Orphan Biovitrum AB (publ)
SE-112 76 Stockholm
Zweden
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
·
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL

·
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.

Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
· op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
· steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.

Extra risicobeperkende maatregelen
Voordat de nieuwe indicatie ziekte van Still voor Kineret wordt gelanceerd, dient de
vergunninghouder in elke lidstaat overeenstemming te bereiken met de nationale bevoegde autoriteit
over de inhoud en indeling van het educatieprogramma, met inbegrip van de communicatiemedia,
distributiemethoden en alle andere aspecten van het programma.
De hoofddoelen van het programma zijn het verstrekken van informatie over de wijze van toediening,
het kweken van het bewustzijn van de het mogelijke risico op het macrofaagactivatiesyndroom (MAS)
en op het mogelijke risico op ernstige infecties.
De vergunninghouder zorgt ervoor dat in elke lidstaat waar Kineret in de handel wordt gebracht alle
beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg en patiënten/zorgverleners die Kineret naar verwachting
voorschrijven of gebruiken, toegang hebben tot/voorzien zijn van het volgende educatiepakket:
· Educatief materiaal voor artsen
· Informatiepakket voor patiënten en zorgverleners

Het educatieve materiaal voor artsen dient het volgende te bevatten:
· De Samenvatting van de productkenmerken
· De leidraad voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg
De leidraad voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg dient de volgende belangrijke elementen
te bevatten:
· Het belang van uitleg aan patiënten en/of zorgverleners van het gebruik van de spuit en de
correcte injectietechniek
· Dat het wordt afgeraden om een behandeling met Kineret te starten bij patiënten die
tegelijkertijd een infectie hebben
· Informatie over het macrofaagactivatiesyndroom (MAS) bij patiënten die het product krijgen
voor de behandeling van de ziekte van Still
· Het belang dat patiënten en/of zorgverleners van educatief materiaal worden voorzien

Het informatiepakket voor patiënten en verzorgers dient het volgende te bevatten:
· De bijsluiter
· De leidraad voor patiënten en verzorgers
· De patiëntenherinneringskaart
De leidraad voor patiënten en verzorgers dient de volgende belangrijke elementen te bevatten:
· Instructies voor het gebruik van de spuit
· Instructies voor de correcte injectieprocedures en afvoer van gebruikte spuiten
· Hoe reacties op de injectieplaats moeten worden behandeld
De patiëntenherinneringskaart dient de volgende belangrijke boodschappen te bevatten:
· Identiteitsgegevens van de patiënt
· Contactgegevens van de arts
· De voorgeschreven dosis Kineret
· De vroege tekenen die wijzen op MAS
· Een beschrijving van de tekenen van ernstige infecties

BIJLAGE III

ETIKETTERING EN BIJSLUITER


A. ETIKETTERING


DOOS VOORGEVULDE SPUIT (MET BLUE BOX)

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Kineret 100 mg/0,67 ml Oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
Anakinra
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke 0,67 ml gegradueerde voorgevulde spuit bevat 100 mg anakinra.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: watervrij citroenzuur, natriumchloride, dinatriumedetaat-dihydraat, polysorbaat 80,
natriumhydroxide, water voor injectie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit voor eenmalig gebruik
1 GEGRADUEERDE voorgevulde spuit
7 GEGRADUEERDE voorgevulde spuiten
Multiverpakking: 28 (4 x 7) GEGRADUEERDE voorgevulde spuiten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Eenmalig gebruik.
Voor subcutaan gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Swedish Orphan Biovitrum AB (publ)
SE-112 76 Stockholm
Zweden
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/02/203/005 - 1 stuk-verpakking
EU/1/02/203/006 ­ 7 stuks-verpakking
EU/1/02/203/007 ­ 28 stuks-verpakking
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Kineret 100 mg 0,67 ml
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC {nummer}
SN {nummer}
NN {nummer}


