Vyepti 100 mg
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht
alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek 4.8 voor het rapporteren van bijwerkingen.
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
VYEPTI 100 mg concentraat voor oplossing voor infusie
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke injectieflacon met concentraat bevat 100 mg eptinezumab per ml.
Eptinezumab is een gehumaniseerd monoklonaal antilichaam dat geproduceerd is in Pichia
pastoris‑gistcellen.
Hulpstof(fen) met bekend effect
Dit geneesmiddel bevat 40,5 mg sorbitol per ml.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Concentraat voor oplossing voor infusie.
Het concentraat voor oplossing voor infusie is helder tot enigszins opalescent, kleurloos tot bruingeel,
met een pH van
5,5‑6,1 en een osmolaliteit van 290‑350
mOsm/kg.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
VYEPTI is geïndiceerd voor de profylaxe van migraine bij volwassenen die ten minste
4 migrainedagen per maand hebben.
4.2
Dosering en wijze van toediening
De behandeling dient te worden gestart door een zorgprofessional met ervaring in het diagnosticeren
en behandelen van migraine. De infusie van VYEPTI dient te worden gestart door en onder toezicht te
staan van een zorgprofessional.
Dosering
De aanbevolen dosis is 100
mg, eenmaal per 12
weken via intraveneuze infusie toegediend. Sommige
patiënten kunnen
baat hebben bij een dosering van 300 mg, eenmaal per 12
weken via intraveneuze
infusie toegediend (zie rubriek 5.1).
De noodzaak van dosisverhoging
dient binnen 12
weken na het starten van de behandeling te worden
beoordeeld. Wanneer de dosering wordt gewijzigd, dient de eerste dosis van het nieuwe schema te
worden toegediend op de volgende geplande toedieningsdatum.
2
Het algehele voordeel en de voortzetting van behandeling dienen 6 maanden na het starten van de
behandeling te worden beoordeeld. Alle verdere beslissingen over het voortzetten van de behandeling
dienen per individuele patiënt te worden genomen.
Speciale patiëntengroepen
Oudere patiënten (65 jaar en ouder)
Er zijn beperkte gegevens beschikbaar over het gebruik van VYEPTI bij
patiënten ≥
65 jaar. Er is geen
dosisaanpassing nodig bij oudere patiënten, aangezien de farmacokinetiek van eptinezumab niet
beïnvloed werd door leeftijd.
Verminderde nierfunctie/verminderde leverfunctie
Er is geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een verminderde nierfunctie of een verminderde
leverfunctie (zie rubriek
5.2).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van VYEPTI bij kinderen in de leeftijd van 6 tot 18 jaar zijn nog niet
vastgesteld. Er zijn momenteel geen gegevens beschikbaar.
Er is geen relevante toepassing van VYEPTI bij kinderen jonger dan 6 jaar voor de profylaxe van
migraine.
Wijze van toediening
VYEPTI is uitsluitend bestemd voor intraveneus gebruik na verdunning.
Voor instructies over verdunning van het geneesmiddel voorafgaand aan toediening, zie rubriek 6.6.
Na verdunning dient u VYEPTI toe via een infuus
gedurende ongeveer 30
minuten.
De behandelende zorgprofessional dient de patiënt tijdens en na de infusie volgens de normale
klinische praktijk te observeren of te monitoren.
Dien VYEPTI niet als bolusinjectie toe.
4.3
Contra‑indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Terugvinden herkomst
Om het terugvinden van de herkomst van biologicals te verbeteren moeten de naam en het
batchnummer van het toegediende geneesmiddel goed geregistreerd worden.
Patiënten met cardiovasculaire, neurologische of psychiatrische aandoeningen
Patiënten met een voorgeschiedenis van een cardiovasculaire aandoening (bv. hypertensie,
ischemische hartziekte) werden uitgesloten van klinische onderzoeken (zie rubriek 5.1). Er zijn geen
veiligheidsgegevens beschikbaar over deze patiënten. Beperkte veiligheidsgegevens zijn beschikbaar
over patiënten met cardiovasculaire risicofactoren zoals diabetes, aandoeningen van hart en vaatstelsel
en hyperlipidemie.
Patiënten met een voorgeschiedenis van neurologische aandoeningen of patiënten met psychiatrische
aandoeningen bij wie de aandoening niet onder controle was en/of die niet behandeld werden, werden
uitgesloten van de klinische onderzoeken. Er zijn beperkte veiligheidsgegevens beschikbaar over deze
patiënten.
3
Ernstige overgevoeligheid
Ernstige overgevoeligheidsreacties, waaronder anafylactische reacties, zijn gemeld en kunnen zich
binnen enkele minuten na de infusie ontwikkelen. De meeste overgevoeligheidsreacties traden tijdens
de infusie op en waren niet ernstig (zie rubriek 4.8). Als een ernstige overgevoeligheidsreactie
optreedt, moet de toediening van VYEPTI onmiddellijk worden gestopt en moet gepaste therapie
worden gestart. Als de overgevoeligheidsreactie niet ernstig is, is het aan de behandelende arts om de
behandeling met VYEPTI al dan niet voort te zetten, daarbij rekening houdend met de baten-
risicoverhouding voor de individuele patiënt.
Hulpstoffen
VYEPTI bevat sorbitol
(E420). Dit geneesmiddel mag niet worden toegediend aan patiënten met
erfelijke
fructose‑intolerantie, tenzij strikt noodzakelijk.
Er moet bij iedere patiënt een uitgebreide anamnese met betrekking tot symptomen van erfelijke
fructose‑intolerantie worden afgenomen voordat dit geneesmiddel wordt toegediend.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Eptinezumab wordt niet gemetaboliseerd door cytochroom‑P450‑enzymen. Daarom worden interacties
van eptinezumab met gelijktijdige geneesmiddelen die substraten, inductoren of inhibitoren van
cytochroom‑P450‑enzymen zijn, onwaarschijnlijk geacht.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn beperkte gegevens over het gebruik van eptinezumab bij zwangere vrouwen. De resultaten van
dieronderzoek met eptinezumab duiden niet op directe of indirecte schadelijke effecten wat betreft
reproductietoxiciteit (zie rubriek
5.3). Van humaan IgG is
bekend dat het de placentabarrière passeert;
daarom kan eptinezumab worden overgedragen van de moeder op de zich ontwikkelende foetus.
Uit voorzorg heeft het de voorkeur het gebruik van VYEPTI te vermijden tijdens de zwangerschap.
Borstvoeding
Er zijn geen gegevens over de aanwezigheid van eptinezumab in de moedermelk, de effecten op met
moedermelk gevoede zuigelingen of de effecten op de melkproductie. Van humaan IgG is bekend dat
het in de moedermelk wordt uitgescheiden tijdens de eerste dagen na de geboorte, snel daarna
afnemend tot lage concentraties; derhalve kan tijdens deze korte periode een risico voor met
moedermelk gevoede zuigelingen niet worden uitgesloten. Daarna zou het gebruik van eptinezumab
tijdens de periode van borstvoeding kunnen worden overwogen, doch uitsluitend indien dit klinisch
nodig is.
Vruchtbaarheid
Het effect van eptinezumab op de vruchtbaarheid bij de mens is niet beoordeeld. Uit dieronderzoek
met eptinezumab kwam geen invloed op de vrouwelijke en mannelijke vruchtbaarheid naar voren (zie
rubriek
5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
VYEPTI heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen.
4
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Ruim 2
000 patiënten zijn met VYEPTI behandeld in klinische onderzoeken; van hen werden
ongeveer 1 000 patiënten gedurende 48 weken blootgesteld (vier doses).
De meest frequent optredende bijwerkingen waren nasofaryngitis en overgevoeligheid. De meeste
overgevoeligheidsreacties traden tijdens de infusie op en waren niet ernstig. Infuusplaatsgerelateerde
bijwerkingen traden niet vaak op en deden zich in vergelijkbare percentages voor bij VYEPTI- en
placebopatiënten (<
2%), zonder een duidelijk verband met de VYEPTI‑dosis. De
meest frequent
optredende infuusplaatsgerelateerde bijwerking was extravasatie op de infuusplaats, die optrad bij
<
1% van de VYEPTI-
en placebopatiënten.
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
De bijwerkingen uit klinische onderzoeken en postmarketingervaring (tabel 1) zijn ingedeeld naar
MedDRA‑systeem-/orgaanklasse
en frequentie. De frequenties zijn geëvalueerd aan de hand van de
volgende conventie: zeer vaak (≥ 1/10); vaak (≥
1/100 tot < 1/10); soms (≥ 1/1 000 tot < 1/100);
zelden (≥
1/10 000 tot < 1/1 000); zeer zelden (< 1/10 000).
Tabel 1:
Lijst van bijwerkingen
Voorkeursterm
bijwerking
Nasofaryngitis
Overgevoeligheidsreacties
Anafylactische reactie
1
Infusie gerelateerde
reactie
Vermoeidheid
1
Systeem-/orgaanklasse
Infecties en parasitaire
aandoeningen
Immuunsysteemaandoening
en
Algemene aandoeningen en
toedieningsplaatsstoornissen
Frequentiecategorie
Vaak
Vaak
Soms
Vaak
Vaak
Niet gemeld in PROMISE 1 en PROMISE
2, maar wel gemeld in andere onderzoeken en in de
postmarketingsetting.
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Nasofaryngitis
Ongeveer 8% van de patiënten behandeld met 300 mg, 6% van de patiënten
behandeld met 100 mg en
6% van de patiënten behandeld met placebo in PROMISE
1 en PROMISE
2 ervaarden
nasofaryngitis.
Bij alle doseringen trad nasofaryngitis het vaakst op na de eerste dosis VYEPTI. De incidentie nam
duidelijk af bij de volgende doses en bleef daarna redelijk stabiel.
