Onglyza 5 mg
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Onglyza 2,5 mg, filmomhulde tabletten
Onglyza 5 mg, filmomhulde tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Onglyza 2,5 mg, filmomhulde tabletten
Iedere tablet bevat 2,5 mg saxagliptine (als hydrochloride).
Onglyza 5 mg, filmomhulde tabletten
Iedere tablet bevat 5 mg saxagliptine (als hydrochloride).
Hulpstof(fen) met bekend effect:
Iedere tablet bevat 99 mg lactose (als monohydraat).
Onglyza bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis, dat wil zeggen dat het in wezen
‘natriumvrij’ is.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet (tablet).
Onglyza 2,5 mg, filmomhulde tabletten
Onglyza 2,5 mg tabletten zijn vaalgele tot lichtgele, biconvexe, ronde, filmomhulde tabletten, met
hierop in blauwe inkt aan de ene kant “2.5” en aan de andere kant “4214” gedrukt.
Onglyza 5 mg, filmomhulde tabletten
Onglyza 5 mg tabletten zijn roze, biconvexe, ronde, filmomhulde tabletten, met hierop in blauwe inkt
aan de ene kant een ‘5’ en aan de andere kant ‘4215’ gedrukt.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Onglyza is geïndiceerd bij volwassen patiënten met diabetes mellitus type 2 als aanvulling op dieet en
lichaamsbeweging om de bloedglucoseregulatie te verbeteren:
als monotherapie indien metformine niet geschikt is vanwege onverdraagbaarheid of contra-
indicaties.
in combinatie met andere geneesmiddelen voor de behandeling van diabetes, met inbegrip van
insuline, wanneer deze geen adequate verbetering van de bloedglucoseregulatie geven (zie
rubrieken 4.4, 4.5 en 5.1 voor beschikbare data aangaande de verschillende combinaties).
Dosering en wijze van toediening
4.2
Dosering
De aanbevolen dosering van Onglyza is 5 mg eenmaal daags. Wanneer Onglyza wordt gebruikt in
combinatie met insuline of een sulfonylureumderivaat kan een lagere dosering insuline of
sulfonylureumderivaat nodig zijn om het risico op hypoglykemie te verkleinen (zie rubriek 4.4).
2
De veiligheid en werkzaamheid van saxagliptine zijn niet vastgesteld in orale triple-therapie in
combinatie met metformine en een thiazolidinedion.
Speciale populaties
Ouderen (≥ 65 jaar)
Er wordt geen dosisaanpassing aanbevolen alleen gebaseerd op leeftijd. (zie ook rubrieken 5.1 en 5.2).
Nierfunctiestoornissen
Er wordt geen dosisaanpassing aanbevolen voor patiënten met milde nierfunctiestoornissen of voor
patiënten met matige nierfunctiestoornissen met GFR ≥ 45 ml/min.
Bij patiënten met matige nierfunctiestoornissen met GFR < 45 ml/min en bij patiënten met ernstige
nierfunctiestoornissen dient de dosering te worden gereduceerd tot 2,5 mg eenmaal daags.
Het gebruik van Onglyza wordt niet aanbevolen bij patiënten met end-stage nierfalen (ESRD) waarbij
hemodialyse is vereist (zie rubriek 4.4).
Omdat op basis van de nierfunctie de dosering moet worden beperkt tot 2,5 mg, wordt geadviseerd om
voor aanvang van de therapie de nierfunctie te beoordelen. Hierna dient de nierfunctie, als onderdeel
van routinematige zorg, periodiek te worden gecontroleerd (zie rubrieken 4.4 en 5.2).
Leverfunctiestoornissen
Er is geen dosisaanpassing noodzakelijk bij patiënten met milde of matige leverfunctiestoornissen (zie
rubriek 5.2). Saxagliptine dient met voorzichtigheid te worden gebruikt bij patiënten met matige
leverfunctiestoornissen en wordt niet aanbevolen voor gebruik bij patiënten met ernstige
leverfunctiestoornissen (zie rubriek 4.4).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Onglyza bij kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar zijn nog niet
vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
De tabletten kunnen tijdens de maaltijd of tussen maaltijden door op elk moment van de dag worden
ingenomen. De tabletten mogen niet worden gebroken of gedeeld.
Een vergeten dosis moet worden ingenomen zodra de patiënt eraan denkt. Een dubbele dosis mag niet
op dezelfde dag worden ingenomen.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen of
een voorgeschiedenis van ernstige overgevoeligheid (waaronder anafylactische reactie, anafylactische
shock en angio-oedeem) na gebruik van een dipeptidyl peptidase-4 (DPP-4)-remmer (zie rubrieken 4.4
en 4.8).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Algemeen
Onglyza mag niet worden gebruikt bij patiënten met diabetes mellitus type 1 of bij de behandeling van
diabetische ketoacidose.
Onglyza is geen substituut voor insuline bij insulinebehoevende patiënten.
Acute pancreatitis
Het gebruik van DPP-4-remmers wordt in verband gebracht met een verhoogd risico op het
ontwikkelen van acute pancreatitis. Patiënten dienen geïnformeerd te worden over het kenmerkende
symptoom van acute pancreatitis: aanhoudende, ernstige abdominale pijn. Als er een vermoeden van
3
pancreatitis is, dient het gebruik van Onglyza gestaakt te worden. Als een acute pancreatitis wordt
vastgesteld, dient de behandeling met Onglyza niet hervat te worden. Voorzichtigheid is geboden bij
patiënten met een geschiedenis van pancreatitis.
Sinds saxagliptine op de markt is, zijn er spontane meldingen van acute pancreatitis als bijwerking.
Nierfunctiestoornissen
Bij patiënten met GFR < 45 ml/min is de aanbevolen dosering 2,5 mg eenmaal daags. Saxagliptine
wordt niet aangeraden voor gebruik bij patiënten met end-stage nierfalen (ESRD) waarbij nierdialyse
is vereist. Het wordt geadviseerd om voor aanvang van de behandeling met Onglyza de nierfunctie te
beoordelen. Hierna dient de nierfunctie, als onderdeel van routinematige zorg, periodiek te worden
gecontroleerd (zie rubrieken 4.2 en 5.2).
Leverfunctiestoornissen
Saxagliptine dient met voorzichtigheid te worden gebruikt bij patiënten met matige
leverfunctiestoornissen en wordt niet aanbevolen voor gebruik bij patiënten met ernstige
leverfunctiestoornissen (zie rubriek 4.2).
Gebruik met geneesmiddelen waarvan bekend is dat deze hypoglykemie veroorzaken
Van sulfonylureumderivaten en insuline is bekend dat deze hypoglykemie veroorzaken. Daarom kan
een lagere dosering van het sulfonylureumderivaat of de insuline nodig zijn om het risico op
hypoglykemie te verminderen wanneer dit gebruikt wordt in combinatie met Onglyza.
Overgevoeligheidsreacties
Onglyza mag niet worden toegediend aan patiënten die een ernstige overgevoeligheidsreactie hebben
gehad op een dipeptidylpeptidase-4 (DPP-4)-remmer (zie rubriek 4.3).
Er zijn postmarketingmeldingen (inclusief spontane meldingen en meldingen tijdens klinische studies)
van ernstige overgevoeligheidsreacties, waaronder anafylactische reactie, anafylactische shock en
angio-oedeem, bij het gebruik van saxagliptine. Wanneer een ernstige overgevoeligheidsreactie op
saxagliptine wordt vermoed, dient het gebruik van Onglyza te worden gestopt. Andere mogelijke
oorzaken moeten worden onderzocht en er dient een alternatieve diabetesbehandeling te worden
ingezet (zie rubriek 4.8).
Huidafwijkingen
Er zijn meldingen gedaan van zweren en necrose van de huid op extremiteiten van apen tijdens
niet-klinische, toxicologische studies (zie rubriek 5.3). Huidlaesies zijn niet in verhoogde mate
waargenomen in klinische studies. Postmarketingmeldingen van huiduitslag zijn bekend voor de
klasse van DPP-4-remmers. Huiduitslag is ook bekend als een bijwerking van Onglyza (zie rubriek
4.8). Daarom wordt in overeenstemming met de standaard zorg voor diabetespatiënten aangeraden de
huid te controleren op huidaandoeningen zoals blaarvorming, ulceratie of uitslag.
Bulleus pemfigoïd
Postmarketinggevallen van bulleus pemfigoïd waarvoor hospitalisatie nodig was, zijn gemeld bij het
gebruik van DPP-4-remmers waaronder saxagliptine. Bij gemelde gevallen, reageerden patiënten over
het algemeen op topicale of systemische immunosuppressieve behandeling en stopzetting van de
behandeling met de DPP-4-remmer. Als een patiënt blaren of erosies ontwikkelt tijdens een
behandeling met saxagliptine en bulleus pemfigoïd wordt vermoed, dient behandeling met dit
geneesmiddel onderbroken te worden en dient verwijzing naar een dermatoloog overwogen te worden
voor diagnose en passende behandeling (zie rubriek 4.8).
Hartfalen
Ervaring bij NYHA-klasse III-IV is nog beperkt. In de SAVOR-studie werd een kleine toename
waargenomen in ziekenhuisopnames ten gevolge van hartfalen bij patiënten die werden behandeld met
saxagliptine ten opzichte van placebo, hoewel een causaal verband niet is vastgesteld (zie rubriek 5.1).
Aanvullende analyse wees niet op een onderscheidend effect tussen de NYHA- klassen.
Voorzichtigheid is geboden als Onglyza wordt gebruikt bij patiënten met bekende risicofactoren voor
4
ziekenhuisopname wegens hartfalen, zoals een voorgeschiedenis van hartfalen of matige tot ernstige
nierfunctiestoornissen. Patiënten moeten bekend gemaakt worden met de karakteristieke symptomen
van hartfalen en moet geadviseerd worden om zulke symptomen direct te melden.
Artralgie
Er is gewrichtspijn, die ernstig kan zijn, gemeld in postmarketingverslagen voor DPP-4-remmers (zie
rubriek 4.8). Na stoppen van de medicatie ervoeren patiënten verlichting van de symptomen en bij
sommigen traden de symptomen weer op als dezelfde of een andere DPP-4-remmer opnieuw werd
gebruikt. De symptomen kunnen snel na het begin van de geneesmiddeltherapie optreden of na langere
periodes van behandeling. Als een patiënt ernstige gewrichtspijn krijgt, moet het voortzetten van de
behandeling individueel beoordeeld worden.
Patiënten met verlaagde immunocompetentie
In het klinische onderzoeksprogramma van Onglyza is geen onderzoek gedaan bij patiënten met
verlaagde immunocompetentie, zoals patiënten die een orgaantransplantatie hebben ondergaan, of
patiënten bij wie AIDS is gediagnosticeerd. Daarom is het werkzaamheids- en veiligheidsprofiel van
saxagliptine bij deze patiënten niet vastgesteld.
Gebruik met krachtige CYP3A4-inductoren
Gebruik van CYP3A4-inductoren zoals carbamazepine, dexamethason, fenobarbital, fenytoïne en
rifampicine kan het verlagende effect op het bloedglucose van Onglyza verminderen (zie rubriek 4.5).
Lactose
De tabletten bevatten lactosemonohydraat. Patiënten met zeldzame erfelijke galactose intolerantie,
algehele lactasedeficiëntie of glucose-galactosemalabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet te
gebruiken.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Hieronder beschreven klinische gegevens duiden erop dat het risico op klinisch belangrijke interacties
met gelijktijdig toegediende geneesmiddelen laag is.
Het metabolisme van saxagliptine verloopt voornamelijk via cytochroom-P450 3A4/5 (CYP3A4/5).
De gelijktijdige toediening van saxagliptine en geneesmiddelen die CYP3A4/5 induceren (zoals
carbamazepine, dexamethason, fenobarbital en fenytoïne) is, met uitzondering van rifampicine, niet
onderzocht en kan resulteren in een verlaagde plasmaconcentratie van saxagliptine en een verhoogde
concentratie van haar belangrijkste metaboliet. De bloedglucoseregulatie dient zorgvuldig te worden
gecontroleerd als saxagliptine gelijktijdig wordt gebruikt met een krachtige CYP3A4/5-inductor.
Gelijktijdige toediening van saxagliptine en de matige CYP3A4/5-remmer diltiazem verhoogde de
C
max
en AUC van saxagliptine met respectievelijk 63% en 2,1 maal en de bijbehorende waarden van
de actieve metaboliet namen af met respectievelijk 44% en 34%.
Gelijktijdige toediening van saxagliptine en de krachtige CYP3A4/5-remmer ketoconazol verhoogde
de C
max
en AUC van saxagliptine met respectievelijk 62% en 2,5 maal en de bijbehorende waarden
van de actieve metaboliet namen af met respectievelijk 95% en 88%.
Gelijktijdige toediening van saxagliptine en de krachtige CYP3A4/5-inductor rifampicine verlaagde
de C
max
en AUC van saxagliptine met respectievelijk 53% en 76%. De blootstelling aan de actieve
metaboliet en remming van de DPP-4-plasma-activiteit tijdens een doseringsinterval werden niet
beïnvloed door rifampicine (zie rubriek 4.4).
Tijdens
in vitro
studies remden saxagliptine en haar belangrijkste metaboliet noch het CYP1A2, 2A6,
2B6, 2C8, 2C9, 2C19, 2D6, 2E1 of 3A4, en induceerden evenmin CYP1A2, 2B6, 2C9 of 3A4. In
studies uitgevoerd bij gezonde vrijwilligers werd de farmacokinetiek van saxagliptine, noch van haar
belangrijkste metaboliet, wezenlijk veranderd door metformine, glibenclamide, pioglitazon, digoxine,
5
simvastatine, omeprazol, antacida, of famotidine. Bovendien veranderde saxagliptine niet wezenlijk de
farmacokinetiek van metformine, glibenclamide, pioglitazon, digoxine, simvastatine, de werkzame
componenten van een oraal combinatie-anticonceptivum (ethinylestradiol en norgestimaat), diltiazem
of ketoconazol.
Het effect van roken, dieet, kruidenpreparaten en alcoholgebruik op de farmacokinetiek van
saxagliptine zijn niet specifiek onderzocht.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Het gebruik van saxagliptine is niet onderzocht bij zwangere vrouwen. Uit experimenteel onderzoek
bij dieren is reproductietoxiciteit bij hoge doses gebleken (zie rubriek 5.3). Het potentiële risico voor
de mens is niet bekend. Onglyza dient niet tijdens de zwangerschap te worden gebruikt tenzij strikt
noodzakelijk.
Borstvoeding
Het is niet bekend of saxagliptine wordt uitgescheiden in menselijke moedermelk. In experimenteel
onderzoek bij dieren is uitscheiding van saxagliptine en/of metabolieten in moedermelk aangetoond.
Een risico voor het zogende kind kan niet worden uitgesloten. Daarom dient te worden gekozen om óf
het geven van borstvoeding te staken óf de behandeling te staken, daarbij rekening houdend met het
belang van borstvoeding voor het kind en het belang van behandeling voor de moeder.
Vruchtbaarheid
Het effect van saxagliptine op de vruchtbaarheid van de mens is niet onderzocht. Bij mannetjes- en
vrouwtjes-ratten werd een effect op de vruchtbaarheid waargenomen bij hoge doseringen, met
duidelijke tekenen van toxiciteit (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Onglyza heeft naar verwachting een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen
om machines te bedienen.
Bij het besturen van voertuigen en het bedienen van machines dient men er rekening mee te houden
dat duizeligheid is gemeld tijdens klinische studies met saxagliptine. Verder dienen patiënten te
worden gewezen op het risico van hypoglykemie wanneer Onglyza wordt gebruikt in combinatie met
andere orale antidiabetica waarvan bekend is dat ze hypoglykemie veroorzaken (bijvoorbeeld insuline,
sulfonylureumderivaten).
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest gemelde bijwerkingen tijdens placebogecontroleerde klinische studies, gerapporteerd bij
≥ 5% van de patiënten die werden behandeld met Onglyza 5 mg en vaker dan bij patiënten die werden
behandeld met placebo, zijn: luchtweginfectie (7,7%), urineweginfectie (6,8%) en hoofdpijn (6,5%).
Er zijn 4148 patiënten met diabetes type 2, waaronder 3021 patiënten die zijn behandeld met Onglyza,
gerandomiseerd in zes dubbelblinde, gecontroleerde klinische veiligheids- en werkzaamheidsstudies
om het effect van saxagliptine op de bloedglucoseregulatie te evalueren. In gerandomiseerde,
gecontroleerde, dubbelblinde klinische studies (inclusief ervaring opgedaan tijdens de ontwikkeling en
postmarketing) werden meer dan 17.000 patiënten met diabetes type 2 behandeld met Onglyza.
In een gepoolde analyse van 1.681 patiënten met diabetes type 2, inclusief 882 patiënten die werden
behandeld met Onglyza 5 mg, gerandomiseerd in vijf dubbelblinde, placebogecontroleerde klinische
veiligheids- en werkzaamheidsstudies om het effect van saxagliptine op de bloedglucoseregulatie te
evalueren, was de totale incidentie van bijwerkingen bij patiënten die met saxagliptine 5 mg werden
6
behandeld vergelijkbaar met placebo. Het staken van de behandeling als gevolg van bijwerkingen
vond vaker plaats bij patiënten die saxagliptine 5 mg kregen toegediend in vergelijking met placebo
(3,3% vergeleken met 1,8%).
Bijwerkingen, weergegeven in tabelvorm
De bijwerkingen die gerapporteerd werden bij ≥5% van de patiënten die behandeld werden met
saxagliptine 5 mg en die vaker voorkomen dan bij patiënten die behandeld werden met placebo of die
werden gerapporteerd bij ≥2% van de patiënten die werden behandeld met saxagliptine 5 mg en ≥1%
vaker in vergelijking met placebo tijdens de gepoolde analyse van vijf studies naar de
glucoseregulatie, plus een aanvullende actief-gecontroleerde studie met de initiële combinatie met
metformine, worden vermeld in tabel 1.
De bijwerkingen zijn gerangschikt op systeem/orgaanklasse en absolute frequentie. De frequenties
worden gedefinieerd als zeer vaak ( 1/10), vaak ( 1/100, <1/10); soms ( 1/1.000, < 1/100); zelden
( 1/10.000, <1/1.000); zeer zelden (<1/10.000) of niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet
worden bepaald).
Tabel 1
Frequentie van bijwerkingen per systeem/orgaanklasse uit klinische studies en
postmarketingervaring
Frequentie van bijwerkingen per behandelregime
Saxagliptine
monotherapie
Saxagliptine
met
metformine
1
Saxagliptine met
een
sulfonylureum-
derivaat
(glibenclamide)
Saxagliptine
met een thia-
zolidinedion
Saxagliptine als
add-on bij
metformine plus
een sulfonyl-
ureumderivaat
Systeem/orgaanklasse
Bijwerking
Infecties en parasitaire
aandoeningen
Bovenste luchtweginfectie
Urineweginfectie
Gastro-enteritis
Sinusitis
Nasofaryngitis
Immuunsysteem
aandoeningen
Overgevoeligheidsreacties
†‡
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
2
Soms
Zelden
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Soms
Zelden
Soms
Zelden
Soms
Zelden
Anafylactische reacties
inclusief anafylactische
shock
†‡
Voedings- en
stofwisselingsstoornissen
Hypoglykemie
Dyslipidemie
Hypertriglyceridemie
Zenuwstelsel-
aandoeningen
Duizeligheid
Hoofdpijn
Maagdarmstelsel-
aandoeningen
Abdominale pijn
†
Diarree
4
Dyspepsie
Flatulentie
Gastritis
Zeer vaak
3
Soms
Soms
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
7
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Misselijkheid
†
Braken
Pancreatitis
†
Constipatie
†
Huid- en onderhuid-
aandoeningen
Huiduitslag
†
Dermatitis
†
Pruritus
†
Urticaria
†
Angio-oedeem
†‡
Bulleus pemfigoïd
†
Skeletspierstelsel- en
bindweefsel-
aandoeningen
Artralgie
*
Myalgie
5
Voortplantingsstelsel- en
borstaandoeningen
Erectiele disfunctie
Algemene aandoeningen
en toedieningsplaats-
stoornissen
Vermoeidheid
Perifeer oedeem
1
Vaak
Vaak
Soms
Niet bekend
Vaak
Soms
Soms
Soms
Zelden
Niet bekend
Vaak
Vaak
Soms
Niet bekend
Vaak
Soms
Soms
Soms
Zelden
Niet bekend
Vaak
Vaak
Soms
Niet bekend
Vaak
Soms
Soms
Soms
Zelden
Niet bekend
Vaak
Vaak
Soms
Niet bekend
Niet bekend
Soms
Soms
Soms
Zelden
Niet bekend
Niet bekend
Soms
Vaak
Soms
Vaak
Soms
Vaak
Vaak
Met inbegrip van saxagliptine als add-on combinatietherapie met metformine en initiële combinatietherapie met
metformine
2
Alleen in de initiële combinatietherapie
3
Er was geen statistisch significant verschil vergeleken met placebo. De incidentie van bevestigde hypoglykemieën was
‘soms’ voor Onglyza 5 mg (0,8%) en placebo (0,7%).
4
De incidentie van diarree was 4,1% (36/882) in de saxagliptine 5mg groep en 6,1% (49/799) in de placebogroep.
5
Als initiële combinatietherapie met metformine werd myalgie gerapporteerd als ‘soms’.
†
Bijwerkingen werden geïdentificeerd door postmarketingsurveillance
‡
Zie rubrieken 4.3 en 4.4
* Ook gemeld tijdens postmarketingsurveillance (zie rubriek 4.4).
Resultaten uit de SAVOR-studie
In de SAVOR-studie werden 8.240 patiënten behandeld met Onglyza 5 mg of 2,5 mg eenmaal daags
en 8.173 patiënten met placebo. De totale incidentie van bijwerkingen bij patiënten die werden
behandeld met Onglyza was in deze studie vergelijkbaar met placebo (respectievelijk 72,5% versus
72,2%).
De incidentie van gevallen van bevestigde pancreatitis was 0,3%, zowel bij patiënten die met Onglyza
werden behandeld als bij patiënten die behandeld werden met placebo in de intent-to-treat populatie.
De incidentie van overgevoeligheidsreacties was 1,1%, zowel bij patiënten die met Onglyza werden
behandeld als bij patiënten die met placebo behandeld werden.
De totale incidentie van gerapporteerde hypoglykemie (genoteerd in patiëntendagboeken) was 17,1%
bij proefpersonen die met Onglyza werden behandeld en 14,8% bij patiënten die werden behandeld
met placebo. Het percentage proefpersonen met gerapporteerde ernstige gevallen van hypoglykemie
(gedefinieerd als een voorval waarbij assistentie van een andere persoon nodig was) tijdens de
behandeling was groter in de saxagliptinegroep dan in de placebogroep (respectievelijk 2,1% en
1,6%). Het verhoogde risico op totale hypoglykemie en ernstige hypoglykemie dat werd waargenomen
in de saxagliptine-behandelgroep trad voornamelijk op bij proefpersonen die werden behandeld met
SU bij aanvang en niet bij proefpersonen die werden behandeld met insuline of metformine-
monotherapie bij aanvang. Het verhoogde risico op totale hypoglykemie en ernstige hypoglykemie
werd voornamelijk waargenomen bij patiënten met A1C < 7% bij aanvang.
8
Een verminderd aantal lymfocyten werd gerapporteerd bij 0,5% van de patiënten behandeld met
Onglyza en bij 0,4% van de met placebo behandelde patiënten.
Ziekenhuisopname ten gevolge van hartfalen vond vaker plaats in de saxagliptinegroep (3,5%) ten
opzichte van de placebogroep (2,8%), met nominale statistische significantie in het voordeel van
placebo (HR = 1,27; 95% CI 1,07; 1,51); P = 0,007. Zie ook rubriek 5.1.
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Hypoglykemie
Bijwerkingen van hypoglykemie zijn gebaseerd op alle meldingen van hypoglykemie; een meting van
het glucosegehalte werd niet vereist.
Bij gebruik als add-on combinatietherapie met metformine plus een sulfonylureumderivaat was de
totale incidentie van gerapporteerde hypoglykemie 10,1% voor Onglyza 5 mg en 6,3% voor placebo.
Bij gebruik als add-on combinatietherapie met insuline (met of zonder metformine) was de totale
incidentie van gerapporteerde hypoglykemie 18,4% voor Onglyza 5 mg en 19,9% voor placebo.
