Orgalutran 0,25 mg/0,5 ml

BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Orgalutran 0,25 mg/0,5 ml oplossing voor injectie
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Een voorgevulde spuit bevat 0,25 mg ganirelix in 0,5 ml waterige oplossing. De actieve stof ganirelix
(INN) is een synthetisch decapeptide met een sterke antagonistische werking tegen het natuurlijke
gonadotrofine-releasing hormoon (GnRH). Ganirelix verschilt van het natuurlijke GnRH decapeptide
doordat de aminozuren op posities 1, 2, 3, 6, 8 en 10 zijn vervangen, wat leidt tot [N-Ac-D-Nal(2)
1
,D-
pClPhe
2
,D-Pal(3)
3
,D-hArg(Et
2
)
6
,L-hArg(Et
2
)
8
,D-Ala
10
]-GnRH. Het molecuulgewicht bedraagt 1570,4.
Hulpstof met bekend effect
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per injectie, dat wil zeggen dat het in
wezen ‘natriumvrij’ is.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie.
Heldere en kleurloze waterige oplossing.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Orgalutran is geïndiceerd ter voorkoming van een voortijdige piek van het luteïniserend hormoon (LH)
bij vrouwen die gecontroleerde ovariële hyperstimulatie (COH) ondergaan ten behoeve van
kunstmatige voortplantingstechnieken (ART).
In klinische studies is Orgalutran gebruikt in combinatie met recombinant humaan follikelstimulerend
hormoon (FSH) of corifollitropine alfa, de duurzame follikelstimulans.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Orgalutran mag alleen worden voorgeschreven door een specialist, die ervaring heeft in de
behandeling van infertiliteit.
Dosering
Orgalutran wordt toegepast om een voortijdige LH piek te voorkomen bij vrouwen die COH
ondergaan. Gecontroleerde ovariële hyperstimulatie met FSH of corifollitropine alfa kan starten op
dag 2 of 3 van de menstruatie. Orgalutran (0,25 mg) dient eenmaal per dag subcutaan te worden
toegediend, beginnend op dag 5 of dag 6 van de toediening van FSH of op dag 5 of dag 6 na
toediening van corifollitropine alfa. De startdag van Orgalutran is afhankelijk van de ovariële reactie,
dat wil zeggen het aantal en de grootte van de groeiende follikels en/of de hoeveelheid circulerend
oestradiol. Het begin van de toediening van Orgalutran kan worden uitgesteld bij afwezigheid van
folliculaire groei, hoewel de klinische ervaring is gebaseerd op de start van Orgalutran op dag 5 of dag
6 van de stimulatie.
Orgalutran en FSH dienen ongeveer op hetzelfde tijdstip worden toegediend maar mogen niet worden
gemengd en dienen te worden toegediend op een verschillende plaats.
2
De FSH dosis dient te worden aangepast op basis van het aantal en de grootte van de follikels en niet
op basis van de hoeveelheid oestradiol (zie rubriek 5.1).
De dagelijkse behandeling met Orgalutran dient te worden voortgezet tot op de dag dat er genoeg
follikels van voldoende grootte aanwezig zijn. De laatste fase van de follikelrijping kan geïnduceerd
worden door toediening van humaan choriongonadotrofine (hCG).
Tijdstip van de laatste injectie
Als gevolg van de halfwaardetijd van ganirelix dient de tijd tussen de laatste Orgalutran injectie en de
hCG injectie niet meer dan 30 uur te bedragen, omdat anders alsnog een voortijdige LH piek kan
optreden. Ook de tijd tussen twee Orgalutran injecties mag niet meer dan 30 uur bedragen. Indien
Orgalutran 's morgens wordt toegediend, dient de behandeling (samen met de gonadotrofine-
toediening) derhalve te worden voortgezet tot en met de dag dat de ovulatie wordt opgewekt. Indien
Orgalutran in de namiddag wordt toegediend, dient de laatste behandeling met Orgalutran te worden
gegeven in de namiddag voorafgaand aan de dag dat de ovulatie wordt opgewekt.
Orgalutran is veilig en effectief gebleken bij vrouwen die meerdere behandelingscycli ondergaan.
In cycli waarbij Orgalutran is gebruikt is niet onderzocht of ondersteuning van de luteale fase nodig is.
In klinische studies werd ondersteuning van de luteale fase gegeven overeenkomstig de praktijk van
het medisch centrum of volgens het klinisch protocol.
Speciale populaties
Nierfunctiestoornis
Er is geen ervaring met het gebruik van Orgalutran bij personen met een nierfunctiestoornis, aangezien
deze uitgesloten waren van deelname aan klinische studies. Daarom is het gebruik van Orgalutran
gecontra-indiceerd bij patiënten met een matige of ernstige nierfunctiestoornis (zie rubriek 4.3).
Leverfunctiestoornis
Er is geen ervaring met het gebruik van Orgalutran bij personen met een leverfunctiestoornis,
aangezien deze uitgesloten waren van deelname aan klinische studies. Daarom is het gebruik van
Orgalutran gecontra-indiceerd bij patiënten met een matige of ernstige leverfunctiestoornis (zie
rubriek 4.3).
Pediatrische patiënten
Er is geen relevante toepassing van Orgalutran bij pediatrische patiënten.
Wijze van toediening
Orgalutran moet subcutaan worden toegediend, bij voorkeur in het bovenbeen. De injectieplaats moet
worden afgewisseld om lipoatrofie te voorkomen. De injecties kunnen door de patiënte zelf of door
haar partner worden toegediend, mits zij voldoende geïnstrueerd zijn en kunnen beschikken over
deskundig advies.
Er kunnen luchtbellen zichtbaar zijn in de voorgevulde spuit. Dit is normaal, en het verwijderen van de
luchtbel(len) is niet nodig.
4.3
-
-
-
-
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstoffen.
Overgevoeligheid voor gonadotrofine-releasing hormoon (GnRH) of een GnRH analoog.
Matige of ernstige nier- of leverfunctiestoornis.
Zwangerschap of borstvoeding.
3
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Overgevoeligheidsreacties
Extra aandacht moet worden gegeven aan vrouwen met symptomen van een actieve allergische
aandoening. Gedurende postmarketing surveillance zijn gevallen van overgevoeligheidsreacties
gemeld (zowel algemeen als lokaal) bij gebruik van orgalutran, ook bij de eerste dosis. Deze
meldingen omvatten anafylaxie (waaronder anafylactische shock), angio-oedeem en urticaria (zie
rubriek 4.8). Wanneer een overgevoeligheidsreactie wordt vermoed, moet met het gebruik van
Orgalutran worden gestopt en een gepaste behandeling worden gegeven. Omdat klinische ervaring
ontbreekt, wordt geadviseerd om Orgalutran niet toe te dienen aan patiënten met een ernstige
allergische aandoening.
Latexallergie
De naaldbescherming bevat droog natuurlijk rubber/latex, dat in contact komt met de naald en
allergische reacties kan veroorzaken (zie rubriek 6.5).
Ovarieel hyperstimulatiesyndroom (OHSS)
Tijdens of na stimulatie van het ovarium kan het ovarieel hyperstimulatiesyndroom (OHSS) optreden,
OHSS moet worden beschouwd als een risico dat inherent is aan stimulatie met gonadotrofines. OHSS
dient symptomatisch te worden behandeld bijvoorbeeld met bedrust, intraveneuze toediening van een
elektrolytoplossing of colloïden en heparine.
Ectopische zwangerschap
Omdat onvruchtbare vrouwen die worden behandeld in het kader van kunstmatige
voortplantingstechnieken, met name
in-vitrofertilisatie
(ivf), vaak afwijkingen aan de eileiders hebben,
kunnen ectopische zwangerschappen vaker voorkomen. Het is daarom van belang om in een vroeg
stadium door middel van echoscopie vast te stellen of de vrucht zich in de uterus bevindt.
Aangeboren afwijkingen
De incidentie van aangeboren afwijkingen na geassisteerde voortplantingstechnieken zou hoger
kunnen zijn dan na spontane concepties. Hieraan kunnen verschillen in eigenschappen van de ouders
(bijvoorbeeld leeftijd van de moeder of eigenschappen van het sperma) en een verhoogde kans op
meerlingzwangerschappen ten grondslag liggen. In klinische studies waarbij ruim 1000 pasgeborenen
zijn onderzocht, is aangetoond dat de incidentie van aangeboren afwijkingen na gecontroleerde
ovariële hyperstimulatie met Orgalutran vergelijkbaar is met de incidentie na COH met een GnRH
agonist.
Vrouwen die minder dan 50 kg wegen of meer dan 90 kg
De veiligheid en effectiviteit van Orgalutran zijn niet vastgesteld bij vrouwen die minder dan 50 kg of
meer dan 90 kg wegen (zie rubrieken 5.1 en 5.2).
Natrium
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per injectie, dat wil zeggen dat het in
wezen ‘natriumvrij’ is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd.
4
Het kan niet worden uitgesloten dat er een interactie optreedt met andere geneesmiddelen, waaronder
geneesmiddelen die histamine vrijmaken.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn geen toereikende gegevens over het gebruik van ganirelix bij zwangere vrouwen.
In dieren, die waren blootgesteld aan ganirelix tijdens de implantatie, is resorptie van embryo's
waargenomen (zie rubriek 5.3). De relevantie van deze gegevens voor de mens is niet bekend.
Borstvoeding
Het is niet bekend of ganirelix in de moedermelk wordt uitgescheiden.
