Vetivex 9 mg/ml
Notice – Version NL
VETIVEX 9 MG/ML
BIJSLUITER
VETIVEX 9 mg/ml oplossing voor infusie voor runderen, paarden, honden en katten
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Dechra Regulatory B.V.
Handelsweg 25
5531 AE Bladel
Nederland
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
SC Infomed Fluids SRL
50 Theodor Pallady Blvd
District 3
032266 Boekarest
Roemenië
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
VETIVEX 9 mg/ml oplossing voor infusie voor runderen, paarden, honden en katten
Natriumchloride
3.
GEHALTE AAN WERKZAAM EN OVERIGE BESTANDDELEN
1 ml bevat:
Werkzaam bestanddeel:
Natriumchloride 9 mg
Natrium: 150 mmol/liter, chloride: 150 mmol/liter.
Oplossing voor infusie.
Heldere, kleurloze oplossing.
4.
INDICATIES
Voor de behandeling van uitdrogingsverschijnselen bij runderen, paarden, honden en katten.
Ter behandeling van hypovolemie als gevolg van shock of ziekten/klachten aan het maag-darmkanaal
(voor bij aanwezigheid van metabolische alkalose, bijv. in gevallen van langdurig braken of abomasale
klachten in runderen).
Het kan worden toegediend om te voldoen aan de normale vocht- en elektrolytbehoeften, wanneer
vloeistof niet oraal kan worden toegediend.
5.
CONTRA-INDICATIES
Niet gebruik bij dieren met:
-Hypernatriëmie
-Hyperchloremie
-Hyperhydratie
-Oedeem (lever-, nier- of hart).
6.
BIJWERKINGEN
Geen bekend.
Notice – Version NL
VETIVEX 9 MG/ML
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u
vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis
te stellen.
7.
DOELDIERSOORTEN
Rund, paard, hond en kat.
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG(EN) EN WIJZE
VAN GEBRUIK.
Intraveneus gebruik.
Het volume en de snelheid van de infusie zijn afhankelijk van de klinische toestand, de bestaande
tekorten bij het dier en de benodigde hoeveelheid met het oog op stabilisatie en continue verliezen.
In het algemeen dient in eerste instantie de hypovolemie met 50% te worden gecorrigeerd (in het
ideale geval in 6 uur of sneller-indien nodig). Verricht daarna opnieuw een evaluatie van de klinische
situatie.
Tekorten liggen over het algemeen in een bereik van 50 ml/kg (mild) tot 150 ml/kg (ernstig). Een
infusiesnelheid van 15 ml/kg/uur wordt aanbevolen bij afwezigheid van shock (bereik 5-75 ml/kg/uur).
In geval van shock zijn hoge initiële infusiesnelheden, tot 90 ml/kg/uur, noodzakelijk. Hoge
infusiesnelheden zouden niet langer dan 1 uur voortgezet moeten worden, tenzij de urine-output zich
herstelt. De maximale infusiesnelheid zou verlaagd moeten worden in geval van cardiale, renale en
pulmonaire aandoeningen.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Gebruiksaanwijzingen:
Verwijder de zak uit de beschermende buitenste verpakking door vanaf de geperforeerde rand omlaag
open te trekken.
Verwijder de poortplug die de steriele afgiftepoort beschermt.
Steek de toedieningsset er volledig in om een lekkagevrije verbinding tot stand te brengen en hang de
zak aan een infuusstandaard.
Een luchtinlaat is niet nodig.
De toedieningsset primen en afregelen in overeenstemming met de instructies van de producent.
Wanneer de toedieningsset verstopt raakt, geen oplossing terugpompen naar de verpakking en de
uitrusting vervangen.
10.
WACHTTIJD
Runderen en paarden:
Vlees en slachtafval: nul dagen
Melk: nul uur.
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Niet bewaren boven 25°C.
Niet in de vriezer bewaren.
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket na EXP.
12.
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren:
Alleen gebruiken wanneer de oplossing helder en vrij van zichtbare deeltjes is en de verpakking
onbeschadigd is.
Notice – Version NL
VETIVEX 9 MG/ML
Een overmaat aan natrium kan voorkomen in dieren met cardiale of renale klachten. Na chirurgische
ingrepen of trauma kan de natriumuitscheiding verstoord zijn.
Men dient rekening te houden met het risico op trombose bij intraveneuze infusie.
Neen aseptische voorzorgsmaatregelen in acht.
Om onderkoeling te vermijden bij toediening van grotere volumes of wanneer het diergeneesmiddel
snel wordt toegediend, dient het diergeneesmiddel opgewarmd te worden tot ca. 37
°
C.
Voorzichtig gebruiken bij dieren met hypokaliëmie.
Serumelektrolytenniveaus, het vocht- en zuur-base-evenwicht en de klinische conditie van het dier
moeten tijdens de behandeling nauwkeurig worden bewaakt om een overdosis te voorkomen, met
name in het geval van veranderingen van de nierfunctie of metabolische veranderingen.
Dit diergeneesmiddel niet langer gebruiken dan nodig is om het circulatievolume te corrigeren en in
stand te houden. Deze oplossing bevat niet de juiste elektrolytenbalans voor het toedienen van
vloeistoffen op de lange termijn. Onjuist en/of excessief gebruik kan een metabolische acidose
veroorzaken of verergeren.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren
toedient:
Geen.
Gebruik tijdens dracht of lactatie:
De veiligheid van het diergeneesmiddel is niet bewezen tijdens dracht en lactatie. Uitsluitend
gebruiken overeenkomstig de baten/risicobeoordeling door de behandelend dierenarts.
Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie:
Het wordt aanbevolen om de juiste voorzorgsmaatregelen te treffen voor dieren die grote
hoeveelheden corticosteroïden of corticotropines toegediend krijgen ter voorkoming van hoge
bloeddruk en overmatige vochtretentie.
Gelijktijdige toediening van colloïden vereist een verlaging van de dosis.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota):
Het wordt aanbevolen om een serumnatrium minder dan of gelijk aan 130 mEq/l aan te houden. Indien
signalen van volumeoverbelasting worden gedetecteerd, dient de behandeling te bestaan uit het
toedienen van diuretica en het stoppen van de infusie.
Overdosering kan hypernatriëmie, hyperchloremie, hypokaliëmie, hartinsufficiëntie, hyperhydratie en
metabole acidose tot gevolg hebben.
Klinische verschijnselen van excessieve overdosering omvatten rusteloosheid, hypersalivatie, rillen,
tachycardie, sereuze neusuitvloeiing, tachypneu, vochtige ronchi, hoesten, uitpuilende ogen, uitgebreid
oedeem, braken en diarree.
Langdurige infusie kan leiden tot een elektroytendisbalans. De zoutoplossing is niet evenwichtig en
kan acidemie veroorzaken, omdat het de renale uitscheiding van bicarbonaat doet toenemen.
Langdurig gebruik kan leiden tot hypokaliëmie.
Onverenigbaarheden:
Geen bekend.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE RESTANTEN HIERVAN
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale vereisten
te worden verwijderd.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Maart 2019
Notice – Version NL
VETIVEX 9 MG/ML
15.
OVERIGE INFORMATIE
BE-V442041
KANALISATIE
Op diergeneeskundig voorschrift.
Polyvinylchloride infusiezak, verpakt in polypropyleen.
Verpakkingsgroottes: Individuele infuuszakken van 100 ml, 500 ml, 1000 ml en 2000 ml, elk voorzien
van een bijsluiter, of dozen met 50 x 100 ml, 20 x 500 ml, 10 x 1000 ml met 4 x 2000 ml.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
Gelieve voor alle informatie over dit diergeneesmiddel contact op te nemen met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen.
VETIVEX 9 MG/ML
BIJSLUITER
VETIVEX 9 mg/ml oplossing voor infusie voor runderen, paarden, honden en katten
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Dechra Regulatory B.V.
Handelsweg 25
5531 AE Bladel
Nederland
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
SC Infomed Fluids SRL
50 Theodor Pallady Blvd
District 3
032266 Boekarest
Roemenië
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
VETIVEX 9 mg/ml oplossing voor infusie voor runderen, paarden, honden en katten
Natriumchloride
3.
GEHALTE AAN WERKZAAM EN OVERIGE BESTANDDELEN
1 ml bevat:
Werkzaam bestanddeel:
Natriumchloride 9 mg
Natrium: 150 mmol/liter, chloride: 150 mmol/liter.
Oplossing voor infusie.
Heldere, kleurloze oplossing.
4.
INDICATIES
Voor de behandeling van uitdrogingsverschijnselen bij runderen, paarden, honden en katten.
Ter behandeling van hypovolemie als gevolg van shock of ziekten/klachten aan het maag-darmkanaal
(voor bij aanwezigheid van metabolische alkalose, bijv. in gevallen van langdurig braken of abomasale
klachten in runderen).
Het kan worden toegediend om te voldoen aan de normale vocht- en elektrolytbehoeften, wanneer
vloeistof niet oraal kan worden toegediend.
5.
CONTRA-INDICATIES
Niet gebruik bij dieren met:
-Hypernatriëmie
-Hyperchloremie
-Hyperhydratie
-Oedeem (lever-, nier- of hart).
6.
BIJWERKINGEN
VETIVEX 9 MG/ML
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u
vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis
te stellen.
7.
DOELDIERSOORTEN
Rund, paard, hond en kat.
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG(EN) EN WIJZE
VAN GEBRUIK.
Intraveneus gebruik.
Het volume en de snelheid van de infusie zijn afhankelijk van de klinische toestand, de bestaande
tekorten bij het dier en de benodigde hoeveelheid met het oog op stabilisatie en continue verliezen.
In het algemeen dient in eerste instantie de hypovolemie met 50% te worden gecorrigeerd (in het
ideale geval in 6 uur of sneller-indien nodig). Verricht daarna opnieuw een evaluatie van de klinische
situatie.
Tekorten liggen over het algemeen in een bereik van 50 ml/kg (mild) tot 150 ml/kg (ernstig). Een
infusiesnelheid van 15 ml/kg/uur wordt aanbevolen bij afwezigheid van shock (bereik 5-75 ml/kg/uur).
In geval van shock zijn hoge initiële infusiesnelheden, tot 90 ml/kg/uur, noodzakelijk. Hoge
infusiesnelheden zouden niet langer dan 1 uur voortgezet moeten worden, tenzij de urine-output zich
herstelt. De maximale infusiesnelheid zou verlaagd moeten worden in geval van cardiale, renale en
pulmonaire aandoeningen.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Gebruiksaanwijzingen:
Verwijder de zak uit de beschermende buitenste verpakking door vanaf de geperforeerde rand omlaag
open te trekken.
Verwijder de poortplug die de steriele afgiftepoort beschermt.
Steek de toedieningsset er volledig in om een lekkagevrije verbinding tot stand te brengen en hang de
zak aan een infuusstandaard.
Een luchtinlaat is niet nodig.
De toedieningsset primen en afregelen in overeenstemming met de instructies van de producent.
Wanneer de toedieningsset verstopt raakt, geen oplossing terugpompen naar de verpakking en de
uitrusting vervangen.
10.
WACHTTIJD
Runderen en paarden:
Vlees en slachtafval: nul dagen
Melk: nul uur.
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Niet bewaren boven 25°C.
Niet in de vriezer bewaren.
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket na EXP.
12.
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
VETIVEX 9 MG/ML
Een overmaat aan natrium kan voorkomen in dieren met cardiale of renale klachten. Na chirurgische
ingrepen of trauma kan de natriumuitscheiding verstoord zijn.
Men dient rekening te houden met het risico op trombose bij intraveneuze infusie.
Neen aseptische voorzorgsmaatregelen in acht.
Om onderkoeling te vermijden bij toediening van grotere volumes of wanneer het diergeneesmiddel
snel wordt toegediend, dient het diergeneesmiddel opgewarmd te worden tot ca. 37°C.
Voorzichtig gebruiken bij dieren met hypokaliëmie.
Serumelektrolytenniveaus, het vocht- en zuur-base-evenwicht en de klinische conditie van het dier
moeten tijdens de behandeling nauwkeurig worden bewaakt om een overdosis te voorkomen, met
name in het geval van veranderingen van de nierfunctie of metabolische veranderingen.
Dit diergeneesmiddel niet langer gebruiken dan nodig is om het circulatievolume te corrigeren en in
stand te houden. Deze oplossing bevat niet de juiste elektrolytenbalans voor het toedienen van
vloeistoffen op de lange termijn. Onjuist en/of excessief gebruik kan een metabolische acidose
veroorzaken of verergeren.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren
toedient:
Geen.
Gebruik tijdens dracht of lactatie:
De veiligheid van het diergeneesmiddel is niet bewezen tijdens dracht en lactatie. Uitsluitend
gebruiken overeenkomstig de baten/risicobeoordeling door de behandelend dierenarts.
Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie:
Het wordt aanbevolen om de juiste voorzorgsmaatregelen te treffen voor dieren die grote
hoeveelheden corticosteroïden of corticotropines toegediend krijgen ter voorkoming van hoge
bloeddruk en overmatige vochtretentie.
Gelijktijdige toediening van colloïden vereist een verlaging van de dosis.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota):
Het wordt aanbevolen om een serumnatrium minder dan of gelijk aan 130 mEq/l aan te houden. Indien
signalen van volumeoverbelasting worden gedetecteerd, dient de behandeling te bestaan uit het
toedienen van diuretica en het stoppen van de infusie.
Overdosering kan hypernatriëmie, hyperchloremie, hypokaliëmie, hartinsufficiëntie, hyperhydratie en
metabole acidose tot gevolg hebben.
Klinische verschijnselen van excessieve overdosering omvatten rusteloosheid, hypersalivatie, rillen,
tachycardie, sereuze neusuitvloeiing, tachypneu, vochtige ronchi, hoesten, uitpuilende ogen, uitgebreid
oedeem, braken en diarree.
Langdurige infusie kan leiden tot een elektroytendisbalans. De zoutoplossing is niet evenwichtig en
kan acidemie veroorzaken, omdat het de renale uitscheiding van bicarbonaat doet toenemen.
Langdurig gebruik kan leiden tot hypokaliëmie.
Onverenigbaarheden:
Geen bekend.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE RESTANTEN HIERVAN
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale vereisten
te worden verwijderd.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
VETIVEX 9 MG/ML
15.
OVERIGE INFORMATIE
BE-V442041
KANALISATIE
Op diergeneeskundig voorschrift.
BIJSLUITER
VETIVEX 9 mg/ml oplossing voor infusie voor runderen, paarden, honden en katten
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Dechra Regulatory B.V.
Handelsweg 25
5531 AE Bladel
Nederland
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
SC Infomed Fluids SRL
50 Theodor Pallady Blvd
District 3
032266 Boekarest
Roemenië
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
VETIVEX 9 mg/ml oplossing voor infusie voor runderen, paarden, honden en katten
Natriumchloride
3.
GEHALTE AAN WERKZAAM EN OVERIGE BESTANDDELEN
1 ml bevat:
Werkzaam bestanddeel:
Natriumchloride 9 mg
Natrium: 150 mmol/liter, chloride: 150 mmol/liter.
Oplossing voor infusie.
Heldere, kleurloze oplossing.
4.
INDICATIES
Voor de behandeling van uitdrogingsverschijnselen bij runderen, paarden, honden en katten.
Ter behandeling van hypovolemie als gevolg van shock of ziekten/klachten aan het maag-darmkanaal
(voor bij aanwezigheid van metabolische alkalose, bijv. in gevallen van langdurig braken of abomasale
klachten in runderen).
Het kan worden toegediend om te voldoen aan de normale vocht- en elektrolytbehoeften, wanneer
vloeistof niet oraal kan worden toegediend.
5.
CONTRA-INDICATIES
Niet gebruik bij dieren met:
-Hypernatriëmie
-Hyperchloremie
-Hyperhydratie
-Oedeem (lever-, nier- of hart).
6.
BIJWERKINGEN
VETIVEX 9 MG/ML
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u
vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis
te stellen.
7.
DOELDIERSOORTEN
Rund, paard, hond en kat.
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG(EN) EN WIJZE
VAN GEBRUIK.
Intraveneus gebruik.
Het volume en de snelheid van de infusie zijn afhankelijk van de klinische toestand, de bestaande
tekorten bij het dier en de benodigde hoeveelheid met het oog op stabilisatie en continue verliezen.
In het algemeen dient in eerste instantie de hypovolemie met 50% te worden gecorrigeerd (in het
ideale geval in 6 uur of sneller-indien nodig). Verricht daarna opnieuw een evaluatie van de klinische
situatie.
Tekorten liggen over het algemeen in een bereik van 50 ml/kg (mild) tot 150 ml/kg (ernstig). Een
infusiesnelheid van 15 ml/kg/uur wordt aanbevolen bij afwezigheid van shock (bereik 5-75 ml/kg/uur).
In geval van shock zijn hoge initiële infusiesnelheden, tot 90 ml/kg/uur, noodzakelijk. Hoge
infusiesnelheden zouden niet langer dan 1 uur voortgezet moeten worden, tenzij de urine-output zich
herstelt. De maximale infusiesnelheid zou verlaagd moeten worden in geval van cardiale, renale en
pulmonaire aandoeningen.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Gebruiksaanwijzingen:
Verwijder de zak uit de beschermende buitenste verpakking door vanaf de geperforeerde rand omlaag
open te trekken.
Verwijder de poortplug die de steriele afgiftepoort beschermt.
Steek de toedieningsset er volledig in om een lekkagevrije verbinding tot stand te brengen en hang de
zak aan een infuusstandaard.
Een luchtinlaat is niet nodig.
De toedieningsset primen en afregelen in overeenstemming met de instructies van de producent.
Wanneer de toedieningsset verstopt raakt, geen oplossing terugpompen naar de verpakking en de
uitrusting vervangen.
10.
WACHTTIJD
Runderen en paarden:
Vlees en slachtafval: nul dagen
Melk: nul uur.
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Niet bewaren boven 25°C.
Niet in de vriezer bewaren.
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket na EXP.
12.
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
VETIVEX 9 MG/ML
Een overmaat aan natrium kan voorkomen in dieren met cardiale of renale klachten. Na chirurgische
ingrepen of trauma kan de natriumuitscheiding verstoord zijn.
Men dient rekening te houden met het risico op trombose bij intraveneuze infusie.
Neen aseptische voorzorgsmaatregelen in acht.
Om onderkoeling te vermijden bij toediening van grotere volumes of wanneer het diergeneesmiddel
snel wordt toegediend, dient het diergeneesmiddel opgewarmd te worden tot ca. 37°C.
Voorzichtig gebruiken bij dieren met hypokaliëmie.
Serumelektrolytenniveaus, het vocht- en zuur-base-evenwicht en de klinische conditie van het dier
moeten tijdens de behandeling nauwkeurig worden bewaakt om een overdosis te voorkomen, met
name in het geval van veranderingen van de nierfunctie of metabolische veranderingen.
Dit diergeneesmiddel niet langer gebruiken dan nodig is om het circulatievolume te corrigeren en in
stand te houden. Deze oplossing bevat niet de juiste elektrolytenbalans voor het toedienen van
vloeistoffen op de lange termijn. Onjuist en/of excessief gebruik kan een metabolische acidose
veroorzaken of verergeren.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren
toedient:
Geen.
Gebruik tijdens dracht of lactatie:
De veiligheid van het diergeneesmiddel is niet bewezen tijdens dracht en lactatie. Uitsluitend
gebruiken overeenkomstig de baten/risicobeoordeling door de behandelend dierenarts.
Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie:
Het wordt aanbevolen om de juiste voorzorgsmaatregelen te treffen voor dieren die grote
hoeveelheden corticosteroïden of corticotropines toegediend krijgen ter voorkoming van hoge
bloeddruk en overmatige vochtretentie.
Gelijktijdige toediening van colloïden vereist een verlaging van de dosis.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota):
Het wordt aanbevolen om een serumnatrium minder dan of gelijk aan 130 mEq/l aan te houden. Indien
signalen van volumeoverbelasting worden gedetecteerd, dient de behandeling te bestaan uit het
toedienen van diuretica en het stoppen van de infusie.
Overdosering kan hypernatriëmie, hyperchloremie, hypokaliëmie, hartinsufficiëntie, hyperhydratie en
metabole acidose tot gevolg hebben.
Klinische verschijnselen van excessieve overdosering omvatten rusteloosheid, hypersalivatie, rillen,
tachycardie, sereuze neusuitvloeiing, tachypneu, vochtige ronchi, hoesten, uitpuilende ogen, uitgebreid
oedeem, braken en diarree.
Langdurige infusie kan leiden tot een elektroytendisbalans. De zoutoplossing is niet evenwichtig en
kan acidemie veroorzaken, omdat het de renale uitscheiding van bicarbonaat doet toenemen.
Langdurig gebruik kan leiden tot hypokaliëmie.
Onverenigbaarheden:
Geen bekend.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE RESTANTEN HIERVAN
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale vereisten
te worden verwijderd.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
VETIVEX 9 MG/ML
15.
OVERIGE INFORMATIE
BE-V442041
KANALISATIE
Op diergeneeskundig voorschrift.