Laboratoriumonderzoeken
De incidentie van bijwerkingen gerelateerd aan laboratoriumuitslagen was, over verschillende
klinische studies gezien, vergelijkbaar voor patiënten die behandeld werden met saxagliptine 5 mg en
patiënten die behandeld werden met placebo. Een kleine verlaging van het absolute aantal lymfocyten
is waargenomen. Ten opzichte van het gemiddelde absolute aantal lymfocyten bij aanvang van
ongeveer 2200 cellen/μl is een gemiddelde verlaging van ongeveer 100 cellen/μl waargenomen in
vergelijking met placebo in de placebo-gecontroleerde gepoolde analyse. De gemiddelde absolute
aantallen lymfocyten bleven stabiel bij dagelijkse dosering gedurende maximaal 102 weken. De
afnames van het aantal lymfocyten werden niet in verband gebracht met klinisch relevante
bijwerkingen. De klinische significantie van deze afname in het aantal lymfocyten ten opzichte van
placebo is niet bekend.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Onglyza had geen klinisch effect van betekenis op het QTc-interval of de hartslag bij orale doseringen
tot 400 mg per dag gedurende 2 weken (80 maal de aanbevolen dosering). In het geval van een
overdosering moet de juiste ondersteunende behandeling worden gestart afhankelijk van de klinische
toestand van de patiënt. Saxagliptine en haar belangrijkste metaboliet kunnen door hemodialyse
worden verwijderd (23% van de dosis gedurende 4 uur).
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Anti-diabetica. Dipeptidylpeptidase-4 (DPP-4)-remmers,
ATC-code: A10BH03.
Werkingsmechanisme en farmacodynamische effecten
Saxagliptine is een zeer krachtige (Ki: 1,3 nM), selectieve, reversibele, competitieve, DPP-4-remmer.
Bij patiënten met diabetes type 2 leidde toediening van saxagliptine tot een remming van de
9
DPP-4-enzymactiviteit gedurende een periode van 24 uur. Na een orale glucose-inname resulteerde
deze DPP-4-remming in 2- tot 3-voudige verhoging van de circulerende spiegels van actieve incretine-
hormonen, waaronder glucagonachtige peptide-1 (GLP-1) en glucose-afhankelijke insulinotrope
polypeptide (GIP). Daarnaast zorgde de DPP-4-remming voor verlaagde glucagon-concentraties, en
verhoogde glucose-afhankelijke bèta-celgevoeligheid, die resulteerden in hogere insuline- en
C-peptide-concentraties. De toename van insuline vanuit bèta-cellen van de pancreas en de verlaging
van glucagon vanuit alfa-cellen van de pancreas werden geassocieerd met lagere nuchtere
glucoseconcentraties en verminderde glucose-afwijkingen na een orale glucose-inname of een
maaltijd. Saxagliptine verbetert de bloedglucoseregulatie door verlaging van de nuchtere en
postprandiale glucoseconcentraties bij patiënten met diabetes type 2.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
In gerandomiseerde, gecontroleerde, dubbelblinde klinische studies (inclusief ervaring opgedaan
tijdens de ontwikkeling en postmarketing) werden meer dan 17.000 patiënten met diabetes type 2
behandeld met Onglyza.
Glucoseregulatie
In totaal werden 4.148 patiënten met diabetes type 2, waaronder 3.021 patiënten die met saxagliptine
werden behandeld, gerandomiseerd in 6 dubbelblinde, gecontroleerde klinische veiligheids- en
werkzaamheidsstudies die werden uitgevoerd om de effecten van saxagliptine op de
bloedglucoseregulatie te evalueren. Behandeling met 5 mg saxagliptine eenmaal daags in
monotherapie, en ook in combinaties met metformine (initiële combinatietherapie of add-on
combinatietherapie), een sulfonylureumderivaat of een thiazolidinedion, resulteerde in klinisch
relevante en statistisch significante verbeteringen van hemoglobine-A1c (HbA1c), nuchter
plasmaglucose (fasting plasma glucose, FPG) en postprandiale glucose (PPG) in vergelijking met
placebo (zie Tabel 2). Daarnaast was er geen duidelijke verandering van het lichaamsgewicht
geassocieerd met saxagliptine. Verlagingen van HbA1c werden waargenomen bij subgroepen
waaronder geslacht, leeftijd, ras, en de baseline-bodymass index (BMI), en hogere baseline-HbA1c
werd geassocieerd met een grotere gecorrigeerde gemiddelde verandering ten opzichte van baseline
met saxagliptine.
Saxagliptine als monotherapie
Twee dubbelblinde, placebo-gecontroleerde studies met een duur van 24 weken werden uitgevoerd om
de werkzaamheid en veiligheid van saxagliptine-monotherapie te onderzoeken bij patiënten met
diabetes type 2. In beide studies liet eenmaal daagse behandeling met saxagliptine significante
verbeteringen van HbA1c zien (zie tabel 2). De uitkomsten van deze studies werden bevestigd door
twee daaropvolgende 24 weken durende regionale (Aziatische) monotherapie-studies, waarin
saxagliptine 5 mg vergeleken werd met placebo.
Saxagliptine als add-on combinatietherapie met metformine
Een placebogecontroleerde studie met een duur van 24 weken als add-on combinatietherapie met
metformine werd uitgevoerd om de werkzaamheid en veiligheid van saxagliptine in combinatie met
metformine te onderzoeken bij patiënten met inadequate bloedglucoseregulatie (HbA1c 7-10%) op
metformine alleen. Saxagliptine (n=186) liet significante verbeteringen zien van HbA1c, FPG en PPG
in vergelijking met placebo (n=175). De verbetering van HbA1c, PPG en FPG na behandeling met
5 mg saxagliptine plus metformine hield aan tot week 102. De HbA1c-verandering met saxagliptine
5 mg plus metformine (n=31) vergeleken met placebo plus metformine (n=15) was –0,8% in week
102.
Saxagliptine als add-on combinatietherapie met metformine versus SU add-on combinatietherapie met
metformine
Een 52 weken durende studie werd uitgevoerd om de werkzaamheid en veiligheid te onderzoeken van
saxagliptine 5 mg in combinatie met metformine (428 patiënten) ten opzichte van een sulfonylureum
(glipizide, 5 mg, afhankelijk van de behoefte opgetitreerd naar 20 mg, gemiddelde dosering 15 mg) in
combinatie met metformine (430 patiënten), bij 858 patiënten die onvoldoende gereguleerd waren
(HbA1c 6,5% - 10 %) met alleen metformine. In iedere behandelgroep was de gemiddelde dosis
metformine circa 1900 mg. Na 52 weken werden vergelijkbare waarden gevonden in de saxagliptine-
10
en glipizidegroep voor de gemiddelde dalingen van HbA1c ten opzichte van de uitgangswaarde,
geanalyseerd volgens protocol (-0,7% vs. -0.8% respectievelijk, gemiddelde baseline-HbA1c van
7,5% voor beide groepen). De intent-to-treat -analyse leverde consistente resultaten op. De afname
van FPG was iets kleiner voor de saxagliptinegroep en er waren meer uitvallers (3.5% vs. 1.2%) als
gevolg van een gebrek aan werkzaamheid gebaseerd op FPG-criteria gedurende de eerste 24 weken
van de studie. In de saxagliptinegroep werd ook een significant lager aantal patiënten met een
hypoglykemie waargenomen: 3% (19 voorvallen bij 13 patiënten) versus 36,3% (750 voorvallen bij
156 patiënten) voor glipizide. Patiënten die werden behandeld met saxagliptine lieten een significante
afname zien in lichaamsgewicht ten opzichte van de uitgangswaarde, tegenover een gewichtstoename
bij patiënten die glipizide kregen (-1,1 versus + 1,1 kg).
Saxagliptine add-on combinatietherapie met metformine versus sitagliptine add-on combinatie-
therapie met metformine
Een 18 weken durende studie werd uitgevoerd om de werkzaamheid en veiligheid te onderzoeken van
saxagliptine 5 mg in combinatie met metformine (403 patiënten) ten opzichte van sitagliptine 100 mg
in combinatie met metformine (398 patiënten), bij 801 patiënten die onvoldoende gereguleerd waren
met alleen metformine. Na 18 weken werden vergelijkbare waarden gevonden voor saxagliptine en
sitagliptine voor de gemiddelde dalingen van HbA1c ten opzichte van de uitgangswaarde, zowel
geanalyseerd volgens protocol als met een volledige analyse. De afnames van HbA1c, geanalyseerd
volgens protocol, waren bij saxagliptine en sitagliptin respectievelijk -0.5% (gemiddelde en mediaan)
en -0,6% (gemiddelde en mediaan), ten opzichte van de uitgangswaarde. Bij de volledige analyse, ter
bevestiging, waren de gemiddelde afnames -0,4% en -0,6% voor respectievelijk saxagliptine en
sitagliptin, met mediane afnames van -0,5% voor beide groepen.
Saxagliptine in combinatie met metformine als initiële therapie
Een 24 weken durende studie werd uitgevoerd om de werkzaamheid en veiligheid te onderzoeken van
saxagliptine 5 mg in combinatie met metformine als initiële combinatietherapie bij voorheen
onbehandelde patiënten met een inadequate bloedglucoseregulatie (HbA1c 8-12%). De initiële
combinatietherapie met saxagliptine 5 mg plus metformine (n=306) gaf significante verbeteringen van
HbA1c, FPG en PPG in vergelijking met alleen saxagliptine (n=317) of metformine (n=313) als
initiële therapie. Verlagingen van HbA1c vanaf baseline tot week 24 werden gezien in alle
onderzochte subgroepen ingedeeld op baseline HbA1c, met sterkere verlagingen bij patiënten met een
baseline HbA1c
10% (zie Tabel 2). De verbetering van HbA1c, PPG en FPG na initiële behandeling
met 5 mg saxagliptine plus metformine hield aan tot week 76. De HbA1c-verandering met
saxagliptine 5 mg plus metformine (n=177) vergeleken met placebo plus metformine (n=147) was
-0,5% in week 76.
Saxagliptine als add-on combinatietherapie met glibenclamide
Een placebogecontroleerde studie met een duur van 24 weken als add-on combinatietherapie werd
uitgevoerd om de werkzaamheid en veiligheid te onderzoeken van saxagliptine in combinatie met
glibenclamide bij patiënten met een inadequate bloedglucoseregulatie tijdens de inclusie (HbA1c
7,5-10%) op een submaximale dosering van glibenclamide alleen. Saxagliptine in combinatie met een
vaste, tussenliggende dosering van een sulfonylureumderivaat (glibenclamide 7,5 mg) werd
vergeleken met titratie naar een hogere dosering van glibenclamide (bij ongeveer 92% van de
patiënten in de placebo plus glibenclamide groep werd de dosis verhoogd naar een uiteindelijke totale
dagelijkse dosis van 15 mg). Saxagliptine (n=250) gaf significante verbeteringen van HbA1c, FPG en
PPG in vergelijking met titratie naar een hogere dosis glibenclamide (n=264). De verbetering van
HbA1c en PPG na behandeling met 5 mg saxagliptine hield aan tot week 76. De HbA1c-verandering
met saxagliptine 5 mg (n=56) vergeleken met placebo plus opgetitreerd glibenclamide (n=27) was
-0,7% in week 76.
Saxagliptine als add-on combinatietherapie met insuline (met of zonder metformine)
Een totaal van 455 patiënten met diabetes type 2 nam deel aan een 24 weken durende
gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde studie naar de werkzaamheid en veiligheid van
saxagliptine in combinatie met een vaste dosis insuline (gemiddelde uitgangswaarde: 54,2 eenheden).
De patiënten vertoonden onvoldoende bloedglucoseregulatie (HbA1c ≥ 7,5% en ≤ 11%) met insuline
alleen (n=141) of met insuline in combinatie met een vaste dosis metformine (n=314). Saxagliptine 5
11
mg als add-on combinatietherapie met insuline, met of zonder metformine, resulteerde na 24 weken in
een significant verbeterde HbA1c en PPG ten opzichte van placebo als add-on combinatietherapie met
insuline, met of zonder metformine. Vergelijkbare afnames van HbA1c ten opzichte van placebo
werden gerealiseerd bij patiënten die 5 mg saxagliptine kregen als add-on bij insuline, ongeacht het
gebruik van metformine (-0,4% voor beide subgroepen). De verbeteringen vanaf baseline-HbA1c
hielden aan tot week 52 bij de groep die saxagliptine als add-on bij insuline kreeg, ten opzichte van de
groep die placebo als add-on bij insuline kreeg, met of zonder metformine. De verandering in HbA1c
van de saxagliptinegroep (n=244) ten opzichte van placebo (n=124) was -0,4% in week 52.
Saxagliptine als add-on combinatietherapie met een thiazolidinedion
Een placebogecontroleerde studie met een duur van 24 weken werd uitgevoerd om de werkzaamheid
en veiligheid te onderzoeken van saxagliptine in combinatie met een thiazolidinedion (TZD) bij
patiënten met een inadequate bloedglucoseregulatie (HbA1c 7%-10,5%) met TZD alleen. Saxagliptine
(n=183) zorgde voor significante verbeteringen van HbA1c, FPG en PPG in vergelijking met placebo
(n=180). De verbetering van HbA1c, PPG en FPG na behandeling met saxagliptine 5 mg hield aan tot
week 76. De HbA1c-verandering met saxagliptine 5 mg (n=82) vergeleken met TZD plus placebo
(n=53) was -0.9% in week 76.
Saxagliptine als add-on combinatietherapie met metformine en een sulfonylureumderivaat
Een totaal van 257 patiënten met diabetes type 2 nam deel aan een 24 weken durende
gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde studie naar de werkzaamheid en veiligheid van
saxagliptine (5 mg eenmaal daags) in combinatie met metformine plus een sulfonylureumderivaat
(SU) bij patiënten met een inadequate bloedglucoseregulatie (HbA1c ≥ 7% en ≤ 10%). Saxagliptine
(n=127) toonde significante verbeteringen in HbA1c en PPG ten opzichte van placebo (n=128). De
HbA1c-verandering van saxagliptine ten opzichte van placebo was –0,7% in week 24.
Saxagliptine als add-on bij dapagliflozine plus metforminetherapie
In een 24 weken durende gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde studie bij patiënten
met diabetes type 2 werd saxagliptine 5 mg als add-on-therapie vergeleken met placebo bij patiënten
met HbA1c 7-10,5% behandeld met dapagliflozine (een SGLT2-remmer) en metformine. Patiënten die
de initiële 24 weken durende studieperiode afmaakten, kwamen in aanmerking voor deelname aan een
gecontroleerde, 28 weken durende, langetermijnstudie-extensie (52 weken).
Patiënten behandeld met saxagliptine als add-on-therapie bij dapagliflozine en metformine (n=153)
bereikten na 24 weken statistisch significant (p-waarde < 0,0001) grotere dalingen in HbA1c in
vergelijking met de groep waarin placebo werd toegevoegd aan dapagliflozine plus metformine
(n=162) (zie Tabel 2). Het effect op HbA1c waargenomen in week 24 hield aan tot week 52. Het
veiligheidsprofiel van saxagliptine als add-on bij dapagliflozine plus metformine in de
langetermijnbehandelperiode was consistent met het profiel waargenomen in de 24 weken durende
behandelperiode in deze studie en in de studie waarin saxagliptine en dapagliflozine gelijktijdig
werden toegediend als add-on-therapie aan patiënten behandeld met metformine (hieronder
beschreven).
Aantal patiënten dat HbA1c < 7% bereikte
Het aantal patiënten dat in week 24 HbA1c < 7% bereikte, lag met 35,3% hoger in de groep met
saxagliptine 5 mg plus dapagliflozine plus metformine (95% BI [28,2, 42,4]) ten opzichte van de
23,1% in de groep met placebo plus dapagliflozine plus metformine (95% BI [16,9, 29,3]). Het effect
op HbA1c waargenomen in week 24 hield aan tot week 52.
12
Tabel 2
De belangrijkste resultaten met betrekking tot de werkzaamheid van Onglyza 5 mg
per dag in placebogecontroleerde monotherapiestudies en in studies met add-on
combinatietherapie
Gemiddelde
baseline
HbA1c (%)
Gemiddelde
verandering
2
ten
opzichte van
baseline- HbA1c (%)
in week 24
-0,5
-0,7 (‘s ochtends)
-0,6 (‘s avonds)
-0,7
Placebo-gecorrigeerde
gemiddelde
verandering van
HbA1c (%) in week 24
(95% BI)
-0,6 (-0,9 – -0,4)
4
-0,4 (-0,7 – -0,1)
-0,4 (-0,6 – -0,1)
5
-0,8 (-1,0 – -0,6)
3
3
MONOTHERAPIESTUDIES
Studie CV181011 (n=103)
Studie CV181038 (n=69)
(n=70)
Studie CV181014: Add-on
combinatietherapie met metformine
(n=186)
Studie CV181040: Add-on
combinatietherapie met SU
1
(n=250)
Studie D1680L00006: add-on
combinatietherapie met metformine
plus SU (n=257)
Studie CV181013: Add-on
combinatietherapie met TZD
(n=183)
Studie CV181039: initiële
combinatie met metformine
6
Totale populatie (n=306)
Baseline-HbA1c ≥10% subgroep
(n=107)
Studie CV181168: sequentiële add-
on bij dapagliflozine + metformine
(n=315)
Studie CV181057: Add-on
combinatietherapie met insuline
(+/- metformine)
Totale populatie (n=300)
8,0
7,9
7,9
8,1
ADD-ON/COMBINATIESTUDIES
8,5
8,4
-0,6
-0,7
-0,7 (-0,9 – -0,6)
-0,7 (-0,9 – -0,5)
3
3
8,4
-0,9
-0,6 (-0,8 – -0,4)
3
9,4
10,8
7,9
8,7
-2,5
-3,3
-0,5
-0,7
-0,5 (-0,7 – -0,4)
7
-0,6 (-0,9 – -0,3)
8
-0,4 (-0,5 – -0,2)
9
-0,4 (-0,6 – -0,2)
3
n=Gerandomiseerde patiënten (primaire intention-to-treat analyse met betrekking tot werkzaamheid) met beschikbare
gegevens.
1
2
In de placebo-groep werd glibenclamide getitreerd van 7,5 mg tot een totale dagelijkse dosis van 15 mg.
Gecorrigeerde gemiddelde verandering ten opzichte van baseline gecorrigeerd voor de baselinewaarde (ANCOVA).
3
p<0,0001 in vergelijking met placebo.
4
p=0,0059 in vergelijking met placebo.
5
p=0,0157 in vergelijking met placebo.
6
Metformine werd getitreerd van 500 tot 2000 mg per dag, voor zover dit verdragen werd.
7
Gemiddelde HbA1c verandering is het verschil tussen de groep met saxagliptine + metformine en de groep met
metformine alleen (p<0,0001).
8
Gemiddelde HbA1c-verandering is het verschil tussen de groep met saxagliptine + metformine en de groep met
metformine alleen.
9
Gemiddelde HbA1c-verandering is het verschil tussen de groep met saxagliptine + dapagliflozine + metformine en de
groep met dapagliflozine + metformine (p<0,0001).
Saxaglipine en dapagliflozine als add-on bij metforminetherapie
Een totaal van 534 volwassen patiënten met diabetes type 2 en een inadequate bloedglucoseregulatie
met metformine alleen (HbA1c 8% - 12%) nam deel aan een 24 weken durende gerandomiseerde,
dubbelblinde, met werkzame comparator gecontroleerde studie waarin de combinatie van saxagliptine
en dapagliflozine als add-on bij metformine werd vergeleken met hetzij saxagliptine, hetzij
dapagliflozine als add-on bij metformine. De patiënten werden gerandomiseerd naar een van drie
13
dubbelblinde behandelgroepen en kregen ofwel saxagliptine 5 mg en dapagliflozine 10 mg in
combinatie met metformine, ofwel saxagliptine 5 mg en placebo in combinatie met metformine ofwel
dapagliflozine 10 mg en placebo in combinatie met metformine.
De groep met saxagliptine plus dapagliflozine bereikte in week 24 significant grotere dalingen in
HbA1c dan de groepen die enkel saxagliptine of dapagliflozine kregen (zie Tabel 3).
Tabel 3
HbA1c in week 24 in een studie met werkzame controle waarin de combinatie van
saxagliptine en dapagliflozine als add-on bij metformine werd vergeleken met hetzij
saxagliptine hetzij dapagliflozine als add-on bij metformine
Saxagliptine
5 mg
+ dapagliflozine
10 mg
+ metformine
N=179
2
8,93
Werkzaamheidsparameter
Saxagliptine
5 mg
+ metformine
N=176
2
9,03
Dapagliflozine
10 mg
+ metformine
N=179
2
8,87
HbA1c (%) in week 24
1
Baseline (gemiddeld)
Verandering t.o.v. baseline
(gecorrigeerd gemiddelde
3
)
(95% Betrouwhaarheidsinterval
[BI])
Verschil met saxagliptine +
metformine (gecorrigeerd
gemiddelde
3
)
(95% BI)
Verschil met dapagliflozine +
metformine (gecorrigeerd
gemiddelde
3
)
(95% BI)
1
2
−1,47
(−1,62, −1,31)
−0,88
(−1,03, −0,72)
−1,20
(−1,35, −1,04)
−0,59
4
(−0,81, −0,37)
-
-
−0,27
5
(−0,48, −0,05)
-
-
LRM = Longitudinal repeated measures (met gebruik van waarden voor rescue-medicatie).
Gerandomiseerde en behandelde patiënten met een baselinewaarde en ten minste 1 werkzaamheidsmeting na baseline.
3
Kleinstekwadratengemiddelde gecorrigeerd voor de baselinewaarde
4
p-waarde < 0,0001.
5
p-waarde = 0,0166.
Aantal patiënten dat HbA1c < 7% bereikt
In de combinatiegroep met saxagliptine en dapagliflozine bereikte 41,4% (95% BI [34,5, 48,2]) van de
patiënten HbA1c-waarden lager dan 7% in vergelijking met 18,3% (95% BI [13,0, 23,5]) van de
patiënten in de saxagliptinegroep en 22,2% (95% BI [16,1, 28,3]) van de patiënten in de
dapagliflozinegroep.
Patiënten met een nierfunctiestoornis
Een 12 weken durende, multicenter, gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde studie
werd uitgevoerd om het behandeleffect van saxagliptine 2,5 mg eenmaal daags ten opzichte van
placebo te onderzoeken bij 170 patiënten (85 patiënten kregen saxagliptine en 85 patiënten kregen
placebo) met diabetes type 2 (HbA1c 7,0-11%) en een verminderde nierfunctie (matig [n=90], ernstig
[n=41] of ESRD [n=39]). Tijdens deze studie kreeg 98,2% van de patiënten een andere
bloedglucoseverlagende behandeling (75,3% gebruikte insuline en 31,2% gebruikte orale
antihyperglykemische geneesmiddelen; sommige patiënten gebruikten beide). Saxagliptine vertoonde
een significante daling in HbA1c ten opzichte van placebo; de HbA1c-verandering bij saxagliptine
was -0,9% in week 12 (HbA1c-verandering van -0,4% voor placebo). De verbeteringen in HbA1c,
volgend op een behandeling met saxagliptine 2,5 mg hielden aan tot week 52; het aantal patiënten dat
gedurende 52 weken deelnam aan de studie zonder aanpassing van de andere antihyperglykemische
14
behandeling, was echter klein (26 patiënten in de saxagliptinegroep versus 34 patiënten in de
placebogroep). De incidentie van bevestigde hypoglykemieën was enigszins groter bij de
saxagliptinegroep (9,4%) ten opzichte van de placebogroep (4,7%), echter het aantal personen met een
hypoglykemisch voorval verschilde niet tussen de twee behandelgroepen. Er trad geen verandering op
van de nierfunctie, bepaald op basis van de geschatte glomerulaire filtratiesnelheid of CrCL in week
12 en week 52.
Saxagliptin Assessment of Vascular Outcomes Recorded in Patients with Diabetes Mellitus-
Thrombolysis in Myocardial Infarction (SAVOR) studie
SAVOR was een cardiovasculaire uitkomststudie bij 16.492 patiënten met HbA1C ≥6,5% en <12%
(12.959 met vastgestelde cardiovasculaire aandoeningen; 3.533 met alleen meerdere risicofactoren)
die werden gerandomiseerd naar saxagliptine (n=8.280) of placebo (n=8.212) in aanvulling op
regionale standaardzorg voor HbA1c en cardiovasculaire risicofactoren. De studiepopulatie bevatte
patiënten ≥ 65 jaar (n=8.561) en ≥ 75 jaar (n=2.330), met normale nierfunctie of milde
nierinsufficiëntie (n=13.916) evenals matige (n=2.240) of ernstige (n=336) nierinsufficiëntie.