Orgalutran is gecontra-indiceerd tijdens zwangerschap of borstvoeding (zie rubriek 4.3).
Vruchtbaarheid
Ganirelix wordt gebruikt bij de behandeling van vrouwen die gecontroleerde ovariële hyperstimulatie
(COH) ondergaan ten behoeve van kunstmatige voortplantingstechnieken. Ganirelix wordt gebruikt
om een voortijdige LH piek, die anders mogelijk optreedt bij deze vrouwen tijdens de ovariële
stimulatie, te voorkomen.
Voor dosering en wijze van toediening, zie rubriek 4.2.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en van het vermogen om machines te bedienen
Er is geen onderzoek verricht met betrekking tot de effecten op de rijvaardigheid en op het vermogen
om machines te bedienen.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting veiligheidsprofiel
In onderstaande tabel staat een overzicht van alle bijwerkingen bij vrouwen die behandeld zijn met
Orgalutran in klinische studies met recFSH voor ovariële stimulatie. De bijwerkingen van Orgalutran
met gebruik van corifollitropine alfa voor ovariële stimulatie zullen naar verwachting overeenkomstig
zijn.
Tabel met bijwerkingen
De bijwerkingen worden weergegeven volgens de MedDRA systeem/orgaanklassen en frequentie:
zeer vaak
(≥1/10), vaak (≥1/100, <1/10), soms (≥1/1000, <1/100). De frequentie van
overgevoeligheidsreacties
(zeer zelden, <1/10.000) is afgeleid uit postmarketinggegevens.
Systeem/orgaanklasse
Immuunsysteem-
aandoeningen
Frequentie
Zeer zelden
Bijwerking
Overgevoeligheidsreacties (waaronder uitslag,
zwelling van het gezicht, dyspneu, anafylaxie
(waaronder anafylactische shock), angio-oedeem
en urticaria)
1
Verergering van al bestaand eczeem
2
Hoofdpijn
Misselijkheid
Lokale huidreactie op de plaats van de injectie
5
Zenuwstelselaandoeningen
Maag-
darmstelselaandoeningen
Algemene aandoeningen en
Soms
Soms
Zeer vaak
toedieningsplaats-
stoornissen
1
2
(voornamelijk roodheid, met of zonder zwelling)
3
Soms
Malaise
Voorvallen zijn gemeld bij patiënten die Orgalutran gebruikten, ook al bij de eerste dosis.
Gemeld bij 1 persoon na de eerste dosis Orgalutran.
3
In klinische studies, een uur na de injectie, was de incidentie van ten minste eenmaal een matige of
ernstige lokale huidreactie per behandelcyclus, zoals gemeld door patiënten, 12 % bij met Orgalutran
behandelde patiënten en 25 % bij patiënten die subcutaan met een GnRH agonist waren behandeld. De
lokale reacties verdwijnen meestal binnen 4 uur na toediening.
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Andere bijwerkingen die zijn gemeld zijn gerelateerd aan de gecontroleerde ovariële hyperstimulatie
behandeling, welke in het kader van ART wordt toegepast, in het bijzonder pijn van het bekken,
gezwollen buik, OHSS (zie rubriek 4.4), ectopische zwangerschap en spontane abortus.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Overdosering kan leiden tot een verlengde werkingsduur.
Er zijn geen gegevens beschikbaar over acute toxische effecten bij de mens. In klinische studies
waarin éénmalig tot 12 mg subcutaan is toegediend, zijn geen systemische bijwerkingen
waargenomen. In acute toxiciteitsstudies in ratten en apen zijn symptomen van systemische toxiciteit,
zoals hypotensie en bradycardie, alleen waargenomen na intraveneuze toediening van ganirelix in
doseringen van respectievelijk meer dan 1 en 3 mg/kg.
In geval van een overdosering, dient de behandeling met Orgalutran (tijdelijk) te worden gestopt.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Hormonen van de hypofyse en hypothalamus en analoga, anti-
gonadotrofine-releasing hormonen, ATC-code: H01CC01.
Werkingsmechanisme
Orgalutran is een GnRH antagonist die de hypothalamus-hypofyse-gonade as onderdrukt via een
competitieve binding aan de GnRH receptoren in de hypofyse. Daardoor vindt een snelle, sterke en
reversibele remming plaats van de afgifte van endogene gonadotrofines, zonder voorafgaande
stimulatie zoals bij de GnRH agonisten. Na herhaalde toediening van 0,25 mg Orgalutran aan
vrouwelijke vrijwilligers, waren de concentraties van LH, FSH en E
2
maximaal respectievelijk 74 %,
32 % en 25 % verlaagd na respectievelijk 4, 16 en 16 uur na de injectie. Binnen twee dagen na de
laatste injectie waren de hormoonwaarden in het serum teruggekeerd naar de waarden vóór de
behandeling.
Farmacodynamische effecten
Bij patiënten die een gecontroleerde ovariële hyperstimulatie ondergingen was de gemiddelde
behandelingsduur met Orgalutran 5 dagen. Gedurende de behandeling met Orgalutran was de
gemiddelde incidentie van LH stijgingen (> 10 IU/l) met gelijktijdige progesteron stijgingen
(> 1 ng/ml) 0,3 - 1,2 % in vergelijking met 0,8 % tijdens GnRH agonist behandeling. Er was een
6
tendens naar een verhoogde incidentie van LH en progesteron stijgingen in vrouwen met een hoger
lichaamsgewicht (> 80 kg), zonder aantoonbaar effect op het klinisch resultaat. Echter, gebaseerd op
het geringe aantal patiënten dat tot nu toe werd behandeld, kan een effect niet worden uitgesloten.
In geval van een hoge ovariële respons, als gevolg van een hoge blootsteling aan gonadotrofines in de
vroege folliculaire fase of als gevolg van hoge ovariële gevoeligheid, kunnen eerder dan op
stimulatiedag 6 premature LH-stijgingen optreden. Op dag 5 beginnen met behandeling met
Orgalutran kan deze premature LH-stijgingen voorkomen zonder het klinisch resultaat te beïnvloeden.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
In gecontroleerde studies met Orgalutran en FSH, waarbij als referentie een GnRH-agonist in een lang
protocol werd gebruikt, werd gedurende de eerste dagen van de FSH stimulatie een snellere
follikelgroei waargenomen met het Orgalutranregime. Aan het eind van de stimulatie werden met
Orgalutran echter iets minder follikels en een lagere oestradiolspiegel waargenomen. Door dit verschil
in het patroon van follikelgroei dient de FSH dosis te worden aangepast op basis van het aantal en de
grootte van de follikels en niet op basis van de hoeveelheid oestradiol. Er zijn geen overeenkomstige
vergelijkende studies met corifollitropine alfa verricht waarbij een GnRH-antagonist- of een lang
agonistprotocol is gebruikt.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Na herhaalde subcutane toedieningen van Orgalutran (dagelijkse injectie) waren de farmacokinetische
parameters vergelijkbaar met die na een eenmalige subcutane toediening. Na herhaalde toediening van
0,25 mg/dag werden steady-state plasmaconcentraties van ongeveer 0,6 ng/ml bereikt binnen 2 tot
3 dagen.
Farmacokinetische analyse toont een omgekeerde relatie aan tussen lichaamsgewicht en
serumconcentraties van Orgalutran.
Absorptie
Na een eenmalige subcutane toediening van 0,25 mg Orgalutran stijgt de serumconcentratie van
ganirelix snel en bereikt een piekconcentratie (C
max
) van ongeveer 15 ng/ml na 1 à 2 uur (t
max
). De
biobeschikbaarheid van Orgalutran na subcutane toediening is ongeveer 91 %.
Biotransformatie
De belangrijkste component in het plasma is ganirelix. Ganirelix is ook de belangrijkste component in
de urine, maar de faeces bevatten alleen metabolieten. De metabolieten zijn kleine peptidefragmenten
die worden gevormd door enzymatische hydrolyse van ganirelix op bepaalde plaatsen. Het
metabolietenprofiel van Orgalutran in de mens is vergelijkbaar met dat in dieren.
Eliminatie
De eliminatiehalfwaardetijd (t
½
) bedraagt ongeveer 13 uur en de klaring bedraagt ongeveer 2,4 l/uur.
De uitscheiding vindt plaats via de faeces (ongeveer 75 %) en de urine (ongeveer 22 %).
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Gegevens afkomstig uit preklinisch onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij
herhaalde dosering en genotoxiciteit duiden niet op een speciaal risico voor mensen.
Voortplantingsstudies met ganirelix, uitgevoerd bij doseringen van 0,1 tot 10
µg/kg/dag
subcutaan in
de rat en van 0,1 tot 50
µg/kg/dag
subcutaan in het konijn, laten een toename in de resorptie van de
embryo's bij de hoogste doseringen zien. Er zijn geen teratogene effecten waargenomen.
7
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Azijnzuur
Mannitol
Water voor injecties
Natriumhydroxide en azijnzuur kunnen zijn gebruikt om de pH bij te stellen.
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Bij gebrek aan onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere
geneesmiddelen gemengd worden.
6.3
3 jaar
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Voorgevulde spuit (gesiliconiseerd type I glas) voor eenmalig gebruik. De voorgevulde spuit bevat
0,5 ml steriele waterige oplossing die klaar is voor gebruik en is afgesloten met een rubberen zuiger
welke geen latex bevat. Elke voorgevulde spuit is voorzien van een naald,
afgedekt met een
naaldbescherming van droog natuurlijk rubber/latex dat in contact komt met de naald
(zie
rubriek 4.4).
Verpakt in dozen die 1 of 5 voorgevulde spuiten bevatten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Bekijk de voorgevulde spuit voor gebruik. Gebruik alleen spuiten met een heldere oplossing, zonder
deeltjes, van onbeschadigde verpakkingen.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon
Kloosterstraat 6
5349 AB Oss
Nederland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/00/130/001, 1 voorgevulde spuit
EU/1/00/130/002, 5 voorgevulde spuiten
8
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 17 mei 2000
Datum van laatste verlenging: 10 mei 2010
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
9
BIJLAGE II
A.
B.
C.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
D.
10
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
N.V. Organon
Kloosterstraat 6
Postbus 20
5340 BH Oss
Nederland
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hieropvolgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
11
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
12
A. ETIKETTERING
13
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING EN DE PRIMAIRE VERPAKKING
MOETEN WORDEN VERMELD
TEKST BUITENVERPAKKING Orgalutran 1/ 5 voorgevulde spuiten
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Orgalutran 0,25 mg/0,5 ml oplossing voor injectie
ganirelix
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 voorgevulde spuit bevat 0,25 mg ganirelix in 0,5 ml waterige oplossing.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere stoffen: azijnzuur, mannitol, water voor injecties en natriumhydroxide en azijnzuur voor het
bijstellen van de pH.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie, 1 voorgevulde spuit met 0,5 ml
Oplossing voor injectie, 5 voorgevulde spuiten met elk 0,5 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Voor eenmalig gebruik.
De naaldbescherming bevat droog natuurlijk rubber/latex, dat in contact komt met de naald en
allergische reacties kan veroorzaken.
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
14
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
N.V. Organon
Kloosterstraat 6
5349 AB Oss
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/00/130/001 1 voorgevulde spuit
EU/1/00/130/002 5 voorgevulde spuiten
13.
Lot
14.
15.
16.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
PARTIJNUMMER
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaard.
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
15
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
TEKST VOORGEVULDE SPUIT Orgalutran 0,25 mg/0,5 ml
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Orgalutran 0,25 mg/0,5 ml oplossing voor injectie
ganirelix
Subcutaan gebruik
2.
3.
EXP
4.
Lot
5.
6.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
OVERIGE
PARTIJNUMMER
WIJZE VAN TOEDIENING
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Organon
16
B. BIJSLUITER
17
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Orgalutran 0,25 mg/0,5 ml oplossing voor injectie
ganirelix
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Orgalutran en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Orgalutran en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Orgalutran bevat de actieve stof ganirelix en behoort tot een groep geneesmiddelen, ‘anti-
gonadotrofine-releasing hormonen’ genoemd, die de werking van het natuurlijke gonadotrofine-
releasing hormoon (GnRH) tegengaan. GnRH is betrokken bij de afgifte van gonadotrofinen
(luteïniserend hormoon (LH) en follikel-stimulerend hormoon (FSH)). Gonadotrofinen spelen een
belangrijke rol bij menselijke vruchtbaarheid en voortplanting. Bij vrouwen is FSH nodig voor de
groei en ontwikkeling van follikels in de eierstokken. Follikels zijn kleine ronde blaasjes waarin zich
de eicellen bevinden. LH is nodig voor het laten vrijkomen van de rijpe eicellen uit de follikels en
eierstokken (ovulatie). Orgalutran remt de werking van GnRH waardoor de afgifte van met name LH
wordt geremd.
Gebruik van Orgalutran
Bij vrouwen die kunstmatige voortplantingstechnieken ondergaan, zoals
in-vitrofertilisatie
(ivf) en
andere methoden, kan de ovulatie soms te vroeg plaatsvinden, waardoor de kans op zwangerschap
aanzienlijk wordt verkleind. Orgalutran wordt gebruikt om een vroegtijdige LH-piek, waardoor
eicellen voortijdig kunnen vrijkomen, te voorkomen.
In klinische studies is Orgalutran gebruikt in combinatie met recombinant follikelstimulerend hormoon
(FSH) of corifollitropine alfa, een follikelstimulerend middel met een lange werkingsduur.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
-
U bent overgevoelig voor het gonadotrofine-releasing hormoon (GnRH) of een eiwit verwant
aan GnRH
-
U heeft een matige of ernstige lever- of nieraandoening
-
U bent zwanger of geeft borstvoeding.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt.
18
Allergische reacties
Als u op dit moment last heeft van een allergie, meld dit aan uw arts. Uw arts zal, afhankelijk van de
ernst, besluiten of extra controle nodig is tijdens de behandeling. Gevallen van allergische reacties zijn
gemeld, ook bij de eerste dosis.
Algemene en lokale allergische reacties, waaronder netelroos (urticaria), zwelling van het gezicht, de
lippen, de tong en/of de keel waardoor u moeilijk kunt ademhalen en/of slikken (angio-oedeem en/of
anafylaxie), zijn gemeld (zie ook rubriek 4). Als u een allergische reactie krijgt, stop dan met
Orgalutran en vraag onmiddellijk om medische hulp.
Latexallergie
De naaldbescherming bevat droog natuurlijk rubber/latex, dat in contact komt met de naald en
allergische reacties kan veroorzaken.
Ovarieel hyperstimulatiesyndroom (OHSS)
Tijdens of na een hormonale stimulatie van het ovarium kunt u last krijgen van het ovarieel
hyperstimulatiesyndroom (OHSS). Dit syndroom heeft te maken met de stimulatieprocedure met
gonadotrofinen. Zie hiervoor de bijsluitertekst van het gonadotrofinepreparaat dat aan u is
voorgeschreven.
Meerlingzwangerschap of aangeboren afwijkingen
Aangeboren afwijkingen komen iets vaker voor na kunstmatige voortplantingstechnieken dan na
spontane bevruchtingen. Men vermoedt dat deze licht verhoogde frequentie te maken heeft met
sommige eigenschappen van de personen die een vruchtbaarheidsbehandeling ondergaan (bijvoorbeeld
de leeftijd van de vrouw of eigenschappen van het sperma) en het vaker voorkomen van
meerlingzwangerschappen na geassisteerde voortplantingstechnieken. Het aantal aangeboren
afwijkingen na gebruik van Orgalutran tijdens vruchtbaarheidsbehandelingen is niet hoger dan na
gebruik van andere GnRH-analogen tijdens een vruchtbaarheidsbehandeling.
Zwangerschapscomplicaties
Bij vrouwen met beschadigde eileiders is de kans op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap iets
vergroot.
Vrouwen die minder dan 50 kg wegen of meer dan 90 kg
De werkzaamheid en veiligheid van Orgalutran zijn niet vastgesteld bij vrouwen die minder wegen
dan 50 kg of meer dan 90 kg. Vraag uw arts om meer informatie.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Het gebruik van Orgalutran bij kinderen of jongeren tot 18 jaar is niet van toepassing.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Orgalutran nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Orgalutran is bestemd voor gecontroleerde ovariële stimulatie tijdens kunstmatige
voortplantingstechnieken, zoals
in-vitrofertilisatie
(ivf). Gebruik Orgalutran niet tijdens de
zwangerschap of wanneer u borstvoeding geeft.
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Er is geen onderzoek verricht met betrekking tot de effecten op de rijvaardigheid en op het vermogen
om machines te bedienen.
19
Orgalutran bevat natrium
Orgalutran bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per injectie, dat wil zeggen dat het in wezen
‘natriumvrij’ is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Orgalutran wordt gebruikt als een onderdeel van kunstmatige voortplantingstechnieken, zoals
in-vitrofertilisatie
(ivf).
Op dag 2 of 3 van de menstruatiecyclus kan worden gestart met de behandeling met FSH of
corifollitropine voor ovariële stimulatie. Orgalutran (0,25 mg) moet iedere dag net onder de huid
worden geïnjecteerd, te beginnen op dag 5 of dag 6 van de stimulatie. Afhankelijk van hoe uw
eierstokken reageren, kan uw arts echter beslissen om op een andere dag te starten.
Orgalutran en FSH mogen niet worden gemengd maar dienen bij voorkeur kort na elkaar te worden
toegediend op een verschillende plaats.
De dagelijkse behandeling met Orgalutran moet worden voortgezet tot op de dag dat er genoeg
follikels van voldoende grootte aanwezig zijn. Humaan choriongonadotrofine (hCG) wordt toegediend
voor het starten van de laatste fase van de rijping van follikels en van de eicellen in de follikels. De tijd
tussen de laatste Orgalutraninjectie en de hCG injectie mag niet meer dan 30 uur zijn, omdat anders
alsnog een voortijdige LH piek (en dus eisprong) kan optreden. Ook de tijd tussen twee
Orgalutraninjecties mag niet meer dan 30 uur zijn. Daarom geldt dat als u Orgalutran ’s morgens
toedient, u daarmee door moet gaan gedurende de behandeling met gonadotrofinen tot en met de dag
dat de eisprong wordt opgewekt. Als u Orgalutran in de middag toedient, moet u de laatste injectie met
Orgalutran geven in de middag die voorafgaat aan de dag dat de eisprong wordt opgewekt.
Instructies voor gebruik
Injectieplaats
Orgalutran zit in een voorgevulde spuit en moet langzaam net onder de huid worden geïnjecteerd, bij
voorkeur in het bovenbeen. Bekijk de oplossing voor gebruik. Gebruik de oplossing niet als deze
deeltjes bevat of niet helder is. Er kunnen luchtbellen in de voorgevulde spuit zitten. Dit is normaal. U
hoeft de luchtbel(len) niet te verwijderen. Als u de injecties zelf toedient, of dit door uw partner laat
doen, volg dan de instructies hieronder nauwkeurig op. Meng Orgalutran niet met een ander
geneesmiddel.
Voorbereiding van de injectieplaats
Was uw handen goed met water en zeep. Maak de injectieplaats schoon met een gaasje met een
desinfecterend middel (bijvoorbeeld alcohol) om bacteriën van het huidoppervlak te verwijderen.
Maak een gebied van ongeveer 5 centimeter rond de injectieplaats schoon en laat het desinfecterende
middel minimaal 1 minuut drogen voordat u verder gaat.
Het inbrengen van de naald
Verwijder de naaldbescherming. Neem een dikke huidplooi tussen duim en wijsvinger. Steek de naald
in de basis van de vastgehouden huidplooi onder een hoek van 45° ten opzichte van het huidoppervlak.
Kies voor iedere injectie steeds een iets andere plaats.
Controle van de juiste positie van de naald
Trek de zuiger van de spuit voorzichtig iets op om te controleren of de naald op de juiste plaats zit. Als
er bloed wordt opgezogen in de spuit betekent dit dat er een bloedvat is aangeprikt. Injecteer in dat
geval geen Orgalutran maar trek de naald uit de huid en druk de injectieplaats dicht met een gaasje met
een desinfecterend middel; de bloeding houdt na ongeveer 2 minuten op. Gebruik de met bloed
verontreinigde oplossing niet; gooi de spuit weg. Begin opnieuw met een nieuwe spuit.
20
Het injecteren van de oplossing
Als de naald goed geplaatst is, druk dan de zuiger langzaam en gelijkmatig in. Hierdoor wordt de
oplossing op de juiste manier ingespoten zonder dat het onderhuidse weefsel wordt beschadigd.
Het verwijderen van de spuit
Trek de naald met een snelle beweging uit de huid en druk de injectieplaats dicht met een gaasje met
een desinfecterend middel.
Gebruik de voorgevulde spuit slechts eenmaal.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Neem contact op met uw arts.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als u merkt dat u een injectie bent vergeten, dien deze dan zo snel mogelijk toe.
Gebruik geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Als u meer dan 6 uur te laat bent en de tijd tussen twee injecties dus langer is dan 30 uur, dien deze
injectie dan zo snel mogelijk toe
en
neem contact op met uw arts voor verder advies.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet met het gebruik van Orgalutran tenzij uw arts dit adviseert, omdat dit het resultaat van uw
behandeling kan beïnvloeden.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
De kans op het krijgen van een bijwerking wordt omschreven in de volgende categorieën:
Zeer vaak: komen voor bij meer dan 1 op de 10 vrouwen
-
Plaatselijke huidreacties op de plaats van de injectie (voornamelijk roodheid, met of zonder
zwelling). De lokale reactie verdwijnt meestal binnen 4 uur na toediening.
Soms: komen voor bij minder dan 1 op de 100 vrouwen
-
Hoofdpijn
-
Misselijkheid
-
Algemeen onwel, ziek voelen (malaise).
Zeer zelden: komen voor bij minder dan 1 op de 10.000 vrouwen
-
Allergische reacties, zijn al bij de eerste dosis waargenomen.
Uitslag
Zwelling van het gezicht
Moeilijk ademhalen (dyspneu)
Zwelling van het gezicht, de lippen, de tong en/of de keel, waardoor u moeilijk kunt
ademhalen en/of slikken (angio-oedeem en/of anafylaxie)
Netelroos (urticaria)
-
Verergering van een al aanwezige uitslag (eczeem) is waargenomen bij één patiënt na de eerste
toediening van Orgalutran.
Daarnaast werden bijwerkingen gemeld waarvan bekend is dat ze kunnen voorkomen bij
gecontroleerde ovariële hyperstimulatie (zoals buikpijn, ovarieel hyperstimulatiesyndroom (OHSS),
buitenbaarmoederlijke zwangerschap (als het embryo buiten de baarmoeder groeit) en een miskraam
(zie de bijsluitertekst van het FSH-preparaat dat u gebruikt)).
21
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het etiket en de
doos na ‘EXP’. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Bekijk de voorgevulde spuit voor gebruik. Gebruik alleen spuiten met een heldere oplossing, zonder
deeltjes, van onbeschadigde verpakkingen.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de wc en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert, worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is ganirelix (0,25 mg in 0,5 ml oplossing).
-
De andere stoffen in dit middel zijn azijnzuur, mannitol, water voor injecties. De pH (een maat
voor de zuurgraad) kan zijn bijgesteld met natriumhydroxide en azijnzuur.
Hoe ziet Orgalutran eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Orgalutran is een heldere en kleurloze waterige oplossing voor injectie. De oplossing is klaar voor
gebruik en is bedoeld voor onderhuidse toediening.
De naaldbescherming bevat droog natuurlijk
rubber/latex dat in contact komt met de naald.
Orgalutran is beschikbaar in verpakkingen van 1 of 5 voorgevulde spuiten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
N.V. Organon
Kloosterstraat 6
5349 AB Oss
Nederland
22
Fabrikant
N.V. Organon
Kloosterstraat 6
Postbus 20
5340 BH Oss
Nederland
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Organon Belgium
Tél/Tel: 0080066550123 (+32 2 2418100)
dpoc.benelux@organon.com
България
Орга½о½
(И.А.)
Б.В.
-
кло½ България
Тел.:
+359 2 806 3030
dpoc.bulgaria@organon.com
Česká republika
Organon Czech Republic s.r.o.
Tel: +420 233 010 300
dpoc.czech@organon.com
Danmark
Organon Denmark ApS
Tlf: +45 4484 6800
info.denmark@organon.com
Deutschland
Organon Healthcare GmbH
Tel.: 0800 3384 726 (+49 (0) 89 2040022 10)
dpoc.germany@organon.com
Eesti
Organon Pharma B.V. Estonian RO
Tel: +372 66 61 300
dpoc.estonia@organon.com
Ελλάδα
BIANEΞ
Α.Ε.
Τηλ:
+30 210 80091 11
Mailbox@vianex.gr
España
Organon Salud, S.L.
Tel: +34 91 591 12 79
organon_info@organon.com
France
Organon France
Tél: +33 (0) 1 57 77 32 00
Lietuva
Organon Pharma B.V. Lithuania atstovybė
Tel.: +370 52041693
dpoc.lithuania@organon.com
Luxembourg/Luxemburg
Organon Belgium
Tél/Tel: 0080066550123 (+32 2 2418100)
dpoc.benelux@organon.com
Magyarország
Organon Hungary Kft.
Tel.: +36 1 766 1963
dpoc.hungary@organon.com
Malta
Organon Pharma B.V., Cyprus branch
Tel: +356 2277 8116
dpoc.cyprus@organon.com
Nederland
N.V. Organon
Tel: 00800 66550123
(+32 2 2418100)
dpoc.benelux@organon.com
Norge
Organon Norway AS
Tlf: +47 24 14 56 60
info.norway@organon.com
Österreich
Organon Austria GmbH
Tel: +43 (0) 1 263 28 65
medizin-austria@organon.com
Polska
Organon Polska Sp. z o.o.
Tel.: +48 22 105 50 01
organonpolska@organon.com
Portugal
Organon Portugal, Sociedade Unipessoal Lda.
Tel: +351 218705500
geral_pt@organon.com
23
Hrvatska
Organon Pharma d.o.o.
Tel: +385 1 638 4530
dpoc.croatia@organon.com
Ireland
Organon Pharma (Ireland) Limited
Tel: +353 15828260
medinfo.ROI@organon.com
Ísland
Vistor hf.
Sími: + 354 535 7000
Italia
Organon Italia S.r.l.
Tel: +39 06 3336407
dpoc.italy@organon.com
Κύπρος
Organon Pharma B.V., Cyprus branch
Τηλ:
+357 22866730
dpoc.cyprus@organon.com
Latvija
Ārvalsts komersanta “Organon Pharma B.V.”
pārstāvniecība
Tel: +371 66968876
dpoc.latvia@organon.com
România
Organon Biosciences S.R.L.
Tel: +40 21 527 29 90
info.romania@organon.com
Slovenija
Organon Pharma B.V., Oss, podružnica Ljubljana
Tel: +386 1 300 10 80
info.slovenia@organon.com
Slovenská republika
Organon Slovakia s. r. o.
Tel: +421 2 44 88 98 88
dpoc.slovakia@organon.com
Suomi/Finland
Organon Finland Oy
Puh/Tel: +358 (0) 29 170 3520
dpoc.finland@organon.com
Sverige
Organon Sweden AB
Tel: +46 8 502 597 00
dpoc.sweden@organon.com
United Kingdom (Northern Ireland)
Organon Pharma (Ireland) Limited
Tel: +353 15828260
medinfo.ROI@organon.com
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in <{maand JJJJ}>.
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu.
24

BIJLAGE I

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Orgalutran 0,25 mg/0,5 ml oplossing voor injectie
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Een voorgevulde spuit bevat 0,25 mg ganirelix in 0,5 ml waterige oplossing. De actieve stof ganirelix
(INN) is een synthetisch decapeptide met een sterke antagonistische werking tegen het natuurlijke
gonadotrofine-releasing hormoon (GnRH). Ganirelix verschilt van het natuurlijke GnRH decapeptide
doordat de aminozuren op posities 1, 2, 3, 6, 8 en 10 zijn vervangen, wat leidt tot [N-Ac-D-Nal(2)1,D-
pClPhe2,D-Pal(3)3,D-hArg(Et2)6,L-hArg(Et2)8,D-Ala10]-GnRH. Het molecuulgewicht bedraagt 1570,4.
Hulpstof met bekend effect
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per injectie, dat wil zeggen dat het in
wezen `natriumvrij' is.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie.
Heldere en kleurloze waterige oplossing.
4.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties
Orgalutran is geïndiceerd ter voorkoming van een voortijdige piek van het luteïniserend hormoon (LH)
bij vrouwen die gecontroleerde ovariële hyperstimulatie (COH) ondergaan ten behoeve van
kunstmatige voortplantingstechnieken (ART).
In klinische studies is Orgalutran gebruikt in combinatie met recombinant humaan follikelstimulerend
hormoon (FSH) of corifollitropine alfa, de duurzame follikelstimulans.

4.2 Dosering en wijze van toediening
Orgalutran mag alleen worden voorgeschreven door een specialist, die ervaring heeft in de
behandeling van infertiliteit.
Dosering
Orgalutran wordt toegepast om een voortijdige LH piek te voorkomen bij vrouwen die COH
ondergaan. Gecontroleerde ovariële hyperstimulatie met FSH of corifollitropine alfa kan starten op
dag 2 of 3 van de menstruatie. Orgalutran (0,25 mg) dient eenmaal per dag subcutaan te worden
toegediend, beginnend op dag 5 of dag 6 van de toediening van FSH of op dag 5 of dag 6 na
toediening van corifollitropine alfa. De startdag van Orgalutran is afhankelijk van de ovariële reactie,
dat wil zeggen het aantal en de grootte van de groeiende follikels en/of de hoeveelheid circulerend
oestradiol. Het begin van de toediening van Orgalutran kan worden uitgesteld bij afwezigheid van
folliculaire groei, hoewel de klinische ervaring is gebaseerd op de start van Orgalutran op dag 5 of dag
6 van de stimulatie.
Orgalutran en FSH dienen ongeveer op hetzelfde tijdstip worden toegediend maar mogen niet worden
gemengd en dienen te worden toegediend op een verschillende plaats.
op basis van de hoeveelheid oestradiol (zie rubriek 5.1).
De dagelijkse behandeling met Orgalutran dient te worden voortgezet tot op de dag dat er genoeg
follikels van voldoende grootte aanwezig zijn. De laatste fase van de follikelrijping kan geïnduceerd
worden door toediening van humaan choriongonadotrofine (hCG).
Tijdstip van de laatste injectie
Als gevolg van de halfwaardetijd van ganirelix dient de tijd tussen de laatste Orgalutran injectie en de
hCG injectie niet meer dan 30 uur te bedragen, omdat anders alsnog een voortijdige LH piek kan
optreden. Ook de tijd tussen twee Orgalutran injecties mag niet meer dan 30 uur bedragen. Indien
Orgalutran 's morgens wordt toegediend, dient de behandeling (samen met de gonadotrofine-
toediening) derhalve te worden voortgezet tot en met de dag dat de ovulatie wordt opgewekt. Indien
Orgalutran in de namiddag wordt toegediend, dient de laatste behandeling met Orgalutran te worden
gegeven in de namiddag voorafgaand aan de dag dat de ovulatie wordt opgewekt.
Orgalutran is veilig en effectief gebleken bij vrouwen die meerdere behandelingscycli ondergaan.
In cycli waarbij Orgalutran is gebruikt is niet onderzocht of ondersteuning van de luteale fase nodig is.
In klinische studies werd ondersteuning van de luteale fase gegeven overeenkomstig de praktijk van
het medisch centrum of volgens het klinisch protocol.
Speciale populaties

Nierfunctiestoornis

Er is geen ervaring met het gebruik van Orgalutran bij personen met een nierfunctiestoornis, aangezien
deze uitgesloten waren van deelname aan klinische studies. Daarom is het gebruik van Orgalutran
gecontra-indiceerd bij patiënten met een matige of ernstige nierfunctiestoornis (zie rubriek 4.3).

Leverfunctiestoornis

Er is geen ervaring met het gebruik van Orgalutran bij personen met een leverfunctiestoornis,
aangezien deze uitgesloten waren van deelname aan klinische studies. Daarom is het gebruik van
Orgalutran gecontra-indiceerd bij patiënten met een matige of ernstige leverfunctiestoornis (zie
rubriek 4.3).
Pediatrische patiënten
Er is geen relevante toepassing van Orgalutran bij pediatrische patiënten.

Wijze van toediening
Orgalutran moet subcutaan worden toegediend, bij voorkeur in het bovenbeen. De injectieplaats moet
worden afgewisseld om lipoatrofie te voorkomen. De injecties kunnen door de patiënte zelf of door
haar partner worden toegediend, mits zij voldoende geïnstrueerd zijn en kunnen beschikken over
deskundig advies.
Er kunnen luchtbellen zichtbaar zijn in de voorgevulde spuit. Dit is normaal, en het verwijderen van de
luchtbel(len) is niet nodig.

4.3 Contra-indicaties
-
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstoffen.
-
Overgevoeligheid voor gonadotrofine-releasing hormoon (GnRH) of een GnRH analoog.
-
Matige of ernstige nier- of leverfunctiestoornis.
-
Zwangerschap of borstvoeding.

Overgevoeligheidsreacties
Extra aandacht moet worden gegeven aan vrouwen met symptomen van een actieve allergische
aandoening. Gedurende postmarketing surveillance zijn gevallen van overgevoeligheidsreacties
gemeld (zowel algemeen als lokaal) bij gebruik van orgalutran, ook bij de eerste dosis. Deze
meldingen omvatten anafylaxie (waaronder anafylactische shock), angio-oedeem en urticaria (zie
rubriek 4.8). Wanneer een overgevoeligheidsreactie wordt vermoed, moet met het gebruik van
Orgalutran worden gestopt en een gepaste behandeling worden gegeven. Omdat klinische ervaring
ontbreekt, wordt geadviseerd om Orgalutran niet toe te dienen aan patiënten met een ernstige
allergische aandoening.
Latexallergie
De naaldbescherming bevat droog natuurlijk rubber/latex, dat in contact komt met de naald en
allergische reacties kan veroorzaken (zie rubriek 6.5).
Ovarieel hyperstimulatiesyndroom (OHSS)
Tijdens of na stimulatie van het ovarium kan het ovarieel hyperstimulatiesyndroom (OHSS) optreden,
OHSS moet worden beschouwd als een risico dat inherent is aan stimulatie met gonadotrofines. OHSS
dient symptomatisch te worden behandeld bijvoorbeeld met bedrust, intraveneuze toediening van een
elektrolytoplossing of colloïden en heparine.
Ectopische zwangerschap
Omdat onvruchtbare vrouwen die worden behandeld in het kader van kunstmatige
voortplantingstechnieken, met name in-vitrofertilisatie (ivf), vaak afwijkingen aan de eileiders hebben,
kunnen ectopische zwangerschappen vaker voorkomen. Het is daarom van belang om in een vroeg
stadium door middel van echoscopie vast te stellen of de vrucht zich in de uterus bevindt.
Aangeboren afwijkingen
De incidentie van aangeboren afwijkingen na geassisteerde voortplantingstechnieken zou hoger
kunnen zijn dan na spontane concepties. Hieraan kunnen verschillen in eigenschappen van de ouders
(bijvoorbeeld leeftijd van de moeder of eigenschappen van het sperma) en een verhoogde kans op
meerlingzwangerschappen ten grondslag liggen. In klinische studies waarbij ruim 1000 pasgeborenen
zijn onderzocht, is aangetoond dat de incidentie van aangeboren afwijkingen na gecontroleerde
ovariële hyperstimulatie met Orgalutran vergelijkbaar is met de incidentie na COH met een GnRH
agonist.
Vrouwen die minder dan 50 kg wegen of meer dan 90 kg
De veiligheid en effectiviteit van Orgalutran zijn niet vastgesteld bij vrouwen die minder dan 50 kg of
meer dan 90 kg wegen (zie rubrieken 5.1 en 5.2).
Natrium
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per injectie, dat wil zeggen dat het in
wezen `natriumvrij' is.

4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd.
geneesmiddelen die histamine vrijmaken.

4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn geen toereikende gegevens over het gebruik van ganirelix bij zwangere vrouwen.
In dieren, die waren blootgesteld aan ganirelix tijdens de implantatie, is resorptie van embryo's
waargenomen (zie rubriek 5.3). De relevantie van deze gegevens voor de mens is niet bekend.

Borstvoeding
Het is niet bekend of ganirelix in de moedermelk wordt uitgescheiden.
Orgalutran is gecontra-indiceerd tijdens zwangerschap of borstvoeding (zie rubriek 4.3).

Vruchtbaarheid
Ganirelix wordt gebruikt bij de behandeling van vrouwen die gecontroleerde ovariële hyperstimulatie
(COH) ondergaan ten behoeve van kunstmatige voortplantingstechnieken. Ganirelix wordt gebruikt
om een voortijdige LH piek, die anders mogelijk optreedt bij deze vrouwen tijdens de ovariële
stimulatie, te voorkomen.
Voor dosering en wijze van toediening, zie rubriek 4.2.

4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en van het vermogen om machines te bedienen
Er is geen onderzoek verricht met betrekking tot de effecten op de rijvaardigheid en op het vermogen
om machines te bedienen.

4.8 Bijwerkingen
Samenvatting veiligheidsprofiel
In onderstaande tabel staat een overzicht van alle bijwerkingen bij vrouwen die behandeld zijn met
Orgalutran in klinische studies met recFSH voor ovariële stimulatie. De bijwerkingen van Orgalutran
met gebruik van corifollitropine alfa voor ovariële stimulatie zullen naar verwachting overeenkomstig
zijn.
Tabel met bijwerkingen
De bijwerkingen worden weergegeven volgens de MedDRA systeem/orgaanklassen en frequentie:
zeer vaak (1/10), vaak (1/100, <1/10), soms (1/1000, <1/100). De frequentie van
overgevoeligheidsreacties (zeer zelden, <1/10.000) is afgeleid uit postmarketinggegevens.

Systeem/orgaanklasse
Frequentie
Bijwerking
Immuunsysteem-
Zeer zelden
Overgevoeligheidsreacties (waaronder uitslag,
aandoeningen
zwelling van het gezicht, dyspneu, anafylaxie
(waaronder anafylactische shock), angio-oedeem
en urticaria)1
Verergering van al bestaand eczeem2
Zenuwstelselaandoeningen
Soms
Hoofdpijn
Maag-
Soms
Misselijkheid
darmstelselaandoeningen
Algemene aandoeningen en Zeer vaak
Lokale huidreactie op de plaats van de injectie
(voornamelijk roodheid, met of zonder zwelling)3
stoornissen

Soms
Malaise
1 Voorvallen zijn gemeld bij patiënten die Orgalutran gebruikten, ook al bij de eerste dosis.
2 Gemeld bij 1 persoon na de eerste dosis Orgalutran.
3 In klinische studies, een uur na de injectie, was de incidentie van ten minste eenmaal een matige of
ernstige lokale huidreactie per behandelcyclus, zoals gemeld door patiënten, 12 % bij met Orgalutran
behandelde patiënten en 25 % bij patiënten die subcutaan met een GnRH agonist waren behandeld. De
lokale reacties verdwijnen meestal binnen 4 uur na toediening.
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Andere bijwerkingen die zijn gemeld zijn gerelateerd aan de gecontroleerde ovariële hyperstimulatie
behandeling, welke in het kader van ART wordt toegepast, in het bijzonder pijn van het bekken,
gezwollen buik, OHSS (zie rubriek 4.4), ectopische zwangerschap en spontane abortus.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.

4.9 Overdosering
Overdosering kan leiden tot een verlengde werkingsduur.
Er zijn geen gegevens beschikbaar over acute toxische effecten bij de mens. In klinische studies
waarin éénmalig tot 12 mg subcutaan is toegediend, zijn geen systemische bijwerkingen
waargenomen. In acute toxiciteitsstudies in ratten en apen zijn symptomen van systemische toxiciteit,
zoals hypotensie en bradycardie, alleen waargenomen na intraveneuze toediening van ganirelix in
doseringen van respectievelijk meer dan 1 en 3 mg/kg.
In geval van een overdosering, dient de behandeling met Orgalutran (tijdelijk) te worden gestopt.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Hormonen van de hypofyse en hypothalamus en analoga, anti-
gonadotrofine-releasing hormonen, ATC-code: H01CC01.
Werkingsmechanisme
Orgalutran is een GnRH antagonist die de hypothalamus-hypofyse-gonade as onderdrukt via een
competitieve binding aan de GnRH receptoren in de hypofyse. Daardoor vindt een snelle, sterke en
reversibele remming plaats van de afgifte van endogene gonadotrofines, zonder voorafgaande
stimulatie zoals bij de GnRH agonisten. Na herhaalde toediening van 0,25 mg Orgalutran aan
vrouwelijke vrijwilligers, waren de concentraties van LH, FSH en E2 maximaal respectievelijk 74 %,
32 % en 25 % verlaagd na respectievelijk 4, 16 en 16 uur na de injectie. Binnen twee dagen na de
laatste injectie waren de hormoonwaarden in het serum teruggekeerd naar de waarden vóór de
behandeling.
Farmacodynamische effecten
Bij patiënten die een gecontroleerde ovariële hyperstimulatie ondergingen was de gemiddelde
behandelingsduur met Orgalutran 5 dagen. Gedurende de behandeling met Orgalutran was de
gemiddelde incidentie van LH stijgingen (> 10 IU/l) met gelijktijdige progesteron stijgingen
(> 1 ng/ml) 0,3 - 1,2 % in vergelijking met 0,8 % tijdens GnRH agonist behandeling. Er was een
lichaamsgewicht (> 80 kg), zonder aantoonbaar effect op het klinisch resultaat. Echter, gebaseerd op
het geringe aantal patiënten dat tot nu toe werd behandeld, kan een effect niet worden uitgesloten.
In geval van een hoge ovariële respons, als gevolg van een hoge blootsteling aan gonadotrofines in de
vroege folliculaire fase of als gevolg van hoge ovariële gevoeligheid, kunnen eerder dan op
stimulatiedag 6 premature LH-stijgingen optreden. Op dag 5 beginnen met behandeling met
Orgalutran kan deze premature LH-stijgingen voorkomen zonder het klinisch resultaat te beïnvloeden.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
In gecontroleerde studies met Orgalutran en FSH, waarbij als referentie een GnRH-agonist in een lang
protocol werd gebruikt, werd gedurende de eerste dagen van de FSH stimulatie een snellere
follikelgroei waargenomen met het Orgalutranregime. Aan het eind van de stimulatie werden met
Orgalutran echter iets minder follikels en een lagere oestradiolspiegel waargenomen. Door dit verschil
in het patroon van follikelgroei dient de FSH dosis te worden aangepast op basis van het aantal en de
grootte van de follikels en niet op basis van de hoeveelheid oestradiol. Er zijn geen overeenkomstige
vergelijkende studies met corifollitropine alfa verricht waarbij een GnRH-antagonist- of een lang
agonistprotocol is gebruikt.

5.2 Farmacokinetische eigenschappen
Na herhaalde subcutane toedieningen van Orgalutran (dagelijkse injectie) waren de farmacokinetische
parameters vergelijkbaar met die na een eenmalige subcutane toediening. Na herhaalde toediening van
0,25 mg/dag werden steady-state plasmaconcentraties van ongeveer 0,6 ng/ml bereikt binnen 2 tot
3 dagen.
Farmacokinetische analyse toont een omgekeerde relatie aan tussen lichaamsgewicht en
serumconcentraties van Orgalutran.
Absorptie
Na een eenmalige subcutane toediening van 0,25 mg Orgalutran stijgt de serumconcentratie van
ganirelix snel en bereikt een piekconcentratie (Cmax) van ongeveer 15 ng/ml na 1 à 2 uur (tmax). De
biobeschikbaarheid van Orgalutran na subcutane toediening is ongeveer 91 %.
Biotransformatie
De belangrijkste component in het plasma is ganirelix. Ganirelix is ook de belangrijkste component in
de urine, maar de faeces bevatten alleen metabolieten. De metabolieten zijn kleine peptidefragmenten
die worden gevormd door enzymatische hydrolyse van ganirelix op bepaalde plaatsen. Het
metabolietenprofiel van Orgalutran in de mens is vergelijkbaar met dat in dieren.
Eliminatie
De eliminatiehalfwaardetijd (t½) bedraagt ongeveer 13 uur en de klaring bedraagt ongeveer 2,4 l/uur.
De uitscheiding vindt plaats via de faeces (ongeveer 75 %) en de urine (ongeveer 22 %).

5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Gegevens afkomstig uit preklinisch onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij
herhaalde dosering en genotoxiciteit duiden niet op een speciaal risico voor mensen.
Voortplantingsstudies met ganirelix, uitgevoerd bij doseringen van 0,1 tot 10 µg/kg/dag subcutaan in
de rat en van 0,1 tot 50 µg/kg/dag subcutaan in het konijn, laten een toename in de resorptie van de
embryo's bij de hoogste doseringen zien. Er zijn geen teratogene effecten waargenomen.


FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen
Azijnzuur
Mannitol
Water voor injecties
Natriumhydroxide en azijnzuur kunnen zijn gebruikt om de pH bij te stellen.

6.2 Gevallen van onverenigbaarheid

Bij gebrek aan onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere
geneesmiddelen gemengd worden.

6.3 Houdbaarheid
3 jaar

6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.

6.5 Aard en inhoud van de verpakking
Voorgevulde spuit (gesiliconiseerd type I glas) voor eenmalig gebruik. De voorgevulde spuit bevat
0,5 ml steriele waterige oplossing die klaar is voor gebruik en is afgesloten met een rubberen zuiger
welke geen latex bevat. Elke voorgevulde spuit is voorzien van een naald,
afgedekt met een
naaldbescherming van droog natuurlijk rubber/latex dat in contact komt met de naald (zie
rubriek 4.4).
Verpakt in dozen die 1 of 5 voorgevulde spuiten bevatten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.

6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Bekijk de voorgevulde spuit voor gebruik. Gebruik alleen spuiten met een heldere oplossing, zonder
deeltjes, van onbeschadigde verpakkingen.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
N.V. Organon
Kloosterstraat 6
5349 AB Oss
Nederland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/00/130/001, 1 voorgevulde spuit
EU/1/00/130/002, 5 voorgevulde spuiten

DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 17 mei 2000
Datum van laatste verlenging: 10 mei 2010
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST

Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
BIJLAGE II

A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE

B.

VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK

C.

ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN

D.

VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL

Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
N.V. Organon
Kloosterstraat 6
Postbus 20
5340 BH Oss
Nederland
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK

Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
·
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hieropvolgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.


D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN

DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL

·
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.

Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
· op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
· steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.











BIJLAGE III

ETIKETTERING EN BIJSLUITER


A. ETIKETTERING
MOETEN WORDEN VERMELD

TEKST BUITENVERPAKKING Orgalutran 1/ 5 voorgevulde spuiten
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Orgalutran 0,25 mg/0,5 ml oplossing voor injectie
ganirelix
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 voorgevulde spuit bevat 0,25 mg ganirelix in 0,5 ml waterige oplossing.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere stoffen: azijnzuur, mannitol, water voor injecties en natriumhydroxide en azijnzuur voor het
bijstellen van de pH.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie, 1 voorgevulde spuit met 0,5 ml
Oplossing voor injectie, 5 voorgevulde spuiten met elk 0,5 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Voor eenmalig gebruik.
De naaldbescherming bevat droog natuurlijk rubber/latex, dat in contact komt met de naald en
allergische reacties kan veroorzaken.
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
N.V. Organon
Kloosterstraat 6
5349 AB Oss
Nederland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/00/130/001 1 voorgevulde spuit
EU/1/00/130/002 5 voorgevulde spuiten
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaard.
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
WORDEN VERMELD

TEKST VOORGEVULDE SPUIT Orgalutran 0,25 mg/0,5 ml

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Orgalutran 0,25 mg/0,5 ml oplossing voor injectie
ganirelix
Subcutaan gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
6.
OVERIGE
Organon

B. BIJSLUITER

Orgalutran 0,25 mg/0,5 ml oplossing voor injectie
ganirelix

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.

Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Orgalutran en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie


1.

Wat is Orgalutran en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Orgalutran bevat de actieve stof ganirelix en behoort tot een groep geneesmiddelen, `anti-
gonadotrofine-releasing hormonen' genoemd, die de werking van het natuurlijke gonadotrofine-
releasing hormoon (GnRH) tegengaan. GnRH is betrokken bij de afgifte van gonadotrofinen
(luteïniserend hormoon (LH) en follikel-stimulerend hormoon (FSH)). Gonadotrofinen spelen een
belangrijke rol bij menselijke vruchtbaarheid en voortplanting. Bij vrouwen is FSH nodig voor de
groei en ontwikkeling van follikels in de eierstokken. Follikels zijn kleine ronde blaasjes waarin zich
de eicellen bevinden. LH is nodig voor het laten vrijkomen van de rijpe eicellen uit de follikels en
eierstokken (ovulatie). Orgalutran remt de werking van GnRH waardoor de afgifte van met name LH
wordt geremd.
Gebruik van Orgalutran
Bij vrouwen die kunstmatige voortplantingstechnieken ondergaan, zoals in-vitrofertilisatie (ivf) en
andere methoden, kan de ovulatie soms te vroeg plaatsvinden, waardoor de kans op zwangerschap
aanzienlijk wordt verkleind. Orgalutran wordt gebruikt om een vroegtijdige LH-piek, waardoor
eicellen voortijdig kunnen vrijkomen, te voorkomen.
In klinische studies is Orgalutran gebruikt in combinatie met recombinant follikelstimulerend hormoon
(FSH) of corifollitropine alfa, een follikelstimulerend middel met een lange werkingsduur.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
-
U bent overgevoelig voor het gonadotrofine-releasing hormoon (GnRH) of een eiwit verwant
aan GnRH
-
U heeft een matige of ernstige lever- of nieraandoening
-
U bent zwanger of geeft borstvoeding.

Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt.
Als u op dit moment last heeft van een allergie, meld dit aan uw arts. Uw arts zal, afhankelijk van de
ernst, besluiten of extra controle nodig is tijdens de behandeling. Gevallen van allergische reacties zijn
gemeld, ook bij de eerste dosis.
Algemene en lokale allergische reacties, waaronder netelroos (urticaria), zwelling van het gezicht, de
lippen, de tong en/of de keel waardoor u moeilijk kunt ademhalen en/of slikken (angio-oedeem en/of
anafylaxie), zijn gemeld (zie ook rubriek 4). Als u een allergische reactie krijgt, stop dan met
Orgalutran en vraag onmiddellijk om medische hulp.
Latexallergie
De naaldbescherming bevat droog natuurlijk rubber/latex, dat in contact komt met de naald en
allergische reacties kan veroorzaken.
Ovarieel hyperstimulatiesyndroom (OHSS)
Tijdens of na een hormonale stimulatie van het ovarium kunt u last krijgen van het ovarieel
hyperstimulatiesyndroom (OHSS). Dit syndroom heeft te maken met de stimulatieprocedure met
gonadotrofinen. Zie hiervoor de bijsluitertekst van het gonadotrofinepreparaat dat aan u is
voorgeschreven.
Meerlingzwangerschap of aangeboren afwijkingen
Aangeboren afwijkingen komen iets vaker voor na kunstmatige voortplantingstechnieken dan na
spontane bevruchtingen. Men vermoedt dat deze licht verhoogde frequentie te maken heeft met
sommige eigenschappen van de personen die een vruchtbaarheidsbehandeling ondergaan (bijvoorbeeld
de leeftijd van de vrouw of eigenschappen van het sperma) en het vaker voorkomen van
meerlingzwangerschappen na geassisteerde voortplantingstechnieken. Het aantal aangeboren
afwijkingen na gebruik van Orgalutran tijdens vruchtbaarheidsbehandelingen is niet hoger dan na
gebruik van andere GnRH-analogen tijdens een vruchtbaarheidsbehandeling.
Zwangerschapscomplicaties
Bij vrouwen met beschadigde eileiders is de kans op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap iets
vergroot.
Vrouwen die minder dan 50 kg wegen of meer dan 90 kg
De werkzaamheid en veiligheid van Orgalutran zijn niet vastgesteld bij vrouwen die minder wegen
dan 50 kg of meer dan 90 kg. Vraag uw arts om meer informatie.

Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Het gebruik van Orgalutran bij kinderen of jongeren tot 18 jaar is niet van toepassing.

Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Orgalutran nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker.

Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Orgalutran is bestemd voor gecontroleerde ovariële stimulatie tijdens kunstmatige
voortplantingstechnieken, zoals in-vitrofertilisatie (ivf). Gebruik Orgalutran niet tijdens de
zwangerschap of wanneer u borstvoeding geeft.
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Er is geen onderzoek verricht met betrekking tot de effecten op de rijvaardigheid en op het vermogen
om machines te bedienen.
Orgalutran bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per injectie, dat wil zeggen dat het in wezen
`natriumvrij' is.

3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Orgalutran wordt gebruikt als een onderdeel van kunstmatige voortplantingstechnieken, zoals
in-vitrofertilisatie (ivf).
Op dag 2 of 3 van de menstruatiecyclus kan worden gestart met de behandeling met FSH of
corifollitropine voor ovariële stimulatie. Orgalutran (0,25 mg) moet iedere dag net onder de huid
worden geïnjecteerd, te beginnen op dag 5 of dag 6 van de stimulatie. Afhankelijk van hoe uw
eierstokken reageren, kan uw arts echter beslissen om op een andere dag te starten.
Orgalutran en FSH mogen niet worden gemengd maar dienen bij voorkeur kort na elkaar te worden
toegediend op een verschillende plaats.
De dagelijkse behandeling met Orgalutran moet worden voortgezet tot op de dag dat er genoeg
follikels van voldoende grootte aanwezig zijn. Humaan choriongonadotrofine (hCG) wordt toegediend
voor het starten van de laatste fase van de rijping van follikels en van de eicellen in de follikels. De tijd
tussen de laatste Orgalutraninjectie en de hCG injectie mag niet meer dan 30 uur zijn, omdat anders
alsnog een voortijdige LH piek (en dus eisprong) kan optreden. Ook de tijd tussen twee
Orgalutraninjecties mag niet meer dan 30 uur zijn. Daarom geldt dat als u Orgalutran 's morgens
toedient, u daarmee door moet gaan gedurende de behandeling met gonadotrofinen tot en met de dag
dat de eisprong wordt opgewekt. Als u Orgalutran in de middag toedient, moet u de laatste injectie met
Orgalutran geven in de middag die voorafgaat aan de dag dat de eisprong wordt opgewekt.

Instructies voor gebruik
Injectieplaats
Orgalutran zit in een voorgevulde spuit en moet langzaam net onder de huid worden geïnjecteerd, bij
voorkeur in het bovenbeen. Bekijk de oplossing voor gebruik. Gebruik de oplossing niet als deze
deeltjes bevat of niet helder is. Er kunnen luchtbellen in de voorgevulde spuit zitten. Dit is normaal. U
hoeft de luchtbel(len) niet te verwijderen. Als u de injecties zelf toedient, of dit door uw partner laat
doen, volg dan de instructies hieronder nauwkeurig op. Meng Orgalutran niet met een ander
geneesmiddel.

Voorbereiding van de injectieplaats

Was uw handen goed met water en zeep. Maak de injectieplaats schoon met een gaasje met een
desinfecterend middel (bijvoorbeeld alcohol) om bacteriën van het huidoppervlak te verwijderen.
Maak een gebied van ongeveer 5 centimeter rond de injectieplaats schoon en laat het desinfecterende
middel minimaal 1 minuut drogen voordat u verder gaat.

Het inbrengen van de naald

Verwijder de naaldbescherming. Neem een dikke huidplooi tussen duim en wijsvinger. Steek de naald
in de basis van de vastgehouden huidplooi onder een hoek van 45° ten opzichte van het huidoppervlak.
Kies voor iedere injectie steeds een iets andere plaats.

Controle van de juiste positie van de naald

Trek de zuiger van de spuit voorzichtig iets op om te controleren of de naald op de juiste plaats zit. Als
er bloed wordt opgezogen in de spuit betekent dit dat er een bloedvat is aangeprikt. Injecteer in dat
geval geen Orgalutran maar trek de naald uit de huid en druk de injectieplaats dicht met een gaasje met
een desinfecterend middel; de bloeding houdt na ongeveer 2 minuten op. Gebruik de met bloed
verontreinigde oplossing niet; gooi de spuit weg. Begin opnieuw met een nieuwe spuit.

Als de naald goed geplaatst is, druk dan de zuiger langzaam en gelijkmatig in. Hierdoor wordt de
oplossing op de juiste manier ingespoten zonder dat het onderhuidse weefsel wordt beschadigd.

Het verwijderen van de spuit

Trek de naald met een snelle beweging uit de huid en druk de injectieplaats dicht met een gaasje met
een desinfecterend middel.
Gebruik de voorgevulde spuit slechts eenmaal.

Heeft u te veel van dit middel gebruikt?

Neem contact op met uw arts.

Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als u merkt dat u een injectie bent vergeten, dien deze dan zo snel mogelijk toe.
Gebruik geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Als u meer dan 6 uur te laat bent en de tijd tussen twee injecties dus langer is dan 30 uur, dien deze
injectie dan zo snel mogelijk toe
en neem contact op met uw arts voor verder advies.

Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet met het gebruik van Orgalutran tenzij uw arts dit adviseert, omdat dit het resultaat van uw
behandeling kan beïnvloeden.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
De kans op het krijgen van een bijwerking wordt omschreven in de volgende categorieën:

Zeer vaak: komen voor bij meer dan 1 op de 10 vrouwen
-
Plaatselijke huidreacties op de plaats van de injectie (voornamelijk roodheid, met of zonder
zwelling). De lokale reactie verdwijnt meestal binnen 4 uur na toediening.

Soms: komen voor bij minder dan 1 op de 100 vrouwen
-
Hoofdpijn
-
Misselijkheid
-
Algemeen onwel, ziek voelen (malaise).

Zeer zelden: komen voor bij minder dan 1 op de 10.000 vrouwen
-
Allergische reacties, zijn al bij de eerste dosis waargenomen.
· Uitslag
· Zwelling van het gezicht
· Moeilijk ademhalen (dyspneu)
· Zwelling van het gezicht, de lippen, de tong en/of de keel, waardoor u moeilijk kunt
ademhalen en/of slikken (angio-oedeem en/of anafylaxie)
· Netelroos (urticaria)
-
Verergering van een al aanwezige uitslag (eczeem) is waargenomen bij één patiënt na de eerste
toediening van Orgalutran.
Daarnaast werden bijwerkingen gemeld waarvan bekend is dat ze kunnen voorkomen bij
gecontroleerde ovariële hyperstimulatie (zoals buikpijn, ovarieel hyperstimulatiesyndroom (OHSS),
buitenbaarmoederlijke zwangerschap (als het embryo buiten de baarmoeder groeit) en een miskraam
(zie de bijsluitertekst van het FSH-preparaat dat u gebruikt)).
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het etiket en de
doos na `EXP'. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Bekijk de voorgevulde spuit voor gebruik. Gebruik alleen spuiten met een heldere oplossing, zonder
deeltjes, van onbeschadigde verpakkingen.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de wc en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert, worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is ganirelix (0,25 mg in 0,5 ml oplossing).
-
De andere stoffen in dit middel zijn azijnzuur, mannitol, water voor injecties. De pH (een maat
voor de zuurgraad) kan zijn bijgesteld met natriumhydroxide en azijnzuur.

Hoe ziet Orgalutran eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Orgalutran is een heldere en kleurloze waterige oplossing voor injectie. De oplossing is klaar voor
gebruik en is bedoeld voor onderhuidse toediening.
De naaldbescherming bevat droog natuurlijk
rubber/latex dat in contact komt met de naald.

Orgalutran is beschikbaar in verpakkingen van 1 of 5 voorgevulde spuiten.

Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
N.V. Organon
Kloosterstraat 6
5349 AB Oss
Nederland
N.V. Organon
Kloosterstraat 6
Postbus 20
5340 BH Oss
Nederland
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:

België/Belgique/Belgien
Lietuva
Organon Belgium
Organon Pharma B.V. Lithuania atstovyb
Tél/Tel: 0080066550123 (+32 2 2418100)
Tel.: +370 52041693
dpoc.benelux@organon.com
dpoc.lithuania@organon.com


Luxembourg/Luxemburg
(..) .. -
Organon Belgium
.: +359 2 806 3030
Tél/Tel: 0080066550123 (+32 2 2418100)
dpoc.bulgaria@organon.com
dpoc.benelux@organon.com

Ceská republika
Magyarország
Organon Czech Republic s.r.o.
Organon Hungary Kft.
Tel: +420 233 010 300
Tel.: +36 1 766 1963
dpoc.czech@organon.com
dpoc.hungary@organon.com

Danmark
Malta
Organon Denmark ApS
Organon Pharma B.V., Cyprus branch
Tlf: +45 4484 6800
Tel: +356 2277 8116
info.denmark@organon.com
dpoc.cyprus@organon.com

Deutschland
Nederland
Organon Healthcare GmbH
N.V. Organon
Tel.: 0800 3384 726 (+49 (0) 89 2040022 10)
Tel: 00800 66550123
dpoc.germany@organon.com
(+32 2 2418100)
dpoc.benelux@organon.com

Eesti
Norge
Organon Pharma B.V. Estonian RO
Organon Norway AS
Tel: +372 66 61 300
Tlf: +47 24 14 56 60
dpoc.estonia@organon.com
info.norway@organon.com


Österreich
BIANE ..
Organon Austria GmbH
: +30 210 80091 11
Tel: +43 (0) 1 263 28 65
Mailbox@vianex.gr
medizin-austria@organon.com

España
Polska
Organon Salud, S.L.
Organon Polska Sp. z o.o.
Tel: +34 91 591 12 79
Tel.: +48 22 105 50 01
organon_info@organon.com
organonpolska@organon.com

France
Portugal
Organon France
Organon Portugal, Sociedade Unipessoal Lda.
Tél: +33 (0) 1 57 77 32 00
Tel: +351218705500

geral_pt@organon.com

România
Organon Pharma d.o.o.
Organon Biosciences S.R.L.
Tel: +385 1 638 4530
Tel: +40 21 527 29 90
dpoc.croatia@organon.com
info.romania@organon.com


Ireland
Slovenija
Organon Pharma (Ireland) Limited
Organon Pharma B.V., Oss, podruznica Ljubljana
Tel: +353 15828260
Tel: +386 1 300 10 80
medinfo.ROI@organon.com
info.slovenia@organon.com

Ísland
Slovenská republika
Vistor hf.
Organon Slovakia s. r. o.
Sími: + 354 535 7000
Tel: +421 2 44 88 98 88
dpoc.slovakia@organon.com

Italia
Suomi/Finland
Organon Italia S.r.l.
Organon Finland Oy
Tel: +39 06 3336407
Puh/Tel: +358 (0) 29 170 3520
dpoc.italy@organon.com
dpoc.finland@organon.com



Sverige
Organon Pharma B.V., Cyprus branch
Organon Sweden AB
: +357 22866730
Tel: +46 8 502 597 00
dpoc.cyprus@organon.com
dpoc.sweden@organon.com


Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
rvalsts komersanta 'Organon Pharma B.V.'
Organon Pharma (Ireland) Limited
prstvniecba
Tel: +353 15828260
Tel: +371 66968876
medinfo.ROI@organon.com
dpoc.latvia@organon.com

Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in <{maand JJJJ}>.
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.

Heb je dit medicijn gebruikt? Orgalutran 0,25 mg/0,5 ml te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Orgalutran 0,25 mg/0,5 ml te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Orgalutran 0,25 mg/0,5 ml

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG