Voxzogo 0,56 mg
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht
alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek 4.8 voor het rapporteren van bijwerkingen.
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Voxzogo 0,4 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
Voxzogo 0,56 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
Voxzogo 1,2 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Voxzogo 0,4 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
Elke injectieflacon met poeder bevat 0,4 mg vosoritide*.
Na reconstitutie bevat elke injectieflacon 0,4 mg vosoritide in 0,5 ml oplossing, overeenkomend met
een concentratie van 0,8 mg/ml.
Voxzogo 0,56 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
Elke injectieflacon met poeder bevat 0,56 mg vosoritide*.
Na reconstitutie bevat elke injectieflacon 0,56 mg vosoritide in 0,7 ml oplossing, overeenkomend met
een concentratie van 0,8 mg/ml.
Voxzogo 1,2 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
Elke injectieflacon met poeder bevat 1,2 mg vosoritide*.
Na reconstitutie bevat elke injectieflacon 1,2 mg vosoritide in 0,6 ml oplossing, overeenkomend met
een concentratie van 2 mg/ml.
* geproduceerd in
Escherichia coli-cellen
met behulp van DNA-recombinatietechniek.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie.
Het poeder is wit tot geel en het oplosmiddel is helder en kleurloos.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Voxzogo is geïndiceerd voor de behandeling van achondroplasie bij patiënten van 2 jaar en ouder bij
wie de epifyses niet gesloten zijn. De diagnose of achondroplasie dient te worden bevestigd door
middel van passende genetische tests.
4.2
Dosering en wijze van toediening
De behandeling met vosoritide dient te worden ingesteld en geleid door een arts die naar behoren
gekwalificeerd is in de behandeling van groeistoornissen of skeletdysplasie.
2
Dosering
Het is belangrijk dat de behandeling bij kinderen op zo jong mogelijke leeftijd wordt gestart.
Het toe te dienen volume van vosoritide bij de aanbevolen dosis is gebaseerd op het gewicht van de
patiënt en de concentratie vosoritide (zie tabel 1). De gebruikelijke dosis is 15 µg/kg lichaamsgewicht.
Om praktische redenen en om rekening te houden met gewichtsgerelateerde farmacokinetische
veranderingen (zie rubriek 5.2) wordt de volgende dosering aangeraden.
Tabel 1: Enkelvoudige dosisvolumes op basis van lichaamsgewicht
Lichaamsgewicht
(kg)
Vosoritide 0,4 mg
oplosmiddel (water voor
injecties): 0,5 ml
concentratie: 0,8 mg/ml
Vosoritide 0,56 mg
oplosmiddel (water voor
injecties): 0,7 ml
concentratie: 0,8 mg/ml
Dagelijks injectievolume (ml)
10-11
12-16
17-21
22-32
33-43
44-59
60-89
≥
90
0,30 ml
0,35 ml
0,40 ml
0,50 ml
0,25 ml
0,30 ml
0,35 ml
0,40 ml
Vosoritide 1,2 mg
oplosmiddel (water voor
injecties): 0,6 ml
concentratie: 2 mg/ml
Duur van de behandeling
De behandeling met dit geneesmiddel dient te worden gestaakt na bevestiging van geen verder
groeipotentieel, aangegeven door een groeisnelheid van < 1,5 cm/jaar en sluiting van epifyses.
Gemiste dosis
Indien een dosis vosoritide is gemist, kan deze binnen 12 uur worden toegediend. Indien sinds het
oorspronkelijke doseringsschema meer dan 12 uur zijn verstreken, mag de gemiste dosis NIET worden
toegediend. Aan patiënten/zorgverleners dient te worden geadviseerd om de dag daarop verder te gaan
met de volgende geplande dosis.
Controle van de groei
Patiënten dienen gevolgd en elke 3-6 maanden beoordeeld te worden om het lichaamsgewicht, de
groei en de lichamelijke ontwikkeling te controleren. De dosis dient te worden aangepast aan het
lichaamsgewicht van de patiënt (zie tabel 1).
Speciale populaties
Patiënten met verminderde nier- of leverfunctie
De veiligheid en werkzaamheid van vosoritide bij patiënten met een verminderde nier- of leverfunctie
zijn niet geëvalueerd.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Voxzogo bij kinderen jonger dan 2 jaar zijn nog niet vastgesteld.
De momenteel beschikbare gegevens worden beschreven in rubriek 4.8, 5.1 en 5.2, maar er kan geen
doseringsadvies worden gegeven.
3
Wijze van toediening
Voxzogo is uitsluitend bedoeld voor subcutaan, eenmalig gebruik. Dit geneesmiddel dient
binnen 3 uur na reconstitutie te worden toegediend.
Voorafgaand aan de injectie dient een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg het volgende te doen:
•
zorgverleners trainen in het voorbereiden en subcutaan injecteren van dit geneesmiddel.
•
zorgverleners en patiënten trainen in het herkennen van klachten en verschijnselen van
een verlaagde bloeddruk.
•
zorgverleners en patiënten informeren over wat ze moeten doen in het geval van
symptomatische verlagingen van de bloeddruk.
Patiënten en zorgverleners moeten worden geïnstrueerd om de plaatsen voor subcutane injecties te
roteren. Aanbevolen injectieplaatsen op het lichaam zijn vooraan in het midden van de dij, het
onderste deel van de buik, behalve in een straal van 5 cm rond de navel, de bovenkant van de billen of
de achterkant van de bovenarmen. Een injectiegebied mag niet twee dagen achtereen worden gebruikt.
Voxzogo mag niet worden geïnjecteerd op plaatsen die rood, gezwollen of gevoelig zijn.
Patiënten dienen op het moment van injectie goed gehydrateerd te zijn. Aanbevolen wordt dat
patiënten ongeveer 30 minuten voor de injectie een licht tussendoortje eten en een glas vloeistof (bijv.
water, melk, sap etc.) drinken. Dit is om ervoor te zorgen dat zich minder klachten en verschijnselen
van eventuele verlagingen van de bloeddruk (duizeligheid, vermoeidheid en/of nausea) voordoen (zie
rubriek 4.4, Effecten op de bloeddruk).
Indien mogelijk dient dit geneesmiddel elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip te worden geïnjecteerd.
Voor instructies over reconstitutie van het geneesmiddel voorafgaand aan toediening, zie rubriek 6.6.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof(fen) of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstof(fen).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Terugvinden herkomst
Om het terugvinden van de herkomst van biologicals te verbeteren moeten de naam en het
batchnummer van het toegediende product goed geregistreerd worden.
Effecten op de bloeddruk
Patiënten met significante hart- of vaataandoeningen en patiënten die antihypertensiva gebruiken,
werden uitgesloten van deelname aan klinische onderzoeken voorafgaand aan het in de handel
brengen.
Om de kans op een eventuele verlaging van de bloeddruk en daarbij horende symptomen
(duizeligheid, vermoeidheid en/of nausea) te voorkomen, dienen patiënten op het moment van de
injectie goed gehydrateerd te zijn (zie rubriek 4.2 en 4.8).
Natrium
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per volume-eenheid, dat wil zeggen dat het in
wezen ‘natriumvrij’ is.
4
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Er zijn
in-vitro-onderzoeken
naar de remming en inductie van cytochroom-P450(CYP)-enzymen en
in-vitro-onderzoeken
naar de remming van transporteiwitten uitgevoerd. De resultaten wijzen erop dat
vosoritide waarschijnlijk geen CYP- of transporteiwitgemedieerde geneesmiddeleninteracties bij
mensen veroorzaakt wanneer het gelijktijdig met andere geneesmiddelen wordt toegediend.
Er is geen ander onderzoek naar interacties uitgevoerd. Omdat vosoritide een recombinant humaan
eiwit is, is het niet waarschijnlijk dat het geneesmiddeleninteracties zal veroorzaken.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn geen of een beperkte hoeveelheid gegevens over het gebruik van vosoritide bij zwangere
vrouwen. De resultaten van dieronderzoek duiden niet op directe of indirecte schadelijke effecten wat
betreft reproductietoxiciteit (zie rubriek 5.3). Uit voorzorg heeft het de voorkeur het gebruik van
vosoritide te vermijden tijdens de zwangerschap.
Borstvoeding
Uit beschikbare farmacodynamische/toxicologische gegevens bij dieren blijkt dat vosoritide in melk
wordt uitgescheiden (zie rubriek 5.3). Risico voor pasgeborenen/zuigelingen kan niet worden
uitgesloten. Vosoritide mag niet worden gebruikt in de periode dat borstvoeding wordt gegeven.
Vruchtbaarheid
Er is geen aantasting van de mannelijke of vrouwelijke vruchtbaarheid waargenomen in niet-klinische
onderzoeken (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Voxzogo heeft matige invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om te fietsen en machines te
bedienen. Vosoritide kan een tijdelijke afname van de bloeddruk veroorzaken die gewoonlijk licht is,
maar syncope, presyncope en duizeligheid en andere klachten en verschijnselen van een verlaagde
bloeddruk zijn gemeld als bijwerkingen bij het gebruik van Voxzogo. De respons van de patiënt op de
behandeling dient in beschouwing te worden genomen en indien passend dient de patiënt te worden
geadviseerd om na de injectie gedurende 60 minuten geen voertuig te besturen, niet te fietsen en geen
machines te bedienen.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De vaakst voorkomende bijwerkingen van vosoritide waren injectieplaatsreacties (85%), braken (27%)
en verlaagde bloeddruk (13%).
Lijst in tabelvorm van bijwerkingen
De bijwerkingen bij patiënten die werden behandeld met vosoritide, worden hieronder in tabelvorm
vermeld.
De bijwerkingen worden hieronder vermeld per systeem/orgaanklasse volgens MedDRA en per
frequentie. De frequenties zijn gedefinieerd als zeer vaak
(≥ 1/10), vaak (≥
1/100, < 1/10), soms
(≥
1/1 000, <
1/100), zelden (≥
1/10 000, < 1/1 000), zeer zelden (< 1/10 000) en niet bekend (kan met
de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen elke frequentiegroep worden de bijwerkingen
vermeld in de volgorde van afnemende ernst.
5
Tabel 2: Bijwerkingen bij patiënten behandeld met Voxzogo
Systeem/orgaanklasse
Zenuwstelselaandoeningen
Zeer vaak
Vaak
Syncope
Presyncope
Duizeligheid
Bloedvataandoeningen
Maagdarmstelselaandoeningen
Algemene aandoeningen en
toedieningsplaatsstoornissen
Onderzoeken
Hypotensie
a
Braken
Nausea
Injectieplaatsreactie
b
Vermoeidheid
Verhoogde
alkalische
fosfatase
a.
b.
Hypotensie omvat zowel asymptomatische als symptomatische bijwerkingen.
Injectieplaatsreacties omvatten de voorkeurstermen; injectieplaatserytheem, injectieplaatsreactie,
zwelling van injectieplaats, injectieplaatsurticaria, injectieplaatspijn, injectieplaatskneuzing,
injectieplaatspruritus, injectieplaatshemorragie, injectieplaatsverkleuring en
injectieplaatsverharding.
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Hypotensie
In ACH-onderzoek 111-301 meldde 13% van de patiënten die werden behandeld met vosoritide,
voorvallen van verlagingen van de bloeddruk die tijdelijk waren en zonder interventie verdwenen.
De mediane tijd van de injectie tot het begin van het voorval bedroeg 31 (18 tot 120) minuten. Het
voorval verdween binnen 31 (5 tot 90) minuten. De gemelde voorvallen werden hoofdzakelijk
vastgesteld tijdens periodes van regelmatige controle van vitale functies bij klinische bezoeken na
toediening gedurende een behandelingsperiode van 52 weken. 2% van de patiënten kreeg een
symptomatische episode met duizeligheid en braken.
Injectieplaatsreacties
Injectieplaatsreacties werden gemeld bij 85% van de patiënten die werden behandeld met vosoritide,
en bij 82% van de patiënten die een placebo kregen. Patiënten die na toediening van dit geneesmiddel
injectieplaatsreacties kregen, meldden een mediaan van 76 voorvallen, terwijl patiënten die een
placebo kregen, een mediaan van 7,5 voorvallen meldden gedurende een periode van 52 weken.
De vaakst voorkomende injectieplaatsreacties (die optraden bij minstens 10% van de met vosoritide
behandelde patiënten) waren injectieplaatsreactie (73%), injectieplaatserytheem (68%), zwelling
van injectieplaats (38%) en injectieplaatsurticaria (13%). De ernst van alle injectieplaatsreacties was
graad 1 (licht), met uitzondering van 5 voorvallen bij twee patiënten die graad 2 (matig) waren. Bij de
gemelde voorvallen van graad 2 waren twee patiënten die twee voorvallen van injectieplaatsurticaria
en één geval van injectieplaatsvesikels meldden.
Immunogeniciteit
Van 131 patiënten met achondroplasie die werden behandeld met vosoritide 15 µg/kg/dag en
gedurende maximaal 240 weken evalueerbaar waren op de aanwezigheid van antistoffen tegen het
geneesmiddel (anti-drug
antibodies,
ADA's), werd er bij 35% ADA's vastgesteld. Het vroegste tijdstip
waarop deze patiënten ADA's vormden, was dag 85. Alle ADA-positieve patiënten testten negatief
op vosoritide-neutraliserende antistoffen. Er was geen correlatie tussen aantal, duur of ernst van
ongewenste overgevoeligheidsreactie of injectieplaatsreacties en ADA-positiviteit of gemiddelde
ADA-titer. Er was geen verband tussen ADA-positiviteit of gemiddelde ADA-titer en verandering ten
opzichte van baseline in groeisnelheid op jaarbasis (annual
growth velocity,
AGV) of Z-score voor
6
lengte op maand 12. Er werden geen effecten van serum-ADA op de farmacokinetische metingen van
vosoritide in plasma gedetecteerd.
Pediatrische patiënten
Het veiligheidsprofiel van vosoritide in klinische onderzoeken met kinderen van 2 tot 5 jaar was
vergelijkbaar met het veiligheidsprofiel dat werd gezien bij oudere kinderen (zie rubriek 5.1).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden.
Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend
worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke
bijwerkingen te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
In klinische onderzoeken werden doses vosoritide tot maximaal 30
μg/kg/dag onderzocht. Twee
patiënten kregen gedurende maximaal 5 weken maximaal 3 maal de aanbevolen dagelijkse dosis
van 15
μg/kg/dag. Er werden geen
klachten, verschijnselen of bijwerkingen gezien die verband
hielden met de hogere dan beoogde dosis.
In het geval dat een patiënt te veel van het middel gebruikt, dient de patiënt contact op te nemen met
zijn of haar zorgprofessional.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: geneesmiddelen voor de behandeling van botziekten, andere
geneesmiddelen die de botstructuur en botmineraaldichtheid beïnvloeden, ATC-code: M05BX07
Werkingsmechanisme
Vosoritide is een gemodificeerd C-type-natriuretisch peptide (CNP). Bij patiënten met achondroplasie
wordt de endochondrale botgroei op nadelige wijze gereguleerd ten gevolge van een toename van
functiemutatie in fibroblastengroeifactorreceptor 3
(FGFR3).
De binding van vosoritide aan
natriuretisch-peptidereceptor-B (NPR-B) heeft een antagonistisch effect op
FGFR3
-
downstreamsignalering door remming van de extracellulair-signaalgereguleerde
kinases 1 en 2 (ERK1/2) in het mitogeen-geactiveerd proteïnekinase (mitogen-activated
protein
kinase,
MAPK)-reactiepad op het niveau van snelgroeiend fibrosarcoom-serine/treonine
proteïnekinase (RAF-1). Derhalve werkt vosoritide net als CNP als positieve regulator van
endochondrale botgroei, doordat het de proliferatie en differentiatie van chondrocyten bevordert.