Het primaire eindpunt op veiligheid (non-inferioriteit) en werkzaamheid (superioriteit) was een
samengesteld eindpunt, bestaand uit de tijd tot het eerste optreden van één van de volgende ernstige
cardiovasculaire voorvallen (MACE): cardiovasculair overlijden, niet-fataal myocardinfarct of
niet-fatale ischemische beroerte.
Na een opvolging van gemiddeld 2 jaar, behaalde de studie zijn primaire veiligheidseindpunt waarmee
werd aangetoond dat saxagliptine, als toevoeging op bestaande achtergrondtherapie, het
cardiovasculaire risico bij patiënten met diabetes type 2 niet verhoogt ten opzichte van placebo.
Er werd geen voordeel waargenomen met betrekking tot ernstige cardiovasculaire voorvallen (MACE)
of mortaliteit ongeacht de oorzaak.
Tabel 4: Primaire en secundaire klinische eindpunten per behandelgroep in de SAVOR-studie
1
Saxagliptine
(N=8.280)
Proefpersonen
met voorvallen
n (%)
Voorval
incidentie per 100
patiëntjaren
Placebo
(N=8.212)
Proefpersonen
met voorvallen
n (%)
Voorval
incidentie per
100
patiëntjaren
Eindpunt
Primair
samengesteld
eindpunt: MACE
Secundair
samengesteld
eindpunt: MACE-
plus
All-cause mortaliteit
1
2
3
4
5
6
613 (7,4)
1.059 (12,8)
3,76
6,72
609 (7,4)
1.034 (12,6)
3,77
6,60
Hazard Ratio
(95% CI)
2
1,00
(0,89; 1,12)
3,4,5
1,02
(0,94; 1,11)
6
1,11
(0,96; 1,27)
6
420 (5,1)
2,50
378 (4,6)
2,26
Intent-to-treat populatie
Hazard ratio gecorrigeerd voor baseline-nierfunctiecategorie en baseline-cardiovasculaire risicocategorie.
p-waarde <0,001 voor non-inferioriteit (gebaseerd op HR <1,3) ten opzichte van placebo
p-waarde = 0,99 voor superioriteit (gebaseerd op HR <1,0) ten opzichte van placebo
De voorvallen accumuleerden zich consistent in de tijd en de voorvalincidentie in de tijd verschilde voor Onglyza
niet opvallend van placebo
Significantie niet getest.
Eén component van het secundaire samengestelde eindpunt, ziekenhuisopname als gevolg van
hartfalen, kwam vaker voor in de saxagliptinegroep (3,5%) dan in de placebogroep (2,8%), met een
nominaal statistische significantie in het voordeel van placebo [HR=1,27; (95% CI 1,07; 1,51);
P=0,007]. Klinisch relevante factoren met een voorspellende waarde voor een verhoogd relatief risico
bij behandeling met saxagliptine konden niet met zekerheid worden aangewezen. Proefpersonen met
een verhoogd risico op ziekenhuisopname als gevolg van hartfalen, ongeacht de toegewezen
15
behandeling, konden geïdentificeerd worden door bekende risicofactoren voor hartfalen zoals een
geschiedenis van hartfalen of een verminderde nierfunctie bij baseline. Proefpersonen op saxagliptine
met een geschiedenis van hartfalen of een verminderde nierfunctie bij baseline vertoonden, ten
opzichte van placebo, echter geen verhoogd risico op het primaire of secundaire samengestelde
eindpunt of all-cause mortaliteit.
Een ander secundair eindpunt, mortaliteit ongeacht de oorzaak, werd in 5,1% van de saxagliptinegroep
bereikt en in 4,6% van de placebogroep (zie Tabel 4). Cardiovasculair overlijden kwam in
vergelijkbare mate voor in beide behandelgroepen. Er was een numerieke onevenredigheid in
niet-cardiovasculair overlijden, met een hoger aantal voorvallen bij saxagliptine (1,8%) dan bij
placebo (1,4%) [HR=1,27; (95% CI 1,00; 1,62); P=0,051].
In een verkennende analyse was het A1c lager voor saxagliptine ten opzichte van placebo.
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting om de resultaten in
te dienen van onderzoek met Onglyza in een of meerdere subgroepen van pediatrische patiënten met
diabetes mellitus type 2 (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
Oudere patiënten
In de SAVOR-studie waren de werkzaamheid en veiligheid binnen subpopulaties, ouderen >65 jaar en
ouderen >75 jaar, consistent met de gegevens van de totale studiepopulatie.
GENERATION was een 52 weken durende studie naar de glucoseregulatie bij 720 oudere patiënten;
de gemiddelde leeftijd was 72,6 jaar, 433 proefpersonen (60,1%) waren jonger dan 75 jaar en 287
proefpersonen (39,9%) waren 75 jaar of ouder. Het primaire eindpunt was het percentage patiënten dat
een HbA1c bereikte van <7%, zonder bevestigde of ernstige hypoglykemie. Er bleek geen verschil te
zijn in het percentage responders: 37,9% (saxagliptine) en 38,2% (glimepiride) bereikte het primaire
eindpunt. Een kleiner gedeelte van de patiënten in de saxagliptinegroep (44,7%), ten opzichte van de
glimepiridegroep (54,7%), bereikte een HbA1c-doelstelling van 7,0%. Een kleiner gedeelte van de
patiënten in de saxagliptinegroep (1,1%), ten opzichte van de glimepiridegroep (15,3%), ervoer een
bevestigde of ernstige hypoglykemie.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
De farmacokinetiek van saxagliptine en haar belangrijkste metaboliet waren vergelijkbaar in gezonde
proefpersonen en in patiënten met diabetes type 2.
Absorptie
Saxagliptine werd snel geabsorbeerd na orale toediening in nuchtere toestand. De maximale
plasma-concentraties (C
max
) van saxagliptine en haar belangrijkste metaboliet werden bereikt binnen
respectievelijk 2 en 4 uur (T
max
). De C
max
en AUC-waarden van saxagliptine en haar belangrijkste
metaboliet namen evenredig toe met verhoging van de saxagliptinedosering, en deze
dosis-proportionaliteit werd waargenomen bij doseringen tot 400 mg. Na een enkele dosis van 5 mg
saxagliptine aan gezonde proefpersonen waren de gemiddelde plasma-AUC-waarden voor
saxagliptine en haar belangrijkste metaboliet respectievelijk 78 ng·u/ml en 214 ng·u/ml. De
overeenkomstige C
max
-waarden waren respectievelijk 24 ng/ml en 47 ng/ml. De variatiecoëfficiënten
van de C
max
en AUC van saxagliptine tussen de proefpersonen waren minder dan 12%.
De remming van DPP-4-plasma-activiteit door saxagliptine gedurende minstens 24 uur na orale
toediening van saxagliptine is toe te schrijven aan de sterke werkzaamheid, hoge affiniteit en een
verlengde binding op de actieve plaats.
Interactie met voedsel
Voedsel had een betrekkelijk bescheiden invloed op de farmacokinetiek van saxagliptine bij gezonde
vrijwilligers. Toediening met voedsel (een maaltijd met een hoog vetgehalte) resulteerde niet in een
verandering van de C
max
van saxagliptine en een 27% verhoging van de AUC vergeleken met de
16
nuchtere toestand. De tijd die saxagliptine nodig had om C
max
(T
max
) te bereiken werd verhoogd met
ongeveer 0,5 uur wanneer ingenomen met voedsel vergeleken met de nuchtere toestand. Deze
veranderingen werden niet van klinische betekenis geacht.
Distributie
De
in vitro
eiwitbinding van saxagliptine en haar belangrijkste metaboliet in menselijk plasma is
verwaarloosbaar. De verwachting is daarom dat veranderingen van bloedeiwit-niveaus bij diverse
ziektebeelden (bijvoorbeeld nier- of leverfunctiestoornissen) de werking van saxagliptine niet zullen
veranderen.
Biotransformatie
De biotransformatie van saxagliptine wordt primair geregeld door cytochroom-P450 3A4/5
(CYP3A4/5). De belangrijkste metaboliet van saxagliptine is ook een selectieve, reversibele,
competitieve DPP-4-remmer, half zo werkzaam als saxagliptine.
Eliminatie
De gemiddelde terminale plasmahalfwaardetijden (t
1/2
) van saxagliptine en haar belangrijkste
metaboliet zijn respectievelijk 2,5 en 3,1 uur, terwijl de gemiddelde halfwaardetijd voor remming van
DPP-4 in plasma 26,9 uur was. Saxagliptine wordt geëlimineerd door zowel de nieren als de lever. Na
een enkele 50 mg dosis van
14
C-saxagliptine werd 24%, 36% en 75% van de dosis uitgescheiden in de
urine als respectievelijk saxagliptine, haar belangrijkste metaboliet, en volledige radioactiviteit. De
gemiddelde renale klaring van saxagliptine (~230 ml/min) was groter dan de gemiddelde geschatte
glomerulaire filtratiesnelheid (~120 ml/min), wijzend op enige actieve renale uitscheiding. Voor de
belangrijkste metaboliet waren de waarden van de renale klaring vergelijkbaar met de geschatte
glomerulaire filtratiesnelheid. In totaal werd 22% van de toegediende radioactiviteit teruggevonden in
feces, wat overeenkomt met het gedeelte van de dosis saxagliptine dat wordt uitgescheiden via gal
en/of niet-opgenomen geneesmiddel vanuit het maagdarmkanaal.
Lineariteit
De C
max
en AUC van saxagliptine en haar belangrijkste metaboliet namen evenredig toe met de
saxagliptinedosis. Bij herhaalde eenmaal daagse toediening werd op geen enkel dosisniveau een
opstapeling van betekenis gezien van saxagliptine of haar belangrijkste metaboliet. Bij eenmaal daagse
toediening van doses uiteenlopend van 2,5 tot 400 mg saxagliptine gedurende 14 dagen werd geen
dosis- of tijdsafhankelijkheid gezien in de klaring van saxagliptine en haar belangrijkste metaboliet.
Specifieke populaties
Nierfunctiestoornissen
Een open-label studie met enkelvoudige dosis werd uitgevoerd om de farmacokinetiek van een 10 mg
orale dosering saxagliptine te onderzoeken bij patiënten met een verschillende mate van chronische
nierfunctiestoornis vergeleken met patiënten met een normale nierfunctie. In de studie werden zowel
patiënten ingesloten met een nierfunctiestoornis, geclassificeerd op basis van de creatinineklaring als
mild (GFR ongeveer ≥ 45 tot < 90 ml/min), matig (GFR ongeveer ≥ 30 tot < 45 ml/min), of ernstig
(GFR ongeveer <30 ml/min), als hemodialysepatiënten met ESRD.
De mate van nierfunctiestoornis had geen invloed op de C
max
van saxagliptine of op die van de
voornaamste metaboliet. Bij patiënten met een milde nierfunctiestoornis werden gemiddelde AUC-
waarden voor saxagliptine en haar belangrijkste metaboliet waargenomen die respectievelijk factor 1,2
en factor 1,7 hoger waren dan de gemiddelde AUC-waarden bij patiënten met een normale nierfunctie.
Omdat dergelijke toenames niet klinisch relevant zijn, wordt geen dosisaanpassing aanbevolen bij
patiënten met een milde nierfunctiestoornis. Bij patiënten met matige of ernstige
nierfunctiestoornissen en bij dialysepatiënten met ESRD waren de AUC-waarden verhoogd met
respectievelijk factor 2,1 en factor 4,5 ten opzichte van de AUC-waarden bij patiënten met een
normale nierfunctie.
Leverfunctiestoornissen
Bij patiënten met een milde (Child-Pugh klasse A), matige (Child-Pugh klasse B), of ernstige
(Child-Pugh klasse C) leverfunctiestoornis waren de blootstellingen aan saxagliptine respectievelijk
17
1,1-, 1,4- en 1,8-maal hoger, en waren de blootstellingen aan BMS-510849 respectievelijk 22%, 7%
en 33% lager dan die waargenomen bij gezonde vrijwilligers.
Ouderen (≥ 65 jaar)
Oudere patiënten (65-80 jaar) hadden een circa 60% hogere saxagliptine-AUC dan jonge patiënten
(18-40 jaar). Omdat dit niet klinisch relevant wordt geacht wordt geen dosisaanpassing van Onglyza
aanbevolen alleen op basis van leeftijd.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Bij Cynomolgusapen veroorzaakte saxagliptine reversibele huidbeschadigingen (korsten, zweren en
necrose) aan de extremiteiten (staart, vingers of tenen, scrotum en/of neus) bij doseringen ≥
3 mg/kg/dag. Het niveau waarbij geen effect optreedt (NOEL) voor wat betreft huidbeschadigingen is
respectievelijk 1 en 2 maal de menselijke blootstelling voor saxagliptine en de belangrijkste metaboliet
bij de aanbevolen menselijke dosering van 5 mg/dag (RHD).
De klinische relevantie van de huidbeschadigingen is onbekend, klinische correlaties met
huidbeschadigingen bij apen werden echter niet waargenomen in klinische onderzoeken met
saxagliptine bij de mens.
Gevallen van immuungerelateerde, minimale, niet-progressieve lymfoïde hyperplasie van de milt,
lymfeknopen en het beenmerg zonder nadelige gevolgen zijn gemeld bij alle soorten die zijn
onderzocht bij blootstellingen vanaf 7-maal de RHD.
Saxagliptine veroorzaakte gastro-intestinale toxiciteit bij honden, waaronder bloederige/slijmerige
feces en enteropathie bij hogere doseringen met een niveau waarbij geen effect optreedt van
respectievelijk 4 en 2 maal de menselijke blootstelling voor saxagliptine en de belangrijkste metaboliet
bij RHD.
Saxagliptine was niet genotoxisch in een conventionele reeks genotoxiciteitsstudies
in vitro
en
in vivo.
In 2 jaar durende carcinogeniteitsbepalingen met muizen en ratten werd geen carcinogeen potentieel
gezien.
Effecten op de fertiliteit werden waargenomen bij mannelijke en vrouwelijke ratten bij hoge
doseringen die openlijke tekenen van toxiciteit veroorzaakten. Saxagliptine was niet teratogeen bij
elke dosering die bij ratten of konijnen is onderzocht. Bij hoge doses bij ratten veroorzaakte
saxagliptine verminderde botvorming (een vertraging in de ontwikkeling) van het foetale bekken en
verminderd foetaal lichaamsgewicht (bij optreden van maternale toxiciteit), met een NOEL van
respectievelijk 303 en 30 maal de menselijke blootstelling van saxagliptine en de belangrijkste
metaboliet bij RHD. Bij konijnen waren de effecten van saxagliptine beperkt tot kleine variaties aan
het skelet die alleen werden waargenomen bij doses waarbij maternale toxiciteit optrad (NOEL van
respectievelijk 158 en 224 maal de menselijke blootstelling van saxagliptine en de belangrijkste
metaboliet bij RHD). In een pre- en postnatale ontwikkelingsstudie bij ratten veroorzaakte saxagliptine
een verminderd gewicht van de jongen bij doses waarbij maternale toxiciteit optrad, met een NOEL
van respectievelijk 488 en 45 maal de menselijke blootstelling van saxagliptine en de belangrijkste
metaboliet bij RHD. De effecten op het lichaamsgewicht van de nakomelingen werden gezien tot 92
en 120 dagen na de geboorte bij respectievelijk vrouwelijke en mannelijke ratten.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Tabletkern:
lactosemonohydraat
microkristallijne cellulose (E460i)
croscarmellosenatrium (E468)
18
magnesiumstearaat
Filmomhulling:
Onglyza 2,5 mg, filmomhulde tabletten
polyvinylalcohol
macrogol 3350
titaandioxide (E171)
talk (E553b)
geel ijzeroxide (E172)
Onglyza 5 mg, filmomhulde tabletten
polyvinylalcohol
macrogol 3350
titaandioxide (E171)
talk (E553b)
rood ijzeroxide (E172)
Drukinkt:
Schellak
indigokarmijn aluminiumlak (E132)
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
3 jaar.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Alu/Alu blister.
Onglyza 2,5 mg, filmomhulde tabletten
Verpakkingen van 14, 28 en 98 filmomhulde tabletten in niet-geperforeerde
kalenderblisterverpakkingen. Verpakkingen met 30x1 en 90x1 filmomhulde tabletten in geperforeerde
eenheidsblisterverpakkingen.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Onglyza 5 mg, filmomhulde tabletten
Verpakkingen van 14, 28, 56 en 98 filmomhulde tabletten in niet-geperforeerde blisterverpakkingen.
Verpakkingen van 14, 28, 56 en 98 filmomhulde tabletten in niet-geperforeerde
kalenderblisterverpakkingen.
Verpakkingen met 30x1 en 90x1 filmomhulde tabletten in geperforeerde eenheidsblisterverpakkingen.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
19
AstraZeneca AB
SE-151 85 Södertälje
Zweden
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Onglyza 2,5 mg, filmomhulde tabletten
EU/1/09/545/011 14 filmomhulde tabletten (kalenderblisterverpakking)
EU/1/09/545/012 28 filmomhulde tabletten (kalenderblisterverpakking)
EU/1/09/545/013 98 filmomhulde tabletten (kalenderblisterverpakking)
EU/1/09/545/014 30x1 filmomhulde tabletten (eenheidsblisterverpakking)
EU/1/09/545/015 90x1 filmomhulde tabletten (eenheidsblisterverpakking)
Onglyza 5 mg, filmomhulde tabletten
EU/1/09/545/001 14 filmomhulde tabletten
EU/1/09/545/002 28 filmomhulde tabletten
EU/1/09/545/003 56 filmomhulde tabletten
EU/1/09/545/004 98 filmomhulde tabletten
EU/1/09/545/005 14 filmomhulde tabletten (kalenderblisterverpakking)
EU/1/09/545/006 28 filmomhulde tabletten (kalenderblisterverpakking)
EU/1/09/545/007 56 filmomhulde tabletten (kalenderblisterverpakking)
EU/1/09/545/008 98 filmomhulde tabletten (kalenderblisterverpakking)
EU/1/09/545/009 30x1 filmomhulde tabletten (eenheidsblisterverpakking)
EU/1/09/545/010 90x1 filmomhulde tabletten (eenheidsblisterverpakking)
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 01 oktober 2009
Datum van laatste verlenging:
18 juli 2014
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
20
BIJLAGE II
A. FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
B. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN
VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
21
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
AstraZeneca AB
Gärtunavägen
SE-151 85 Södertälje
Zweden
AstraZeneca UK Limited
Silk Road Business Park
Macclesfield
Cheshire
SK10 2NA
Verenigd Koninkrijk
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
22
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
23
A. ETIKETTERING
24
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Onglyza 2,5 mg filmomhulde tabletten
saxagliptine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 2,5 mg saxagliptine (als hydrochloride).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose. Lees de bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 filmomhulde tabletten
28 filmomhulde tabletten
30x1 filmomhulde tabletten
90x1 filmomhulde tabletten
98 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
Voor oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
25
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
AstraZeneca AB
SE-151 85 Södertälje
Zweden
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/09/545/011 14 filmomhulde tabletten (kalenderblisterverpakking)
EU/1/09/545/012 28 filmomhulde tabletten (kalenderblisterverpakking)
EU/1/09/545/013 98 filmomhulde tabletten (kalenderblisterverpakking)
EU/1/09/545/014 30x1 filmomhulde tabletten (eenheidsblisterverpakking)
EU/1/09/545/015 90x1 filmomhulde tabletten (eenheidsblisterverpakking)
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
onglyza 2,5 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
26
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
STRIPS (GEPERFOREERD/NIET-GEPERFOREERD)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Onglyza 2,5 mg tabletten
saxagliptine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
AstraZeneca AB
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
OVERIGE
27
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
KALENDERBLISTERVERPAKKING (NIET-GEPERFOREERD)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Onglyza 2,5 mg tabletten
saxagliptine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
AstraZeneca AB
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
OVERIGE
maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag
28
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Onglyza 5 mg filmomhulde tabletten
saxagliptine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 5 mg saxagliptine (als hydrochloride).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose. Lees de bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 filmomhulde tabletten
28 filmomhulde tabletten
30x1 filmomhulde tabletten
56 filmomhulde tabletten
90x1 filmomhulde tabletten
98 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
Voor oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
29
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
AstraZeneca AB
SE-151 85 Södertälje
Zweden
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/09/545/001 14 filmomhulde tabletten
EU/1/09/545/002 28 filmomhulde tabletten
EU/1/09/545/003 56 filmomhulde tabletten
EU/1/09/545/004 98 filmomhulde tabletten
EU/1/09/545/005 14 filmomhulde tabletten (kalenderblisterverpakking)
EU/1/09/545/006 28 filmomhulde tabletten (kalenderblisterverpakking)
EU/1/09/545/007 56 filmomhulde tabletten (kalenderblisterverpakking)
EU/1/09/545/008 98 filmomhulde tabletten (kalenderblisterverpakking)
EU/1/09/545/009 30x1 filmomhulde tabletten (eenheidsblisterverpakking)
EU/1/09/545/010 90x1 filmomhulde tabletten (eenheidsblisterverpakking)
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
onglyza 5 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
30
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
GEGEVENS DIE TEN MINSTE OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING (GEPERFOREERD/NIET-GEPERFOREERD)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Onglyza 5 mg tabletten
saxagliptine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
AstraZeneca AB
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
31
GEGEVENS DIE TEN MINSTE OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
KALENDERBLISTERVERPAKKING (NIET-GEPERFOREERD)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Onglyza 5 mg tabletten
saxagliptine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
AstraZeneca AB
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag
32
B. BIJSLUITER
33
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
Onglyza 2,5 mg, filmomhulde tabletten
Saxagliptine
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, verpleegkundige of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1.
Wat is Onglyza en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe gebruikt u dit middel?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Wat is Onglyza en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Onglyza bevat de werkzame stof saxagliptine. Dit behoort tot de groep geneesmiddelen die ‘orale
anti-diabetica’ worden genoemd. Deze geneesmiddelen helpen om de hoeveelheid suiker in uw bloed
op peil te houden.
Onglyza wordt bij volwassen patiënten van 18 jaar en ouder gebruikt bij suikerziekte (diabetes type 2)
als de ziekte niet voldoende gecontroleerd kan worden met een oraal diabetesgeneesmiddel, in
combinatie met een dieet en lichaamsbeweging. Onglyza wordt gebruikt alleen of samen met insuline
of andere anti-diabetica.
Het is belangrijk om het advies van uw arts of verpleegkundige over dieet en lichaamsbeweging te
blijven volgen.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
U heeft eerder een ernstige allergische reactie gehad op vergelijkbare geneesmiddelen die uw
bloedsuikergehalte verbeteren. Zie rubriek 4.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt:
als u insuline gebruikt. Onglyza mag niet worden gebruikt als vervanger van insuline;
als u diabetes type 1 heeft (uw lichaam maakt helemaal geen insuline) of diabetische
ketoacidose (een complicatie van diabetes met een hoog bloedsuikergehalte, snel
gewichtsverlies, misselijkheid of braken). Onglyza mag niet worden gebruikt om deze ziektes te
behandelen;
als u een aandoening aan de alvleesklier (pancreas) heeft of heeft gehad;
34
als u insuline of een oraal diabetesgeneesmiddel gebruikt dat ‘sulfonylureum’ genoemd wordt.
Als u een van deze middelen samen met Onglyza gebruikt kan uw arts mogelijk uw dosering
van de insuline of van het sulfonylureum verlagen om een te laag bloedsuikergehalte te
voorkomen;
als u een ziekte heeft waardoor uw afweersysteem (tegen infecties) is verminderd, zoals
bijvoorbeeld bij de ziekte AIDS, of wanneer u geneesmiddelen krijgt na een
orgaantransplantatie;
als u last heeft van hartfalen of als u andere risicofactoren heeft voor het ontwikkelen van
hartfalen, zoals problemen met uw nieren. Uw arts zal u de verschijnselen en symptomen van
hartfalen uitleggen. U moet onmiddellijk uw arts, apotheker of verpleegkundige bellen als u een
van deze symptomen ervaart. De symptomen kunnen onder andere zijn een toenemende
kortademigheid, snelle toename van gewicht en opzwellen van de voeten (voetoedeem);
als u een verminderde nierfunctie heeft, dan zal uw arts bepalen of u een lagere sterkte Onglyza
moet gebruiken. Als u wordt behandeld met behulp van nierdialyse dan wordt Onglyza niet
aanbevolen voor u;
als u matige of ernstige leverproblemen heeft. Als u ernstige leverproblemen heeft, dan wordt
Onglyza niet aanbevolen voor u.