DOOS MET 7 VOORGEVULDE SPUITEN ALS EEN TUSSENVERPAKKING (ZONDER

BLUE BOX)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Kineret 100 mg/0,67 ml Oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
Anakinra
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke 0,67 ml gegradueerde voorgevulde spuit bevat 100 mg anakinra.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: watervrij citroenzuur, natriumchloride, dinatriumedetaat-dihydraat, polysorbaat 80,
natriumhydroxide, water voor injectie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit voor eenmalig gebruik
7 GEGRADUEERDE voorgevulde spuiten
Deze doos bevat 7 voorgevulde spuiten, als onderdeel van een 28-stuks verpakking.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Eenmalig gebruik.
Voor subcutaan gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Swedish Orphan Biovitrum AB (publ)
SE-112 76 Stockholm
Zweden
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/02/203/007
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Kineret 100 mg 0,67 ml
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC {nummer}
SN {nummer}
NN {nummer}

WORDEN VERMELD

VOORGEVULDE SPUITEN

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Kineret 100 mg/0,67 ml injectievloeistof
Anakinra
SC
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
0,67 ml
6.
OVERIGE

B. BIJSLUITER


Kineret 100 mg/0,67 ml oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
Anakinra

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Kineret en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Kineret en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Kineret bevat de actieve stof anakinra. Dit is een bepaald type cytokine (een afweeronderdrukkende
stof) die gebruikt wordt bij de behandeling van:
-
Reumatoïde artritis (RA).
-
COVID-19 bij patiënten die een longontsteking hebben, extra zuurstof nodig hebben en risico
lopen op longfalen.
-
Periodiekekoortssyndromen:
-
Cryopyrine-geassocieerde periodieke koortsspectrum (Cryopyrin-Associated Periodic
Syndromes = CAPS)
o Neonataal begonnen inflammatoire multisysteemaandoening (Neonatal-Onset
Multisystem Inflammatory Disease = NOMID) / ook chronisch infantiel
neurologisch cutaan articulair syndroom (Chronic Infantile Neurological,
Cutaneous, Articular Syndrome = CINCA) genoemd,
o Muckle-Wells-syndroom (MWS),
o Familiair koud auto-inflammatoir syndroom (Familial Cold Autoinflammatory
Syndrome = FCAS)
-
Familiaire Middellandse Zeekoorts (FMF)
-
De ziekte van Still inclusief systemische juveniele idiopathische artritis (SJIA) en `adult-onset
Still's disease' (AOSD)
Cytokines zijn eiwitten die door het lichaam aangemaakt worden en die de communicatie tussen de
cellen coördineren en de celactiviteit helpen controleren. In geval van RA, CAPS, FMF, de ziekte van
Still en bij longontsteking als gevolg van COVID-19 produceert het lichaam te veel van het cytokine
dat interleukine-1 genoemd wordt. Dit resulteert in schadelijke effecten die leiden tot ontsteking die de
verschijnselen van de ziekte veroorzaakt. Normaal gesproken produceert uw lichaam een eiwit dat de
schadelijke effecten van interleukine-1 blokkeert. De actieve stof van Kineret is anakinra, deze werkt
op dezelfde wijze als uw natuurlijke interleukine-1-blokkerend eiwit. Anakinra wordt geproduceerd
door middel van DNA-technologie met behulp van het micro-organisme E. coli.
combinatie met een ander geneesmiddel, genaamd methotrexaat, gebruikt voor de behandeling van de
klachten en verschijnselen van de ziekte. Kineret is bedoeld voor patiënten bij wie methotrexaat alleen
onvoldoende is om de reumatoïde artritis onder controle te houden.
Voor COVID-19 wordt Kineret gebruikt voor de behandeling van de hyperontsteking (een ontsteking
die heviger is dan gewoonlijk) die gepaard gaat met de ziekte bij volwassenen (leeftijd 18 jaar en
ouder) die een longontsteking hebben, extra zuurstof nodig hebben om hen te helpen bij het ademen
(toediening van een kleine of grote hoeveelheid zuurstof) en risico lopen op longfalen.
Voor CAPS wordt Kineret gebruikt voor de behandeling van de klachten en verschijnselen van
ontstekingen die verband houden met de aandoening, zoals huiduitslag, gewrichtspijn, koorts,
hoofdpijn en vermoeidheid bij volwassenen en kinderen (leeftijd 8 maanden en ouder).
Voor FMF wordt Kineret gebruikt voor de behandeling van de klachten van ontstekingen die met de
aandoening samengaan, zoals terugkerende koorts, vermoeidheid, buikpijn, spier- of gewrichtspijn en
huiduitslag. Kineret kan, als dat gepast is, samen met colchicine worden gebruikt.
Bij de ziekte van Still wordt Kineret gebruikt voor de behandeling van de klachten en verschijnselen
van met de ziekte gepaard gaande ontstekingen, zoals huiduitslag, gewrichtspijn en koorts.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?