Farmacodynamische effecten
Bij behandeling met vosoritide werden blootstellingsafhankelijke (AUC en C
max
) verhogingen ten
opzichte van baseline van de concentratie cyclisch guanosinemonofosfaat (cGMP, een biomarker voor
NPR-B-activiteit) in urine en collageen type X-marker (CXM, een biomarker voor endochondrale
ossificatie) in serum gezien. De verhoging van de concentraties cGMP in urine ten opzichte van
baseline vóór toediening vond plaats in de eerste vier uur na toediening. De mediane concentratie
CXM in serum ten opzichte van baseline nam bij dagelijkse toediening van het geneesmiddel toe op
dag 29. Dit effect bleef langer dan 24 maanden na de behandeling bestaan.
De activiteit van vosoritide, gemeten op basis van cGMP in urine, was de verzadiging nabij, terwijl
de maximale toename van groeischijfactiviteit, zoals aangegeven door CXM, werd bereikt bij de dosis
van 15
μg/kg, eenmaal daags subcutaan toegediend.
7
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De werkzaamheid en veiligheid van vosoritide bij patiënten met achondroplasie met bevestigde
FGFR3-mutatie
werden beoordeeld in een gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd
onderzoek met een duur van 52 weken (ACH-onderzoek 111-301). In ACH-onderzoek 111-301
kregen de patiënten via randomisatie hetzij vosoritide (n = 60), hetzij placebo (n = 61) toegewezen
en bedroeg de dosis vosoritide 15
μg/kg, eenmaal daags subcutaan toegediend. Voorafgaand aan de
randomisatie hadden alle patiënten gedurende een periode van ten minste 6 maanden deelgenomen
aan een observationeel onderzoek (ACH-onderzoek 111-901) voor pediatrische patiënten met
achondroplasie waarin de lichaamslengte bij baseline en andere groeibeoordelingsgegevens
vóór behandeling waren verzameld. Patiënten die in de 18 maanden daarvoor een arm- of
beenverlengingsoperatie hadden ondergaan of die voornemens waren om tijdens de onderzoeksperiode
een arm- of beenverlengingsoperatie te ondergaan, werden geëxcludeerd. Het onderzoek bestond uit
een placebogecontroleerde behandelingsfase van 52 weken, gevolgd door een open-label
vervolgonderzoek waarin alle patiënten vosoritide kregen. Het primaire werkzaamheidseindpunt was
de verandering in AGV ten opzichte van baseline op week 52 in vergelijking met placebo.
Patiënten met achondroplasie werden ook behandeld met vosoritide 15
μg/kg/dag in een open-
label dosisescalatieonderzoek en het langetermijnonderzoek dat als vervolg daarop werd uitgevoerd
(ACH-onderzoek 111-205). Er werden gegevens van observationele onderzoeken bij patiënten
verzameld om de natuurlijke geschiedenis van achondroplasie te karakteriseren. Lengtegegevens
van onbehandelde patiënten met achondroplasie in dezelfde leeftijdsgroep als in de klinische
onderzoeken werden gebruikt als historische controle voor het beoordelen van het effect op lengte
na maximaal 5 jaar behandeling met vosoritide.
In tabel 3 zijn de demografische gegevens en kenmerken bij baseline van de patiënten weergegeven.
Tabel 3: Demografische gegevens en kenmerken in ACH-onderzoek 111-301 en ACH-
onderzoek 111-205
ACH-onderzoek 111-301
15
μg/kg/dag
Placebo
Voxzogo
(N = 61)
(N = 60)
ACH-
onderzoek 111-205
b
15
μg/kg/dag
Voxzogo
(N = 10)
Parameter
Leeftijd op dag 1 (jaar)
Gemiddelde (SD)
9,06 (2,47)
8,35 (2,43)
8,54 (1,54)
Min.; max.
5,1; 14,9
5,1; 13,1
6,3; 11,1
Leeftijd op dag 1,
n (%)
a
≥
5 tot 8 jaar
24 (39,3)
31 (51,7)
4 (40,0)
≥
8 tot 11 jaar
24 (39,3)
17 (28,3)
5 (50,0)
≥
11 tot 15 jaar
13 (21,3)
12 (20,0)
1 (10,0)
Tanner-stadium b,
n (%)
a
I
48 (78,7)
48 (80,0)
10 (100,0)
>I
13 (21,3)
12 (20,0)
a
Geslacht, n (%)
Mannelijk
33 (54,1)
31 (51,7)
4 (40,0)
Vrouwelijk
28 (45,9)
29 (48,3)
6 (60,0)
Gewicht (kg)
Gemiddelde (SD)
24,62 (9,07)
22,88 (7,96)
25,13 (5,74)
Min.; max.
11,6; 68,9
13,6; 53,0
18,2; 36,4
max., maximum; min., minimum; SD, standaarddeviatie.
a
De percentages werden berekend waarbij het totale aantal patiënten in de volledige analyseset (N
voor elke behandelingsgroep) als noemer diende
8
b
Analyse van 10 op 35 patiënten die enkel 15
μg/kg/dag
kregen in een open-label
dosisescalatieonderzoek en doorgingen in het langetermijnvervolgonderzoek, te weten
ACH-onderzoek 111-205
In ACH-onderzoek 111-301 werden vergeleken met placebo verbeteringen in de AGV en Z-score voor
lengte ten opzichte van baseline gezien bij patiënten die werden behandeld met
Voxzogo 15 µg/kg/dag. In tabel 4 zijn de werkzaamheidsresultaten weergegeven.
Tabel 4: Resultaten van placebogecontroleerd klinisch onderzoek
Placebo
(N = 61)
Baseline
Week
52
Verandering
Voxzogo 15 µg/kg, dagelijks
(N = 60
c
)
Baseline
Week
52
Verandering
Voxzogo t.o.v.
placebo
Gem. verschil
in
veranderingen,
KK
(95%-BI)
1,57
a
(1,22; 1,93)
(p = < 0,0001)
b
Z-score voor lengte
Gemiddelde
-
5,14
±
SD
± 1,07
Groeisnelheid op jaarbasis (cm/jaar)
Gemiddelde
4,06
3,94
-
0,12
± 1,20
± 1,07
±
SD
± 1,74
4,26
± 1,53
5,61
± 1,05
1,35
± 1,71
± 1,09
-
5,14
0,00
± 0,28
± 1,11
-
5,13
± 1,09
-
4,89
0,24
± 0,32
0,28
a
(0,17; 0,39)
(p = < 0,0001)
b
AGV (annualised
growth velocity),
groeisnelheid op jaarbasis; 95%-BI, 95%-
betrouwbaarheidsinterval; KK, kleinste kwadraten; SD, standaarddeviatie.
a
Verschil is 15 µg/kg Voxzogo min placebo.
b
Tweezijdige p-waarde.
c
Twee patiënten in de Voxzogo-groep stopten vóór week 52 met het onderzoek. De waarden voor
deze 2 patiënten werden geïmputeerd voor deze analyse.
Kleinstekwadratengemiddelde, geschat op basis van het ANCOVA-model (covariantieanalyse),
gecorrigeerd voor baselineverschillen tussen de twee armen, covariantieanalyse.
Het voordeel van verbetering in AGV in het voordeel van Voxzogo was consistent in alle vooraf
gedefinieerde subgroepen die werden geanalyseerd, waaronder geslacht, leeftijdsgroep, Tanner-
stadium, Z-score voor lengte bij baseline en AGV bij baseline. In de subgroep van mannen in Tanner-
stadium > I was de puntschatting van behandelingseffect in het voordeel van vosoritide, maar deze
subgroep omvatte slechts 8 proefpersonen (3 en 5 proefpersonen in respectievelijk de vosoritide- en
placeboarm).
De waargenomen toename van de groei trad proportioneel op in zowel de wervelkolom als de onderste
ledematen. Vergeleken met placebo was er geen verschil in botmineraaldichtheid na behandeling met
Voxzogo. Gedurende de behandeling met dit geneesmiddel was de gemiddelde toename van de
botleeftijd vergelijkbaar met de gemiddelde toename van de chronologische leeftijd, hetgeen wijst op
versnelling van de botontwikkeling.
Figuur 1 toont het effect van Voxzogo gedurende de periode van twee jaar in de Voxzogo-
behandelingsgroep en het effect in de placebo-controlegroep na het ontvangen van dagelijkse
subcutane injecties met Voxzogo gedurende 52 weken in het open-label vervolgonderzoek.
Verbeteringen in de AGV bleven in stand gedurende de voortgezette therapie met Voxzogo,
zonder aanwijzingen voor tachyfylaxie.
9
Figuur 1: Gemiddelde (± SD) 12-maandeninterval-AGV
8,0
7,5
7,0
Groeisnelheid op jaarbasis (cm/jaar):
12 maandenintervallen
6,5
6,0
5,5
5,0
4,5
4,0
3,5
3,0
2,5
2,0
Baseline in 111-301
Placebo / 15 µg/kg
15 µg/kg / 15 µg/kg
Week 52 in 111-301
Analysebezoek
Week 52 in 111-302
Placebo / 15 µg/kg vosoritide
15 µg/kg vosoritide / 15 µg/kg vosoritide
De figuur omvat alle patiënten in het hoofdonderzoek die een lengtemeting hadden op week 52 in het
vervolgonderzoek. Ononderbroken lijnen staan voor behandeling met vosoritide 15
μg/kg;
stippellijnen staan voor observationeel/placebo. Baseline is gedefinieerd als de laatste meting voor de
eerste dosis van het werkzame onderzoeksgeneesmiddel (d.w.z. vosoritide) of de placebo in 111-301.
De AGV over 12 maanden op post-baselinebezoek wordt gebaseerd op de voorafgaande 12 maanden.
Voorbeeld: 12 maandeninterval-AGV op week 52 in 111-302 = [(lengte bij bezoek op week 52 in 111-
302 - lengte bij bezoek op week 52 in 111-301)/(datum van bezoek op week 52 in 111-302 - datum
van bezoek op week 52 in 111-301)] x 365,25.
Open-label vervolgonderzoek
In het langetermijnvervolgonderzoek (ACH-onderzoek 111-205) werden 10 patiënten gedurende
maximaal 5 jaar continu behandeld met een dosis Voxzogo van 15 µg/kg/dag. De gemiddelde (SD)
verbetering van de AGV ten opzichte van baseline na 60 maanden was 1,34 (1,31) cm/jaar.
De toename in lengte na 5 jaar behandeling met 15 µg/kg/dag Voxzogo werd vergeleken met een
in leeftijd en geslacht overeenstemmende historische controle. De cross-sectionele vergelijkende
analyse over 5 jaar, gecorrigeerd voor lengteverschillen bij baseline, toonde aan dat er een
statistisch significant gemiddeld (95%-BI) verschil in lengte was in het voordeel van Voxzogo
(9,08 [5,77; 12,38] cm; p = 0,0002) ten opzichte van onbehandelde patiënten met achondroplasie.
Pediatrische patiënten 5 jaar
Pediatrische patiënten ≥
2 tot 5 jaar
Toepassing in de leeftijdsgroep van 2 tot 5 jaar wordt gestaafd door bewijs uit onderzoeken
bij kinderen van 5 tot 18 jaar en kinderen tot 5 jaar. De veiligheids- en werkzaamheidsprofielen
waren vergelijkbaar bij kinderen van 5 jaar en ouder en kinderen van 2 tot 5 jaar. In een lopend
onderzoek (ACH-onderzoek 111-206) worden de veiligheid en werkzaamheid van vosoritide
beoordeeld bij patiënten tussen 0 en 5 jaar. Op 30 juni 2020, het moment van het afsluiten van
de gegevensverzameling, hadden er 62 patiënten deelgenomen. Uit tussentijdse gegevens van
ACH-onderzoek 111-206 bleek een gunstig effect op de groei bij 4
patiënten van ≥
2 tot 5 jaar die
gedurende 2 jaar werden behandeld met vosoritide 15 µg/kg/dag. Er zijn geen gegevens beschikbaar
over kinderen tot 2 jaar.
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten tot uitstel van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met Voxzogo in een of meerdere subgroepen van
pediatrische patiënten met achondroplasie (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
10
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Vosoritide is een gemodificeerd recombinant humaan CNP. De peptideanaloog van 39 aminozuren
omvat de 37 C-terminale aminozuren van de humane CNP53-sequentie, aangevuld met 2 aminozuren
(Pro Gly) om resistentie voor afbraak door neutraal endopeptidase over te brengen, wat resulteert in
een langere halfwaardetijd ten opzichte van endogeen CNP.
De farmacokinetiek van vosoritide werd geëvalueerd bij in totaal 58 patiënten van 5 tot 18 jaar met
achondroplasie die gedurende 52 weken eenmaal daags een subcutane injectie met vosoritide 15 µg/kg
kregen. De farmacokinetiek van vosoritide bij 18 patiënten van 2 tot 5 jaar was vergelijkbaar met die
bij oudere kinderen.
Absorptie
Vosoritide werd geabsorbeerd met een mediane T
max
van 15 minuten. De gemiddelde (± SD)
piekconcentratie (C
max
) en oppervlakte onder de concentratie-tijdcurve vanaf tijdstip nul tot de laatste
meetbare concentratie (AUC
0-t
) die werd gezien na 52 weken behandeling, was respectievelijk
5 800 (± 3 680), en 290 000 (± 235 000) pg-min/ml. De biobeschikbaarheid van vosoritide werd niet
beoordeeld in klinische onderzoeken.
Distributie
Het gemiddelde (± SD) schijnbare distributievolume na 52 weken behandeling
was 2 910 (± 1 660) ml/kg.
Biotransformatie
Naar verwachting treedt het metabolisme van vosoritide op via katabole reactiepaden en wordt het
afgebroken in kleine peptidedeeltjes en aminozuren.
Eliminatie
De gemiddelde (± SD) schijnbare klaring na 52 weken behandeling was 79,4 (53,0) ml/min/kg.
De gemiddelde (± SD) halfwaardetijd was 27,9 (9,9) minuten.
De interpatiëntvariabiliteit (variatiecoëfficiënt) in schijnbare klaring was 33,6 %.
Lineariteit/non-lineariteit
De toename van plasmablootstelling (AUC en C
max
) met dosis was groter dan dosisproportioneel
over het dosisbereik van 2,5 (0,17 maal de aanbevolen dosis) tot 30,0
μg/kg/dag (tweemaal de
goedgekeurde dosis).
Speciale populaties
Er werden geen klinisch significante verschillen in de farmacokinetiek van vosoritide gezien op basis
van leeftijd (0,9 tot 16 jaar), geslacht, ras of etniciteit.
Lichaamsgewicht
Lichaamsgewicht is de enige significante covariabele voor de klaring of het distributievolume
van vosoritide. Schijnbare klaring en distributievolume van vosoritide namen toe met de toename
van het lichaamsgewicht bij patiënten met achondroplasie (9 tot 74,5 kg). De voorgestelde dosering
(zie rubriek 4.2) houdt rekening met deze afwijking en beveelt het gebruik aan van doses hoger
(bij patiënten met een lichaamsgewicht tussen 10 en 16 kg) of lager (bij personen met een
lichaamsgewicht van meer dan 44 kg) dan de 'standaarddosis' van 15 µg/kg om een gelijkmatig
blootstellingsniveau mogelijk te maken voor alle gewichtbereiken.
11
Patiënten met verminderde nier- en leverfunctie
De veiligheid en werkzaamheid van vosoritide bij patiënten met een verminderde nier- of
leverfunctie zijn niet geëvalueerd. Op basis van het eliminatiemechanisme wordt niet verwacht
dat een verminderde nier- of leverfunctie de farmacokinetiek van vosoritide verandert.