Huidbeschadigingen zijn een bekend probleem bij diabetes. Huiduitslag komt voor bij gebruik van
Onglyza (zie rubriek 4) en bij sommige diabetesgeneesmiddelen van hetzelfde soort als Onglyza. U
wordt aangeraden om het advies van uw arts of verpleegkundige over huidverzorging en verzorging
van uw voeten op te volgen. Neem contact op met uw arts als u blaren op uw huid heeft, omdat dit een
teken kan zijn van een aandoening die bulleus pemfigoïd wordt genoemd. Uw arts kan u vragen uw
behandeling met Onglyza te stoppen.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Onglyza wordt niet aanbevolen voor kinderen en jongeren onder de 18 jaar. Er zijn onvoldoende
gegevens beschikbaar over de veiligheid en werkzaamheid bij gebruik door kinderen en jongeren
onder de 18 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Onglyza nog andere geneesmiddelen of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker.
U moet het met name uw arts of apotheker vertellen als u geneesmiddelen gebruikt die een van de
volgende werkzame stoffen bevatten:
Carbamazepine, fenobarbital of fenytoïne. Deze kunnen worden gebruikt tegen epilepsie
(‘vallende ziekte’) of chronische pijn.
Dexamethason - dit is een corticosteroïd. Dit kan worden gebruikt om ontstekingen in
verschillende organen en delen van uw lichaam te behandelen.
Rifampicine. Dit is een antibioticum dat wordt gebruikt om infecties zoals tuberculose te
behandelen.
Ketoconazol. Dit kan worden gebruikt om schimmelinfecties te behandelen.
Diltiazem. Dit is een geneesmiddel dat wordt gebruikt om de bloeddruk te verlagen.
Zwangerschap en borstvoeding
Vraag uw arts om advies voordat u Onglyza gaat innemen als u zwanger bent of zwanger wilt worden.
U mag Onglyza niet gebruiken als u zwanger bent.
Vraag uw arts om advies als u borstvoeding wilt geven terwijl u dit geneesmiddel gebruikt. Het is niet
bekend of Onglyza bij de mens in de moedermelk terechtkomt. Wanneer u borstvoeding geeft of van
plan bent om borstvoeding te gaan geven dan mag u dit geneesmiddel niet gebruiken.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
35
Neem niet deel aan het verkeer en gebruik geen gereedschap of machines als u zich duizelig voelt
terwijl u Onglyza gebruikt. Hypoglykemie kan invloed hebben op uw rijvaardigheid, uw vermogen om
machines te bedienen of om veilig uw werk uit te oefenen en er bestaat een risico op hypoglykemie
wanneer u dit geneesmiddel gebruikt in combinatie met geneesmiddelen waarvan bekend is dat deze
hypoglykemie veroorzaken, zoals insuline en sulfonylureumderivaten.
Onglyza bevat lactose
De tabletten bevatten lactose (melksuiker). Als uw arts u heeft verteld dat u bepaalde suikers niet
verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel inneemt.
Natriumgehalte
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis, dat wil zeggen dat het in
wezen ‘natriumvrij’ is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
De aanbevolen dosering is eenmaal per dag 5 mg.
Als u een verminderde nierfunctie heeft, dan kan uw arts een lagere sterkte voorschrijven van eenmaal
daags 1 tablet van 2,5 mg.
Uw arts kan Onglyza alleen of samen met insuline of andere diabetesgeneesmiddelen voorschrijven.
Indien van toepassing neem deze andere geneesmiddelen zoals het aan u uitgelegd is door uw arts om
het beste resultaat voor uw gezondheid te behalen.
Hoe wordt dit middel gebruikt?
De tabletten mogen niet gebroken of gedeeld worden. Slik de tablet geheel door met water. U kunt de
tablet met of zonder voedsel innemen. De tablet kan op ieder moment van de dag worden ingenomen.
Probeer echter de tablet iedere dag op dezelfde tijd in te nemen. Dat helpt u om het innemen niet te
vergeten.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Neem direct contact op met uw arts als u meer tabletten heeft ingenomen dan zou mogen.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u bent vergeten om een dosis Onglyza in te nemen, neem deze dan alsnog als u eraan denkt.
Als het echter al bijna tijd is om de volgende dosis in te nemen, dan moet u de vergeten dosis
overslaan.
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Neem nooit 2 doses op dezelfde
dag.
Als u stopt met het gebruik van Onglyza
Blijf Onglyza gebruiken totdat uw arts u vertelt om te stoppen. Dit helpt om uw bloedsuiker onder
controle te houden.
Als u nog vragen heeft over het gebruik van dit geneesmiddel, vraag dan uw arts of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
36
Sommige verschijnselen hebben direct medische aandacht nodig:
U moet stoppen met het gebruiken van Onglyza en onmiddellijk uw arts raadplegen als u de volgende
verschijnselen van een te laag bloedsuikergehalte ervaart: trillingen, transpireren, angst, wazig zien,
tintelende lippen, bleekheid, stemmingsveranderingen, een zwak gevoel of verwarring
(hypoglykemie); dit komt zeer vaak voor (kan bij meer dan 1 op de 10 mensen optreden).
Symptomen van een ernstige allergische reactie (dit komt zelden voor, bij maximaal 1 op de 1000
mensen) kunnen zijn:
o
Huiduitslag
o
Rode, gezwollen vlekken op de huid (netelroos)
o
Zwelling van gezicht, lippen, tong en keel waardoor ademhalen of slikken moeilijk
kan zijn.
Als u deze klachten heeft, stop dan met het gebruik van Onglyza en raadpleeg direct uw arts of
verpleegkundige. Uw arts kan u een geneesmiddel voorschrijven om uw allergische reactie te
behandelen en een ander geneesmiddel voor uw diabetes.
U moet stoppen met het gebruiken van Onglyza en onmiddellijk uw arts raadplegen als u last krijgt
van een van de volgende ernstige bijwerkingen:
ernstige en aanhoudende buikpijn (in de buurt van uw maag) die mogelijk uitstraalt naar uw rug,
gecombineerd met misselijkheid en overgeven. Dit kan namelijk een signaal zijn van een
ontstoken alvleesklier (pancreatitis).
U moet uw arts bellen als u de volgende bijwerking ervaart:
Ernstige gewrichtspijn.
Sommige patiënten hebben de volgende bijwerkingen gehad bij het gebruik van Onglyza en
metformine:
Vaak (komen voor bij maximaal 1 op de 10 gebruikers): infectie van de bovenkant van de
borstkas of longen, urineweginfectie, ontstoken maag of darmen, meestal veroorzaakt door een
infectie (gastro-enteritis), infectie van de bijholten met pijn en druk achter uw wangen en ogen
(sinusitis), ontstoken neus of keel (nasofaryngitis) (waarbij een verkoudheid of een zere keel
een aanwijzing kan zijn), hoofdpijn, spierpijn (myalgie), overgeven, maagontsteking (gastritis),
buikpijn en stoornis in de spijsvertering (dyspepsie).
Soms (komen voor bij maximaal 1 op de 100 gebruikers): gewrichtspijn (artralgie) en
moeilijkheden bij het krijgen of houden van een erectie (erectiele disfunctie).
Sommige patiënten hebben de volgende bijwerkingen gehad bij het gebruik van Onglyza en een
sulfonylureumderivaat:
Zeer vaak: te laag bloedsuikergehalte (hypoglykemie).
Vaak: infectie van de bovenkant van de borstkas of longen, urineweginfectie, ontstoken maag of
darmen, meestal veroorzaakt door een infectie (gastro-enteritis), infectie van de bijholten met
pijn en druk achter uw wangen en ogen (sinusitis), hoofdpijn, buikpijn en overgeven.
Soms: vermoeidheid, abnormale hoeveelheid lipiden (vetzuren) (dyslipidemie,
hypertriglyceridemie).
Sommige patiënten hebben de volgende bijwerkingen gehad bij het gebruik van Onglyza en een
thiazolidinedion:
Vaak: infectie van de bovenkant van de borstkas of longen, urineweginfectie, ontstoken maag of
darmen, meestal veroorzaakt door een infectie (gastro-enteritis), infectie van de bijholten met
pijn en druk achter uw wangen en ogen (sinusitis), hoofdpijn, overgeven, buikpijn en zwelling
van de handen, enkels of voeten (perifeer oedeem).
Sommige patiënten hebben de volgende bijwerkingen gehad bij het gebruik van Onglyza en
metformine en een sulfonylureumderivaat:
Vaak: duizeligheid, vermoeidheid, buikpijn en winderigheid.
37
Sommige patiënten hadden last van de volgende bijkomende bijwerking als zij alleen Onglyza
gebruikten:
Vaak: duizeligheid, diarree en buikpijn.
Sommige patiënten hebben de volgende bijwerkingen gehad bij het gebruik van alleen Onglyza of een
combinatie van Onglyza en een ander geneesmiddel:
Niet bekend (frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald): constipatie,
blaren op de huid (bulleus pemfigoïd).
Bij sommige patiënten is bij bloedonderzoek een lichte vermindering van het aantal van een bepaald
type witte bloedcellen (lymfocyten) aangetoond als alleen Onglyza of een combinatie van Onglyza en
een ander geneesmiddel was gebruikt.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de
blisterverpakking en de doos, na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand
is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Neem Onglyza niet in als de verpakking is beschadigd of als er is geprobeerd de verpakking te
openen.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is saxagliptine.
Elke filmomhulde tablet bevat 2,5 mg saxagliptine (in de vorm van hydrochloride).
De andere stoffen (hulpstoffen) in dit middel zijn:
Tabletkern: lactosemonohydraat, microkristallijne cellulose (E460i), croscarmellosenatrium
(E468), magnesiumstearaat.
Filmomhulling: polyvinylalcohol, macrogol 3350, titaandioxide (E171), talk (E553b) en geel
ijzeroxide (E172).
Drukinkt: schellak, indigokarmijn aluminiumlak (E132).
Hoe ziet Onglyza eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
2,5 mg filmomhulde tabletten zijn vaalgeel tot lichtgeel, aan twee kanten bol, rond. Op de ene
kant is “2,5” en op de andere kant “4214” in blauwe inkt gedrukt.
Tabletten zijn beschikbaar in aluminiumfolie blister.
38
2,5 mg tabletten zijn beschikbaar in verpakkingsgrootten van 14, 28 of 98 filmomhulde
tabletten in niet-geperforeerde kalenderblisterverpakkingen en 30x1 of 90x1 filmomhulde
tabletten in geperforeerde eenheidsblisterverpakkingen.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in uw land in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
AstraZeneca AB
SE-151 85 Södertälje
Zweden
Fabrikant
AstraZeneca AB
Gärtunavägen
SE-151 85 Södertälje
Zweden
AstraZeneca UK Limited
Silk Road Business Park
Macclesfield
Cheshire
SK10 2NA
Verenigd Koninkrijk
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
39
België/Belgique/Belgien
AstraZeneca S.A./N.V.
Tel: +32 2 370 48 11
България
АстраЗе½ека България ЕООД
Тел.: +359 (2) 44 55 000
Česká republika
AstraZeneca Czech Republic s.r.o.
Tel: +420 222 807 111
Danmark
AstraZeneca A/S
Tlf: +45 43 66 64 62
Deutschland
AstraZeneca GmbH
Tel: +49 40 809034100
Eesti
AstraZeneca
Tel: +372 6549 600
Ελλάδα
AstraZeneca A.E.
Τηλ: +30 2 106871500
España
AstraZeneca Farmacéutica Spain, S.A.
Tel: +34 91 301 91 00
France
AstraZeneca
Tél: +33 1 41 29 40 00
Hrvatska
AstraZeneca d.o.o.
Tel: +385 1 4628 000
Ireland
AstraZeneca Pharmaceuticals (Ireland) DAC
Tel: +353 1609 7100
Ísland
Vistor hf.
Sími: +354 535 7000
Italia
AstraZeneca S.p.A.
Tel: +39 02 9801 1
Κύπρος
Αλέκτωρ Φαρµακευτική Λτδ
Τηλ: +357 22490305
Latvija
40
Lietuva
UAB AstraZeneca Lietuva
Tel: +370 5 2660550
Luxembourg/Luxemburg
AstraZeneca S.A./N.V.
Tél/Tel: +32 2 370 48 11
Magyarország
AstraZeneca Kft.
Tel.: +36 1 883 6500
Malta
Associated Drug Co. Ltd
Tel: +356 2277 8000
Nederland
AstraZeneca BV
Tel: +31 79 363 2222
Norge
AstraZeneca AS
Tlf: +47 21 00 64 00
Österreich
AstraZeneca Österreich GmbH
Tel: +43 1 711 31 0
Polska
AstraZeneca Pharma Poland Sp. z o.o.
Tel.: +48 22 245 73 00
Portugal
AstraZeneca Produtos Farmacêuticos, Lda.
Tel: +351 21 434 61 00
România
AstraZeneca Pharma SRL
Tel: +40 21 317 60 41
Slovenija
AstraZeneca UK Limited
Tel: +386 1 51 35 600
Slovenská republika
AstraZeneca AB, o.z.
Tel: +421 2 5737 7777
Suomi/Finland
AstraZeneca Oy
Puh/Tel: +358 10 23 010
Sverige
AstraZeneca AB
Tel: +46 8 553 26 000
United Kingdom (Northern Ireland)
SIA AstraZeneca Latvija
Tel: +371 67377100
AstraZeneca UK Ltd
Tel: +44 1582 836 836
Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
41
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
Onglyza 5 mg, filmomhulde tabletten
Saxagliptine
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, verpleegkundige of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat. Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1.
Wat is Onglyza en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe gebruikt u dit middel?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Wat is Onglyza en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Onglyza bevat de werkzame stof saxagliptine. Dit behoort tot de groep geneesmiddelen die ‘orale
anti-diabetica’ worden genoemd. Deze geneesmiddelen helpen om de hoeveelheid suiker in uw bloed
op peil te houden.
Onglyza wordt gebruikt bij volwassen patiënten van 18 jaar en ouder bij suikerziekte (diabetes type 2)
als de ziekte niet voldoende gecontroleerd kan worden met een oraal diabetesgeneesmiddel, in
combinatie met een dieet en lichaamsbeweging. Onglyza wordt gebruikt alleen of samen met insuline
of andere anti-diabetica.
Het is belangrijk om het advies van uw arts of verpleegkundige over dieet en lichaamsbeweging te
blijven volgen.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
U heeft eerder een ernstige allergische reactie gehad op vergelijkbare geneesmiddelen die uw
bloedsuikergehalte verbeteren. Zie rubriek 4.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt:
als u insuline gebruikt. Onglyza mag niet worden gebruikt als vervanger van insuline;
als u diabetes type 1 heeft (uw lichaam maakt helemaal geen insuline) of diabetische
ketoacidose (een complicatie van diabetes met een hoog bloedsuikergehalte, snel
gewichtsverlies, misselijkheid of braken). Onglyza mag niet worden gebruikt om deze ziektes te
behandelen;
als u een aandoening aan de alvleesklier (pancreas) heeft of heeft gehad;
42
als u insuline of een oraal diabetesgeneesmiddel gebruikt dat ‘sulfonylureum’ genoemd wordt.
Als u een van deze middelen samen met Onglyza gebruikt kan uw arts mogelijk uw dosering
van de insuline of van het sulfonylureum verlagen om een te laag bloedsuikergehalte te
voorkomen;
als u een ziekte heeft waardoor uw afweersysteem (tegen infecties) is verminderd, zoals
bijvoorbeeld bij de ziekte AIDS, of wanneer u geneesmiddelen krijgt na een
orgaantransplantatie;
als u last heeft van hartfalen of als u andere risicofactoren heeft voor het ontwikkelen van
hartfalen, zoals problemen met uw nieren. Uw arts zal u de verschijnselen en symptomen van
hartfalen uitleggen. U moet onmiddellijk uw arts, apotheker of verpleegkundige bellen als u een
van deze symptomen ervaart. De symptomen kunnen onder andere zijn een toenemende
kortademigheid, snelle toename van gewicht en opzwellen van de voeten (voetoedeem);
als u een verminderde nierfunctie heeft dan zal uw arts bepalen of u een lagere sterkte Onglyza
moet gebruiken. Als u wordt behandeld met behulp van nierdialyse dan wordt Onglyza niet
aanbevolen voor u;
als u matige of ernstige leverproblemen heeft. Als u ernstige leverproblemen heeft, dan wordt
Onglyza niet aanbevolen voor u.
Huidbeschadigingen zijn een bekend probleem bij diabetes. Huiduitslag komt voor bij gebruik van
Onglyza (zie rubriek 4) en bij sommige diabetesgeneesmiddelen van hetzelfde soort als Onglyza. U
wordt aangeraden om het advies van uw arts of verpleegkundige over huidverzorging en verzorging
van uw voeten op te volgen. Neem contact op met uw arts als u blaren op uw huid heeft, omdat dit een
teken kan zijn van een aandoening die bulleus pemfigoïd wordt genoemd. Uw arts kan u vragen uw
behandeling met Onglyza te stoppen.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Onglyza wordt niet aanbevolen voor kinderen en jongeren onder de 18 jaar. Er zijn onvoldoende
gegevens beschikbaar over de veiligheid en werkzaamheid bij gebruik door kinderen en jongeren
onder de 18 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Onglyza nog andere geneesmiddelen of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker.
U moet het met name uw arts of apotheker vertellen als u geneesmiddelen gebruikt die een van de
volgende werkzame stoffen bevatten:
Carbamazepine, fenobarbital of fenytoïne. Deze kunnen worden gebruikt tegen epilepsie
(‘vallende ziekte’) of chronische pijn.
Dexamethason - dit is een corticosteroïd. Dit kan worden gebruikt om ontstekingen in
verschillende organen en delen van uw lichaam te behandelen.
Rifampicine. Dit is een antibioticum dat wordt gebruikt om infecties zoals tuberculose te
behandelen.
Ketoconazol. Dit kan worden gebruikt om schimmelinfecties te behandelen.
Diltiazem. Dit is een geneesmiddel dat wordt gebruikt om de bloeddruk te verlagen.
Zwangerschap en borstvoeding
Vraag uw arts om advies voordat u Onglyza gaat innemen als u zwanger bent of zwanger wilt worden.
U mag Onglyza niet gebruiken als u zwanger bent.
Vraag uw arts om advies als u borstvoeding wilt geven terwijl u dit geneesmiddel gebruikt. Het is niet
bekend of Onglyza bij de mens in de moedermelk terechtkomt. Wanneer u borstvoeding geeft of van
plan bent om borstvoeding te gaan geven dan mag u dit geneesmiddel niet gebruiken.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
43
Neem niet deel aan het verkeer en gebruik geen gereedschap of machines als u zich duizelig voelt
terwijl u Onglyza gebruikt. Hypoglykemie kan invloed hebben op uw rijvaardigheid, uw vermogen om
machines te bedienen of om veilig uw werk uit te oefenen en er bestaat een risico op hypoglykemie
wanneer u dit geneesmiddel gebruikt in combinatie met geneesmiddelen waarvan bekend is dat deze
hypoglykemie veroorzaken, zoals insuline en sulfonylureumderivaten.
Onglyza bevat lactose
De tabletten bevatten lactose (melksuiker). Als uw arts u heeft verteld dat u bepaalde suikers niet
verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel inneemt.
Natriumgehalte
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis, dat wil zeggen dat het in
wezen ‘natriumvrij’ is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
De aanbevolen dosering is eenmaal per dag een tablet van 5 mg.
Als u een verminderde nierfunctie heeft, dan kan uw arts een lagere sterkte voorschrijven van eenmaal
daags 1 tablet van 2,5 mg. Voor deze dosis is een andere sterkte beschikbaar.
Uw arts kan Onglyza alleen of samen met insuline of andere diabetes-geneesmiddelen voorschrijven.
Indien van toepassing neem deze andere geneesmiddelen zoals het aan u uitgelegd is door uw arts om
het beste resultaat voor uw gezondheid te behalen.
Hoe wordt dit middel gebruikt?
De tabletten mogen niet gebroken of gedeeld worden. Slik de tablet geheel door met water. U kunt de
tablet met of zonder voedsel innemen. De tablet kan op ieder moment van de dag worden ingenomen.
Probeer echter de tablet iedere dag op dezelfde tijd in te nemen. Dat helpt u om het innemen niet te
vergeten.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Neem direct contact op met uw arts als u meer tabletten heeft ingenomen dan zou mogen.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u bent vergeten om een dosis Onglyza in te nemen, neem deze dan alsnog als u eraan denkt.
Als het echter al bijna tijd is om de volgende dosis in te nemen, dan moet u de vergeten dosis
overslaan.
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Neem nooit 2 doses op dezelfde
dag.
Als u stopt met het gebruik van Onglyza
Blijf Onglyza gebruiken totdat uw arts u vertelt om te stoppen. Dit helpt om uw bloedsuiker onder
controle te houden.
Als u nog vragen heeft over het gebruik van dit geneesmiddel, vraag dan uw arts of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
44
Sommige verschijnselen hebben direct medische aandacht nodig:
U moet stoppen met het gebruiken van Onglyza en onmiddellijk uw arts raadplegen als u de volgende
verschijnselen van een te laag bloedsuikergehalte ervaart: trillingen, transpireren, angst, wazig zien,
tintelende lippen, bleekheid, stemmingsveranderingen, een zwak gevoel of verwarring
(hypoglykemie); dit komt zeer vaak voor (kan bij meer dan 1 op de 10 mensen optreden).
Symptomen van een ernstige allergische reactie (dit komt zelden voor, bij maximaal 1 op de 1000
mensen) kunnen zijn:
o
Huiduitslag
o
Rode, gezwollen vlekken op de huid (netelroos)
o
Zwelling van gezicht, lippen, tong en keel waardoor ademhalen of slikken moeilijk
kan zijn.
Als u deze klachten heeft, stop dan met het gebruik van Onglyza en raadpleeg direct uw arts of
verpleegkundige. Uw arts kan u een geneesmiddel voorschrijven om uw allergische reactie te
behandelen en een ander geneesmiddel voor uw diabetes.
U moet stoppen met het gebruiken van Onglyza en onmiddellijk uw arts raadplegen als u last krijgt
van een van de volgende ernstige bijwerkingen:
ernstige en aanhoudende buikpijn (in de buurt van uw maag) die mogelijk uitstraalt naar uw
rug, gecombineerd met misselijkheid en overgeven. Dit kan namelijk een signaal zijn van een
ontstoken alvleesklier (pancreatitis).
U moet uw arts bellen als u de volgende bijwerking ervaart:
Ernstige gewrichtspijn.
Sommige patiënten hebben de volgende bijwerkingen gehad bij het gebruik van Onglyza en
metformine:
Vaak (komen voor bij maximaal 1 op de 10 gebruikers): infectie van de bovenkant van de
borstkas of longen, urineweginfectie, ontstoken maag of darmen, meestal veroorzaakt door een
infectie (gastro-enteritis), infectie van de bijholten met pijn en druk achter uw wangen en ogen
(sinusitis), ontstoken neus of keel (nasofaryngitis) (waarbij een verkoudheid of een zere keel
een aanwijzing kan zijn), hoofdpijn, spierpijn (myalgie), overgeven, maagontsteking (gastritis),
buikpijn en stoornis in de spijsvertering (dyspepsie).
Soms, (komen voor bij maximaal 1 op de 100 gebruikers): gewrichtspijn (artralgie) en
moeilijkheden bij het krijgen of houden van een erectie (erectiele disfunctie).
Sommige patiënten hebben de volgende bijwerkingen gehad bij het gebruik van Onglyza en een
sulfonylureumderivaat:
Zeer vaak: te laag bloedsuikergehalte (hypoglykemie).
Vaak: infectie van de bovenkant van de borstkas of longen, urineweginfectie, ontstoken maag of
darmen, meestal veroorzaakt door een infectie (gastro-enteritis), infectie van de bijholten met
pijn en druk achter uw wangen en ogen (sinusitis), hoofdpijn, buikpijn en overgeven.
Soms: vermoeidheid, abnormale hoeveelheid lipiden (vetzuren) (dyslipidemie,
hypertriglyceridemie).
Sommige patiënten hebben de volgende bijwerkingen gehad bij het gebruik van Onglyza en een
thiazolidinedion:
Vaak: infectie van de bovenkant van de borstkas of longen, urineweginfectie, ontstoken maag of
darmen, meestal veroorzaakt door een infectie (gastro-enteritis), infectie van de bijholten met
pijn en druk achter uw wangen en ogen (sinusitis), hoofdpijn, overgeven, buikpijn en zwelling
van de handen, enkels of voeten (perifeer oedeem).
Sommige patiënten hebben de volgende bijwerkingen gehad bij het gebruik van Onglyza en
metformine en een sulfonylureumderivaat:
Vaak: duizeligheid, vermoeidheid, buikpijn en winderigheid.
