Revinty ellipta 92 µg - 22 µg
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Revinty Ellipta 92 microgram /22 microgram inhalatiepoeder, voorverdeeld.
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Iedere enkelvoudige inhalatie biedt een afgegeven dosis (de dosis die het mondstuk verlaat) van
92 microgram fluticasonfuroaat en 22 microgram vilanterol (als trifenataat). Dit komt overeen met een
voorverdeelde dosis van 100 microgram fluticasonfuroaat en 25 microgram vilanterol (als trifenataat).
Hulpstof(fen) met bekend effect
Elke afgegeven dosis bevat ongeveer 25 mg lactosemonohydraat.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Inhalatiepoeder, voorverdeeld
(Inhalatiepoeder).
Wit poeder in een lichtgrijze inhalator met een gele beschermkap van het mondstuk en een dosisteller.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Astma
Revinty Ellipta is geïndiceerd voor de reguliere behandeling van astma bij volwassenen en adolescenten van
12 jaar en ouder voor wie het gebruik van een gecombineerd geneesmiddel (langwerkende bèta
2
-agonist en
inhalatiecorticosteroïde) geschikt is:
•
patiënten bij wie de astma onvoldoende onder controle is met inhalatiecorticosteroïden en
geïnhaleerde kortwerkende bèta
2
-agonisten 'naar behoefte'
•
patiënten bij wie de astma reeds voldoende onder controle is met zowel een inhalatiecorticosteroïde als
een geïnhaleerde langwerkende bèta
2
-agonist
COPD (chronische obstructieve longziekte)
Revinty Ellipta is geïndiceerd voor de symptomatische behandeling van volwassenen met COPD met een
FEV
1
<70% van de voorspelde normale waarde (na bronchusverwijder) met een geschiedenis van
exacerbaties ondanks regelmatige bronchusverwijdende behandeling.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Astma
Patiënten met astma moeten de sterkte van Revinty Ellipta voorgeschreven krijgen waarin de dosis
fluticasonfuroaat (FF) passend is bij de ernst van hun aandoening. Artsen moeten zich ervan bewust zijn dat
bij patiënten met astma, fluticasonfuroaat (FF) 100 microgram eenmaal daags ongeveer vergelijkbaar is met
fluticasonpropionaat (FP) 250 microgram tweemaal daags, terwijl FF 200 microgram eenmaal daags
ongeveer vergelijkbaar is met FP 500 microgram tweemaal daags.
2
Volwassenen en adolescenten van 12 jaar en ouder
Een startdosering van één inhalatie Revinty Ellipta 92/22 microgram eenmaal daags dient te worden
overwogen voor volwassenen en adolescenten van 12 jaar en ouder die een lage tot gemiddelde dosis
geïnhaleerde corticosteroïden nodig hebben in combinatie met een langwerkende bèta
2
-agonist. Als bij
patiënten niet voldoende controle wordt bereikt met Revinty Ellipta 92/22 microgram, kan de dosis worden
verhoogd tot 184/22 microgram, wat een extra verbetering van de astmacontrole kan bieden.
Patiënten dienen regelmatig opnieuw te worden beoordeeld door een beroepsbeoefenaar in de
gezondheidszorg, zodat de sterkte van fluticasonfuroaat/vilanterol die zij krijgen optimaal blijft; deze mag
alleen worden gewijzigd op medisch advies. De dosis moet worden getitreerd naar de laagste dosis waarbij
een effectieve controle van de symptomen wordt behouden.
Revinty Ellipta 184/22 microgram dient te worden overwogen voor volwassenen en adolescenten van 12 jaar
en ouder die een hogere dosis geïnhaleerde corticosteroïden nodig hebben in combinatie met een
langwerkende bèta
2
-agonist.
Patiënten ervaren doorgaans een verbetering van de longfunctie binnen 15 minuten na het inhaleren van
Revinty Ellipta. De patiënt dient echter verteld te worden dat een regelmatig dagelijks gebruik noodzakelijk
is om de astmasymptomen onder controle te houden en dat het gebruik moet worden voortgezet zelfs
wanneer hij/zij geen symptomen heeft.
Als symptomen optreden in de periode tussen doseringen dient een geïnhaleerde, kortwerkende bèta
2
-agonist
te worden genomen voor directe verlichting.
Kinderen jonger dan 12 jaar
De veiligheid en werkzaamheid van Revinty Ellipta bij kinderen jonger dan 12 jaar is nog niet vastgesteld voor
de indicatie astma.
Er zijn geen gegevens beschikbaar.
COPD
Volwassenen van 18 jaar en ouder
Eén inhalatie van Revinty Ellipta 92/22 microgram eenmaal daags.
Revinty Ellipta 184/22 microgram is niet geïndiceerd voor patiënten met COPD. Er is geen extra voordeel
van de dosis van 184/22 microgram in vergelijking met de dosis van 92/22 microgram en er bestaat een
mogelijk verhoogd risico op pneumonie en systemische corticosteroïdegerelateerde bijwerkingen (zie
rubrieken 4.4 en 4.8).
Patiënten ervaren doorgaans een verbetering van de longfunctie binnen 16-17 minuten na het inhaleren van
Revinty Ellipta.
Pediatrische patiënten
Er is geen relevante toepassing van Revinty Ellipta bij pediatrische patiënten voor de indicatie COPD.
Speciale populaties
Ouderen (>65 jaar)
Er is geen dosisaanpassing nodig voor deze populatie (zie rubriek 5.2).
Nierfunctiestoornis
3
Er is geen dosisaanpassing nodig voor deze populatie (zie rubriek 5.2).
Leverfunctiestoornis
Onderzoeken bij proefpersonen met een lichte, matige of ernstige leverfunctiestoornis toonden een verhoging
van de systemische blootstelling aan fluticasonfuroaat (zowel C
max
als AUC) (zie rubriek 5.2).
Voorzichtigheid is geboden bij toediening aan patiënten met een leverfunctiestoornis die een groter risico
lopen op systemische bijwerkingen die verband houden met corticosteroïden.
Voor patiënten met een matige of ernstige leverfunctiestoornis is de maximale dosis 92/22 microgram (zie
rubriek 4.4).
Wijze van toediening
Revinty Ellipta is uitsluitend bestemd voor inhalatie.
Het moet iedere dag op hetzelfde tijdstip worden toegediend.
De uiteindelijke beslissing over toediening 's avonds of 's ochtends moet worden overgelaten aan de arts.
Indien een dosis wordt gemist, moet de volgende dosis de volgende dag op de gebruikelijke tijd worden
genomen.
Als de inhalator in de koelkast wordt bewaard, dan moet de inhalator gedurende ten minste één uur voor
toediening op kamertemperatuur kunnen komen.
Wanneer de inhalator voor het eerst wordt gebruikt, hoeft niet gecontroleerd te worden of die goed werkt. De
inhalator hoeft ook niet op een speciale wijze geprepareerd te worden voor gebruik. De stapsgewijze
instructies moeten gevolgd worden.
De Ellipta-inhalator is verpakt in een bakje samen met een zakje met droogmiddel om vochtigheid tegen te
gaan. Het zakje droogmiddel moet weggegooid worden en mag niet worden geopend, opgegeten of
geïnhaleerd.
De patiënt moet worden geïnstrueerd het bakje niet te openen totdat hij klaar is om een dosis te inhaleren.
Als de inhalator uit het bakje wordt gehaald, staat die in de ‘gesloten’ positie. De ‘Weggooien op’ datum
moet op het etiket van de inhalator genoteerd worden in de daarvoor bestemde ruimte. De ‘Weggooien op’
datum is 6 weken na de datum waarop het bakje geopend werd. Vanaf deze datum mag de inhalator niet
meer gebruikt worden. Het bakje mag na openen worden weggegooid.
Na de inhalatie moeten de patiënten hun mond spoelen met water zonder dit door te slikken.
De hieronder weergegeven stapsgewijze instructies voor de Ellipta-inhalator met 30 doses (voorraad voor 30
dagen) gelden ook voor de Ellipta-inhalator met 14 doses (voorraad voor 14 dagen).
Instructies voor gebruik
1.
Lees dit voordat u begint
Als de beschermkap van de inhalator wordt geopend en gesloten zonder het geneesmiddel te inhaleren, zal de
dosis verloren gaan. De verloren dosis wordt veilig vastgehouden in de inhalator, maar is niet meer
beschikbaar om te inhaleren.
Het is niet mogelijk om tijdens één inhalatie per ongeluk extra geneesmiddel of een dubbele dosis te nemen.
4
2.
Hoe wordt een dosis klaargemaakt?
Open de beschermkap wanneer u gereed bent om een dosis te inhaleren.
De inhalator niet schudden.
Schuif de beschermkap naar beneden tot u een
'klik'
hoort.
Het geneesmiddel kan nu worden geïnhaleerd. De dosisteller telt met 1 af om dit te bevestigen.
Als de dosisteller niet aftelt wanneer u de
'klik'
hoort, zal de inhalator geen geneesmiddel afgeven. Breng de
inhalator terug naar een apotheker voor advies.
3.
Hoe wordt het geneesmiddel geïnhaleerd?
Houd de inhalator bij uw mond vandaan en adem zo diep mogelijk uit.
Niet uitademen in de inhalator.
Plaats het mondstuk tussen uw lippen en sluit uw lippen er stevig omheen.
Blokkeer de luchtopening niet met uw vingers.
Adem eenmaal lang, gelijkmatig en diep in. Houd uw adem vervolgens zo lang mogelijk in (ten minste 3-4
seconden).
5
•
•
Haal de inhalator uit uw mond.
Adem langzaam en rustig uit.
Het kan zijn dat u het geneesmiddel niet proeft of voelt, zelfs niet als u de inhalator op de juiste manier
gebruikt.
Als u het mondstuk wilt schoonmaken, gebruik dan een
droog doekje voordat
u de beschermkap sluit.
4.
Sluit de inhalator en spoel uw mond
Schuif de beschermkap zo ver mogelijk omhoog om het mondstuk te bedekken.
Spoel uw mond met water nadat u de inhalator heeft gebruikt en slik het niet in.
Hierdoor wordt het minder waarschijnlijk dat u een pijnlijke mond of keel als bijwerking krijgt.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof(fen) of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstof(fen).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Verslechtering van de ziekte
Fluticasonfuroaat/vilanterol mag niet worden gebruikt voor de behandeling van acute astmasymptomen of
6
een acute exacerbatie van COPD, waarvoor een kortwerkende bronchusverwijder nodig is. Toenemend
gebruik van kortwerkende bronchusverwijders voor het verlichten van symptomen wijst op een
verslechtering van de controle en patiënten dienen dan beoordeeld te worden door een arts.
Patiënten moeten niet stoppen met de behandeling met fluticasonfuroaat/vilanterol voor astma of COPD
zonder toezicht door een arts, omdat symptomen kunnen terugkomen na staken van de behandeling.
Astmagerelateerde bijwerkingen en exacerbaties kunnen optreden tijdens de behandeling met
fluticasonfuroaat/vilanterol. Aan patiënten moet worden gevraagd door te gaan met de behandeling, maar
wel een arts te raadplegen als de astmasymptomen niet onder controle gebracht worden of verergeren na het
begin van de behandeling met Revinty Ellipta.
Paradoxaal bronchospasme
Een paradoxaal bronchospasme kan optreden met een directe toename van piepende ademhaling na inhalatie.
Dit moet direct worden behandeld met een kortwerkende geïnhaleerde bronchusverwijder. Gebruik van
Revinty Ellipta moet direct worden gestaakt, de patiënt moet worden beoordeeld en indien nodig moet een
andere behandeling worden ingesteld.
Cardiovasculaire effecten
Cardiovasculaire effecten zoals hartritmestoornissen, bijv. supraventriculaire tachycardie en extrasystolen
kunnen worden waargenomen bij sympathicomimetische geneesmiddelen, waaronder Revinty Ellipta. In een
placebogecontroleerd onderzoek bij personen met een matige COPD en een voorgeschiedenis van, of een
toegenomen risico op cardiovasculaire aandoeningen, was er geen toename in het risico van cardiovasculaire
gebeurtenissen bij patiënten die fluticasonfuroaat/vilanterol kregen in vergelijking met placebo (zie rubriek
5.1). Er is echter voorzichtigheid geboden bij het gebruik van fluticasonfuroaat/vilanterol door patiënten met
een ernstige hart- en vaataandoening, of met afwijkingen in het hartritme, thyrotoxicose, niet gecorrigeerde
hypokaliëmie of door patiënten met een predispositie voor lage serum-kaliumwaarden.
Patiënten met leverfunctiestoornissen
Bij patiënten met een matige tot ernstige leverfunctiestoornis moet de dosis van 92/22 microgram worden
gebruikt en zij moeten gecontroleerd worden op systemische corticosteroïdegerelateerde bijwerkingen (zie
rubriek 5.2).
Systemische effecten van corticosteroïden
Systemische effecten kunnen optreden bij alle geïnhaleerde corticosteroïden, met name bij hoge doses die
voor lange perioden worden voorgeschreven. De kans op het optreden van deze effecten is veel kleiner dan
bij orale corticosteroïden. Mogelijke systemische effecten zijn onder andere het syndroom van Cushing,
Cushingoïde gelaatstrekken, bijniersuppressie, afname van minerale botdichtheid, groeivertraging bij
kinderen en adolescenten, cataract en glaucoom en, zeldzamer, een aantal psychische of gedragseffecten,
waaronder psychomotorische hyperactiviteit, slaapstoornissen, angst, depressie of agressie (met name bij
kinderen).
Fluticasonfuroaat/vilanterol moet met voorzichtigheid worden toegediend bij patiënten met longtuberculose
of bij patiënten met chronische of onbehandelde infecties.
Visusstoornis
Visusstoornis kan worden gemeld bij systemisch en topisch gebruik van corticosteroïden. Indien een patiënt
symptomen ontwikkelt zoals wazig zien of andere visusstoornissen, dient te worden overwogen de patiënt
door te verwijzen naar een oogarts ter beoordeling van mogelijke oorzaken waaronder cataract, glaucoom of
zeldzame ziekten zoals centrale sereuze chorioretinopathie (CSCR) die zijn gemeld na gebruik van
systemische en topische corticosteroïden.
7
Hyperglykemie
Er zijn gevallen gemeld van verhoogde bloedglucosewaarden bij diabetespatiënten en hiermee moet rekening
worden gehouden wanneer het middel wordt voorgeschreven aan patiënten met een voorgeschiedenis van
diabetes mellitus.
Pneumonie bij patiënten met COPD
Een toename van de incidentie van pneumonie, waaronder pneumonie waarvoor een ziekenhuisopname
nodig was, is waargenomen bij patiënten met COPD die geïnhaleerde corticosteroïden kregen. Er zijn enkele
aanwijzingen voor een toegenomen risico op pneumonie met toenemende steroïddosis, maar dit is niet
overtuigend aangetoond in alle onderzoeken.
Er is geen overtuigend klinisch bewijs voor intra-klasseverschillen tussen geïnhaleerde
corticosteroïdproducten wat betreft de omvang van het risico op pneumonie.
Artsen moeten alert blijven op de mogelijke ontwikkeling van pneumonie bij patiënten met COPD, omdat de
klinische kenmerken van dergelijke infecties een overlap vertonen met de symptomen van COPD-
exacerbaties.
Risicofactoren voor pneumonie bij patiënten met COPD zijn onder andere huidig rookgedrag, hogere
leeftijd, lage body mass index (BMI) en ernstig COPD.
Pneumonie bij patiënten met astma
Bij de hogere dosis kwam pneumonie vaak voor bij patiënten met astma. De incidentie van pneumonie was
bij patiënten met astma die fluticasonfuroaat/vilanterol 184/22 microgram gebruikten in aantallen hoger dan
bij patiënten die fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram of placebo kregen (zie rubriek 4.8). Er werden
geen risicofactoren vastgesteld.
Hulpstoffen
Patiënten met de zeldzame erfelijke aandoeningen galactose-intolerantie, totale lactasedeficiëntie of glucose-
galactosemalabsorptie mogen dit geneesmiddel niet gebruiken.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Klinisch significante geneesmiddelinteracties die gemedieerd worden door fluticasonfuroaat/vilanterol in
klinische doses worden onwaarschijnlijk geacht vanwege de lage plasmaconcentraties die worden bereikt na
toediening via inhalatie.
Interactie met bètablokkers
Bèta
2
-adrenerge receptorantagonisten kunnen het effect van bèta
2
-adrenerge agonisten verzwakken of
tegenwerken. Het gelijktijdig gebruik van zowel niet-selectieve als selectieve bèta
2
-adrenerge
receptorantagonisten dient te worden vermeden, tenzij er dwingende redenen zijn voor het gebruik ervan.
Interactie met CYP3A4-remmers
Fluticasonfuroaat en vilanterol worden beide snel geklaard door uitgebreid 'first-passmetabolisme'
gemedieerd door het leverenzym CYP3A4.
Voorzichtigheid wordt aangeraden wanneer het gelijktijdig wordt toegediend met krachtige CYP3A4-
remmers (bijv. ketoconazol, ritonavir, cobicistat-bevattende middelen), omdat de mogelijkheid van
toegenomen systemische blootstelling aan zowel fluticasonfuroaat als vilanterol bestaat. Gelijktijdige
toediening moet worden vermeden tenzij het voordeel opweegt tegen het toegenomen risico op systemische
corticosteroïdbijwerkingen; in dit geval moeten patiënten worden gecontroleerd op systemische
corticosteroïdbijwerkingen. Een CYP3A4-geneesmiddelinteractieonderzoek met herhaalde doses werd
8
uitgevoerd bij gezonde proefpersonen met de combinatie fluticasonfuroaat/vilanterol (184/22 microgram) en
de krachtige CYP3A4-remmer ketoconazol (400 mg). Gelijktijdige toediening verhoogde de gemiddelde
AUC
(0-24)
en C
max
van fluticasonfuroaat met respectievelijk 36% en 33%. De toegenomen blootstelling aan
fluticasonfuroaat ging gepaard met een afname van 27% van de gewogen gemiddelde serumcortisolwaarden
(0-24 uur). Gelijktijdige toediening verhoogde de gemiddelde AUC
(0-t)
en C
max
van vilanterol met
respectievelijk 65% en 22%. De toegenomen blootstelling aan vilanterol ging niet gepaard met een toename
van bèta
2
-agonistgerelateerde systemische effecten op de hartslag, bloedkalium of het QTcF-interval.
Interactie met P-glycoproteïneremmers
Fluticasonfuroaat en vilanterol zijn beide substraten van P-glycoproteïne (P-gp). Een klinisch farmacologisch
onderzoek bij gezonde proefpersonen met gelijktijdige toediening van vilanterol en de krachtige P-gp- en
matige CYP3A4-remmer verapamil toonde geen significant effect op de farmacokinetiek van vilanterol.
Klinische farmacologische onderzoeken met een specifieke P-gp-remmer en fluticasonfuroaat zijn niet
uitgevoerd.
Sympathicomimetische geneesmiddelen
De gelijktijdige toediening van andere sympathicomimetische geneesmiddelen (alleen of als onderdeel van
een combinatiebehandeling) kan de bijwerkingen van fluticasonfuroaat/vilanterol versterken. Revinty Ellipta
moet niet worden gebruikt in combinatie met andere langwerkende bèta
2
-adrenerge agonisten of
geneesmiddelen die langwerkende bèta
2
-adrenerge agonisten bevatten.
Pediatrische patiënten
Onderzoek naar interacties is alleen bij volwassenen uitgevoerd.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Uit dieronderzoek is reproductietoxiciteit gebleken bij blootstellingsniveaus die niet klinisch relevant zijn
(zie rubriek 5.3). Er zijn geen of beperkte gegevens over het gebruik van fluticasonfuroaat en
vilanteroltrifenataat bij zwangere vrouwen.
De toediening van fluticasonfuroaat/vilanterol aan zwangere vrouwen moet alleen worden overwogen
wanneer het verwachte voordeel voor de moeder groter is dan elk mogelijk risico voor de foetus.
Borstvoeding
Er is onvoldoende informatie over de uitscheiding van fluticasonfuroaat of vilanteroltrifenataat en/of hun
metabolieten in de moedermelk. Andere corticosteroïden en bèta
2-
agonisten zijn echter wel aangetroffen in
moedermelk (zie rubriek 5.3). Een risico voor pasgeborenen/zuigelingen kan niet worden uitgesloten.
Er moet worden besloten of borstvoeding moet worden gestaakt of dat behandeling met
fluticasonfuroaat/vilanterol moet worden gestaakt, waarbij het voordeel van borstvoeding voor het kind en
het voordeel van behandeling voor de vrouw in overweging moeten worden genomen.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen vruchtbaarheidsgegevens bij mensen. Uit dieronderzoek is geen effect van
fluticasonfuroaat/vilanteroltrifenataat op de vruchtbaarheid gebleken (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
9
Fluticasonfuroaat of vilanterol heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het
vermogen om machines te bedienen.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Er werden gegevens uit grootschalige klinische onderzoeken naar astma en COPD gebruikt om de frequentie
te bepalen van bijwerkingen die in verband zijn gebracht met fluticasonfuroaat/vilanterol. In het klinische
ontwikkelingsprogramma voor astma werden in totaal 7.034 patiënten opgenomen in een geïntegreerde
beoordeling van bijwerkingen. In het klinische ontwikkelingsprogramma voor COPD werden in totaal 6.237
proefpersonen opgenomen in een geïntegreerde beoordeling van bijwerkingen.
De meest gemelde bijwerkingen bij gebruik van fluticasonfuroaat en vilanterol waren hoofdpijn en
nasofaryngitis. Met uitzondering van pneumonie en botbreuken was het veiligheidsprofiel vergelijkbaar bij
patiënten met astma en patiënten met COPD. Tijdens klinische onderzoeken werden pneumonie en
botbreuken vaker gezien bij patiënten met COPD.
Samenvattende tabel van bijwerkingen
Bijwerkingen worden per systeem/orgaanklasse en mate van voorkomen (frequentie) opgesomd. De
volgende conventie is gebruikt voor de classificatie van frequentiecategorieën: zeer vaak (≥1/10), vaak
(≥1/100, <1/10), soms (≥1/1.000, <1/100), zelden (≥1/10.000, <1/1.000) en zeer zelden (<1/10.000).
Binnen elke frequentiegroep worden de bijwerkingen naar afnemende ernst gerangschikt.
10
Systeem/orgaanklasse
Infecties en parasitaire
aandoeningen
Bijwerking(en)
Pneumonie*
Bovenste luchtweginfectie
Bronchitis
Griep
Candidiasis van de mond en de keel
Frequentie
Vaak
Immuunsysteemaandoeningen
Overgevoeligheidreacties waaronder
anafylaxie, angio-oedeem, rash en
urticaria
Hyperglykemie
Angst
Hoofdpijn
Tremor
Zelden
Voedings- en
stofwisselingsstoornissen
Psychische stoornissen
Zenuwstelselaandoeningen
Soms
Zelden
Zeer vaak
Zelden
Soms
Soms
Zelden
Zelden
Zeer vaak
Vaak
Oogaandoeningen
Hartaandoeningen
Wazig zien (zie rubriek 4.4)
Extrasystolen
Hartkloppingen
Tachycardie
Ademhalingsstelsel-, borstkas-
en mediastinumaandoeningen
Nasofaryngitis
Orofaryngeale pijn
Sinusitis
Faryngitis
Rhinitis
Hoesten
Dysfonie
Paradoxaal bronchospasme
Zelden
Vaak
Vaak
Maagdarmstelselaandoeningen Abdominale pijn
Skeletspierstelsel- en
bindweefselaandoeningen
Artralgie
Rugpijn
Botbreuken**
Spierspasmen
Algemene aandoeningen en
toedieningsplaatsstoornissen
Pyrexie
Vaak
*,** Zie onder “Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen”
*Pneumonie
(zie rubriek 4.4)
In een geïntegreerde analyse van de twee één jaar durende replicatieonderzoeken bij matige tot ernstige
COPD (gemiddelde voorspelde post-bronchodilatatoire screening FEV
1
van 45%, standaarddeviate (SD)
13%) met een exacerbatie in het voorgaande jaar (n = 3.255), was het aantal pneumoniemeldingen per 1.000
patiëntenjaren 97,9 in de groep met FF/VI 184/22, 85,7 in de groep met FF/VI 92/22 en 42,3 in de groep met
VI 22. Voor ernstige pneumonie bedroeg het overeenkomende aantal gebeurtenissen per 1.000 patiëntenjaren
11
respectievelijk 33,6, 35,5 en 7,6. Voor matig-ernstige pneumonie bedroeg het overeenkomende aantal
gebeurtenissen per 1.000 patiëntenjaren respectievelijk 35,1 voor FF/VI 184/22, 42,9 voor FF/VI 92/22 en
12,1 voor VI 22. Tot slot bedroeg het aantal fatale pneumonieën, gecorrigeerd voor blootstelling,
respectievelijk 8,8 voor FF/VI 184/22 versus 1,5 voor FF/VI 92/22 en 0 voor VI 22.
In een placebogecontroleerd onderzoek (SUMMIT) bij personen met matige COPD (gemiddelde percentage
post-bronchodilatatoire screening FEV
1
van 60%, SD 6%) met een voorgeschiedenis van, of een toegenomen
risico op cardiovasculaire aandoeningen, was de incidentie van pneumonie met FF/VI, FF, VI en placebo
respectievelijk: bijwerkingen (6%, 5%, 4%, 5%); ernstige bijwerkingen (3%, 4%, 3%, 3%); beoordeeld op
overlijdens door pneumonie ten gevolge van de behandeling (0,3%; 0,2%; 0,1%; 0,2%); de percentages
gecorrigeerd naar blootstelling (per 1.000 behandeljaren) bedroegen respectievelijk: bijwerkingen (39,5;
42,4; 27,7; 38,4); ernstige bijwerkingen (22,4; 25,1; 16,4; 22,2); beoordeeld op overlijdens door pneumonie
ten gevolge van de behandeling (1,8; 1,5; 0,9; 1,4).
In een geïntegreerde analyse van 11 onderzoeken naar astma (7.034 patiënten) was de incidentie van
pneumonie per 1.000 patiëntenjaren 18,4 voor FF/VI 184/22 versus 9,6 voor FF/VI 92/22 en 8,0 in de
placebogroep.
**Botbreuken
In twee replicatieonderzoeken van 12 maanden met in totaal 3.255 patiënten met COPD was de algehele
incidentie van botbreuken laag in alle behandelgroepen, met een hogere incidentie in alle groepen met
Revinty Ellipta (2%) in vergelijking met de groep met vilanterol 22 microgram (<1%). Hoewel er meer
botbreuken waren in de groepen met Revinty Ellipta dan in de groep met vilanterol 22 microgram, traden
botbreuken waarmee het gebruik van corticosteroïden normaal gesproken gepaard gaat (bijv.
ruggenmergcompressie-/thoracolumbale tussenwervelbreuken, heup- en heupkombreuken) op in <1% van de
behandelarmen op Revinty Ellipta en vilanterol.
Voor het SUMMIT onderzoek was de incidentie van alle gevallen van breuken met FF/VI, FF, VI en placebo
2% in elke behandelarm; voor breuken die vaak worden geassocieerd met ICS-gebruik was dit minder dan
1% in elke behandelarm. De voor blootstelling gecorrigeerde getallen (per 1.000 behandeljaren) voor alle
gevallen van breuken bedroegen respectievelijk 13,6; 12,8; 13,2 en 11,5; voor breuken die vaak worden
geassocieerd met ICS-gebruik was dit respectievelijk 3,4; 3,9; 2,4; 2,1.
In een geïntegreerde analyse van 11 onderzoeken naar astma (7.034 patiënten), was de incidentie van
botbreuken <1% en hielden de botbreuken meestal verband met trauma.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze
wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd.
Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via
het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Klachten en symptomen
Een overdosis fluticasonfuroaat/vilanterol kan klachten en symptomen veroorzaken die zijn toe te schrijven
aan de werking van de afzonderlijke bestanddelen, waaronder klachten en symptomen die gezien worden bij
overdosering van andere bèta
2
-agonisten en die consistent zijn met bekende effecten van de klasse van
geïnhaleerde corticosteroïden (zie rubriek 4.4).
Behandeling
Er bestaat geen specifieke behandeling voor een overdosering van fluticasonfuroaat/vilanterol. Als
overdosering plaatsvindt, moet de patiënt ondersteunend behandeld worden, met de juiste controle, indien
nodig.
12
Een cardioselectieve bètablokkade moet alleen overwogen worden voor ernstige overdosiseffecten van
vilanterol die klinisch zorgwekkend zijn en niet reageren op ondersteunende maatregelen. Cardioselectieve
bètablokkerende geneesmiddelen dienen met voorzichtigheid te worden gebruikt bij patiënten met een
geschiedenis van bronchospasme.
De verdere behandeling dient plaats te vinden zoals klinisch aangewezen of zoals aangeraden door het
Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum, indien van toepassing.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: geneesmiddelen voor obstructieve luchtwegaandoeningen, adrenergica in
combinatie met corticosteroïden of andere geneesmiddelen, met uitzondering van anticholinergica, ATC-
code: R03AK10.
Werkingsmechanisme
Fluticasonfuroaat en vilanterol vertegenwoordigen twee klassen geneesmiddelen (een synthetische
corticosteroïde en een selectieve, langwerkende bèta
2
-receptoragonist).
Farmacodynamische effecten
Fluticasonfuroaat
Fluticasonfuroaat is een synthetische getrifluorideerde corticosteroïde met een krachtige
ontstekingsremmende werking. Het precieze mechanisme waardoor fluticasonfuroaat een effect heeft op
astma- en COPD-symptomen is niet bekend. Er is aangetoond dat corticosteroïden op vele manieren
inwerken op meerdere celtypen (bijv. eosinofielen, macrofagen, lymfocyten) en mediatoren (bijv. cytokinen
en chemokinen die een rol spelen bij ontstekingen).
Vilanteroltrifenataat
Vilanteroltrifenataat is een selectieve, langwerkende bèta
2
-adrenerge agonist (LABA).
De farmacologische effecten van bèta
2
-adrenoreceptoragonisten, waaronder vilanteroltrifenataat, zijn in ieder
geval gedeeltelijk toe te schrijven aan stimulatie van intracellulaire adenylaatcyclase, het enzym dat de
conversie van adenosinetrifosfaat (ATP) in cyclisch adenosine-3'5'-monofosfaat (cyclisch AMP) katalyseert.
Verhoogde concentraties van cyclisch AMP leiden tot de ontspanning van bronchiaal glad spierweefsel en
remming van de afgifte van mediatoren van directe hypergevoeligheid uit cellen, met name uit mestcellen.
Moleculaire interacties treden op tussen corticosteroïden en LABA's, waardoor steroïden het bèta
2
-
receptorgen activeren, waardoor het aantal en de gevoeligheid van de receptoren toeneemt en LABA's de
glucocorticoïdreceptor klaarmaken voor steroïde-afhankelijke activering en celkerntranslocatie versterken.
Deze synergistische interacties worden weerspiegeld in een verhoogde ontstekingsremmende activiteit, die
in
vitro
en
in vivo
is aangetoond bij een scala aan ontstekingscellen die relevant zijn voor de pathofysiologie
van zowel astma als COPD. In perifere mononucleaire bloedcellen van personen met COPD werd een groter
anti-inflammatoir effect waargenomen bij de combinatie van fluticasonfuroaat/vilanterol dan bij alleen
fluticasonfuroaat in concentraties die worden bereikt met klinische doseringen. Het toegenomen anti-
inflammatoire effect van de LABA-component was gelijk aan dat, wat wordt bereikt met andere ICS/LABA-
combinaties.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
Astma
Drie gerandomiseerde, dubbelblinde fase III-onderzoeken (HZA106827, HZA106829 en HZA106837) met
een verschillende duur beoordeelden de veiligheid en werkzaamheid van fluticasonfuroaat/vilanterol bij
13
volwassen en adolescente patiënten met aanhoudende astma. Alle proefpersonen gebruikten een ICS
(geïnhaleerde corticosteroïde) met of zonder LABA gedurende ten minste 12 weken voorafgaand aan bezoek
1. In HZA106837 hadden alle patiënten in het jaar voorafgaand aan bezoek 1 ten minste één exacerbatie
gehad waarvoor behandeling nodig was met orale corticosteroïden. De studieduur van HZA106827 was 12
weken en beoordeelde de werkzaamheid van fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram [n=201] en FF
92 microgram [n=205] in vergelijking met placebo [n=203], die alle eenmaal daags werden toegediend. De
studieduur van HZA106829 was 24 weken en beoordeelde de werkzaamheid van
fluticasonfuroaat/vilanterol 184/22 microgram [n=197] en FF 184 microgram [n=194], beide eenmaal daags
toegediend, in vergelijking met FP 500 microgram tweemaal daags [n=195].
In HZA106827/HZA106829 waren de coprimaire werkzaamheidseindpunten verandering t.o.v. baseline in
de dal-FEV
1
(voorafgaand aan bronchusverwijder en toediening) tijdens een bezoek aan de kliniek aan het
eind van de behandelperiode bij alle proefpersonen, en de gewogen gemiddelde seriële FEV
1
gedurende 0-24
uur na toediening in een subset proefpersonen aan het einde van de behandelperiode. Verandering t.o.v.
baseline in het percentage perioden van 24 uur waarin geen noodmedicatie nodig was tijdens de behandeling,
was een secundair eindpunt met onderscheidend vermogen. Resultaten voor de primaire en de belangrijkste
secundaire eindpunten in deze onderzoeken worden beschreven in tabel 1.
Tabel 1 - Resultaten van de primaire en de belangrijkste secundaire eindpunten in HZA106827 en
HZA106829
HZA106829
HZA106827
FF/VI 184/22 FF/VI 184/22
FF/VI 92/22
FF/VI 92/22
eenmaal
eenmaal
eenmaal
eenmaal daags
daags vs. FF
daags
daags
vs. placebo
184 eenmaal
vs. FP 500
vs. FF 92
eenmaal daags
daags
tweemaal
eenmaal
daags
daags
Verandering t.o.v. baseline in dal-FEV
1
, laatst gemeten waarde als eindpunt (Last
Observation Carried Forward, LOCF)
Behandelverschil
193 ml
210 ml
36 ml
172 ml
P-waarde
p<0,001
p<0,001
p=0,405
p<0,001
(95% BI)
(108; 277)
(127; 294)
(-48; 120)
(87; 258)
Gewogen gemiddelde seriële FEV
1
gedurende 0-24 uur na dosering
Behandelverschil
136 ml
206 ml
116 ml
302 ml
P-waarde
p=0,048
p=0,003
p=0,06
p<0,001
(95% BI)
(1; 270)
(73; 339)
(-5; 236)
(178; 426)
Verandering t.o.v. baseline in het percentage perioden van 24 uur zonder noodmedicatie
Behandelverschil
11,7%
6,3%
10,6%
19,3%
P-waarde
p<0,001
p=0,067
p<0,001
p<0,001
(95% BI)
(4,9; 18,4)
(-0,4; 13,1)
(4,3; 16,8)
(13,0; 25,6)
Verandering t.o.v. baseline in het percentage perioden van 24 uur zonder symptomen
Behandelverschil
8,4%
4,9%
12,1%
18,0%
P-waarde
p=0,010
p=0,137
p<0,001
p<0,001
(95% BI)
(2,0; 14,8)
(-1,6; 11,3)
(6,2; 18,1)
(12,0; 23,9)
Verandering t.o.v. baseline in de expiratoire piekstroom 's ochtends
Behandelverschil
33,5 l/min
32,9 l/min
14,6 l/min
33,3 l/min
P-waarde
p<0,001
p<0,001
p<0,001
p<0,001
(95% BI)
(22,3; 41,7)
(24,8; 41,1)
(7,9; 21,3)
(26,5; 40,0)
Verandering t.o.v. baseline in de expiratoire piekstroom 's middags en 's avonds
Behandelverschil
30,7 l/min
26,2 l/min
12,3 l/min
28,2 l/min
P-waarde
p<0,001
p<0,001
p<0,001
p<0,001
(95% BI)
(22,5; 38,9)
(18,0; 34,3)
(5,8; 18,8)
(21,7; 34,8)
*FF/VI = fluticasonfuroaat/vilanterol
De behandelduur in HZA106837 was variabel (van minimaal 24 weken tot maximaal 76 weken, waarbij de
meerderheid van de patiënten ten minste 52 weken werd behandeld). In HZA106837 werden de patiënten
gerandomiseerd naar gebruik van fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram [n=1.009] of
14
Onderzoeksnr.
Behandeldosis FF/VI*
(in microgram)
FF 92 microgram [n=1.010], beide eenmaal daags toegediend. In HZA106837 was het primaire eindpunt tijd
tot eerste ernstige astma-exacerbatie. Een ernstige astma-exacerbatie werd gedefinieerd als verslechtering
van de astma waarvoor het gebruik van systemische corticosteroïden gedurende ten minste 3 dagen nodig
was, of een ziekenhuisopname of bezoek aan de eerste hulp vanwege astma waarvoor systemische
corticosteroïden nodig waren. De gecorrigeerde gemiddelde verandering t.o.v. baseline in dal-FEV
1
werd
ook beoordeeld als een secundair eindpunt.
In HZA106837 was het risico van een ernstige astma-exacerbatie bij patiënten die
fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram kregen verminderd met 20% in vergelijking met gebruik van
alleen FF 92 microgram (hazardratio 0,795, p=0,036; 95% BI 0,642; 0,985). Het aantal ernstige astma-
exacerbaties per patiënt per jaar was 0,19 in de groep met FF 92 microgram (ongeveer 1 elke 5 jaar) en 0,14
in de groep met fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram (ongeveer 1 elke 7 jaar). De ratio van de
exacerbatiefrequentie voor fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram versus FF 92 microgram was 0,755
(95% BI 0,603; 0,945). Dit duidt op een verlaging met 25% van het aantal ernstige astma-exacerbaties bij
proefpersonen die behandeld werden met fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram in vergelijking met
de proefpersonen die behandeld werden met FF 92 microgram (p=0,014). Het bronchusverwijdende effect
van fluticasonfuroaat/vilanterol gedurende 24 uur bleef bestaan tijdens een behandelperiode van 1 jaar,
zonder bewijs van werkzaamheidsverlies (geen tachyfylaxie). Fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram
toonde consistent verbeteringen van 83 ml tot 95 ml in dal-FEV
1
in week 12, 36 en 52 en op het eindpunt van
de studie in vergelijking met FF 92 microgram (p<0,001 95% BI 52; 126 ml op eindpunt). Bij 44% van de
patiënten in de groep met fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram was een goede controle bereikt
(ACQ7 ≤0,75) aan het eind van de behandeling, tegenover 36% van de proefpersonen in de groep met
FF 92 microgram (p<0,001; 95% BI 1,23; 1,82).
Onderzoeken versus salmeterol/fluticasonpropionaat-combinaties
In een onderzoek van 24 weken (HZA113091) bij volwassen en adolescente patiënten met ongecontroleerde
aanhoudende astma toonde zowel fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram eenmaal daags 's avonds als
salmeterol/FP 50/250 microgram tweemaal daags verbeteringen in de longfunctie t.o.v. baseline. De
gecorrigeerde gemiddelde verhogingen bij behandeling t.o.v. baseline in gewogen gemiddelde FEV
1
gedurende 0-24 uur met 341 ml (fluticasonfuroaat/vilanterol) en 377 ml (salmeterol/FP) toonden voor beide
behandelingen een algehele verbetering van de longfunctie na 24 uur. Het gecorrigeerde gemiddelde
behandelverschil van -37 ml tussen de groepen was niet statistisch significant (p=0,162). Voor dal-FEV
1
bereikten proefpersonen in de fluticasonfuroaat/vilanterolgroep een LS gemiddelde verandering t.o.v. de
baseline van 281 ml en de proefpersonen in de salmeterol/FP-groep bereikten een verandering van 300 ml
(het gecorrigeerde gemiddelde verschil van -19 ml (95% BI: -0,073; 0,034) was statistisch niet significant
(p=0,485)).
Een gerandomiseerd, dubbelblind onderzoek van 24 weken met een parallelle groep (201378) is uitgevoerd
om non-inferioriteit aan te tonen (waarbij een marge van -100 ml voor dal-FEV
1
werd gehanteerd) van
fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 eenmaal daags ten opzichte van salmeterol/FP 50/250 tweemaal daags bij
volwassen en adolescente patiënten met goed gecontroleerde astma na 4 weken behandeling met open-label
salmeterol/FP 50/250 tweemaal daags (n=1.504). Bij personen die waren gerandomiseerd op eenmaal daags
FF/VI bleef de longfunctie vergelijkbaar met die bij personen die waren gerandomiseerd op tweemaal daags
salmeterol/FP [verschil in dal-FEV
1
van +19 ml (95% BI: -11, 49)].
Er zijn geen vergelijkende onderzoeken versus salmeterol/FP of versus andere ICS/LABA-combinaties
uitgevoerd om de effecten op astma-exacerbaties goed te vergelijken.
Monotherapie met fluticasonfuroaat
Een gerandomiseerd, dubbelblind placebogecontroleerd onderzoek van 24 weken (FFA112059) beoordeelde
de veiligheid en werkzaamheid van FF 92 microgram eenmaal daags [n=114] en FP 250 microgram
tweemaal daags [n=114] versus placebo [n=115] bij volwassen en adolescente patiënten met aanhoudende
astma. Alle proefpersonen moesten een stabiele dosis van een ICS gebruiken gedurende ten minste 4 weken
voorafgaand aan bezoek 1 (screeningsbezoek), en het gebruik van LABA's was niet toegestaan in de 4 weken
voorafgaand aan bezoek 1. Het primaire werkzaamheidseindpunt was verandering t.o.v. baseline in de dal-
15
FEV
1
(voorafgaand aan bronchusverwijder en toediening) tijdens een bezoek aan de kliniek aan het eind van
de behandelperiode. Verandering t.o.v. baseline in het percentage perioden van 24 uur zonder noodmedicatie
tijdens de behandelperiode van 24 weken was een onderscheidend secundair eindpunt. Op het tijdpunt van
24 weken verhoogden FF en FP de dal-FEV
1
met respectievelijk 146 ml (95% BI 36, 257 ml, p=0,009) en
145 ml (95% BI 33; 257 ml, p=0,011) in vergelijking met placebo. Zowel FF als FP verhoogde het
percentage perioden van 24 uur zonder noodmedicatie met respectievelijk 14,8% (95% BI 6,9; 22,7;
p<0,001) en 17,9% (95% BI 10,0; 25,7; p<0,001) versus placebo.
Allergeenprovocatieonderzoek
Het bronchusbeschermende effect van fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram op de vroege en late
astmatische respons op geïnhaleerde allergenen werd beoordeeld in een placebogecontroleerd
vierweggekruist onderzoek met herhaalde toediening (HZA113126) bij patiënten met lichte astma. Patiënten
werden gerandomiseerd naar fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram, FF 92 microgram, vilanterol 22
microgram of placebo eenmaal daags gedurende 21 dagen gevolgd door allergeenprovocatie 1 uur na de
laatste dosis. Het allergeen was huisstofmijt, huidschilfers van katten of berkenpollen; de selectie werd
gebaseerd op individuele screeningtests. Seriële FEV
1
-metingen werden vergeleken met waarden van voor
de allergeenprovocatie die waren verzameld na het inhaleren van zoutoplossing (baseline). De grootste
effecten op de vroege astmatische respons werden over het geheel genomen gezien met
fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram in vergelijking met alleen FF 92 microgram of vilanterol 22
microgram. Zowel bij fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram als bij FF 92 microgram verdween de
late astmatische respons nagenoeg in vergelijking met alleen vilanterol. Fluticasonfuroaat/vilanterol
92/22 microgram bood een significant grotere bescherming tegen door allergenen geïnduceerde bronchiale
hyperreactiviteit dan monotherapieën met FF en vilanterol zoals beoordeeld op dag 22 met een
metacholineprovocatie.
Onderzoek naar bronchusbeschermende en HPA-as-effecten
De bronchusbeschermende en HPA-as-effecten van FF versus FP of budesonide (BUD) werden beoordeeld
in een placebogecontroleerd, gekruist onderzoek (203162) met toenemende herhaalde doseringen bij
54 volwassenen met een voorgeschiedenis van astma die gekenmerkt wordt door hyperreactiviteit van de
luchtwegen en een voorspelde FEV
1
≥65%. Patiënten werden gerandomiseerd naar een of twee
behandelperioden, die uit vijf dosisescalatiefases van 7 dagen bestonden, met FF (25, 100, 200, 400,
800 microgram/dag), FP (50, 200, 500, 1.000, 2.000 microgram/dag), BUD (100, 400, 800, 1.600,
3.200 microgram/dag) of placebo. Na elke dosisescalatiefase werden de bronchusbescherming aan de hand
van hyperreactiviteit van de luchtwegen op adenosine-5'-monofosfaat (AMP)-provocatie (provocatieve
concentratie die leidt tot een afname van ≥20% in FEV
1
[AMP PC20]) en het gewogen gemiddelde cortisol
in plasma gedurende 24 uur beoordeeld.
In het gehele goedgekeurde therapeutische dosisbereik voor astma, waren de AMP PC20 (mg/ml) en
cortisolonderdrukking (%) waarden respectievelijk: 81 tot 116 mg/ml en 7% tot 14% voor FF (100 tot
200 microgram/dag), 20 tot 76 mg/ml en 7% tot 50% voor FP (200 tot 2.000 microgram/dag) en 24 tot
54 mg/ml en 13% tot 44% voor BUD (400 tot 1.600 microgram/dag).
Chronische obstructieve longziekte
Het klinische ontwikkelingsprogramma voor COPD omvatte een onderzoek van 12 weken (HZC113107),
twee onderzoeken van 6 maanden (HZC112206, HZC112207) en twee onderzoeken van 1 jaar (HZC102970,
HZC102871) en een > 1 jaar durend onderzoek (SUMMIT). Dit waren gerandomiseerde gecontroleerde
onderzoeken bij patiënten met een klinische diagnose van COPD. Deze onderzoeken omvatten metingen van
de longfunctie, dyspneu en matige en ernstige exacerbaties.
Onderzoeken van 6 maanden
HZC112206 en HZC112207 waren gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde onderzoeken met
parallelle groepen van 24 weken die het effect van de combinatie vergeleek met het effect van alleen
vilanterol en FF en placebo. HZC112206 beoordeelde de werkzaamheid van fluticasonfuroaat/vilanterol
16
46/22 microgram [n=206] en fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram [n=206] in vergelijking met FF
92 microgram [n=206], vilanterol 22 microgram [n=205] en placebo [n=207], die alle eenmaal daags werden
toegediend. HZC112207 beoordeelde de werkzaamheid van fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram
[n=204] en fluticasonfuroaat/vilanterol 184/22 microgram [n=205] in vergelijking met FF 92 microgram
[n=204], FF 184 microgram [n=203] en vilanterol 22 microgram [n=203] en placebo [n=205], die alle
eenmaal daags werden toegediend.
Alle patiënten moesten een rookgeschiedenis hebben van ten minste 10 pakjaren; een post-salbutamol
FEV
1
/FVC-ratio van minder dan of gelijk aan 0,70; een post-salbutamol FEV
1
van minder dan of gelijk aan
70% van de voorspelde waarde, en een 'Modified Medical Research Council (mMRC)'-dyspneuscore
2
(schaal 0-4) bij screening. Bij screening was de gemiddelde FEV
1
voorafgaand aan gebruik van de
bronchusverwijder 42,6% en 43,6% van de voorspelde waarde, en de gemiddelde reversibiliteit 15,9% en
12,0% in respectievelijk HZC112206 en HZC112207. De coprimaire eindpunten van beide onderzoeken
waren de gewogen gemiddelde FEV
1
van 0 tot 4 uur na toediening op dag 168, en de verandering t.o.v.
baseline in de dal-FEV
1
voorafgaand aan toediening op dag 169.
In een geïntegreerde analyse van beide onderzoeken toonde fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram
klinisch betekenisvolle verbeteringen in de longfunctie. Op dag 169 was bij fluticasonfuroaat/vilanterol
92/22 microgram en vilanterol sprake van een verhoging van de gecorrigeerde gemiddelde dal-FEV
1
van
respectievelijk 129 ml (95% BI: 91; 167 ml; p<0,001) en 83 ml (95% BI: 46; 121 ml; p<0,001) in
vergelijking met placebo. Bij fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram was de dal-FEV
1
46 ml hoger dan
bij vilanterol (95% BI: 8; 83 ml; p=0,017). Op dag 168 verhoogden fluticasonfuroaat/vilanterol
92/22 microgram en vilanterol de gecorrigeerde gewogen gemiddelde FEV
1
in een periode van 0-4 uur met
respectievelijk 193 ml (95% BI: 156; 230 ml; p<0,001) en 145 ml (95% BI: 108; 181 ml; p<0,001) in
vergelijking met placebo. Fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram verhoogde de gecorrigeerde
gewogen gemiddelde FEV
1
in een periode van 0-4 uur met 148 ml in vergelijking met alleen FF (95% BI:
112; 184 ml; p<0,001).
Onderzoeken van 12 maanden
Onderzoeken HZC102970 en HZC102871 waren gerandomiseerde, dubbelblinde onderzoeken met parallelle
groepen van 52 weken ter vergelijking van het effect van fluticasonfuroaat/vilanterol 184/22 microgram,
fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram en fluticasonfuroaat/vilanterol 46/22 microgram met dat van
vilanterol 22 microgram, allemaal eenmaal daags toegediend, op de jaarlijkse frequentie van matige/ernstige
exacerbaties bij proefpersonen met COPD met een rookgeschiedenis van ten minste 10 pakjaren en een post-
salbutamol FEV
1
/FVC-ratio van minder dan of gelijk aan 0,70, een post-salbutamol FEV
1
van minder dan of
gelijk aan 70% van de voorspelde waarde en een gedocumenteerde geschiedenis van ≥1 COPD-exacerbatie
in de 12 maanden voor bezoek 1 waarvoor gebruik van antibiotica en/of orale corticosteroïden of
ziekenhuisopname nodig was. Het primaire eindpunt was de jaarlijkse frequentie van matige en ernstige
exacerbaties. Matige/ernstige exacerbaties werden gedefinieerd als verslechterende symptomen waarvoor
behandeling met orale corticosteroïden en/of antibiotica of ziekenhuisopname nodig was. Beide onderzoeken
hadden een inloopperiode van 4 weken waarin alle proefpersonen open-label salmeterol/FP 50/250 tweemaal
daags kregen om de COPD-farmacotherapie te standaardiseren en de ziekte te stabiliseren voorafgaand aan
randomisatie naar geblindeerde onderzoeksmedicatie gedurende 52 weken. Voorafgaand aan de
inloopperiode stopten de proefpersonen met het gebruik van eerdere COPD-medicatie, met uitzondering van
kortwerkende bronchusverwijders. Het gebruik van gelijktijdige geïnhaleerde langwerkende
bronchusverwijders (bèta
2
-agonist en anticholinergicum), combinatieproducten met ipratropium/salbutamol,
orale bèta
2
-agonisten en preparaten met theofylline was niet toegestaan tijdens de behandelperiode. Orale
corticosteroïden en antibiotica waren toegestaan voor de acute behandeling van COPD-exacerbaties met
specifieke richtlijnen voor het gebruik. De proefpersonen gebruikten tijdens de gehele onderzoeken
salbutamol indien nodig.
De resultaten van beide onderzoeken toonden dat eenmaaldaagse behandeling met
fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram leidde tot een lagere jaarlijkse frequentie van matige/ernstige
COPD-exacerbaties dan behandeling met vilanterol (Tabel 2).
17
Tabel 2: Analyse van exacerbatiefrequenties na 12 maanden behandeling
HZC102970
fluticason-
furoaat/
vilanterol
vilanterol
(n=409)
Eindpunt
92/22
(n=403)
Matige en ernstige exacerbaties
Gecorrigeerde
1,14
0,90
gemiddelde
jaarlijkse
frequentie
Ratio vs. VI
0,79
95% BI
(0,64; 0,97)
p-waarde
0,024
% afname
21
(95% BI)
(3; 36)
Absoluut
verschil in
aantal per jaar
vs. VI
(95% BI)
0,24
(0,03; 0,41)
Tijdsduur tot
eerste
exacerbatie:
hazardratio
0,80
(95% BI)
(0,66; 0,99)
%
20
risicoreductie
p-waarde
0,036
HZC102871
fluticason-
furoaat/
vilanterol
92/22
(n=403)
0,70
HZC102970 en
HZC102871 geïntegreerd
vilanterol
(n=818)
fluticason-
furoaat/
vilanterol 92/22
(n=806)
0,81
vilanterol
(n=409)
1,05
1,11
0,66
(0,54; 0,81)
<0,001
34
(19; 46)
0,73
(0,63; 0,84)
<0,001
27
(16; 37)
0,36
(0,20; 0,48)
0,30
(0,18; 0,41)
0,72
(0,59; 0,89)
28
0,76
(0,66; 0,88)
24
0,002
p<0,001
In een geïntegreerde analyse van HZC102970 en HZC102871 in week 52 werd een verbetering gezien
wanneer fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram met vilanterol 22 microgram werd vergeleken op de
gecorrigeerde gemiddelde dal-FEV
1
(42 ml 95% BI: 19; 64 ml; p<0,001). Het bronchusverwijdende effect
van fluticasonfuroaat/vilanterol gedurende 24 uur bleef vanaf de eerste dosis bestaan gedurende een
behandelperiode van 1 jaar, zonder bewijs van werkzaamheidsverlies (geen tachyfylaxie).
In totaal hadden in de twee onderzoeken bij elkaar 2.009 patiënten (62%) een cardiovasculaire
voorgeschiedenis/risicofactoren bij screening. De incidentie van cardiovasculaire
voorgeschiedenis/risicofactoren was vergelijkbaar in alle behandelgroepen, waarbij de patiënten het vaakst
leden aan hypertensie (46%), gevolgd door hypercholesterolemie (29%) en diabetes mellitus (12%). De
effecten in de vermindering van matige en ernstige exacerbaties waren in deze subgroep vergelijkbaar met
die in de gehele populatie. Bij patiënten met een cardiovasculaire voorgeschiedenis/risicofactoren leidde
fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram tot een aanzienlijk lagere jaarlijkse frequentie van
matige/ernstige COPD-exacerbaties dan vilanterol (gecorrigeerde gemiddelde jaarlijkse frequenties van
respectievelijk 0,83 en 1,18, 30% reductie (95% BI 16; 42%; p<0,001)). Verbeteringen werden in deze
subgroep in week 52 ook gezien bij vergelijking van fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram met
vilanterol 22 microgram ten aanzien van de gecorrigeerde gemiddelde dal-FEV
1
(44 ml, 95% BI: 15; 73 ml;
(p=0,003)).
18
Onderzoeken met een duur van > 1 jaar
SUMMIT was een multi-centrum, gerandomiseerd, dubbelblind onderzoek waarin bij 16.485 personen het
effect op de overleving werd geëvalueerd van fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram vergeleken met
placebo. Het primaire eindpunt was mortaliteit door elke mogelijke oorzaak en het secundaire eindpunt was
een samenstelling van cardiovasculaire gebeurtenissen (cardiovasculair overlijden tijdens de behandeling,
myocardinfarct, beroerte, instabiele angina of transient ischemic attack (TIA)).
Voordat patiënten gerandomiseerd werden, moesten zij de behandeling met eerdere COPD-medicatie die
tijdens de baseline werd gebruikt, hebben gestaakt. Dit omvatte langwerkende bronchodilatatoren plus
geïnhaleerde corticosteroïden (28%), alleen langwerkende bronchodilatatoren (11%) en alleen geïnhaleerde
corticosteroïden (4%). De personen werden daarna gerandomiseerd om fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22
microgram, of fluticasonfuroaat 92 microgram, of vilanterol 22 microgram, of placebo te krijgen, en
gemiddeld 1,7 jaar behandeld te worden (SD = 0,9 jaar).
De personen hadden matige COPD (gemiddeld percentage post-bronchodilatatoire screening FEV
1
van 60%
[SD = 6%]), en een voorgeschiedenis van of een toegenomen risico op een cardiovasculaire aandoening. In
de 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek heeft 61% van de personen geen COPD-exacerbatie gemeld
en meldde 39% van de personen één of meer matige/ernstige COPD-exacerbaties.
De mortaliteit door elke oorzaak bedroeg: fluticasonfuroaat/vilanterol 6,0%; placebo 6,7%; fluticasonfuroaat
6,1%; vilanterol 6,4%. De voor blootstelling gecorrigeerde mortaliteit door elke oorzaak per 100
patiënten/jaar (%/jr) was: fluticasonfuroaat/vilanterol 3,1%/jr; placebo 3,5%/jr; fluticasonfuroaat 3,2%/jr en
vilanterol 3,4%/jr. Het mortaliteitsrisico met fluticasonfuroaat/vilanterol was niet significant anders
vergeleken met placebo (HR 0,88; 95% BI; 0,74 tot 1,04; p=0,137), fluticasonfuroaat (HR 0,96; 95% BI;
0,81 tot 1,15; p=0,681) of vilanterol (HR 0,91; 95% BI: 0,77 tot 1,09; p=0,299).
Het risico op een gecombineerde cardiovasculaire gebeurtenis met fluticasonfuroaat/vilanterol was niet
significant verschillend vergeleken met placebo (HR 0,93; 95% BI; 0,75 tot 1,14), fluticasonfuroaat (HR
1,03; 95% BI; 0,83 tot 1,28) of vilanterol (HR 0,94; 95% BI; 0,76 tot 1,16).
Onderzoeken versus combinaties van salmeterol/fluticasonpropionaat
In een onderzoek van 12 weken (HZC113107) bij patiënten met COPD toonde zowel
fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram eenmaal daags 's ochtends als salmeterol/FP 50/500 microgram
tweemaal daags verbeteringen in de longfunctie t.o.v. baseline. Gecorrigeerde gemiddelde
behandelverhogingen t.o.v. baseline in gewogen gemiddelde FEV
1
gedurende 0-24 uur van 130 ml
(fluticasonfuroaat/vilanterol) en 108 ml (salmeterol/FP) toonden voor beide behandelingen een algehele
verbetering van de longfunctie na 24 uur. Het gecorrigeerde gemiddelde behandelverschil van 22 ml (95%
BI: -18; 63 ml) tussen de groepen was niet statistisch significant (p=0,282).
De gecorrigeerde gemiddelde verandering t.o.v. de uitgangswaarde voor dal-FEV
1
was op Dag 85 in de
behandelgroep met fluticasonfuroaat/vilanterol 111 ml en in de behandelgroep met salmeterol/FP 88 ml. Het
verschil van 23 ml (95% BI: -20; 66) tussen de behandelgroepen was niet klinisch relevant en niet statistisch
significant (p=0,294).
Er zijn geen vergelijkende onderzoeken versus salmeterol/FP of versus andere veel gebruikte
bronchodilatatoren uitgevoerd om de effecten op COPD-exacerbaties goed te vergelijken.
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant om de
resultaten in te dienen van onderzoek met Revinty Ellipta in alle subgroepen van pediatrische patiënten met
COPD (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten tot uitstel van de verplichting voor de fabrikant om de
resultaten in te dienen van onderzoek met Revinty Ellipta in een of meerdere subgroepen van pediatrische
patiënten met astma (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
19
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
De absolute biologische beschikbaarheid voor fluticasonfuroaat en vilanterol bij toediening door inhalatie als
fluticasonfuroaat/vilanterol was gemiddeld respectievelijk 15,2% en 27,3%. De orale biologische
beschikbaarheid van zowel fluticasonfuroaat als vilanterol was laag, gemiddeld respectievelijk 1,26% en
<2%. Gezien deze lage orale biologische beschikbaarheid wordt de systemische blootstelling aan
fluticasonfuroaat en vilanterol na geïnhaleerde toediening vooral veroorzaakt door absorptie van het
geïnhaleerde deel van de dosis die wordt afgegeven aan de longen.
Distributie
Na intraveneuze toediening worden zowel fluticasonfuroaat als vilanterol uitgebreid gedistribueerd, met
gemiddelde distributievolumes bij steady state van respectievelijk 661 l en 165 l.
Zowel fluticasonfuroaat als vilanterol heeft een lage binding met rode bloedcellen. De
in-vitro-plasma-
eiwitbinding in humaan plasma van fluticasonfuroaat en vilanterol was hoog, gemiddeld respectievelijk
>99,6% en 93,9%. Er was geen verlaging van de mate van
in-vitro-plasma-eiwitbinding
bij proefpersonen
met een nier- of leverfunctiestoornis.
Fluticasonfuroaat en vilanterol zijn substraten van P-glycoproteïne (P-gp). Het wordt echter onwaarschijnlijk
geacht dat de gelijktijdige toediening van fluticasonfuroaat/vilanterol en P-gp-remmers de systemische
blootstelling aan fluticasonfuroaat of vilanterol zal wijzigen, omdat beide goed geabsorbeerde moleculen
zijn.
Biotransformatie
Gebaseerd op
in-vitro-gegevens
worden de belangrijkste metaboliseringsroutes van zowel fluticasonfuroaat
als vilanterol bij mensen primair gemedieerd door CYP3A4.
Fluticasonfuroaat wordt primair gemetaboliseerd door hydrolyse van de S-fluoromethyl-carbothioaatgroep
tot metabolieten met een aanzienlijk verminderde corticosteroïdactiviteit. Vilanterol wordt primair
gemetaboliseerd door O-dealkylatie tot een reeks metabolieten met een aanzienlijk verminderde
1
- en
2
-
agonistactiviteit.
Eliminatie
Na orale toediening werd fluticasonfuroaat bij mensen voornamelijk geëlimineerd door metabolisering, met
metabolieten die nagenoeg uitsluitend via de feces werden uitgescheiden; <1% van de gevonden radioactieve
dosis werd geëlimineerd via de urine.
In een onderzoek met radiolabeling bij mensen werd na orale toediening vilanterol voornamelijk
geëlimineerd door metabolisering, gevolgd door excretie van de radioactieve dosis waarbij ongeveer 70%
van de metabolieten in de urine en ongeveer 30% in de feces werd uitgescheiden. De schijnbare plasma-
eliminatiehalfwaardetijd van vilanterol na een enkele geïnhaleerde toediening van
fluticasonfuroaat/vilanterol was gemiddeld 2,5 uur. De effectieve halfwaardetijd voor accumulatie van
vilanterol, zoals vastgesteld na herhaalde toediening van geïnhaleerde doses vilanterol van 25 microgram,
bedraagt 16,0 uur bij patiënten met astma en 21,3 uur bij patiënten met COPD.
Pediatrische patiënten
Bij adolescenten (12 jaar of ouder) zijn er geen aanbevolen dosisaanpassingen.
De farmacokinetiek van fluticasonfuroaat/vilanterol is niet onderzocht bij patiënten jonger dan 12 jaar. De
veiligheid en werkzaamheid van fluticasonfuroaat/vilanterol bij kinderen jonger dan 12 jaar is nog niet
vastgesteld.
20
Speciale groepen
Ouderen (> 65 jaar)
De effecten van leeftijd op de farmacokinetiek van fluticasonfuroaat en vilanterol werden bepaald in fase III-
onderzoeken naar COPD en astma. Er was geen bewijs dat leeftijd (12-84) de farmacokinetiek van
fluticasonfuroaat en vilanterol bij proefpersonen met astma beïnvloedde.
Er was geen bewijs dat leeftijd de farmacokinetiek van fluticasonfuroaat bij proefpersonen met COPD
beïnvloedde, maar er was wel een toename (37%) van de AUC
(0-24)
van vilanterol bij het geobserveerde
leeftijdsbereik van 41 tot 84 jaar. Voor een oudere proefpersoon (leeftijd van 84 jaar) met een laag
lichaamsgewicht (35 kg) wordt voorspeld dat de AUC
(0-24)
35% hoger is dan de populatieschatting
(proefpersoon met COPD van 60 jaar oud en met een lichaamsgewicht van 70 kg), terwijl de C
max
onveranderd was. Deze verschillen zijn waarschijnlijk niet klinisch relevant.
Bij proefpersonen met astma en proefpersonen met COPD zijn er geen aanbevolen dosisaanpassingen.
Nierfunctiestoornis
Een klinisch-farmacologisch onderzoek naar fluticasonfuroaat/vilanterol toonde aan dat een ernstige
nierfunctiestoornis (creatinineklaring <30 ml/min) niet leidde tot een significant hogere blootstelling aan
fluticasonfuroaat of vilanterol of tot duidelijker systemische effecten van corticosteroïden of bèta
2
-agonisten
in vergelijking met gezonde proefpersonen.
Er is geen dosisaanpassing vereist voor patiënten met een nierfunctiestoornis.
De effecten van hemodialyse zijn niet onderzocht.
Leverfunctiestoornis
Na herhaalde dosering van fluticasonfuroaat/vilanterol gedurende 7 dagen was er een toename van de
systemische blootstelling aan fluticasonfuroaat (tot een verdrievoudiging zoals gemeten door de AUC
(0–24)
)
bij proefpersonen met een leverfunctiestoornis (Child-Pugh A, B of C) in vergelijking met gezonde
proefpersonen. De toename van de systemische blootstelling aan fluticasonfuroaat bij proefpersonen met een
matige leverfunctiestoornis (Child-Pugh B; fluticasonfuroaat/vilanterol 184/22 microgram) ging gepaard met
een verlaging van gemiddeld 34% in serumcortisol in vergelijking met gezonde proefpersonen. De naar dosis
genormaliseerde systemische blootstelling aan fluticasonfuroaat was vergelijkbaar bij proefpersonen met een
matige en proefpersonen met een ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh B of C).
Na herhaalde toediening van fluticasonfuroaat/vilanterol gedurende 7 dagen was er geen significante
toename van de systemische blootstelling aan vilanterol (C
max
en AUC) bij proefpersonen met een lichte,
matige of ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh A, B of C).
Er waren geen klinisch relevante effecten van de combinatie fluticasonfuroaat/vilanterol op bèta-adrenerge
systemische effecten (hartslag of serumkalium) bij proefpersonen met een lichte of matige
leverfunctiestoornis (vilanterol, 22 microgram) of met een ernstige leverfunctiestoornis (vilanterol,
12,5 microgram) in vergelijking met gezonde proefpersonen.
Andere speciale populaties
Bij proefpersonen met astma waren de schattingen van de AUC
(0-24)
voor proefpersonen uit Oost-Azië, Japan
en Zuidoost-Azië (12-13% van de proefpersonen) gemiddeld 33% tot 53% hoger dan bij andere raciale
groepen. Er was echter geen bewijs dat de hogere systemische blootstelling bij deze populatie gepaard ging
met een groter effect op de urinaire cortisolexcretie gedurende 24 uur. Gemiddeld wordt voor deze
proefpersonen van Aziatische afkomst de C
max
van vilanterol voorspeld als 220 tot 287% hoger en de
AUC
(0-24)
als vergelijkbaar met die van proefpersonen uit andere raciale groepen. Er was echter geen bewijs
dat deze hogere C
max
van vilanterol leidde tot klinisch significante effecten op de hartslag.
21
Bij proefpersonen met COPD waren de schattingen van de AUC
(0-24)
voor proefpersonen uit Oost-Azië,
Japan en Zuidoost-Azië (13-14% van de proefpersonen) gemiddeld 23% tot 30% hoger in vergelijking met
blanke proefpersonen. Er was echter geen bewijs dat de hogere systemische blootstelling bij deze populatie
gepaard ging met een groter effect op de urinaire cortisolexcretie gedurende 24 uur. Er was geen effect van
ras op de farmacokinetische parameterschattingen van vilanterol bij proefpersonen met COPD.
Geslacht, gewicht en BMI
Er was geen bewijs dat geslacht, gewicht of BMI (body mass index) de farmacokinetiek van
fluticasonfuroaat beïnvloedt op basis van een populatiefarmacokinetische analyse van gegevens uit fase III-
onderzoek met 1.213 proefpersonen met astma (712 vrouwen) en 1.225 proefpersonen met COPD (392
vrouwen).
Er was geen bewijs dat geslacht, gewicht of BMI de farmacokinetiek van vilanterol beïnvloedt op basis van
een populatiefarmacokinetische analyse van gegevens van 856 proefpersonen met astma (500 vrouwen) en
1.091 proefpersonen met COPD (340 vrouwen).
Er is geen dosisaanpassing nodig op basis van geslacht, gewicht of BMI.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Farmacologische en toxicologische effecten die zijn waargenomen bij fluticasonfuroaat of vilanterol in niet-
klinische onderzoeken waren dezelfde die normaal in verband worden gebracht met glucocorticoïden of
bèta
2
-agonisten. Toediening van fluticasonfuroaat in combinatie met vilanterol leidde niet tot een significante
nieuwe toxiciteit.
Genotoxiciteit en carcinogeniteit
Fluticasonfuroaat
Fluticasonfuroaat was niet genotoxisch in een standaardreeks van onderzoeken en was niet carcinogeen
tijdens levenslange inhalatieonderzoeken bij ratten of muizen bij blootstellingsniveaus vergelijkbaar met die
bij de maximaal aanbevolen dosis bij mensen, gebaseerd op de AUC.
Vilanteroltrifenataat
In genetische toxiciteitsonderzoeken waren vilanterol (als alfa-fenylcinnamaat) en trifenylazijnzuur niet
genotoxisch, wat erop wijst dat vilanterol (als trifenataat) geen genotoxisch gevaar vormt voor mensen.
In overeenstemming met bevindingen voor andere bèta
2
-agonisten veroorzaakte vilanteroltrifenataat tijdens
levenslange inhalatieonderzoeken proliferatieve effecten op het vrouwelijke voortplantingsstelsel van ratten
en muizen en de hypofyse van ratten. Er was geen toename van de incidentie van tumoren bij ratten of
muizen bij blootstellingsniveaus die respectievelijk 1,2 of 30 keer groter waren dan de maximale aanbevolen
dosis bij mensen, gebaseerd op de AUC.
Reproductietoxiciteit
Fluticasonfuroaat
De effecten die werden waargenomen na toediening via inhalatie van fluticasonfuroaat in combinatie met
vilanterol bij ratten waren vergelijkbaar met de effecten die werden gezien met alleen fluticasonfuroaat.
Fluticasonfuroaat was niet teratogeen bij ratten of konijnen, maar vertraagde de ontwikkeling bij ratten en
veroorzaakte abortus bij konijnen bij maternaal toxische doses. Er waren geen effecten op de ontwikkeling
van ratten bij blootstellingsniveaus die ongeveer 3 keer hoger waren dan die bij de maximale aanbevolen
dosis bij mensen, gebaseerd op de AUC.
22
Vilanteroltrifenataat
Vilanteroltrifenataat was niet teratogeen bij ratten. Tijdens inhalatieonderzoeken bij konijnen veroorzaakte
vilanteroltrifenataat effecten die vergelijkbaar zijn met de effecten die zijn waargenomen bij andere bèta
2
-
agonisten (gespleten verhemelte, opening van de oogleden, sternebrale fusie en kromming/malrotatie van de
ledematen). Wanneer het subcutaan werd toegediend waren er geen effecten bij blootstellingsniveaus die 84
keer hoger waren dan die bij de maximale aanbevolen dosis bij mensen, gebaseerd op de AUC.
Noch fluticasonfuroaat noch vilanteroltrifenataat had bijwerkingen met betrekking tot de vruchtbaarheid of
de pre- of postnatale ontwikkeling bij ratten.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Lactosemonohydraat
Magnesiumstearaat
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
Houdbaarheid
2 jaar
Houdbaarheid na openen van het bakje: 6 weken.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 25°C. Als de inhalator in de koelkast wordt bewaard, laat de inhalator dan gedurende ten
minste één uur voor gebruik weer op kamertemperatuur komen.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
Schrijf de datum waarop de inhalator moet worden weggegooid op het etiket van de inhalator in de daarvoor
bestemde ruimte. De datum moet direct worden genoteerd zodra de inhalator uit het bakje wordt gehaald.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
De inhalator bestaat uit een lichtgrijs hoofddeel, een gele beschermkap van het mondstuk en een dosisteller,
verpakt in een bakje van laminaatfolie dat een zakje silicagel (als droogmiddel) bevat. Het bakje is afgesloten
met een afpelbare afsluiting van folie.
De inhalator is een apparaat dat is samengesteld uit meerdere onderdelen, die gemaakt zijn van
polypropyleen, hogedichtheidpolyethyleen, polyoxymethyleen, polybutyleentereftalaat, acrylonitril-
butadieen-styreen, polycarbonaat en roestvrij staal.
De inhalator bevat twee strips van aluminiumlaminaatfolie met 14 of 30 doses.
Verpakkingsgrootten: inhalators met 14 of 30 doses. Multiverpakking met 3 inhalators met elk 30 doses.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
23
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited
12 Riverwalk
Citywest Business Campus
Dublin 24
Ierland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/14/929/001
EU/1/14/929/002
EU/1/14/929/003
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN DE
VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 2 mei 2014
Datum van laatste verlenging: 26 juli 2018
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
24
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Revinty Ellipta 184 microgram /22 microgram inhalatiepoeder, voorverdeeld.
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Iedere enkelvoudige inhalatie biedt een afgegeven dosis (de dosis die het mondstuk verlaat) van
184 microgram fluticasonfuroaat en 22 microgram vilanterol (als trifenataat). Dit komt overeen met een
voorverdeelde dosis van 200 microgram fluticasonfuroaat en 25 microgram vilanterol (als trifenataat).
Hulpstof(fen) met bekend effect
Elke afgegeven dosis bevat ongeveer 25 mg lactosemonohydraat.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Inhalatiepoeder, voorverdeeld
(Inhalatiepoeder).
Wit poeder in een lichtgrijze inhalator met een gele beschermkap van het mondstuk en een dosisteller.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Astma
Revinty Ellipta is geïndiceerd voor de reguliere behandeling van astma bij volwassenen en adolescenten van
12 jaar en ouder voor wie het gebruik van een gecombineerd geneesmiddel (langwerkende bèta
2
-agonist en
inhalatiecorticosteroïde) geschikt is:
•
patiënten bij wie de astma onvoldoende onder controle is met inhalatiecorticosteroïden en
geïnhaleerde kortwerkende bèta
2
-agonisten 'naar behoefte'
•
patiënten bij wie de astma reeds voldoende onder controle is met zowel een inhalatiecorticosteroïde als
een geïnhaleerde langwerkende bèta
2
-agonist
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Astma
Patiënten met astma moeten de sterkte van Revinty Ellipta voorgeschreven krijgen waarin de dosis
fluticasonfuroaat (FF) passend is bij de ernst van hun aandoening. Artsen moeten zich ervan bewust zijn dat
bij patiënten met astma, fluticasonfuroaat (FF) 100 microgram eenmaal daags ongeveer vergelijkbaar is met
fluticasonpropionaat (FP) 250 microgram tweemaal daags, terwijl FF 200 microgram eenmaal daags
ongeveer vergelijkbaar is met FP 500 microgram tweemaal daags.
Volwassenen en adolescenten van 12 jaar en ouder
Een startdosering van één inhalatie Revinty Ellipta 92/22 microgram eenmaal daags dient te worden
overwogen voor volwassenen en adolescenten van 12 jaar en ouder die een lage tot gemiddelde dosis
geïnhaleerde corticosteroïden nodig hebben in combinatie met een langwerkende bèta
2
-agonist. Als bij
25
patiënten niet voldoende controle wordt bereikt met Revinty Ellipta 92/22 microgram, kan de dosis worden
verhoogd tot 184/22 microgram, wat een extra verbetering van de astmacontrole kan bieden.
Patiënten dienen regelmatig opnieuw te worden beoordeeld door een beroepsbeoefenaar in de
gezondheidszorg, zodat de sterkte van fluticasonfuroaat/vilanterol die zij krijgen optimaal blijft; deze mag
alleen worden gewijzigd op medisch advies. De dosis moet worden getitreerd naar de laagste dosis waarbij
een effectieve controle van de symptomen wordt behouden.
Revinty Ellipta 184/22 microgram dient te worden overwogen voor volwassenen en adolescenten van 12 jaar
en ouder die een hogere dosis geïnhaleerde corticosteroïden nodig hebben in combinatie met een
langwerkende bèta
2
-agonist.
Patiënten ervaren doorgaans een verbetering van de longfunctie binnen 15 minuten na het inhaleren van
Revinty Ellipta.
De patiënt dient echter verteld te worden dat een regelmatig dagelijks gebruik noodzakelijk is om de
astmasymptomen onder controle te houden en dat het gebruik moet worden voortgezet zelfs wanneer hij/zij
geen symptomen heeft.
Als symptomen optreden in de periode tussen doseringen dient een geïnhaleerde, kortwerkende bèta
2
-agonist
te worden genomen voor directe verlichting.
De maximale aanbevolen dosering is Revinty Ellipta 184/22 microgram eenmaal daags.
Kinderen jonger dan 12 jaar
De veiligheid en werkzaamheid van Revinty Ellipta bij kinderen jonger dan 12 jaar is nog niet vastgesteld voor
de indicatie astma.
Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Speciale populaties
Ouderen (>65 jaar)
Er is geen dosisaanpassing nodig voor deze populatie (zie rubriek 5.2).
Nierfunctiestoornis
Er is geen dosisaanpassing nodig voor deze populatie (zie rubriek 5.2).
Leverfunctiestoornis
Onderzoeken bij proefpersonen met een lichte, matige of ernstige leverfunctiestoornis toonden een verhoging
van de systemische blootstelling aan fluticasonfuroaat (zowel C
max
als AUC) (zie rubriek 5.2).
Voorzichtigheid is geboden bij toediening aan patiënten met een leverfunctiestoornis die een groter risico
lopen op systemische bijwerkingen die verband houden met corticosteroïden.
Voor patiënten met een matige of ernstige leverfunctiestoornis is de maximale dosis 92/22 microgram (zie
rubriek 4.4).
Wijze van toediening
Revinty Ellipta is uitsluitend bestemd voor inhalatie.
Het moet iedere dag op hetzelfde tijdstip worden toegediend.
De uiteindelijke beslissing over toediening 's avonds of 's ochtends moet worden overgelaten aan de arts.
Indien een dosis wordt gemist, moet de volgende dosis de volgende dag op de gebruikelijke tijd worden
genomen.
26
Als de inhalator in de koelkast wordt bewaard, dan moet de inhalator gedurende ten minste één uur voor
toediening op kamertemperatuur kunnen komen.
Wanneer de inhalator voor het eerst wordt gebruikt, hoeft niet gecontroleerd te worden of die goed werkt. De
inhalator hoeft ook niet op een speciale wijze geprepareerd te worden voor gebruik. De stapsgewijze
instructies moeten gevolgd worden.
De Ellipta-inhalator is verpakt in een bakje samen met een zakje met droogmiddel om vochtigheid tegen te
gaan. Het zakje droogmiddel moet weggegooid worden en mag niet worden geopend, opgegeten of
geïnhaleerd.
De patiënt moet worden geïnstrueerd het bakje niet te openen totdat hij klaar is om een dosis te inhaleren.
Als de inhalator uit het bakje wordt gehaald, staat die in de ‘gesloten’ positie. De ‘Weggooien op’ datum
moet op het etiket van de inhalator genoteerd worden in de daarvoor bestemde ruimte. De ‘Weggooien op’
datum is 6 weken na de datum waarop het bakje geopend werd. Vanaf deze datum mag de inhalator niet
meer gebruikt worden. Het bakje mag na openen worden weggegooid.
Na de inhalatie moeten de patiënten hun mond spoelen met water zonder dit door te slikken.
De hieronder weergegeven stapsgewijze instructies voor de Ellipta-inhalator met 30 doses (voorraad voor 30
dagen) gelden ook voor de Ellipta-inhalator met 14 doses (voorraad voor 14 dagen).
Instructies voor gebruik
1.
Lees dit voordat u begint
Als de beschermkap van de inhalator wordt geopend en gesloten zonder het geneesmiddel te inhaleren, zal de
dosis verloren gaan. De verloren dosis wordt veilig vastgehouden in de inhalator, maar is niet meer
beschikbaar om te inhaleren.
Het is niet mogelijk om tijdens één inhalatie per ongeluk extra geneesmiddel of een dubbele dosis te nemen.
2.
Hoe wordt een dosis klaargemaakt?
Open de beschermkap wanneer u gereed bent om een dosis te inhaleren.
De inhalator niet schudden.
Schuif de beschermkap naar beneden tot u een
'klik'
hoort.
27
Het geneesmiddel kan nu worden geïnhaleerd. De dosisteller telt met 1 af om dit te bevestigen.
Als de dosisteller niet aftelt wanneer u de
'klik'
hoort, zal de inhalator geen geneesmiddel afgeven. Breng de
inhalator terug naar een apotheker voor advies.
3.
Hoe wordt het geneesmiddel geïnhaleerd?
Houd de inhalator bij uw mond vandaan en adem zo diep mogelijk uit.
Niet uitademen in de inhalator.
Plaats het mondstuk tussen uw lippen en sluit uw lippen er stevig omheen.
Blokkeer de luchtopening niet met uw vingers.
Adem eenmaal lang, gelijkmatig en diep in. Houd uw adem vervolgens zo lang mogelijk in (ten minste 3-4
seconden).
•
Haal de inhalator uit uw mond.
•
Adem langzaam en rustig uit.
Het kan zijn dat u het geneesmiddel niet proeft of voelt, zelfs niet als u de inhalator op de juiste manier
gebruikt.
Als u het mondstuk wilt schoonmaken, gebruik dan een
droog doekje voordat
u de beschermkap sluit.
4.
Sluit de inhalator en spoel uw mond
28
Schuif de beschermkap zo ver mogelijk omhoog om het mondstuk te bedekken.
Spoel uw mond met water nadat u de inhalator heeft gebruikt en slik het niet in.
Hierdoor wordt het minder waarschijnlijk dat u een pijnlijke mond of keel als bijwerking krijgt.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof(fen) of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstof(fen).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Verslechtering van de ziekte
Fluticasonfuroaat/vilanterol mag niet worden gebruikt voor de behandeling van acute astmasymptomen,
waarvoor een kortwerkende bronchusverwijder nodig is. Toenemend gebruik van kortwerkende
bronchusverwijders voor het verlichten van symptomen wijst op een verslechtering van de controle en
patiënten dienen dan beoordeeld te worden door een arts.
Patiënten moeten niet stoppen met de behandeling met fluticasonfuroaat/vilanterol voor astma zonder
toezicht door een arts, omdat symptomen kunnen terugkomen na staken van de behandeling.
Astmagerelateerde bijwerkingen en exacerbaties kunnen optreden tijdens de behandeling met
fluticasonfuroaat/vilanterol. Aan patiënten moet worden gevraagd door te gaan met de behandeling, maar
wel een arts te raadplegen als de astmasymptomen niet onder controle gebracht worden of verergeren na het
begin van de behandeling met Revinty Ellipta.
Paradoxaal bronchospasme
Een paradoxaal bronchospasme kan optreden met een directe toename van piepende ademhaling na inhalatie.
Dit moet direct worden behandeld met een kortwerkende geïnhaleerde bronchusverwijder. Gebruik van
Revinty Ellipta moet direct worden gestaakt, de patiënt moet worden beoordeeld en indien nodig moet een
andere behandeling worden ingesteld.
Cardiovasculaire effecten
Cardiovasculaire effecten zoals hartritmestoornissen, bijv. supraventriculaire tachycardie en extrasystolen
kunnen worden waargenomen bij sympathicomimetische geneesmiddelen, waaronder Revinty Ellipta. In een
29
placebogecontroleerd onderzoek bij personen met een matige COPD en een voorgeschiedenis van, of een
toegenomen risico op cardiovasculaire aandoeningen, was er geen toename in het risico van cardiovasculaire
gebeurtenissen bij patiënten die fluticasonfuroaat/vilanterol kregen in vergelijking met placebo. Er is echter
voorzichtigheid geboden bij het gebruik van fluticasonfuroaat/vilanterol door patiënten met een ernstige hart-
en vaataandoening, of met afwijkingen in het hartritme, thyrotoxicose, niet gecorrigeerde hypokaliëmie of
door patiënten met een predispositie voor lage serum-kaliumwaarden.
Patiënten met leverfunctiestoornissen
Bij patiënten met een matige tot ernstige leverfunctiestoornis moet de dosis van 92/22 microgram worden
gebruikt en zij moeten gecontroleerd worden op systemische corticosteroïdegerelateerde bijwerkingen (zie
rubriek 5.2).
Systemische effecten van corticosteroïden
Systemische effecten kunnen optreden bij alle geïnhaleerde corticosteroïden, met name bij hoge doses die
voor lange perioden worden voorgeschreven. De kans op het optreden van deze effecten is veel kleiner dan
bij orale corticosteroïden. Mogelijke systemische effecten zijn onder andere het syndroom van Cushing,
Cushingoïde gelaatstrekken, bijniersuppressie, afname van minerale botdichtheid, groeivertraging bij
kinderen en adolescenten, cataract en glaucoom en, zeldzamer, een aantal psychische of gedragseffecten,
waaronder psychomotorische hyperactiviteit, slaapstoornissen, angst, depressie of agressie (met name bij
kinderen).
Fluticasonfuroaat/vilanterol moet met voorzichtigheid worden toegediend bij patiënten met longtuberculose
of bij patiënten met chronische of onbehandelde infecties.
Visusstoornis
Visusstoornis kan worden gemeld bij systemisch en topisch gebruik van corticosteroïden. Indien een patiënt
symptomen ontwikkelt zoals wazig zien of andere visusstoornissen, dient te worden overwogen de patiënt
door te verwijzen naar een oogarts ter beoordeling van mogelijke oorzaken waaronder cataract, glaucoom of
zeldzame ziekten zoals centrale sereuze chorioretinopathie (CSCR) die zijn gemeld na gebruik van
systemische en topische corticosteroïden.
Hyperglykemie
Er zijn gevallen gemeld van verhoogde bloedglucosewaarden bij diabetespatiënten en hiermee moet rekening
worden gehouden wanneer het middel wordt voorgeschreven aan patiënten met een voorgeschiedenis van
diabetes mellitus.
Pneumonie bij patiënten met COPD
Een toename van de incidentie van pneumonie, waaronder pneumonie waarvoor een ziekenhuisopname
nodig was, is waargenomen bij patiënten met COPD die geïnhaleerde corticosteroïden kregen. Er zijn enkele
aanwijzingen voor een toegenomen risico op pneumonie met toenemende steroïddosis, maar dit is niet
overtuigend aangetoond in alle onderzoeken.
Er is geen overtuigend klinisch bewijs voor intra-klasseverschillen tussen geïnhaleerde
corticosteroïdproducten wat betreft de omvang van het risico op pneumonie.
Artsen moeten alert blijven op de mogelijke ontwikkeling van pneumonie bij patiënten met COPD, omdat de
klinische kenmerken van dergelijke infecties een overlap vertonen met de symptomen van COPD-
exacerbaties.
Risicofactoren voor pneumonie bij patiënten met COPD zijn onder andere huidig rookgedrag, hogere
leeftijd, lage body mass index (BMI) en ernstig COPD.
30
Pneumonie bij patiënten met astma
Bij een hogere dosis kwam pneumonie vaak voor bij patiënten met astma. De incidentie van pneumonie was
bij patiënten met astma die fluticasonfuroaat/vilanterol 184/22 microgram gebruikten in aantallen hoger dan
bij patiënten die fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram of placebo kregen (zie rubriek 4.8). Er werden
geen risicofactoren vastgesteld.
Hulpstoffen
Patiënten met de zeldzame erfelijke aandoeningen galactose-intolerantie, totale lactasedeficiëntie of glucose-
galactosemalabsorptie mogen dit geneesmiddel niet gebruiken.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Klinisch significante geneesmiddelinteracties die gemedieerd worden door fluticasonfuroaat/vilanterol in
klinische doses worden onwaarschijnlijk geacht vanwege de lage plasmaconcentraties die worden bereikt na
toediening via inhalatie.
Interactie met bètablokkers
Bèta
2
-adrenerge receptorantagonisten kunnen het effect van bèta
2
-adrenerge agonisten verzwakken of
tegenwerken. Het gelijktijdig gebruik van zowel niet-selectieve als selectieve bèta
2
-adrenerge
receptorantagonisten dient te worden vermeden, tenzij er dwingende redenen zijn voor het gebruik ervan.
Interactie met CYP3A4-remmers
Fluticasonfuroaat en vilanterol worden beide snel geklaard door uitgebreid 'first-passmetabolisme'
gemedieerd door het leverenzym CYP3A4.
Voorzichtigheid wordt aangeraden wanneer het gelijktijdig wordt toegediend met krachtige CYP3A4-
remmers (bijv. ketoconazol, ritonavir, cobicistat-bevattende middelen), omdat de mogelijkheid van
toegenomen systemische blootstelling aan zowel fluticasonfuroaat als vilanterol bestaat. Gelijktijdige
toediening moet worden vermeden tenzij het voordeel opweegt tegen het toegenomen risico op systemische
corticosteroïdbijwerkingen; in dit geval moeten patiënten worden gecontroleerd op systemische
corticosteroïdbijwerkingen. Een CYP3A4-geneesmiddelinteractieonderzoek met herhaalde doses werd
uitgevoerd bij gezonde proefpersonen met de combinatie fluticasonfuroaat/vilanterol (184/22 microgram) en
de krachtige CYP3A4-remmer ketoconazol (400 mg). Gelijktijdige toediening verhoogde de gemiddelde
AUC
(0-24)
en C
max
van fluticasonfuroaat met respectievelijk 36% en 33%. De toegenomen blootstelling aan
fluticasonfuroaat ging gepaard met een afname van 27% van de gewogen gemiddelde
serumcortisolwaarden(0-24 uur). Gelijktijdige toediening verhoogde de gemiddelde AUC
(0-t)
en C
max
van
vilanterol met respectievelijk 65% en 22%. De toegenomen blootstelling aan vilanterol ging niet gepaard met
een toename van bèta
2
-agonistgerelateerde systemische effecten op de hartslag, bloedkalium of het QTcF-
interval.
Interactie met P-glycoproteïneremmers
Fluticasonfuroaat en vilanterol zijn beide substraten van P-glycoproteïne (P-gp). Een klinisch farmacologisch
onderzoek bij gezonde proefpersonen met gelijktijdige toediening van vilanterol en de krachtige P-gp- en
matige CYP3A4-remmer verapamil toonde geen significant effect op de farmacokinetiek van vilanterol.
Klinische farmacologische onderzoeken met een specifieke P-gp-remmer en fluticasonfuroaat zijn niet
uitgevoerd.
Sympathicomimetische geneesmiddelen
De gelijktijdige toediening van andere sympathicomimetische geneesmiddelen (alleen of als onderdeel van
een combinatiebehandeling) kan de bijwerkingen van fluticasonfuroaat/vilanterol versterken. Revinty Ellipta
31
moet niet worden gebruikt in combinatie met andere langwerkende bèta
2
-adrenerge agonisten of
geneesmiddelen die langwerkende bèta
2
-adrenerge agonisten bevatten.
Pediatrische patiënten
Onderzoek naar interacties is alleen bij volwassenen uitgevoerd.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Uit dieronderzoek is reproductietoxiciteit gebleken bij blootstellingsniveaus die niet klinisch relevant zijn
(zie rubriek 5.3). Er zijn geen of beperkte gegevens over het gebruik van fluticasonfuroaat en
vilanteroltrifenataat bij zwangere vrouwen.
De toediening van fluticasonfuroaat/vilanterol aan zwangere vrouwen moet alleen worden overwogen
wanneer het verwachte voordeel voor de moeder groter is dan elk mogelijk risico voor de foetus.
Borstvoeding
Er is onvoldoende informatie over de uitscheiding van fluticasonfuroaat of vilanteroltrifenataat en/of hun
metabolieten in de moedermelk. Andere corticosteroïden en bèta
2-
agonisten zijn echter wel aangetroffen in
moedermelk (zie rubriek 5.3). Een risico voor pasgeborenen/zuigelingen kan niet worden uitgesloten.
Er moet worden besloten of borstvoeding moet worden gestaakt of dat behandeling met
fluticasonfuroaat/vilanterol moet worden gestaakt, waarbij het voordeel van borstvoeding voor het kind en
het voordeel van behandeling voor de vrouw in overweging moeten worden genomen.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen vruchtbaarheidsgegevens bij mensen. Uit dieronderzoek is geen effect van
fluticasonfuroaat/vilanteroltrifenataat op de vruchtbaarheid gebleken (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Fluticasonfuroaat of vilanterol heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het
vermogen om machines te bedienen.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Er werden gegevens uit grootschalige klinische onderzoeken naar astma en COPD gebruikt om de frequentie
te bepalen van bijwerkingen die in verband zijn gebracht met fluticasonfuroaat/vilanterol. In het klinische
ontwikkelingsprogramma voor astma werden in totaal 7.034 patiënten opgenomen in een geïntegreerde
beoordeling van bijwerkingen. In het klinische ontwikkelingsprogramma voor COPD werden in totaal 6.237
proefpersonen opgenomen in een geïntegreerde beoordeling van bijwerkingen.
De meest gemelde bijwerkingen bij gebruik van fluticasonfuroaat en vilanterol waren hoofdpijn en
nasofaryngitis. Met uitzondering van pneumonie en botbreuken was het veiligheidsprofiel vergelijkbaar bij
patiënten met astma en patiënten met COPD. Tijdens klinische onderzoeken werden pneumonie en
botbreuken vaker gezien bij patiënten met COPD.
Samenvattende tabel van bijwerkingen
32
Bijwerkingen worden per systeem/orgaanklasse en mate van voorkomen (frequentie) opgesomd. De
volgende conventie is gebruikt voor de classificatie van frequentiecategorieën: zeer vaak (≥1/10), vaak
(≥1/100, <1/10), soms (≥1/1.000, <1/100), zelden (≥1/10.000, <1/1.000) en zeer zelden (<1/10.000).
Binnen elke frequentiegroep worden de bijwerkingen naar afnemende ernst gerangschikt.
Systeem/orgaanklasse
Infecties en parasitaire
aandoeningen
Bijwerking(en)
Pneumonie*
Bovenste luchtweginfectie
Bronchitis
Griep
Candidiasis van de mond en de keel
Immuunsysteemaandoeningen
Overgevoeligheidreacties waaronder
anafylaxie, angio-oedeem, rash en
urticaria
Hyperglykemie
Angst
Hoofdpijn
Tremor
Oogaandoeningen
Hartaandoeningen
Wazig zien (zie rubriek 4.4)
Extrasystolen
Hartkloppingen
Tachycardie
Ademhalingsstelsel-, borstkas-
en mediastinumaandoeningen
Nasofaryngitis
Orofaryngeale pijn
Sinusitis
Faryngitis
Rhinitis
Hoesten
Dysfonie
Paradoxaal bronchospasme
Maagdarmstelselaandoeningen Abdominale pijn
Skeletspierstelsel- en
bindweefselaandoeningen
Artralgie
Rugpijn
Botbreuken**
Spierspasmen
Algemene aandoeningen en
toedieningsplaatsstoornissen
Pyrexie
Vaak
Zelden
Vaak
Vaak
Zelden
Frequentie
Vaak
Voedings- en
stofwisselingsstoornissen
Psychische stoornissen
Zenuwstelselaandoeningen
Soms
Zelden
Zeer vaak
Zelden
Soms
Soms
Zelden
Zelden
Zeer vaak
Vaak
*,** Zie onder “Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen”
33
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
*Pneumonie
(zie rubriek 4.4)
In een geïntegreerde analyse van de twee één jaar durende replicatieonderzoeken bij matige tot ernstige
COPD (gemiddelde voorspelde post-bronchodilatatoire screening FEV
1
van 45%, standaarddeviate (SD)
13%) met een exacerbatie in het voorgaande jaar (n = 3.255), was het aantal pneumoniemeldingen per 1.000
patiëntenjaren 97,9 in de groep met FF/VI 184/22, 85,7 in de groep met FF/VI 92/22 en 42,3 in de groep met
VI 22. Voor ernstige pneumonie bedroeg het overeenkomende aantal gebeurtenissen per 1.000 patiëntenjaren
respectievelijk 33,6, 35,5 en 7,6. Voor matig-ernstige pneumonie bedroeg het overeenkomende aantal
gebeurtenissen per 1.000 patiëntenjaren respectievelijk 35,1 voor FF/VI 184/22, 42,9 voor FF/VI 92/22 en
12,1 voor VI 22. Tot slot bedroeg het aantal fatale pneumonieën, gecorrigeerd voor blootstelling,
respectievelijk 8,8 voor FF/VI 184/22 versus 1,5 voor FF/VI 92/22 en 0 voor VI 22.
In een placebogecontroleerd onderzoek (SUMMIT) bij personen met matige COPD (gemiddelde percentage
post-bronchodilatatoire screening FEV
1
van 60%, SD 6%) met een voorgeschiedenis van, of een toegenomen
risico op cardiovasculaire aandoeningen, was de incidentie van pneumonie met FF/VI, FF, VI en placebo
respectievelijk: bijwerkingen (6%, 5%, 4%, 5%); ernstige bijwerkingen (3%, 4%, 3%, 3%); beoordeeld op
overlijdens door pneumonie ten gevolge van de behandeling (0,3%; 0,2%; 0,1%; 0,2%); de percentages
gecorrigeerd naar blootstelling (per 1.000 behandeljaren) bedroegen respectievelijk: bijwerkingen (39,5;
42,4; 27,7; 38,4); ernstige bijwerkingen (22,4; 25,1; 16,4; 22,2); beoordeeld op overlijdens door pneumonie
ten gevolge van de behandeling (1,8; 1,5; 0,9; 1,4).
In een geïntegreerde analyse van 11 onderzoeken naar astma (7.034 patiënten) was de incidentie van
pneumonie per 1.000 patiëntenjaren 18,4 voor FF/VI 184/22 versus 9,6 voor FF/VI 92/22 en 8,0 in de
placebogroep.
**Botbreuken
In twee replicatieonderzoeken van 12 maanden met in totaal 3.255 patiënten met COPD was de algehele
incidentie van botbreuken laag in alle behandelgroepen, met een hogere incidentie in alle groepen met
Revinty Ellipta (2%) in vergelijking met de groep met vilanterol 22 microgram (<1%). Hoewel er meer
botbreuken waren in de groepen met Revinty Ellipta dan in de groep met vilanterol 22 microgram, traden
botbreuken waarmee het gebruik van corticosteroïden normaal gesproken gepaard gaat (bijv.
ruggenmergcompressie-/thoracolumbale tussenwervelbreuken, heup- en heupkombreuken) op in <1% van de
behandelarmen op Revinty Ellipta en vilanterol.
Voor het SUMMIT onderzoek was de incidentie van alle gevallen van breuken met FF/VI, FF, VI en placebo
2% in elke behandelarm; voor breuken die vaak worden geassocieerd met ICS-gebruik was dit minder dan
1% in elke behandelarm. De voor blootstelling gecorrigeerde getallen (per 1.000 behandeljaren) voor alle
gevallen van breuken bedroegen respectievelijk 13,6; 12,8; 13,2 en 11,5; voor breuken die vaak worden
geassocieerd met ICS-gebruik was dit respectievelijk 3,4; 3,9; 2,4; 2,1.
In een geïntegreerde analyse van 11 onderzoeken naar astma (7.034 patiënten), was de incidentie van
botbreuken <1% en hielden de botbreuken meestal verband met trauma.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze
wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd.
Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via
het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Klachten en symptomen
Een overdosis fluticasonfuroaat/vilanterol kan klachten en symptomen veroorzaken die zijn toe te schrijven
aan de werking van de afzonderlijke bestanddelen, waaronder klachten en symptomen die gezien worden bij
34
overdosering van andere bèta
2
-agonisten en die consistent zijn met bekende effecten van de klasse van
geïnhaleerde corticosteroïden (zie rubriek 4.4).
Behandeling
Er bestaat geen specifieke behandeling voor een overdosering van fluticasonfuroaat/vilanterol. Als
overdosering plaatsvindt, moet de patiënt ondersteunend behandeld worden, met de juiste controle, indien
nodig.
Een cardioselectieve bètablokkade moet alleen overwogen worden voor ernstige overdosiseffecten van
vilanterol die klinisch zorgwekkend zijn en niet reageren op ondersteunende maatregelen. Cardioselectieve
bètablokkerende geneesmiddelen dienen met voorzichtigheid te worden gebruikt bij patiënten met een
geschiedenis van bronchospasme.
De verdere behandeling dient plaats te vinden zoals klinisch aangewezen of zoals aangeraden door het
Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum, indien van toepassing.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: geneesmiddelen voor obstructieve luchtwegaandoeningen, adrenergica in
combinatie met corticosteroïden of andere geneesmiddelen, met uitzondering van anticholinergica, ATC-
code: R03AK10.
Werkingsmechanisme
Fluticasonfuroaat en vilanterol vertegenwoordigen twee klassen geneesmiddelen (een synthetische
corticosteroïde en een selectieve, langwerkende bèta
2
-receptoragonist).
Farmacodynamische effecten
Fluticasonfuroaat
Fluticasonfuroaat is een synthetische getrifluorideerde corticosteroïde met een krachtige
ontstekingsremmende werking. Het precieze mechanisme waardoor fluticasonfuroaat een effect heeft op
astma- en COPD-symptomen is niet bekend. Er is aangetoond dat corticosteroïden op vele manieren
inwerken op meerdere celtypen (bijv. eosinofielen, macrofagen, lymfocyten) en mediatoren (bijv. cytokinen
en chemokinen die een rol spelen bij ontstekingen).
Vilanteroltrifenataat
Vilanteroltrifenataat is een selectieve, langwerkende bèta
2
-adrenerge agonist (LABA).
De farmacologische effecten van bèta
2
-adrenoreceptoragonisten, waaronder vilanteroltrifenataat, zijn in ieder
geval gedeeltelijk toe te schrijven aan stimulatie van intracellulaire adenylaatcyclase, het enzym dat de
conversie van adenosinetrifosfaat (ATP) in cyclisch adenosine-3'5'-monofosfaat (cyclisch AMP) katalyseert.
Verhoogde concentraties van cyclisch AMP leiden tot de ontspanning van bronchiaal glad spierweefsel en
remming van de afgifte van mediatoren van directe hypergevoeligheid uit cellen, met name uit mestcellen.
Moleculaire interacties treden op tussen corticosteroïden en LABA's, waardoor steroïden het bèta
2
-
receptorgen activeren, waardoor het aantal en de gevoeligheid van de receptoren toeneemt en LABA's de
glucocorticoïdreceptor klaarmaken voor steroïde-afhankelijke activering en celkerntranslocatie versterken.
Deze synergistische interacties worden weerspiegeld in een verhoogde ontstekingsremmende activiteit, die
in
vitro
en
in vivo
is aangetoond bij een scala aan ontstekingscellen die relevant zijn voor de pathofysiologie
van zowel astma als COPD. In perifere mononucleaire bloedcellen van personen met COPD werd een groter
anti-inflammatoir effect waargenomen bij de combinatie van fluticasonfuroaat/vilanterol dan bij alleen
fluticasonfuroaat in concentraties die worden bereikt met klinische doseringen. Het toegenomen anti-
35
inflammatoire effect van de LABA-component was gelijk aan dat, wat wordt bereikt met andere ICS/LABA-
combinaties.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
Astma
Drie gerandomiseerde, dubbelblinde fase III-onderzoeken (HZA106827, HZA106829 en HZA106837) met
een verschillende duur beoordeelden de veiligheid en werkzaamheid van fluticasonfuroaat/vilanterol bij
volwassen en adolescente patiënten met aanhoudende astma. Alle proefpersonen gebruikten een ICS
(geïnhaleerde corticosteroïde) met of zonder LABA gedurende ten minste 12 weken voorafgaand aan bezoek
1. In HZA106837 hadden alle patiënten in het jaar voorafgaand aan bezoek 1 ten minste één exacerbatie
gehad waarvoor behandeling nodig was met orale corticosteroïden. De studieduur van HZA106827 was 12
weken en beoordeelde de werkzaamheid van fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram [n=201] en FF
92 microgram [n=205] in vergelijking met placebo [n=203], die alle eenmaal daags werden toegediend. De
studieduur van HZA106829 was 24 weken en beoordeelde de werkzaamheid van
fluticasonfuroaat/vilanterol 184/22 microgram [n=197] en FF 184 microgram [n=194], beide eenmaal daags
toegediend, in vergelijking met FP 500 microgram tweemaal daags [n=195].
In HZA106827/HZA106829 waren de coprimaire werkzaamheidseindpunten verandering t.o.v. baseline in
de dal-FEV
1
(voorafgaand aan bronchusverwijder en toediening) tijdens een bezoek aan de kliniek aan het
eind van de behandelperiode bij alle proefpersonen, en de gewogen gemiddelde seriële FEV
1
gedurende 0-24
uur na toediening in een subset proefpersonen aan het einde van de behandelperiode. Verandering t.o.v.
baseline in het percentage perioden van 24 uur waarin geen noodmedicatie nodig was tijdens de behandeling,
was een secundair eindpunt met onderscheidend vermogen. Resultaten voor de primaire en de belangrijkste
secundaire eindpunten in deze onderzoeken worden beschreven in tabel 1.
36
Tabel 1 - Resultaten van de primaire en de belangrijkste secundaire eindpunten in HZA106827 en
HZA106829
HZA106829
HZA106827
FF/VI 184/22 FF/VI 184/22
FF/VI 92/22
FF/VI 92/22
eenmaal
eenmaal
eenmaal
eenmaal daags
daags vs. FF
daags
daags
vs. placebo
184 eenmaal
vs. FP 500
vs. FF 92
eenmaal daags
daags
tweemaal
eenmaal
daags
daags
Verandering t.o.v. baseline in dal-FEV
1
, laatst gemeten waarde als eindpunt (Last
Observation Carried Forward, LOCF)
Behandelverschil
193 ml
210 ml
36 ml
172 ml
P-waarde
p<0,001
p<0,001
p=0,405
p<0,001
(95% BI)
(108; 277)
(127; 294)
(-48; 120)
(87; 258)
Gewogen gemiddelde seriële FEV
1
gedurende 0-24 uur na dosering
Behandelverschil
136 ml
206 ml
116 ml
302 ml
P-waarde
p=0,048
p=0,003
p=0,06
p<0,001
(95% BI)
(1; 270)
(73; 339)
(-5; 236)
(178; 426)
Verandering t.o.v. baseline in het percentage perioden van 24 uur zonder noodmedicatie
Behandelverschil
11,7%
6,3%
10,6%
19,3%
P-waarde
p<0,001
p=0,067
p<0,001
p<0,001
(95% BI)
(4,9; 18,4)
(-0,4; 13,1)
(4,3; 16,8)
(13,0; 25,6)
Verandering t.o.v. baseline in het percentage perioden van 24 uur zonder symptomen
Behandelverschil
8,4%
4,9%
12,1%
18,0%
P-waarde
p=0,010
p=0,137
p<0,001
p<0,001
(95% BI)
(2,0; 14,8)
(-1,6; 11,3)
(6,2; 18,1)
(12,0; 23,9)
Verandering t.o.v. baseline in de expiratoire piekstroom 's ochtends
Behandelverschil
33,5 l/min
32,9 l/min
14,6 l/min
33,3 l/min
P-waarde
p<0,001
p<0,001
p<0,001
p<0,001
(95% BI)
(22,3; 41,7)
(24,8; 41,1)
(7,9; 21,3)
(26,5; 40,0)
Verandering t.o.v. baseline in de expiratoire piekstroom 's middags en 's avonds
Behandelverschil
30,7 l/min
26,2 l/min
12,3 l/min
28,2 l/min
P-waarde
p<0,001
p<0,001
p<0,001
p<0,001
(95% BI)
(22,5; 38,9)
18,0; 34,3)
(5,8; 18,8)
(21,7; 34,8)
*FF/VI = fluticasonfuroaat/vilanterol
De behandelduur in HZA106837 was variabel (van minimaal 24 weken tot maximaal 76 weken, waarbij de
meerderheid van de patiënten ten minste 52 weken werd behandeld). In HZA106837 werden de patiënten
gerandomiseerd naar gebruik van fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram [n=1.009] of
FF 92 microgram [n=1.010], beide eenmaal daags toegediend. In HZA106837 was het primaire eindpunt tijd
tot eerste ernstige astma-exacerbatie. Een ernstige astma-exacerbatie werd gedefinieerd als verslechtering
van de astma waarvoor het gebruik van systemische corticosteroïden gedurende ten minste 3 dagen nodig
was, of een ziekenhuisopname of bezoek aan de eerste hulp vanwege astma waarvoor systemische
corticosteroïden nodig waren. De gecorrigeerde gemiddelde verandering t.o.v. baseline in dal-FEV
1
werd
ook beoordeeld als een secundair eindpunt.
In HZA106837 was het risico van een ernstige astma-exacerbatie bij patiënten die
fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram kregen verminderd met 20% in vergelijking met gebruik van
alleen FF 92 microgram (hazardratio 0,795, p=0,036; 95% BI 0,642; 0,985). Het aantal ernstige astma-
exacerbaties per patiënt per jaar was 0,19 in de groep met FF 92 microgram (ongeveer 1 elke 5 jaar) en 0,14
in de groep met fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram (ongeveer 1 elke 7 jaar). De ratio van de
exacerbatiefrequentie voor fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram versus FF 92 microgram was 0,755
(95% BI 0,603; 0,945). Dit duidt op een verlaging met 25% van het aantal ernstige astma-exacerbaties bij
proefpersonen die behandeld werden met fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram in vergelijking met
de proefpersonen die behandeld werden met FF 92 microgram (p=0,014). Het bronchusverwijdende effect
van fluticasonfuroaat/vilanterol gedurende 24 uur bleef bestaan tijdens een behandelperiode van 1 jaar,
37
Onderzoeksnr.
Behandeldosis FF/VI*
(in microgram)
zonder bewijs van werkzaamheidsverlies (geen tachyfylaxie). Fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram
toonde consistent verbeteringen van 83 ml tot 95 ml in dal-FEV
1
in week 12, 36 en 52 en op het eindpunt van
de studie in vergelijking met FF 92 microgram (p<0,001 95% BI 52; 126 ml op eindpunt). Bij 44% van de
patiënten in de groep met fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram was een goede controle bereikt
(ACQ7 ≤0,75) aan het eind van de behandeling, tegenover 36% van de proefpersonen in de groep met
FF 92 microgram (p<0,001; 95% BI 1,23; 1,82).
Onderzoeken versus salmeterol/fluticasonpropionaat-combinaties
In een onderzoek van 24 weken (HZA113091) bij volwassen en adolescente patiënten met ongecontroleerde
aanhoudende astma toonde zowel fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram eenmaal daags 's avonds als
salmeterol/FP 50/250 microgram tweemaal daags verbeteringen in de longfunctie t.o.v. baseline. De
gecorrigeerde gemiddelde verhogingen bij behandeling t.o.v. baseline in gewogen gemiddelde FEV
1
gedurende 0-24 uur met 341 ml (fluticasonfuroaat/vilanterol) en 377 ml (salmeterol/FP) toonden voor beide
behandelingen een algehele verbetering van de longfunctie na 24 uur. Het gecorrigeerde gemiddelde
behandelverschil van -37 ml tussen de groepen was niet statistisch significant (p=0,162). Voor dal-FEV
1
bereikten proefpersonen in de fluticasonfuroaat/vilanterolgroep een LS gemiddelde verandering t.o.v. de
baseline van 281 ml en de proefpersonen in de salmeterol/FP-groep bereikten een verandering van 300 ml
(het gecorrigeerde gemiddelde verschil van -19 ml (95% BI: -0,073; 0,034) was statistisch niet significant
(p=0,485)).
Een gerandomiseerd, dubbelblind onderzoek van 24 weken met een parallelle groep (201378) is uitgevoerd
om non-inferioriteit aan te tonen (waarbij een marge van -100 ml voor dal-FEV
1
werd gehanteerd) van
fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 eenmaal daags ten opzichte van salmeterol/FP 50/250 tweemaal daags bij
volwassen en adolescente patiënten met goed gecontroleerde astma na 4 weken behandeling met open-label
salmeterol/FP 50/250 tweemaal daags (n=1.504). Bij personen die waren gerandomiseerd op eenmaal daags
FF/VI bleef de longfunctie vergelijkbaar met die bij personen die waren gerandomiseerd op tweemaal daags
salmeterol/FP [verschil in dal-FEV
1
van +19 ml (95% BI: -11, 49)].
Er zijn geen vergelijkende onderzoeken versus salmeterol/FP of versus andere ICS/LABA-combinaties
uitgevoerd om de effecten op astma-exacerbaties goed te vergelijken.
Monotherapie met fluticasonfuroaat
Een gerandomiseerd, dubbelblind placebogecontroleerd onderzoek van 24 weken (FFA112059) beoordeelde
de veiligheid en werkzaamheid van FF 92 microgram eenmaal daags [n=114] en FP 250 microgram
tweemaal daags [n=114] versus placebo [n=115] bij volwassen en adolescente patiënten met aanhoudende
astma. Alle proefpersonen moesten een stabiele dosis van een ICS gebruiken gedurende ten minste 4 weken
voorafgaand aan bezoek 1 (screeningsbezoek), en het gebruik van LABA's was niet toegestaan in de 4 weken
voorafgaand aan bezoek 1. Het primaire werkzaamheidseindpunt was verandering t.o.v. baseline in de dal-
FEV
1
(voorafgaand aan bronchusverwijder en toediening) tijdens een bezoek aan de kliniek aan het eind van
de behandelperiode. Verandering t.o.v. baseline in het percentage perioden van 24 uur zonder noodmedicatie
tijdens de behandelperiode van 24 weken was een onderscheidend secundair eindpunt. Op het tijdpunt van
24 weken verhoogden FF en FP de dal-FEV
1
met respectievelijk 146 ml (95% BI 36; 257 ml, p=0,009) en
145 ml (95% BI 33; 257 ml, p=0,011) in vergelijking met placebo. Zowel FF als FP verhoogde het
percentage perioden van 24 uur zonder noodmedicatie met respectievelijk 14,8% (95% BI 6,9; 22,7;
p<0,001) en 17,9% (95% BI 10,0; 25,7; p<0,001) versus placebo.
Allergeenprovocatieonderzoek
Het bronchusbeschermende effect van fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram op de vroege en late
astmatische respons op geïnhaleerde allergenen werd beoordeeld in een placebogecontroleerd
vierweggekruist onderzoek met herhaalde toediening (HZA113126) bij patiënten met lichte astma. Patiënten
werden gerandomiseerd naar fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram, FF 92 microgram, vilanterol 22
microgram of placebo eenmaal daags gedurende 21 dagen gevolgd door allergeenprovocatie 1 uur na de
laatste dosis. Het allergeen was huisstofmijt, huidschilfers van katten of berkenpollen; de selectie werd
gebaseerd op individuele screeningtests. Seriële FEV
1
-metingen werden vergeleken met waarden van voor
38
de allergeenprovocatie die waren verzameld na het inhaleren van zoutoplossing (baseline). De grootste
effecten op de vroege astmatische respons werden over het geheel genomen gezien met
fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram in vergelijking met alleen FF 92 microgram of vilanterol 22
microgram. Zowel bij fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram als bij FF 92 microgram verdween de
late astmatische respons nagenoeg in vergelijking met alleen vilanterol. Fluticasonfuroaat/vilanterol
92/22 microgram bood een significant grotere bescherming tegen door allergenen geïnduceerde bronchiale
hyperreactiviteit dan monotherapieën met FF en vilanterol zoals beoordeeld op dag 22 met een
metacholineprovocatie.
Onderzoek naar bronchusbeschermende en HPA-as-effecten
De bronchusbeschermende en HPA-as-effecten van FF versus FP of budesonide (BUD) werden beoordeeld
in een placebogecontroleerd, gekruist onderzoek (203162) met toenemende herhaalde doseringen bij
54 volwassenen met een voorgeschiedenis van astma die gekenmerkt wordt door hyperreactiviteit van de
luchtwegen en een voorspelde FEV
1
≥65%. Patiënten werden gerandomiseerd naar een of twee
behandelperioden, die uit vijf dosisescalatiefases van 7 dagen bestonden, met FF (25, 100, 200, 400,
800 microgram/dag), FP (50, 200, 500, 1.000, 2.000 microgram/dag), BUD (100, 400, 800, 1.600,
3.200 microgram/dag) of placebo. Na elke dosisescalatiefase werden de bronchusbescherming aan de hand
van hyperreactiviteit van de luchtwegen op adenosine-5'-monofosfaat (AMP)-provocatie (provocatieve
concentratie die leidt tot een afname van ≥20% in FEV
1
[AMP PC20]) en het gewogen gemiddelde cortisol
in plasma gedurende 24 uur beoordeeld.
In het gehele goedgekeurde therapeutische dosisbereik voor astma, waren de AMP PC20 (mg/ml) en
cortisolonderdrukking (%) waarden respectievelijk: 81 tot 116 mg/ml en 7% tot 14% voor FF (100 tot
200 microgram/dag), 20 tot 76 mg/ml en 7% tot 50% voor FP (200 tot 2.000 microgram/dag) en 24 tot
54 mg/ml en 13% tot 44% voor BUD (400 tot 1.600 microgram/dag).
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten tot uitstel van de verplichting voor de fabrikant om de
resultaten in te dienen van onderzoek met Revinty Ellipta in een of meerdere subgroepen van pediatrische
patiënten met astma (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
De absolute biologische beschikbaarheid voor fluticasonfuroaat en vilanterol bij toediening door inhalatie als
fluticasonfuroaat/vilanterol was gemiddeld respectievelijk 15,2% en 27,3%. De orale biologische
beschikbaarheid van zowel fluticasonfuroaat als vilanterol was laag, gemiddeld respectievelijk 1,26% en
<2%. Gezien deze lage orale biologische beschikbaarheid wordt de systemische blootstelling aan
fluticasonfuroaat en vilanterol na geïnhaleerde toediening vooral veroorzaakt door absorptie van het
geïnhaleerde deel van de dosis die wordt afgegeven aan de longen.
Distributie
Na intraveneuze toediening worden zowel fluticasonfuroaat als vilanterol uitgebreid gedistribueerd, met
gemiddelde distributievolumes bij steady state van respectievelijk 661 l en 165 l.
Zowel fluticasonfuroaat als vilanterol heeft een lage binding met rode bloedcellen. De
in-vitro-plasma-
eiwitbinding in humaan plasma van fluticasonfuroaat en vilanterol was hoog, gemiddeld respectievelijk
>99,6% en 93,9%. Er was geen verlaging van de mate van
in-vitro-plasma-eiwitbinding
bij proefpersonen
met een nier- of leverfunctiestoornis.
Fluticasonfuroaat en vilanterol zijn substraten van P-glycoproteïne (P-gp). Het wordt echter onwaarschijnlijk
geacht dat de gelijktijdige toediening van fluticasonfuroaat/vilanterol en P-gp-remmers de systemische
blootstelling aan fluticasonfuroaat of vilanterol zal wijzigen, omdat beide goed geabsorbeerde moleculen
zijn.
39
Biotransformatie
Gebaseerd op
in-vitro-gegevens
worden de belangrijkste metaboliseringsroutes van zowel fluticasonfuroaat
als vilanterol bij mensen primair gemedieerd door CYP3A4.
Fluticasonfuroaat wordt primair gemetaboliseerd door hydrolyse van de S-fluoromethyl-carbothioaatgroep
tot metabolieten met een aanzienlijk verminderde corticosteroïdactiviteit. Vilanterol wordt primair
gemetaboliseerd door O-dealkylatie tot een reeks metabolieten met een aanzienlijk verminderde
1
- en
2
-
agonistactiviteit.
Eliminatie
Na orale toediening werd fluticasonfuroaat bij mensen voornamelijk geëlimineerd door metabolisering, met
metabolieten die nagenoeg uitsluitend via de feces werden uitgescheiden; <1% van de gevonden radioactieve
dosis werd geëlimineerd via de urine.
In een onderzoek met radiolabeling bij mensen werd na orale toediening vilanterol voornamelijk
geëlimineerd door metabolisering, gevolgd door excretie van de radioactieve dosis waarbij ongeveer 70%
van de metabolieten in de urine en ongeveer 30% in de feces werd uitgescheiden. De schijnbare plasma-
eliminatiehalfwaardetijd van vilanterol na een enkele geïnhaleerde toediening van
fluticasonfuroaat/vilanterol was gemiddeld 2,5 uur. De effectieve halfwaardetijd voor accumulatie van
vilanterol, zoals vastgesteld na herhaalde toediening van geïnhaleerde doses vilanterol van 25 microgram,
bedraagt 16,0 uur bij patiënten met astma en 21,3 uur bij patiënten met COPD.
Pediatrische patiënten
Bij adolescenten (12 jaar of ouder) zijn er geen aanbevolen dosisaanpassingen.
De farmacokinetiek van fluticasonfuroaat/vilanterol is niet onderzocht bij patiënten jonger dan 12 jaar. De
veiligheid en werkzaamheid van fluticasonfuroaat/vilanterol bij kinderen jonger dan 12 jaar is nog niet
vastgesteld.
Speciale groepen
Ouderen (> 65 jaar)
De effecten van leeftijd op de farmacokinetiek van fluticasonfuroaat en vilanterol werden bepaald in fase III-
onderzoeken naar COPD en astma. Er was geen bewijs dat leeftijd (12-84) de farmacokinetiek van
fluticasonfuroaat en vilanterol bij proefpersonen met astma beïnvloedde.
Bij proefpersonen met astma en proefpersonen met COPD zijn er geen aanbevolen dosisaanpassingen.
Nierfunctiestoornis
Een klinisch-farmacologisch onderzoek naar fluticasonfuroaat/vilanterol toonde aan dat een ernstige
nierfunctiestoornis (creatinineklaring <30 ml/min) niet leidde tot een significant hogere blootstelling aan
fluticasonfuroaat of vilanterol of tot duidelijker systemische effecten van corticosteroïden of bèta
2
-agonisten
in vergelijking met gezonde proefpersonen.
Er is geen dosisaanpassing vereist voor patiënten met een nierfunctiestoornis.
De effecten van hemodialyse zijn niet onderzocht.
Leverfunctiestoornis
Na herhaalde dosering van fluticasonfuroaat/vilanterol gedurende 7 dagen was er een toename van de
systemische blootstelling aan fluticasonfuroaat (tot een verdrievoudiging zoals gemeten door de AUC
(0–24)
)
bij proefpersonen met een leverfunctiestoornis (Child-Pugh A, B of C) in vergelijking met gezonde
proefpersonen. De toename van de systemische blootstelling aan fluticasonfuroaat bij proefpersonen met een
40
matige leverfunctiestoornis (Child-Pugh B; fluticasonfuroaat/vilanterol 184/22 microgram) ging gepaard met
een verlaging van gemiddeld 34% in serumcortisol in vergelijking met gezonde proefpersonen. De naar dosis
genormaliseerde systemische blootstelling aan fluticasonfuroaat was vergelijkbaar bij proefpersonen met een
matige en proefpersonen met een ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh B of C).
Na herhaalde toediening van fluticasonfuroaat/vilanterol gedurende 7 dagen was er geen significante
toename van de systemische blootstelling aan vilanterol (C
max
en AUC) bij proefpersonen met een lichte,
matige of ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh A, B of C).
Er waren geen klinisch relevante effecten van de combinatie fluticasonfuroaat/vilanterol op bèta-adrenerge
systemische effecten (hartslag of serumkalium) bij proefpersonen met een lichte of matige
leverfunctiestoornis (vilanterol, 22 microgram) of met een ernstige leverfunctiestoornis (vilanterol,
12,5 microgram) in vergelijking met gezonde proefpersonen.
Andere speciale populaties
Bij proefpersonen met astma waren de schattingen van de AUC
(0-24)
voor proefpersonen uit Oost-Azië, Japan
en Zuidoost-Azië (12-13% van de proefpersonen) gemiddeld 33% tot 53% hoger dan bij andere raciale
groepen. Er was echter geen bewijs dat de hogere systemische blootstelling bij deze populatie gepaard ging
met een groter effect op de urinaire cortisolexcretie gedurende 24 uur. Gemiddeld wordt voor deze
proefpersonen van Aziatische afkomst de C
max
van vilanterol voorspeld als 220 tot 287% hoger en de
AUC
(0-24)
als vergelijkbaar met die van proefpersonen uit andere raciale groepen. Er was echter geen bewijs
dat deze hogere C
max
van vilanterol leidde tot klinisch significante effecten op de hartslag.
Geslacht, gewicht en BMI
Er was geen bewijs dat geslacht, gewicht of BMI (body mass index) de farmacokinetiek van
fluticasonfuroaat beïnvloedt op basis van een populatiefarmacokinetische analyse van gegevens uit fase III-
onderzoek met 1.213 proefpersonen met astma (712 vrouwen).
Er was geen bewijs dat geslacht, gewicht of BMI de farmacokinetiek van vilanterol beïnvloedt op basis van
een populatiefarmacokinetische analyse van gegevens van 856 proefpersonen met astma (500 vrouwen).
Er is geen dosisaanpassing nodig op basis van geslacht, gewicht of BMI.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Farmacologische en toxicologische effecten die zijn waargenomen bij fluticasonfuroaat of vilanterol in niet-
klinische onderzoeken waren dezelfde die normaal in verband worden gebracht met glucocorticoïden of
bèta
2
-agonisten. Toediening van fluticasonfuroaat in combinatie met vilanterol leidde niet tot een significante
nieuwe toxiciteit.
Genotoxiciteit en carcinogeniteit
Fluticasonfuroaat
Fluticasonfuroaat was niet genotoxisch in een standaardreeks van onderzoeken en was niet carcinogeen
tijdens levenslange inhalatieonderzoeken bij ratten of muizen bij blootstellingsniveaus vergelijkbaar met die
bij de maximaal aanbevolen dosis bij mensen, gebaseerd op de AUC.
Vilanteroltrifenataat
In genetische toxiciteitsonderzoeken waren vilanterol (als alfa-fenylcinnamaat) en trifenylazijnzuur niet
genotoxisch, wat erop wijst dat vilanterol (als trifenataat) geen genotoxisch gevaar vormt voor mensen.
In overeenstemming met bevindingen voor andere bèta
2
-agonisten veroorzaakte vilanteroltrifenataat tijdens
levenslange inhalatieonderzoeken proliferatieve effecten op het vrouwelijke voortplantingsstelsel van ratten
41
en muizen en de hypofyse van ratten. Er was geen toename van de incidentie van tumoren bij ratten of
muizen bij blootstellingsniveaus die respectievelijk 1,2 of 30 keer groter waren dan de maximale aanbevolen
dosis bij mensen, gebaseerd op de AUC.
Reproductietoxiciteit
Fluticasonfuroaat
De effecten die werden waargenomen na toediening via inhalatie van fluticasonfuroaat in combinatie met
vilanterol bij ratten waren vergelijkbaar met de effecten die werden gezien met alleen fluticasonfuroaat.
Fluticasonfuroaat was niet teratogeen bij ratten of konijnen, maar vertraagde de ontwikkeling bij ratten en
veroorzaakte abortus bij konijnen bij maternaal toxische doses. Er waren geen effecten op de ontwikkeling
van ratten bij blootstellingsniveaus die ongeveer 3 keer hoger waren dan die bij de maximale aanbevolen
dosis bij mensen, gebaseerd op de AUC.
Vilanteroltrifenataat
Vilanteroltrifenataat was niet teratogeen bij ratten. Tijdens inhalatieonderzoeken bij konijnen veroorzaakte
vilanteroltrifenataat effecten die vergelijkbaar zijn met de effecten die zijn waargenomen bij andere bèta
2
-
agonisten (gespleten verhemelte, opening van de oogleden, sternebrale fusie en kromming/malrotatie van de
ledematen). Wanneer het subcutaan werd toegediend waren er geen effecten bij blootstellingsniveaus die 84
keer hoger waren dan die bij de maximale aanbevolen dosis bij mensen, gebaseerd op de AUC.
Noch fluticasonfuroaat noch vilanteroltrifenataat had bijwerkingen met betrekking tot de vruchtbaarheid of
de pre- of postnatale ontwikkeling bij ratten.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Lactosemonohydraat
Magnesiumstearaat
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
Houdbaarheid
2 jaar
Houdbaarheid na openen van het bakje: 6 weken.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 25°C. Als de inhalator in de koelkast wordt bewaard, laat de inhalator dan gedurende ten
minste één uur voor gebruik weer op kamertemperatuur komen.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
Schrijf de datum waarop de inhalator moet worden weggegooid op het etiket van de inhalator in de daarvoor
bestemde ruimte. De datum moet direct worden genoteerd zodra de inhalator uit het bakje wordt gehaald.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
De inhalator bestaat uit een lichtgrijs hoofddeel, een gele beschermkap van het mondstuk en een dosisteller,
verpakt in een bakje van laminaatfolie dat een zakje silicagel (als droogmiddel) bevat. Het bakje is afgesloten
met een afpelbare afsluiting van folie.
42
De inhalator is een apparaat dat is samengesteld uit meerdere onderdelen, die gemaakt zijn van
polypropyleen, hogedichtheidpolyethyleen, polyoxymethyleen, polybutyleentereftalaat, acrylonitril-
butadieen-styreen, polycarbonaat en roestvrij staal.
De inhalator bevat twee strips van aluminiumlaminaatfolie met 14 of 30 doses.
Verpakkingsgrootten: inhalators met 14 of 30 doses. Multiverpakking met 3 inhalators met elk 30 doses.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited
12 Riverwalk
Citywest Business Campus
Dublin 24
Ierland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/14/929/004
EU/1/14/929/005
EU/1/14/929/006
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN DE
VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 2 mei 2014
Datum van laatste verlenging: 26 juli 2018
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
43
BIJLAGE II
A.
B.
FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN
LEVERING EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING
TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET
GENEESMIDDEL
C.
D.
44
A.
FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte
Glaxo Wellcome Production
Zone Industrielle No.2,
23 Rue Lavoisier,
27000 Evreux,
Frankrijk
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
•
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met Europese
referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van Richtlijn 2001/83/EG
en eventuele hieropvolgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese webportaal voor geneesmiddelen.
D.
•
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module 1.8.2
van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
•
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
•
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
45
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
46
A. ETIKETTERING
47
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS (ENKELE VERPAKKINGEN)
92/22 microgram
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Revinty Ellipta 92 microgram/22 microgram inhalatiepoeder, voorverdeeld
fluticasonfuroaat/vilanterol
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke afgegeven dosis bevat 92 microgram fluticasonfuroaat en 22 microgram vilanterol (als trifenataat)
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: lactose en magnesiumstearaat.
Zie bijsluiter voor meer informatie
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Inhalatiepoeder, voorverdeeld
14 doses
30 doses
Een inhalator bevat 14 doses
Een inhalator bevat 30 doses
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
EENMAAL DAAGS
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor inhalatie.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET ZICHT EN
BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Houdbaarheid na openen: 6 weken.
48
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN
(INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited, 12 Riverwalk, Citywest Business Campus, Dublin 24, Ierland
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited logo
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/14/929/001
EU/1/14/929/002
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
revinty ellipta 92:22
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
NN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
49
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUNDEL ETIKET (MET BLUE BOX - MULTIVERPAKKING)
92/22 microgram
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Revinty Ellipta 92 microgram/22 microgram inhalatiepoeder, voorverdeeld
fluticasonfuroaat/vilanterol
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke afgegeven dosis bevat 92 microgram fluticasonfuroaat en 22 microgram vilanterol (als trifenataat)
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: lactose en magnesiumstearaat.
Zie bijsluiter voor meer informatie
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Inhalatiepoeder, voorverdeeld
Multiverpakking: 90 (3 verpakkingen van 30) doses
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
EENMAAL DAAGS
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor inhalatie.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET ZICHT EN
BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Houdbaarheid na openen: 6 weken.
50
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN
(INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited, 12 Riverwalk, Citywest Business Campus, Dublin 24, Ierland
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited logo
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/14/929/003
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
revinty ellipta 92:22
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
NN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
51
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS (ENKELE VERPAKKING)
184/22 microgram
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Revinty Ellipta 184 microgram/22 microgram inhalatiepoeder, voorverdeeld
fluticasonfuroaat/vilanterol
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke afgegeven dosis bevat 184 microgram fluticasonfuroaat en 22 microgram vilanterol (als trifenataat)
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: lactose en magnesiumstearaat.
Zie bijsluiter voor meer informatie
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Inhalatiepoeder, voorverdeeld
14 doses
30 doses
Een inhalator bevat 14 doses
Een inhalator bevat 30 doses
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
EENMAAL DAAGS
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor inhalatie.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET ZICHT EN
BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Houdbaarheid na openen: 6 weken.
52
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN
(INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited, 12 Riverwalk, Citywest Business Campus, Dublin 24, Ierland
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited logo
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/14/929/004
EU/1/14/929/005
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
revinty ellipta 184:22
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
NN
:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
53
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUNDEL ETIKET (MET BLUE BOX - MULTIVERPAKKING)
184/22 microgram
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Revinty Ellipta 184 microgram/22 microgram inhalatiepoeder, voorverdeeld
fluticasonfuroaat/vilanterol
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke afgegeven dosis bevat 184 microgram fluticasonfuroaat en 22 microgram vilanterol (als trifenataat)
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: lactose en magnesiumstearaat.
Zie bijsluiter voor meer informatie
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Inhalatiepoeder, voorverdeeld
Multiverpakking: 90 (3 verpakkingen van 30) doses
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
EENMAAL DAAGS
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor inhalatie.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET ZICHT EN
BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Houdbaarheid na openen: 6 weken.
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
54
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN
(INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited, 12 Riverwalk, Citywest Business Campus, Dublin 24, Ierland
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited logo
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/14/929/006
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
revinty ellipta 184:22
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
NN::
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
55
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BINNENSTE OMDOOS (ZONDER BLUE BOX – ALLEEN MULTIVERPAKKING)
92/22 microgram
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Revinty Ellipta 92 microgram/22 microgram inhalatiepoeder, voorverdeeld
fluticasonfuroaat/vilanterol
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke afgegeven dosis bevat 92 microgram fluticasonfuroaat en 22 microgram vilanterol (als trifenataat)
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: lactose en magnesiumstearaat.
Zie bijsluiter voor meer informatie
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Inhalatiepoeder, voorverdeeld
30 doses
Een inhalator bevat 30 doses.
Onderdeel van een multiverpakking, mag niet los verkocht worden.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
EENMAAL DAAGS
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor inhalatie.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET ZICHT EN
BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Houdbaarheid na openen: 6 weken.
56
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN
(INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited, 12 Riverwalk, Citywest Business Campus, Dublin 24, Ierland
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited logo
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/14/929/003
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
revinty ellipta 92:22
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
57
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BINNENSTE OMDOOS (ZONDER BLUE BOX – ALLEEN MULTIVERPAKKING)
184/22 microgram
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Revinty Ellipta 184 microgram/22 microgram inhalatiepoeder, voorverdeeld
fluticasonfuroaat/vilanterol
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke afgegeven dosis bevat 184 microgram fluticasonfuroaat en 22 microgram vilanterol (als trifenataat)
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: ook lactose en magnesiumstearaat.
Zie bijsluiter voor meer informatie
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Inhalatiepoeder, voorverdeeld
30 doses
Een inhalator bevat 30 doses.
Onderdeel van een multiverpakking, mag niet los verkocht worden.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
EENMAAL DAAGS
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor inhalatie.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET ZICHT EN
BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Houdbaarheid na openen: 6 weken.
58
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN
(INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited, 12 Riverwalk, Citywest Business Campus, Dublin 24, Ierland
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited logo
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/14/929/006
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
revinty ellipta 184:22
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
59
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET BAKJE
92/22 microgram
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Revinty Ellipta 92 microgram/22 microgram inhalatiepoeder, voorverdeeld
fluticasonfuroaat /vilanterol
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
GSK logo
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
OVERIGE
Niet openen totdat u klaar bent om te inhaleren.
Houdbaarheid na openen: 6 weken.
14 doses
30 doses
60
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET BAKJE
184/22 microgram
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Revinty Ellipta 184 microgram/22 microgram inhalatiepoeder, voorverdeeld
fluticasonfuroaat/vilanterol
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
GSK logo
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
OVERIGE
Niet openen totdat u klaar bent om te inhaleren.
Houdbaarheid na openen: 6 weken.
14 doses
30 doses
61
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET VAN HET HULPMIDDEL
92/22 microgram
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Revinty Ellipta 92 microgram/22 microgram inhalatiepoeder
fluticasonfuroaat/vilanterol
Voor inhalatie
2.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Houdbaarheid na openen: 6 weken
Weggooien op:
3.
Lot
PARTIJNUMMER
4.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
14 doses
30 doses
62
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET VAN HET HULPMIDDEL
184/22 microgram
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Revinty Ellipta 184 microgram/22 microgram inhalatiepoeder
fluticasonfuroaat/vilanterol
Voor inhalatie
2.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Houdbaarheid na openen: 6 weken
Weggooien op:
3.
Lot
PARTIJNUMMER
4.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
14 doses
30 doses
63
B. BIJSLUITER
64
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Revinty Ellipta 92 microgram /22 microgram inhalatiepoeder, voorverdeeld
Revinty Ellipta 184 microgram /22 microgram inhalatiepoeder, voorverdeeld
fluticasonfuroaat/vilanterol
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
-
-
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in
deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Wat is Revinty Ellipta en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe gebruikt u dit middel?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Stapsgewijze instructies
1.
Wat is Revinty Ellipta en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Revinty Ellipta bevat twee werkzame stoffen: fluticasonfuroaat en vilanterol. Er zijn twee verschillende
sterktes van Revinty Ellipta beschikbaar: fluticasonfuroaat 92 microgram/vilanterol 22 microgram en
fluticasonfuroaat 184 microgram/vilanterol 22 microgram.
De sterkte van 92/22 microgram wordt gebruikt voor de regelmatige behandeling van chronische
obstructieve longziekte (COPD) bij volwassenen en
astma
bij volwassenen en jongeren vanaf 12 jaar oud.
De sterkte van 184/22 microgram wordt gebruikt voor de behandeling van
astma
bij volwassenen en
jongeren vanaf 12 jaar oud. De sterkte van 184/22 microgram is niet goedgekeurd voor de behandeling van
COPD.
Revinty Ellipta moet iedere dag worden gebruikt en niet alleen als u ademhalingsproblemen
heeft of andere klachten van COPD en astma. Het mag niet worden gebruikt voor de verlichting
van een plotse aanval van ademnood of piepende ademhaling.
Als u een dergelijke aanval krijgt,
moet u een snelwerkende inhalator gebruiken (zoals salbutamol). Als u geen snelwerkende inhalator
heeft, neem dan contact op met uw arts.
Fluticasonfuroaat hoort bij een groep geneesmiddelen die corticosteroïden, of kortweg steroïden, worden
genoemd. Corticosteroïden verminderen ontsteking. Ze verminderen de zwelling en irritatie van de kleine
luchtwegen in de longen en verminderen zo geleidelijk ademhalingsproblemen. Corticosteroïden helpen ook
bij het voorkomen van astma-aanvallen en verergering van de COPD.
Vilanterol hoort bij een groep geneesmiddelen die langwerkende bronchusverwijders worden genoemd. Het
ontspant de spieren van de kleine luchtwegen in de longen. Dit helpt bij het openen van de luchtwegen,
waardoor de lucht gemakkelijker de longen in en uit kan gaan. Wanneer het regelmatig wordt gebruikt, helpt
het de kleine luchtwegen open te houden.
65
Wanneer u deze twee werkzame stoffen regelmatig samen gebruikt, dan helpen ze uw
ademhalingsproblemen beter onder controle te houden dan bij afzonderlijk gebruik van een van beide
middelen.
Astma
is een ernstige, langdurige longziekte waarbij de spieren rond de kleinere luchtwegen zich vernauwen
(bronchoconstrictie) en gezwollen en geïrriteerd raken (ontsteking). Klachten treden zo nu en dan op en
bestaan onder andere uit kortademigheid, piepende ademhaling, beklemd gevoel op de borst en hoesten. Het
is aangetoond dat Revinty Ellipta opvlammingen en klachten van astma vermindert.
Chronische obstructieve longziekte (COPD)
is een ernstige, langdurige longziekte waarbij de luchtwegen
ontstoken raken en dikker worden. Klachten zijn onder andere kortademigheid, hoesten, ongemakkelijk
gevoel in de borst en het ophoesten van slijm. Het is aangetoond dat Revinty Ellipta opvlammingen van
COPD-klachten vermindert.
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent
allergisch
voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek
6.
-
Als u denkt dat het bovenstaande op u van toepassing is,
gebruik Revinty Ellipta dan niet
totdat u
met uw arts heeft gesproken.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt:
-
als u een
leverziekte
heeft, omdat u mogelijk meer kans op bijwerkingen kunt hebben. Als u een
matige of ernstige leverziekte heeft, zal uw arts uw dosis beperken tot de lagere sterkte van Revinty
Ellipta (eenmaal daags 92/22 microgram)
-
als u last heeft van
hartproblemen
of een
hoge bloeddruk
-
als u longtuberculose (TBC) heeft, of andere lang aanhoudende of onbehandelde infecties
-
als aan u ooit is verteld dat u diabetes heeft of een hoog bloedsuikergehalte
-
als u
problemen
heeft met de
schildklier
-
als u
lage kaliumwaarden
heeft in uw bloed
-
als u last heeft van wazig zien of andere visuele stoornissen
Praat met uw arts
voordat u dit middel gebruikt als u denkt dat een van de bovenstaande punten op u
van toepassing is.
Terwijl u Revinty Ellipta gebruikt
-
neem contact op met uw arts als u wazig ziet of andere problemen met uw zicht krijgt
-
neem contact op met uw arts als u meer dorst krijgt, vaak moet plassen of onverklaarbaar moe bent
(tekenen van een hoog bloedsuikergehalte)
Directe ademhalingsmoeilijkheden
Als uw ademhaling verslechtert of u meer last krijgt van piepende ademhaling direct na het gebruik van
Revinty Ellipta,
stop dan met het gebruik ervan
en
roep direct medische hulp in.
Longinfectie
Als u dit middel gebruikt voor COPD loopt u misschien een groter risico op het ontwikkelen van een infectie
van de longen die longontsteking (pneumonie) wordt genoemd. Zie rubriek 4 voor informatie over klachten
waarop u moet letten wanneer u dit middel gebruikt. Vertel het zo snel mogelijk aan uw arts als u een van
deze klachten ontwikkelt.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Geef dit geneesmiddel niet aan kinderen jonger dan 12 jaar voor de behandeling van astma, of aan kinderen
en jongeren tot 18 jaar voor de behandeling van COPD.
66
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Revinty Ellipta nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker. Overleg ook met uw arts of apotheker als u niet zeker weet wat uw geneesmiddel bevat.
Sommige geneesmiddelen kunnen van invloed zijn op de werking van dit geneesmiddel of kunnen de kans
op bijwerkingen vergroten. Het gaat hierbij om:
-
bètablokkers, zoals metoprolol, gebruikt voor de behandeling van
hoge bloeddruk
of een
hartaandoening
-
ketoconazol, gebruikt voor de behandeling van
schimmelinfecties
-
ritonavir of cobicistat, gebruikt voor de behandeling van
hiv-infecties
-
langwerkende bèta
2
-adrenerge agonisten, zoals salmeterol
Vertel het uw arts of apotheker
als u een van deze geneesmiddelen gebruikt. Het kan zijn dat uw arts u
zorgvuldig wil controleren als u een van deze geneesmiddelen gebruikt, omdat ze de bijwerkingen van
Revinty Ellipta kunnen verergeren.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact
op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Gebruik dit geneesmiddel niet als u zwanger bent, tenzij
uw arts u heeft verteld dat u dit kunt gebruiken
Het is niet bekend of de stoffen in dit geneesmiddel in de moedermelk worden uitgescheiden.
Als u
borstvoeding geeft, neem dan contact op met uw arts
voordat u Revinty Ellipta gebruikt. Gebruik dit
geneesmiddel niet als u borstvoeding geeft, tenzij uw arts u heeft verteld dat u dit kunt gebruiken.
Als u borstvoeding geeft,
praat dan met uw arts
voor u Revinty Ellipta gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Dit geneesmiddel heeft waarschijnlijk geen invloed op uw rijvaardigheid of uw vermogen machines te
gebruiken.
Revinty Ellipta bevat lactose
Als uw arts u heeft verteld dat u bepaalde suikers of melkeiwit niet verdraagt, neem dan contact op met uw
arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
3. Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld.
Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Hoeveel moet u gebruiken?
Astma
De aanbevolen dosering
voor de behandeling van astma is één inhalatie (92 microgram fluticasonfuroaat en
22 microgram vilanterol) eenmaal daags, iedere dag op hetzelfde tijdstip.
Als u ernstige astma heeft, kan uw arts besluiten dat u één inhalatie moet nemen uit de inhalator met de
hogere sterkte (184 microgram fluticasonfuroaat en 22 microgram vilanterol). Deze dosis moet ook eenmaal
daags en iedere dag op dezelfde tijd worden genomen.
COPD
De aanbevolen dosering
voor de behandeling van COPD is één inhalatie (92 microgram fluticasonfuroaat
en 22 microgram vilanterol) eenmaal daags, iedere dag op hetzelfde tijdstip.
67
De hogere sterkte van Revinty Ellipta (184 microgram fluticasonfuroaat en 22 microgram vilanterol) is niet
geschikt voor de behandeling van COPD.
Revinty Ellipta is voor gebruik via inhalatie.
Gebruik Revinty Ellipta elke dag op dezelfde tijd omdat het 24 uur werkzaam is
Het is heel belangrijk dat u dit geneesmiddel elke dag gebruikt, zoals uw arts het u verteld heeft. Dit zal
helpen om u dag en nacht vrij van klachten te houden.
Revinty Ellipta mag niet worden gebruikt voor de verlichting van een plotselinge aanval van
kortademigheid of piepende ademhaling.
Als u een dergelijke aanval krijgt, moet u een snelwerkende
inhalator gebruiken (zoals salbutamol).
Neem contact op met uw arts als u vaker dan normaal kortademig wordt of vaker een piepende ademhaling
krijgt, of als u uw snelwerkende inhalator meer dan normaal gebruikt.
Hoe gebruikt u Revinty Ellipta?
Zie de 'Stapsgewijze instructies' na rubriek 6 van deze bijsluiter voor de volledige informatie.
Revinty Ellipta is bestemd voor inhalatie. U hoeft de Revinty Ellipta-inhalator niet op een speciale manier
voor te bereiden, zelfs niet wanneer u de inhalator voor de eerste keer gebruikt.
Als uw klachten niet verbeteren
Als uw klachten (kortademigheid, piepende ademhaling, hoesten) niet verbeteren of zelfs verergeren, of als u
de snelwerkende inhalator steeds vaker moet gebruiken:
neem zo snel mogelijk contact op met uw arts.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Als u per ongeluk meer Revinty Ellipta gebruikt dan uw arts heeft voorgeschreven, neem dan contact op met
uw arts of apotheker. Misschien merkt u dat uw hart sneller slaat dan normaal, dat u zich trillerig voelt of dat
u hoofdpijn krijgt.
Het is vooral belangrijk om uw arts of apotheker om advies te vragen als u gedurende een langere tijd
meer heeft gebruikt dan voorgeschreven. Hogere doses
Revinty Ellipta kunnen namelijk de hoeveelheid
steroïdhormonen verminderen die van nature door uw lichaam worden aangemaakt.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Inhaleer geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Neem uw volgende dosis gewoon op de
gebruikelijke tijd in.
Als uw ademhaling gaat piepen, als u kortademig wordt of andere klachten van een astma-aanval krijgt,
gebruik dan uw snelwerkende inhalator
(bijv. salbutamol) en raadpleeg vervolgens een arts.
Stop niet zonder advies met het gebruik van Revinty Ellipta
Gebruik dit geneesmiddel zolang uw arts u dit aanraadt. Het is alleen effectief zolang u het gebruikt. Stop
niet met het gebruik van dit middel tenzij uw arts dit adviseert, zelfs als u zich beter voelt.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
68
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te
maken.
Allergische reacties
Allergische reacties komen zelden voor (komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 gebruikers).
Als u een van de volgende klachten heeft na het gebruik van Revinty Ellipta,
stop dan met het gebruik van
dit geneesmiddel en vertel het uw arts direct.
•
huiduitslag (galbulten) of roodheid
•
zwelling, soms van het gezicht of de mond (angio-oedeem)
•
erg last krijgen van piepende ademhaling, hoesten, of moeilijk kunnen ademhalen
•
zich plotseling zwak voelen of licht in het hoofd (dit kan leiden tot flauwvallen of bewustzijnsverlies)
Directe ademhalingsmoeilijkheden
Directe ademhalingsmoeilijkheden na het gebruik van Revinty Ellipta komen zelden voor.
Als uw ademhaling verslechtert of als u meer last krijgt van piepende ademhaling direct na het gebruik van
dit geneesmiddel,
stop dan met het gebruik ervan
en
roep direct medische hulp in.
Pneumonie (longinfectie)
(vaak voorkomende bijwerking, komt voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers)
Vertel het aan uw arts
als u last krijgt van een van de volgende klachten tijdens het gebruik van Revinty
Ellipta – dit kunnen klachten van een longinfectie zijn:
•
koorts of koude rillingen
•
verhoogde productie van slijm, verandering van de kleur van het slijm
•
vaker hoesten of meer ademhalingsmoeilijkheden
Andere bijwerkingen kunnen zijn:
Zeer vaak voorkomende bijwerkingen
Deze komen voor bij
meer dan 1 op de 10 gebruikers:
•
hoofdpijn
•
verkoudheid
Vaak voorkomende bijwerkingen
Deze komen voor bij
minder dan 1 op de 10
gebruikers:
•
pijnlijke, verheven plekjes in de mond of keel die door een schimmelinfectie worden veroorzaakt
(candidiasis). Het spoelen van uw mond met water direct na het gebruik van Revinty Ellipta kan de
ontwikkeling van deze bijwerking helpen stoppen
•
ontsteking van de longen (bronchitis)
•
infectie van neusholten of keel
•
griep (influenza)
•
pijn en irritatie achter in de mond en keel
•
ontsteking van de bijholten
•
jeukende neus, loopneus of verstopte neus
•
hoesten
•
aandoeningen van de stem
•
verzwakking van de botten, die leidt tot botbreuken
•
maagpijn
•
rugpijn
•
hoge temperatuur (koorts)
•
gewrichtspijn
•
spierspasmen
69
Soms voorkomende bijwerkingen
Deze komen voor bij
minder dan 1 op de 100
gebruikers:
•
onregelmatige hartslag
•
wazig zien
•
verhoogde bloedsuiker (hyperglykemie)
Zelden voorkomende bijwerkingen
Deze komen voor bij minder dan
1 op de 1.000
gebruikers:
•
snellere hartslag (tachycardie)
•
zich bewust zijn van de hartslag (hartkloppingen)
•
trillen/beven
•
angst
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor mogelijke
bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het nationale
meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer
informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de verpakking na
EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 25°C.
Bewaar de inhalator in het afgesloten bakje ter bescherming tegen vocht en haal deze er pas uit direct voor
eerste gebruik. Als het bakje eenmaal geopend is, kan de inhalator maximaal 6 weken gebruikt worden,
gerekend vanaf de dag dat het bakje geopend werd. Schrijf de datum waarop de inhalator moet worden
weggegooid op het etiket van de inhalator in de daarvoor bestemde ruimte. De datum moet direct worden
genoteerd zodra de inhalator uit het bakje wordt gehaald.
Als de inhalator in de koelkast wordt bewaard,
laat hem dan gedurende ten minste één uur
vóór gebruik
weer op kamertemperatuur komen.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw apotheker
wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een verantwoorde manier
vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stoffen in dit middel zijn fluticasonfuroaat en vilanterol.
-
Voor de 92/22 microgram dosis: iedere inhalatie geeft een dosis af (de dosis die uit het mondstuk
komt) van 92 microgram fluticasonfuroaat en 22 microgram vilanterol (als trifenataat).
-
Voor de 184/22 microgram dosis: iedere inhalatie geeft een dosis af (de dosis die uit het mondstuk
komt) van 184 microgram fluticasonfuroaat en 22 microgram vilanterol (als trifenataat).
-
De andere stoffen in dit middel zijn lactosemonohydraat (zie rubriek 2) en magnesiumstearaat.
Hoe ziet Revinty Ellipta eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Revinty Ellipta is een inhalatiepoeder, voorverdeeld.
70
De Ellipta-inhalator is een lichtgrijze inhalator met een gele beschermkap van het mondstuk en een
dosisteller. Het is verpakt in een bakje van laminaatfolie met een afpelbare foliesluiting. Het bakje bevat een
zakje met droogmiddel om het vochtgehalte in de verpakking te verminderen. Gooi het droogmiddel weg
wanneer u de afsluiting van het bakje heeft geopend ‒ het droogmiddel mag niet worden opgegeten of
geïnhaleerd. De inhalator hoeft niet in het bakje van laminaatfolie te worden bewaard zodra dat geopend is.
De inhalator bevat twee strips van aluminiumlaminaatfolie met 14 of 30 doses. Multiverpakkingen bevatten
3 inhalators met elk 30 doses.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited
12 Riverwalk
Citywest Business Campus
Dublin 24
Ierland
Fabrikant
Glaxo Wellcome Production
Zone Industrielle No.2,
23 Rue Lavoisier,
27000 Evreux,
Frankrijk
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger
van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
GlaxoSmithKline Pharmaceuticals s.a./n.v.
Tél/Tel: + 32 (0) 10 85 52 00
България
“Берли½-Хеми/А. Ме½ари½и България” EООД
Teл.: +359 2 454 0950
bcsofia@berlin-chemie.com
Česká republika
GlaxoSmithKline s.r.o.
Tel: + 420 222 001 111
cz.info@gsk.com
Danmark
GlaxoSmithKline Pharma A/S
Tlf: + 45 36 35 91 00
dk-info@gsk.com
Deutschland
BERLIN-CHEMIE AG
Tel: +49 (0) 30 67070
Lietuva
UAB “BERLIN-CHEMIE MENARINI BALTIC”
Tel: +370 52 691 947
lt@berlin-chemie.com
Luxembourg/Luxemburg
GlaxoSmithKline Pharmaceuticals s.a./n.v.
Belgique/Belgien
Tél/Tel: + 32 (0) 10 85 52 00
Magyarország
Berlin-Chemie/A. Menarini Kft.
Tel.: +36 23501301
bc-hu@berlin-chemie.com
Malta
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited
Tel: +356 80065004
Nederland
GlaxoSmithKline BV
Tel: + 31 (0)33 2081100
Eesti
OÜ Berlin-Chemie Menarini Eesti
Tel: +372 667 5001
Norge
GlaxoSmithKline AS
Tlf: + 47 22 70 20 00
71
ee@berlin-chemie.com
Ελλάδα
Guidotti Hellas A.E.
Τηλ: +30 210 8316111-13
Österreich
GlaxoSmithKline Pharma GmbH
Tel: + 43 (0)1 97075 0
at.info@gsk.com
Polska
GSK Services Sp. z o.o.
Tel.: + 48 (0)22 576 9000
España
FAES FARMA, S.A.
Tel: + 34 900 460 153
aweber@faes.es
France
MENARINI France
Tél: + 33 (0)1 45 60 77 20
Portugal
BIAL, Portela & Ca. SA
Tel: + 351 22 986 61 00
info@bial.com
România
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited
Tel: +40 800672524
Slovenija
Berlin-Chemie / A. Menarini Distribution
Ljubljana d.o.o.
Tel: +386 01 300 2160
slovenia@berlin-chemie.com
Slovenská republika
Berlin-Chemie / A. Menarini Distribution
Slovakia s.r.o.
Tel: +421 2 544 30 730
slovakia@berlin-chemie.com
Suomi/Finland
GlaxoSmithKline Oy
Puh/Tel: + 358 (0)10 30 30 30
Sverige
GlaxoSmithKline AB
Tel: + 46 (0)8 638 93 00
info.produkt@gsk.com
United Kingdom (Northern Ireland)
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited
Tel: + 44 (0)800 221441
customercontactuk@gsk.com
Hrvatska
Berlin-Chemie Menarini Hrvatska d.o.o.
Tel: +385 1 4821 361
office-croatia@berlin-chemie.com
Ireland
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited
Tel: + 353 (0)1 4955000
Ísland
Vistor hf.
Sími: + 354 535 700
Italia
A.Menarini Industrie Farmaceutiche Riunite s.r.l.
Tel: +39-(0)55 56801
Κύπρος
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited
Τηλ: +357 80070017
Latvija
SIA Berlin-Chemie/Menarini Baltic
Tel: +371 67103210
lv@berlin-chemie.com
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in <{MM/JJJJ}>.
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
72
Stapsgewijze instructies
Wat is de Ellipta-inhalator?
Als u de Ellipta-inhalator voor het eerst gebruikt hoeft u niet te controleren of hij op de juiste manier werkt
en u hoeft hem ook niet op een speciale manier klaar te maken voor gebruik. U hoeft alleen deze
stapsgewijze instructies te volgen.
De doos van uw Revinty Ellipta inhalator bevat
Afdekfolie van
het bakje
Doos
Inhalator
Deze bijsluiter
Droogmiddel
Bakje
De inhalator is verpakt in een bakje.
Open het bakje niet totdat u een dosis van uw geneesmiddel gaat
inhaleren.
Als u er klaar voor bent om uw inhalator te gaan gebruiken, trek dan de afdekfolie van het bakje
om deze te openen. Het bakje bevat een zakje met
droogmiddel
om het vochtgehalte te verminderen. Gooi
dit zakje met droogmiddel weg ‒ het mag
niet
worden geopend, opgegeten of geïnhaleerd.
Droogmiddel
Als u de inhalator uit het bakje haalt, staat die in de ‘gesloten’ positie.
Open de inhalator niet voordat u
klaar bent om een dosis van het geneesmiddel te inhaleren.
Zodra het bakje wordt geopend, schrijft u de
73
‘Weggooien op’ datum op het etiket van de inhalator in de daarvoor bestemde ruimte. De ‘Weggooien op’
datum is 6 weken na de datum waarop het bakje geopend werd. Vanaf deze datum mag u de inhalator niet
meer gebruiken. Het bakje mag na openen worden weggegooid.
De gebruiksinstructies van de Ellipta inhalator hieronder gelden zowel voor de Ellipta inhalator met 30 doses
(voorraad voor 30 dagen) als voor de Ellipta inhalator met 14 doses (voorraad voor 14 dagen).
1.
Lees dit voordat u begint
Als u de beschermkap opent of sluit zonder het geneesmiddel te inhaleren, gaat de dosis verloren.
De verloren dosis wordt veilig vastgehouden in de inhalator, maar is niet meer beschikbaar. Het is niet
mogelijk om tijdens een inhalatie per ongeluk extra geneesmiddel of een dubbele dosis te nemen.
2.
Een dosis klaarmaken
Wacht met het openen van de beschermkap tot u klaar bent om uw dosis te inhaleren. De
inhalator niet schudden.
•
Schuif de beschermkap naar beneden tot u een ‘klik’ hoort.
Uw geneesmiddel kan nu worden geïnhaleerd.
74
De dosisteller telt met
1
af om dit te bevestigen.
•
Als de dosisteller niet aftelt wanneer u de ‘klik’ hoort, zal de inhalator geen geneesmiddel
afgeven.
Breng de inhalator terug naar uw apotheker voor advies.
3.
Het geneesmiddel inhaleren
•
•
Adem zo diep mogelijk uit terwijl u de inhalator bij uw mond vandaan houdt.
Niet
uitademen in de inhalator.
Plaats het mondstuk tussen uw lippen en sluit uw lippen er stevig omheen.
Blokkeer de luchtopening
niet
met uw vingers.
•
•
•
Haal eenmaal lang, gelijkmatig en diep adem. Houd uw adem zo lang mogelijk in (ten minste
3-4 seconden).
Haal de inhalator uit uw mond.
Adem langzaam en voorzichtig uit.
Mogelijk proeft of voelt u het geneesmiddel niet, zelfs niet als u de inhalator op de juiste manier gebruikt.
Als u het mondstuk wilt schoonmaken, gebruikt dan een
droog doekje voordat
u de beschermkap sluit.
4.
Sluit de inhalator en spoel uw mond
•
Schuif de beschermkap zo ver mogelijk omhoog om het mondstuk te bedekken.
75
•
Spoel uw mond met water nadat u de inhalator heeft gebruikt en slik het niet in.
Hierdoor is het minder waarschijnlijk dat u een pijnlijke mond of keel krijgt als bijwerking.
76
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Revinty Ellipta 92 microgram /22 microgram inhalatiepoeder, voorverdeeld.
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Iedere enkelvoudige inhalatie biedt een afgegeven dosis (de dosis die het mondstuk verlaat) van
92 microgram fluticasonfuroaat en 22 microgram vilanterol (als trifenataat). Dit komt overeen met een
voorverdeelde dosis van 100 microgram fluticasonfuroaat en 25 microgram vilanterol (als trifenataat).
Hulpstof(fen) met bekend effect
Elke afgegeven dosis bevat ongeveer 25 mg lactosemonohydraat.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Inhalatiepoeder, voorverdeeld
(Inhalatiepoeder).
Wit poeder in een lichtgrijze inhalator met een gele beschermkap van het mondstuk en een dosisteller.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Astma
Revinty Ellipta is geïndiceerd voor de reguliere behandeling van astma bij volwassenen en adolescenten van
12 jaar en ouder voor wie het gebruik van een gecombineerd geneesmiddel (langwerkende bèta2-agonist en
inhalatiecorticosteroïde) geschikt is:
· patiënten bij wie de astma onvoldoende onder controle is met inhalatiecorticosteroïden en
geïnhaleerde kortwerkende bèta2-agonisten 'naar behoefte'
· patiënten bij wie de astma reeds voldoende onder controle is met zowel een inhalatiecorticosteroïde als
een geïnhaleerde langwerkende bèta2-agonist
COPD (chronische obstructieve longziekte)
Revinty Ellipta is geïndiceerd voor de symptomatische behandeling van volwassenen met COPD met een
FEV1<70% van de voorspelde normale waarde (na bronchusverwijder) met een geschiedenis van
exacerbaties ondanks regelmatige bronchusverwijdende behandeling.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
Astma
Patiënten met astma moeten de sterkte van Revinty Ellipta voorgeschreven krijgen waarin de dosis
fluticasonfuroaat (FF) passend is bij de ernst van hun aandoening. Artsen moeten zich ervan bewust zijn dat
bij patiënten met astma, fluticasonfuroaat (FF) 100 microgram eenmaal daags ongeveer vergelijkbaar is met
fluticasonpropionaat (FP) 250 microgram tweemaal daags, terwijl FF 200 microgram eenmaal daags
ongeveer vergelijkbaar is met FP 500 microgram tweemaal daags.
Lees dit voordat u begint
Als de beschermkap van de inhalator wordt geopend en gesloten zonder het geneesmiddel te inhaleren, zal de
dosis verloren gaan. De verloren dosis wordt veilig vastgehouden in de inhalator, maar is niet meer
beschikbaar om te inhaleren.
Het is niet mogelijk om tijdens één inhalatie per ongeluk extra geneesmiddel of een dubbele dosis te nemen.
2.
Hoe wordt een dosis klaargemaakt?
Open de beschermkap wanneer u gereed bent om een dosis te inhaleren.
De inhalator niet schudden.
Schuif de beschermkap naar beneden tot u een
'klik' hoort.
Het geneesmiddel kan nu worden geïnhaleerd. De dosisteller telt met 1
af om dit te bevestigen.
Als de dosisteller niet aftelt wanneer u de
'klik' hoort, zal de inhalator geen geneesmiddel afgeven. Breng de
inhalator terug naar een apotheker voor advies.
3.
Hoe wordt het geneesmiddel geïnhaleerd?
Houd de inhalator bij uw mond vandaan en adem zo diep mogelijk uit.
Niet uitademen in de inhalator.
Plaats het mondstuk tussen uw lippen en sluit uw lippen er stevig omheen.
Blokkeer de luchtopening niet met uw vingers.
Adem eenmaal lang, gelijkmatig en diep in. Houd uw adem vervolgens zo lang mogelijk in (ten minste 3-4
seconden).
· Haal de inhalator uit uw mond.
· Adem langzaam en rustig uit.
Het kan zijn dat u het geneesmiddel niet proeft of voelt, zelfs niet als u de inhalator op de juiste manier
gebruikt.
Als u het mondstuk wilt schoonmaken, gebruik dan een
droog doekje voordat u de beschermkap sluit.
4.
Sluit de inhalator en spoel uw mond
Schuif de beschermkap zo ver mogelijk omhoog om het mondstuk te bedekken.
Spoel uw mond met water nadat u de inhalator heeft gebruikt en slik het niet in.
Hierdoor wordt het minder waarschijnlijk dat u een pijnlijke mond of keel als bijwerking krijgt.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof(fen) of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstof(fen).
4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Verslechtering van de ziekte
Fluticasonfuroaat/vilanterol mag niet worden gebruikt voor de behandeling van acute astmasymptomen of
Bijwerking(en)
Frequentie
Infecties en parasitaire
Pneumonie*
Vaak
aandoeningen
Bovenste luchtweginfectie
Bronchitis
Griep
Candidiasis van de mond en de keel
Immuunsysteemaandoeningen Overgevoeligheidreacties waaronder
Zelden
anafylaxie, angio-oedeem, rash en
urticaria
Voedings- en
Hyperglykemie
Soms
stofwisselingsstoornissen
Psychische stoornissen
Angst
Zelden
Zenuwstelselaandoeningen
Hoofdpijn
Zeer vaak
Tremor
Zelden
Oogaandoeningen
Wazig zien (zie rubriek 4.4)
Soms
Hartaandoeningen
Extrasystolen
Soms
Hartkloppingen
Zelden
Tachycardie
Zelden
Ademhalingsstelsel-, borstkas- Nasofaryngitis
Zeer vaak
en mediastinumaandoeningen
Orofaryngeale pijn
Vaak
Sinusitis
Faryngitis
Rhinitis
Hoesten
Dysfonie
Paradoxaal bronchospasme
Zelden
Maagdarmstelselaandoeningen Abdominale pijn
Vaak
Skeletspierstelsel- en
Artralgie
Vaak
bindweefselaandoeningen
Rugpijn
Botbreuken**
Spierspasmen
Algemene aandoeningen en
Pyrexie
Vaak
toedieningsplaatsstoornissen
*,** Zie onder 'Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen'
*Pneumonie (zie rubriek 4.4)
In een geïntegreerde analyse van de twee één jaar durende replicatieonderzoeken bij matige tot ernstige
COPD (gemiddelde voorspelde post-bronchodilatatoire screening FEV1 van 45%, standaarddeviate (SD)
13%) met een exacerbatie in het voorgaande jaar (n = 3.255), was het aantal pneumoniemeldingen per 1.000
patiëntenjaren 97,9 in de groep met FF/VI 184/22, 85,7 in de groep met FF/VI 92/22 en 42,3 in de groep met
VI 22. Voor ernstige pneumonie bedroeg het overeenkomende aantal gebeurtenissen per 1.000 patiëntenjaren
Behandeling
Er bestaat geen specifieke behandeling voor een overdosering van fluticasonfuroaat/vilanterol. Als
overdosering plaatsvindt, moet de patiënt ondersteunend behandeld worden, met de juiste controle, indien
nodig.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: geneesmiddelen voor obstructieve luchtwegaandoeningen, adrenergica in
combinatie met corticosteroïden of andere geneesmiddelen, met uitzondering van anticholinergica, ATC-
code: R03AK10.
Werkingsmechanisme
Fluticasonfuroaat en vilanterol vertegenwoordigen twee klassen geneesmiddelen (een synthetische
corticosteroïde en een selectieve, langwerkende bèta2-receptoragonist).
Farmacodynamische effecten
Fluticasonfuroaat
Fluticasonfuroaat is een synthetische getrifluorideerde corticosteroïde met een krachtige
ontstekingsremmende werking. Het precieze mechanisme waardoor fluticasonfuroaat een effect heeft op
astma- en COPD-symptomen is niet bekend. Er is aangetoond dat corticosteroïden op vele manieren
inwerken op meerdere celtypen (bijv. eosinofielen, macrofagen, lymfocyten) en mediatoren (bijv. cytokinen
en chemokinen die een rol spelen bij ontstekingen).
Vilanteroltrifenataat
Vilanteroltrifenataat is een selectieve, langwerkende bèta2-adrenerge agonist (LABA).
De farmacologische effecten van bèta2-adrenoreceptoragonisten, waaronder vilanteroltrifenataat, zijn in ieder
geval gedeeltelijk toe te schrijven aan stimulatie van intracellulaire adenylaatcyclase, het enzym dat de
conversie van adenosinetrifosfaat (ATP) in cyclisch adenosine-3'5'-monofosfaat (cyclisch AMP) katalyseert.
Verhoogde concentraties van cyclisch AMP leiden tot de ontspanning van bronchiaal glad spierweefsel en
remming van de afgifte van mediatoren van directe hypergevoeligheid uit cellen, met name uit mestcellen.
Moleculaire interacties treden op tussen corticosteroïden en LABA's, waardoor steroïden het bèta2-
receptorgen activeren, waardoor het aantal en de gevoeligheid van de receptoren toeneemt en LABA's de
glucocorticoïdreceptor klaarmaken voor steroïde-afhankelijke activering en celkerntranslocatie versterken.
Deze synergistische interacties worden weerspiegeld in een verhoogde ontstekingsremmende activiteit, die in
vitro en in vivo is aangetoond bij een scala aan ontstekingscellen die relevant zijn voor de pathofysiologie
van zowel astma als COPD. In perifere mononucleaire bloedcellen van personen met COPD werd een groter
anti-inflammatoir effect waargenomen bij de combinatie van fluticasonfuroaat/vilanterol dan bij alleen
fluticasonfuroaat in concentraties die worden bereikt met klinische doseringen. Het toegenomen anti-
inflammatoire effect van de LABA-component was gelijk aan dat, wat wordt bereikt met andere ICS/LABA-
combinaties.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
Astma
Drie gerandomiseerde, dubbelblinde fase III-onderzoeken (HZA106827, HZA106829 en HZA106837) met
een verschillende duur beoordeelden de veiligheid en werkzaamheid van fluticasonfuroaat/vilanterol bij
Tabel 1 - Resultaten van de primaire en de belangrijkste secundaire eindpunten in HZA106827 en
HZA106829
Onderzoeksnr.
HZA106829
HZA106827
Behandeldosis FF/VI*
FF/VI 184/22 FF/VI 184/22
FF/VI 92/22
FF/VI 92/22
(in microgram)
eenmaal
eenmaal
eenmaal
eenmaal daags
daags vs. FF
daags
daags
vs. placebo
184 eenmaal
vs. FP 500
vs. FF 92
eenmaal daags
daags
tweemaal
eenmaal
daags
daags
Verandering t.o.v. baseline in dal-FEV1, laatst gemeten waarde als eindpunt (Last
Observation Carried Forward, LOCF)
Behandelverschil
193 ml
210 ml
36 ml
172 ml
P-waarde
p<0,001
p<0,001
p=0,405
p<0,001
(95% BI)
(108; 277)
(127; 294)
(-48; 120)
(87; 258)
Gewogen gemiddelde seriële FEV1 gedurende 0-24 uur na dosering
Behandelverschil
136 ml
206 ml
116 ml
302 ml
P-waarde
p=0,048
p=0,003
p=0,06
p<0,001
(95% BI)
(1; 270)
(73; 339)
(-5; 236)
(178; 426)
Verandering t.o.v. baseline in het percentage perioden van 24 uur zonder noodmedicatie
Behandelverschil
11,7%
6,3%
10,6%
19,3%
P-waarde
p<0,001
p=0,067
p<0,001
p<0,001
(95% BI)
(4,9; 18,4)
(-0,4; 13,1)
(4,3; 16,8)
(13,0; 25,6)
Verandering t.o.v. baseline in het percentage perioden van 24 uur zonder symptomen
Behandelverschil
8,4%
4,9%
12,1%
18,0%
P-waarde
p=0,010
p=0,137
p<0,001
p<0,001
(95% BI)
(2,0; 14,8)
(-1,6; 11,3)
(6,2; 18,1)
(12,0; 23,9)
Verandering t.o.v. baseline in de expiratoire piekstroom 's ochtends
Behandelverschil
33,5 l/min
32,9 l/min
14,6 l/min
33,3 l/min
P-waarde
p<0,001
p<0,001
p<0,001
p<0,001
(95% BI)
(22,3; 41,7)
(24,8; 41,1)
(7,9; 21,3)
(26,5; 40,0)
Verandering t.o.v. baseline in de expiratoire piekstroom 's middags en 's avonds
Behandelverschil
30,7 l/min
26,2 l/min
12,3 l/min
28,2 l/min
P-waarde
p<0,001
p<0,001
p<0,001
p<0,001
(95% BI)
(22,5; 38,9)
(18,0; 34,3)
(5,8; 18,8)
(21,7; 34,8)
*FF/VI = fluticasonfuroaat/vilanterol
De behandelduur in HZA106837 was variabel (van minimaal 24 weken tot maximaal 76 weken, waarbij de
meerderheid van de patiënten ten minste 52 weken werd behandeld). In HZA106837 werden de patiënten
gerandomiseerd naar gebruik van fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram [n=1.009] of
HZC102970
HZC102871
HZC102970 en
HZC102871 geïntegreerd
fluticason-
fluticason-
fluticason-
furoaat/
furoaat/
vilanterol
vilanterol
vilanterol
furoaat/
(n=409)
vilanterol
vilanterol
(n=409)
(n=818)
vilanterol 92/22
Eindpunt
92/22
92/22
(n=806)
(n=403)
(n=403)
Matige en ernstige exacerbaties
Gecorrigeerde
1,14
0,90
1,05
0,70
1,11
0,81
gemiddelde
jaarlijkse
frequentie
Ratio vs. VI
0,79
0,66
0,73
95% BI
(0,64; 0,97)
(0,54; 0,81)
(0,63; 0,84)
p-waarde
0,024
<0,001
<0,001
% afname
21
34
27
(95% BI)
(3; 36)
(19; 46)
(16; 37)
Absoluut
verschil in
aantal per jaar
vs. VI
(95% BI)
0,24
0,36
0,30
(0,03; 0,41)
(0,20; 0,48)
(0,18; 0,41)
Tijdsduur tot
eerste
exacerbatie:
hazardratio
0,80
0,72
0,76
(95% BI)
(0,66; 0,99)
(0,59; 0,89)
(0,66; 0,88)
%
20
28
24
risicoreductie
p-waarde
0,036
0,002
p<0,001
In een geïntegreerde analyse van HZC102970 en HZC102871 in week 52 werd een verbetering gezien
wanneer fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram met vilanterol 22 microgram werd vergeleken op de
gecorrigeerde gemiddelde dal-FEV1 (42 ml 95% BI: 19; 64 ml; p<0,001). Het bronchusverwijdende effect
van fluticasonfuroaat/vilanterol gedurende 24 uur bleef vanaf de eerste dosis bestaan gedurende een
behandelperiode van 1 jaar, zonder bewijs van werkzaamheidsverlies (geen tachyfylaxie).
In totaal hadden in de twee onderzoeken bij elkaar 2.009 patiënten (62%) een cardiovasculaire
voorgeschiedenis/risicofactoren bij screening. De incidentie van cardiovasculaire
voorgeschiedenis/risicofactoren was vergelijkbaar in alle behandelgroepen, waarbij de patiënten het vaakst
leden aan hypertensie (46%), gevolgd door hypercholesterolemie (29%) en diabetes mellitus (12%). De
effecten in de vermindering van matige en ernstige exacerbaties waren in deze subgroep vergelijkbaar met
die in de gehele populatie. Bij patiënten met een cardiovasculaire voorgeschiedenis/risicofactoren leidde
fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram tot een aanzienlijk lagere jaarlijkse frequentie van
matige/ernstige COPD-exacerbaties dan vilanterol (gecorrigeerde gemiddelde jaarlijkse frequenties van
respectievelijk 0,83 en 1,18, 30% reductie (95% BI 16; 42%; p<0,001)). Verbeteringen werden in deze
subgroep in week 52 ook gezien bij vergelijking van fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram met
vilanterol 22 microgram ten aanzien van de gecorrigeerde gemiddelde dal-FEV1 (44 ml, 95% BI: 15; 73 ml;
(p=0,003)).
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1 Lijst van hulpstoffen
Lactosemonohydraat
Magnesiumstearaat
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3 Houdbaarheid
2 jaar
Houdbaarheid na openen van het bakje: 6 weken.
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 25°C. Als de inhalator in de koelkast wordt bewaard, laat de inhalator dan gedurende ten
minste één uur voor gebruik weer op kamertemperatuur komen.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
Schrijf de datum waarop de inhalator moet worden weggegooid op het etiket van de inhalator in de daarvoor
bestemde ruimte. De datum moet direct worden genoteerd zodra de inhalator uit het bakje wordt gehaald.
6.5 Aard en inhoud van de verpakking
De inhalator bestaat uit een lichtgrijs hoofddeel, een gele beschermkap van het mondstuk en een dosisteller,
verpakt in een bakje van laminaatfolie dat een zakje silicagel (als droogmiddel) bevat. Het bakje is afgesloten
met een afpelbare afsluiting van folie.
De inhalator is een apparaat dat is samengesteld uit meerdere onderdelen, die gemaakt zijn van
polypropyleen, hogedichtheidpolyethyleen, polyoxymethyleen, polybutyleentereftalaat, acrylonitril-
butadieen-styreen, polycarbonaat en roestvrij staal.
De inhalator bevat twee strips van aluminiumlaminaatfolie met 14 of 30 doses.
Verpakkingsgrootten: inhalators met 14 of 30 doses. Multiverpakking met 3 inhalators met elk 30 doses.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited
12 Riverwalk
Citywest Business Campus
Dublin 24
Ierland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/14/929/001
EU/1/14/929/002
EU/1/14/929/003
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN DE
VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 2 mei 2014
Datum van laatste verlenging: 26 juli 2018
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Revinty Ellipta 184 microgram /22 microgram inhalatiepoeder, voorverdeeld.
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Iedere enkelvoudige inhalatie biedt een afgegeven dosis (de dosis die het mondstuk verlaat) van
184 microgram fluticasonfuroaat en 22 microgram vilanterol (als trifenataat). Dit komt overeen met een
voorverdeelde dosis van 200 microgram fluticasonfuroaat en 25 microgram vilanterol (als trifenataat).
Hulpstof(fen) met bekend effect
Elke afgegeven dosis bevat ongeveer 25 mg lactosemonohydraat.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Inhalatiepoeder, voorverdeeld
(Inhalatiepoeder).
Wit poeder in een lichtgrijze inhalator met een gele beschermkap van het mondstuk en een dosisteller.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Astma
Revinty Ellipta is geïndiceerd voor de reguliere behandeling van astma bij volwassenen en adolescenten van
12 jaar en ouder voor wie het gebruik van een gecombineerd geneesmiddel (langwerkende bèta2-agonist en
inhalatiecorticosteroïde) geschikt is:
· patiënten bij wie de astma onvoldoende onder controle is met inhalatiecorticosteroïden en
geïnhaleerde kortwerkende bèta2-agonisten 'naar behoefte'
· patiënten bij wie de astma reeds voldoende onder controle is met zowel een inhalatiecorticosteroïde als
een geïnhaleerde langwerkende bèta2-agonist
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
Astma
Patiënten met astma moeten de sterkte van Revinty Ellipta voorgeschreven krijgen waarin de dosis
fluticasonfuroaat (FF) passend is bij de ernst van hun aandoening. Artsen moeten zich ervan bewust zijn dat
bij patiënten met astma, fluticasonfuroaat (FF) 100 microgram eenmaal daags ongeveer vergelijkbaar is met
fluticasonpropionaat (FP) 250 microgram tweemaal daags, terwijl FF 200 microgram eenmaal daags
ongeveer vergelijkbaar is met FP 500 microgram tweemaal daags.
Volwassenen en adolescenten van 12 jaar en ouder
Een startdosering van één inhalatie Revinty Ellipta 92/22 microgram eenmaal daags dient te worden
overwogen voor volwassenen en adolescenten van 12 jaar en ouder die een lage tot gemiddelde dosis
geïnhaleerde corticosteroïden nodig hebben in combinatie met een langwerkende bèta2-agonist. Als bij
Lees dit voordat u begint
Als de beschermkap van de inhalator wordt geopend en gesloten zonder het geneesmiddel te inhaleren, zal de
dosis verloren gaan. De verloren dosis wordt veilig vastgehouden in de inhalator, maar is niet meer
beschikbaar om te inhaleren.
Het is niet mogelijk om tijdens één inhalatie per ongeluk extra geneesmiddel of een dubbele dosis te nemen.
2.
Hoe wordt een dosis klaargemaakt?
Open de beschermkap wanneer u gereed bent om een dosis te inhaleren.
De inhalator niet schudden.
Schuif de beschermkap naar beneden tot u een
'klik' hoort.
Het geneesmiddel kan nu worden geïnhaleerd. De dosisteller telt met 1
af om dit te bevestigen.
Als de dosisteller niet aftelt wanneer u de
'klik' hoort, zal de inhalator geen geneesmiddel afgeven. Breng de
inhalator terug naar een apotheker voor advies.
3.
Hoe wordt het geneesmiddel geïnhaleerd?
Houd de inhalator bij uw mond vandaan en adem zo diep mogelijk uit.
Niet uitademen in de inhalator.
Plaats het mondstuk tussen uw lippen en sluit uw lippen er stevig omheen.
Blokkeer de luchtopening niet met uw vingers.
Adem eenmaal lang, gelijkmatig en diep in. Houd uw adem vervolgens zo lang mogelijk in (ten minste 3-4
seconden).
· Haal de inhalator uit uw mond.
· Adem langzaam en rustig uit.
Het kan zijn dat u het geneesmiddel niet proeft of voelt, zelfs niet als u de inhalator op de juiste manier
gebruikt.
Als u het mondstuk wilt schoonmaken, gebruik dan een
droog doekje voordat u de beschermkap sluit.
4.
Sluit de inhalator en spoel uw mond
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof(fen) of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstof(fen).
4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Verslechtering van de ziekte
Fluticasonfuroaat/vilanterol mag niet worden gebruikt voor de behandeling van acute astmasymptomen,
waarvoor een kortwerkende bronchusverwijder nodig is. Toenemend gebruik van kortwerkende
bronchusverwijders voor het verlichten van symptomen wijst op een verslechtering van de controle en
patiënten dienen dan beoordeeld te worden door een arts.
Patiënten moeten niet stoppen met de behandeling met fluticasonfuroaat/vilanterol voor astma zonder
toezicht door een arts, omdat symptomen kunnen terugkomen na staken van de behandeling.
Astmagerelateerde bijwerkingen en exacerbaties kunnen optreden tijdens de behandeling met
fluticasonfuroaat/vilanterol. Aan patiënten moet worden gevraagd door te gaan met de behandeling, maar
wel een arts te raadplegen als de astmasymptomen niet onder controle gebracht worden of verergeren na het
begin van de behandeling met Revinty Ellipta.
Paradoxaal bronchospasme
Een paradoxaal bronchospasme kan optreden met een directe toename van piepende ademhaling na inhalatie.
Dit moet direct worden behandeld met een kortwerkende geïnhaleerde bronchusverwijder. Gebruik van
Revinty Ellipta moet direct worden gestaakt, de patiënt moet worden beoordeeld en indien nodig moet een
andere behandeling worden ingesteld.
Cardiovasculaire effecten
Cardiovasculaire effecten zoals hartritmestoornissen, bijv. supraventriculaire tachycardie en extrasystolen
kunnen worden waargenomen bij sympathicomimetische geneesmiddelen, waaronder Revinty Ellipta. In een
Systeem/orgaanklasse
Bijwerking(en)
Frequentie
Infecties en parasitaire
Pneumonie*
Vaak
aandoeningen
Bovenste luchtweginfectie
Bronchitis
Griep
Candidiasis van de mond en de keel
Immuunsysteemaandoeningen Overgevoeligheidreacties waaronder
Zelden
anafylaxie, angio-oedeem, rash en
urticaria
Voedings- en
Hyperglykemie
Soms
stofwisselingsstoornissen
Psychische stoornissen
Angst
Zelden
Zenuwstelselaandoeningen
Hoofdpijn
Zeer vaak
Tremor
Zelden
Oogaandoeningen
Wazig zien (zie rubriek 4.4)
Soms
Hartaandoeningen
Extrasystolen
Soms
Hartkloppingen
Zelden
Tachycardie
Zelden
Ademhalingsstelsel-, borstkas- Nasofaryngitis
Zeer vaak
en mediastinumaandoeningen
Orofaryngeale pijn
Vaak
Sinusitis
Faryngitis
Rhinitis
Hoesten
Dysfonie
Paradoxaal bronchospasme
Zelden
Maagdarmstelselaandoeningen Abdominale pijn
Vaak
Skeletspierstelsel- en
Artralgie
Vaak
bindweefselaandoeningen
Rugpijn
Botbreuken**
Spierspasmen
Algemene aandoeningen en
Pyrexie
Vaak
toedieningsplaatsstoornissen
*,** Zie onder 'Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen'
Behandeling
Er bestaat geen specifieke behandeling voor een overdosering van fluticasonfuroaat/vilanterol. Als
overdosering plaatsvindt, moet de patiënt ondersteunend behandeld worden, met de juiste controle, indien
nodig.
Een cardioselectieve bètablokkade moet alleen overwogen worden voor ernstige overdosiseffecten van
vilanterol die klinisch zorgwekkend zijn en niet reageren op ondersteunende maatregelen. Cardioselectieve
bètablokkerende geneesmiddelen dienen met voorzichtigheid te worden gebruikt bij patiënten met een
geschiedenis van bronchospasme.
De verdere behandeling dient plaats te vinden zoals klinisch aangewezen of zoals aangeraden door het
Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum, indien van toepassing.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: geneesmiddelen voor obstructieve luchtwegaandoeningen, adrenergica in
combinatie met corticosteroïden of andere geneesmiddelen, met uitzondering van anticholinergica, ATC-
code: R03AK10.
Werkingsmechanisme
Fluticasonfuroaat en vilanterol vertegenwoordigen twee klassen geneesmiddelen (een synthetische
corticosteroïde en een selectieve, langwerkende bèta2-receptoragonist).
Farmacodynamische effecten
Fluticasonfuroaat
Fluticasonfuroaat is een synthetische getrifluorideerde corticosteroïde met een krachtige
ontstekingsremmende werking. Het precieze mechanisme waardoor fluticasonfuroaat een effect heeft op
astma- en COPD-symptomen is niet bekend. Er is aangetoond dat corticosteroïden op vele manieren
inwerken op meerdere celtypen (bijv. eosinofielen, macrofagen, lymfocyten) en mediatoren (bijv. cytokinen
en chemokinen die een rol spelen bij ontstekingen).
Vilanteroltrifenataat
Vilanteroltrifenataat is een selectieve, langwerkende bèta2-adrenerge agonist (LABA).
De farmacologische effecten van bèta2-adrenoreceptoragonisten, waaronder vilanteroltrifenataat, zijn in ieder
geval gedeeltelijk toe te schrijven aan stimulatie van intracellulaire adenylaatcyclase, het enzym dat de
conversie van adenosinetrifosfaat (ATP) in cyclisch adenosine-3'5'-monofosfaat (cyclisch AMP) katalyseert.
Verhoogde concentraties van cyclisch AMP leiden tot de ontspanning van bronchiaal glad spierweefsel en
remming van de afgifte van mediatoren van directe hypergevoeligheid uit cellen, met name uit mestcellen.
Moleculaire interacties treden op tussen corticosteroïden en LABA's, waardoor steroïden het bèta2-
receptorgen activeren, waardoor het aantal en de gevoeligheid van de receptoren toeneemt en LABA's de
glucocorticoïdreceptor klaarmaken voor steroïde-afhankelijke activering en celkerntranslocatie versterken.
Deze synergistische interacties worden weerspiegeld in een verhoogde ontstekingsremmende activiteit, die in
vitro en in vivo is aangetoond bij een scala aan ontstekingscellen die relevant zijn voor de pathofysiologie
van zowel astma als COPD. In perifere mononucleaire bloedcellen van personen met COPD werd een groter
anti-inflammatoir effect waargenomen bij de combinatie van fluticasonfuroaat/vilanterol dan bij alleen
fluticasonfuroaat in concentraties die worden bereikt met klinische doseringen. Het toegenomen anti-
Onderzoeksnr.
HZA106829
HZA106827
Behandeldosis FF/VI*
FF/VI 184/22 FF/VI 184/22
FF/VI 92/22
FF/VI 92/22
(in microgram)
eenmaal
eenmaal
eenmaal
eenmaal daags
daags vs. FF
daags
daags
vs. placebo
184 eenmaal
vs. FP 500
vs. FF 92
eenmaal daags
daags
tweemaal
eenmaal
daags
daags
Verandering t.o.v. baseline in dal-FEV1, laatst gemeten waarde als eindpunt (Last
Observation Carried Forward, LOCF)
Behandelverschil
193 ml
210 ml
36 ml
172 ml
P-waarde
p<0,001
p<0,001
p=0,405
p<0,001
(95% BI)
(108; 277)
(127; 294)
(-48; 120)
(87; 258)
Gewogen gemiddelde seriële FEV1 gedurende 0-24 uur na dosering
Behandelverschil
136 ml
206 ml
116 ml
302 ml
P-waarde
p=0,048
p=0,003
p=0,06
p<0,001
(95% BI)
(1; 270)
(73; 339)
(-5; 236)
(178; 426)
Verandering t.o.v. baseline in het percentage perioden van 24 uur zonder noodmedicatie
Behandelverschil
11,7%
6,3%
10,6%
19,3%
P-waarde
p<0,001
p=0,067
p<0,001
p<0,001
(95% BI)
(4,9; 18,4)
(-0,4; 13,1)
(4,3; 16,8)
(13,0; 25,6)
Verandering t.o.v. baseline in het percentage perioden van 24 uur zonder symptomen
Behandelverschil
8,4%
4,9%
12,1%
18,0%
P-waarde
p=0,010
p=0,137
p<0,001
p<0,001
(95% BI)
(2,0; 14,8)
(-1,6; 11,3)
(6,2; 18,1)
(12,0; 23,9)
Verandering t.o.v. baseline in de expiratoire piekstroom 's ochtends
Behandelverschil
33,5 l/min
32,9 l/min
14,6 l/min
33,3 l/min
P-waarde
p<0,001
p<0,001
p<0,001
p<0,001
(95% BI)
(22,3; 41,7)
(24,8; 41,1)
(7,9; 21,3)
(26,5; 40,0)
Verandering t.o.v. baseline in de expiratoire piekstroom 's middags en 's avonds
Behandelverschil
30,7 l/min
26,2 l/min
12,3 l/min
28,2 l/min
P-waarde
p<0,001
p<0,001
p<0,001
p<0,001
(95% BI)
(22,5; 38,9)
18,0; 34,3)
(5,8; 18,8)
(21,7; 34,8)
*FF/VI = fluticasonfuroaat/vilanterol
De behandelduur in HZA106837 was variabel (van minimaal 24 weken tot maximaal 76 weken, waarbij de
meerderheid van de patiënten ten minste 52 weken werd behandeld). In HZA106837 werden de patiënten
gerandomiseerd naar gebruik van fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram [n=1.009] of
FF 92 microgram [n=1.010], beide eenmaal daags toegediend. In HZA106837 was het primaire eindpunt tijd
tot eerste ernstige astma-exacerbatie. Een ernstige astma-exacerbatie werd gedefinieerd als verslechtering
van de astma waarvoor het gebruik van systemische corticosteroïden gedurende ten minste 3 dagen nodig
was, of een ziekenhuisopname of bezoek aan de eerste hulp vanwege astma waarvoor systemische
corticosteroïden nodig waren. De gecorrigeerde gemiddelde verandering t.o.v. baseline in dal-FEV1 werd
ook beoordeeld als een secundair eindpunt.
In HZA106837 was het risico van een ernstige astma-exacerbatie bij patiënten die
fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram kregen verminderd met 20% in vergelijking met gebruik van
alleen FF 92 microgram (hazardratio 0,795, p=0,036; 95% BI 0,642; 0,985). Het aantal ernstige astma-
exacerbaties per patiënt per jaar was 0,19 in de groep met FF 92 microgram (ongeveer 1 elke 5 jaar) en 0,14
in de groep met fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram (ongeveer 1 elke 7 jaar). De ratio van de
exacerbatiefrequentie voor fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram versus FF 92 microgram was 0,755
(95% BI 0,603; 0,945). Dit duidt op een verlaging met 25% van het aantal ernstige astma-exacerbaties bij
proefpersonen die behandeld werden met fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram in vergelijking met
de proefpersonen die behandeld werden met FF 92 microgram (p=0,014). Het bronchusverwijdende effect
van fluticasonfuroaat/vilanterol gedurende 24 uur bleef bestaan tijdens een behandelperiode van 1 jaar,
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1 Lijst van hulpstoffen
Lactosemonohydraat
Magnesiumstearaat
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3 Houdbaarheid
2 jaar
Houdbaarheid na openen van het bakje: 6 weken.
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 25°C. Als de inhalator in de koelkast wordt bewaard, laat de inhalator dan gedurende ten
minste één uur voor gebruik weer op kamertemperatuur komen.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
Schrijf de datum waarop de inhalator moet worden weggegooid op het etiket van de inhalator in de daarvoor
bestemde ruimte. De datum moet direct worden genoteerd zodra de inhalator uit het bakje wordt gehaald.
6.5 Aard en inhoud van de verpakking
De inhalator bestaat uit een lichtgrijs hoofddeel, een gele beschermkap van het mondstuk en een dosisteller,
verpakt in een bakje van laminaatfolie dat een zakje silicagel (als droogmiddel) bevat. Het bakje is afgesloten
met een afpelbare afsluiting van folie.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited
12 Riverwalk
Citywest Business Campus
Dublin 24
Ierland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/14/929/004
EU/1/14/929/005
EU/1/14/929/006
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN DE
VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 2 mei 2014
Datum van laatste verlenging: 26 juli 2018
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
BIJLAGE II
A.
FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN
LEVERING EN GEBRUIK
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING
TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET
GENEESMIDDEL
FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte
Glaxo Wellcome Production
Zone Industrielle No.2,
23 Rue Lavoisier,
27000 Evreux,
Frankrijk
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
·
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met Europese
referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van Richtlijn 2001/83/EG
en eventuele hieropvolgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese webportaal voor geneesmiddelen.
D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
·
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module 1.8.2
van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
· op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
· steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
A. ETIKETTERING
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Revinty Ellipta 92 microgram/22 microgram inhalatiepoeder, voorverdeeld
fluticasonfuroaat/vilanterol
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke afgegeven dosis bevat 92 microgram fluticasonfuroaat en 22 microgram vilanterol (als trifenataat)
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: lactose en magnesiumstearaat.
Zie bijsluiter voor meer informatie
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Inhalatiepoeder, voorverdeeld
14 doses
30 doses
Een inhalator bevat 14 doses
Een inhalator bevat 30 doses
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
EENMAAL DAAGS
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor inhalatie.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET ZICHT EN
BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Houdbaarheid na openen: 6 weken.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN
(INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited, 12 Riverwalk, Citywest Business Campus, Dublin 24, Ierland
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited logo
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/14/929/001
EU/1/14/929/002
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
revinty ellipta 92:22
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Revinty Ellipta 92 microgram/22 microgram inhalatiepoeder, voorverdeeld
fluticasonfuroaat/vilanterol
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke afgegeven dosis bevat 92 microgram fluticasonfuroaat en 22 microgram vilanterol (als trifenataat)
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: lactose en magnesiumstearaat.
Zie bijsluiter voor meer informatie
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Inhalatiepoeder, voorverdeeld
Multiverpakking: 90 (3 verpakkingen van 30) doses
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
EENMAAL DAAGS
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor inhalatie.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET ZICHT EN
BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Houdbaarheid na openen: 6 weken.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN
(INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited, 12 Riverwalk, Citywest Business Campus, Dublin 24, Ierland
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited logo
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/14/929/003
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
revinty ellipta 92:22
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Revinty Ellipta 184 microgram/22 microgram inhalatiepoeder, voorverdeeld
fluticasonfuroaat/vilanterol
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke afgegeven dosis bevat 184 microgram fluticasonfuroaat en 22 microgram vilanterol (als trifenataat)
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: lactose en magnesiumstearaat.
Zie bijsluiter voor meer informatie
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Inhalatiepoeder, voorverdeeld
14 doses
30 doses
Een inhalator bevat 14 doses
Een inhalator bevat 30 doses
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
EENMAAL DAAGS
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor inhalatie.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET ZICHT EN
BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Houdbaarheid na openen: 6 weken.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN
(INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited, 12 Riverwalk, Citywest Business Campus, Dublin 24, Ierland
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited logo
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/14/929/004
EU/1/14/929/005
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
revinty ellipta 184:22
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Revinty Ellipta 184 microgram/22 microgram inhalatiepoeder, voorverdeeld
fluticasonfuroaat/vilanterol
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke afgegeven dosis bevat 184 microgram fluticasonfuroaat en 22 microgram vilanterol (als trifenataat)
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: lactose en magnesiumstearaat.
Zie bijsluiter voor meer informatie
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Inhalatiepoeder, voorverdeeld
Multiverpakking: 90 (3 verpakkingen van 30) doses
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
EENMAAL DAAGS
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor inhalatie.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET ZICHT EN
BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Houdbaarheid na openen: 6 weken.
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN
(INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited, 12 Riverwalk, Citywest Business Campus, Dublin 24, Ierland
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited logo
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/14/929/006
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
revinty ellipta 184:22
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN::
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Revinty Ellipta 92 microgram/22 microgram inhalatiepoeder, voorverdeeld
fluticasonfuroaat/vilanterol
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke afgegeven dosis bevat 92 microgram fluticasonfuroaat en 22 microgram vilanterol (als trifenataat)
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: lactose en magnesiumstearaat.
Zie bijsluiter voor meer informatie
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Inhalatiepoeder, voorverdeeld
30 doses
Een inhalator bevat 30 doses.
Onderdeel van een multiverpakking, mag niet los verkocht worden.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
EENMAAL DAAGS
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor inhalatie.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET ZICHT EN
BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Houdbaarheid na openen: 6 weken.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN
(INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited, 12 Riverwalk, Citywest Business Campus, Dublin 24, Ierland
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited logo
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/14/929/003
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
revinty ellipta 92:22
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Revinty Ellipta 184 microgram/22 microgram inhalatiepoeder, voorverdeeld
fluticasonfuroaat/vilanterol
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke afgegeven dosis bevat 184 microgram fluticasonfuroaat en 22 microgram vilanterol (als trifenataat)
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: ook lactose en magnesiumstearaat.
Zie bijsluiter voor meer informatie
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Inhalatiepoeder, voorverdeeld
30 doses
Een inhalator bevat 30 doses.
Onderdeel van een multiverpakking, mag niet los verkocht worden.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
EENMAAL DAAGS
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor inhalatie.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET ZICHT EN
BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Houdbaarheid na openen: 6 weken.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN
(INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited, 12 Riverwalk, Citywest Business Campus, Dublin 24, Ierland
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited logo
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/14/929/006
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
revinty ellipta 184:22
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Revinty Ellipta 92 microgram/22 microgram inhalatiepoeder, voorverdeeld
fluticasonfuroaat /vilanterol
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
GSK logo
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
Niet openen totdat u klaar bent om te inhaleren.
Houdbaarheid na openen: 6 weken.
14 doses
30 doses
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Revinty Ellipta 184 microgram/22 microgram inhalatiepoeder, voorverdeeld
fluticasonfuroaat/vilanterol
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
GSK logo
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
Niet openen totdat u klaar bent om te inhaleren.
Houdbaarheid na openen: 6 weken.
14 doses
30 doses
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Revinty Ellipta 92 microgram/22 microgram inhalatiepoeder
fluticasonfuroaat/vilanterol
Voor inhalatie
2.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Houdbaarheid na openen: 6 weken
Weggooien op:
3.
PARTIJNUMMER
Lot
4.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
14 doses
30 doses
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Revinty Ellipta 184 microgram/22 microgram inhalatiepoeder
fluticasonfuroaat/vilanterol
Voor inhalatie
2.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Houdbaarheid na openen: 6 weken
Weggooien op:
3.
PARTIJNUMMER
Lot
4.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
14 doses
30 doses
B. BIJSLUITER
Revinty Ellipta 92 microgram /22 microgram inhalatiepoeder, voorverdeeld
Revinty Ellipta 184 microgram /22 microgram inhalatiepoeder, voorverdeeld
fluticasonfuroaat/vilanterol
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in
deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Revinty Ellipta en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
Stapsgewijze instructies
1. Wat is Revinty Ellipta en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Revinty Ellipta bevat twee werkzame stoffen: fluticasonfuroaat en vilanterol. Er zijn twee verschillende
sterktes van Revinty Ellipta beschikbaar: fluticasonfuroaat 92 microgram/vilanterol 22 microgram en
fluticasonfuroaat 184 microgram/vilanterol 22 microgram.
De sterkte van 92/22 microgram wordt gebruikt voor de regelmatige behandeling van chronische
obstructieve longziekte (
COPD) bij volwassenen en
astma bij volwassenen en jongeren vanaf 12 jaar oud.
De sterkte van 184/22 microgram wordt gebruikt voor de behandeling van
astma bij volwassenen en
jongeren vanaf 12 jaar oud. De sterkte van 184/22 microgram is niet goedgekeurd voor de behandeling van
COPD.
Revinty Ellipta moet iedere dag worden gebruikt en niet alleen als u ademhalingsproblemen
heeft of andere klachten van COPD en astma. Het mag niet worden gebruikt voor de verlichting
van een plotse aanval van ademnood of piepende ademhaling. Als u een dergelijke aanval krijgt,
moet u een snelwerkende inhalator gebruiken (zoals salbutamol). Als u geen snelwerkende inhalator
heeft, neem dan contact op met uw arts.
Fluticasonfuroaat hoort bij een groep geneesmiddelen die corticosteroïden, of kortweg steroïden, worden
genoemd. Corticosteroïden verminderen ontsteking. Ze verminderen de zwelling en irritatie van de kleine
luchtwegen in de longen en verminderen zo geleidelijk ademhalingsproblemen. Corticosteroïden helpen ook
bij het voorkomen van astma-aanvallen en verergering van de COPD.
Vilanterol hoort bij een groep geneesmiddelen die langwerkende bronchusverwijders worden genoemd. Het
ontspant de spieren van de kleine luchtwegen in de longen. Dit helpt bij het openen van de luchtwegen,
waardoor de lucht gemakkelijker de longen in en uit kan gaan. Wanneer het regelmatig wordt gebruikt, helpt
het de kleine luchtwegen open te houden.
U bent
allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek
6.
-
Als u denkt dat het bovenstaande op u van toepassing is,
gebruik Revinty Ellipta dan niet totdat u
met uw arts heeft gesproken.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt:
-
als u een
leverziekte heeft, omdat u mogelijk meer kans op bijwerkingen kunt hebben. Als u een
matige of ernstige leverziekte heeft, zal uw arts uw dosis beperken tot de lagere sterkte van Revinty
Ellipta (eenmaal daags 92/22 microgram)
-
als u last heeft van
hartproblemen of een
hoge bloeddruk
-
als u longtuberculose (TBC) heeft, of andere lang aanhoudende of onbehandelde infecties
-
als aan u ooit is verteld dat u diabetes heeft of een hoog bloedsuikergehalte
-
als u
problemen heeft met de
schildklier
-
als u
lage kaliumwaarden heeft in uw bloed
-
als u last heeft van wazig zien of andere visuele stoornissen
Praat met uw arts voordat u dit middel gebruikt als u denkt dat een van de bovenstaande punten op u
van toepassing is.
Terwijl u Revinty Ellipta gebruikt
-
neem contact op met uw arts als u wazig ziet of andere problemen met uw zicht krijgt
-
neem contact op met uw arts als u meer dorst krijgt, vaak moet plassen of onverklaarbaar moe bent
(tekenen van een hoog bloedsuikergehalte)
Directe ademhalingsmoeilijkheden
Als uw ademhaling verslechtert of u meer last krijgt van piepende ademhaling direct na het gebruik van
Revinty Ellipta,
stop dan met het gebruik ervan en
roep direct medische hulp in.
Longinfectie
Als u dit middel gebruikt voor COPD loopt u misschien een groter risico op het ontwikkelen van een infectie
van de longen die longontsteking (pneumonie) wordt genoemd. Zie rubriek 4 voor informatie over klachten
waarop u moet letten wanneer u dit middel gebruikt. Vertel het zo snel mogelijk aan uw arts als u een van
deze klachten ontwikkelt.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Geef dit geneesmiddel niet aan kinderen jonger dan 12 jaar voor de behandeling van astma, of aan kinderen
en jongeren tot 18 jaar voor de behandeling van COPD.
bètablokkers, zoals metoprolol, gebruikt voor de behandeling van
hoge bloeddruk of een
hartaandoening
-
ketoconazol, gebruikt voor de behandeling van
schimmelinfecties
-
ritonavir of cobicistat, gebruikt voor de behandeling van
hiv-infecties
-
langwerkende bèta2-adrenerge agonisten, zoals salmeterol
Vertel het uw arts of apotheker als u een van deze geneesmiddelen gebruikt. Het kan zijn dat uw arts u
zorgvuldig wil controleren als u een van deze geneesmiddelen gebruikt, omdat ze de bijwerkingen van
Revinty Ellipta kunnen verergeren.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact
op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Gebruik dit geneesmiddel niet als u zwanger bent, tenzij
uw arts u heeft verteld dat u dit kunt gebruiken
Het is niet bekend of de stoffen in dit geneesmiddel in de moedermelk worden uitgescheiden.
Als u
borstvoeding geeft, neem dan contact op met uw arts voordat u Revinty Ellipta gebruikt. Gebruik dit
geneesmiddel niet als u borstvoeding geeft, tenzij uw arts u heeft verteld dat u dit kunt gebruiken.
Als u borstvoeding geeft,
praat dan met uw arts voor u Revinty Ellipta gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Dit geneesmiddel heeft waarschijnlijk geen invloed op uw rijvaardigheid of uw vermogen machines te
gebruiken.
Revinty Ellipta bevat lactose
Als uw arts u heeft verteld dat u bepaalde suikers of melkeiwit niet verdraagt, neem dan contact op met uw
arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
3. Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Hoeveel moet u gebruiken?
Astma
De aanbevolen dosering voor de behandeling van astma is één inhalatie (92 microgram fluticasonfuroaat en
22 microgram vilanterol) eenmaal daags, iedere dag op hetzelfde tijdstip.
Als u ernstige astma heeft, kan uw arts besluiten dat u één inhalatie moet nemen uit de inhalator met de
hogere sterkte (184 microgram fluticasonfuroaat en 22 microgram vilanterol). Deze dosis moet ook eenmaal
daags en iedere dag op dezelfde tijd worden genomen.
COPD
De aanbevolen dosering voor de behandeling van COPD is één inhalatie (92 microgram fluticasonfuroaat
en 22 microgram vilanterol) eenmaal daags, iedere dag op hetzelfde tijdstip.
neem zo snel mogelijk contact op met uw arts.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Als u per ongeluk meer Revinty Ellipta gebruikt dan uw arts heeft voorgeschreven, neem dan contact op met
uw arts of apotheker. Misschien merkt u dat uw hart sneller slaat dan normaal, dat u zich trillerig voelt of dat
u hoofdpijn krijgt.
Het is vooral belangrijk om uw arts of apotheker om advies te vragen als u gedurende een langere tijd
meer heeft gebruikt dan voorgeschreven. Hogere doses Revinty Ellipta kunnen namelijk de hoeveelheid
steroïdhormonen verminderen die van nature door uw lichaam worden aangemaakt.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Inhaleer geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Neem uw volgende dosis gewoon op de
gebruikelijke tijd in.
Als uw ademhaling gaat piepen, als u kortademig wordt of andere klachten van een astma-aanval krijgt,
gebruik dan uw snelwerkende inhalator (bijv. salbutamol) en raadpleeg vervolgens een arts.
Stop niet zonder advies met het gebruik van Revinty Ellipta
Gebruik dit geneesmiddel zolang uw arts u dit aanraadt. Het is alleen effectief zolang u het gebruikt. Stop
niet met het gebruik van dit middel tenzij uw arts dit adviseert, zelfs als u zich beter voelt.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te
maken.
Allergische reacties
Allergische reacties komen zelden voor (komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 gebruikers).
Als u een van de volgende klachten heeft na het gebruik van Revinty Ellipta,
stop dan met het gebruik van
dit geneesmiddel en vertel het uw arts direct.
· huiduitslag (galbulten) of roodheid
· zwelling, soms van het gezicht of de mond (angio-oedeem)
· erg last krijgen van piepende ademhaling, hoesten, of moeilijk kunnen ademhalen
· zich plotseling zwak voelen of licht in het hoofd (dit kan leiden tot flauwvallen of bewustzijnsverlies)
Directe ademhalingsmoeilijkheden
Directe ademhalingsmoeilijkheden na het gebruik van Revinty Ellipta komen zelden voor.
Als uw ademhaling verslechtert of als u meer last krijgt van piepende ademhaling direct na het gebruik van
dit geneesmiddel,
stop dan met het gebruik ervan en
roep direct medische hulp in.
Pneumonie (longinfectie) (vaak voorkomende bijwerking, komt voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers)
Vertel het aan uw arts als u last krijgt van een van de volgende klachten tijdens het gebruik van Revinty
Ellipta dit kunnen klachten van een longinfectie zijn:
· koorts of koude rillingen
· verhoogde productie van slijm, verandering van de kleur van het slijm
· vaker hoesten of meer ademhalingsmoeilijkheden
Andere bijwerkingen kunnen zijn:
Zeer vaak voorkomende bijwerkingen
Deze komen voor bij
meer dan 1 op de 10 gebruikers:
· hoofdpijn
· verkoudheid
Vaak voorkomende bijwerkingen
Deze komen voor bij
minder dan 1 op de 10 gebruikers:
· pijnlijke, verheven plekjes in de mond of keel die door een schimmelinfectie worden veroorzaakt
(candidiasis). Het spoelen van uw mond met water direct na het gebruik van Revinty Ellipta kan de
ontwikkeling van deze bijwerking helpen stoppen
· ontsteking van de longen (bronchitis)
· infectie van neusholten of keel
· griep (influenza)
· pijn en irritatie achter in de mond en keel
· ontsteking van de bijholten
· jeukende neus, loopneus of verstopte neus
· hoesten
· aandoeningen van de stem
· verzwakking van de botten, die leidt tot botbreuken
· maagpijn
· rugpijn
· hoge temperatuur (koorts)
· gewrichtspijn
· spierspasmen
· onregelmatige hartslag
· wazig zien
· verhoogde bloedsuiker (hyperglykemie)
Zelden voorkomende bijwerkingen
Deze komen voor bij minder dan
1 op de 1.000 gebruikers:
· snellere hartslag (tachycardie)
· zich bewust zijn van de hartslag (hartkloppingen)
· trillen/beven
· angst
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor mogelijke
bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan.
U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het nationale
meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer
informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de verpakking na
EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 25°C.
Bewaar de inhalator in het afgesloten bakje ter bescherming tegen vocht en haal deze er pas uit direct voor
eerste gebruik. Als het bakje eenmaal geopend is, kan de inhalator maximaal 6 weken gebruikt worden,
gerekend vanaf de dag dat het bakje geopend werd. Schrijf de datum waarop de inhalator moet worden
weggegooid op het etiket van de inhalator in de daarvoor bestemde ruimte. De datum moet direct worden
genoteerd zodra de inhalator uit het bakje wordt gehaald.
Als de inhalator in de koelkast wordt bewaard,
laat hem dan gedurende ten minste één uur vóór gebruik
weer op kamertemperatuur komen.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw apotheker
wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een verantwoorde manier
vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stoffen in dit middel zijn fluticasonfuroaat en vilanterol.
-
Voor de 92/22 microgram dosis: iedere inhalatie geeft een dosis af (de dosis die uit het mondstuk
komt) van 92 microgram fluticasonfuroaat en 22 microgram vilanterol (als trifenataat).
-
Voor de 184/22 microgram dosis: iedere inhalatie geeft een dosis af (de dosis die uit het mondstuk
komt) van 184 microgram fluticasonfuroaat en 22 microgram vilanterol (als trifenataat).
-
De andere stoffen in dit middel zijn lactosemonohydraat (zie rubriek 2) en magnesiumstearaat.
Hoe ziet Revinty Ellipta eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Revinty Ellipta is een inhalatiepoeder, voorverdeeld.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited
12 Riverwalk
Citywest Business Campus
Dublin 24
Ierland
Fabrikant
Glaxo Wellcome Production
Zone Industrielle No.2,
23 Rue Lavoisier,
27000 Evreux,
Frankrijk
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger
van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
GlaxoSmithKline Pharmaceuticals s.a./n.v.
UAB 'BERLIN-CHEMIE MENARINI BALTIC'
Tél/Tel: + 32 (0) 10 85 52 00
Tel: +370 52 691 947
lt@berlin-chemie.com
Luxembourg/Luxemburg
'-/. ' E
GlaxoSmithKline Pharmaceuticals s.a./n.v.
Te.: +359 2 454 0950
Belgique/Belgien
bcsofia@berlin-chemie.com
Tél/Tel: + 32 (0) 10 85 52 00
Ceská republika
Magyarország
GlaxoSmithKline s.r.o.
Berlin-Chemie/A. Menarini Kft.
Tel: + 420 222 001 111
Tel.: +36 23501301
cz.info@gsk.com
bc-hu@berlin-chemie.com
Danmark
Malta
GlaxoSmithKline Pharma A/S
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited
Tlf: + 45 36 35 91 00
Tel: +356 80065004
dk-info@gsk.com
Deutschland
Nederland
BERLIN-CHEMIE AG
GlaxoSmithKline BV
Tel: +49 (0) 30 67070
Tel: + 31 (0)33 2081100
Eesti
Norge
OÜ Berlin-Chemie Menarini Eesti
GlaxoSmithKline AS
Tel: +372 667 5001
Tlf: + 47 22 70 20 00
Österreich
Guidotti Hellas A.E.
GlaxoSmithKline Pharma GmbH
: +30 210 8316111-13
Tel: + 43 (0)1 97075 0
at.info@gsk.com
España
Polska
FAES FARMA, S.A.
GSK Services Sp. z o.o.
Tel: + 34 900 460 153
Tel.: + 48 (0)22 576 9000
aweber@faes.es
France
Portugal
MENARINI France
BIAL, Portela & Ca. SA
Tél: + 33 (0)1 45 60 77 20
Tel: + 351 22 986 61 00
info@bial.com
Hrvatska
România
Berlin-Chemie Menarini Hrvatska d.o.o.
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited
Tel: +385 1 4821 361
Tel: +40 800672524
office-croatia@berlin-chemie.com
Ireland
Slovenija
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited
Berlin-Chemie / A. Menarini Distribution
Tel: + 353 (0)1 4955000
Ljubljana d.o.o.
Tel: +386 01 300 2160
slovenia@berlin-chemie.com
Ísland
Slovenská republika
Vistor hf.
Berlin-Chemie / A. Menarini Distribution
Sími: + 354 535 700
Slovakia s.r.o.
Tel: +421 2 544 30 730
slovakia@berlin-chemie.com
Italia
Suomi/Finland
A.Menarini Industrie Farmaceutiche Riunite s.r.l.
GlaxoSmithKline Oy
Tel: +39-(0)55 56801
Puh/Tel: + 358 (0)10 30 30 30
Sverige
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited
GlaxoSmithKline AB
: +357 80070017
Tel: + 46 (0)8 638 93 00
info.produkt@gsk.com
Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
SIA Berlin-Chemie/Menarini Baltic
GlaxoSmithKline (Ireland) Limited
Tel: +371 67103210
Tel: + 44 (0)800 221441
lv@berlin-chemie.com
customercontactuk@gsk.com
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in <{MM/JJJJ}>.
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
Stapsgewijze instructies
Wat is de Ellipta-inhalator?
Als u de Ellipta-inhalator voor het eerst gebruikt hoeft u niet te controleren of hij op de juiste manier werkt
en u hoeft hem ook niet op een speciale manier klaar te maken voor gebruik. U hoeft alleen deze
stapsgewijze instructies te volgen.
De doos van uw Revinty Ellipta inhalator bevat
Afdekfolie van
het bakje
Doos
Inhalator
Deze bijsluiter
Droogmiddel
Bakje
De inhalator is verpakt in een bakje.
Open het bakje niet totdat u een dosis van uw geneesmiddel gaat
inhaleren. Als u er klaar voor bent om uw inhalator te gaan gebruiken, trek dan de afdekfolie van het bakje
om deze te openen. Het bakje bevat een zakje met
droogmiddel om het vochtgehalte te verminderen. Gooi
dit zakje met droogmiddel weg het mag
niet worden geopend, opgegeten of geïnhaleerd.
Droogmiddel
Als u de inhalator uit het bakje haalt, staat die in de `gesloten' positie.
Open de inhalator niet voordat u
klaar bent om een dosis van het geneesmiddel te inhaleren. Zodra het bakje wordt geopend, schrijft u de
Lees dit voordat u begint
Als u de beschermkap opent of sluit zonder het geneesmiddel te inhaleren, gaat de dosis verloren.
De verloren dosis wordt veilig vastgehouden in de inhalator, maar is niet meer beschikbaar. Het is niet
mogelijk om tijdens een inhalatie per ongeluk extra geneesmiddel of een dubbele dosis te nemen.
2.
Een dosis klaarmaken
Wacht met het openen van de beschermkap tot u klaar bent om uw dosis te inhaleren. De
inhalator niet schudden.
·
Schuif de beschermkap naar beneden tot u een `klik' hoort.
Uw geneesmiddel kan nu worden geïnhaleerd.
De dosisteller telt met
1 af om dit te bevestigen.
·
Als de dosisteller niet aftelt wanneer u de `klik' hoort, zal de inhalator geen geneesmiddel
afgeven. Breng de inhalator terug naar uw apotheker voor advies.
3.
Het geneesmiddel inhaleren
·
Adem zo diep mogelijk uit terwijl u de inhalator bij uw mond vandaan houdt.
Niet uitademen in de inhalator.
·
Plaats het mondstuk tussen uw lippen en sluit uw lippen er stevig omheen.
Blokkeer de luchtopening
niet met uw vingers.
·
Haal eenmaal lang, gelijkmatig en diep adem.
Houd uw adem zo lang mogelijk in (ten minste
3-4 seconden).
·
Haal de inhalator uit uw mond.
·
Adem langzaam en voorzichtig uit.
Mogelijk proeft of voelt u het geneesmiddel niet, zelfs niet als u de inhalator op de juiste manier gebruikt.
Als u het mondstuk wilt schoonmaken, gebruikt dan een
droog doekje voordat u de beschermkap sluit.
4.
Sluit de inhalator en spoel uw mond
·
Schuif de beschermkap zo ver mogelijk omhoog om het mondstuk te bedekken.
·
Spoel uw mond met water nadat u de inhalator heeft gebruikt en slik het niet in.
Hierdoor is het minder waarschijnlijk dat u een pijnlijke mond of keel krijgt als bijwerking.