Onderzoeken naar geneesmiddelinteractie
In-vitro-onderzoeken
naar de remming en inductie van cytochroom-P450(CYP)-enzymen wezen
erop dat vosoritide CYP-1A2, 2B6, 2C8, 2C9, 2C19, 2D6 of 3A4/5 niet remde en CYP-1A2, 2B6
of 3A4/5 niet induceerde bij klinisch relevante concentraties. Uit
in-vitro-onderzoeken
naar interactie
bleek ook dat het potentieel voor interactie met de geneesmiddeltransporteiwitten OAT1, OAT3, OCT
1, OCT 2, OATP1B1, OATP1B3, MATE 1, KATE2-K, BCRP, P-gp en BSEP laag is bij klinisch
relevante concentraties.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Er zijn geen bijwerkingen waargenomen in klinische onderzoeken. Echter bij dieren zijn bij
soortgelijke blootstellingsniveaus als de klinische blootstellingsniveaus wel bijwerkingen
waargenomen die relevant zouden kunnen zijn voor klinische doeleinden.
In meerdere onderzoeken werden bij gezonde apen bij doses van 28 tot 300
μg/kg op dosisgerelateerde
wijze tijdelijke verlagingen van de bloeddruk en verhogingen van de hartfrequentie waargenomen.
Maximale effecten werden doorgaans gezien binnen 1 uur na toediening en waren meestal
asymptomatisch. Bij een aantal apen die hogere doses vosoritide kregen, werden korte periodes van
sternale/laterale ligging of hypoactiviteit waargenomen. Deze effecten zouden verband kunnen houden
met een verlaagde bloeddruk.
In toxicologische onderzoeken met herhaalde doses bij ratten en apen zijn bij normale dieren
ongewenste effecten waargenomen op de lichaamshouding, botvorm, mobiliteit en botsterkte. Bij apen
is de ‘no observed adverse effect level’ (NOAEL) van vosoritide 25
μg/kg (gemiddelde C
max
-waarde
van 1 170 pg/ml; ongeveer gelijk aan de aanbevolen dosis voor een mens van 20 kg) bij dagelijkse
toediening door middel van een subcutane injectie gedurende 44 weken.
Carcinogeniciteit/mutageniteit
Er zijn geen onderzoeken naar carcinogeniciteit en genotoxiciteit uitgevoerd met vosoritide. Op basis
van het werkingsmechanisme wordt niet verwacht dat vosoritide tumorigeen is.
Aantasting van vruchtbaarheid
In een onderzoek naar vruchtbaarheid en voortplantingsvermogen bij mannelijke en vrouwelijke ratten
bij dosisniveaus tot maximaal 540
μg/kg/dag
had vosoritide geen effect op de paringsprestaties, de
vruchtbaarheid of kenmerken van worpen.
Reproductie- en ontwikkelingstoxiciteit
Vosoritide werd niet in verband gebracht met effecten op het voortplantingsvermogen, in utero of
ontwikkelingsparameters gemeten bij ratten en konijnen voor het onderzoeken van de vruchtbaarheid,
of embryo-foetale ontwikkeling in onderzoeken naar pre- en postnatale ontwikkeling.
Vosoritide werd gedetecteerd in de moedermelk van ratten.
12
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Poeder
Citroenzuur (E330)
Natriumcitraat (E331)
Trehalosedihydraat
Mannitol (E421)
Methionine
Polysorbaat 80 (E433)
Oplosmiddel
Water voor injecties
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Dit geneesmiddel mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen dan die vermeld zijn in
rubriek 6.6.
6.3
Houdbaarheid
Ongeopende injectieflacons
2 jaar
Gereconstitueerde oplossing
De chemische en fysieke stabiliteit werd gedurende 3 uur aangetoond bij 25 °C.
Vanuit microbiologisch oogpunt dient de oplossing meteen te worden gebruikt, tenzij het risico op
microbiële contaminatie wordt uitgesloten door de reconstitutiemethode.
Indien Voxzogo niet meteen wordt gebruikt, dient het middel binnen 3 uur na reconstitutie te worden
toegediend (zie rubriek 4.2).
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de koelkast (2 °C – 8 °C). Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Voxzogo kan voor een eenmalige periode van maximaal 90 dagen bij kamertemperatuur onder 30 °C
worden bewaard, maar niet na de uiterste gebruiksdatum. Plaats Voxzogo niet terug in de koelkast
nadat het middel bij kamertemperatuur is bewaard.
Voor de bewaarcondities van het geneesmiddel na reconstitutie, zie rubriek 6.3.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Vosoritide 0,4 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
Poeder
2 ml injectieflacon (glas) met rubber stop (broombutyl) en witte openklapbare dop.
13
Oplosmiddel
Voorgevulde spuit (glas) met plunjer (broombutyl) en afsluitdopje met een Luer-lock en tegen
manipulatie beschermde verzegeling met 0,5 ml water voor injecties.
Vosoritide 0,56 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
Poeder
2 ml injectieflacon (glas) met rubber stop (broombutyl) en magenta openklapbare dop.
Oplosmiddel
Voorgevulde spuit (glas) met plunjers (broombutyl) en afsluitdopje met een Luer-lock en tegen
manipulatie beschermde verzegeling met 0,7 ml water voor injecties.
Vosoritide 1,2 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
Poeder
2 ml injectieflacon (glas) met rubber stop (broombutyl) en grijze openklapbare dop.
Oplosmiddel
Voorgevulde spuit (glas) met plunjers (broombutyl) en afsluitdopje met een Luer-lock en tegen
manipulatie beschermde verzegeling met 0,6 ml water voor injecties.
Elke doos bevat:
•
10 injectieflacons Voxzogo
•
10 voorgevulde spuiten met water voor injecties
•
10 afzonderlijke naalden voor eenmalig gebruik (23 gauge, voor reconstitutie)
•
10 afzonderlijke spuiten voor eenmalig gebruik (30 gauge, voor toediening)
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Bereiding van Voxzogo voor subcutane injectie
•
•
De juiste sterkte Voxzogo en de juiste voorgevulde spuit met oplosmiddel
(reconstitutievolume) dienen te worden gecontroleerd aan de hand van het
lichaamsgewicht van de patiënt (zie tabel 1).
Alle noodzakelijke aanvullende benodigdheden dienen aanwezig te zijn voordat wordt
begonnen.
o
Alcoholdoekjes
o
Gaasje of pleisters
o
Naaldencontainer
De Voxzogo injectieflacon en oplosmiddel in een voorgevulde spuit (water voor injecties)
dienen uit de koelkast te worden gehaald en er dient te worden gewacht tot deze op
kamertemperatuur zijn gekomen alvorens Voxzogo te reconstitueren.
De naald van het oplosmiddel dient te worden bevestigd op het oplosmiddel in de
voorgevulde spuit (water voor injecties).
De volledige hoeveelheid oplosmiddel dient in de injectieflacon te worden gespoten.
Het oplosmiddel in de injectieflacon dient voorzichtig te worden rondgedraaid totdat het
witte poeder volledig opgelost is. De injectieflacon mag niet worden geschud.
Het doseringsvolume van de gereconstitueerde oplossing dient met een spuit langzaam te
worden opgetrokken uit de injectieflacon voor eenmalig gebruik.
Na reconstitutie is dit geneesmiddel een heldere, kleurloze tot gele vloeistof. De
oplossing mag niet worden gebruikt indien deze verkleurd of troebel is of als er deeltjes
aanwezig zijn.
Na reconstitutie kan Voxzogo bij kamertemperatuur tot 25 °C gedurende maximaal 3 uur
worden bewaard in de injectieflacon. Het geneesmiddel bevat geen conserveermiddel.
•
•
•
•
•
•
•
14
•
•
•
Voor toediening dient het benodigde dosisvolume uit de injectieflacon te worden
opgetrokken met behulp van de meegeleverde toedieningsspuit (zie tabel 1).
Elke injectieflacon en voorgevulde spuit zijn uitsluitend bedoeld voor eenmalig gebruik.
Uitsluitend de meegeleverde toedieningsspuit mag worden gebruikt.
Verwijdering
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
Alle naalden en spuiten dienen te worden weggegooid in een naaldencontainer.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
BioMarin International Limited
Shanbally, Ringaskiddy
County Cork, P43 R298
Ierland
8.
9.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning:
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
https://www/ema.europa.eu.
15
BIJLAGE II
A.
B.
C.
D.
FABRIKANT(EN) VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF(FEN) EN
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN
VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
16
A.
FABRIKANT(EN) VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF(FEN) EN
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) van de biologisch werkzame stof(fen)
BioMarin Pharmaceutical Inc.
Novato Campus
46 Galli Drive
Novato, CA 94949
VS
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
BioMarin International Limited
Shanbally, Ringaskiddy
County Cork
P43 R298
Ierland
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C.
•
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst
met Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7
van Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hieropvolgende aanpassingen gepubliceerd op het
Europese webportaal voor geneesmiddelen.
De vergunninghouder zal het eerste periodieke veiligheidsverslag voor dit geneesmiddel binnen
6 maanden na toekenning van de vergunning indienen.
D.
•
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.
17
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
•
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
•
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van
het beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging
van de bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke
mijlpaal (voor geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een
minimum) is bereikt.
•
Verplichting tot het nemen van maatregelen na toekenning van de handelsvergunning
De vergunninghouder moet binnen het vastgestelde tijdschema de volgende verplichtingen nakomen:
Beschrijving
Studie naar de werkzaamheid uitgevoerd
na verlening van de handelsvergunning
(Post-authorisation
efficacy study,
PAES):
Voor verdere evaluatie van de werkzaamheid
van vosoritide bij patiënten in de leeftijd van
2-5 jaar dient de vergunninghouder de
definitieve resultaten van het onderzoek 111-
206, een lopend gerandomiseerd, dubbelblind,
placebogecontroleerd fase 2-onderzoek in
meerdere centra naar de veiligheid en
werkzaamheid van dagelijkse subcutane
injecties met vosoritide bij jongere kinderen
met achondroplasie, in te dienen
Uiterste datum
September 2022
18
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
19
A. ETIKETTERING
20
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
0,4 MG VERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Voxzogo 0,4 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
vosoritide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke injectieflacon met poeder bevat 0,4 mg vosoritide. Na reconstitutie bevat elke
injectieflacon 0,4 mg vosoritide in 0,5 ml oplossing, overeenkomend met een concentratie
van 0,8 mg/ml.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Poeder: citroenzuur (E330), natriumcitraat (E331), trehalosedihydraat, mannitol (E421), methionine,
polysorbaat 80 (E433)
Oplosmiddel: water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie.
Deze doos bevat:
10 injectieflacons met poeder (0,4 mg)
10 spuiten met oplosmiddel (0,5 ml)
10 naalden voor eenmalig gebruik
10 spuiten voor eenmalig gebruik
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
21
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Kan voor een eenmalige periode van maximaal 90 dagen bij kamertemperatuur onder 30 °C worden
bewaard.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Datum uit de koelkast gehaald: _____/_____/______
Indien vosoritide niet meteen wordt gebruikt, dient het middel binnen 3 uur na reconstitutie te worden
toegediend.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
BioMarin International Limited
Shanbally, Ringaskiddy
County Cork
Ierland
P43 R298
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/0/00/000/000
13.
Lot
14.
15.
16.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
PARTIJNUMMER
Voxzogo 0,4 mg
22
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
23
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET 0,4 MG INJECTIEFLACON
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Voxzogo 0,4 mg poeder voor injectie
vosoritide
s.c. gebruik
2.
3.
EXP
4.
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
PARTIJNUMMER
WIJZE VAN TOEDIENING
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
0,4 mg
6.
OVERIGE
24
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET VOORGEVULDE SPUIT MET 0,5 ML OPLOSMIDDEL
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Oplosmiddel voor Voxzogo
s.c. gebruik na reconstitutie
2.
3.
EXP
4.
Lot
5.
0,5 ml
6.
OVERIGE
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
PARTIJNUMMER
WIJZE VAN TOEDIENING
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Voor reconstitutie van het poeder in de injectieflacon
25
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING VOORGEVULDE SPUIT MET 0,5 ML OPLOSMIDDEL
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Oplosmiddel voor Voxzogo
Water voor injecties
Subcutaan gebruik na reconstitutie
0,5 ml
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
BioMarin International Limited
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
26
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
0,56 MG VERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Voxzogo 0,56 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
vosoritide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke injectieflacon met poeder bevat 0,56 mg vosoritide. Na reconstitutie bevat elke
injectieflacon 0,56 mg vosoritide in 0,7 ml oplossing, overeenkomend met een concentratie
van 0,8 mg/ml.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Poeder: citroenzuur (E330), natriumcitraat (E331), trehalosedihydraat, mannitol (E421), methionine,
polysorbaat 80 (E433)
Oplosmiddel: water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie.
Deze doos bevat:
10 injectieflacons met poeder (0,56 mg)
10 spuiten met oplosmiddel (0,7 ml)
10 naalden voor eenmalig gebruik
10 spuiten voor eenmalig gebruik
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
27
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Kan voor een eenmalige periode van maximaal 90 dagen bij kamertemperatuur onder 30 °C worden
bewaard.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Datum uit de koelkast gehaald: _____/_____/______
Indien vosoritide niet meteen wordt gebruikt, dient het middel binnen 3 uur na reconstitutie te worden
toegediend.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
BioMarin International Limited
Shanbally, Ringaskiddy
County Cork
Ierland
P43 R298
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/0/00/000/000
13.
Lot
14.
15.
16.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
PARTIJNUMMER
Voxzogo 0,56 mg
28
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
29
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET 0,56 MG INJECTIEFLACON
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Voxzogo 0,56 mg poeder voor injectie
vosoritide
s.c. gebruik
2.
3.
EXP
4.
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
PARTIJNUMMER
WIJZE VAN TOEDIENING
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
0,56 mg
6.
OVERIGE
30
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET VOORGEVULDE SPUIT MET 0,7 ML OPLOSMIDDEL
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Oplosmiddel voor Voxzogo
s.c. gebruik na reconstitutie
2.
3.
EXP
4.
Lot
5.
0,7 ml
6.
OVERIGE
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
PARTIJNUMMER
WIJZE VAN TOEDIENING
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Voor reconstitutie van het poeder in de injectieflacon
31
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING VOORGEVULDE SPUIT MET 0,7 ML OPLOSMIDDEL
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Oplosmiddel voor Voxzogo
Water voor injecties
Subcutaan gebruik na reconstitutie
0,7 ml
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
BioMarin International Limited
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
32
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
1,2 MG VERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Voxzogo 1,2 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
vosoritide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke injectieflacon met poeder bevat 1,2 mg vosoritide. Na reconstitutie bevat elke
injectieflacon 1,2 mg vosoritide in 0,6 ml oplossing, overeenkomend met een concentratie
van 2 mg/ml.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Poeder: citroenzuur (E330), natriumcitraat (E331), trehalosedihydraat, mannitol (E421), methionine,
polysorbaat 80 (E433)
Oplosmiddel: water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie.
Deze doos bevat:
10 injectieflacons met poeder (1,2 mg)
10 spuiten met oplosmiddel (0,6 ml)
10 naalden voor eenmalig gebruik
10 spuiten voor eenmalig gebruik
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
33
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Kan voor een eenmalige periode van maximaal 90 dagen bij kamertemperatuur onder 30 °C worden
bewaard.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Datum uit de koelkast gehaald: _____/_____/______
Indien vosoritide niet meteen wordt gebruikt, dient het middel binnen 3 uur na reconstitutie te worden
toegediend.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
BioMarin International Limited
Shanbally, Ringaskiddy
County Cork
Ierland
P43 R298
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/0/00/000/000
13.
Lot
14.
15.
16.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
PARTIJNUMMER
Voxzogo 1,2 mg
34
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
35
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET 1,2 MG INJECTIEFLACON
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Voxzogo 1,2 mg poeder voor injectie
vosoritide
s.c. gebruik
2.
3.
EXP
4.
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
PARTIJNUMMER
WIJZE VAN TOEDIENING
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
1,2 mg
6.
OVERIGE
36
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET VOORGEVULDE SPUIT MET 0,6 ML OPLOSMIDDEL
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Oplosmiddel voor Voxzogo
s.c. gebruik na reconstitutie
2.
3.
EXP
4.
Lot
5.
0,6 ml
6.
OVERIGE
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
PARTIJNUMMER
WIJZE VAN TOEDIENING
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Voor reconstitutie van het poeder in de injectieflacon
37
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING VOORGEVULDE SPUIT MET 0,6 ML OPLOSMIDDEL
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Oplosmiddel voor Voxzogo
Water voor injecties
Subcutaan gebruik na reconstitutie
0,6 ml
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
BioMarin International Limited
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
38
B. BIJSLUITER
39
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Voxzogo 0,4 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
Voxzogo 0,56 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
Voxzogo 1,2 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
vosoritide
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u of uw kind eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat
kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u of uw kind nog vragen? Neem dan contact op met uw arts.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u of uw kind
voorgeschreven. Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u of uw kind last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u of uw
kind een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1.
Wat is Voxzogo en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe gebruikt u dit middel?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Wat is Voxzogo en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Voxzogo?
Voxzogo bevat de werkzame stof vosoritide. Het lijkt op een eiwit in het lichaam met de naam C-type-
natriuretisch peptide (CNP). Vosoritide wordt gemaakt met behulp van een recombinatietechniek met
bacteriën die zijn gemodificeerd (op een bepaalde manier bewerkt om de juiste eigenschappen te
krijgen) zodat ze het gen voor de aanmaak van het eiwit bevatten.
Waarvoor wordt het middel gebruikt?
Dit geneesmiddel wordt gebruikt voor de behandeling van achondroplasie bij patiënten van 2 jaar en
ouder van wie de botten nog groeien. Achondroplasie is een erfelijke aandoening die van invloed is op
de groei van nagenoeg alle botten in het lichaam, waaronder de schedel, wervelkolom, armen en
benen, met als gevolg een zeer korte gestalte met een kenmerkend uiterlijk.
Het geneesmiddel is alleen aangewezen bij achondroplasie die wordt veroorzaakt door mutaties in het
FGFR3-gen
zoals vastgesteld door middel van genetische tests.
Hoe werkt dit middel?
De werkzame stof in Voxzogo werkt rechtstreeks op de groeischijven van uw botten, om nieuwe
botgroei te bevorderen.
40
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U of uw kind is allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u
vinden in rubriek 6.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt:
-
als u of uw kind een ernstige hartziekte of bloeddrukproblemen heeft.
-
als u of uw kind momenteel bloeddrukverlagende geneesmiddelen gebruikt of dat kort geleden
heeft gedaan.
Is een van de bovenstaande situaties van toepassing op u of uw kind? Of twijfelt u hierover? Neem dan
contact op met uw arts voordat u Voxzogo gebruikt.
Effecten op de bloeddruk
Voxzogo kan de bloeddruk verlagen. Hierdoor kunt u zich duizelig, misselijk of moe voelen. Meestal
is de bloeddruk binnen 90 minuten na de injectie met Voxzogo weer normaal. Treden deze effecten op
en zijn ze ernstig? Vertel dat dan uw arts.
Het drinken van een ruime hoeveelheid vloeistoffen op het moment van de injectie kan de kans op
deze effecten verlagen. Aanbevolen wordt dat patiënten ongeveer 30 minuten voor de injectie een licht
tussendoortje eten en een glas vloeistof (bijv. water, melk of sap) drinken.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Er is niet voldoende informatie over het gebruik van dit geneesmiddel bij kinderen jonger dan 2 jaar.
Daarom wordt het afgeraden.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u of uw kind naast Voxzogo nog andere geneesmiddelen, heeft u of uw kind dat kort geleden
gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u of uw kind binnenkort andere geneesmiddelen gaat
gebruiken? Vertel dat dan uw arts.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u of is uw kind zwanger, denkt u of uw kind zwanger te zijn, wilt u of wil uw kind zwanger
worden of geeft u of uw kind borstvoeding terwijl u of uw kind met dit geneesmiddel wordt
behandeld? Neem dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Dit geneesmiddel wordt niet aanbevolen voor gebruik tijdens de zwangerschap en borstvoeding.
Rijvaardigheid, fietsen en het gebruik van machines
Dit geneesmiddel kan ervoor zorgen dat u zich duizelig, licht in hoofd of moe voelt, of u kunt zich
kort na de injectie misselijk voelen. Als dit gebeurt, mag u geen voertuig besturen en mag u niet
fietsen, lichamelijke activiteiten verrichten of machines gebruiken gedurende ongeveer een uur na de
injectie of totdat u zich beter voelt.
Voxzogo bevat natrium
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis, dat wil zeggen dat het in wezen
‘natriumvrij’ is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Een zorgverlener moet de injectie met Voxzogo aan u geven. Geef uw kind geen injectie met Voxzogo
voordat u hiervoor de juiste training heeft gekregen van een zorgprofessional.
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
41
Dosis
Uw arts zal de juiste dosis kiezen op basis van het lichaamsgewicht van u of uw kind. De arts zal u
vertellen hoeveel van de injectievloeistof er moet worden geïnjecteerd. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
U of uw kind moet ongeveer 30 minuten voor de injectie een licht tussendoortje eten en een glas
water, melk of sap drinken. Dit kan bijwerkingen zoals duizeligheid, moeheid of misselijkheid
(nausea) verminderen.
Hoe gebruikt u dit middel?
Injecteer Voxzogo langzaam onder de huid (subcutane injectie).
De injectie moet elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip worden gegeven.
Het wordt aanbevolen om de injectie elke dag op een andere plaats te geven en niet 2 dagen achter
elkaar dezelfde plek te gebruiken. Injecteer dit geneesmiddel niet in moedervlekken, littekens,
geboortevlekken of gebieden waar de huid gevoelig, gekneusd, rood of hard is.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Heeft u te veel van dit middel geïnjecteerd? Neem dan onmiddellijk contact op met uw arts.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als uw kind een dosis heeft gemist, moet de injectie alsnog worden gegeven als dit binnen 12 uur na
het geplande tijdstip is. Als er meer dan 12 uur zijn verstreken sinds het geplande tijdstip, mag u de
gemiste dosis niet injecteren. Wacht tot de volgende dag en ga door met de gebruikelijke dosis op het
gebruikelijke tijdstip.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Neem altijd contact op met de arts van uw kind voordat u de beslissing neemt om te stoppen met de
behandeling. Heeft u of uw kind nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Zeer vaak voorkomende bijwerkingen
Deze komen voor bij
meer dan 1 op de 10 gebruikers:
•
Overgeven
•
Lage bloeddruk (tijdelijke effecten zijn onder andere duizeligheid, moe zijn of misselijk zijn
kort na een injectie)
•
Reacties op de injectieplaats: roodheid, jeuk, ontsteking, zwelling, blauwe plek, huiduitslag,
galbulten, pijn. Reacties op de injectieplaats zijn meestal licht en gaan na een paar uur vanzelf
over.
Vaak voorkomende bijwerkingen
Deze komen voor bij
minder dan 1 op de 10 gebruikers:
•
Misselijkheid (nausea)
•
Zich flauw of licht in het hoofd voelen, of flauwvallen
•
Duizeligheid
•
Moeheid
•
Hoge concentraties van alkalische fosfatase in het bloed (zoals blijkt uit bloedtests)
42
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u of uw kind last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
Dit geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen
houden.
Gebruik dit geneesmiddel
niet
meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos na
“EXP”. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de koelkast (2 °C – 8 °C).
Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke
verpakking ter bescherming tegen licht.
Voxzogo kan gedurende maximaal 90 dagen bij kamertemperatuur (onder 30 °C) worden bewaard,
maar niet na de uiterste gebruiksdatum. Plaats Voxzogo
niet
terug in de koelkast nadat het middel bij
kamertemperatuur is bewaard.
Noteer
op de doos
de datum
waarop u Voxzogo uit de koelkast heeft
gehaald om het middel bij kamertemperatuur te bewaren.
Gebruik Voxzogo zodra de oplossing is bereid. Het middel moet in elk geval binnen 3 uur na
bereiding worden gegeven. Gebruik dit geneesmiddel niet als de oplossing voor injectie troebel is of
deeltjes bevat.
Gooi geneesmiddelen niet in de vuilnisbak. Vraag uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen
die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de juiste manier afvoert worden ze op een
verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is vosoritide.
•
Elke injectieflacon van 0,4 mg poeder, gereconstitueerd in een oplossing van 0,5 ml
oplosmiddel, komt overeen met een concentratie van 0,8 mg/ml.
•
Elke injectieflacon van 0,56 mg poeder, gereconstitueerd in een oplossing van 0,7 ml
oplosmiddel, komt overeen met een concentratie van 0,8 mg/ml.
•
Elke injectieflacon van 1,2 mg poeder, gereconstitueerd in een oplossing van 0,6 ml
oplosmiddel, komt overeen met een concentratie van 2 mg/ml.
De andere stoffen in dit middel zijn citroenzuur (E330), natriumcitraat (E331),
trehalosedihydraat, mannitol (E421), methionine, polysorbaat 80 (E433).
Het oplosmiddel is water voor injecties.
-
-
Hoe ziet Voxzogo eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Voxzogo poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie wordt geleverd als:
•
een wit tot geel poeder voor oplossing voor injectie in een glazen injectieflacon en
•
een helder, kleurloos oplosmiddel (water voor injecties) om het poeder in op te lossen.
Na het oplossen van het poeder in het oplosmiddel is de oplossing een heldere, kleurloze tot gele
vloeistof.
43
Elke doos bevat:
•
10 injectieflacons Voxzogo
•
10 voorgevulde spuiten met water voor injecties
•
10 afzonderlijke naalden voor eenmalig gebruik
•
10 afzonderlijke spuiten voor eenmalig gebruik
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
BioMarin International Limited
Shanbally, Ringaskiddy
County Cork
Ierland
P43 R298
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in MM/JJJJ.
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu.
Hier vindt u ook verwijzingen naar andere
websites over zeldzame ziektes en hun behandelingen.
44
Instructies voor gebruik
45
Meegeleverde artikelen voor het injecteren van Voxzogo (zie figuur A)
Figuur A
Injectieflacon Voxzogo
Naald voor oplosmiddel
(blauw schuifje voor het intrekken
van de naald)
Spuit met oplosmiddel
(bevat water voor injecties voor de
reconstitutie van Voxzogo)
Injectiespuit
Benodigde artikelen die
niet
worden meegeleverd in de verpakking (zie figuur B)
Heeft u deze artikelen niet? Vraag uw apotheker ernaar.
Figuur B
Alcoholdoekjes
Naaldencontainer
Gaasje of pleister
46
VOORBEREIDEN VOOR INJECTIE
Voordat u begint, zorgt u ervoor dat u een schoon werkvlak heeft en dat u uw handen heeft gewassen.
Stap 1:
Plaats de injectieflacon op een schone,
vlakke ondergrond. Wip de dop eraf en veeg de
bovenzijde af met een alcoholdoekje.
Raak de stop van de injectieflacon niet aan met
uw vingers nadat u deze heeft afgeveegd met een
alcoholdoekje.
Stap 2:
Breek de dop van de spuit met oplosmiddel
door de dop voorzichtig te buigen.
Stap 3:
Draai de naald voor het oplosmiddel op de
spuit met oplosmiddel totdat u de naald niet verder
kunt draaien.
Stap 4:
Trek de dop van de naald en steek de naald
door het midden van de stop in de injectieflacon.
Duw de zuigerstang langzaam naar binnen zodat
alle vloeistof in de injectieflacon wordt gespoten.
Pas op dat u niet op het blauwe schuifje drukt
tot stap 5.
47
Stap 5:
Haal de naald uit de injectieflacon en druk
vervolgens op het blauwe schuifje zodat de naald
wordt ingetrokken. Gooi de naald en de spuit weg
in een naaldencontainer.
Zie stap 19 en “Hoe voer ik dit middel af?”
Gebruik de spuit met oplosmiddel niet voor het
geven van de injectie.
LET OP: Raak de punt van de naald niet
aan.
Stap 6:
Draai de injectieflacon voorzichtig rond
totdat het poeder volledig opgelost is en de
oplossing helder is.
Niet schudden.
Controleer of het middel helder tot geel van kleur
is, niet troebel is en geen deeltjes bevat.
Stap 7:
Trek de naalddop van de injectiespuit en
steek de naald recht door het midden van de stop in
de injectieflacon.
Buig de naald niet.
LET OP: Plaats de dop niet terug op de
naald.
48
Stap 8:
Houd de injectieflacon en spuit voorzichtig
vast en draai de injectieflacon ondersteboven met
de naald er nog in. De injectieflacon moet zich
bovenop bevinden.
Buig de naald niet.
Stap 9:
Houd de punt van de naald in het
geneesmiddel en trek de zuigerstang langzaam naar
buiten om de voorgeschreven dosis in de spuit te
trekken.
Controleer op het receptlabel hoeveel van het
middel u moet optrekken.
LET OP: Trek de voorgeschreven dosis op.
Stap 10:
Verwijder grote luchtbellen uit de spuit
door voorzichtig tegen de spuit te tikken. Druk de
bellen vervolgens
langzaam
terug in de
injectieflacon.
49
Stap 11:
Herhaal stap 9 en 10 totdat de correcte
voorgeschreven dosis in de spuit zit zonder grote
bellen.
Zorg ervoor dat de dosis in de spuit
overeenkomt met de voorgeschreven dosis. Meet
vanaf de onderkant van de zuiger, zoals
aangegeven.
LET OP: Verwijder grote bellen.
1 of 2 kleine
belletjes zijn acceptabel.
Stap 12:
Controleer of de voorgeschreven dosis in
de spuit zit, verwijder de injectieflacon en bereid u
voor op het toedienen van de dosis.
LET OP:
Controleer voordat u de
injectieflacon verwijdert, of de hoeveelheid
overeenkomt met de voorgeschreven dosis.
INJECTIEPLAATS KIEZEN EN VOORBEREIDEN
50
Stap 13:
Voxzogo
mag uitsluitend in de vetlaag
onder de huid (subcutaan) worden geïnjecteerd.
•
•
•
Injecteer het middel niet door kleding
heen.
Dien niet tweemaal achter elkaar op
dezelfde plaats een injectie toe.
Dien geen injectie toe in huid die
pijnlijk, gekneusd, rood of hard is, of
littekens bevat.
De volgende plaatsen worden aangeraden voor
toediening van een injectie:
•
achterkant van de bovenarmen
of
•
dijen
of
•
buik
(5 centimeter van de navel) or
•
billen
Stap 14:
Veeg de injectieplaats af met een
alcoholdoekje en laat de huid aan de lucht drogen.
Raak het schoongemaakte gebied niet meer aan
voordat u de injectie geeft.
INJECTIE MET VOXZOGO GEVEN
Stap 15:
Nadat u de plaats met een alcoholdoekje
heeft afgeveegd, knijpt u de huid rondom de
gekozen injectieplaats omhoog.
51
Stap 16:
Steek de naald snel helemaal in de huid in
een hoek van 45 graden.
Stap 17:
Laat de huid los en duw de zuigerstang
langzaam helemaal naar binnen. Injecteer de
volledige dosis.
Stap 18:
Blijf op de zuigerstang drukken totdat de
naald in de spuit wordt getrokken.
Stap 19:
Gooi de gebruikte injectieflacon, spuiten
en naalden weg in een naaldencontainer. Zie “Hoe
voer ik dit
middel
af?” voor meer informatie.
Na de injectie met Voxzogo
•
Controleer de injectieplaats. Als zich op de injectieplaats een kleine hoeveelheid bloed
bevindt, drukt u er gedurende enkele seconden voorzichtig een gaasje op of brengt u een
pleister aan.
•
Wrijf
niet
over de injectieplaats.
•
Let op tekenen van een lage bloeddruk, zoals duizeligheid, moeheid of misselijkheid.