45
Sommige patiënten hadden last van de volgende bijkomende bijwerking als zij alleen Onglyza
gebruikten:
Vaak: duizeligheid, diarree en buikpijn.
Sommige patiënten hebben de volgende bijwerkingen gehad bij het gebruik van alleen Onglyza of een
combinatie van Onglyza en een ander geneesmiddel:
Niet bekend (frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald): constipatie,
blaren op de huid (bulleus pemfigoïd).
Bij sommige patiënten is bij bloedonderzoek een lichte vermindering van het aantal van een bepaald
type witte bloedcellen (lymfocyten) aangetoond als alleen Onglyza of een combinatie van Onglyza en
een ander geneesmiddel was gebruikt.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de
blisterverpakking en de doos na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand
is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Neem Onglyza niet in als de verpakking is beschadigd of als er is geprobeerd de verpakking te
openen.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is saxagliptine.
Elke filmomhulde tablet bevat 5 mg saxagliptine (in de vorm van hydrochloride).
De andere stoffen (hulpstoffen) in dit middel zijn:
Tabletkern: lactosemonohydraat, microkristallijne cellulose (E460i), croscarmellosenatrium
(E468), magnesiumstearaat.
Filmomhulling: polyvinylalcohol, macrogol/3350, titaandioxide (E171), talk (E553b) en
rood ijzeroxide (E172).
Drukinkt: schellak, indigokarmijn aluminiumlak (E132).
Hoe ziet Onglyza eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
5 mg filmomhulde tabletten zijn roze, aan twee kanten bol, rond. Op de ene kant is “5” en op de
andere kant “4215” in blauwe inkt gedrukt.
Tabletten zijn beschikbaar in aluminiumfolie blister.
46
5 mg tabletten zijn beschikbaar in verpakkingsgrootten van 14, 28, 56 of 98 filmomhulde
tabletten in niet-geperforeerde blisterverpakkingen, 14, 28, 56 of 98 filmomhulde tabletten in
niet-geperforeerde kalenderblisterverpakkingen, en 30x1 of 90x1 filmomhulde tabletten in
geperforeerde eenheidsblisterverpakkingen.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in uw land in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
AstraZeneca AB
SE-151 85 Södertälje
Zweden
Fabrikant
AstraZeneca AB
Gärtunavägen
SE-151 85 Södertälje
Zweden
AstraZeneca UK Limited
Silk Road Business Park
Macclesfield
Cheshire
SK10 2NA
Verenigd Koninkrijk
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
47
België/Belgique/Belgien
AstraZeneca S.A./N.V.
Tel: +32 2 370 48 11
България
АстраЗе½ека България ЕООД
Тел.: +359 (2) 44 55 000
Česká republika
AstraZeneca Czech Republic s.r.o.
Tel: +420 222 807 111
Danmark
AstraZeneca A/S
Tlf: +45 43 66 64 62
Deutschland
AstraZeneca GmbH
Tel: +49 40 809034100
Eesti
AstraZeneca
Tel: +372 6549 600
Ελλάδα
AstraZeneca A.E.
Τηλ: +30 2 106871500
España
AstraZeneca Farmacéutica Spain, S.A.
Tel: +34 91 301 91 00
France
AstraZeneca
Tél: +33 1 41 29 40 00
Hrvatska
AstraZeneca d.o.o.
Tel: +385 1 4628 000
Ireland
AstraZeneca Pharmaceuticals (Ireland) DAC
Tel: +353 1609 7100
Ísland
Vistor hf.
Sími: +354 535 7000
Italia
AstraZeneca S.p.A.
Tel: +39 02 9801 1
Κύπρος
Αλέκτωρ Φαρµακευτική Λτδ
Τηλ: +357 22490305
Latvija
48
Lietuva
UAB AstraZeneca Lietuva
Tel: +370 5 2660550
Luxembourg/Luxemburg
AstraZeneca S.A./N.V.
Tél/Tel: +32 2 370 48 11
Magyarország
AstraZeneca Kft.
Tel.: +36 1 883 6500
Malta
Associated Drug Co. Ltd
Tel: +356 2277 8000
Nederland
AstraZeneca BV
Tel: +31 79 363 2222
Norge
AstraZeneca AS
Tlf: +47 21 00 64 00
Österreich
AstraZeneca Österreich GmbH
Tel: +43 1 711 31 0
Polska
AstraZeneca Pharma Poland Sp. z o.o.
Tel.: +48 22 245 73 00
Portugal
AstraZeneca Produtos Farmacêuticos, Lda.
Tel: +351 21 434 61 00
România
AstraZeneca Pharma SRL
Tel: +40 21 317 60 41
Slovenija
AstraZeneca UK Limited
Tel: +386 1 51 35 600
Slovenská republika
AstraZeneca AB, o.z.
Tel: +421 2 5737 7777
Suomi/Finland
AstraZeneca Oy
Puh/Tel: +358 10 23 010
Sverige
AstraZeneca AB
Tel: +46 8 553 26 000
United Kingdom (Northern Ireland)
SIA AstraZeneca Latvija
Tel: +371 67377100
AstraZeneca UK Ltd
Tel: +44 1582 836 836
Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
49
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Onglyza 2,5 mg, filmomhulde tabletten
Onglyza 5 mg, filmomhulde tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Onglyza 2,5 mg, filmomhulde tabletten
Iedere tablet bevat 2,5 mg saxagliptine (als hydrochloride).
Onglyza 5 mg, filmomhulde tabletten
Iedere tablet bevat 5 mg saxagliptine (als hydrochloride).
Hulpstof(fen) met bekend effect:
Iedere tablet bevat 99 mg lactose (als monohydraat).
Onglyza bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis, dat wil zeggen dat het in wezen
`natriumvrij' is.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet (tablet).
Onglyza 2,5 mg, filmomhulde tabletten
Onglyza 2,5 mg tabletten zijn vaalgele tot lichtgele, biconvexe, ronde, filmomhulde tabletten, met
hierop in blauwe inkt aan de ene kant '2.5' en aan de andere kant '4214' gedrukt.
Onglyza 5 mg, filmomhulde tabletten
Onglyza 5 mg tabletten zijn roze, biconvexe, ronde, filmomhulde tabletten, met hierop in blauwe inkt
aan de ene kant een `5' en aan de andere kant `4215' gedrukt.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Onglyza is geïndiceerd bij volwassen patiënten met diabetes mellitus type 2 als aanvulling op dieet en
lichaamsbeweging om de bloedglucoseregulatie te verbeteren:
als monotherapie indien metformine niet geschikt is vanwege onverdraagbaarheid of contra-
indicaties.
in combinatie met andere geneesmiddelen voor de behandeling van diabetes, met inbegrip van
insuline, wanneer deze geen adequate verbetering van de bloedglucoseregulatie geven (zie
rubrieken 4.4, 4.5 en 5.1 voor beschikbare data aangaande de verschillende combinaties).
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
De aanbevolen dosering van Onglyza is 5 mg eenmaal daags. Wanneer Onglyza wordt gebruikt in
combinatie met insuline of een sulfonylureumderivaat kan een lagere dosering insuline of
sulfonylureumderivaat nodig zijn om het risico op hypoglykemie te verkleinen (zie rubriek 4.4).
Speciale populaties
Ouderen ( 65 jaar)
Er wordt geen dosisaanpassing aanbevolen alleen gebaseerd op leeftijd. (zie ook rubrieken 5.1 en 5.2).
Nierfunctiestoornissen
Er wordt geen dosisaanpassing aanbevolen voor patiënten met milde nierfunctiestoornissen of voor
patiënten met matige nierfunctiestoornissen met GFR 45 ml/min.
Bij patiënten met matige nierfunctiestoornissen met GFR < 45 ml/min en bij patiënten met ernstige
nierfunctiestoornissen dient de dosering te worden gereduceerd tot 2,5 mg eenmaal daags.
Het gebruik van Onglyza wordt niet aanbevolen bij patiënten met end-stage nierfalen (ESRD) waarbij
hemodialyse is vereist (zie rubriek 4.4).
Omdat op basis van de nierfunctie de dosering moet worden beperkt tot 2,5 mg, wordt geadviseerd om
voor aanvang van de therapie de nierfunctie te beoordelen. Hierna dient de nierfunctie, als onderdeel
van routinematige zorg, periodiek te worden gecontroleerd (zie rubrieken 4.4 en 5.2).
Leverfunctiestoornissen
Er is geen dosisaanpassing noodzakelijk bij patiënten met milde of matige leverfunctiestoornissen (zie
rubriek 5.2). Saxagliptine dient met voorzichtigheid te worden gebruikt bij patiënten met matige
leverfunctiestoornissen en wordt niet aanbevolen voor gebruik bij patiënten met ernstige
leverfunctiestoornissen (zie rubriek 4.4).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Onglyza bij kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar zijn nog niet
vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
De tabletten kunnen tijdens de maaltijd of tussen maaltijden door op elk moment van de dag worden
ingenomen. De tabletten mogen niet worden gebroken of gedeeld.
Een vergeten dosis moet worden ingenomen zodra de patiënt eraan denkt. Een dubbele dosis mag niet
op dezelfde dag worden ingenomen.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen of
een voorgeschiedenis van ernstige overgevoeligheid (waaronder anafylactische reactie, anafylactische
shock en angio-oedeem) na gebruik van een dipeptidyl peptidase-4 (DPP-4)-remmer (zie rubrieken 4.4
en 4.8).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Algemeen
Onglyza mag niet worden gebruikt bij patiënten met diabetes mellitus type 1 of bij de behandeling van
diabetische ketoacidose.
Onglyza is geen substituut voor insuline bij insulinebehoevende patiënten.
Acute pancreatitis
Het gebruik van DPP-4-remmers wordt in verband gebracht met een verhoogd risico op het
ontwikkelen van acute pancreatitis. Patiënten dienen geïnformeerd te worden over het kenmerkende
symptoom van acute pancreatitis: aanhoudende, ernstige abdominale pijn. Als er een vermoeden van
Sinds saxagliptine op de markt is, zijn er spontane meldingen van acute pancreatitis als bijwerking.
Nierfunctiestoornissen
Bij patiënten met GFR < 45 ml/min is de aanbevolen dosering 2,5 mg eenmaal daags. Saxagliptine
wordt niet aangeraden voor gebruik bij patiënten met end-stage nierfalen (ESRD) waarbij nierdialyse
is vereist. Het wordt geadviseerd om voor aanvang van de behandeling met Onglyza de nierfunctie te
beoordelen. Hierna dient de nierfunctie, als onderdeel van routinematige zorg, periodiek te worden
gecontroleerd (zie rubrieken 4.2 en 5.2).
Leverfunctiestoornissen
Saxagliptine dient met voorzichtigheid te worden gebruikt bij patiënten met matige
leverfunctiestoornissen en wordt niet aanbevolen voor gebruik bij patiënten met ernstige
leverfunctiestoornissen (zie rubriek 4.2).
Gebruik met geneesmiddelen waarvan bekend is dat deze hypoglykemie veroorzaken
Van sulfonylureumderivaten en insuline is bekend dat deze hypoglykemie veroorzaken. Daarom kan
een lagere dosering van het sulfonylureumderivaat of de insuline nodig zijn om het risico op
hypoglykemie te verminderen wanneer dit gebruikt wordt in combinatie met Onglyza.
Overgevoeligheidsreacties
Onglyza mag niet worden toegediend aan patiënten die een ernstige overgevoeligheidsreactie hebben
gehad op een dipeptidylpeptidase-4 (DPP-4)-remmer (zie rubriek 4.3).
Er zijn postmarketingmeldingen (inclusief spontane meldingen en meldingen tijdens klinische studies)
van ernstige overgevoeligheidsreacties, waaronder anafylactische reactie, anafylactische shock en
angio-oedeem, bij het gebruik van saxagliptine. Wanneer een ernstige overgevoeligheidsreactie op
saxagliptine wordt vermoed, dient het gebruik van Onglyza te worden gestopt. Andere mogelijke
oorzaken moeten worden onderzocht en er dient een alternatieve diabetesbehandeling te worden
ingezet (zie rubriek 4.8).
Huidafwijkingen
Er zijn meldingen gedaan van zweren en necrose van de huid op extremiteiten van apen tijdens
niet-klinische, toxicologische studies (zie rubriek 5.3). Huidlaesies zijn niet in verhoogde mate
waargenomen in klinische studies. Postmarketingmeldingen van huiduitslag zijn bekend voor de
klasse van DPP-4-remmers. Huiduitslag is ook bekend als een bijwerking van Onglyza (zie rubriek
4.8). Daarom wordt in overeenstemming met de standaard zorg voor diabetespatiënten aangeraden de
huid te controleren op huidaandoeningen zoals blaarvorming, ulceratie of uitslag.
Bulleus pemfigoïd
Postmarketinggevallen van bulleus pemfigoïd waarvoor hospitalisatie nodig was, zijn gemeld bij het
gebruik van DPP-4-remmers waaronder saxagliptine. Bij gemelde gevallen, reageerden patiënten over
het algemeen op topicale of systemische immunosuppressieve behandeling en stopzetting van de
behandeling met de DPP-4-remmer. Als een patiënt blaren of erosies ontwikkelt tijdens een
behandeling met saxagliptine en bulleus pemfigoïd wordt vermoed, dient behandeling met dit
geneesmiddel onderbroken te worden en dient verwijzing naar een dermatoloog overwogen te worden
voor diagnose en passende behandeling (zie rubriek 4.8).
Hartfalen
Ervaring bij NYHA-klasse III-IV is nog beperkt. In de SAVOR-studie werd een kleine toename
waargenomen in ziekenhuisopnames ten gevolge van hartfalen bij patiënten die werden behandeld met
saxagliptine ten opzichte van placebo, hoewel een causaal verband niet is vastgesteld (zie rubriek 5.1).
Aanvullende analyse wees niet op een onderscheidend effect tussen de NYHA- klassen.
Voorzichtigheid is geboden als Onglyza wordt gebruikt bij patiënten met bekende risicofactoren voor
Artralgie
Er is gewrichtspijn, die ernstig kan zijn, gemeld in postmarketingverslagen voor DPP-4-remmers (zie
rubriek 4.8). Na stoppen van de medicatie ervoeren patiënten verlichting van de symptomen en bij
sommigen traden de symptomen weer op als dezelfde of een andere DPP-4-remmer opnieuw werd
gebruikt. De symptomen kunnen snel na het begin van de geneesmiddeltherapie optreden of na langere
periodes van behandeling. Als een patiënt ernstige gewrichtspijn krijgt, moet het voortzetten van de
behandeling individueel beoordeeld worden.
Patiënten met verlaagde immunocompetentie
In het klinische onderzoeksprogramma van Onglyza is geen onderzoek gedaan bij patiënten met
verlaagde immunocompetentie, zoals patiënten die een orgaantransplantatie hebben ondergaan, of
patiënten bij wie AIDS is gediagnosticeerd. Daarom is het werkzaamheids- en veiligheidsprofiel van
saxagliptine bij deze patiënten niet vastgesteld.
Gebruik met krachtige CYP3A4-inductoren
Gebruik van CYP3A4-inductoren zoals carbamazepine, dexamethason, fenobarbital, fenytoïne en
rifampicine kan het verlagende effect op het bloedglucose van Onglyza verminderen (zie rubriek 4.5).
Lactose
De tabletten bevatten lactosemonohydraat. Patiënten met zeldzame erfelijke galactose intolerantie,
algehele lactasedeficiëntie of glucose-galactosemalabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet te
gebruiken.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Hieronder beschreven klinische gegevens duiden erop dat het risico op klinisch belangrijke interacties
met gelijktijdig toegediende geneesmiddelen laag is.
Het metabolisme van saxagliptine verloopt voornamelijk via cytochroom-P450 3A4/5 (CYP3A4/5).
De gelijktijdige toediening van saxagliptine en geneesmiddelen die CYP3A4/5 induceren (zoals
carbamazepine, dexamethason, fenobarbital en fenytoïne) is, met uitzondering van rifampicine, niet
onderzocht en kan resulteren in een verlaagde plasmaconcentratie van saxagliptine en een verhoogde
concentratie van haar belangrijkste metaboliet. De bloedglucoseregulatie dient zorgvuldig te worden
gecontroleerd als saxagliptine gelijktijdig wordt gebruikt met een krachtige CYP3A4/5-inductor.
Gelijktijdige toediening van saxagliptine en de matige CYP3A4/5-remmer diltiazem verhoogde de
Cmax en AUC van saxagliptine met respectievelijk 63% en 2,1 maal en de bijbehorende waarden van
de actieve metaboliet namen af met respectievelijk 44% en 34%.
Gelijktijdige toediening van saxagliptine en de krachtige CYP3A4/5-remmer ketoconazol verhoogde
de Cmax en AUC van saxagliptine met respectievelijk 62% en 2,5 maal en de bijbehorende waarden
van de actieve metaboliet namen af met respectievelijk 95% en 88%.
Gelijktijdige toediening van saxagliptine en de krachtige CYP3A4/5-inductor rifampicine verlaagde
de Cmax en AUC van saxagliptine met respectievelijk 53% en 76%. De blootstelling aan de actieve
metaboliet en remming van de DPP-4-plasma-activiteit tijdens een doseringsinterval werden niet
beïnvloed door rifampicine (zie rubriek 4.4).
Tijdens in vitro studies remden saxagliptine en haar belangrijkste metaboliet noch het CYP1A2, 2A6,
2B6, 2C8, 2C9, 2C19, 2D6, 2E1 of 3A4, en induceerden evenmin CYP1A2, 2B6, 2C9 of 3A4. In
studies uitgevoerd bij gezonde vrijwilligers werd de farmacokinetiek van saxagliptine, noch van haar
belangrijkste metaboliet, wezenlijk veranderd door metformine, glibenclamide, pioglitazon, digoxine,
Het effect van roken, dieet, kruidenpreparaten en alcoholgebruik op de farmacokinetiek van
saxagliptine zijn niet specifiek onderzocht.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Het gebruik van saxagliptine is niet onderzocht bij zwangere vrouwen. Uit experimenteel onderzoek
bij dieren is reproductietoxiciteit bij hoge doses gebleken (zie rubriek 5.3). Het potentiële risico voor
de mens is niet bekend. Onglyza dient niet tijdens de zwangerschap te worden gebruikt tenzij strikt
noodzakelijk.
Borstvoeding
Het is niet bekend of saxagliptine wordt uitgescheiden in menselijke moedermelk. In experimenteel
onderzoek bij dieren is uitscheiding van saxagliptine en/of metabolieten in moedermelk aangetoond.
Een risico voor het zogende kind kan niet worden uitgesloten. Daarom dient te worden gekozen om óf
het geven van borstvoeding te staken óf de behandeling te staken, daarbij rekening houdend met het
belang van borstvoeding voor het kind en het belang van behandeling voor de moeder.
Vruchtbaarheid
Het effect van saxagliptine op de vruchtbaarheid van de mens is niet onderzocht. Bij mannetjes- en
vrouwtjes-ratten werd een effect op de vruchtbaarheid waargenomen bij hoge doseringen, met
duidelijke tekenen van toxiciteit (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Onglyza heeft naar verwachting een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen
om machines te bedienen.
Bij het besturen van voertuigen en het bedienen van machines dient men er rekening mee te houden
dat duizeligheid is gemeld tijdens klinische studies met saxagliptine. Verder dienen patiënten te
worden gewezen op het risico van hypoglykemie wanneer Onglyza wordt gebruikt in combinatie met
andere orale antidiabetica waarvan bekend is dat ze hypoglykemie veroorzaken (bijvoorbeeld insuline,
sulfonylureumderivaten).
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest gemelde bijwerkingen tijdens placebogecontroleerde klinische studies, gerapporteerd bij
5% van de patiënten die werden behandeld met Onglyza 5 mg en vaker dan bij patiënten die werden
behandeld met placebo, zijn: luchtweginfectie (7,7%), urineweginfectie (6,8%) en hoofdpijn (6,5%).
Er zijn 4148 patiënten met diabetes type 2, waaronder 3021 patiënten die zijn behandeld met Onglyza,
gerandomiseerd in zes dubbelblinde, gecontroleerde klinische veiligheids- en werkzaamheidsstudies
om het effect van saxagliptine op de bloedglucoseregulatie te evalueren. In gerandomiseerde,
gecontroleerde, dubbelblinde klinische studies (inclusief ervaring opgedaan tijdens de ontwikkeling en
postmarketing) werden meer dan 17.000 patiënten met diabetes type 2 behandeld met Onglyza.
In een gepoolde analyse van 1.681 patiënten met diabetes type 2, inclusief 882 patiënten die werden
behandeld met Onglyza 5 mg, gerandomiseerd in vijf dubbelblinde, placebogecontroleerde klinische
veiligheids- en werkzaamheidsstudies om het effect van saxagliptine op de bloedglucoseregulatie te
evalueren, was de totale incidentie van bijwerkingen bij patiënten die met saxagliptine 5 mg werden
Bijwerkingen, weergegeven in tabelvorm
De bijwerkingen die gerapporteerd werden bij 5% van de patiënten die behandeld werden met
saxagliptine 5 mg en die vaker voorkomen dan bij patiënten die behandeld werden met placebo of die
werden gerapporteerd bij 2% van de patiënten die werden behandeld met saxagliptine 5 mg en 1%
vaker in vergelijking met placebo tijdens de gepoolde analyse van vijf studies naar de
glucoseregulatie, plus een aanvullende actief-gecontroleerde studie met de initiële combinatie met
metformine, worden vermeld in tabel 1.
De bijwerkingen zijn gerangschikt op systeem/orgaanklasse en absolute frequentie. De frequenties
worden gedefinieerd als zeer vaak ( 1/10), vaak ( 1/100, <1/10); soms ( 1/1.000, < 1/100); zelden
( 1/10.000, <1/1.000); zeer zelden (<1/10.000) of niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet
worden bepaald).
Tabel 1
Frequentie van bijwerkingen per systeem/orgaanklasse uit klinische studies en
postmarketingervaring
Systeem/orgaanklasse
Frequentie van bijwerkingen per behandelregime
Bijwerking
Saxagliptine
Saxagliptine
Saxagliptine met Saxagliptine
Saxagliptine als
monotherapie
met
een
met een thia-
add-on bij
metformine1
sulfonylureum-
zolidinedion
metformine plus
derivaat
een sulfonyl-
(glibenclamide)
ureumderivaat
Infecties en parasitaire
aandoeningen
Bovenste luchtweginfectie
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Urineweginfectie
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Gastro-enteritis
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Sinusitis
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Nasofaryngitis
Vaak2
Immuunsysteem
aandoeningen
Overgevoeligheidsreacties
Soms
Soms
Soms
Soms
Anafylactische reacties
Zelden
Zelden
Zelden
Zelden
inclusief anafylactische
shock
Voedings- en
stofwisselingsstoornissen
Hypoglykemie
Zeer vaak3
Dyslipidemie
Soms
Hypertriglyceridemie
Soms
Zenuwstelsel-
aandoeningen
Duizeligheid
Vaak
Vaak
Hoofdpijn
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Maagdarmstelsel-
aandoeningen
Abdominale pijn
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Diarree4
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Dyspepsie
Vaak
Flatulentie
Vaak
Gastritis
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Braken
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Pancreatitis
Soms
Soms
Soms
Soms
Constipatie
Niet bekend
Niet bekend
Niet bekend
Niet bekend
Niet bekend
Huid- en onderhuid-
aandoeningen
Huiduitslag
Vaak
Vaak
Vaak
Dermatitis
Soms
Soms
Soms
Soms
Pruritus
Soms
Soms
Soms
Soms
Urticaria
Soms
Soms
Soms
Soms
Angio-oedeem
Zelden
Zelden
Zelden
Zelden
Bulleus pemfigoïd
Niet bekend
Niet bekend
Niet bekend
Niet bekend
Niet bekend
Skeletspierstelsel- en
bindweefsel-
aandoeningen
Artralgie*
Soms
Myalgie5
Vaak
Voortplantingsstelsel- en
borstaandoeningen
Erectiele disfunctie
Soms
Algemene aandoeningen
en toedieningsplaats-
stoornissen
Vermoeidheid
Vaak
Soms
Vaak
Perifeer oedeem
Vaak
1 Met inbegrip van saxagliptine als add-on combinatietherapie met metformine en initiële combinatietherapie met
metformine
2 Alleen in de initiële combinatietherapie
3 Er was geen statistisch significant verschil vergeleken met placebo. De incidentie van bevestigde hypoglykemieën was
`soms' voor Onglyza 5 mg (0,8%) en placebo (0,7%).
4 De incidentie van diarree was 4,1% (36/882) in de saxagliptine 5mg groep en 6,1% (49/799) in de placebogroep.
5 Als initiële combinatietherapie met metformine werd myalgie gerapporteerd als `soms'.
Bijwerkingen werden geïdentificeerd door postmarketingsurveillance
Zie rubrieken 4.3 en 4.4
* Ook gemeld tijdens postmarketingsurveillance (zie rubriek 4.4).
Resultaten uit de SAVOR-studie
In de SAVOR-studie werden 8.240 patiënten behandeld met Onglyza 5 mg of 2,5 mg eenmaal daags
en 8.173 patiënten met placebo. De totale incidentie van bijwerkingen bij patiënten die werden
behandeld met Onglyza was in deze studie vergelijkbaar met placebo (respectievelijk 72,5% versus
72,2%).
De incidentie van gevallen van bevestigde pancreatitis was 0,3%, zowel bij patiënten die met Onglyza
werden behandeld als bij patiënten die behandeld werden met placebo in de intent-to-treat populatie.
De incidentie van overgevoeligheidsreacties was 1,1%, zowel bij patiënten die met Onglyza werden
behandeld als bij patiënten die met placebo behandeld werden.
De totale incidentie van gerapporteerde hypoglykemie (genoteerd in patiëntendagboeken) was 17,1%
bij proefpersonen die met Onglyza werden behandeld en 14,8% bij patiënten die werden behandeld
met placebo. Het percentage proefpersonen met gerapporteerde ernstige gevallen van hypoglykemie
(gedefinieerd als een voorval waarbij assistentie van een andere persoon nodig was) tijdens de
behandeling was groter in de saxagliptinegroep dan in de placebogroep (respectievelijk 2,1% en
1,6%). Het verhoogde risico op totale hypoglykemie en ernstige hypoglykemie dat werd waargenomen
in de saxagliptine-behandelgroep trad voornamelijk op bij proefpersonen die werden behandeld met
SU bij aanvang en niet bij proefpersonen die werden behandeld met insuline of metformine-
monotherapie bij aanvang. Het verhoogde risico op totale hypoglykemie en ernstige hypoglykemie
werd voornamelijk waargenomen bij patiënten met A1C < 7% bij aanvang.
Ziekenhuisopname ten gevolge van hartfalen vond vaker plaats in de saxagliptinegroep (3,5%) ten
opzichte van de placebogroep (2,8%), met nominale statistische significantie in het voordeel van
placebo (HR = 1,27; 95% CI 1,07; 1,51); P = 0,007. Zie ook rubriek 5.1.
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Hypoglykemie
Bijwerkingen van hypoglykemie zijn gebaseerd op alle meldingen van hypoglykemie; een meting van
het glucosegehalte werd niet vereist.
Bij gebruik als add-on combinatietherapie met metformine plus een sulfonylureumderivaat was de
totale incidentie van gerapporteerde hypoglykemie 10,1% voor Onglyza 5 mg en 6,3% voor placebo.
Bij gebruik als add-on combinatietherapie met insuline (met of zonder metformine) was de totale
incidentie van gerapporteerde hypoglykemie 18,4% voor Onglyza 5 mg en 19,9% voor placebo.
Laboratoriumonderzoeken
De incidentie van bijwerkingen gerelateerd aan laboratoriumuitslagen was, over verschillende
klinische studies gezien, vergelijkbaar voor patiënten die behandeld werden met saxagliptine 5 mg en
patiënten die behandeld werden met placebo. Een kleine verlaging van het absolute aantal lymfocyten
is waargenomen. Ten opzichte van het gemiddelde absolute aantal lymfocyten bij aanvang van
ongeveer 2200 cellen/l is een gemiddelde verlaging van ongeveer 100 cellen/l waargenomen in
vergelijking met placebo in de placebo-gecontroleerde gepoolde analyse. De gemiddelde absolute
aantallen lymfocyten bleven stabiel bij dagelijkse dosering gedurende maximaal 102 weken. De
afnames van het aantal lymfocyten werden niet in verband gebracht met klinisch relevante
bijwerkingen. De klinische significantie van deze afname in het aantal lymfocyten ten opzichte van
placebo is niet bekend.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Onglyza had geen klinisch effect van betekenis op het QTc-interval of de hartslag bij orale doseringen
tot 400 mg per dag gedurende 2 weken (80 maal de aanbevolen dosering). In het geval van een
overdosering moet de juiste ondersteunende behandeling worden gestart afhankelijk van de klinische
toestand van de patiënt. Saxagliptine en haar belangrijkste metaboliet kunnen door hemodialyse
worden verwijderd (23% van de dosis gedurende 4 uur).
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Anti-diabetica. Dipeptidylpeptidase-4 (DPP-4)-remmers,
ATC-code: A10BH03.
Werkingsmechanisme en farmacodynamische effecten
Saxagliptine is een zeer krachtige (Ki: 1,3 nM), selectieve, reversibele, competitieve, DPP-4-remmer.
Bij patiënten met diabetes type 2 leidde toediening van saxagliptine tot een remming van de
Klinische werkzaamheid en veiligheid
In gerandomiseerde, gecontroleerde, dubbelblinde klinische studies (inclusief ervaring opgedaan
tijdens de ontwikkeling en postmarketing) werden meer dan 17.000 patiënten met diabetes type 2
behandeld met Onglyza.
Glucoseregulatie
In totaal werden 4.148 patiënten met diabetes type 2, waaronder 3.021 patiënten die met saxagliptine
werden behandeld, gerandomiseerd in 6 dubbelblinde, gecontroleerde klinische veiligheids- en
werkzaamheidsstudies die werden uitgevoerd om de effecten van saxagliptine op de
bloedglucoseregulatie te evalueren. Behandeling met 5 mg saxagliptine eenmaal daags in
monotherapie, en ook in combinaties met metformine (initiële combinatietherapie of add-on
combinatietherapie), een sulfonylureumderivaat of een thiazolidinedion, resulteerde in klinisch
relevante en statistisch significante verbeteringen van hemoglobine-A1c (HbA1c), nuchter
plasmaglucose (fasting plasma glucose, FPG) en postprandiale glucose (PPG) in vergelijking met
placebo (zie Tabel 2). Daarnaast was er geen duidelijke verandering van het lichaamsgewicht
geassocieerd met saxagliptine. Verlagingen van HbA1c werden waargenomen bij subgroepen
waaronder geslacht, leeftijd, ras, en de baseline-bodymass index (BMI), en hogere baseline-HbA1c
werd geassocieerd met een grotere gecorrigeerde gemiddelde verandering ten opzichte van baseline
met saxagliptine.
Saxagliptine als monotherapie
Twee dubbelblinde, placebo-gecontroleerde studies met een duur van 24 weken werden uitgevoerd om
de werkzaamheid en veiligheid van saxagliptine-monotherapie te onderzoeken bij patiënten met
diabetes type 2. In beide studies liet eenmaal daagse behandeling met saxagliptine significante
verbeteringen van HbA1c zien (zie tabel 2). De uitkomsten van deze studies werden bevestigd door
twee daaropvolgende 24 weken durende regionale (Aziatische) monotherapie-studies, waarin
saxagliptine 5 mg vergeleken werd met placebo.
Saxagliptine als add-on combinatietherapie met metformine
Een placebogecontroleerde studie met een duur van 24 weken als add-on combinatietherapie met
metformine werd uitgevoerd om de werkzaamheid en veiligheid van saxagliptine in combinatie met
metformine te onderzoeken bij patiënten met inadequate bloedglucoseregulatie (HbA1c 7-10%) op
metformine alleen. Saxagliptine (n=186) liet significante verbeteringen zien van HbA1c, FPG en PPG
in vergelijking met placebo (n=175). De verbetering van HbA1c, PPG en FPG na behandeling met
5 mg saxagliptine plus metformine hield aan tot week 102. De HbA1c-verandering met saxagliptine
5 mg plus metformine (n=31) vergeleken met placebo plus metformine (n=15) was 0,8% in week
102.
Saxagliptine als add-on combinatietherapie met metformine versus SU add-on combinatietherapie met
metformine
Een 52 weken durende studie werd uitgevoerd om de werkzaamheid en veiligheid te onderzoeken van
saxagliptine 5 mg in combinatie met metformine (428 patiënten) ten opzichte van een sulfonylureum
(glipizide, 5 mg, afhankelijk van de behoefte opgetitreerd naar 20 mg, gemiddelde dosering 15 mg) in
combinatie met metformine (430 patiënten), bij 858 patiënten die onvoldoende gereguleerd waren
(HbA1c 6,5% - 10 %) met alleen metformine. In iedere behandelgroep was de gemiddelde dosis
metformine circa 1900 mg. Na 52 weken werden vergelijkbare waarden gevonden in de saxagliptine-
Saxagliptine add-on combinatietherapie met metformine versus sitagliptine add-on combinatie-
therapie met metformine
Een 18 weken durende studie werd uitgevoerd om de werkzaamheid en veiligheid te onderzoeken van
saxagliptine 5 mg in combinatie met metformine (403 patiënten) ten opzichte van sitagliptine 100 mg
in combinatie met metformine (398 patiënten), bij 801 patiënten die onvoldoende gereguleerd waren
met alleen metformine. Na 18 weken werden vergelijkbare waarden gevonden voor saxagliptine en
sitagliptine voor de gemiddelde dalingen van HbA1c ten opzichte van de uitgangswaarde, zowel
geanalyseerd volgens protocol als met een volledige analyse. De afnames van HbA1c, geanalyseerd
volgens protocol, waren bij saxagliptine en sitagliptin respectievelijk -0.5% (gemiddelde en mediaan)
en -0,6% (gemiddelde en mediaan), ten opzichte van de uitgangswaarde. Bij de volledige analyse, ter
bevestiging, waren de gemiddelde afnames -0,4% en -0,6% voor respectievelijk saxagliptine en
sitagliptin, met mediane afnames van -0,5% voor beide groepen.
Saxagliptine in combinatie met metformine als initiële therapie
Een 24 weken durende studie werd uitgevoerd om de werkzaamheid en veiligheid te onderzoeken van
saxagliptine 5 mg in combinatie met metformine als initiële combinatietherapie bij voorheen
onbehandelde patiënten met een inadequate bloedglucoseregulatie (HbA1c 8-12%). De initiële
combinatietherapie met saxagliptine 5 mg plus metformine (n=306) gaf significante verbeteringen van
HbA1c, FPG en PPG in vergelijking met alleen saxagliptine (n=317) of metformine (n=313) als
initiële therapie. Verlagingen van HbA1c vanaf baseline tot week 24 werden gezien in alle
onderzochte subgroepen ingedeeld op baseline HbA1c, met sterkere verlagingen bij patiënten met een
baseline HbA1c 10% (zie Tabel 2). De verbetering van HbA1c, PPG en FPG na initiële behandeling
met 5 mg saxagliptine plus metformine hield aan tot week 76. De HbA1c-verandering met
saxagliptine 5 mg plus metformine (n=177) vergeleken met placebo plus metformine (n=147) was
-0,5% in week 76.
Saxagliptine als add-on combinatietherapie met glibenclamide
Een placebogecontroleerde studie met een duur van 24 weken als add-on combinatietherapie werd
uitgevoerd om de werkzaamheid en veiligheid te onderzoeken van saxagliptine in combinatie met
glibenclamide bij patiënten met een inadequate bloedglucoseregulatie tijdens de inclusie (HbA1c
7,5-10%) op een submaximale dosering van glibenclamide alleen. Saxagliptine in combinatie met een
vaste, tussenliggende dosering van een sulfonylureumderivaat (glibenclamide 7,5 mg) werd
vergeleken met titratie naar een hogere dosering van glibenclamide (bij ongeveer 92% van de
patiënten in de placebo plus glibenclamide groep werd de dosis verhoogd naar een uiteindelijke totale
dagelijkse dosis van 15 mg). Saxagliptine (n=250) gaf significante verbeteringen van HbA1c, FPG en
PPG in vergelijking met titratie naar een hogere dosis glibenclamide (n=264). De verbetering van
HbA1c en PPG na behandeling met 5 mg saxagliptine hield aan tot week 76. De HbA1c-verandering
met saxagliptine 5 mg (n=56) vergeleken met placebo plus opgetitreerd glibenclamide (n=27) was
-0,7% in week 76.
Saxagliptine als add-on combinatietherapie met insuline (met of zonder metformine)
Een totaal van 455 patiënten met diabetes type 2 nam deel aan een 24 weken durende
gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde studie naar de werkzaamheid en veiligheid van
saxagliptine in combinatie met een vaste dosis insuline (gemiddelde uitgangswaarde: 54,2 eenheden).
De patiënten vertoonden onvoldoende bloedglucoseregulatie (HbA1c 7,5% en 11%) met insuline
alleen (n=141) of met insuline in combinatie met een vaste dosis metformine (n=314). Saxagliptine 5
Saxagliptine als add-on combinatietherapie met een thiazolidinedion
Een placebogecontroleerde studie met een duur van 24 weken werd uitgevoerd om de werkzaamheid
en veiligheid te onderzoeken van saxagliptine in combinatie met een thiazolidinedion (TZD) bij
patiënten met een inadequate bloedglucoseregulatie (HbA1c 7%-10,5%) met TZD alleen. Saxagliptine
(n=183) zorgde voor significante verbeteringen van HbA1c, FPG en PPG in vergelijking met placebo
(n=180). De verbetering van HbA1c, PPG en FPG na behandeling met saxagliptine 5 mg hield aan tot
week 76. De HbA1c-verandering met saxagliptine 5 mg (n=82) vergeleken met TZD plus placebo
(n=53) was -0.9% in week 76.
Saxagliptine als add-on combinatietherapie met metformine en een sulfonylureumderivaat
Een totaal van 257 patiënten met diabetes type 2 nam deel aan een 24 weken durende
gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde studie naar de werkzaamheid en veiligheid van
saxagliptine (5 mg eenmaal daags) in combinatie met metformine plus een sulfonylureumderivaat
(SU) bij patiënten met een inadequate bloedglucoseregulatie (HbA1c 7% en 10%). Saxagliptine
(n=127) toonde significante verbeteringen in HbA1c en PPG ten opzichte van placebo (n=128). De
HbA1c-verandering van saxagliptine ten opzichte van placebo was 0,7% in week 24.
Saxagliptine als add-on bij dapagliflozine plus metforminetherapie
In een 24 weken durende gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde studie bij patiënten
met diabetes type 2 werd saxagliptine 5 mg als add-on-therapie vergeleken met placebo bij patiënten
met HbA1c 7-10,5% behandeld met dapagliflozine (een SGLT2-remmer) en metformine. Patiënten die
de initiële 24 weken durende studieperiode afmaakten, kwamen in aanmerking voor deelname aan een
gecontroleerde, 28 weken durende, langetermijnstudie-extensie (52 weken).
Patiënten behandeld met saxagliptine als add-on-therapie bij dapagliflozine en metformine (n=153)
bereikten na 24 weken statistisch significant (p-waarde < 0,0001) grotere dalingen in HbA1c in
vergelijking met de groep waarin placebo werd toegevoegd aan dapagliflozine plus metformine
(n=162) (zie Tabel 2). Het effect op HbA1c waargenomen in week 24 hield aan tot week 52. Het
veiligheidsprofiel van saxagliptine als add-on bij dapagliflozine plus metformine in de
langetermijnbehandelperiode was consistent met het profiel waargenomen in de 24 weken durende
behandelperiode in deze studie en in de studie waarin saxagliptine en dapagliflozine gelijktijdig
werden toegediend als add-on-therapie aan patiënten behandeld met metformine (hieronder
beschreven).
Aantal patiënten dat HbA1c < 7% bereikte
Het aantal patiënten dat in week 24 HbA1c < 7% bereikte, lag met 35,3% hoger in de groep met
saxagliptine 5 mg plus dapagliflozine plus metformine (95% BI [28,2, 42,4]) ten opzichte van de
23,1% in de groep met placebo plus dapagliflozine plus metformine (95% BI [16,9, 29,3]). Het effect
op HbA1c waargenomen in week 24 hield aan tot week 52.
De belangrijkste resultaten met betrekking tot de werkzaamheid van Onglyza 5 mg
per dag in placebogecontroleerde monotherapiestudies en in studies met add-on
combinatietherapie
Gemiddelde
Gemiddelde
Placebo-gecorrigeerde
baseline
verandering2 ten
gemiddelde
HbA1c (%)
opzichte van
verandering van
baseline- HbA1c (%)
HbA1c (%) in week 24
in week 24
(95% BI)
MONOTHERAPIESTUDIES
Studie CV181011 (n=103)
8,0
-0,5
-0,6 (-0,9 -0,4)3
Studie CV181038 (n=69)
7,9
-0,7 (`s ochtends)
-0,4 (-0,7 -0,1) 4
(n=70)
7,9
-0,6 (`s avonds)
-0,4 (-0,6 -0,1) 5
ADD-ON/COMBINATIESTUDIES
Studie CV181014: Add-on
8,1
-0,7
-0,8 (-1,0 -0,6)3
combinatietherapie met metformine
(n=186)
Studie CV181040: Add-on
8,5
-0,6
-0,7 (-0,9 -0,6)3
combinatietherapie met SU1 (n=250)
Studie D1680L00006: add-on
8,4
-0,7
-0,7 (-0,9 -0,5)3
combinatietherapie met metformine
plus SU (n=257)
Studie CV181013: Add-on
8,4
-0,9
-0,6 (-0,8 -0,4)3
combinatietherapie met TZD
(n=183)
Studie CV181039: initiële
combinatie met metformine6
Totale populatie (n=306)
9,4
-2,5
-0,5 (-0,7 -0,4) 7
Baseline-HbA1c 10% subgroep
10,8
-3,3
-0,6 (-0,9 -0,3) 8
(n=107)
Studie CV181168: sequentiële add-
7,9
-0,5
-0,4 (-0,5 -0,2)9
on bij dapagliflozine + metformine
(n=315)
Studie CV181057: Add-on
8,7
-0,7
-0,4 (-0,6 -0,2)3
combinatietherapie met insuline
(+/- metformine)
Totale populatie (n=300)
n=Gerandomiseerde patiënten (primaire intention-to-treat analyse met betrekking tot werkzaamheid) met beschikbare
gegevens.
1 In de placebo-groep werd glibenclamide getitreerd van 7,5 mg tot een totale dagelijkse dosis van 15 mg.
2 Gecorrigeerde gemiddelde verandering ten opzichte van baseline gecorrigeerd voor de baselinewaarde (ANCOVA).
3 p<0,0001 in vergelijking met placebo.
4 p=0,0059 in vergelijking met placebo.
5 p=0,0157 in vergelijking met placebo.
6 Metformine werd getitreerd van 500 tot 2000 mg per dag, voor zover dit verdragen werd.
7 Gemiddelde HbA1c verandering is het verschil tussen de groep met saxagliptine + metformine en de groep met
metformine alleen (p<0,0001).
8 Gemiddelde HbA1c-verandering is het verschil tussen de groep met saxagliptine + metformine en de groep met
metformine alleen.
9 Gemiddelde HbA1c-verandering is het verschil tussen de groep met saxagliptine + dapagliflozine + metformine en de
groep met dapagliflozine + metformine (p<0,0001).
Saxaglipine en dapagliflozine als add-on bij metforminetherapie
Een totaal van 534 volwassen patiënten met diabetes type 2 en een inadequate bloedglucoseregulatie
met metformine alleen (HbA1c 8% - 12%) nam deel aan een 24 weken durende gerandomiseerde,
dubbelblinde, met werkzame comparator gecontroleerde studie waarin de combinatie van saxagliptine
en dapagliflozine als add-on bij metformine werd vergeleken met hetzij saxagliptine, hetzij
dapagliflozine als add-on bij metformine. De patiënten werden gerandomiseerd naar een van drie
De groep met saxagliptine plus dapagliflozine bereikte in week 24 significant grotere dalingen in
HbA1c dan de groepen die enkel saxagliptine of dapagliflozine kregen (zie Tabel 3).
Tabel 3
HbA1c in week 24 in een studie met werkzame controle waarin de combinatie van
saxagliptine en dapagliflozine als add-on bij metformine werd vergeleken met hetzij
saxagliptine hetzij dapagliflozine als add-on bij metformine
Saxagliptine
5 mg
+ dapagliflozine
Saxagliptine
Dapagliflozine
Werkzaamheidsparameter
10 mg
5 mg
10 mg
+ metformine
+ metformine
+ metformine
N=1792
N=1762
N=1792
HbA1c (%) in week 241
Baseline (gemiddeld)
8,93
9,03
8,87
Verandering t.o.v. baseline
(gecorrigeerd gemiddelde3)
(95% Betrouwhaarheidsinterval
-1,47
-0,88
-1,20
[BI])
(-1,62, -1,31)
(-1,03, -0,72)
(-1,35, -1,04)
Verschil met saxagliptine +
metformine (gecorrigeerd
gemiddelde3)
-0,594
(95% BI)
(-0,81, -0,37)
-
-
Verschil met dapagliflozine +
metformine (gecorrigeerd
gemiddelde3)
-0,275
(95% BI)
(-0,48, -0,05)
-
-
1 LRM = Longitudinal repeated measures (met gebruik van waarden voor rescue-medicatie).
2 Gerandomiseerde en behandelde patiënten met een baselinewaarde en ten minste 1 werkzaamheidsmeting na baseline.
3 Kleinstekwadratengemiddelde gecorrigeerd voor de baselinewaarde
4 p-waarde < 0,0001.
5 p-waarde = 0,0166.
Aantal patiënten dat HbA1c < 7% bereikt
In de combinatiegroep met saxagliptine en dapagliflozine bereikte 41,4% (95% BI [34,5, 48,2]) van de
patiënten HbA1c-waarden lager dan 7% in vergelijking met 18,3% (95% BI [13,0, 23,5]) van de
patiënten in de saxagliptinegroep en 22,2% (95% BI [16,1, 28,3]) van de patiënten in de
dapagliflozinegroep.
Patiënten met een nierfunctiestoornis
Een 12 weken durende, multicenter, gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde studie
werd uitgevoerd om het behandeleffect van saxagliptine 2,5 mg eenmaal daags ten opzichte van
placebo te onderzoeken bij 170 patiënten (85 patiënten kregen saxagliptine en 85 patiënten kregen
placebo) met diabetes type 2 (HbA1c 7,0-11%) en een verminderde nierfunctie (matig [n=90], ernstig
[n=41] of ESRD [n=39]). Tijdens deze studie kreeg 98,2% van de patiënten een andere
bloedglucoseverlagende behandeling (75,3% gebruikte insuline en 31,2% gebruikte orale
antihyperglykemische geneesmiddelen; sommige patiënten gebruikten beide). Saxagliptine vertoonde
een significante daling in HbA1c ten opzichte van placebo; de HbA1c-verandering bij saxagliptine
was -0,9% in week 12 (HbA1c-verandering van -0,4% voor placebo). De verbeteringen in HbA1c,
volgend op een behandeling met saxagliptine 2,5 mg hielden aan tot week 52; het aantal patiënten dat
gedurende 52 weken deelnam aan de studie zonder aanpassing van de andere antihyperglykemische
Saxagliptin Assessment of Vascular Outcomes Recorded in Patients with Diabetes Mellitus-
Thrombolysis in Myocardial Infarction (SAVOR) studie
SAVOR was een cardiovasculaire uitkomststudie bij 16.492 patiënten met HbA1C 6,5% en <12%
(12.959 met vastgestelde cardiovasculaire aandoeningen; 3.533 met alleen meerdere risicofactoren)
die werden gerandomiseerd naar saxagliptine (n=8.280) of placebo (n=8.212) in aanvulling op
regionale standaardzorg voor HbA1c en cardiovasculaire risicofactoren. De studiepopulatie bevatte
patiënten 65 jaar (n=8.561) en 75 jaar (n=2.330), met normale nierfunctie of milde
nierinsufficiëntie (n=13.916) evenals matige (n=2.240) of ernstige (n=336) nierinsufficiëntie.
Het primaire eindpunt op veiligheid (non-inferioriteit) en werkzaamheid (superioriteit) was een
samengesteld eindpunt, bestaand uit de tijd tot het eerste optreden van één van de volgende ernstige
cardiovasculaire voorvallen (MACE): cardiovasculair overlijden, niet-fataal myocardinfarct of
niet-fatale ischemische beroerte.
Na een opvolging van gemiddeld 2 jaar, behaalde de studie zijn primaire veiligheidseindpunt waarmee
werd aangetoond dat saxagliptine, als toevoeging op bestaande achtergrondtherapie, het
cardiovasculaire risico bij patiënten met diabetes type 2 niet verhoogt ten opzichte van placebo.
Er werd geen voordeel waargenomen met betrekking tot ernstige cardiovasculaire voorvallen (MACE)
of mortaliteit ongeacht de oorzaak.
Tabel 4: Primaire en secundaire klinische eindpunten per behandelgroep in de SAVOR-studie1
Saxagliptine
Placebo
(N=8.280)
(N=8.212)
Proefpersonen
Voorval
Proefpersonen
Voorval
met voorvallen
incidentie per 100 met voorvallen
incidentie per
n (%)
patiëntjaren
n (%)
100
Hazard Ratio
Eindpunt
patiëntjaren
(95% CI)2
Primair
613 (7,4)
3,76
609 (7,4)
3,77
1,00
samengesteld
(0,89; 1,12)3,4,5
eindpunt: MACE
Secundair
1.059 (12,8)
6,72
1.034 (12,6)
6,60
1,02
samengesteld
(0,94; 1,11)6
eindpunt: MACE-
plus
All-cause mortaliteit 420 (5,1)
2,50
378 (4,6)
2,26
1,11
(0,96; 1,27)6
1
Intent-to-treat populatie
2
Hazard ratio gecorrigeerd voor baseline-nierfunctiecategorie en baseline-cardiovasculaire risicocategorie.
3
p-waarde <0,001 voor non-inferioriteit (gebaseerd op HR <1,3) ten opzichte van placebo
4
p-waarde = 0,99 voor superioriteit (gebaseerd op HR <1,0) ten opzichte van placebo
5
De voorvallen accumuleerden zich consistent in de tijd en de voorvalincidentie in de tijd verschilde voor Onglyza
niet opvallend van placebo
6
Significantie niet getest.
Eén component van het secundaire samengestelde eindpunt, ziekenhuisopname als gevolg van
hartfalen, kwam vaker voor in de saxagliptinegroep (3,5%) dan in de placebogroep (2,8%), met een
nominaal statistische significantie in het voordeel van placebo [HR=1,27; (95% CI 1,07; 1,51);
P=0,007]. Klinisch relevante factoren met een voorspellende waarde voor een verhoogd relatief risico
bij behandeling met saxagliptine konden niet met zekerheid worden aangewezen. Proefpersonen met
een verhoogd risico op ziekenhuisopname als gevolg van hartfalen, ongeacht de toegewezen
Een ander secundair eindpunt, mortaliteit ongeacht de oorzaak, werd in 5,1% van de saxagliptinegroep
bereikt en in 4,6% van de placebogroep (zie Tabel 4). Cardiovasculair overlijden kwam in
vergelijkbare mate voor in beide behandelgroepen. Er was een numerieke onevenredigheid in
niet-cardiovasculair overlijden, met een hoger aantal voorvallen bij saxagliptine (1,8%) dan bij
placebo (1,4%) [HR=1,27; (95% CI 1,00; 1,62); P=0,051].
In een verkennende analyse was het A1c lager voor saxagliptine ten opzichte van placebo.
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting om de resultaten in
te dienen van onderzoek met Onglyza in een of meerdere subgroepen van pediatrische patiënten met
diabetes mellitus type 2 (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
Oudere patiënten
In de SAVOR-studie waren de werkzaamheid en veiligheid binnen subpopulaties, ouderen >65 jaar en
ouderen >75 jaar, consistent met de gegevens van de totale studiepopulatie.
GENERATION was een 52 weken durende studie naar de glucoseregulatie bij 720 oudere patiënten;
de gemiddelde leeftijd was 72,6 jaar, 433 proefpersonen (60,1%) waren jonger dan 75 jaar en 287
proefpersonen (39,9%) waren 75 jaar of ouder. Het primaire eindpunt was het percentage patiënten dat
een HbA1c bereikte van <7%, zonder bevestigde of ernstige hypoglykemie. Er bleek geen verschil te
zijn in het percentage responders: 37,9% (saxagliptine) en 38,2% (glimepiride) bereikte het primaire
eindpunt. Een kleiner gedeelte van de patiënten in de saxagliptinegroep (44,7%), ten opzichte van de
glimepiridegroep (54,7%), bereikte een HbA1c-doelstelling van 7,0%. Een kleiner gedeelte van de
patiënten in de saxagliptinegroep (1,1%), ten opzichte van de glimepiridegroep (15,3%), ervoer een
bevestigde of ernstige hypoglykemie.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
De farmacokinetiek van saxagliptine en haar belangrijkste metaboliet waren vergelijkbaar in gezonde
proefpersonen en in patiënten met diabetes type 2.
Absorptie
Saxagliptine werd snel geabsorbeerd na orale toediening in nuchtere toestand. De maximale
plasma-concentraties (Cmax) van saxagliptine en haar belangrijkste metaboliet werden bereikt binnen
respectievelijk 2 en 4 uur (Tmax). De Cmax en AUC-waarden van saxagliptine en haar belangrijkste
metaboliet namen evenredig toe met verhoging van de saxagliptinedosering, en deze
dosis-proportionaliteit werd waargenomen bij doseringen tot 400 mg. Na een enkele dosis van 5 mg
saxagliptine aan gezonde proefpersonen waren de gemiddelde plasma-AUC-waarden voor
saxagliptine en haar belangrijkste metaboliet respectievelijk 78 ng·u/ml en 214 ng·u/ml. De
overeenkomstige Cmax-waarden waren respectievelijk 24 ng/ml en 47 ng/ml. De variatiecoëfficiënten
van de Cmax en AUC van saxagliptine tussen de proefpersonen waren minder dan 12%.
De remming van DPP-4-plasma-activiteit door saxagliptine gedurende minstens 24 uur na orale
toediening van saxagliptine is toe te schrijven aan de sterke werkzaamheid, hoge affiniteit en een
verlengde binding op de actieve plaats.
Interactie met voedsel
Voedsel had een betrekkelijk bescheiden invloed op de farmacokinetiek van saxagliptine bij gezonde
vrijwilligers. Toediening met voedsel (een maaltijd met een hoog vetgehalte) resulteerde niet in een
verandering van de Cmax van saxagliptine en een 27% verhoging van de AUC vergeleken met de
Distributie
De in vitro eiwitbinding van saxagliptine en haar belangrijkste metaboliet in menselijk plasma is
verwaarloosbaar. De verwachting is daarom dat veranderingen van bloedeiwit-niveaus bij diverse
ziektebeelden (bijvoorbeeld nier- of leverfunctiestoornissen) de werking van saxagliptine niet zullen
veranderen.
Biotransformatie
De biotransformatie van saxagliptine wordt primair geregeld door cytochroom-P450 3A4/5
(CYP3A4/5). De belangrijkste metaboliet van saxagliptine is ook een selectieve, reversibele,
competitieve DPP-4-remmer, half zo werkzaam als saxagliptine.
Eliminatie
De gemiddelde terminale plasmahalfwaardetijden (t1/2) van saxagliptine en haar belangrijkste
metaboliet zijn respectievelijk 2,5 en 3,1 uur, terwijl de gemiddelde halfwaardetijd voor remming van
DPP-4 in plasma 26,9 uur was. Saxagliptine wordt geëlimineerd door zowel de nieren als de lever. Na
een enkele 50 mg dosis van 14C-saxagliptine werd 24%, 36% en 75% van de dosis uitgescheiden in de
urine als respectievelijk saxagliptine, haar belangrijkste metaboliet, en volledige radioactiviteit. De
gemiddelde renale klaring van saxagliptine (~230 ml/min) was groter dan de gemiddelde geschatte
glomerulaire filtratiesnelheid (~120 ml/min), wijzend op enige actieve renale uitscheiding. Voor de
belangrijkste metaboliet waren de waarden van de renale klaring vergelijkbaar met de geschatte
glomerulaire filtratiesnelheid. In totaal werd 22% van de toegediende radioactiviteit teruggevonden in
feces, wat overeenkomt met het gedeelte van de dosis saxagliptine dat wordt uitgescheiden via gal
en/of niet-opgenomen geneesmiddel vanuit het maagdarmkanaal.
Lineariteit
De Cmax en AUC van saxagliptine en haar belangrijkste metaboliet namen evenredig toe met de
saxagliptinedosis. Bij herhaalde eenmaal daagse toediening werd op geen enkel dosisniveau een
opstapeling van betekenis gezien van saxagliptine of haar belangrijkste metaboliet. Bij eenmaal daagse
toediening van doses uiteenlopend van 2,5 tot 400 mg saxagliptine gedurende 14 dagen werd geen
dosis- of tijdsafhankelijkheid gezien in de klaring van saxagliptine en haar belangrijkste metaboliet.
Specifieke populaties
Nierfunctiestoornissen
Een open-label studie met enkelvoudige dosis werd uitgevoerd om de farmacokinetiek van een 10 mg
orale dosering saxagliptine te onderzoeken bij patiënten met een verschillende mate van chronische
nierfunctiestoornis vergeleken met patiënten met een normale nierfunctie. In de studie werden zowel
patiënten ingesloten met een nierfunctiestoornis, geclassificeerd op basis van de creatinineklaring als
mild (GFR ongeveer 45 tot < 90 ml/min), matig (GFR ongeveer 30 tot < 45 ml/min), of ernstig
(GFR ongeveer <30 ml/min), als hemodialysepatiënten met ESRD.
De mate van nierfunctiestoornis had geen invloed op de Cmax van saxagliptine of op die van de
voornaamste metaboliet. Bij patiënten met een milde nierfunctiestoornis werden gemiddelde AUC-
waarden voor saxagliptine en haar belangrijkste metaboliet waargenomen die respectievelijk factor 1,2
en factor 1,7 hoger waren dan de gemiddelde AUC-waarden bij patiënten met een normale nierfunctie.
Omdat dergelijke toenames niet klinisch relevant zijn, wordt geen dosisaanpassing aanbevolen bij
patiënten met een milde nierfunctiestoornis. Bij patiënten met matige of ernstige
nierfunctiestoornissen en bij dialysepatiënten met ESRD waren de AUC-waarden verhoogd met
respectievelijk factor 2,1 en factor 4,5 ten opzichte van de AUC-waarden bij patiënten met een
normale nierfunctie.
Leverfunctiestoornissen
Bij patiënten met een milde (Child-Pugh klasse A), matige (Child-Pugh klasse B), of ernstige
(Child-Pugh klasse C) leverfunctiestoornis waren de blootstellingen aan saxagliptine respectievelijk
Ouderen ( 65 jaar)
Oudere patiënten (65-80 jaar) hadden een circa 60% hogere saxagliptine-AUC dan jonge patiënten
(18-40 jaar). Omdat dit niet klinisch relevant wordt geacht wordt geen dosisaanpassing van Onglyza
aanbevolen alleen op basis van leeftijd.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Bij Cynomolgusapen veroorzaakte saxagliptine reversibele huidbeschadigingen (korsten, zweren en
necrose) aan de extremiteiten (staart, vingers of tenen, scrotum en/of neus) bij doseringen
3 mg/kg/dag. Het niveau waarbij geen effect optreedt (NOEL) voor wat betreft huidbeschadigingen is
respectievelijk 1 en 2 maal de menselijke blootstelling voor saxagliptine en de belangrijkste metaboliet
bij de aanbevolen menselijke dosering van 5 mg/dag (RHD).
De klinische relevantie van de huidbeschadigingen is onbekend, klinische correlaties met
huidbeschadigingen bij apen werden echter niet waargenomen in klinische onderzoeken met
saxagliptine bij de mens.
Gevallen van immuungerelateerde, minimale, niet-progressieve lymfoïde hyperplasie van de milt,
lymfeknopen en het beenmerg zonder nadelige gevolgen zijn gemeld bij alle soorten die zijn
onderzocht bij blootstellingen vanaf 7-maal de RHD.
Saxagliptine veroorzaakte gastro-intestinale toxiciteit bij honden, waaronder bloederige/slijmerige
feces en enteropathie bij hogere doseringen met een niveau waarbij geen effect optreedt van
respectievelijk 4 en 2 maal de menselijke blootstelling voor saxagliptine en de belangrijkste metaboliet
bij RHD.
Saxagliptine was niet genotoxisch in een conventionele reeks genotoxiciteitsstudies in vitro en in vivo.
In 2 jaar durende carcinogeniteitsbepalingen met muizen en ratten werd geen carcinogeen potentieel
gezien.
Effecten op de fertiliteit werden waargenomen bij mannelijke en vrouwelijke ratten bij hoge
doseringen die openlijke tekenen van toxiciteit veroorzaakten. Saxagliptine was niet teratogeen bij
elke dosering die bij ratten of konijnen is onderzocht. Bij hoge doses bij ratten veroorzaakte
saxagliptine verminderde botvorming (een vertraging in de ontwikkeling) van het foetale bekken en
verminderd foetaal lichaamsgewicht (bij optreden van maternale toxiciteit), met een NOEL van
respectievelijk 303 en 30 maal de menselijke blootstelling van saxagliptine en de belangrijkste
metaboliet bij RHD. Bij konijnen waren de effecten van saxagliptine beperkt tot kleine variaties aan
het skelet die alleen werden waargenomen bij doses waarbij maternale toxiciteit optrad (NOEL van
respectievelijk 158 en 224 maal de menselijke blootstelling van saxagliptine en de belangrijkste
metaboliet bij RHD). In een pre- en postnatale ontwikkelingsstudie bij ratten veroorzaakte saxagliptine
een verminderd gewicht van de jongen bij doses waarbij maternale toxiciteit optrad, met een NOEL
van respectievelijk 488 en 45 maal de menselijke blootstelling van saxagliptine en de belangrijkste
metaboliet bij RHD. De effecten op het lichaamsgewicht van de nakomelingen werden gezien tot 92
en 120 dagen na de geboorte bij respectievelijk vrouwelijke en mannelijke ratten.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Tabletkern:
lactosemonohydraat
microkristallijne cellulose (E460i)
croscarmellosenatrium (E468)
Filmomhulling:
Onglyza 2,5 mg, filmomhulde tabletten
polyvinylalcohol
macrogol 3350
titaandioxide (E171)
talk (E553b)
geel ijzeroxide (E172)
Onglyza 5 mg, filmomhulde tabletten
polyvinylalcohol
macrogol 3350
titaandioxide (E171)
talk (E553b)
rood ijzeroxide (E172)
Drukinkt:
Schellak
indigokarmijn aluminiumlak (E132)
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
Houdbaarheid
3 jaar.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Alu/Alu blister.
Onglyza 2,5 mg, filmomhulde tabletten
Verpakkingen van 14, 28 en 98 filmomhulde tabletten in niet-geperforeerde
kalenderblisterverpakkingen. Verpakkingen met 30x1 en 90x1 filmomhulde tabletten in geperforeerde
eenheidsblisterverpakkingen.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Onglyza 5 mg, filmomhulde tabletten
Verpakkingen van 14, 28, 56 en 98 filmomhulde tabletten in niet-geperforeerde blisterverpakkingen.
Verpakkingen van 14, 28, 56 en 98 filmomhulde tabletten in niet-geperforeerde
kalenderblisterverpakkingen.
Verpakkingen met 30x1 en 90x1 filmomhulde tabletten in geperforeerde eenheidsblisterverpakkingen.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Onglyza 2,5 mg, filmomhulde tabletten
EU/1/09/545/011 14 filmomhulde tabletten (kalenderblisterverpakking)
EU/1/09/545/012 28 filmomhulde tabletten (kalenderblisterverpakking)
EU/1/09/545/013 98 filmomhulde tabletten (kalenderblisterverpakking)
EU/1/09/545/014 30x1 filmomhulde tabletten (eenheidsblisterverpakking)
EU/1/09/545/015 90x1 filmomhulde tabletten (eenheidsblisterverpakking)
Onglyza 5 mg, filmomhulde tabletten
EU/1/09/545/001 14 filmomhulde tabletten
EU/1/09/545/002 28 filmomhulde tabletten
EU/1/09/545/003 56 filmomhulde tabletten
EU/1/09/545/004 98 filmomhulde tabletten
EU/1/09/545/005 14 filmomhulde tabletten (kalenderblisterverpakking)
EU/1/09/545/006 28 filmomhulde tabletten (kalenderblisterverpakking)
EU/1/09/545/007 56 filmomhulde tabletten (kalenderblisterverpakking)
EU/1/09/545/008 98 filmomhulde tabletten (kalenderblisterverpakking)
EU/1/09/545/009 30x1 filmomhulde tabletten (eenheidsblisterverpakking)
EU/1/09/545/010 90x1 filmomhulde tabletten (eenheidsblisterverpakking)
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 01 oktober 2009
Datum van laatste verlenging:
18 juli 2014
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
A. FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
B. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN
VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
AstraZeneca AB
Gärtunavägen
SE-151 85 Södertälje
Zweden
AstraZeneca UK Limited
Silk Road Business Park
Macclesfield
Cheshire
SK10 2NA
Verenigd Koninkrijk
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
OMDOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Onglyza 2,5 mg filmomhulde tabletten
saxagliptine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 2,5 mg saxagliptine (als hydrochloride).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose. Lees de bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 filmomhulde tabletten
28 filmomhulde tabletten
30x1 filmomhulde tabletten
90x1 filmomhulde tabletten
98 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
Voor oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
AstraZeneca AB
SE-151 85 Södertälje
Zweden
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/09/545/011 14 filmomhulde tabletten (kalenderblisterverpakking)
EU/1/09/545/012 28 filmomhulde tabletten (kalenderblisterverpakking)
EU/1/09/545/013 98 filmomhulde tabletten (kalenderblisterverpakking)
EU/1/09/545/014 30x1 filmomhulde tabletten (eenheidsblisterverpakking)
EU/1/09/545/015 90x1 filmomhulde tabletten (eenheidsblisterverpakking)
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
onglyza 2,5 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
STRIPS (GEPERFOREERD/NIET-GEPERFOREERD)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Onglyza 2,5 mg tabletten
saxagliptine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
AstraZeneca AB
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
KALENDERBLISTERVERPAKKING (NIET-GEPERFOREERD)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Onglyza 2,5 mg tabletten
saxagliptine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
AstraZeneca AB
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag
OMDOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Onglyza 5 mg filmomhulde tabletten
saxagliptine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 5 mg saxagliptine (als hydrochloride).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose. Lees de bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 filmomhulde tabletten
28 filmomhulde tabletten
30x1 filmomhulde tabletten
56 filmomhulde tabletten
90x1 filmomhulde tabletten
98 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
Voor oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
AstraZeneca AB
SE-151 85 Södertälje
Zweden
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/09/545/001 14 filmomhulde tabletten
EU/1/09/545/002 28 filmomhulde tabletten
EU/1/09/545/003 56 filmomhulde tabletten
EU/1/09/545/004 98 filmomhulde tabletten
EU/1/09/545/005 14 filmomhulde tabletten (kalenderblisterverpakking)
EU/1/09/545/006 28 filmomhulde tabletten (kalenderblisterverpakking)
EU/1/09/545/007 56 filmomhulde tabletten (kalenderblisterverpakking)
EU/1/09/545/008 98 filmomhulde tabletten (kalenderblisterverpakking)
EU/1/09/545/009 30x1 filmomhulde tabletten (eenheidsblisterverpakking)
EU/1/09/545/010 90x1 filmomhulde tabletten (eenheidsblisterverpakking)
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
onglyza 5 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
BLISTERVERPAKKING (GEPERFOREERD/NIET-GEPERFOREERD)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Onglyza 5 mg tabletten
saxagliptine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
AstraZeneca AB
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
KALENDERBLISTERVERPAKKING (NIET-GEPERFOREERD)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Onglyza 5 mg tabletten
saxagliptine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
AstraZeneca AB
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag
Onglyza 2,5 mg, filmomhulde tabletten
Saxagliptine
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, verpleegkundige of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter:
1.
Wat is Onglyza en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Onglyza en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Onglyza bevat de werkzame stof saxagliptine. Dit behoort tot de groep geneesmiddelen die `orale
anti-diabetica' worden genoemd. Deze geneesmiddelen helpen om de hoeveelheid suiker in uw bloed
op peil te houden.
Onglyza wordt bij volwassen patiënten van 18 jaar en ouder gebruikt bij suikerziekte (diabetes type 2)
als de ziekte niet voldoende gecontroleerd kan worden met een oraal diabetesgeneesmiddel, in
combinatie met een dieet en lichaamsbeweging. Onglyza wordt gebruikt alleen of samen met insuline
of andere anti-diabetica.
Het is belangrijk om het advies van uw arts of verpleegkundige over dieet en lichaamsbeweging te
blijven volgen.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
U heeft eerder een ernstige allergische reactie gehad op vergelijkbare geneesmiddelen die uw
bloedsuikergehalte verbeteren. Zie rubriek 4.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt:
als u insuline gebruikt. Onglyza mag niet worden gebruikt als vervanger van insuline;
als u diabetes type 1 heeft (uw lichaam maakt helemaal geen insuline) of diabetische
ketoacidose (een complicatie van diabetes met een hoog bloedsuikergehalte, snel
gewichtsverlies, misselijkheid of braken). Onglyza mag niet worden gebruikt om deze ziektes te
behandelen;
als u een aandoening aan de alvleesklier (pancreas) heeft of heeft gehad;
als u insuline of een oraal diabetesgeneesmiddel gebruikt dat `sulfonylureum' genoemd wordt.
Als u een van deze middelen samen met Onglyza gebruikt kan uw arts mogelijk uw dosering
van de insuline of van het sulfonylureum verlagen om een te laag bloedsuikergehalte te
voorkomen;
als u een ziekte heeft waardoor uw afweersysteem (tegen infecties) is verminderd, zoals
bijvoorbeeld bij de ziekte AIDS, of wanneer u geneesmiddelen krijgt na een
orgaantransplantatie;
als u last heeft van hartfalen of als u andere risicofactoren heeft voor het ontwikkelen van
hartfalen, zoals problemen met uw nieren. Uw arts zal u de verschijnselen en symptomen van
hartfalen uitleggen. U moet onmiddellijk uw arts, apotheker of verpleegkundige bellen als u een
van deze symptomen ervaart. De symptomen kunnen onder andere zijn een toenemende
kortademigheid, snelle toename van gewicht en opzwellen van de voeten (voetoedeem);
als u een verminderde nierfunctie heeft, dan zal uw arts bepalen of u een lagere sterkte Onglyza
moet gebruiken. Als u wordt behandeld met behulp van nierdialyse dan wordt Onglyza niet
aanbevolen voor u;
als u matige of ernstige leverproblemen heeft. Als u ernstige leverproblemen heeft, dan wordt
Onglyza niet aanbevolen voor u.
Huidbeschadigingen zijn een bekend probleem bij diabetes. Huiduitslag komt voor bij gebruik van
Onglyza (zie rubriek 4) en bij sommige diabetesgeneesmiddelen van hetzelfde soort als Onglyza. U
wordt aangeraden om het advies van uw arts of verpleegkundige over huidverzorging en verzorging
van uw voeten op te volgen. Neem contact op met uw arts als u blaren op uw huid heeft, omdat dit een
teken kan zijn van een aandoening die bulleus pemfigoïd wordt genoemd. Uw arts kan u vragen uw
behandeling met Onglyza te stoppen.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Onglyza wordt niet aanbevolen voor kinderen en jongeren onder de 18 jaar. Er zijn onvoldoende
gegevens beschikbaar over de veiligheid en werkzaamheid bij gebruik door kinderen en jongeren
onder de 18 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Onglyza nog andere geneesmiddelen of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker.
U moet het met name uw arts of apotheker vertellen als u geneesmiddelen gebruikt die een van de
volgende werkzame stoffen bevatten:
Carbamazepine, fenobarbital of fenytoïne. Deze kunnen worden gebruikt tegen epilepsie
(`vallende ziekte') of chronische pijn.
Dexamethason - dit is een corticosteroïd. Dit kan worden gebruikt om ontstekingen in
verschillende organen en delen van uw lichaam te behandelen.
Rifampicine. Dit is een antibioticum dat wordt gebruikt om infecties zoals tuberculose te
behandelen.
Ketoconazol. Dit kan worden gebruikt om schimmelinfecties te behandelen.
Diltiazem. Dit is een geneesmiddel dat wordt gebruikt om de bloeddruk te verlagen.
Zwangerschap en borstvoeding
Vraag uw arts om advies voordat u Onglyza gaat innemen als u zwanger bent of zwanger wilt worden.
U mag Onglyza niet gebruiken als u zwanger bent.
Vraag uw arts om advies als u borstvoeding wilt geven terwijl u dit geneesmiddel gebruikt. Het is niet
bekend of Onglyza bij de mens in de moedermelk terechtkomt. Wanneer u borstvoeding geeft of van
plan bent om borstvoeding te gaan geven dan mag u dit geneesmiddel niet gebruiken.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Onglyza bevat lactose
De tabletten bevatten lactose (melksuiker). Als uw arts u heeft verteld dat u bepaalde suikers niet
verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel inneemt.
Natriumgehalte
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis, dat wil zeggen dat het in
wezen `natriumvrij' is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
De aanbevolen dosering is eenmaal per dag 5 mg.
Als u een verminderde nierfunctie heeft, dan kan uw arts een lagere sterkte voorschrijven van eenmaal
daags 1 tablet van 2,5 mg.
Uw arts kan Onglyza alleen of samen met insuline of andere diabetesgeneesmiddelen voorschrijven.
Indien van toepassing neem deze andere geneesmiddelen zoals het aan u uitgelegd is door uw arts om
het beste resultaat voor uw gezondheid te behalen.
Hoe wordt dit middel gebruikt?
De tabletten mogen niet gebroken of gedeeld worden. Slik de tablet geheel door met water. U kunt de
tablet met of zonder voedsel innemen. De tablet kan op ieder moment van de dag worden ingenomen.
Probeer echter de tablet iedere dag op dezelfde tijd in te nemen. Dat helpt u om het innemen niet te
vergeten.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Neem direct contact op met uw arts als u meer tabletten heeft ingenomen dan zou mogen.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u bent vergeten om een dosis Onglyza in te nemen, neem deze dan alsnog als u eraan denkt.
Als het echter al bijna tijd is om de volgende dosis in te nemen, dan moet u de vergeten dosis
overslaan.
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Neem nooit 2 doses op dezelfde
dag.
Als u stopt met het gebruik van Onglyza
Blijf Onglyza gebruiken totdat uw arts u vertelt om te stoppen. Dit helpt om uw bloedsuiker onder
controle te houden.
Als u nog vragen heeft over het gebruik van dit geneesmiddel, vraag dan uw arts of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Symptomen van een ernstige allergische reactie (dit komt zelden voor, bij maximaal 1 op de 1000
mensen) kunnen zijn:
o Huiduitslag
o Rode, gezwollen vlekken op de huid (netelroos)
o Zwelling van gezicht, lippen, tong en keel waardoor ademhalen of slikken moeilijk
kan zijn.
Als u deze klachten heeft, stop dan met het gebruik van Onglyza en raadpleeg direct uw arts of
verpleegkundige. Uw arts kan u een geneesmiddel voorschrijven om uw allergische reactie te
behandelen en een ander geneesmiddel voor uw diabetes.
U moet stoppen met het gebruiken van Onglyza en onmiddellijk uw arts raadplegen als u last krijgt
van een van de volgende ernstige bijwerkingen:
ernstige en aanhoudende buikpijn (in de buurt van uw maag) die mogelijk uitstraalt naar uw rug,
gecombineerd met misselijkheid en overgeven. Dit kan namelijk een signaal zijn van een
ontstoken alvleesklier (pancreatitis).
U moet uw arts bellen als u de volgende bijwerking ervaart:
Ernstige gewrichtspijn.
Sommige patiënten hebben de volgende bijwerkingen gehad bij het gebruik van Onglyza en
metformine:
Vaak (komen voor bij maximaal 1 op de 10 gebruikers): infectie van de bovenkant van de
borstkas of longen, urineweginfectie, ontstoken maag of darmen, meestal veroorzaakt door een
infectie (gastro-enteritis), infectie van de bijholten met pijn en druk achter uw wangen en ogen
(sinusitis), ontstoken neus of keel (nasofaryngitis) (waarbij een verkoudheid of een zere keel
een aanwijzing kan zijn), hoofdpijn, spierpijn (myalgie), overgeven, maagontsteking (gastritis),
buikpijn en stoornis in de spijsvertering (dyspepsie).
Soms (komen voor bij maximaal 1 op de 100 gebruikers): gewrichtspijn (artralgie) en
moeilijkheden bij het krijgen of houden van een erectie (erectiele disfunctie).
Sommige patiënten hebben de volgende bijwerkingen gehad bij het gebruik van Onglyza en een
sulfonylureumderivaat:
Zeer vaak: te laag bloedsuikergehalte (hypoglykemie).
Vaak: infectie van de bovenkant van de borstkas of longen, urineweginfectie, ontstoken maag of
darmen, meestal veroorzaakt door een infectie (gastro-enteritis), infectie van de bijholten met
pijn en druk achter uw wangen en ogen (sinusitis), hoofdpijn, buikpijn en overgeven.
Soms: vermoeidheid, abnormale hoeveelheid lipiden (vetzuren) (dyslipidemie,
hypertriglyceridemie).
Sommige patiënten hebben de volgende bijwerkingen gehad bij het gebruik van Onglyza en een
thiazolidinedion:
Vaak: infectie van de bovenkant van de borstkas of longen, urineweginfectie, ontstoken maag of
darmen, meestal veroorzaakt door een infectie (gastro-enteritis), infectie van de bijholten met
pijn en druk achter uw wangen en ogen (sinusitis), hoofdpijn, overgeven, buikpijn en zwelling
van de handen, enkels of voeten (perifeer oedeem).
Sommige patiënten hebben de volgende bijwerkingen gehad bij het gebruik van Onglyza en
metformine en een sulfonylureumderivaat:
Vaak: duizeligheid, vermoeidheid, buikpijn en winderigheid.
Vaak: duizeligheid, diarree en buikpijn.
Sommige patiënten hebben de volgende bijwerkingen gehad bij het gebruik van alleen Onglyza of een
combinatie van Onglyza en een ander geneesmiddel:
Niet bekend (frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald): constipatie,
blaren op de huid (bulleus pemfigoïd).
Bij sommige patiënten is bij bloedonderzoek een lichte vermindering van het aantal van een bepaald
type witte bloedcellen (lymfocyten) aangetoond als alleen Onglyza of een combinatie van Onglyza en
een ander geneesmiddel was gebruikt.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de
blisterverpakking en de doos, na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand
is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Neem Onglyza niet in als de verpakking is beschadigd of als er is geprobeerd de verpakking te
openen.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is saxagliptine.
Elke filmomhulde tablet bevat 2,5 mg saxagliptine (in de vorm van hydrochloride).
De andere stoffen (hulpstoffen) in dit middel zijn:
Tabletkern: lactosemonohydraat, microkristallijne cellulose (E460i), croscarmellosenatrium
(E468), magnesiumstearaat.
Filmomhulling: polyvinylalcohol, macrogol 3350, titaandioxide (E171), talk (E553b) en geel
ijzeroxide (E172).
Drukinkt: schellak, indigokarmijn aluminiumlak (E132).
Hoe ziet Onglyza eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
2,5 mg filmomhulde tabletten zijn vaalgeel tot lichtgeel, aan twee kanten bol, rond. Op de ene
kant is '2,5' en op de andere kant '4214' in blauwe inkt gedrukt.
Tabletten zijn beschikbaar in aluminiumfolie blister.
2,5 mg tabletten zijn beschikbaar in verpakkingsgrootten van 14, 28 of 98 filmomhulde
tabletten in niet-geperforeerde kalenderblisterverpakkingen en 30x1 of 90x1 filmomhulde
tabletten in geperforeerde eenheidsblisterverpakkingen.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in uw land in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
AstraZeneca AB
SE-151 85 Södertälje
Zweden
Fabrikant
AstraZeneca AB
Gärtunavägen
SE-151 85 Södertälje
Zweden
AstraZeneca UK Limited
Silk Road Business Park
Macclesfield
Cheshire
SK10 2NA
Verenigd Koninkrijk
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Lietuva
AstraZeneca S.A./N.V.
UAB AstraZeneca Lietuva
Tel: +32 2 370 48 11
Tel: +370 5 2660550
Luxembourg/Luxemburg
AstraZeneca S.A./N.V.
.: +359 (2) 44 55 000
Tél/Tel: +32 2 370 48 11
Ceská republika
Magyarország
AstraZeneca Czech Republic s.r.o.
AstraZeneca Kft.
Tel: +420 222 807 111
Tel.: +36 1 883 6500
Danmark
Malta
AstraZeneca A/S
Associated Drug Co. Ltd
Tlf: +45 43 66 64 62
Tel: +356 2277 8000
Deutschland
Nederland
AstraZeneca GmbH
AstraZeneca BV
Tel: +49 40 809034100
Tel: +31 79 363 2222
Eesti
Norge
AstraZeneca
AstraZeneca AS
Tel: +372 6549 600
Tlf: +47 21 00 64 00
Österreich
AstraZeneca A.E.
AstraZeneca Österreich GmbH
: +30 2 106871500
Tel: +43 1 711 31 0
España
Polska
AstraZeneca Farmacéutica Spain, S.A.
AstraZeneca Pharma Poland Sp. z o.o.
Tel: +34 91 301 91 00
Tel.: +48 22 245 73 00
France
Portugal
AstraZeneca
AstraZeneca Produtos Farmacêuticos, Lda.
Tél: +33 1 41 29 40 00
Tel: +351 21 434 61 00
Hrvatska
România
AstraZeneca d.o.o.
AstraZeneca Pharma SRL
Tel: +385 1 4628 000
Tel: +40 21 317 60 41
Ireland
Slovenija
AstraZeneca Pharmaceuticals (Ireland) DAC
AstraZeneca UK Limited
Tel: +353 1609 7100
Tel: +386 1 51 35 600
Ísland
Slovenská republika
Vistor hf.
AstraZeneca AB, o.z.
Sími: +354 535 7000
Tel: +421 2 5737 7777
Italia
Suomi/Finland
AstraZeneca S.p.A.
AstraZeneca Oy
Tel: +39 02 9801 1
Puh/Tel: +358 10 23 010
Sverige
µ
AstraZeneca AB
: +357 22490305
Tel: +46 8 553 26 000
Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
AstraZeneca UK Ltd
Tel: +371 67377100
Tel: +44 1582 836 836
Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
Onglyza 5 mg, filmomhulde tabletten
Saxagliptine
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, verpleegkundige of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat. Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter:
1.
Wat is Onglyza en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Onglyza en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Onglyza bevat de werkzame stof saxagliptine. Dit behoort tot de groep geneesmiddelen die `orale
anti-diabetica' worden genoemd. Deze geneesmiddelen helpen om de hoeveelheid suiker in uw bloed
op peil te houden.
Onglyza wordt gebruikt bij volwassen patiënten van 18 jaar en ouder bij suikerziekte (diabetes type 2)
als de ziekte niet voldoende gecontroleerd kan worden met een oraal diabetesgeneesmiddel, in
combinatie met een dieet en lichaamsbeweging. Onglyza wordt gebruikt alleen of samen met insuline
of andere anti-diabetica.
Het is belangrijk om het advies van uw arts of verpleegkundige over dieet en lichaamsbeweging te
blijven volgen.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
U heeft eerder een ernstige allergische reactie gehad op vergelijkbare geneesmiddelen die uw
bloedsuikergehalte verbeteren. Zie rubriek 4.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt:
als u insuline gebruikt. Onglyza mag niet worden gebruikt als vervanger van insuline;
als u diabetes type 1 heeft (uw lichaam maakt helemaal geen insuline) of diabetische
ketoacidose (een complicatie van diabetes met een hoog bloedsuikergehalte, snel
gewichtsverlies, misselijkheid of braken). Onglyza mag niet worden gebruikt om deze ziektes te
behandelen;
als u een aandoening aan de alvleesklier (pancreas) heeft of heeft gehad;
als u insuline of een oraal diabetesgeneesmiddel gebruikt dat `sulfonylureum' genoemd wordt.
Als u een van deze middelen samen met Onglyza gebruikt kan uw arts mogelijk uw dosering
van de insuline of van het sulfonylureum verlagen om een te laag bloedsuikergehalte te
voorkomen;
als u een ziekte heeft waardoor uw afweersysteem (tegen infecties) is verminderd, zoals
bijvoorbeeld bij de ziekte AIDS, of wanneer u geneesmiddelen krijgt na een
orgaantransplantatie;
als u last heeft van hartfalen of als u andere risicofactoren heeft voor het ontwikkelen van
hartfalen, zoals problemen met uw nieren. Uw arts zal u de verschijnselen en symptomen van
hartfalen uitleggen. U moet onmiddellijk uw arts, apotheker of verpleegkundige bellen als u een
van deze symptomen ervaart. De symptomen kunnen onder andere zijn een toenemende
kortademigheid, snelle toename van gewicht en opzwellen van de voeten (voetoedeem);
als u een verminderde nierfunctie heeft dan zal uw arts bepalen of u een lagere sterkte Onglyza
moet gebruiken. Als u wordt behandeld met behulp van nierdialyse dan wordt Onglyza niet
aanbevolen voor u;
als u matige of ernstige leverproblemen heeft. Als u ernstige leverproblemen heeft, dan wordt
Onglyza niet aanbevolen voor u.
Huidbeschadigingen zijn een bekend probleem bij diabetes. Huiduitslag komt voor bij gebruik van
Onglyza (zie rubriek 4) en bij sommige diabetesgeneesmiddelen van hetzelfde soort als Onglyza. U
wordt aangeraden om het advies van uw arts of verpleegkundige over huidverzorging en verzorging
van uw voeten op te volgen. Neem contact op met uw arts als u blaren op uw huid heeft, omdat dit een
teken kan zijn van een aandoening die bulleus pemfigoïd wordt genoemd. Uw arts kan u vragen uw
behandeling met Onglyza te stoppen.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Onglyza wordt niet aanbevolen voor kinderen en jongeren onder de 18 jaar. Er zijn onvoldoende
gegevens beschikbaar over de veiligheid en werkzaamheid bij gebruik door kinderen en jongeren
onder de 18 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Onglyza nog andere geneesmiddelen of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker.
U moet het met name uw arts of apotheker vertellen als u geneesmiddelen gebruikt die een van de
volgende werkzame stoffen bevatten:
Carbamazepine, fenobarbital of fenytoïne. Deze kunnen worden gebruikt tegen epilepsie
(`vallende ziekte') of chronische pijn.
Dexamethason - dit is een corticosteroïd. Dit kan worden gebruikt om ontstekingen in
verschillende organen en delen van uw lichaam te behandelen.
Rifampicine. Dit is een antibioticum dat wordt gebruikt om infecties zoals tuberculose te
behandelen.
Ketoconazol. Dit kan worden gebruikt om schimmelinfecties te behandelen.
Diltiazem. Dit is een geneesmiddel dat wordt gebruikt om de bloeddruk te verlagen.
Zwangerschap en borstvoeding
Vraag uw arts om advies voordat u Onglyza gaat innemen als u zwanger bent of zwanger wilt worden.
U mag Onglyza niet gebruiken als u zwanger bent.
Vraag uw arts om advies als u borstvoeding wilt geven terwijl u dit geneesmiddel gebruikt. Het is niet
bekend of Onglyza bij de mens in de moedermelk terechtkomt. Wanneer u borstvoeding geeft of van
plan bent om borstvoeding te gaan geven dan mag u dit geneesmiddel niet gebruiken.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Onglyza bevat lactose
De tabletten bevatten lactose (melksuiker). Als uw arts u heeft verteld dat u bepaalde suikers niet
verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel inneemt.
Natriumgehalte
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis, dat wil zeggen dat het in
wezen `natriumvrij' is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
De aanbevolen dosering is eenmaal per dag een tablet van 5 mg.
Als u een verminderde nierfunctie heeft, dan kan uw arts een lagere sterkte voorschrijven van eenmaal
daags 1 tablet van 2,5 mg. Voor deze dosis is een andere sterkte beschikbaar.
Uw arts kan Onglyza alleen of samen met insuline of andere diabetes-geneesmiddelen voorschrijven.
Indien van toepassing neem deze andere geneesmiddelen zoals het aan u uitgelegd is door uw arts om
het beste resultaat voor uw gezondheid te behalen.
Hoe wordt dit middel gebruikt?
De tabletten mogen niet gebroken of gedeeld worden. Slik de tablet geheel door met water. U kunt de
tablet met of zonder voedsel innemen. De tablet kan op ieder moment van de dag worden ingenomen.
Probeer echter de tablet iedere dag op dezelfde tijd in te nemen. Dat helpt u om het innemen niet te
vergeten.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Neem direct contact op met uw arts als u meer tabletten heeft ingenomen dan zou mogen.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u bent vergeten om een dosis Onglyza in te nemen, neem deze dan alsnog als u eraan denkt.
Als het echter al bijna tijd is om de volgende dosis in te nemen, dan moet u de vergeten dosis
overslaan.
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Neem nooit 2 doses op dezelfde
dag.
Als u stopt met het gebruik van Onglyza
Blijf Onglyza gebruiken totdat uw arts u vertelt om te stoppen. Dit helpt om uw bloedsuiker onder
controle te houden.
Als u nog vragen heeft over het gebruik van dit geneesmiddel, vraag dan uw arts of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Symptomen van een ernstige allergische reactie (dit komt zelden voor, bij maximaal 1 op de 1000
mensen) kunnen zijn:
o Huiduitslag
o Rode, gezwollen vlekken op de huid (netelroos)
o Zwelling van gezicht, lippen, tong en keel waardoor ademhalen of slikken moeilijk
kan zijn.
Als u deze klachten heeft, stop dan met het gebruik van Onglyza en raadpleeg direct uw arts of
verpleegkundige. Uw arts kan u een geneesmiddel voorschrijven om uw allergische reactie te
behandelen en een ander geneesmiddel voor uw diabetes.
U moet stoppen met het gebruiken van Onglyza en onmiddellijk uw arts raadplegen als u last krijgt
van een van de volgende ernstige bijwerkingen:
ernstige en aanhoudende buikpijn (in de buurt van uw maag) die mogelijk uitstraalt naar uw
rug, gecombineerd met misselijkheid en overgeven. Dit kan namelijk een signaal zijn van een
ontstoken alvleesklier (pancreatitis).
U moet uw arts bellen als u de volgende bijwerking ervaart:
Ernstige gewrichtspijn.
Sommige patiënten hebben de volgende bijwerkingen gehad bij het gebruik van Onglyza en
metformine:
Vaak (komen voor bij maximaal 1 op de 10 gebruikers): infectie van de bovenkant van de
borstkas of longen, urineweginfectie, ontstoken maag of darmen, meestal veroorzaakt door een
infectie (gastro-enteritis), infectie van de bijholten met pijn en druk achter uw wangen en ogen
(sinusitis), ontstoken neus of keel (nasofaryngitis) (waarbij een verkoudheid of een zere keel
een aanwijzing kan zijn), hoofdpijn, spierpijn (myalgie), overgeven, maagontsteking (gastritis),
buikpijn en stoornis in de spijsvertering (dyspepsie).
Soms, (komen voor bij maximaal 1 op de 100 gebruikers): gewrichtspijn (artralgie) en
moeilijkheden bij het krijgen of houden van een erectie (erectiele disfunctie).
Sommige patiënten hebben de volgende bijwerkingen gehad bij het gebruik van Onglyza en een
sulfonylureumderivaat:
Zeer vaak: te laag bloedsuikergehalte (hypoglykemie).
Vaak: infectie van de bovenkant van de borstkas of longen, urineweginfectie, ontstoken maag of
darmen, meestal veroorzaakt door een infectie (gastro-enteritis), infectie van de bijholten met
pijn en druk achter uw wangen en ogen (sinusitis), hoofdpijn, buikpijn en overgeven.
Soms: vermoeidheid, abnormale hoeveelheid lipiden (vetzuren) (dyslipidemie,
hypertriglyceridemie).
Sommige patiënten hebben de volgende bijwerkingen gehad bij het gebruik van Onglyza en een
thiazolidinedion:
Vaak: infectie van de bovenkant van de borstkas of longen, urineweginfectie, ontstoken maag of
darmen, meestal veroorzaakt door een infectie (gastro-enteritis), infectie van de bijholten met
pijn en druk achter uw wangen en ogen (sinusitis), hoofdpijn, overgeven, buikpijn en zwelling
van de handen, enkels of voeten (perifeer oedeem).
Sommige patiënten hebben de volgende bijwerkingen gehad bij het gebruik van Onglyza en
metformine en een sulfonylureumderivaat:
Vaak: duizeligheid, vermoeidheid, buikpijn en winderigheid.
Vaak: duizeligheid, diarree en buikpijn.
Sommige patiënten hebben de volgende bijwerkingen gehad bij het gebruik van alleen Onglyza of een
combinatie van Onglyza en een ander geneesmiddel:
Niet bekend (frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald): constipatie,
blaren op de huid (bulleus pemfigoïd).
Bij sommige patiënten is bij bloedonderzoek een lichte vermindering van het aantal van een bepaald
type witte bloedcellen (lymfocyten) aangetoond als alleen Onglyza of een combinatie van Onglyza en
een ander geneesmiddel was gebruikt.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de
blisterverpakking en de doos na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand
is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Neem Onglyza niet in als de verpakking is beschadigd of als er is geprobeerd de verpakking te
openen.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is saxagliptine.
Elke filmomhulde tablet bevat 5 mg saxagliptine (in de vorm van hydrochloride).
De andere stoffen (hulpstoffen) in dit middel zijn:
Tabletkern: lactosemonohydraat, microkristallijne cellulose (E460i), croscarmellosenatrium
(E468), magnesiumstearaat.
Filmomhulling: polyvinylalcohol, macrogol/3350, titaandioxide (E171), talk (E553b) en
rood ijzeroxide (E172).
Drukinkt: schellak, indigokarmijn aluminiumlak (E132).
Hoe ziet Onglyza eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
5 mg filmomhulde tabletten zijn roze, aan twee kanten bol, rond. Op de ene kant is '5' en op de
andere kant '4215' in blauwe inkt gedrukt.
Tabletten zijn beschikbaar in aluminiumfolie blister.
5 mg tabletten zijn beschikbaar in verpakkingsgrootten van 14, 28, 56 of 98 filmomhulde
tabletten in niet-geperforeerde blisterverpakkingen, 14, 28, 56 of 98 filmomhulde tabletten in
niet-geperforeerde kalenderblisterverpakkingen, en 30x1 of 90x1 filmomhulde tabletten in
geperforeerde eenheidsblisterverpakkingen.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in uw land in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
AstraZeneca AB
SE-151 85 Södertälje
Zweden
Fabrikant
AstraZeneca AB
Gärtunavägen
SE-151 85 Södertälje
Zweden
AstraZeneca UK Limited
Silk Road Business Park
Macclesfield
Cheshire
SK10 2NA
Verenigd Koninkrijk
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Lietuva
AstraZeneca S.A./N.V.
UAB AstraZeneca Lietuva
Tel: +32 2 370 48 11
Tel: +370 5 2660550
Luxembourg/Luxemburg
AstraZeneca S.A./N.V.
.: +359 (2) 44 55 000
Tél/Tel: +32 2 370 48 11
Ceská republika
Magyarország
AstraZeneca Czech Republic s.r.o.
AstraZeneca Kft.
Tel: +420 222 807 111
Tel.: +36 1 883 6500
Danmark
Malta
AstraZeneca A/S
Associated Drug Co. Ltd
Tlf: +45 43 66 64 62
Tel: +356 2277 8000
Deutschland
Nederland
AstraZeneca GmbH
AstraZeneca BV
Tel: +49 40 809034100
Tel: +31 79 363 2222
Eesti
Norge
AstraZeneca
AstraZeneca AS
Tel: +372 6549 600
Tlf: +47 21 00 64 00
Österreich
AstraZeneca A.E.
AstraZeneca Österreich GmbH
: +30 2 106871500
Tel: +43 1 711 31 0
España
Polska
AstraZeneca Farmacéutica Spain, S.A.
AstraZeneca Pharma Poland Sp. z o.o.
Tel: +34 91 301 91 00
Tel.: +48 22 245 73 00
France
Portugal
AstraZeneca
AstraZeneca Produtos Farmacêuticos, Lda.
Tél: +33 1 41 29 40 00
Tel: +351 21 434 61 00
Hrvatska
România
AstraZeneca d.o.o.
AstraZeneca Pharma SRL
Tel: +385 1 4628 000
Tel: +40 21 317 60 41
Ireland
Slovenija
AstraZeneca Pharmaceuticals (Ireland) DAC
AstraZeneca UK Limited
Tel: +353 1609 7100
Tel: +386 1 51 35 600
Ísland
Slovenská republika
Vistor hf.
AstraZeneca AB, o.z.
Sími: +354 535 7000
Tel: +421 2 5737 7777
Italia
Suomi/Finland
AstraZeneca S.p.A.
AstraZeneca Oy
Tel: +39 02 9801 1
Puh/Tel: +358 10 23 010
Sverige
µ
AstraZeneca AB
: +357 22490305
Tel: +46 8 553 26 000
Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
AstraZeneca UK Ltd
Tel: +371 67377100
Tel: +44 1582 836 836
Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).