-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
-
U bent allergisch voor andere producten die door middel van DNA-technologie, gebruik
makend van het micro-organisme E. coli, geproduceerd worden.
-
U heeft neutropenie (laag aantal witte bloedcellen), vastgesteld na een bloedtest.

Neem onmiddel ijk contact op met uw arts
-
als u uitslag krijgt over uw lichaam, kortademig wordt, een piepende ademhaling heeft, een
snelle pols heeft of zweet na injectie van Kineret. Dit kunnen signalen zijn die wijzen op een
allergie voor Kineret.
-
als u na het gebruik van Kineret ooit last heeft gehad van een atypische, wijdverspreide
huiduitslag of huidafschilfering.

Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt:
-
als u een voorgeschiedenis heeft van herhaaldelijk terugkerende infecties of aan astma lijdt.
Kineret kan deze aandoeningen verergeren.
-
als u aan kanker lijdt. Uw arts zal beslissen of u toch Kineret toegediend mag krijgen.
-
als u een voorgeschiedenis heeft van verhoogde leverenzymspiegels.
-
als u inentingen nodig heeft. Terwijl u met Kineret wordt behandeld, mogen geen levende
vaccins bij u worden toegediend.
Ziekte van Still
-
Patiënten met de ziekte van Still kunnen een aandoening krijgen die
macrofaagactivatiesyndroom (MAS) wordt genoemd. Deze aandoening kan levensbedreigend
zijn. De kans op het krijgen van MAS is verhoogd als u een infectie heeft of als uw
verschijnselen van de ziekte van Still niet goed onder controle zijn. Verschijnselen van MAS
kunnen bijvoorbeeld aanhoudende hoge koorts, gezwollen lymfeklieren en hardnekkige
huiduitslag zijn. Als u klachten van een infectie krijgt, of als uw verschijnselen van de ziekte
van Still verergeren, dan moet u zo snel mogelijk contact opnemen met uw zorgverlener.
-
In zeldzame gevallen kunnen patiënten met de ziekte van Still, voornamelijk kinderen, een
longaandoening ontwikkelen, ook tijdens behandeling met Kineret. De kans kan verhoogd zijn
longaandoening kunnen bijvoorbeeld kortademigheid bij lichte inspanning, hoesten in de
ochtend en problemen met de ademhaling zijn. Als u klachten van een longaandoening
ontwikkelt, dan moet u zo snel mogelijk contact opnemen met uw zorgverlener.
-
De ernstige huidreactie, DRESS (geneesmiddelenreactie met eosinofilie en systemische
symptomen), is zelden gemeld bij de behandeling met Kineret, vooral bij patiënten met
systemische juveniele idiopathische artritis (SJIA). Zoek onmiddellijk medische hulp als u een
atypische, wijdverspreide huiduitslag krijgt, die kan optreden in combinatie met hoge
lichaamstemperatuur en vergrote lymfeklieren.

Kinderen en jongeren tot 18 jaar
-
RA: Gebruik van Kineret bij kinderen en jongeren tot 18 jaar met reumatoïde artritis is niet
volledig onderzocht en kan daarom niet worden aanbevolen.
-
COVID-19: Gebruik van Kineret bij kinderen en jongeren tot 18 jaar met COVID-19 is niet
onderzocht en kan daarom niet worden aanbevolen.
-
CAPS, FMF, de ziekte van Still: Kineret wordt niet aanbevolen voor kinderen jonger dan
8 maanden oud, omdat er geen gegevens zijn voor deze leeftijdsgroep.

Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Kineret nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts.
Geneesmiddelen die tumornecrosefactor (TNF-)-remmers worden genoemd, zoals etanercept, mogen
niet samen met Kineret worden gebruikt omdat dit het risico van infecties kan verhogen.
Wanneer u Kineret begint te gebruiken zal de chronische ontsteking in uw lichaam verminderen. Dit
zou kunnen betekenen dat de doses van bepaalde andere medicijnen, bijv. warfarine of fenytoïne,
moeten worden bijgesteld.

Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Kineret werd niet onderzocht bij zwangere vrouwen. Gebruik van Kineret wordt niet aanbevolen
tijdens de zwangerschap en bij vrouwen die zwanger kunnen worden die geen anticonceptiemiddelen
gebruiken. Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn of wilt u zwanger worden? Neem dan contact op
met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Uw arts zal met u bespreken wat de mogelijke
risico's zijn van het gebruik van Kineret tijdens de zwangerschap.
Het is niet bekend of anakinra overgaat in de moedermelk. U moet geen borstvoeding geven als u
Kineret gebruikt.

Kineret bevat natrium
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per 100 mg, dat wil zeggen dat het in
wezen 'natriumvrij' is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. Kineret dient dagelijks onderhuids
(subcutaan) te worden ingespoten. De injectie dient elke dag rond hetzelfde tijdstip te worden
toegediend.
De aanbevolen dosering is ofwel 20 tot 90 mg of 100 mg. Uw arts zal u vertellen welke dosis u nodig
heeft en of u een dosis hoger dan 100 mg nodig heeft.
gedurende 10 dagen.

Zelf Kineret toedienen
Uw arts kan beslissen dat het voor u het gemakkelijkst is dat u zichzelf met Kineret injecteert. Uw arts
of verpleegkundige zal u uitleggen hoe u zichzelf moet inspuiten. Probeer uzelf niet te injecteren als u
dit niet geleerd heeft.
Lees de rubriek "Instructies voor de bereiding en toediening van een injectie met Kineret" aan het
einde van deze bijsluiter voor instructies hoe uzelf of uw kind te injecteren met Kineret.

Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Indien u per vergissing meer van Kineret gebruikt heeft dan is voorgeschreven, zou u geen ernstige
problemen mogen hebben. Toch moet u contact opnemen met uw arts, verpleegkundige of apotheker
indien dit gebeurt. Neem onmiddellijk contact op met uw arts of verpleegkundige als u zich onwel
voelt.

Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Neem contact op met uw arts als u een dosis Kineret vergeten bent te gebruiken om te bespreken
wanneer u de volgende dosis moet gebruiken.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
De mogelijke bijwerkingen zijn hetzelfde, ongeacht of u met Kineret wordt behandeld voor RA,
CAPS, FMF, de ziekte van Still of COVID-19.
Wanneer een van de volgende bijwerkingen bij u optreedt, neem dan onmiddellijk contact op met uw
arts:
-
Ernstige infecties zoals longontsteking of huidinfecties kunnen voorkomen tijdens behandeling
met Kineret. Verschijnselen kunnen aanhoudende hoge koorts, rillingen, hoesten, hoofdpijn en
roodheid of gevoeligheid van de huid zijn. Ook aanhoudende lichte koorts, gewichtsverlies en
hardnekkige hoest kunnen klachten van een infectie zijn.
-
Ernstige allergische reacties komen soms voor. Elk hieronder vermeld symptoom kan echter
duiden op een allergische reactie op Kineret en in dat geval moet u meteen uw arts op de hoogte
brengen. U mag niet meer Kineret injecteren.
-
Zwelling van aangezicht, tong of keel
-
Moeite met slikken of ademen
-
Plotselinge snelle hartslag of zweten
-
Jeukende huid of huiduitslag.

Zeer vaak voorkomende bijwerkingen (kunnen zich bij meer dan 1 op de 10 personen voordoen):
-
Roodheid, zwelling, blauwe plekken of jeuk rondom de injectieplaats. Deze verschijnselen zijn
gewoonlijk licht tot matig van aard en komen vaker voor in het begin van de behandeling.
-
Hoofdpijn.
-
Toegenomen totale bloedcholesterolspiegels.

Vaak voorkomende bijwerkingen (kunnen zich bij 1 op de 10 personen voordoen):
-
Een door een bloedtest bevestigde neutropenie (laag aantal witte bloedcellen). Deze kan het
risico dat u een infectie krijgt, verhogen. Verschijnselen van infectie kunnen koorts of keelpijn
zijn.
-
Ernstige infecties zoals longontsteking of huidinfecties.
-
Trombocytopenie (lage bloedplaatjesspiegel).
-
Ernstige allergische reacties, inclusief zwelling van aangezicht, tong of keel, moeite met slikken
of ademen, plotselinge snelle hartslag of zweten, en jeukende huid of huiduitslag.
-
Verhoogde leverenzymspiegels, vastgesteld na een bloedtest.

Bijwerkingen waarvan de frequentie niet bekend is (de frequentie kan met de beschikbare
gegevens niet worden bepaald):
-
Verschijnselen van leveraandoeningen, zoals een gele huid en ogen, misselijkheid, verlies van
eetlust, donkergekleurde urine en licht gekleurde stoelgang.

Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het etiket en de
doos na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de koelkast (2 °C tot 8 °C). Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Gebruik dit middel niet als u denkt dat het bevroren is geweest. Als de spuit eenmaal uit de koelkast is
gehaald en kamertemperatuur heeft bereikt (tot 25 °C), dient deze ofwel binnen 72 uur te worden
gebruikt of te worden weggegooid. Plaats het niet opnieuw in de koelkast als het op kamertemperatuur
is bewaard.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert, worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het
milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is anakinra. Elke gegradueerde voorgevulde spuit bevat 100 mg
anakinra.
-
De andere stoffen in dit middel zijn watervrij citroenzuur, natriumchloride, dinatriumedetaat-
dihydraat, polysorbaat 80, natriumhydroxide en water voor injectie.

Hoe ziet Kineret eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Kineret is een heldere, kleurloze tot witachtige oplossing voor injectie en wordt geleverd in een
gebruiksklare voorgevulde spuit. Het kan enkele doorzichtige tot witte eiwitdeeltjes bevatten. De
aanwezigheid van deze deeltjes heeft geen invloed op de kwaliteit van het product.
Verpakkingsgrootten van 1, 7 of 28 (multiverpakking die 4 verpakkingen van 7 voorgevulde spuiten
bevat) voorgevulde spuiten.
Het is mogelijk dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
Swedish Orphan Biovitrum AB (publ)
SE-112 76 Stockholm
Zweden
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

INSTRUCTIES VOOR DE BEREIDING EN TOEDIENING VAN EEN INJECTIE MET
KINERET
Deze rubriek bevat informatie over hoe u uzelf of uw kind een injectie met Kineret toe kunt dienen.
Het is belangrijk dat u niet probeert uzelf of uw kind te injecteren tot een arts, verpleegkundige of
apotheker u dit heeft geleerd. Als u vragen heeft over het toedienen van de injectie, raadpleeg dan uw
arts, verpleegkundige of apotheker.

Hoe gebruikt u, of de persoon die u injecteert, de Kineret voorgevulde spuit?
U dient zichzelf of uw kind elke dag op een vast tijdstip een injectie te geven. Kineret wordt net onder
de huid ingespoten. Dit noemt men een subcutane injectie.
Naaldbeschermhuls (bekleding)
Naald
Spuitcilinder
Plunjerstaaf

Benodigdheden:
Om uzelf of uw kind een subcutane injectie toe te dienen, heeft u het volgende nodig:
·
een voorgevulde spuit Kineret;
·
alcoholdoekjes of iets vergelijkbaars; en
·
een steriel gaasje of doekje

Wat moet u doen voordat u zichzelf of uw kind een onderhuidse injectie met Kineret kan
toedienen?

1.
Neem de voorgevulde spuit Kineret uit de koelkast.
2.
De voorgevulde spuit niet schudden.
3.
Controleer de uiterste gebruiksdatum op het etiket van de voorgevulde spuit (EXP). Niet
gebruiken na de laatste dag van de aangeduide maand.
4.
Controleer hoe Kineret eruitziet. Kineret moet een heldere, kleurloze tot witachtige oplossing
zijn. De oplossing kan enkele doorzichtige tot witte eiwitdeeltjes bevatten. De aanwezigheid
van deze deeltjes heeft geen invloed op de kwaliteit van het product. De oplossing dient niet te
worden gebruikt indien deze verkleurd of troebel is, of deeltjes anders dan de doorzichtige tot
witte deeltjes bevat.
5.
Voor een comfortabeler injectie kunt u de voorgevulde spuit 30 minuten laten liggen om op
kamertemperatuur te komen of enkele minuten voorzichtig in uw handen houden. Op geen
enkele andere manier Kineret opwarmen (bijvoorbeeld, niet opwarmen in de magnetron of in
warm water).
6.
Verwijder de naaldbeschermer van de spuit
niet totdat u klaar bent om te injecteren.


7.
Uw handen grondig wassen.
8.
Een comfortabele, goed verlichte, schone plaats kiezen en alles wat u nodig heeft binnen
handbereik plaatsen.
9.
Zorg ervoor dat u weet welke Kineret-dosis uw arts heeft voorgeschreven: 20 tot 90 mg, 100 mg
of meer.
·
Als uw arts een dosis van 100 mg heeft voorgeschreven, gaat u verder met de rubriek
'
Hoe bereidt u een dosis van 100 mg voor'.
·
Als uw arts een lagere dosis heeft voorgeschreven, gaat u verder met de rubriek '
Hoe
bereidt u een dosis van 20 tot 90 mg voor'.

Hoe bereidt u een dosis van 100 mg voor

Voordat u Kineret injecteert, moet u het volgende doen:
Naaldbeschermhuls (bekleding)
1.
Houd de cilinder van de spuit vast en verwijder
Naald
voorzichtig het omhulsel van de naald zonder te
draaien. Maak een rechte beweging zoals getoond
in
Afbeelding
A. De naald niet aanraken en de
zuiger niet induwen. Gooi de naaldbescherming
onmiddellijk weg.
2.
U kunt een kleine luchtbel waarnemen in de
Afbeelding A
voorgevulde spuit. U hoeft deze luchtbel niet te
verwijderen voor het injecteren. Het is ongevaarlijk
de luchtbel samen met de oplossing in te spuiten.
3.
U kunt de voorgevulde spuit nu gebruiken zoals beschreven in de rubriek "
Waar moet u de
injectie toedienen?" en de rubriek "
Hoe dient u uw injectie toe?".

Hoe bereidt u een dosis van 20 tot 90 mg voor

Voordat u Kineret injecteert, moet u het volgende doen:

Afbeelding B
1.
Houd de cilinder van de spuit vast en verwijder
voorzichtig het omhulsel van de naald zonder te
draaien. Maak een rechte beweging zoals getoond in
Afbeelding A. De naald niet aanraken en de zuiger niet
induwen. Gooi de naaldbescherming onmiddellijk weg.
2.
U moet de spuit in uw ene hand nemen met de naald
recht naar boven gericht, zoals weergegeven in
Afbeelding C
Afbeelding B. Zet uw duim op de plunjerstaaf en
druk langzaam totdat u een kleine vloeistofdruppel
aan de punt van de naald ziet.
3.
Draai de spuit zodat de naald nu naar beneden wijst.
Leg een steriel gaasje of doekje op een plat oppervlak
en houd de spuit er boven met de naald naar het
gaasje of doekje gericht, zoals weergegeven in

Afbeelding C. Zorg ervoor dat de naald het gaasje of
doekje niet raakt.

4.
Zet uw duim op de plunjerstaaf en druk langzaam totdat de voorkant van de plunjer het
schaalmerkteken van uw Kineret-dosis heeft bereikt. (Uw arts zal u hebben verteld welke dosis
u moet gebruiken.) De uitgespoten vloeistof wordt geabsorbeerd door het gaasje of doekje, zoals
weergegeven in
Afbeelding C.
5.
Als u niet in staat bent de juiste dosis in te stellen, gooit u de spuit weg en gebruikt u een
nieuwe.
6.
U kunt de voorgevulde spuit nu gebruiken zoals beschreven in de rubriek "
Waar moet u de
injectie toedienen?" en de rubriek "
Hoe dient u uw injectie toe?".

Waar moet u de injectie toedienen?

De meest geschikte plaatsen om uzelf of uw kind te injecteren, zijn (zie
Afbeelding D):
·
de buik (met uitzondering van de zone rond de navel)
·
het bovendeel van de dijen;
·
de bovenste buitengedeeltes van de billen; en
·
het buitenste gedeelte van de bovenarmen.


Volwassene Kind

Voorkant
Achterkant

Voorkant
Achterkant

Afbeelding D
Verander telkens de injectieplaats om pijn in een bepaalde zone te vermijden. Als u door iemand
anders wordt geïnjecteerd, kan ook de achterzijde van uw bovenarmen gebruikt worden.

Hoe dient u uw injectie toe?

1.
Desinfecteer de huid met een alcoholdoekje en neem de huid tussen duim en wijsvinger, zonder
erin te knijpen.
2.
Breng de naald volledig in de huid zoals gedemonstreerd door uw verpleegkundige of arts.
3.
Spuit de vloeistof langzaam en gelijkmatig in en houd hierbij de huid nog steeds vast zoals in
Afbeelding E.

Afbeelding E

4.
Nadat de vloeistof is ingespoten, trekt u de naald terug en laat u de huid los.
5.
Al het ongebruikte geneesmiddel moet worden afgevoerd. Gebruik elke spuit slechts voor een
enkele injectie. Gebruik een spuit niet opnieuw omdat dit infectie kan veroorzaken.

Denk eraan
Als u problemen heeft, aarzel dan niet om hulp en advies te vragen aan uw arts of verpleegkundige.

Verwijdering van de gebruikte spuiten en benodigdheden
·
Plaats het omhulsel niet terug op gebruikte naalden.
·
Houd gebruikte spuiten buiten het bereik en zicht van kinderen.
·
Gooi de gebruikte voorgevulde spuiten nooit weg bij het normale huisafval.
·
Als u een dosis heeft lager dan 100 mg, zal u verteld zijn om vloeistof uit de spuit op een gaasje
of doekje te spuiten. Na uw injectie verwijdert u het natte gaasje of doekje samen met de spuit
en reinigt u het oppervlak met een schoon doekje.
·
De gebruikte voorgevulde spuiten en eventuele glaasjes of doekjes met Kineret-oplossing
dienen afgevoerd te worden in overeenstemming met de lokale voorschriften. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.

Heb je dit medicijn gebruikt? Kineret 100 mg/0,67 ml te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Kineret 100 mg/0,67 ml te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Kineret 100 mg/0,67 ml

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG