Rispoval 2 / brsv + pi3
Notice – Version NL
RISPOVAL 2 / BRSV + PI3
BIJSLUITER
RISPOVAL 2 / BRSV + Pi3
Lyofilisaat en oplosmiddel voor suspensie voor injectie voor runderen.
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Zoetis Belgium SA
Rue Laid Burnait, 1
B-1348 Louvain-la-Neuve
België
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
Zoetis Belgium SA
Rue Laid Burnait, 1
B-1348 Louvain-la-Neuve
België
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
RISPOVAL 2 / BRSV + Pi3 Lyofilisaat en oplosmiddel voor suspensie voor injectie voor runderen.
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Per dosis van 4 ml:
Werkzame bestanddelen:
Lyofilisaat:
Bovien Parainfluenza 3 virus (Pi3V), gemodificeerd levend, stam RLB103
Bovien Respiratoir Syncytieel virus (BRSV), gemodificeerd levend, stam 375
CCID
50
: Celcultuur Infectieuze Dosis 50 %
Adjuvans:
Aluminiumhydroxidegel: 0,8 ml (equivalent aan 24,36 mg aluminium hydroxide).
Lyofilisaat: Licht witachtige tot geelachtige gevriesdroogde pellet.
Oplosmiddel: Rozeachtig tot oranjebruine troebele vloeistof die los sediment kan bevatten. Bij goed
schudden wordt het sediment gemakkelijk geresuspendeerd.
4.
INDICATIES
10
5,0
- 10
8,6
CCID
50
10
5,0
- 10
7,2
CCID
50
Actieve immunisatie van runderen vanaf een leeftijd van 12 weken ter:
- vermindering van de virusuitscheiding veroorzaakt door het bovine Pi3 virus en
- vermindering van de virusuitscheiding, veroorzaakt door een BRSV infectie.
Aanvang van de immuniteit: 3 weken na het basisvaccinatieschema.
Notice – Version NL
RISPOVAL 2 / BRSV + PI3
Duur van de immuniteit: 6 maanden na het basisvaccinatieschema voor BRSV. Een immuniteitsduur
voor het bovine Pi3 virus is niet vastgesteld.
5.
Geen.
6.
BIJWERKINGEN
CONTRA-INDICATIES
Voorbijgaande en milde hyperthermie die tot 2 dagen kan duren en een kleine voorbijgaande lokale
ontstekingsreactie tot ongeveer 0,5 cm die binnen 15 dagen verdwijnt, kunnen zeer vaak voorkomen
na toediening van het vaccin. Zeer zelden zouden zich overgevoeligheidsreacties kunnen voordoen. In
het geval van een anafylactische reactie dient een symptomatische behandeling toegepast te worden.
De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:
- Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))
- Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
- Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
- Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
- Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u
vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis
te stellen.
Als alternatief kunt u dit rapporteren via uw nationaal meldsysteem.
7.
Rund
DOELDIERSOORTEN
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT , TOEDIENINGSWEG EN WIJZE
VAN GEBRUIK
Dosis:
4 ml
Toedieningsweg:
intramusculair gebruik
Vaccinatieschema:
Basisvaccinatie:
Twee doses Rispoval 2 met 3-4 weken tussentijd vanaf een leeftijd van 12 weken.
Hervaccinatie:
Indien voortdurende bescherming tegen BRSV vereist is, dienen de dieren na 6
maanden opnieuw gevaccineerd te worden. De immuniteitsduur van de Pi3 component is niet bekend.
De dieren dienen bij voorkeur gevaccineerd te worden tenminste 3 weken vóór een periode van stress
of een hoog infectierisico zoals hergroepering of transport van dieren, of aan het begin van het
herfstseizoen.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Reconstitueer het vaccin door het oplosmiddel toe te voegen aan de injectieflacon met het lyofilisaat.
Notice – Version NL
RISPOVAL 2 / BRSV + PI3
Wanneer het lyofilisaat en het oplosmiddel gevuld zijn in injectieflacons van gelijke grootte, injecteer
dan het volledige oplosmiddel in de injectieflacon met het lyofilisaat.
Wanneer het lyofilisaat in een kleinere injectieflacon gevuld is dan oplosmiddel, wordt de reconstitutie
van het vaccin in 2 stappen uitgevoerd:
1.Injecteer 10 ml van oplosmiddel op het lyofilisaat in de injectieflacon met het lyofilisaat.
2.Goed schudden en het gereconstitueerde lyofilisaat opzuigen uit de injectieflacon en mengen met het
resterende oplosmiddel in de injectieflacon van het oplosmiddel.
Goed schudden voor gebruik.
Gereconstitueerd diergeneesmiddel: roze-oranje troebele suspensie met los sediment.
10.
WACHTTIJD
Nul dagen.
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Gekoeld bewaren en transporteren (2 °C - 8 °C). Niet in de vriezer bewaren. Beschermen tegen licht.
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket na EXP.
Houdbaarheid na reconstitutie volgens instructies: direct gebruiken.
12.
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Speciale waarschuwingen voor elke doeldiersoort:
Vaccineer alleen gezonde dieren.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren:
Niet van toepassing.
Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren
toedient:
In het geval van accidentele zelfinjectie, dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en hem de
bijsluiter of het etiket te worden getoond.
Dracht en lactatie:
De veiligheid en werkzaamheid van het diergeneesmiddel is niet bewezen tijdens dracht en lactatie.
Niet gebruiken tijdens dracht en lactatie.
Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie:
Er is geen informatie beschikbaar over veiligheid en werkzaamheid van dit vaccin bij gebruik in
combinatie met enig ander diergeneesmiddel. Ten aanzien van het gebruik van dit vaccin vóór of na
enig ander diergeneesmiddel dient per geval een beslissing te worden genomen.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota):
Bij overdosering zijn geen andere ongewenste effecten waargenomen dan die na een enkele dosis.
Onverenigbaarheden:
Niet mengen met enig ander diergeneesmiddel, behalve het oplosmiddel aanbevolen voor gebruik met
het diergeneesmiddel.
Notice – Version NL
RISPOVAL 2 / BRSV + PI3
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEEL AFVALMATERIAAL
Geneesmiddelen mogen niet verwijderd worden via afvalwater of huishoudelijk afval.
Vraag aan uw dierenarts of apotheker wat u met overtollige diergeneesmiddelen dient te doen. Deze
maatregelen dragen bij aan de bescherming van het milieu.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Februari 2021
15.
OVERIGE INFORMATIE
Type I glazen injectieflacon bevattende 5 of 25 doses (20 of 100 ml) oplosmiddel, afgesloten met een
chloorbutyl rubberen stop en met een aluminium felscapsule.
Type I glazen injectieflacon bevattende 5 of 25 doses lyofilisaat afgesloten met een broombutyl rubber
stop en met een aluminium felscapsule.
Verpakkingsgrootten:
Kartonnen doos met 1 injectieflacon lyofilisaat (5 doses) en 1 injectieflacon oplosmiddel (20 ml).
Kartonnen doos met 1 injectieflacon lyofilisaat (25 doses) en 1 injectieflacon oplosmiddel (100 ml).
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
BE-V580497
KANALISATIE
Op diergeneeskundig voorschrift
RISPOVAL 2 / BRSV + PI3
BIJSLUITER
RISPOVAL 2 / BRSV + Pi3
Lyofilisaat en oplosmiddel voor suspensie voor injectie voor runderen.
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Zoetis Belgium SA
Rue Laid Burnait, 1
B-1348 Louvain-la-Neuve
België
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
Zoetis Belgium SA
Rue Laid Burnait, 1
B-1348 Louvain-la-Neuve
België
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
RISPOVAL 2 / BRSV + Pi3
Lyofilisaat en oplosmiddel voor suspensie voor injectie voor runderen.
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Per dosis van 4 ml:
Werkzame bestanddelen:
Lyofilisaat:
Bovien Parainfluenza 3 virus (Pi3V), gemodificeerd levend, stam RLB103
105,0 - 108,6 CCID50
Bovien Respiratoir Syncytieel virus (BRSV), gemodificeerd levend, stam 375 105,0 - 107,2CCID50
CCID50: Celcultuur Infectieuze Dosis 50 %
Adjuvans:
Aluminiumhydroxidegel: 0,8 ml (equivalent aan 24,36 mg aluminium hydroxide).
Lyofilisaat: Licht witachtige tot geelachtige gevriesdroogde pellet.
Oplosmiddel: Rozeachtig tot oranjebruine troebele vloeistof die los sediment kan bevatten. Bij goed
schudden wordt het sediment gemakkelijk geresuspendeerd.
4.
INDICATIES
Actieve immunisatie van runderen vanaf een leeftijd van 12 weken ter:
- vermindering van de virusuitscheiding veroorzaakt door het bovine Pi3 virus en
- vermindering van de virusuitscheiding, veroorzaakt door een BRSV infectie.
Notice Version NL
RISPOVAL 2 / BRSV + PI3
Duur van de immuniteit: 6 maanden na het basisvaccinatieschema voor BRSV. Een immuniteitsduur
voor het bovine Pi3 virus is niet vastgesteld.
5.
CONTRA-INDICATIES
Geen.
6.
BIJWERKINGEN
Voorbijgaande en milde hyperthermie die tot 2 dagen kan duren en een kleine voorbijgaande lokale
ontstekingsreactie tot ongeveer 0,5 cm die binnen 15 dagen verdwijnt, kunnen zeer vaak voorkomen
na toediening van het vaccin. Zeer zelden zouden zich overgevoeligheidsreacties kunnen voordoen. In
het geval van een anafylactische reactie dient een symptomatische behandeling toegepast te worden.
De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:
- Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))
- Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
- Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
- Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
- Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u
vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis
te stellen.
Als alternatief kunt u dit rapporteren via uw nationaal meldsysteem.
7.
DOELDIERSOORTEN
Rund
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT , TOEDIENINGSWEG EN WIJZE
VAN GEBRUIK
Dosis: 4 ml
Toedieningsweg: intramusculair gebruik
Vaccinatieschema:
Basisvaccinatie: Twee doses Rispoval 2 met 3-4 weken tussentijd vanaf een leeftijd van 12 weken.
Hervaccinatie: Indien voortdurende bescherming tegen BRSV vereist is, dienen de dieren na 6
maanden opnieuw gevaccineerd te worden. De immuniteitsduur van de Pi3 component is niet bekend.
De dieren dienen bij voorkeur gevaccineerd te worden tenminste 3 weken vóór een periode van stress
of een hoog infectierisico zoals hergroepering of transport van dieren, of aan het begin van het
herfstseizoen.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
RISPOVAL 2 / BRSV + PI3
Wanneer het lyofilisaat en het oplosmiddel gevuld zijn in injectieflacons van gelijke grootte, injecteer
dan het volledige oplosmiddel in de injectieflacon met het lyofilisaat.
Wanneer het lyofilisaat in een kleinere injectieflacon gevuld is dan oplosmiddel, wordt de reconstitutie
van het vaccin in 2 stappen uitgevoerd:
1.Injecteer 10 ml van oplosmiddel op het lyofilisaat in de injectieflacon met het lyofilisaat.
2.Goed schudden en het gereconstitueerde lyofilisaat opzuigen uit de injectieflacon en mengen met het
resterende oplosmiddel in de injectieflacon van het oplosmiddel.
Goed schudden voor gebruik.
Gereconstitueerd diergeneesmiddel: roze-oranje troebele suspensie met los sediment.
10. WACHTTIJD
Nul dagen.
11. BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Gekoeld bewaren en transporteren (2 °C - 8 °C). Niet in de vriezer bewaren. Beschermen tegen licht.
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket na EXP.
Houdbaarheid na reconstitutie volgens instructies: direct gebruiken.
12. SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Speciale waarschuwingen voor elke doeldiersoort:
Vaccineer alleen gezonde dieren.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren:
Niet van toepassing.
Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren
toedient:
In het geval van accidentele zelfinjectie, dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en hem de
bijsluiter of het etiket te worden getoond.
Dracht en lactatie:
De veiligheid en werkzaamheid van het diergeneesmiddel is niet bewezen tijdens dracht en lactatie.
Niet gebruiken tijdens dracht en lactatie.
Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie:
Er is geen informatie beschikbaar over veiligheid en werkzaamheid van dit vaccin bij gebruik in
combinatie met enig ander diergeneesmiddel. Ten aanzien van het gebruik van dit vaccin vóór of na
enig ander diergeneesmiddel dient per geval een beslissing te worden genomen.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota):
Bij overdosering zijn geen andere ongewenste effecten waargenomen dan die na een enkele dosis.
RISPOVAL 2 / BRSV + PI3
13. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEEL AFVALMATERIAAL
Geneesmiddelen mogen niet verwijderd worden via afvalwater of huishoudelijk afval.
Vraag aan uw dierenarts of apotheker wat u met overtollige diergeneesmiddelen dient te doen. Deze
maatregelen dragen bij aan de bescherming van het milieu.
14. DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Februari 2021
15. OVERIGE INFORMATIE
Type I glazen injectieflacon bevattende 5 of 25 doses (20 of 100 ml) oplosmiddel, afgesloten met een
chloorbutyl rubberen stop en met een aluminium felscapsule.
Type I glazen injectieflacon bevattende 5 of 25 doses lyofilisaat afgesloten met een broombutyl rubber
stop en met een aluminium felscapsule.
Verpakkingsgrootten:
Kartonnen doos met 1 injectieflacon lyofilisaat (5 doses) en 1 injectieflacon oplosmiddel (20 ml).
Kartonnen doos met 1 injectieflacon lyofilisaat (25 doses) en 1 injectieflacon oplosmiddel (100 ml).
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
BE-V580497
BIJSLUITER
RISPOVAL 2 / BRSV + Pi3
Lyofilisaat en oplosmiddel voor suspensie voor injectie voor runderen.
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Zoetis Belgium SA
Rue Laid Burnait, 1
B-1348 Louvain-la-Neuve
België
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
Zoetis Belgium SA
Rue Laid Burnait, 1
B-1348 Louvain-la-Neuve
België
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
RISPOVAL 2 / BRSV + Pi3
Lyofilisaat en oplosmiddel voor suspensie voor injectie voor runderen.
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Per dosis van 4 ml:
Werkzame bestanddelen:
Lyofilisaat:
Bovien Parainfluenza 3 virus (Pi3V), gemodificeerd levend, stam RLB103
105,0 - 108,6 CCID50
Bovien Respiratoir Syncytieel virus (BRSV), gemodificeerd levend, stam 375 105,0 - 107,2CCID50
CCID50: Celcultuur Infectieuze Dosis 50 %
Adjuvans:
Aluminiumhydroxidegel: 0,8 ml (equivalent aan 24,36 mg aluminium hydroxide).
Lyofilisaat: Licht witachtige tot geelachtige gevriesdroogde pellet.
Oplosmiddel: Rozeachtig tot oranjebruine troebele vloeistof die los sediment kan bevatten. Bij goed
schudden wordt het sediment gemakkelijk geresuspendeerd.
4.
INDICATIES
Actieve immunisatie van runderen vanaf een leeftijd van 12 weken ter:
- vermindering van de virusuitscheiding veroorzaakt door het bovine Pi3 virus en
- vermindering van de virusuitscheiding, veroorzaakt door een BRSV infectie.
Notice Version NL
RISPOVAL 2 / BRSV + PI3
Duur van de immuniteit: 6 maanden na het basisvaccinatieschema voor BRSV. Een immuniteitsduur
voor het bovine Pi3 virus is niet vastgesteld.
5.
CONTRA-INDICATIES
Geen.
6.
BIJWERKINGEN
Voorbijgaande en milde hyperthermie die tot 2 dagen kan duren en een kleine voorbijgaande lokale
ontstekingsreactie tot ongeveer 0,5 cm die binnen 15 dagen verdwijnt, kunnen zeer vaak voorkomen
na toediening van het vaccin. Zeer zelden zouden zich overgevoeligheidsreacties kunnen voordoen. In
het geval van een anafylactische reactie dient een symptomatische behandeling toegepast te worden.
De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:
- Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))
- Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
- Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
- Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
- Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u
vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis
te stellen.
Als alternatief kunt u dit rapporteren via uw nationaal meldsysteem.
7.
DOELDIERSOORTEN
Rund
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT , TOEDIENINGSWEG EN WIJZE
VAN GEBRUIK
Dosis: 4 ml
Toedieningsweg: intramusculair gebruik
Vaccinatieschema:
Basisvaccinatie: Twee doses Rispoval 2 met 3-4 weken tussentijd vanaf een leeftijd van 12 weken.
Hervaccinatie: Indien voortdurende bescherming tegen BRSV vereist is, dienen de dieren na 6
maanden opnieuw gevaccineerd te worden. De immuniteitsduur van de Pi3 component is niet bekend.
De dieren dienen bij voorkeur gevaccineerd te worden tenminste 3 weken vóór een periode van stress
of een hoog infectierisico zoals hergroepering of transport van dieren, of aan het begin van het
herfstseizoen.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
RISPOVAL 2 / BRSV + PI3
Wanneer het lyofilisaat en het oplosmiddel gevuld zijn in injectieflacons van gelijke grootte, injecteer
dan het volledige oplosmiddel in de injectieflacon met het lyofilisaat.
Wanneer het lyofilisaat in een kleinere injectieflacon gevuld is dan oplosmiddel, wordt de reconstitutie
van het vaccin in 2 stappen uitgevoerd:
1.Injecteer 10 ml van oplosmiddel op het lyofilisaat in de injectieflacon met het lyofilisaat.
2.Goed schudden en het gereconstitueerde lyofilisaat opzuigen uit de injectieflacon en mengen met het
resterende oplosmiddel in de injectieflacon van het oplosmiddel.
Goed schudden voor gebruik.
Gereconstitueerd diergeneesmiddel: roze-oranje troebele suspensie met los sediment.
10. WACHTTIJD
Nul dagen.
11. BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Gekoeld bewaren en transporteren (2 °C - 8 °C). Niet in de vriezer bewaren. Beschermen tegen licht.
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket na EXP.
Houdbaarheid na reconstitutie volgens instructies: direct gebruiken.
12. SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Speciale waarschuwingen voor elke doeldiersoort:
Vaccineer alleen gezonde dieren.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren:
Niet van toepassing.
Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren
toedient:
In het geval van accidentele zelfinjectie, dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en hem de
bijsluiter of het etiket te worden getoond.
Dracht en lactatie:
De veiligheid en werkzaamheid van het diergeneesmiddel is niet bewezen tijdens dracht en lactatie.
Niet gebruiken tijdens dracht en lactatie.
Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie:
Er is geen informatie beschikbaar over veiligheid en werkzaamheid van dit vaccin bij gebruik in
combinatie met enig ander diergeneesmiddel. Ten aanzien van het gebruik van dit vaccin vóór of na
enig ander diergeneesmiddel dient per geval een beslissing te worden genomen.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota):
Bij overdosering zijn geen andere ongewenste effecten waargenomen dan die na een enkele dosis.
RISPOVAL 2 / BRSV + PI3
13. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEEL AFVALMATERIAAL
Geneesmiddelen mogen niet verwijderd worden via afvalwater of huishoudelijk afval.
Vraag aan uw dierenarts of apotheker wat u met overtollige diergeneesmiddelen dient te doen. Deze
maatregelen dragen bij aan de bescherming van het milieu.
14. DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Februari 2021
15. OVERIGE INFORMATIE
Type I glazen injectieflacon bevattende 5 of 25 doses (20 of 100 ml) oplosmiddel, afgesloten met een
chloorbutyl rubberen stop en met een aluminium felscapsule.
Type I glazen injectieflacon bevattende 5 of 25 doses lyofilisaat afgesloten met een broombutyl rubber
stop en met een aluminium felscapsule.
Verpakkingsgrootten:
Kartonnen doos met 1 injectieflacon lyofilisaat (5 doses) en 1 injectieflacon oplosmiddel (20 ml).
Kartonnen doos met 1 injectieflacon lyofilisaat (25 doses) en 1 injectieflacon oplosmiddel (100 ml).
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
BE-V580497