Heeft u deze symptomen? Bel dan uw arts of zorgverlener, ga op uw rug liggen en leg uw
benen omhoog door er kussens onder te plaatsen.
52
Hoe voer ik dit middel af?
Doe uw gebruikte of niet langer houdbare injectieflacons, naalden en spuiten meteen na gebruik in een
naaldencontainer.
Als u geen naaldencontainer heeft, kunt u een afvalcontainer gebruiken die:
•
van stevige kunststof gemaakt is
•
kan worden afgesloten met een goed afsluitend, doorprikbestendig deksel waar geen
naalden door kunnen steken
•
rechtop staat en stabiel is tijdens het gebruik
•
bestand is tegen lekken en
•
voorzien is van een behoorlijke aanduiding om te waarschuwen dat zich in de container
gevaarlijk afval bevindt
Wanneer uw naaldencontainer bijna vol is, moet u de naaldencontainer naar behoren afvoeren volgens
de lokale richtlijnen.
Gooi geneesmiddelen, injectieflacons, losse naalden en spuiten niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
53
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht
alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek 4.8 voor het rapporteren van bijwerkingen.
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Voxzogo 0,4 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
Voxzogo 0,56 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
Voxzogo 1,2 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Voxzogo 0,4 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
Elke injectieflacon met poeder bevat 0,4 mg vosoritide*.
Na reconstitutie bevat elke injectieflacon 0,4 mg vosoritide in 0,5 ml oplossing, overeenkomend met
een concentratie van 0,8 mg/ml.
Voxzogo 0,56 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
Elke injectieflacon met poeder bevat 0,56 mg vosoritide*.
Na reconstitutie bevat elke injectieflacon 0,56 mg vosoritide in 0,7 ml oplossing, overeenkomend met
een concentratie van 0,8 mg/ml.
Voxzogo 1,2 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
Elke injectieflacon met poeder bevat 1,2 mg vosoritide*.
Na reconstitutie bevat elke injectieflacon 1,2 mg vosoritide in 0,6 ml oplossing, overeenkomend met
een concentratie van 2 mg/ml.
* geproduceerd in Escherichia coli-cellen met behulp van DNA-recombinatietechniek.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie.
Het poeder is wit tot geel en het oplosmiddel is helder en kleurloos.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Voxzogo is geïndiceerd voor de behandeling van achondroplasie bij patiënten van 2 jaar en ouder bij
wie de epifyses niet gesloten zijn. De diagnose of achondroplasie dient te worden bevestigd door
middel van passende genetische tests.
4.2 Dosering en wijze van toediening
De behandeling met vosoritide dient te worden ingesteld en geleid door een arts die naar behoren
gekwalificeerd is in de behandeling van groeistoornissen of skeletdysplasie.
Het is belangrijk dat de behandeling bij kinderen op zo jong mogelijke leeftijd wordt gestart.
Het toe te dienen volume van vosoritide bij de aanbevolen dosis is gebaseerd op het gewicht van de
patiënt en de concentratie vosoritide (zie tabel 1). De gebruikelijke dosis is 15 µg/kg lichaamsgewicht.
Om praktische redenen en om rekening te houden met gewichtsgerelateerde farmacokinetische
veranderingen (zie rubriek 5.2) wordt de volgende dosering aangeraden.
Tabel 1: Enkelvoudige dosisvolumes op basis van lichaamsgewicht
Lichaamsgewicht Vosoritide 0,4 mg
Vosoritide 0,56 mg
Vosoritide 1,2 mg
(kg)
oplosmiddel (water voor oplosmiddel (water voor oplosmiddel (water voor
injecties): 0,5 ml
injecties): 0,7 ml
injecties): 0,6 ml
concentratie: 0,8 mg/ml concentratie: 0,8 mg/ml
concentratie: 2 mg/ml
Dagelijks injectievolume (ml)
10-11
0,30 ml
12-16
0,35 ml
17-21
0,40 ml
22-32
0,50 ml
33-43
0,25 ml
44-59
0,30 ml
60-89
0,35 ml
90
0,40 ml
Duur van de behandeling
De behandeling met dit geneesmiddel dient te worden gestaakt na bevestiging van geen verder
groeipotentieel, aangegeven door een groeisnelheid van < 1,5 cm/jaar en sluiting van epifyses.
Gemiste dosis
Indien een dosis vosoritide is gemist, kan deze binnen 12 uur worden toegediend. Indien sinds het
oorspronkelijke doseringsschema meer dan 12 uur zijn verstreken, mag de gemiste dosis NIET worden
toegediend. Aan patiënten/zorgverleners dient te worden geadviseerd om de dag daarop verder te gaan
met de volgende geplande dosis.
Controle van de groei
Patiënten dienen gevolgd en elke 3-6 maanden beoordeeld te worden om het lichaamsgewicht, de
groei en de lichamelijke ontwikkeling te controleren. De dosis dient te worden aangepast aan het
lichaamsgewicht van de patiënt (zie tabel 1).
Speciale populaties
Patiënten met verminderde nier- of leverfunctie
De veiligheid en werkzaamheid van vosoritide bij patiënten met een verminderde nier- of leverfunctie
zijn niet geëvalueerd.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Voxzogo bij kinderen jonger dan 2 jaar zijn nog niet vastgesteld.
De momenteel beschikbare gegevens worden beschreven in rubriek 4.8, 5.1 en 5.2, maar er kan geen
doseringsadvies worden gegeven.
Voxzogo is uitsluitend bedoeld voor subcutaan, eenmalig gebruik. Dit geneesmiddel dient
binnen 3 uur na reconstitutie te worden toegediend.
Voorafgaand aan de injectie dient een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg het volgende te doen:
·
zorgverleners trainen in het voorbereiden en subcutaan injecteren van dit geneesmiddel.
·
zorgverleners en patiënten trainen in het herkennen van klachten en verschijnselen van
een verlaagde bloeddruk.
·
zorgverleners en patiënten informeren over wat ze moeten doen in het geval van
symptomatische verlagingen van de bloeddruk.
Patiënten en zorgverleners moeten worden geïnstrueerd om de plaatsen voor subcutane injecties te
roteren. Aanbevolen injectieplaatsen op het lichaam zijn vooraan in het midden van de dij, het
onderste deel van de buik, behalve in een straal van 5 cm rond de navel, de bovenkant van de billen of
de achterkant van de bovenarmen. Een injectiegebied mag niet twee dagen achtereen worden gebruikt.
Voxzogo mag niet worden geïnjecteerd op plaatsen die rood, gezwollen of gevoelig zijn.
Patiënten dienen op het moment van injectie goed gehydrateerd te zijn. Aanbevolen wordt dat
patiënten ongeveer 30 minuten voor de injectie een licht tussendoortje eten en een glas vloeistof (bijv.
water, melk, sap etc.) drinken. Dit is om ervoor te zorgen dat zich minder klachten en verschijnselen
van eventuele verlagingen van de bloeddruk (duizeligheid, vermoeidheid en/of nausea) voordoen (zie
rubriek 4.4, Effecten op de bloeddruk).
Indien mogelijk dient dit geneesmiddel elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip te worden geïnjecteerd.
Voor instructies over reconstitutie van het geneesmiddel voorafgaand aan toediening, zie rubriek 6.6.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof(fen) of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstof(fen).
4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Terugvinden herkomst
Om het terugvinden van de herkomst van biologicals te verbeteren moeten de naam en het
batchnummer van het toegediende product goed geregistreerd worden.
Effecten op de bloeddruk
Patiënten met significante hart- of vaataandoeningen en patiënten die antihypertensiva gebruiken,
werden uitgesloten van deelname aan klinische onderzoeken voorafgaand aan het in de handel
brengen.
Om de kans op een eventuele verlaging van de bloeddruk en daarbij horende symptomen
(duizeligheid, vermoeidheid en/of nausea) te voorkomen, dienen patiënten op het moment van de
injectie goed gehydrateerd te zijn (zie rubriek 4.2 en 4.8).
Natrium
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per volume-eenheid, dat wil zeggen dat het in
wezen `natriumvrij' is.
Er zijn in-vitro-onderzoeken naar de remming en inductie van cytochroom-P450(CYP)-enzymen en
in-vitro-onderzoeken naar de remming van transporteiwitten uitgevoerd. De resultaten wijzen erop dat
vosoritide waarschijnlijk geen CYP- of transporteiwitgemedieerde geneesmiddeleninteracties bij
mensen veroorzaakt wanneer het gelijktijdig met andere geneesmiddelen wordt toegediend.
Er is geen ander onderzoek naar interacties uitgevoerd. Omdat vosoritide een recombinant humaan
eiwit is, is het niet waarschijnlijk dat het geneesmiddeleninteracties zal veroorzaken.
4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn geen of een beperkte hoeveelheid gegevens over het gebruik van vosoritide bij zwangere
vrouwen. De resultaten van dieronderzoek duiden niet op directe of indirecte schadelijke effecten wat
betreft reproductietoxiciteit (zie rubriek 5.3). Uit voorzorg heeft het de voorkeur het gebruik van
vosoritide te vermijden tijdens de zwangerschap.
Borstvoeding
Uit beschikbare farmacodynamische/toxicologische gegevens bij dieren blijkt dat vosoritide in melk
wordt uitgescheiden (zie rubriek 5.3). Risico voor pasgeborenen/zuigelingen kan niet worden
uitgesloten. Vosoritide mag niet worden gebruikt in de periode dat borstvoeding wordt gegeven.
Vruchtbaarheid
Er is geen aantasting van de mannelijke of vrouwelijke vruchtbaarheid waargenomen in niet-klinische
onderzoeken (zie rubriek 5.3).
4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Voxzogo heeft matige invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om te fietsen en machines te
bedienen. Vosoritide kan een tijdelijke afname van de bloeddruk veroorzaken die gewoonlijk licht is,
maar syncope, presyncope en duizeligheid en andere klachten en verschijnselen van een verlaagde
bloeddruk zijn gemeld als bijwerkingen bij het gebruik van Voxzogo. De respons van de patiënt op de
behandeling dient in beschouwing te worden genomen en indien passend dient de patiënt te worden
geadviseerd om na de injectie gedurende 60 minuten geen voertuig te besturen, niet te fietsen en geen
machines te bedienen.
4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De vaakst voorkomende bijwerkingen van vosoritide waren injectieplaatsreacties (85%), braken (27%)
en verlaagde bloeddruk (13%).
Lijst in tabelvorm van bijwerkingen
De bijwerkingen bij patiënten die werden behandeld met vosoritide, worden hieronder in tabelvorm
vermeld.
De bijwerkingen worden hieronder vermeld per systeem/orgaanklasse volgens MedDRA en per
frequentie. De frequenties zijn gedefinieerd als zeer vaak ( 1/10), vaak ( 1/100, < 1/10), soms
( 1/1 000, < 1/100), zelden ( 1/10 000, < 1/1 000), zeer zelden (< 1/10 000) en niet bekend (kan met
de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen elke frequentiegroep worden de bijwerkingen
vermeld in de volgorde van afnemende ernst.
Systeem/orgaanklasse
Zeer vaak
Vaak
Zenuwstelselaandoeningen
Syncope
Presyncope
Duizeligheid
Bloedvataandoeningen
Hypotensiea
Maagdarmstelselaandoeningen
Braken
Nausea
Algemene aandoeningen en
Injectieplaatsreactieb Vermoeidheid
toedieningsplaatsstoornissen
Onderzoeken
Verhoogde
alkalische
fosfatase
a. Hypotensie omvat zowel asymptomatische als symptomatische bijwerkingen.
b. Injectieplaatsreacties omvatten de voorkeurstermen; injectieplaatserytheem, injectieplaatsreactie,
zwelling van injectieplaats, injectieplaatsurticaria, injectieplaatspijn, injectieplaatskneuzing,
injectieplaatspruritus, injectieplaatshemorragie, injectieplaatsverkleuring en
injectieplaatsverharding.
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Hypotensie
In ACH-onderzoek 111-301 meldde 13% van de patiënten die werden behandeld met vosoritide,
voorvallen van verlagingen van de bloeddruk die tijdelijk waren en zonder interventie verdwenen.
De mediane tijd van de injectie tot het begin van het voorval bedroeg 31 (18 tot 120) minuten. Het
voorval verdween binnen 31 (5 tot 90) minuten. De gemelde voorvallen werden hoofdzakelijk
vastgesteld tijdens periodes van regelmatige controle van vitale functies bij klinische bezoeken na
toediening gedurende een behandelingsperiode van 52 weken. 2% van de patiënten kreeg een
symptomatische episode met duizeligheid en braken.
Injectieplaatsreacties
Injectieplaatsreacties werden gemeld bij 85% van de patiënten die werden behandeld met vosoritide,
en bij 82% van de patiënten die een placebo kregen. Patiënten die na toediening van dit geneesmiddel
injectieplaatsreacties kregen, meldden een mediaan van 76 voorvallen, terwijl patiënten die een
placebo kregen, een mediaan van 7,5 voorvallen meldden gedurende een periode van 52 weken.
De vaakst voorkomende injectieplaatsreacties (die optraden bij minstens 10% van de met vosoritide
behandelde patiënten) waren injectieplaatsreactie (73%), injectieplaatserytheem (68%), zwelling
van injectieplaats (38%) en injectieplaatsurticaria (13%). De ernst van alle injectieplaatsreacties was
graad 1 (licht), met uitzondering van 5 voorvallen bij twee patiënten die graad 2 (matig) waren. Bij de
gemelde voorvallen van graad 2 waren twee patiënten die twee voorvallen van injectieplaatsurticaria
en één geval van injectieplaatsvesikels meldden.
Immunogeniciteit
Van 131 patiënten met achondroplasie die werden behandeld met vosoritide 15 µg/kg/dag en
gedurende maximaal 240 weken evalueerbaar waren op de aanwezigheid van antistoffen tegen het
geneesmiddel (anti-drug antibodies, ADA's), werd er bij 35% ADA's vastgesteld. Het vroegste tijdstip
waarop deze patiënten ADA's vormden, was dag 85. Alle ADA-positieve patiënten testten negatief
op vosoritide-neutraliserende antistoffen. Er was geen correlatie tussen aantal, duur of ernst van
ongewenste overgevoeligheidsreactie of injectieplaatsreacties en ADA-positiviteit of gemiddelde
ADA-titer. Er was geen verband tussen ADA-positiviteit of gemiddelde ADA-titer en verandering ten
opzichte van baseline in groeisnelheid op jaarbasis (annual growth velocity, AGV) of Z-score voor
vosoritide in plasma gedetecteerd.
Pediatrische patiënten
Het veiligheidsprofiel van vosoritide in klinische onderzoeken met kinderen van 2 tot 5 jaar was
vergelijkbaar met het veiligheidsprofiel dat werd gezien bij oudere kinderen (zie rubriek 5.1).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden.
Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend
worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke
bijwerkingen te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9 Overdosering
In klinische onderzoeken werden doses vosoritide tot maximaal 30 g/kg/dag onderzocht. Twee
patiënten kregen gedurende maximaal 5 weken maximaal 3 maal de aanbevolen dagelijkse dosis
van 15 g/kg/dag. Er werden geen klachten, verschijnselen of bijwerkingen gezien die verband
hielden met de hogere dan beoogde dosis.
In het geval dat een patiënt te veel van het middel gebruikt, dient de patiënt contact op te nemen met
zijn of haar zorgprofessional.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: geneesmiddelen voor de behandeling van botziekten, andere
geneesmiddelen die de botstructuur en botmineraaldichtheid beïnvloeden, ATC-code: M05BX07
Werkingsmechanisme
Vosoritide is een gemodificeerd C-type-natriuretisch peptide (CNP). Bij patiënten met achondroplasie
wordt de endochondrale botgroei op nadelige wijze gereguleerd ten gevolge van een toename van
functiemutatie in fibroblastengroeifactorreceptor 3 (FGFR3). De binding van vosoritide aan
natriuretisch-peptidereceptor-B (NPR-B) heeft een antagonistisch effect op FGFR3 -
downstreamsignalering door remming van de extracellulair-signaalgereguleerde
kinases 1 en 2 (ERK1/2) in het mitogeen-geactiveerd proteïnekinase (mitogen-activated protein
kinase, MAPK)-reactiepad op het niveau van snelgroeiend fibrosarcoom-serine/treonine
proteïnekinase (RAF-1). Derhalve werkt vosoritide net als CNP als positieve regulator van
endochondrale botgroei, doordat het de proliferatie en differentiatie van chondrocyten bevordert.
Farmacodynamische effecten
Bij behandeling met vosoritide werden blootstellingsafhankelijke (AUC en Cmax) verhogingen ten
opzichte van baseline van de concentratie cyclisch guanosinemonofosfaat (cGMP, een biomarker voor
NPR-B-activiteit) in urine en collageen type X-marker (CXM, een biomarker voor endochondrale
ossificatie) in serum gezien. De verhoging van de concentraties cGMP in urine ten opzichte van
baseline vóór toediening vond plaats in de eerste vier uur na toediening. De mediane concentratie
CXM in serum ten opzichte van baseline nam bij dagelijkse toediening van het geneesmiddel toe op
dag 29. Dit effect bleef langer dan 24 maanden na de behandeling bestaan.
De activiteit van vosoritide, gemeten op basis van cGMP in urine, was de verzadiging nabij, terwijl
de maximale toename van groeischijfactiviteit, zoals aangegeven door CXM, werd bereikt bij de dosis
van 15 g/kg, eenmaal daags subcutaan toegediend.
De werkzaamheid en veiligheid van vosoritide bij patiënten met achondroplasie met bevestigde
FGFR3-mutatie werden beoordeeld in een gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd
onderzoek met een duur van 52 weken (ACH-onderzoek 111-301). In ACH-onderzoek 111-301
kregen de patiënten via randomisatie hetzij vosoritide (n = 60), hetzij placebo (n = 61) toegewezen
en bedroeg de dosis vosoritide 15 g/kg, eenmaal daags subcutaan toegediend. Voorafgaand aan de
randomisatie hadden alle patiënten gedurende een periode van ten minste 6 maanden deelgenomen
aan een observationeel onderzoek (ACH-onderzoek 111-901) voor pediatrische patiënten met
achondroplasie waarin de lichaamslengte bij baseline en andere groeibeoordelingsgegevens
vóór behandeling waren verzameld. Patiënten die in de 18 maanden daarvoor een arm- of
beenverlengingsoperatie hadden ondergaan of die voornemens waren om tijdens de onderzoeksperiode
een arm- of beenverlengingsoperatie te ondergaan, werden geëxcludeerd. Het onderzoek bestond uit
een placebogecontroleerde behandelingsfase van 52 weken, gevolgd door een open-label
vervolgonderzoek waarin alle patiënten vosoritide kregen. Het primaire werkzaamheidseindpunt was
de verandering in AGV ten opzichte van baseline op week 52 in vergelijking met placebo.
Patiënten met achondroplasie werden ook behandeld met vosoritide 15 g/kg/dag in een open-
label dosisescalatieonderzoek en het langetermijnonderzoek dat als vervolg daarop werd uitgevoerd
(ACH-onderzoek 111-205). Er werden gegevens van observationele onderzoeken bij patiënten
verzameld om de natuurlijke geschiedenis van achondroplasie te karakteriseren. Lengtegegevens
van onbehandelde patiënten met achondroplasie in dezelfde leeftijdsgroep als in de klinische
onderzoeken werden gebruikt als historische controle voor het beoordelen van het effect op lengte
na maximaal 5 jaar behandeling met vosoritide.
In tabel 3 zijn de demografische gegevens en kenmerken bij baseline van de patiënten weergegeven.
Tabel 3: Demografische gegevens en kenmerken in ACH-onderzoek 111-301 en ACH-
onderzoek 111-205
ACH-
ACH-onderzoek 111-301
onderzoek 111-205b
15 g/kg/dag
15 g/kg/dag
Placebo
Voxzogo
Voxzogo
Parameter
(N = 61)
(N = 60)
(N = 10)
Leeftijd op dag 1 (jaar)
Gemiddelde (SD)
9,06 (2,47)
8,35 (2,43)
8,54 (1,54)
Min.; max.
5,1; 14,9
5,1; 13,1
6,3; 11,1
Leeftijd op dag 1,
n (%)a
5 tot 8 jaar
24 (39,3)
31 (51,7)
4 (40,0)
8 tot 11 jaar
24 (39,3)
17 (28,3)
5 (50,0)
11 tot 15 jaar
13 (21,3)
12 (20,0)
1 (10,0)
Tanner-stadium b,
n (%)a
I
48 (78,7)
48 (80,0)
10 (100,0)
> I
13 (21,3)
12 (20,0)
Geslacht, n (%)a
Mannelijk
33 (54,1)
31 (51,7)
4 (40,0)
Vrouwelijk
28 (45,9)
29 (48,3)
6 (60,0)
Gewicht (kg)
Gemiddelde (SD)
24,62 (9,07)
22,88 (7,96)
25,13 (5,74)
Min.; max.
11,6; 68,9
13,6; 53,0
18,2; 36,4
max., maximum; min., minimum; SD, standaarddeviatie.
a De percentages werden berekend waarbij het totale aantal patiënten in de volledige analyseset (N
voor elke behandelingsgroep) als noemer diende
dosisescalatieonderzoek en doorgingen in het langetermijnvervolgonderzoek, te weten
ACH-onderzoek 111-205
In ACH-onderzoek 111-301 werden vergeleken met placebo verbeteringen in de AGV en Z-score voor
lengte ten opzichte van baseline gezien bij patiënten die werden behandeld met
Voxzogo 15 µg/kg/dag. In tabel 4 zijn de werkzaamheidsresultaten weergegeven.
Tabel 4: Resultaten van placebogecontroleerd klinisch onderzoek
Placebo
Voxzogo 15 µg/kg, dagelijks
Voxzogo t.o.v.
(N = 61)
(N = 60c)
placebo
Baseline Week Verandering Baseline Week Verandering Gem. verschil
52
52
in
veranderingen,
KK
(95%-BI)
Groeisnelheid op jaarbasis (cm/jaar)
Gemiddelde
4,06
3,94
-0,12
4,26
5,61
1,35
1,57a
± SD
± 1,20
± 1,07
± 1,74
± 1,53
± 1,05
± 1,71
(1,22; 1,93)
(p = < 0,0001)b
Z-score voor lengte
Gemiddelde
-5,14
-5,14
0,00
-5,13
-4,89
0,24
0,28a
± SD
± 1,07
± 1,09
± 0,28
± 1,11
± 1,09
± 0,32
(0,17; 0,39)
(p = < 0,0001)b
AGV (annualised growth velocity), groeisnelheid op jaarbasis; 95%-BI, 95%-
betrouwbaarheidsinterval; KK, kleinste kwadraten; SD, standaarddeviatie.
a Verschil is 15 µg/kg Voxzogo min placebo.
b Tweezijdige p-waarde.
c Twee patiënten in de Voxzogo-groep stopten vóór week 52 met het onderzoek. De waarden voor
deze 2 patiënten werden geïmputeerd voor deze analyse.
Kleinstekwadratengemiddelde, geschat op basis van het ANCOVA-model (covariantieanalyse),
gecorrigeerd voor baselineverschillen tussen de twee armen, covariantieanalyse.
Het voordeel van verbetering in AGV in het voordeel van Voxzogo was consistent in alle vooraf
gedefinieerde subgroepen die werden geanalyseerd, waaronder geslacht, leeftijdsgroep, Tanner-
stadium, Z-score voor lengte bij baseline en AGV bij baseline. In de subgroep van mannen in Tanner-
stadium > I was de puntschatting van behandelingseffect in het voordeel van vosoritide, maar deze
subgroep omvatte slechts 8 proefpersonen (3 en 5 proefpersonen in respectievelijk de vosoritide- en
placeboarm).
De waargenomen toename van de groei trad proportioneel op in zowel de wervelkolom als de onderste
ledematen. Vergeleken met placebo was er geen verschil in botmineraaldichtheid na behandeling met
Voxzogo. Gedurende de behandeling met dit geneesmiddel was de gemiddelde toename van de
botleeftijd vergelijkbaar met de gemiddelde toename van de chronologische leeftijd, hetgeen wijst op
versnelling van de botontwikkeling.
Figuur 1 toont het effect van Voxzogo gedurende de periode van twee jaar in de Voxzogo-
behandelingsgroep en het effect in de placebo-controlegroep na het ontvangen van dagelijkse
subcutane injecties met Voxzogo gedurende 52 weken in het open-label vervolgonderzoek.
Verbeteringen in de AGV bleven in stand gedurende de voortgezette therapie met Voxzogo,
zonder aanwijzingen voor tachyfylaxie.
8,0
Placebo / 15 µg/kg vosoritide
15 µg/kg vosoritide / 15 µg/kg vosoritide
7,5
7,0
6,5
/j
a
a
r
)
:
6,0
c
m llen
s
i
s (
5,5
r
va
a
r
ba tenin
5,0
p ja
4,5
i
d o aande
l
he m12
4,0
i
s
ne
oe
3,5
Gr
3,0
2,5
2,0
Baseline in 111-301
Week 52 in 111-301
Week 52 in 111-302
Analysebezoek
Placebo / 15 µg/kg
15 µg/kg / 15 µg/kg
De figuur omvat alle patiënten in het hoofdonderzoek die een lengtemeting hadden op week 52 in het
vervolgonderzoek. Ononderbroken lijnen staan voor behandeling met vosoritide 15 g/kg;
stippellijnen staan voor observationeel/placebo. Baseline is gedefinieerd als de laatste meting voor de
eerste dosis van het werkzame onderzoeksgeneesmiddel (d.w.z. vosoritide) of de placebo in 111-301.
De AGV over 12 maanden op post-baselinebezoek wordt gebaseerd op de voorafgaande 12 maanden.
Voorbeeld: 12 maandeninterval-AGV op week 52 in 111-302 = [(lengte bij bezoek op week 52 in 111-
302 - lengte bij bezoek op week 52 in 111-301)/(datum van bezoek op week 52 in 111-302 - datum
van bezoek op week 52 in 111-301)] x 365,25.
Open-label vervolgonderzoek
In het langetermijnvervolgonderzoek (ACH-onderzoek 111-205) werden 10 patiënten gedurende
maximaal 5 jaar continu behandeld met een dosis Voxzogo van 15 µg/kg/dag. De gemiddelde (SD)
verbetering van de AGV ten opzichte van baseline na 60 maanden was 1,34 (1,31) cm/jaar.
De toename in lengte na 5 jaar behandeling met 15 µg/kg/dag Voxzogo werd vergeleken met een
in leeftijd en geslacht overeenstemmende historische controle. De cross-sectionele vergelijkende
analyse over 5 jaar, gecorrigeerd voor lengteverschillen bij baseline, toonde aan dat er een
statistisch significant gemiddeld (95%-BI) verschil in lengte was in het voordeel van Voxzogo
(9,08 [5,77; 12,38] cm; p = 0,0002) ten opzichte van onbehandelde patiënten met achondroplasie.
Pediatrische patiënten 5 jaar
Pediatrische patiënten 2 tot 5 jaar
Toepassing in de leeftijdsgroep van 2 tot 5 jaar wordt gestaafd door bewijs uit onderzoeken
bij kinderen van 5 tot 18 jaar en kinderen tot 5 jaar. De veiligheids- en werkzaamheidsprofielen
waren vergelijkbaar bij kinderen van 5 jaar en ouder en kinderen van 2 tot 5 jaar. In een lopend
onderzoek (ACH-onderzoek 111-206) worden de veiligheid en werkzaamheid van vosoritide
beoordeeld bij patiënten tussen 0 en 5 jaar. Op 30 juni 2020, het moment van het afsluiten van
de gegevensverzameling, hadden er 62 patiënten deelgenomen. Uit tussentijdse gegevens van
ACH-onderzoek 111-206 bleek een gunstig effect op de groei bij 4 patiënten van 2 tot 5 jaar die
gedurende 2 jaar werden behandeld met vosoritide 15 µg/kg/dag. Er zijn geen gegevens beschikbaar
over kinderen tot 2 jaar.
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten tot uitstel van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met Voxzogo in een of meerdere subgroepen van
pediatrische patiënten met achondroplasie (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
Vosoritide is een gemodificeerd recombinant humaan CNP. De peptideanaloog van 39 aminozuren
omvat de 37 C-terminale aminozuren van de humane CNP53-sequentie, aangevuld met 2 aminozuren
(Pro Gly) om resistentie voor afbraak door neutraal endopeptidase over te brengen, wat resulteert in
een langere halfwaardetijd ten opzichte van endogeen CNP.
De farmacokinetiek van vosoritide werd geëvalueerd bij in totaal 58 patiënten van 5 tot 18 jaar met
achondroplasie die gedurende 52 weken eenmaal daags een subcutane injectie met vosoritide 15 µg/kg
kregen. De farmacokinetiek van vosoritide bij 18 patiënten van 2 tot 5 jaar was vergelijkbaar met die
bij oudere kinderen.
Absorptie
Vosoritide werd geabsorbeerd met een mediane Tmax van 15 minuten. De gemiddelde (± SD)
piekconcentratie (Cmax) en oppervlakte onder de concentratie-tijdcurve vanaf tijdstip nul tot de laatste
meetbare concentratie (AUC0-t) die werd gezien na 52 weken behandeling, was respectievelijk
5 800 (± 3 680), en 290 000 (± 235 000) pg-min/ml. De biobeschikbaarheid van vosoritide werd niet
beoordeeld in klinische onderzoeken.
Distributie
Het gemiddelde (± SD) schijnbare distributievolume na 52 weken behandeling
was 2 910 (± 1 660) ml/kg.
Biotransformatie
Naar verwachting treedt het metabolisme van vosoritide op via katabole reactiepaden en wordt het
afgebroken in kleine peptidedeeltjes en aminozuren.
Eliminatie
De gemiddelde (± SD) schijnbare klaring na 52 weken behandeling was 79,4 (53,0) ml/min/kg.
De gemiddelde (± SD) halfwaardetijd was 27,9 (9,9) minuten.
De interpatiëntvariabiliteit (variatiecoëfficiënt) in schijnbare klaring was 33,6 %.
Lineariteit/non-lineariteit
De toename van plasmablootstelling (AUC en Cmax) met dosis was groter dan dosisproportioneel
over het dosisbereik van 2,5 (0,17 maal de aanbevolen dosis) tot 30,0 g/kg/dag (tweemaal de
goedgekeurde dosis).
Speciale populaties
Er werden geen klinisch significante verschillen in de farmacokinetiek van vosoritide gezien op basis
van leeftijd (0,9 tot 16 jaar), geslacht, ras of etniciteit.
Lichaamsgewicht
Lichaamsgewicht is de enige significante covariabele voor de klaring of het distributievolume
van vosoritide. Schijnbare klaring en distributievolume van vosoritide namen toe met de toename
van het lichaamsgewicht bij patiënten met achondroplasie (9 tot 74,5 kg). De voorgestelde dosering
(zie rubriek 4.2) houdt rekening met deze afwijking en beveelt het gebruik aan van doses hoger
(bij patiënten met een lichaamsgewicht tussen 10 en 16 kg) of lager (bij personen met een
lichaamsgewicht van meer dan 44 kg) dan de 'standaarddosis' van 15 µg/kg om een gelijkmatig
blootstellingsniveau mogelijk te maken voor alle gewichtbereiken.
De veiligheid en werkzaamheid van vosoritide bij patiënten met een verminderde nier- of
leverfunctie zijn niet geëvalueerd. Op basis van het eliminatiemechanisme wordt niet verwacht
dat een verminderde nier- of leverfunctie de farmacokinetiek van vosoritide verandert.
Onderzoeken naar geneesmiddelinteractie
In-vitro-onderzoeken naar de remming en inductie van cytochroom-P450(CYP)-enzymen wezen
erop dat vosoritide CYP-1A2, 2B6, 2C8, 2C9, 2C19, 2D6 of 3A4/5 niet remde en CYP-1A2, 2B6
of 3A4/5 niet induceerde bij klinisch relevante concentraties. Uit in-vitro-onderzoeken naar interactie
bleek ook dat het potentieel voor interactie met de geneesmiddeltransporteiwitten OAT1, OAT3, OCT
1, OCT 2, OATP1B1, OATP1B3, MATE 1, KATE2-K, BCRP, P-gp en BSEP laag is bij klinisch
relevante concentraties.
5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Er zijn geen bijwerkingen waargenomen in klinische onderzoeken. Echter bij dieren zijn bij
soortgelijke blootstellingsniveaus als de klinische blootstellingsniveaus wel bijwerkingen
waargenomen die relevant zouden kunnen zijn voor klinische doeleinden.
In meerdere onderzoeken werden bij gezonde apen bij doses van 28 tot 300 g/kg op dosisgerelateerde
wijze tijdelijke verlagingen van de bloeddruk en verhogingen van de hartfrequentie waargenomen.
Maximale effecten werden doorgaans gezien binnen 1 uur na toediening en waren meestal
asymptomatisch. Bij een aantal apen die hogere doses vosoritide kregen, werden korte periodes van
sternale/laterale ligging of hypoactiviteit waargenomen. Deze effecten zouden verband kunnen houden
met een verlaagde bloeddruk.
In toxicologische onderzoeken met herhaalde doses bij ratten en apen zijn bij normale dieren
ongewenste effecten waargenomen op de lichaamshouding, botvorm, mobiliteit en botsterkte. Bij apen
is de `no observed adverse effect level' (NOAEL) van vosoritide 25 g/kg (gemiddelde Cmax-waarde
van 1 170 pg/ml; ongeveer gelijk aan de aanbevolen dosis voor een mens van 20 kg) bij dagelijkse
toediening door middel van een subcutane injectie gedurende 44 weken.
Carcinogeniciteit/mutageniteit
Er zijn geen onderzoeken naar carcinogeniciteit en genotoxiciteit uitgevoerd met vosoritide. Op basis
van het werkingsmechanisme wordt niet verwacht dat vosoritide tumorigeen is.
Aantasting van vruchtbaarheid
In een onderzoek naar vruchtbaarheid en voortplantingsvermogen bij mannelijke en vrouwelijke ratten
bij dosisniveaus tot maximaal 540 g/kg/dag had vosoritide geen effect op de paringsprestaties, de
vruchtbaarheid of kenmerken van worpen.
Reproductie- en ontwikkelingstoxiciteit
Vosoritide werd niet in verband gebracht met effecten op het voortplantingsvermogen, in utero of
ontwikkelingsparameters gemeten bij ratten en konijnen voor het onderzoeken van de vruchtbaarheid,
of embryo-foetale ontwikkeling in onderzoeken naar pre- en postnatale ontwikkeling.
Vosoritide werd gedetecteerd in de moedermelk van ratten.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1 Lijst van hulpstoffen
Poeder
Citroenzuur (E330)
Natriumcitraat (E331)
Trehalosedihydraat
Mannitol (E421)
Methionine
Polysorbaat 80 (E433)
Oplosmiddel
Water voor injecties
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Dit geneesmiddel mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen dan die vermeld zijn in
rubriek 6.6.
6.3 Houdbaarheid
Ongeopende injectieflacons
2 jaar
Gereconstitueerde oplossing
De chemische en fysieke stabiliteit werd gedurende 3 uur aangetoond bij 25 °C.
Vanuit microbiologisch oogpunt dient de oplossing meteen te worden gebruikt, tenzij het risico op
microbiële contaminatie wordt uitgesloten door de reconstitutiemethode.
Indien Voxzogo niet meteen wordt gebruikt, dient het middel binnen 3 uur na reconstitutie te worden
toegediend (zie rubriek 4.2).
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de koelkast (2 °C 8 °C). Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Voxzogo kan voor een eenmalige periode van maximaal 90 dagen bij kamertemperatuur onder 30 °C
worden bewaard, maar niet na de uiterste gebruiksdatum. Plaats Voxzogo niet terug in de koelkast
nadat het middel bij kamertemperatuur is bewaard.
Voor de bewaarcondities van het geneesmiddel na reconstitutie, zie rubriek 6.3.
6.5 Aard en inhoud van de verpakking
Vosoritide 0,4 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
Poeder
2 ml injectieflacon (glas) met rubber stop (broombutyl) en witte openklapbare dop.
Voorgevulde spuit (glas) met plunjer (broombutyl) en afsluitdopje met een Luer-lock en tegen
manipulatie beschermde verzegeling met 0,5 ml water voor injecties.
Vosoritide 0,56 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
Poeder
2 ml injectieflacon (glas) met rubber stop (broombutyl) en magenta openklapbare dop.
Oplosmiddel
Voorgevulde spuit (glas) met plunjers (broombutyl) en afsluitdopje met een Luer-lock en tegen
manipulatie beschermde verzegeling met 0,7 ml water voor injecties.
Vosoritide 1,2 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
Poeder
2 ml injectieflacon (glas) met rubber stop (broombutyl) en grijze openklapbare dop.
Oplosmiddel
Voorgevulde spuit (glas) met plunjers (broombutyl) en afsluitdopje met een Luer-lock en tegen
manipulatie beschermde verzegeling met 0,6 ml water voor injecties.
Elke doos bevat:
·
10 injectieflacons Voxzogo
·
10 voorgevulde spuiten met water voor injecties
·
10 afzonderlijke naalden voor eenmalig gebruik (23 gauge, voor reconstitutie)
·
10 afzonderlijke spuiten voor eenmalig gebruik (30 gauge, voor toediening)
6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Bereiding van Voxzogo voor subcutane injectie
·
De juiste sterkte Voxzogo en de juiste voorgevulde spuit met oplosmiddel
(reconstitutievolume) dienen te worden gecontroleerd aan de hand van het
lichaamsgewicht van de patiënt (zie tabel 1).
·
Alle noodzakelijke aanvullende benodigdheden dienen aanwezig te zijn voordat wordt
begonnen.
o
Alcoholdoekjes
o
Gaasje of pleisters
o
Naaldencontainer
·
De Voxzogo injectieflacon en oplosmiddel in een voorgevulde spuit (water voor injecties)
dienen uit de koelkast te worden gehaald en er dient te worden gewacht tot deze op
kamertemperatuur zijn gekomen alvorens Voxzogo te reconstitueren.
·
De naald van het oplosmiddel dient te worden bevestigd op het oplosmiddel in de
voorgevulde spuit (water voor injecties).
·
De volledige hoeveelheid oplosmiddel dient in de injectieflacon te worden gespoten.
·
Het oplosmiddel in de injectieflacon dient voorzichtig te worden rondgedraaid totdat het
witte poeder volledig opgelost is. De injectieflacon mag niet worden geschud.
·
Het doseringsvolume van de gereconstitueerde oplossing dient met een spuit langzaam te
worden opgetrokken uit de injectieflacon voor eenmalig gebruik.
·
Na reconstitutie is dit geneesmiddel een heldere, kleurloze tot gele vloeistof. De
oplossing mag niet worden gebruikt indien deze verkleurd of troebel is of als er deeltjes
aanwezig zijn.
·
Na reconstitutie kan Voxzogo bij kamertemperatuur tot 25 °C gedurende maximaal 3 uur
worden bewaard in de injectieflacon. Het geneesmiddel bevat geen conserveermiddel.
·
Voor toediening dient het benodigde dosisvolume uit de injectieflacon te worden
opgetrokken met behulp van de meegeleverde toedieningsspuit (zie tabel 1).
·
Elke injectieflacon en voorgevulde spuit zijn uitsluitend bedoeld voor eenmalig gebruik.
·
Uitsluitend de meegeleverde toedieningsspuit mag worden gebruikt.
Verwijdering
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
Alle naalden en spuiten dienen te worden weggegooid in een naaldencontainer.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
BioMarin International Limited
Shanbally, Ringaskiddy
County Cork, P43 R298
Ierland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning:
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau https://www/ema.europa.eu.
BIJLAGE II
A. FABRIKANT(EN) VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF(FEN) EN
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN GEBRUIK
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN
VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) van de biologisch werkzame stof(fen)
BioMarin Pharmaceutical Inc.
Novato Campus
46 Galli Drive
Novato, CA 94949
VS
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
BioMarin International Limited
Shanbally, Ringaskiddy
County Cork
P43 R298
Ierland
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
·
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst
met Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7
van Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hieropvolgende aanpassingen gepubliceerd op het
Europese webportaal voor geneesmiddelen.
De vergunninghouder zal het eerste periodieke veiligheidsverslag voor dit geneesmiddel binnen
6 maanden na toekenning van de vergunning indienen.
D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
·
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.
·
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
·
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van
het beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging
van de bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke
mijlpaal (voor geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een
minimum) is bereikt.
·
Verplichting tot het nemen van maatregelen na toekenning van de handelsvergunning
De vergunninghouder moet binnen het vastgestelde tijdschema de volgende verplichtingen nakomen:
Beschrijving
Uiterste datum
Studie naar de werkzaamheid uitgevoerd
September 2022
na verlening van de handelsvergunning
(Post-authorisation efficacy study, PAES):
Voor verdere evaluatie van de werkzaamheid
van vosoritide bij patiënten in de leeftijd van
2-5 jaar dient de vergunninghouder de
definitieve resultaten van het onderzoek 111-
206, een lopend gerandomiseerd, dubbelblind,
placebogecontroleerd fase 2-onderzoek in
meerdere centra naar de veiligheid en
werkzaamheid van dagelijkse subcutane
injecties met vosoritide bij jongere kinderen
met achondroplasie, in te dienen
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
A. ETIKETTERING
0,4 MG VERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Voxzogo 0,4 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
vosoritide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke injectieflacon met poeder bevat 0,4 mg vosoritide. Na reconstitutie bevat elke
injectieflacon 0,4 mg vosoritide in 0,5 ml oplossing, overeenkomend met een concentratie
van 0,8 mg/ml.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Poeder: citroenzuur (E330), natriumcitraat (E331), trehalosedihydraat, mannitol (E421), methionine,
polysorbaat 80 (E433)
Oplosmiddel: water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie.
Deze doos bevat:
10 injectieflacons met poeder (0,4 mg)
10 spuiten met oplosmiddel (0,5 ml)
10 naalden voor eenmalig gebruik
10 spuiten voor eenmalig gebruik
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Kan voor een eenmalige periode van maximaal 90 dagen bij kamertemperatuur onder 30 °C worden
bewaard.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Datum uit de koelkast gehaald: _____/_____/______
Indien vosoritide niet meteen wordt gebruikt, dient het middel binnen 3 uur na reconstitutie te worden
toegediend.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
BioMarin International Limited
Shanbally, Ringaskiddy
County Cork
Ierland
P43 R298
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/0/00/000/000
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Voxzogo 0,4 mg
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
WORDEN VERMELD
ETIKET 0,4 MG INJECTIEFLACON
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Voxzogo 0,4 mg poeder voor injectie
vosoritide
s.c. gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
0,4 mg
6.
OVERIGE
WORDEN VERMELD
ETIKET VOORGEVULDE SPUIT MET 0,5 ML OPLOSMIDDEL
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Oplosmiddel voor Voxzogo
s.c. gebruik na reconstitutie
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
0,5 ml
6.
OVERIGE
Voor reconstitutie van het poeder in de injectieflacon
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING VOORGEVULDE SPUIT MET 0,5 ML OPLOSMIDDEL
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Oplosmiddel voor Voxzogo
Water voor injecties
Subcutaan gebruik na reconstitutie
0,5 ml
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
BioMarin International Limited
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
0,56 MG VERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Voxzogo 0,56 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
vosoritide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke injectieflacon met poeder bevat 0,56 mg vosoritide. Na reconstitutie bevat elke
injectieflacon 0,56 mg vosoritide in 0,7 ml oplossing, overeenkomend met een concentratie
van 0,8 mg/ml.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Poeder: citroenzuur (E330), natriumcitraat (E331), trehalosedihydraat, mannitol (E421), methionine,
polysorbaat 80 (E433)
Oplosmiddel: water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie.
Deze doos bevat:
10 injectieflacons met poeder (0,56 mg)
10 spuiten met oplosmiddel (0,7 ml)
10 naalden voor eenmalig gebruik
10 spuiten voor eenmalig gebruik
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Kan voor een eenmalige periode van maximaal 90 dagen bij kamertemperatuur onder 30 °C worden
bewaard.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Datum uit de koelkast gehaald: _____/_____/______
Indien vosoritide niet meteen wordt gebruikt, dient het middel binnen 3 uur na reconstitutie te worden
toegediend.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
BioMarin International Limited
Shanbally, Ringaskiddy
County Cork
Ierland
P43 R298
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/0/00/000/000
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Voxzogo 0,56 mg
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
WORDEN VERMELD
ETIKET 0,56 MG INJECTIEFLACON
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Voxzogo 0,56 mg poeder voor injectie
vosoritide
s.c. gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
0,56 mg
6.
OVERIGE
WORDEN VERMELD
ETIKET VOORGEVULDE SPUIT MET 0,7 ML OPLOSMIDDEL
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Oplosmiddel voor Voxzogo
s.c. gebruik na reconstitutie
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
0,7 ml
6.
OVERIGE
Voor reconstitutie van het poeder in de injectieflacon
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING VOORGEVULDE SPUIT MET 0,7 ML OPLOSMIDDEL
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Oplosmiddel voor Voxzogo
Water voor injecties
Subcutaan gebruik na reconstitutie
0,7 ml
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
BioMarin International Limited
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
1,2 MG VERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Voxzogo 1,2 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
vosoritide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke injectieflacon met poeder bevat 1,2 mg vosoritide. Na reconstitutie bevat elke
injectieflacon 1,2 mg vosoritide in 0,6 ml oplossing, overeenkomend met een concentratie
van 2 mg/ml.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Poeder: citroenzuur (E330), natriumcitraat (E331), trehalosedihydraat, mannitol (E421), methionine,
polysorbaat 80 (E433)
Oplosmiddel: water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie.
Deze doos bevat:
10 injectieflacons met poeder (1,2 mg)
10 spuiten met oplosmiddel (0,6 ml)
10 naalden voor eenmalig gebruik
10 spuiten voor eenmalig gebruik
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Kan voor een eenmalige periode van maximaal 90 dagen bij kamertemperatuur onder 30 °C worden
bewaard.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Datum uit de koelkast gehaald: _____/_____/______
Indien vosoritide niet meteen wordt gebruikt, dient het middel binnen 3 uur na reconstitutie te worden
toegediend.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
BioMarin International Limited
Shanbally, Ringaskiddy
County Cork
Ierland
P43 R298
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/0/00/000/000
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Voxzogo 1,2 mg
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
WORDEN VERMELD
ETIKET 1,2 MG INJECTIEFLACON
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Voxzogo 1,2 mg poeder voor injectie
vosoritide
s.c. gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
1,2 mg
6.
OVERIGE
WORDEN VERMELD
ETIKET VOORGEVULDE SPUIT MET 0,6 ML OPLOSMIDDEL
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Oplosmiddel voor Voxzogo
s.c. gebruik na reconstitutie
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
0,6 ml
6.
OVERIGE
Voor reconstitutie van het poeder in de injectieflacon
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING VOORGEVULDE SPUIT MET 0,6 ML OPLOSMIDDEL
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Oplosmiddel voor Voxzogo
Water voor injecties
Subcutaan gebruik na reconstitutie
0,6 ml
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
BioMarin International Limited
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
B. BIJSLUITER
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Voxzogo 0,4 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
Voxzogo 0,56 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
Voxzogo 1,2 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
vosoritide
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u of uw kind eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat
kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u of uw kind nog vragen? Neem dan contact op met uw arts.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u of uw kind
voorgeschreven. Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u of uw kind last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u of uw
kind een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Voxzogo en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Voxzogo en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Voxzogo?
Voxzogo bevat de werkzame stof vosoritide. Het lijkt op een eiwit in het lichaam met de naam C-type-
natriuretisch peptide (CNP). Vosoritide wordt gemaakt met behulp van een recombinatietechniek met
bacteriën die zijn gemodificeerd (op een bepaalde manier bewerkt om de juiste eigenschappen te
krijgen) zodat ze het gen voor de aanmaak van het eiwit bevatten.
Waarvoor wordt het middel gebruikt?
Dit geneesmiddel wordt gebruikt voor de behandeling van achondroplasie bij patiënten van 2 jaar en
ouder van wie de botten nog groeien. Achondroplasie is een erfelijke aandoening die van invloed is op
de groei van nagenoeg alle botten in het lichaam, waaronder de schedel, wervelkolom, armen en
benen, met als gevolg een zeer korte gestalte met een kenmerkend uiterlijk.
Het geneesmiddel is alleen aangewezen bij achondroplasie die wordt veroorzaakt door mutaties in het
FGFR3-gen zoals vastgesteld door middel van genetische tests.
Hoe werkt dit middel?
De werkzame stof in Voxzogo werkt rechtstreeks op de groeischijven van uw botten, om nieuwe
botgroei te bevorderen.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U of uw kind is allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u
vinden in rubriek 6.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt:
-
als u of uw kind een ernstige hartziekte of bloeddrukproblemen heeft.
-
als u of uw kind momenteel bloeddrukverlagende geneesmiddelen gebruikt of dat kort geleden
heeft gedaan.
Is een van de bovenstaande situaties van toepassing op u of uw kind? Of twijfelt u hierover? Neem dan
contact op met uw arts voordat u Voxzogo gebruikt.
Effecten op de bloeddruk
Voxzogo kan de bloeddruk verlagen. Hierdoor kunt u zich duizelig, misselijk of moe voelen. Meestal
is de bloeddruk binnen 90 minuten na de injectie met Voxzogo weer normaal. Treden deze effecten op
en zijn ze ernstig? Vertel dat dan uw arts.
Het drinken van een ruime hoeveelheid vloeistoffen op het moment van de injectie kan de kans op
deze effecten verlagen. Aanbevolen wordt dat patiënten ongeveer 30 minuten voor de injectie een licht
tussendoortje eten en een glas vloeistof (bijv. water, melk of sap) drinken.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Er is niet voldoende informatie over het gebruik van dit geneesmiddel bij kinderen jonger dan 2 jaar.
Daarom wordt het afgeraden.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u of uw kind naast Voxzogo nog andere geneesmiddelen, heeft u of uw kind dat kort geleden
gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u of uw kind binnenkort andere geneesmiddelen gaat
gebruiken? Vertel dat dan uw arts.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u of is uw kind zwanger, denkt u of uw kind zwanger te zijn, wilt u of wil uw kind zwanger
worden of geeft u of uw kind borstvoeding terwijl u of uw kind met dit geneesmiddel wordt
behandeld? Neem dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Dit geneesmiddel wordt niet aanbevolen voor gebruik tijdens de zwangerschap en borstvoeding.
Rijvaardigheid, fietsen en het gebruik van machines
Dit geneesmiddel kan ervoor zorgen dat u zich duizelig, licht in hoofd of moe voelt, of u kunt zich
kort na de injectie misselijk voelen. Als dit gebeurt, mag u geen voertuig besturen en mag u niet
fietsen, lichamelijke activiteiten verrichten of machines gebruiken gedurende ongeveer een uur na de
injectie of totdat u zich beter voelt.
Voxzogo bevat natrium
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis, dat wil zeggen dat het in wezen
`natriumvrij' is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Een zorgverlener moet de injectie met Voxzogo aan u geven. Geef uw kind geen injectie met Voxzogo
voordat u hiervoor de juiste training heeft gekregen van een zorgprofessional.
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Uw arts zal de juiste dosis kiezen op basis van het lichaamsgewicht van u of uw kind. De arts zal u
vertellen hoeveel van de injectievloeistof er moet worden geïnjecteerd. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
U of uw kind moet ongeveer 30 minuten voor de injectie een licht tussendoortje eten en een glas
water, melk of sap drinken. Dit kan bijwerkingen zoals duizeligheid, moeheid of misselijkheid
(nausea) verminderen.
Hoe gebruikt u dit middel?
Injecteer Voxzogo langzaam onder de huid (subcutane injectie).
De injectie moet elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip worden gegeven.
Het wordt aanbevolen om de injectie elke dag op een andere plaats te geven en niet 2 dagen achter
elkaar dezelfde plek te gebruiken. Injecteer dit geneesmiddel niet in moedervlekken, littekens,
geboortevlekken of gebieden waar de huid gevoelig, gekneusd, rood of hard is.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Heeft u te veel van dit middel geïnjecteerd? Neem dan onmiddellijk contact op met uw arts.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als uw kind een dosis heeft gemist, moet de injectie alsnog worden gegeven als dit binnen 12 uur na
het geplande tijdstip is. Als er meer dan 12 uur zijn verstreken sinds het geplande tijdstip, mag u de
gemiste dosis niet injecteren. Wacht tot de volgende dag en ga door met de gebruikelijke dosis op het
gebruikelijke tijdstip.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Neem altijd contact op met de arts van uw kind voordat u de beslissing neemt om te stoppen met de
behandeling. Heeft u of uw kind nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Zeer vaak voorkomende bijwerkingen
Deze komen voor bij
meer dan 1 op de 10
gebruikers:
·
Overgeven
·
Lage bloeddruk (tijdelijke effecten zijn onder andere duizeligheid, moe zijn of misselijk zijn
kort na een injectie)
·
Reacties op de injectieplaats: roodheid, jeuk, ontsteking, zwelling, blauwe plek, huiduitslag,
galbulten, pijn. Reacties op de injectieplaats zijn meestal licht en gaan na een paar uur vanzelf
over.
Vaak voorkomende bijwerkingen
Deze komen voor bij
minder dan 1 op de 10
gebruikers:
·
Misselijkheid (nausea)
·
Zich flauw of licht in het hoofd voelen, of flauwvallen
·
Duizeligheid
·
Moeheid
·
Hoge concentraties van alkalische fosfatase in het bloed (zoals blijkt uit bloedtests)
Krijgt u of uw kind last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
Dit geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel
niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos na
'EXP'. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de koelkast (2 °C 8 °C).
Niet in de vriezer bewaren. Bewaren in de oorspronkelijke
verpakking ter bescherming tegen licht.
Voxzogo kan gedurende maximaal 90 dagen bij kamertemperatuur (onder 30 °C) worden bewaard,
maar niet na de uiterste gebruiksdatum. Plaats Voxzogo
niet terug in de koelkast nadat het middel bij
kamertemperatuur is bewaard.
Noteer op de doos
de datum waarop u Voxzogo uit de koelkast heeft
gehaald om het middel bij kamertemperatuur te bewaren.
Gebruik Voxzogo zodra de oplossing is bereid. Het middel moet in elk geval binnen 3 uur na
bereiding worden gegeven. Gebruik dit geneesmiddel niet als de oplossing voor injectie troebel is of
deeltjes bevat.
Gooi geneesmiddelen niet in de vuilnisbak. Vraag uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen
die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de juiste manier afvoert worden ze op een
verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is vosoritide.
·
Elke injectieflacon van 0,4 mg poeder, gereconstitueerd in een oplossing van 0,5 ml
oplosmiddel, komt overeen met een concentratie van 0,8 mg/ml.
·
Elke injectieflacon van 0,56 mg poeder, gereconstitueerd in een oplossing van 0,7 ml
oplosmiddel, komt overeen met een concentratie van 0,8 mg/ml.
·
Elke injectieflacon van 1,2 mg poeder, gereconstitueerd in een oplossing van 0,6 ml
oplosmiddel, komt overeen met een concentratie van 2 mg/ml.
-
De andere stoffen in dit middel zijn citroenzuur (E330), natriumcitraat (E331),
trehalosedihydraat, mannitol (E421), methionine, polysorbaat 80 (E433).
-
Het oplosmiddel is water voor injecties.
Hoe ziet Voxzogo eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Voxzogo poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie wordt geleverd als:
·
een wit tot geel poeder voor oplossing voor injectie in een glazen injectieflacon en
·
een helder, kleurloos oplosmiddel (water voor injecties) om het poeder in op te lossen.
Na het oplossen van het poeder in het oplosmiddel is de oplossing een heldere, kleurloze tot gele
vloeistof.
·
10 injectieflacons Voxzogo
·
10 voorgevulde spuiten met water voor injecties
·
10 afzonderlijke naalden voor eenmalig gebruik
·
10 afzonderlijke spuiten voor eenmalig gebruik
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
BioMarin International Limited
Shanbally, Ringaskiddy
County Cork
Ierland
P43 R298
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in MM/JJJJ.
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu. Hier vindt u ook verwijzingen naar andere
websites over zeldzame ziektes en hun behandelingen.
Figuur A
Injectieflacon Voxzogo
Naald voor oplosmiddel
Spuit met oplosmiddel
(blauw schuifje voor het intrekken (bevat water voor injecties voor de
van de naald)
reconstitutie van Voxzogo)
Injectiespuit
Benodigde artikelen die niet worden meegeleverd in de verpakking (zie figuur B)
Heeft u deze artikelen niet? Vraag uw apotheker ernaar.
Figuur B
Alcoholdoekjes
Naaldencontainer
Gaasje of pleister
Voordat u begint, zorgt u ervoor dat u een schoon werkvlak heeft en dat u uw handen heeft gewassen.
Stap 1: Plaats de injectieflacon op een schone,
vlakke ondergrond. Wip de dop eraf en veeg de
bovenzijde af met een alcoholdoekje.
Raak de stop van de injectieflacon niet aan met
uw vingers nadat u deze heeft afgeveegd met een
alcoholdoekje.
Stap 2: Breek de dop van de spuit met oplosmiddel
door de dop voorzichtig te buigen.
Stap 3: Draai de naald voor het oplosmiddel op de
spuit met oplosmiddel totdat u de naald niet verder
kunt draaien.
Stap 4: Trek de dop van de naald en steek de naald
door het midden van de stop in de injectieflacon.
Duw de zuigerstang langzaam naar binnen zodat
alle vloeistof in de injectieflacon wordt gespoten.
Pas op dat u niet op het blauwe schuifje drukt
tot stap 5.
Stap 5: Haal de naald uit de injectieflacon en druk
vervolgens op het blauwe schuifje zodat de naald
wordt ingetrokken. Gooi de naald en de spuit weg
in een naaldencontainer.
Zie stap 19 en 'Hoe voer ik dit middel af?'
Gebruik de spuit met oplosmiddel niet voor het
geven van de injectie.
LET OP: Raak de punt van de naald niet
aan.
Stap 6: Draai de injectieflacon voorzichtig rond
totdat het poeder volledig opgelost is en de
oplossing helder is.
Niet schudden.
Controleer of het middel helder tot geel van kleur
is, niet troebel is en geen deeltjes bevat.
Stap 7: Trek de naalddop van de injectiespuit en
steek de naald recht door het midden van de stop in
de injectieflacon.
Buig de naald niet.
LET OP: Plaats de dop niet terug op de
naald.
Stap 8: Houd de injectieflacon en spuit voorzichtig
vast en draai de injectieflacon ondersteboven met
de naald er nog in. De injectieflacon moet zich
bovenop bevinden.
Buig de naald niet.
Stap 9: Houd de punt van de naald in het
geneesmiddel en trek de zuigerstang langzaam naar
buiten om de voorgeschreven dosis in de spuit te
trekken.
Controleer op het receptlabel hoeveel van het
middel u moet optrekken.
LET OP: Trek de voorgeschreven dosis op.
Stap 10: Verwijder grote luchtbellen uit de spuit
door voorzichtig tegen de spuit te tikken. Druk de
bellen vervolgens
langzaam terug in de
injectieflacon.
Stap 11: Herhaal stap 9 en 10 totdat de correcte
voorgeschreven dosis in de spuit zit zonder grote
bellen.
Zorg ervoor dat de dosis in de spuit
overeenkomt met de voorgeschreven dosis. Meet
vanaf de onderkant van de zuiger, zoals
aangegeven.
LET OP: Verwijder grote bellen. 1 of 2 kleine
belletjes zijn acceptabel.
Stap 12: Controleer of de voorgeschreven dosis in
de spuit zit, verwijder de injectieflacon en bereid u
voor op het toedienen van de dosis.
LET OP: Controleer voordat u de
injectieflacon verwijdert, of de hoeveelheid
overeenkomt met de voorgeschreven dosis.
INJECTIEPLAATS KIEZEN EN VOORBEREIDEN
Stap 13: Voxzogo mag uitsluitend in de vetlaag
De volgende plaatsen worden aangeraden voor
onder de huid (subcutaan) worden geïnjecteerd.
toediening van een injectie:
·
achterkant van de bovenarmen of
·
dijen of
·
Injecteer het middel niet door kleding ·
buik (5 centimeter van de navel) or
heen.
·
billen
·
Dien niet tweemaal achter elkaar op
dezelfde plaats een injectie toe.
·
Dien geen injectie toe in huid die
pijnlijk, gekneusd, rood of hard is, of
littekens bevat.
Stap 14: Veeg de injectieplaats af met een
alcoholdoekje en laat de huid aan de lucht drogen.
Raak het schoongemaakte gebied niet meer aan
voordat u de injectie geeft.
INJECTIE MET VOXZOGO GEVEN
Stap 15: Nadat u de plaats met een alcoholdoekje
heeft afgeveegd, knijpt u de huid rondom de
gekozen injectieplaats omhoog.
Stap 16: Steek de naald snel helemaal in de huid in
een hoek van 45 graden.
Stap 17: Laat de huid los en duw de zuigerstang
langzaam helemaal naar binnen. Injecteer de
volledige dosis.
Stap 18: Blijf op de zuigerstang drukken totdat de
naald in de spuit wordt getrokken.
Stap 19: Gooi de gebruikte injectieflacon, spuiten
en naalden weg in een naaldencontainer. Zie 'Hoe
voer ik dit middel af?' voor meer informatie.
Na de injectie met Voxzogo
·
Controleer de injectieplaats. Als zich op de injectieplaats een kleine hoeveelheid bloed
bevindt, drukt u er gedurende enkele seconden voorzichtig een gaasje op of brengt u een
pleister aan.
·
Wrijf
niet over de injectieplaats.
·
Let op tekenen van een lage bloeddruk, zoals duizeligheid, moeheid of misselijkheid.
Heeft u deze symptomen? Bel dan uw arts of zorgverlener, ga op uw rug liggen en leg uw
benen omhoog door er kussens onder te plaatsen.
Doe uw gebruikte of niet langer houdbare injectieflacons, naalden en spuiten meteen na gebruik in een
naaldencontainer.
Als u geen naaldencontainer heeft, kunt u een afvalcontainer gebruiken die:
·
van stevige kunststof gemaakt is
·
kan worden afgesloten met een goed afsluitend, doorprikbestendig deksel waar geen
naalden door kunnen steken
·
rechtop staat en stabiel is tijdens het gebruik
·
bestand is tegen lekken en
·
voorzien is van een behoorlijke aanduiding om te waarschuwen dat zich in de container
gevaarlijk afval bevindt
Wanneer uw naaldencontainer bijna vol is, moet u de naaldencontainer naar behoren afvoeren volgens
de lokale richtlijnen.
Gooi geneesmiddelen, injectieflacons, losse naalden en spuiten niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.