Overgevoeligheids- en infusie gerelateerde reacties
Ernstige overgevoeligheidsreacties, waaronder anafylactische reacties, zijn gemeld en kunnen zich
binnen enkele minuten na het starten van de infusie binnen enkele minuten na de infusie ontwikkelen
(zie rubriek 4.4). De gemelde anafylactische reacties omvatten onder andere symptomen zoals
hypotensie en ademhalingsproblemen en hebben geleid tot stopzetting van VYEPTI. Andere
overgevoeligheidsreacties, waaronder angio‑oedeem, urticaria, overmatig blozen, rash en pruritus,
werden in PROMISE 1 en PROMISE
2 gemeld bij ongeveer 4% van de patiënten behandeld met
300 mg, 3% van de patiënten behandeld met 100 mg en 1% van de patiënten
behandeld met placebo.
Andere symptomen gemeld in samenhang met infusie van eptinezumab omvatten
ademhalingssymptomen (neusverstopping, rhinorroe, keelirritatie, hoesten, niezen, dyspnoea) en
vermoeidheid (zie onder). De meeste van deze voorvallen waren niet ernstig en tijdelijk van aard.
5
Vermoeidheid
Ongeveer
3% van de patiënten behandeld met eptinezumab en 2% van de patiënten behandeld met
placebo in de placebogecontroleerde klinische onderzoeken ervaarden vermoeidheid. Vermoeidheid
kwam het vaakst voor op de dag van de eerste infusie. Na de eerste week en bij de volgende infusies
werd vermoeidheid in lagere incidenties gemeld en waren de incidenties vergelijkbaar met die van
placebo.
Immunogeniciteit
In de klinische onderzoeken PROMISE 1 (maximaal 56 weken) en PROMISE
2 (maximaal 32
weken)
bedroeg de incidentie van anti‑eptinezumab‑antilichamen in beide onderzoeken 18% (105/579) en
20% (115/574) bij de patiënten die elke 12
weken respectievelijk 100
mg en 300
mg kregen. De
incidentie
van anti‑eptinezumab‑antilichamen
piekte in beide onderzoeken in week
24 en vertoonde
daarna een gestage afname, ook na daaropvolgende toedieningen elke 12
weken. De incidentie van
neutraliserende antilichamen in beide onderzoeken bedroeg
8,3% (48/579) en 6,1% (35/574) voor de
groepen die respectievelijk met 100
mg en 300
mg werden behandeld.
In het open‑labelonderzoek PREVAIL (maximaal 96 weken behandeling met 300
mg VYEPTI elke
12 weken) ontwikkelde 18% (23/128) van de patiënten anti‑eptinezumab‑antilichamen
met een totale
incidentie van neutraliserende antilichamen van
7% (9/128). 5,3% van de patiënten was ADA‑positief
op week
48, 4% was ADA‑positief op week 72 en alle patiënten, behalve één patiënt die niet langer
beschikbaar was voor follow‑up, waren ADA‑negatief op week
104 (de laatste beoordeling in het
onderzoek).
In de klinische onderzoeken bleken de plasmadalconcentraties van eptinezumab lager te zijn bij
patiënten die anti‑eptinezumab‑antilichamen ontwikkelden. In de klinische onderzoeken waren
geen
aanwijzingen dat
de ontwikkeling van anti‑eptinezumab‑antilichamen
van invloed was op de
werkzaamheid of veiligheid.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Doses tot 1 000 mg zijn intraveneus aan mensen toegediend zonder tolerantieproblemen of klinisch
significante bijwerkingen.
In geval van een overdosering dient de patiënt symptomatisch behandeld te worden en dienen zo nodig
ondersteunende maatregelen genomen te worden.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: analgetica, calcitonine‑gen‑gerelateerd peptide
(CGRP)‑antagonisten, ATC‑code: N02CD05
Werkingsmechanisme
Eptinezumab is een recombinant gehumaniseerd immunoglobuline
G1 (IgG1)-antilichaam
dat bindt
aan α‑ en β‑vormen van het humaan calcitonine‑gen‑gerelateerd peptide (CGRP)‑ligand met een lage
picomolaire affiniteit (respectievelijk
4 en 3
pM Kd). Eptinezumab voorkomt de activatie van de
6
CGRP‑receptoren en daarmee de daaruit voortvloeiende cascade van fysiologische gebeurtenissen die
gekoppeld zijn aan de initiatie van migraineaanvallen.
Eptinezumab remt
α‑ en β‑CGRP‑gemedieerde neurogene inflammatie en vasodilatatie.
Eptinezumab is zeer selectief (factor > 100 000 t.o.v. de gerelateerde neuropeptiden amyline,
calcitonine, adrenomedulline en intermedine).
Klinische werkzaamheid en veiligheid
VYEPTI (eptinezumab) is in twee placebogecontroleerde kernonderzoeken geëvalueerd voor de
preventieve behandeling van migraine: PROMISE 1 werd uitgevoerd bij patiënten met episodische
migraine (n=888) en PROMISE
2 bij patiënten met chronische migraine (n=1 072). De geïncludeerde
patiënten hadden een voorgeschiedenis van migraine (met en
zonder aura) van ten minste 12
maanden,
volgens de diagnostische criteria van de International Classification of Headache Disorders (ICHD‑II
of
‑III).
PROMISE 1: episodische migraine
PROMISE 1 was een dubbelblind, placebogecontroleerd onderzoek met parallelle groepen om de
werkzaamheid en veiligheid van VYEPTI te evalueren voor de preventieve behandeling van
episodische migraine bij volwassenen. 665 patiënten werden gerandomiseerd naar behandeling met
placebo (N=222), 100 mg eptinezumab (N=221) of 300 mg eptinezumab (N=222) elke 12
weken
gedurende 48 weken (4
infusies). Episodische migraine was gedefinieerd als ≥
4 en
≤
14 hoofdpijndagen, waarvan ten minste 4 migrainedagen, in elke periode
van 28
dagen in de
3
maanden voorafgaand aan de screening en bevestigd tijdens de baselineperiode. De patiënten
mochten tijdens het onderzoek gelijktijdige acute medicatie tegen migraine of hoofdpijn gebruiken,
waaronder migrainespecifieke medicatie (bv. triptanen, ergotaminederivaten). Regelmatig gebruik
(meer dan 7
dagen per maand) van andere behandelingen voor de preventie van migraine was niet
toegestaan.
Het primaire werkzaamheidseindpunt was de verandering ten opzichte van baseline in het gemiddelde
aantal maandelijkse migrainedagen (monthly migraine days, MMD) in week
1‑12. De belangrijkste
secundaire eindpunten waren: het ≥ 50%‑ en het ≥ 75%‑migraine‑responderpercentage, gedefinieerd
als het percentage patiënten dat ten minste de gespecificeerde percentuele afname van migrainedagen
gedurende week
1‑12 bereikte; het ≥ 75%‑migraine‑responderpercentage gedurende week 1‑4; en het
percentage patiënten met een migraine op de dag na de eerste toediening (dag 1).
De patiënten hadden een gemiddelde leeftijd van 40
jaar (spreiding: 18 tot 71 jaar), 84% was vrouw en
84% was wit. Het gemiddelde aantal migrainedagen per maand op baseline was 8,6 en het percentage
patiënten met een migraine op een willekeurige dag was
31%; beide percentages waren vergelijkbaar
in de behandelingsgroepen.
Bij beide doses werd vanaf de eerste dag na toediening een afname van het gemiddelde aantal
maandelijkse migrainedagen ten opzichte van placebo waargenomen.
7
Afbeelding 1 Gemiddelde veranderingen in maandelijkse migrainedagen ten opzichte van
baseline in PROMISE 1
LS = least square; VYEPTI = eptinezumab
Op elk tijdpunt werd gebruikgemaakt van een ANCOVA, met behandeling en profylactisch
medicatiegebruik als factoren en migrainedagen op baseline als continue covariaat, om de gemiddelde
verandering ten opzichte van de baselinewaarde te schatten.
8
Tabel 2:
Resultaten voor de primaire en belangrijkste secundaire werkzaamheidseindpunten
in PROMISE 1 (episodische migraine)
VYEPTI
100 mg
N=221
VYEPTI
300 mg
N=222
8,6
-4,3
-1,1
(-1,7; -0,5)
0,0001
31,5%
11,3%
0,0066
29,7%
13,5%
0,0007
56,3%
18,9%
0,0001
Placebo
N=222
8,4
-3,2
Maandelijkse migrainedagen (MMD) – Week
1‑12
Baseline
8,7
Gemiddelde verandering
-3,9
Verschil t.o.v. placebo
-0,7
BI
95%
(-1,3; -0,1)
p‑waarde
t.o.v. placebo
0,0182
≥ 75%‑MMD‑responders
– Week
1‑4
Responders
30,8%
Verschil t.o.v. placebo
10,5%
p‑waarde
t.o.v. placebo
0,0112
≥ 75%‑MMD‑responders
– Week
1‑12
Responders
22,2%
Verschil t.o.v. placebo
6,0%
p‑waarde
t.o.v. placebo
0,1126
≥ 50%‑MMD‑responders
– Week
1‑12
Responders
49,8%
Verschil t.o.v. placebo
12,4%
p‑waarde
t.o.v. placebo
0,0085
20,3%
16,2%
37,4%
PROMISE 2: chronische migraine
PROMISE
2 was een dubbelblind, placebogecontroleerd wereldwijd onderzoek met parallelle groepen
om de werkzaamheid en veiligheid van VYEPTI te evalueren voor de preventieve behandeling van
chronische migraine bij volwassenen. In totaal werden 1
072
patiënten gerandomiseerd naar
behandeling met placebo (N=366), 100 mg eptinezumab (N=356) of 300 mg eptinezumab (N=350)
elke 12 weken gedurende 24 weken (2 infusies). Chronische migraine was gedefinieerd als ≥
15 tot
≤ 26 hoofdpijndagen, waarvan ≥
8 werden beoordeeld
als migrainedagen, in de 3
maanden
voorafgaand aan de screening en bevestigd tijdens de screeningperiode van 28
dagen. Tijdens het
onderzoek mochten patiënten acute of preventieve medicatie tegen migraine of hoofdpijn gebruiken
volgens een vastgesteld stabiel schema (behalve onabotulinumtoxine A).
Geïncludeerd in de onderzoekspopulatie werden in totaal 431 patiënten (40%) met een tijdens de
screeningperiode bevestigde dubbele diagnose van chronische migraine en
medicatieovergebruikshoofdpijn (geassocieerd met overgebruik van triptanen, ergotamine of
combinatie‑analgetica >
10
dagen/maand, of paracetamol, acetylsalicylzuur, of niet‑steroïdale
ontstekingsremmende middelen ≥
15 dagen/maand).
Het primaire werkzaamheidseindpunt was de verandering ten opzichte van baseline in gemiddelde
MMD in week
1‑12. De belangrijkste secundaire eindpunten waren: het ≥ 50%‑ en het
≥ 75%‑migraine‑responderpercentage gedefinieerd als het percentage patiënten dat de gespecificeerde
percentuele afname van migrainedagen gedurende week
1‑12 bereikte; het
≥ 75%‑migraine‑responderpercentage gedurende week 1‑4; het percentage patiënten met een migraine
op de dag na toediening; de afname in prevalentie van migraine vanaf baseline tot en met week 4; de
verandering
ten opzichte van baseline in de totaalscore voor de Headache Impact Test (HIT‑6) op
week
12 (alleen de dosis van 300
mg); en de verandering vanaf baseline in gemiddeld aantal acute
maandelijkse migrainemedicatiedagen gedurende week
1‑12 (alleen de dosis van 300
mg).
De patiënten hadden een gemiddelde leeftijd van 41 jaar (spreiding: 18 tot 65
jaar), 88% was vrouw en
91% was wit. Eenenveertig procent van de patiënten nam gelijktijdige preventieve medicatie tegen
migraine. Het gemiddelde aantal migrainedagen per maand op baseline was 16,1 en het percentage
9
patiënten met een migraine op een willekeurige dag was
57,6%; beide percentages waren vergelijkbaar
in de behandelingsgroepen.
Bij beide doses werd vanaf de eerste dag na toediening een afname van het gemiddelde aantal
maandelijkse migrainedagen ten opzichte van placebo waargenomen.
Afbeelding 2: Gemiddelde veranderingen in maandelijkse migrainedagen ten opzichte van
baseline in PROMISE 2
LS = least square; VYEPTI = eptinezumab
Op elk tijdpunt werd gebruikgemaakt van een ANCOVA, met behandeling als factor en
migrainedagen op baseline als continue covariaat, om de gemiddelde verandering ten opzichte van de
baselinewaarde te schatten.
10
Tabel 3:
VYEPTI
VYEPTI
Placebo
100 mg
300 mg
N=366
N=356
N=350
Maandelijkse migrainedagen (MMD) – Week
1‑12
Baseline
16,1
16,1
16,2
Gemiddelde verandering
-7,7
-8,2
-5,6
Verschil t.o.v. placebo
-2,0
-2,6
BI
95%
(-2,9; -1,2)
(-3,5; -1,7)
p‑waarde
t.o.v. placebo
< 0,0001
< 0,0001
≥ 75%‑MMD‑responders
– Week
1‑4
Responders
30,9%
36,9%
15,6%
Verschil t.o.v. placebo
15,3%
21,3%
p‑waarde
t.o.v. placebo
< 0,0001
< 0,0001
≥ 75%‑MMD‑responders
– Week
1‑12
Responders
26,7%
33,1%
15,0%
Verschil t.o.v. placebo
11,7%
18,1%
p‑waarde
t.o.v. placebo
0,0001
< 0,0001
≥ 50%‑MMD‑responders
– Week
1‑12
Responders
57,6%
61,4%
39,3%
Verschil t.o.v. placebo
18,2%
22,1%
p‑waarde
t.o.v. placebo
< 0,0001
< 0,0001
a
HIT‑6‑score
– Week
12
Baseline
65,0
65,1
64,8
Gemiddelde verandering
-6,2
-7,3
-4,5
Verschil t.o.v. placebo
-1,7
-2,9
BI
95%
(-2,8; -0,7)
(-3,9; -1,8)
p‑waarde
t.o.v. placebo
0,0010
< 0,0001
Dagen per maand met gebruik van acute medicatie – Week
1‑12
a,b
Baseline
6,6
6,7
6,2
Gemiddelde verandering
-3,3
-3,5
-1,9
Verschil t.o.v. placebo
-1,2
-1,4
BI
95%
(-1,7; -0,7)
(-1,9; -0,9)
p‑waarde
t.o.v. placebo
< 0,0001
< 0,0001
a
Het eindpunt voor de 100
mg‑dosis was geen vooraf gespecificeerd belangrijk secundair eindpunt.
b
Een baselinewaarde was het gemiddelde over de 28
dagen durende screeningperiode voorafgaand aan het
krijgen van de behandeling
Resultaten voor de primaire en belangrijkste secundaire werkzaamheidseindpunten
in PROMISE 2 (chronische migraine)
Patiënten gediagnosticeerd met medicatieovergebruikshoofdpijn
Bij de 431 (40%) patiënten gediagnosticeerd met medicatieovergebruikshoofdpijn (MOH) in
PROMISE
2 bedroeg de gemiddelde verandering in MMD t.o.v. baseline (week 1‑12) voor
VYEPTI 100
mg ‑8,4
dagen, voor VYEPTI
300 mg ‑8,6
dagen en voor placebo
‑5,4
dagen (gemiddeld
verschil t.o.v. placebo van ‑3,0 dagen en ‑3,2
dagen voor respectievelijk 100
mg en 300
mg).
11
PREVAIL: langetermijnonderzoek
Gedurende maximaal 96 weken werd VYEPTI 300 mg elke 12 weken via i.v.‑infusie toegediend bij
128
patiënten met chronische migraine. De primaire doelstelling was het evalueren van de
langetermijnveiligheid na herhaalde doses VYEPTI. Tot de secundaire doelstellingen behoorden het
karakteriseren van de PK‑ en immunogeniciteitsprofielen voor VYEPTI (rubriek
4.8) en het evalueren
van het therapeutisch effect van VYEPTI op verschillende door patiënten gerapporteerde uitkomsten
met betrekking tot migraine en kwaliteit van leven, inclusief de Headache Impact Test (HIT‑6). De
patiënten hadden een gemiddelde leeftijd van 41,5 jaar (spreiding: 18 tot 65
jaar), 85% was vrouw,
95% was wit en 36% nam gelijktijdige preventieve medicatie tegen migraine. Het gemiddelde aantal
migrainedagen per periode van 28 dagen in de 3
maanden voorafgaand aan de screening was
14,1 dagen. In totaal voltooiden 100
patiënten (78,1%) het onderzoek (week
104). Bij baseline was de
impact op de patiënten ernstig, met een gemiddelde totaalscore voor HIT‑6 van
65. De gemiddelde
verandering t.o.v. baseline tot en met week
104 was ‑9,7
(p<0,0001). Het veiligheidsprofiel kwam
overeen met de veiligheidsprofielen waargenomen in de gerandomiseerde, placebogecontroleerde
onderzoeken, en een aanhoudend effect op patiëntrelevante uitkomsten werd waargenomen gedurende
een periode tot 96
weken.
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten tot uitstel van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met VYEPTI in een of meerdere subgroepen van
pediatrische patiënten voor de preventieve behandeling van migraine (zie rubriek
4.2 voor informatie
over pediatrisch gebruik).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Aangezien VYEPTI intraveneus wordt toegediend, is het 100%
biologisch beschikbaar. Eptinezumab
vertoont een lineaire farmacokinetiek en de blootstelling stijgt proportioneel met doses vanaf 10 tot
1 000
mg. Bij een toedieningsschema van eenmaal per 12 weken wordt de steady‑state bereikt na de
eerste dosis. De mediane tijd tot maximumconcentratie (C
max
) bedraagt 30
minuten (eind van infusie)
en de gemiddelde terminale eliminatiehalfwaardetijd bedraagt 27
dagen. De gemiddelde
accumulatieratio's op basis van C
max
en AUC
0‑tau
zijn respectievelijk 1,08 en 1,15.
Absorptie
VYEPTI wordt toegediend via intraveneuze infusie, omzeilt aldus extravasculaire absorptie en is
100%
biologisch beschikbaar. De mediane tijd tot piekconcentratie werd bereikt aan het eind van de
infusie (30
minuten).
Distributie
Het centraal distributievolume (Vc) van eptinezumab was ongeveer 3,7
liter.
Biotransformatie
Eptinezumab wordt naar verwachting door proteolytische enzymen afgebroken tot kleine peptiden en
aminozuren.
Eliminatie
De schijnbare klaring van eptinezumab was 0,15 l/dag en de terminale eliminatiehalfwaardetijd was
ongeveer 27
dagen.
12
Speciale patiëntengroepen
In een farmacokinetische
populatieanalyse onder 2 123
proefpersonen werd verkennend onderzoek
gedaan naar het effect van leeftijd, geslacht, etnische afkomst en lichaamsgewicht op de
farmacokinetiek van eptinezumab. Ten opzichte van een 70
kg wegende proefpersoon was de
steady‑state‑blootstelling van eptinezumab bij een 190 kg wegende proefpersoon tot 52% lager, terwijl
dit tot 50% hoger zou zijn bij een proefpersoon met een lichaamsgewicht van 39
kg. Op basis van de
blootstelling‑respons‑evaluatie had lichaamsgewicht echter geen
effect op de klinische werkzaamheid.
Er is geen dosisaanpassing nodig op basis van lichaamsgewicht. Op basis van
populatiefarmacokinetiek werd de farmacokinetiek van eptinezumab niet beïnvloed door leeftijd
(18‑71), geslacht of ras. Daarom is geen dosisaanpassing
nodig.
Verminderde nier- of leverfunctie
Er is geen specifiek onderzoek naar lever- of nierfunctiestoornissen uitgevoerd om de effecten van
verminderde lever- of nierfunctie op de farmacokinetiek van eptinezumab te beoordelen.
Farmacokinetische populatieanalyses van geïntegreerde gegevens afkomstig uit klinisch onderzoek
met VYEPTI brachten bij patiënten met een verminderde lever- of nierfunctie geen verschillen aan het
licht die een dosisaanpassing zouden vereisen. Er zijn geen gegevens over patiënten met een ernstig
verminderde nierfunctie beschikbaar.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet‑klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig
van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij herhaalde
dosering, juveniele toxiciteit of reproductie- en ontwikkelingstoxiciteit.
Genotoxiciteit en carcinogenese
Aangezien het onwaarschijnlijk is dat eptinezumab rechtstreeks interactie met DNA of ander
chromosomaal materiaal heeft, werden evaluaties in verband met potentiële genotoxiciteit niet
noodzakelijk geacht en niet uitgevoerd.
Aangezien bij uitgebreide evaluatie van de literatuur over de remming van CGRP geen risico van
carcinogeniciteit is vastgesteld, en aangezien in langetermijnonderzoek met apen geen
eptinezumab‑gerelateerde proliferatieve bevindingen zijn waargenomen, werd onderzoek naar
carcinogeniciteit niet noodzakelijk geacht en niet uitgevoerd.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Sorbitol (E420)
L-histidine
L‑histidinehydrochloridemonohydraat
Polysorbaat 80
Water voor injecties
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Bij gebrek aan onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet gemengd worden met
andere geneesmiddelen dan die vermeld zijn in rubriek 6.6.
6.3
3
jaar.
13
Houdbaarheid
Na verdunning moet de VYEPTI oplossing voor infusie (VYEPTI en 0,9%
natriumchloride voor
injectie) binnen 8 uur worden geïnfundeerd (zie rubriek 6.6).
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de koelkast (2
°C – 8 °C).
Niet in de vriezer bewaren en niet schudden.
De injectieflacon in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
Na verdunning kan de VYEPTI oplossing voor infusie (VYEPTI
en 0,9%
natriumchloride voor
injectie) worden bewaard bij kamertemperatuur (beneden 25 °C) of in de koelkast bij 2
°C
‑
8 °C.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Type I glazen injectieflacon van 4 ml, met een stop van chloorbutylrubber. De stop van de
injectieflacon is vervaardigd zonder natuurrubberlatex.
Elk doosje bevat één injectieflacon.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Het geneesmiddel moet voorafgaand aan toediening worden verdund. De verdunning moet door een
zorgprofessional worden bereid met een aseptische techniek teneinde de steriliteit van de bereide
oplossing voor infusie te waarborgen.
Het geneesmiddel bevat geen conserveermiddel en is uitsluitend bedoeld voor eenmalig gebruik; al het
ongebruikte geneesmiddel dient te worden afgevoerd.
Voorafgaand aan verdunning moet het geneesmiddel (het concentraat in de injectieflacons) visueel
worden geïnspecteerd; gebruik het concentraat niet als het zichtbare deeltjes bevat of troebel of
verkleurd is (anders dan helder tot enigszins opalescent, kleurloos tot bruingeel).
Voor de dosis van zowel 100
mg als 300
mg geldt dat een 100
ml‑zak natriumchloride 9 mg/ml (0,9%)
oplossing voor injectie moet worden gebruikt om de VYEPTI oplossing voor infusie te bereiden zoals
hieronder beschreven. Er mogen geen andere intraveneuze verdunningsmiddelen of volumes worden
gebruikt voor het bereiden van de VYEPTI oplossing voor infusie.
Keer de VYEPTI oplossing voor infusie voorzichtig om zodat deze volledig wordt gemengd. Niet
schudden.
Na verdunning moet de VYEPTI oplossing voor infusie binnen 8 uur worden geïnfundeerd. Tijdens
deze periode kan de VYEPTI oplossing voor infusie worden bewaard bij kamertemperatuur (beneden
25 °C) of in de koelkast bij 2
°C
‑
8 °C. Als de VYEPTI oplossing voor infusie wordt bewaard bij
2
°C
‑
8 °C, moet u de oplossing voorafgaand aan de infusie laten opwarmen tot kamertemperatuur.
NIET IN DE VRIEZER BEWAREN.
VYEPTI 100
mg‑dosis
Om de VYEPTI oplossing voor infusie te bereiden, trekt u met een steriele naald en injectiespuit
1,0
ml VYEPTI op uit één injectieflacon voor eenmalig gebruik. Injecteer de inhoud van 1,0
ml
(100 mg) in een 100
ml‑zak 0,9% natriumchloride voor injectie.
14
VYEPTI 300 mg‑dosis
Om de VYEPTI oplossing voor infusie te bereiden, trekt u met een steriele naald en injectiespuit
1,0
ml VYEPTI op uit 3
injectieflacons voor eenmalig gebruik. Injecteer de resulterende inhoud van
3,0 ml (300
mg) in een 100
ml‑zak 0,9% natriumchloride voor injectie.
Instructies voor het toedienen van een infuus
Parenterale geneesmiddelen moeten, voordat ze worden toegediend, visueel worden gecontroleerd op
deeltjes en verkleuring, voor zover de oplossing en de verpakking dat toelaten. Niet gebruiken indien
de vloeistof zichtbare deeltjes bevat of troebel of verkleurd is.
Infundeer de dosis VYEPTI 100
mg of VYEPTI 300
mg zoals voorgeschreven, na verdunning van de
inhoud van de injectieflacon in een 100
ml‑zak 0,9%
natriumchloride voor injectie, gedurende
ongeveer 30 minuten. Gebruik een intraveneuze infusieset met een inline of add‑on filter van 0,2 of
0,22 μm. Spoel na voltooiing van de infusie de lijn door met 20 ml 0,9%
natriumchloride voor injectie.
Dien VYEPTI niet als bolusinjectie toe.
Er mogen geen andere geneesmiddelen via de infusieset worden toegediend of met VYEPTI worden
gemengd.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
H. Lundbeck A/S
Ottiliavej
9
2500
Valby
Denemarken
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/21/1599/001
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning:
24 januari 2022
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu
15
BIJLAGE II
A.
B.
C.
D.
FABRIKANT(EN) VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF(FEN) EN
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN
DE HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN
VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
16
A.
FABRIKANT(EN) VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF(FEN) EN
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) van de biologisch werkzame stof(fen)
Sandoz GmbH
Biochemiestrasse 10
6250
Kundl
Oostenrijk
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
H. Lundbeck A/S
Ottiliavej
9
2500
Valby
Denemarken
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C.
•
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD‑lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn
2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd
op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
De vergunninghouder zal het eerste periodieke veiligheidsverslag voor dit geneesmiddel binnen
6 maanden na toekenning van de vergunning indienen.
D.
•
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele
daaropvolgende overeengekomen
RMP‑aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
•
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
•
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
17
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
18
A. ETIKETTERING
19
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
VYEPTI 100 mg concentraat voor oplossing voor infusie
eptinezumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke injectieflacon met concentraat bevat 100 mg eptinezumab per ml.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: sorbitol, L‑histidine, L‑histidinehydrochloridemonohydraat, polysorbaat
80 en water voor
injecties
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Steriel concentraat
1 injectieflacon
1 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor intraveneus gebruik na verdunning.
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
Niet in de vriezer bewaren en niet schudden.
20
De injectieflacon in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET‑GEBRUIKTE
GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
H. Lundbeck A/S
Ottiliavej
9
2500
Valby
Denemarken
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/21/1599/001
13.
Lot
14.
15.
16.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
PARTIJNUMMER
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17.
UNIEK
IDENTIFICATIEKENMERK ‑ 2D MATRIXCODE
2D
matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK ‑ VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
21
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
INJECTIEFLACON
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
VYEPTI 100 mg steriel concentraat
eptinezumab
Intraveneus (i.v.) gebruik na verdunning
2.
3.
EXP
4.
Lot
5.
1 ml
6.
OVERIGE
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
PARTIJNUMMER
WIJZE VAN TOEDIENING
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
22
B. BIJSLUITER
23
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
VYEPTI 100 mg concentraat voor oplossing voor infusie
eptinezumab
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel krijgt toegediend want er staat
belangrijke informatie in voor u.
•
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
•
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
•
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
•
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1.
Wat is VYEPTI en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet toegediend krijgen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe wordt dit middel gebruikt?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe wordt dit middel bewaard?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Wat is VYEPTI en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
VYEPTI bevat de werkzame stof eptinezumab, die de activiteit blokkeert van
calcitonine‑gen‑gerelateerd peptide (CGRP), een stof die van nature voorkomt in het lichaam. Mensen
met migraine hebben mogelijk verhoogde concentraties van deze stof.
VYEPTI wordt gebruikt om
migraine te voorkomen
bij volwassenen die minstens 4 dagen per maand
migraine hebben.
VYEPTI kan het aantal dagen met migraine verminderen en de kwaliteit van uw leven verbeteren.
Mogelijk voelt u het preventieve effect al vanaf de dag na de toediening van dit geneesmiddel.
2.
zijn?
Wanneer mag u dit middel niet toegediend krijgen of moet u er extra voorzichtig mee
Wanneer mag u dit middel niet toegediend krijgen?
•
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem, voordat u VYEPTI toegediend krijgt, contact op met uw arts of verpleegkundige als u een
ziekte heeft die nadelige invloed heeft op het hart en de bloedsomloop.
VYEPTI kan ernstige allergische reacties veroorzaken. Deze reacties kunnen zich snel ontwikkelen,
zelfs al tijdens de toediening van het geneesmiddel. Vertel het uw arts onmiddellijk als u symptomen
van een allergische reactie krijgt, zoals:
•
moeilijk ademen
24
•
•
•
een snelle of zwakke hartslag of een plotselinge daling van de bloeddruk, waardoor u zich duizelig
of licht in het hoofd voelt
zwelling van de lippen of tong
ernstige jeuk van de huid of huiduitslag tijdens de toediening van VYEPTI, of daarna
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
VYEPTI wordt niet aanbevolen voor kinderen of jongeren onder de 18 jaar omdat het in deze
leeftijdsgroep niet is onderzocht.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast VYEPTI nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel toegediend krijgt.
Het heeft het de voorkeur het gebruik van VYEPTI te vermijden tijdens de zwangerschap, omdat de
effecten van dit geneesmiddel bij zwangere vrouwen niet bekend zijn.
Het is niet bekend of VYEPTI in de moedermelk terechtkomt. Uw arts zal u helpen beslissen of u met
de borstvoeding moet stoppen of met de behandeling met VYEPTI moet stoppen. Als u borstvoeding
geeft of borstvoeding wilt gaan geven, overleg dan met uw arts voordat u met VYEPTI behandeld gaat
worden. U en uw arts moeten dan beslissen of u borstvoeding kunt geven en met VYEPTI behandeld
kunt worden.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
VYEPTI heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid of op het vermogen om
machines te bedienen.
VYEPTI bevat sorbitol
Sorbitol is een bron van fructose. Als u erfelijke fructose‑intolerantie heeft, een zeldzame erfelijke
aandoening, mag u dit geneesmiddel niet toegediend krijgen. Patiënten met erfelijke
fructose‑intolerantie kunnen fructose niet afbreken. Dat kan ernstige bijwerkingen veroorzaken.
Als u erfelijke fructose‑intolerantie heeft, moet u dat aan uw arts melden voordat
u dit geneesmiddel
toegediend krijgt.
3.
Hoe wordt dit middel gebruikt?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld.
Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts.
VYEPTI wordt gegeven door middel van een druppelinfuus in een ader. Het infuus duurt ongeveer
30
minuten. VYEPTI wordt aan u toegediend door een zorgverlener. Deze maakt het infuus klaar
voordat de toediening begint. Tijdens en na het infuus zal de zorgverlener u volgens de normale
klinische praktijk controleren op tekenen van een allergische reactie.
De aanbevolen dosering is 100
mg eenmaal in de 12
weken. Sommige patiënten kunnen baat hebben
bij een dosis van 300 mg eenmaal in de 12
weken. Uw arts zal bepalen wat de juiste dosering voor u is
en hoelang uw behandeling moet doorgaan.
Heeft u te veel van dit middel gekregen?
Het middel wordt aan u toegediend door een zorgverlener. Daarom is het onwaarschijnlijk dat u te
veel VYEPTI krijgt. Vertel het aan uw arts als u denkt dat dit wel is gebeurd.
25
Bent u een toediening van dit middel vergeten?
Als een toediening wordt gemist, zal uw arts bepalen wanneer u de volgende dosis moet krijgen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Neem direct contact op met uw arts of verpleegkundige
als een van de volgende bijwerkingen bij u
optreedt. U heeft mogelijk dringend medische behandeling nodig:
Vaak:
kunnen optreden bij maximaal 1 op de 10 mensen:
•
allergische reacties en andere reacties door de infusie
Reacties kunnen zich tijdens een infuus snel ontwikkelen. Klachten van allergische reacties zijn:
-
moeilijk ademen
-
snelle of zwakke hartslag
-
plotselinge daling van de bloeddruk, waardoor u zich duizelig of licht in het hoofd voelt
-
zwelling van de lippen of tong
-
ernstige jeuk van de huid, huiduitslag
Ernstige allergische reacties komen soms voor (kunnen optreden bij maximaal 1 op de
100 mensen).
Andere symptomen die kunnen optreden door de infusie omvatten ademhalingsklachten (zoals
verstopte neus of loopneus, geïrriteerde keel, hoesten, niezen, kortademigheid) en een vermoeid
gevoel. Deze symptomen zijn doorgaans niet ernstig en van korte duur.
Andere bijwerkingen kunnen met de volgende frequentie optreden:
Vaak: kunnen optreden bij maximaal 1 op de 10 mensen:
•
verstopte neus
•
zere keel
•
vermoeidheid
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. Dit geldt ook
voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks
melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
*
Door bijwerkingen te melden,
kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het etiket en de
doos na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de koelkast (2
°C – 8 °C).
Niet in de vriezer bewaren en niet schudden.
De injectieflacon in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
Na verdunning kan de oplossing worden bewaard bij kamertemperatuur
(beneden 25
°C) of in de
koelkast bij 2
°C
‑
8 °C. De verdunde oplossing voor infusie moet binnen 8 uur worden toegediend.
26
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat de oplossing zichtbare deeltjes bevat of troebel of
verkleurd is.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC. Vraag uw apotheker wat u met
geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de juiste manier afvoert
worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
- De werkzame stof in dit middel is eptinezumab. Elke injectieflacon met concentraat bevat
100 milligram eptinezumab per milliliter.
- De andere stoffen in dit middel zijn sorbitol
(E420), L‑histidine,
L‑histidinehydrochloridemonohydraat, polysorbaat
80 en water voor injecties.
Hoe ziet VYEPTI eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
VYEPTI concentraat voor oplossing voor infusie is helder tot een beetje melkachtig, kleurloos tot
bruingeel. Elke injectieflacon bevat één
milliliter concentraat in een doorzichtige glazen injectieflacon
met een stop van rubber, een verzegeling van aluminium en een 'flip‑off'‑dop van kunststof.
Elke verpakking bevat één injectieflacon voor eenmalig gebruik.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
H. Lundbeck A/S
Ottiliavej
9
2500
Valby
Denemarken
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lundbeck S.A./N.V.
Tél/Tel: +32 2 535 7979
България
Lundbeck Export A/S Representative Office
Tel: +359 2 962 4696
Česká republika
Lundbeck Česká republika s.r.o.
Tel: +420 225 275 600
Danmark
Lundbeck Pharma A/S
Tlf: +45 4371 4270
Deutschland
Lundbeck GmbH
Tel: +49
40
23649 0
Eesti
Lundbeck Eesti AS
Tel: + 372 605 9350
27
Lietuva
H. Lundbeck A/S
Tel: +45 36301311(Danija)
lietuva@lundbeck.com
Luxembourg/Luxemburg
Lundbeck S.A.
Tél: +32 2 535 7979
Magyarország
Lundbeck Hungaria Kft.
Tel: +36 1 4369980
Malta
H. Lundbeck A/S
Tel: + 45 36301311
Nederland
Lundbeck B.V.
Tel: +31 20 697 1901
Norge
H. Lundbeck AS
Tlf: +47 91 300 800
Ελλάδα
Lundbeck Hellas S.A.
Τηλ: +30 210
610
5036
España
Lundbeck España S.A.
Tel: +34 93 494 9620
France
Lundbeck SAS
Tél: + 33 1 79 41 29 00
Hrvatska
Lundbeck Croatia d.o.o.
Tel.: + 385 1 6448263
Ireland
Lundbeck (Ireland) Limited
Tel: +353
1
468 9800
Ísland
Vistor hf.
Tel: +354 535 7000
Italia
Lundbeck Italia S.p.A.
Tel:
+39 02 677 4171
Κύπρος
Lundbeck Hellas A.E
Τηλ.: +357 22490305
Latvija
H. Lundbeck A/S
Tel: +45 36301311(Dānija)
latvia@lundbeck.com
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Österreich
Lundbeck Austria GmbH
Tel: +43 1 253 621 6033
Polska
Lundbeck Poland Sp. z o. o.
Tel.: + 48 22 626 93 00
Portugal
Lundbeck Portugal Lda
Tel: +351 21
00 45
900
România
Lundbeck Romania SRL
Tel: +40 21319 88 26
Slovenija
Lundbeck Pharma d.o.o.
Tel.: +386 2 229 4500
Slovenská republika
Lundbeck Slovensko s.r.o.
Tel: +421 2 5341 42 18
Suomi/Finland
Oy H. Lundbeck Ab
Puh/Tel: +358 2 276
5000
Sverige
H. Lundbeck AB
Tel: +46 40 699 8200
United Kingdom
(Northern Ireland)
Lundbeck Ireland Limited
Tel: +353 468 9800
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu.
<------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------>
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
Instructies voor verdunning en toediening
Het geneesmiddel moet voorafgaand aan toediening worden verdund. De verdunning moet door een
zorgprofessional worden bereid met een aseptische techniek teneinde de steriliteit van de bereide
oplossing voor infusie te waarborgen.
Het geneesmiddel bevat geen conserveermiddel en is uitsluitend bedoeld voor eenmalig gebruik; al het
ongebruikte geneesmiddel dient te worden afgevoerd.
28
Voorafgaand aan verdunning moet het geneesmiddel (het concentraat in de injectieflacons) visueel
worden geïnspecteerd; gebruik het concentraat niet als het zichtbare deeltjes bevat of troebel of
verkleurd is (anders dan helder tot enigszins opalescent, kleurloos tot bruingeel).
Voor de dosis van zowel 100
mg als 300
mg geldt dat een 100
ml‑zak natriumchloride 9 mg/ml (0,9%)
oplossing voor injectie moet worden gebruikt om de VYEPTI oplossing voor infusie te bereiden zoals
hieronder beschreven. Er mogen geen andere intraveneuze verdunningsmiddelen of volumes worden
gebruikt voor het bereiden van de VYEPTI oplossing voor infusie.
Keer de VYEPTI oplossing voor infusie voorzichtig om zodat deze volledig wordt gemengd. Niet
schudden.
Na verdunning moet de VYEPTI oplossing voor infusie binnen 8 uur worden geïnfundeerd. Tijdens
deze periode kan de VYEPTI oplossing voor infusie worden bewaard bij kamertemperatuur (beneden
25 °C) of in de koelkast bij 2
°C
‑
8 °C. Als de VYEPTI oplossing voor infusie wordt bewaard bij
2
°C
‑
8 °C, moet u de oplossing voorafgaand aan de infusie laten opwarmen tot kamertemperatuur.
NIET IN DE VRIEZER BEWAREN.
•
VYEPTI 100
mg‑dosis
Om de VYEPTI oplossing voor infusie te bereiden, trekt u met een steriele naald en injectiespuit
1,0
ml VYEPTI op uit één injectieflacon voor eenmalig gebruik. Injecteer de inhoud van 1,0
ml
(100 mg) in een 100
ml‑zak 0,9% natriumchloride voor injectie.
•
VYEPTI 300 mg‑dosis
Om de VYEPTI oplossing voor infusie te bereiden, trekt u met een steriele naald en injectiespuit
1,0
ml VYEPTI op uit 3
injectieflacons voor eenmalig gebruik. Injecteer de resulterende inhoud
van 3,0 ml (300
mg) in een 100
ml‑zak 0,9% natriumchloride voor injectie.
Instructies voor het toedienen van een infuus
Parenterale geneesmiddelen moeten, voordat ze worden toegediend, visueel worden gecontroleerd op
deeltjes en verkleuring, voor zover de oplossing en de verpakking dat toelaten. Niet gebruiken indien
de vloeistof zichtbare deeltjes bevat of troebel of verkleurd is.
Infundeer de dosis VYEPTI 100
mg of VYEPTI 300
mg zoals voorgeschreven, na verdunning van de
inhoud van de injectieflacon in een 100
ml‑zak 0,9%
natriumchloride voor injectie, gedurende
ongeveer 30 minuten. Gebruik een intraveneuze infusieset met een inline of add‑on filter van 0,2 of
0,22 μm. Spoel na voltooiing van de infusie de lijn door met 20 ml 0,9%
natriumchloride voor injectie.
Dien VYEPTI niet als bolusinjectie toe.
Er mogen geen andere geneesmiddelen via de infusieset worden toegediend of met VYEPTI worden
gemengd.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
29
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht
alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek 4.8 voor het rapporteren van bijwerkingen.
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
VYEPTI 100 mg concentraat voor oplossing voor infusie
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke injectieflacon met concentraat bevat 100 mg eptinezumab per ml.
Eptinezumab is een gehumaniseerd monoklonaal antilichaam dat geproduceerd is in Pichia
pastorisgistcellen.
Hulpstof(fen) met bekend effect
Dit geneesmiddel bevat 40,5 mg sorbitol per ml.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Concentraat voor oplossing voor infusie.
Het concentraat voor oplossing voor infusie is helder tot enigszins opalescent, kleurloos tot bruingeel,
met een pH van 5,56,1 en een osmolaliteit van 290350 mOsm/kg.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
VYEPTI is geïndiceerd voor de profylaxe van migraine bij volwassenen die ten minste
4 migrainedagen per maand hebben.
4.2
Dosering en wijze van toediening
De behandeling dient te worden gestart door een zorgprofessional met ervaring in het diagnosticeren
en behandelen van migraine. De infusie van VYEPTI dient te worden gestart door en onder toezicht te
staan van een zorgprofessional.
Dosering
De aanbevolen dosis is 100 mg, eenmaal per 12 weken via intraveneuze infusie toegediend. Sommige
patiënten kunnen baat hebben bij een dosering van 300 mg, eenmaal per 12 weken via intraveneuze
infusie toegediend (zie rubriek 5.1).
De noodzaak van dosisverhoging dient binnen 12 weken na het starten van de behandeling te worden
beoordeeld. Wanneer de dosering wordt gewijzigd, dient de eerste dosis van het nieuwe schema te
worden toegediend op de volgende geplande toedieningsdatum.
behandeling te worden beoordeeld. Alle verdere beslissingen over het voortzetten van de behandeling
dienen per individuele patiënt te worden genomen.
Speciale patiëntengroepen
Oudere patiënten (65 jaar en ouder)
Er zijn beperkte gegevens beschikbaar over het gebruik van VYEPTI bij patiënten 65 jaar. Er is geen
dosisaanpassing nodig bij oudere patiënten, aangezien de farmacokinetiek van eptinezumab niet
beïnvloed werd door leeftijd.
Verminderde nierfunctie/verminderde leverfunctie
Er is geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een verminderde nierfunctie of een verminderde
leverfunctie (zie rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van VYEPTI bij kinderen in de leeftijd van 6 tot 18 jaar zijn nog niet
vastgesteld. Er zijn momenteel geen gegevens beschikbaar.
Er is geen relevante toepassing van VYEPTI bij kinderen jonger dan 6 jaar voor de profylaxe van
migraine.
Wijze van toediening
VYEPTI is uitsluitend bestemd voor intraveneus gebruik na verdunning.
Voor instructies over verdunning van het geneesmiddel voorafgaand aan toediening, zie rubriek 6.6.
Na verdunning dient u VYEPTI toe via een infuus gedurende ongeveer 30 minuten.
De behandelende zorgprofessional dient de patiënt tijdens en na de infusie volgens de normale
klinische praktijk te observeren of te monitoren.
Dien VYEPTI niet als bolusinjectie toe.
4.3 Contraindicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Terugvinden herkomst
Om het terugvinden van de herkomst van biologicals te verbeteren moeten de naam en het
batchnummer van het toegediende geneesmiddel goed geregistreerd worden.
Patiënten met cardiovasculaire, neurologische of psychiatrische aandoeningen
Patiënten met een voorgeschiedenis van een cardiovasculaire aandoening (bv. hypertensie,
ischemische hartziekte) werden uitgesloten van klinische onderzoeken (zie rubriek 5.1). Er zijn geen
veiligheidsgegevens beschikbaar over deze patiënten. Beperkte veiligheidsgegevens zijn beschikbaar
over patiënten met cardiovasculaire risicofactoren zoals diabetes, aandoeningen van hart en vaatstelsel
en hyperlipidemie.
Patiënten met een voorgeschiedenis van neurologische aandoeningen of patiënten met psychiatrische
aandoeningen bij wie de aandoening niet onder controle was en/of die niet behandeld werden, werden
uitgesloten van de klinische onderzoeken. Er zijn beperkte veiligheidsgegevens beschikbaar over deze
patiënten.
Ernstige overgevoeligheidsreacties, waaronder anafylactische reacties, zijn gemeld en kunnen zich
binnen enkele minuten na de infusie ontwikkelen. De meeste overgevoeligheidsreacties traden tijdens
de infusie op en waren niet ernstig (zie rubriek 4.8). Als een ernstige overgevoeligheidsreactie
optreedt, moet de toediening van VYEPTI onmiddellijk worden gestopt en moet gepaste therapie
worden gestart. Als de overgevoeligheidsreactie niet ernstig is, is het aan de behandelende arts om de
behandeling met VYEPTI al dan niet voort te zetten, daarbij rekening houdend met de baten-
risicoverhouding voor de individuele patiënt.
Hulpstoffen
VYEPTI bevat sorbitol (E420). Dit geneesmiddel mag niet worden toegediend aan patiënten met
erfelijke fructoseintolerantie, tenzij strikt noodzakelijk.
Er moet bij iedere patiënt een uitgebreide anamnese met betrekking tot symptomen van erfelijke
fructoseintolerantie worden afgenomen voordat dit geneesmiddel wordt toegediend.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Eptinezumab wordt niet gemetaboliseerd door cytochroomP450enzymen. Daarom worden interacties
van eptinezumab met gelijktijdige geneesmiddelen die substraten, inductoren of inhibitoren van
cytochroomP450enzymen zijn, onwaarschijnlijk geacht.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn beperkte gegevens over het gebruik van eptinezumab bij zwangere vrouwen. De resultaten van
dieronderzoek met eptinezumab duiden niet op directe of indirecte schadelijke effecten wat betreft
reproductietoxiciteit (zie rubriek 5.3). Van humaan IgG is bekend dat het de placentabarrière passeert;
daarom kan eptinezumab worden overgedragen van de moeder op de zich ontwikkelende foetus.
Uit voorzorg heeft het de voorkeur het gebruik van VYEPTI te vermijden tijdens de zwangerschap.
Borstvoeding
Er zijn geen gegevens over de aanwezigheid van eptinezumab in de moedermelk, de effecten op met
moedermelk gevoede zuigelingen of de effecten op de melkproductie. Van humaan IgG is bekend dat
het in de moedermelk wordt uitgescheiden tijdens de eerste dagen na de geboorte, snel daarna
afnemend tot lage concentraties; derhalve kan tijdens deze korte periode een risico voor met
moedermelk gevoede zuigelingen niet worden uitgesloten. Daarna zou het gebruik van eptinezumab
tijdens de periode van borstvoeding kunnen worden overwogen, doch uitsluitend indien dit klinisch
nodig is.
Vruchtbaarheid
Het effect van eptinezumab op de vruchtbaarheid bij de mens is niet beoordeeld. Uit dieronderzoek
met eptinezumab kwam geen invloed op de vrouwelijke en mannelijke vruchtbaarheid naar voren (zie
rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
VYEPTI heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen.
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Ruim 2 000 patiënten zijn met VYEPTI behandeld in klinische onderzoeken; van hen werden
ongeveer 1 000 patiënten gedurende 48 weken blootgesteld (vier doses).
De meest frequent optredende bijwerkingen waren nasofaryngitis en overgevoeligheid. De meeste
overgevoeligheidsreacties traden tijdens de infusie op en waren niet ernstig. Infuusplaatsgerelateerde
bijwerkingen traden niet vaak op en deden zich in vergelijkbare percentages voor bij VYEPTI- en
placebopatiënten (< 2%), zonder een duidelijk verband met de VYEPTIdosis. De meest frequent
optredende infuusplaatsgerelateerde bijwerking was extravasatie op de infuusplaats, die optrad bij
< 1% van de VYEPTI- en placebopatiënten.
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
De bijwerkingen uit klinische onderzoeken en postmarketingervaring (tabel 1) zijn ingedeeld naar
MedDRAsysteem-/orgaanklasse en frequentie. De frequenties zijn geëvalueerd aan de hand van de
volgende conventie: zeer vaak ( 1/10); vaak ( 1/100 tot < 1/10); soms ( 1/1 000 tot < 1/100);
zelden ( 1/10 000 tot < 1/1 000); zeer zelden (< 1/10 000).
Tabel 1:
Lijst van bijwerkingen
Systeem-/orgaanklasse
Voorkeursterm
Frequentiecategorie
bijwerking
Infecties en parasitaire
Nasofaryngitis
Vaak
aandoeningen
Immuunsysteemaandoening Overgevoeligheidsreacties Vaak
en
Anafylactische reactie1
Soms
Algemene aandoeningen en Infusie gerelateerde
Vaak
toedieningsplaatsstoornissen reactie
Vermoeidheid
Vaak
1 Niet gemeld in PROMISE 1 en PROMISE 2, maar wel gemeld in andere onderzoeken en in de
postmarketingsetting.
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Nasofaryngitis
Ongeveer 8% van de patiënten behandeld met 300 mg, 6% van de patiënten behandeld met 100 mg en
6% van de patiënten behandeld met placebo in PROMISE 1 en PROMISE 2 ervaarden nasofaryngitis.
Bij alle doseringen trad nasofaryngitis het vaakst op na de eerste dosis VYEPTI. De incidentie nam
duidelijk af bij de volgende doses en bleef daarna redelijk stabiel.
Overgevoeligheids- en infusie gerelateerde reacties
Ernstige overgevoeligheidsreacties, waaronder anafylactische reacties, zijn gemeld en kunnen zich
binnen enkele minuten na het starten van de infusie binnen enkele minuten na de infusie ontwikkelen
(zie rubriek 4.4). De gemelde anafylactische reacties omvatten onder andere symptomen zoals
hypotensie en ademhalingsproblemen en hebben geleid tot stopzetting van VYEPTI. Andere
overgevoeligheidsreacties, waaronder angiooedeem, urticaria, overmatig blozen, rash en pruritus,
werden in PROMISE 1 en PROMISE 2 gemeld bij ongeveer 4% van de patiënten behandeld met
300 mg, 3% van de patiënten behandeld met 100 mg en 1% van de patiënten behandeld met placebo.
Andere symptomen gemeld in samenhang met infusie van eptinezumab omvatten
ademhalingssymptomen (neusverstopping, rhinorroe, keelirritatie, hoesten, niezen, dyspnoea) en
vermoeidheid (zie onder). De meeste van deze voorvallen waren niet ernstig en tijdelijk van aard.
Ongeveer 3% van de patiënten behandeld met eptinezumab en 2% van de patiënten behandeld met
placebo in de placebogecontroleerde klinische onderzoeken ervaarden vermoeidheid. Vermoeidheid
kwam het vaakst voor op de dag van de eerste infusie. Na de eerste week en bij de volgende infusies
werd vermoeidheid in lagere incidenties gemeld en waren de incidenties vergelijkbaar met die van
placebo.
Immunogeniciteit
In de klinische onderzoeken PROMISE 1 (maximaal 56 weken) en PROMISE 2 (maximaal 32 weken)
bedroeg de incidentie van antieptinezumabantilichamen in beide onderzoeken 18% (105/579) en
20% (115/574) bij de patiënten die elke 12 weken respectievelijk 100 mg en 300 mg kregen. De
incidentie van antieptinezumabantilichamen piekte in beide onderzoeken in week 24 en vertoonde
daarna een gestage afname, ook na daaropvolgende toedieningen elke 12 weken. De incidentie van
neutraliserende antilichamen in beide onderzoeken bedroeg 8,3% (48/579) en 6,1% (35/574) voor de
groepen die respectievelijk met 100 mg en 300 mg werden behandeld.
In het openlabelonderzoek PREVAIL (maximaal 96 weken behandeling met 300 mg VYEPTI elke
12 weken) ontwikkelde 18% (23/128) van de patiënten antieptinezumabantilichamen met een totale
incidentie van neutraliserende antilichamen van 7% (9/128). 5,3% van de patiënten was ADApositief
op week 48, 4% was ADApositief op week 72 en alle patiënten, behalve één patiënt die niet langer
beschikbaar was voor followup, waren ADAnegatief op week 104 (de laatste beoordeling in het
onderzoek).
In de klinische onderzoeken bleken de plasmadalconcentraties van eptinezumab lager te zijn bij
patiënten die antieptinezumabantilichamen ontwikkelden. In de klinische onderzoeken waren geen
aanwijzingen dat de ontwikkeling van antieptinezumabantilichamen van invloed was op de
werkzaamheid of veiligheid.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Doses tot 1 000 mg zijn intraveneus aan mensen toegediend zonder tolerantieproblemen of klinisch
significante bijwerkingen.
In geval van een overdosering dient de patiënt symptomatisch behandeld te worden en dienen zo nodig
ondersteunende maatregelen genomen te worden.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: analgetica, calcitoninegengerelateerd peptide
(CGRP)antagonisten, ATCcode: N02CD05
Werkingsmechanisme
Eptinezumab is een recombinant gehumaniseerd immunoglobuline G1 (IgG1)-antilichaam dat bindt
aan en vormen van het humaan calcitoninegengerelateerd peptide (CGRP)ligand met een lage
picomolaire affiniteit (respectievelijk 4 en 3 pM Kd). Eptinezumab voorkomt de activatie van de
gekoppeld zijn aan de initiatie van migraineaanvallen.
Eptinezumab remt en CGRPgemedieerde neurogene inflammatie en vasodilatatie.
Eptinezumab is zeer selectief (factor > 100 000 t.o.v. de gerelateerde neuropeptiden amyline,
calcitonine, adrenomedulline en intermedine).
Klinische werkzaamheid en veiligheid
VYEPTI (eptinezumab) is in twee placebogecontroleerde kernonderzoeken geëvalueerd voor de
preventieve behandeling van migraine: PROMISE 1 werd uitgevoerd bij patiënten met episodische
migraine (n=888) en PROMISE 2 bij patiënten met chronische migraine (n=1 072). De geïncludeerde
patiënten hadden een voorgeschiedenis van migraine (met en zonder aura) van ten minste 12 maanden,
volgens de diagnostische criteria van de International Classification of Headache Disorders (ICHDII
of III).
PROMISE 1: episodische migraine
PROMISE 1 was een dubbelblind, placebogecontroleerd onderzoek met parallelle groepen om de
werkzaamheid en veiligheid van VYEPTI te evalueren voor de preventieve behandeling van
episodische migraine bij volwassenen. 665 patiënten werden gerandomiseerd naar behandeling met
placebo (N=222), 100 mg eptinezumab (N=221) of 300 mg eptinezumab (N=222) elke 12 weken
gedurende 48 weken (4 infusies). Episodische migraine was gedefinieerd als 4 en
14 hoofdpijndagen, waarvan ten minste 4 migrainedagen, in elke periode van 28 dagen in de
3 maanden voorafgaand aan de screening en bevestigd tijdens de baselineperiode. De patiënten
mochten tijdens het onderzoek gelijktijdige acute medicatie tegen migraine of hoofdpijn gebruiken,
waaronder migrainespecifieke medicatie (bv. triptanen, ergotaminederivaten). Regelmatig gebruik
(meer dan 7 dagen per maand) van andere behandelingen voor de preventie van migraine was niet
toegestaan.
Het primaire werkzaamheidseindpunt was de verandering ten opzichte van baseline in het gemiddelde
aantal maandelijkse migrainedagen (monthly migraine days, MMD) in week 112. De belangrijkste
secundaire eindpunten waren: het 50% en het 75%migraineresponderpercentage, gedefinieerd
als het percentage patiënten dat ten minste de gespecificeerde percentuele afname van migrainedagen
gedurende week 112 bereikte; het 75%migraineresponderpercentage gedurende week 14; en het
percentage patiënten met een migraine op de dag na de eerste toediening (dag 1).
De patiënten hadden een gemiddelde leeftijd van 40 jaar (spreiding: 18 tot 71 jaar), 84% was vrouw en
84% was wit. Het gemiddelde aantal migrainedagen per maand op baseline was 8,6 en het percentage
patiënten met een migraine op een willekeurige dag was 31%; beide percentages waren vergelijkbaar
in de behandelingsgroepen.
Bij beide doses werd vanaf de eerste dag na toediening een afname van het gemiddelde aantal
maandelijkse migrainedagen ten opzichte van placebo waargenomen.
baseline in PROMISE 1
LS = least square; VYEPTI = eptinezumab
Op elk tijdpunt werd gebruikgemaakt van een ANCOVA, met behandeling en profylactisch
medicatiegebruik als factoren en migrainedagen op baseline als continue covariaat, om de gemiddelde
verandering ten opzichte van de baselinewaarde te schatten.
in PROMISE 1 (episodische migraine)
VYEPTI
VYEPTI
100 mg
300 mg
Placebo
N=221
N=222
N=222
Maandelijkse migrainedagen (MMD) Week 112
Baseline
8,7
8,6
8,4
Gemiddelde verandering
-3,9
-4,3
-3,2
Verschil t.o.v. placebo
-0,7
-1,1
BI95%
(-1,3; -0,1)
(-1,7; -0,5)
pwaarde t.o.v. placebo
0,0182
0,0001
75%MMDresponders Week 14
Responders
30,8%
31,5%
20,3%
Verschil t.o.v. placebo
10,5%
11,3%
pwaarde t.o.v. placebo
0,0112
0,0066
75%MMDresponders Week 112
Responders
22,2%
29,7%
16,2%
Verschil t.o.v. placebo
6,0%
13,5%
pwaarde t.o.v. placebo
0,1126
0,0007
50%MMDresponders Week 112
Responders
49,8%
56,3%
37,4%
Verschil t.o.v. placebo
12,4%
18,9%
pwaarde t.o.v. placebo
0,0085
0,0001
PROMISE 2: chronische migraine
PROMISE 2 was een dubbelblind, placebogecontroleerd wereldwijd onderzoek met parallelle groepen
om de werkzaamheid en veiligheid van VYEPTI te evalueren voor de preventieve behandeling van
chronische migraine bij volwassenen. In totaal werden 1 072 patiënten gerandomiseerd naar
behandeling met placebo (N=366), 100 mg eptinezumab (N=356) of 300 mg eptinezumab (N=350)
elke 12 weken gedurende 24 weken (2 infusies). Chronische migraine was gedefinieerd als 15 tot
26 hoofdpijndagen, waarvan 8 werden beoordeeld als migrainedagen, in de 3 maanden
voorafgaand aan de screening en bevestigd tijdens de screeningperiode van 28 dagen. Tijdens het
onderzoek mochten patiënten acute of preventieve medicatie tegen migraine of hoofdpijn gebruiken
volgens een vastgesteld stabiel schema (behalve onabotulinumtoxine A).
Geïncludeerd in de onderzoekspopulatie werden in totaal 431 patiënten (40%) met een tijdens de
screeningperiode bevestigde dubbele diagnose van chronische migraine en
medicatieovergebruikshoofdpijn (geassocieerd met overgebruik van triptanen, ergotamine of
combinatieanalgetica > 10 dagen/maand, of paracetamol, acetylsalicylzuur, of nietsteroïdale
ontstekingsremmende middelen 15 dagen/maand).
Het primaire werkzaamheidseindpunt was de verandering ten opzichte van baseline in gemiddelde
MMD in week 112. De belangrijkste secundaire eindpunten waren: het 50% en het
75%migraineresponderpercentage gedefinieerd als het percentage patiënten dat de gespecificeerde
percentuele afname van migrainedagen gedurende week 112 bereikte; het
75%migraineresponderpercentage gedurende week 14; het percentage patiënten met een migraine
op de dag na toediening; de afname in prevalentie van migraine vanaf baseline tot en met week 4; de
verandering ten opzichte van baseline in de totaalscore voor de Headache Impact Test (HIT6) op
week 12 (alleen de dosis van 300 mg); en de verandering vanaf baseline in gemiddeld aantal acute
maandelijkse migrainemedicatiedagen gedurende week 112 (alleen de dosis van 300 mg).
De patiënten hadden een gemiddelde leeftijd van 41 jaar (spreiding: 18 tot 65 jaar), 88% was vrouw en
91% was wit. Eenenveertig procent van de patiënten nam gelijktijdige preventieve medicatie tegen
migraine. Het gemiddelde aantal migrainedagen per maand op baseline was 16,1 en het percentage
in de behandelingsgroepen.
Bij beide doses werd vanaf de eerste dag na toediening een afname van het gemiddelde aantal
maandelijkse migrainedagen ten opzichte van placebo waargenomen.
Afbeelding 2: Gemiddelde veranderingen in maandelijkse migrainedagen ten opzichte van
baseline in PROMISE 2
LS = least square; VYEPTI = eptinezumab
Op elk tijdpunt werd gebruikgemaakt van een ANCOVA, met behandeling als factor en
migrainedagen op baseline als continue covariaat, om de gemiddelde verandering ten opzichte van de
baselinewaarde te schatten.
in PROMISE 2 (chronische migraine)
VYEPTI
VYEPTI
100 mg
300 mg
Placebo
N=356
N=350
N=366
Maandelijkse migrainedagen (MMD) Week 112
Baseline
16,1
16,1
16,2
Gemiddelde verandering
-7,7
-8,2
-5,6
Verschil t.o.v. placebo
-2,0
-2,6
BI95%
(-2,9; -1,2)
(-3,5; -1,7)
pwaarde t.o.v. placebo
< 0,0001
< 0,0001
75%MMDresponders Week 14
Responders
30,9%
36,9%
15,6%
Verschil t.o.v. placebo
15,3%
21,3%
pwaarde t.o.v. placebo
< 0,0001
< 0,0001
75%MMDresponders Week 112
Responders
26,7%
33,1%
15,0%
Verschil t.o.v. placebo
11,7%
18,1%
pwaarde t.o.v. placebo
0,0001
< 0,0001
50%MMDresponders Week 112
Responders
57,6%
61,4%
39,3%
Verschil t.o.v. placebo
18,2%
22,1%
pwaarde t.o.v. placebo
< 0,0001
< 0,0001
HIT6score Week 12a
Baseline
65,0
65,1
64,8
Gemiddelde verandering
-6,2
-7,3
-4,5
Verschil t.o.v. placebo
-1,7
-2,9
BI95%
(-2,8; -0,7)
(-3,9; -1,8)
pwaarde t.o.v. placebo
0,0010
< 0,0001
Dagen per maand met gebruik van acute medicatie Week 112a,b
Baseline
6,6
6,7
6,2
Gemiddelde verandering
-3,3
-3,5
-1,9
Verschil t.o.v. placebo
-1,2
-1,4
BI95%
(-1,7; -0,7)
(-1,9; -0,9)
pwaarde t.o.v. placebo
< 0,0001
< 0,0001
a Het eindpunt voor de 100 mgdosis was geen vooraf gespecificeerd belangrijk secundair eindpunt.
b Een baselinewaarde was het gemiddelde over de 28 dagen durende screeningperiode voorafgaand aan het
krijgen van de behandeling
Patiënten gediagnosticeerd met medicatieovergebruikshoofdpijn
Bij de 431 (40%) patiënten gediagnosticeerd met medicatieovergebruikshoofdpijn (MOH) in
PROMISE 2 bedroeg de gemiddelde verandering in MMD t.o.v. baseline (week 112) voor
VYEPTI 100 mg 8,4 dagen, voor VYEPTI 300 mg 8,6 dagen en voor placebo 5,4 dagen (gemiddeld
verschil t.o.v. placebo van 3,0 dagen en 3,2 dagen voor respectievelijk 100 mg en 300 mg).
Gedurende maximaal 96 weken werd VYEPTI 300 mg elke 12 weken via i.v.infusie toegediend bij
128 patiënten met chronische migraine. De primaire doelstelling was het evalueren van de
langetermijnveiligheid na herhaalde doses VYEPTI. Tot de secundaire doelstellingen behoorden het
karakteriseren van de PK en immunogeniciteitsprofielen voor VYEPTI (rubriek 4.8) en het evalueren
van het therapeutisch effect van VYEPTI op verschillende door patiënten gerapporteerde uitkomsten
met betrekking tot migraine en kwaliteit van leven, inclusief de Headache Impact Test (HIT6). De
patiënten hadden een gemiddelde leeftijd van 41,5 jaar (spreiding: 18 tot 65 jaar), 85% was vrouw,
95% was wit en 36% nam gelijktijdige preventieve medicatie tegen migraine. Het gemiddelde aantal
migrainedagen per periode van 28 dagen in de 3 maanden voorafgaand aan de screening was
14,1 dagen. In totaal voltooiden 100 patiënten (78,1%) het onderzoek (week 104). Bij baseline was de
impact op de patiënten ernstig, met een gemiddelde totaalscore voor HIT6 van 65. De gemiddelde
verandering t.o.v. baseline tot en met week 104 was 9,7 (p<0,0001). Het veiligheidsprofiel kwam
overeen met de veiligheidsprofielen waargenomen in de gerandomiseerde, placebogecontroleerde
onderzoeken, en een aanhoudend effect op patiëntrelevante uitkomsten werd waargenomen gedurende
een periode tot 96 weken.
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten tot uitstel van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met VYEPTI in een of meerdere subgroepen van
pediatrische patiënten voor de preventieve behandeling van migraine (zie rubriek 4.2 voor informatie
over pediatrisch gebruik).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Aangezien VYEPTI intraveneus wordt toegediend, is het 100% biologisch beschikbaar. Eptinezumab
vertoont een lineaire farmacokinetiek en de blootstelling stijgt proportioneel met doses vanaf 10 tot
1 000 mg. Bij een toedieningsschema van eenmaal per 12 weken wordt de steadystate bereikt na de
eerste dosis. De mediane tijd tot maximumconcentratie (Cmax) bedraagt 30 minuten (eind van infusie)
en de gemiddelde terminale eliminatiehalfwaardetijd bedraagt 27 dagen. De gemiddelde
accumulatieratio's op basis van Cmax en AUC0tau zijn respectievelijk 1,08 en 1,15.
Absorptie
VYEPTI wordt toegediend via intraveneuze infusie, omzeilt aldus extravasculaire absorptie en is
100% biologisch beschikbaar. De mediane tijd tot piekconcentratie werd bereikt aan het eind van de
infusie (30 minuten).
Distributie
Het centraal distributievolume (Vc) van eptinezumab was ongeveer 3,7 liter.
Biotransformatie
Eptinezumab wordt naar verwachting door proteolytische enzymen afgebroken tot kleine peptiden en
aminozuren.
Eliminatie
De schijnbare klaring van eptinezumab was 0,15 l/dag en de terminale eliminatiehalfwaardetijd was
ongeveer 27 dagen.
In een farmacokinetische populatieanalyse onder 2 123 proefpersonen werd verkennend onderzoek
gedaan naar het effect van leeftijd, geslacht, etnische afkomst en lichaamsgewicht op de
farmacokinetiek van eptinezumab. Ten opzichte van een 70 kg wegende proefpersoon was de
steadystateblootstelling van eptinezumab bij een 190 kg wegende proefpersoon tot 52% lager, terwijl
dit tot 50% hoger zou zijn bij een proefpersoon met een lichaamsgewicht van 39 kg. Op basis van de
blootstellingresponsevaluatie had lichaamsgewicht echter geen effect op de klinische werkzaamheid.
Er is geen dosisaanpassing nodig op basis van lichaamsgewicht. Op basis van
populatiefarmacokinetiek werd de farmacokinetiek van eptinezumab niet beïnvloed door leeftijd
(1871), geslacht of ras. Daarom is geen dosisaanpassing nodig.
Verminderde nier- of leverfunctie
Er is geen specifiek onderzoek naar lever- of nierfunctiestoornissen uitgevoerd om de effecten van
verminderde lever- of nierfunctie op de farmacokinetiek van eptinezumab te beoordelen.
Farmacokinetische populatieanalyses van geïntegreerde gegevens afkomstig uit klinisch onderzoek
met VYEPTI brachten bij patiënten met een verminderde lever- of nierfunctie geen verschillen aan het
licht die een dosisaanpassing zouden vereisen. Er zijn geen gegevens over patiënten met een ernstig
verminderde nierfunctie beschikbaar.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Nietklinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig
van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij herhaalde
dosering, juveniele toxiciteit of reproductie- en ontwikkelingstoxiciteit.
Genotoxiciteit en carcinogenese
Aangezien het onwaarschijnlijk is dat eptinezumab rechtstreeks interactie met DNA of ander
chromosomaal materiaal heeft, werden evaluaties in verband met potentiële genotoxiciteit niet
noodzakelijk geacht en niet uitgevoerd.
Aangezien bij uitgebreide evaluatie van de literatuur over de remming van CGRP geen risico van
carcinogeniciteit is vastgesteld, en aangezien in langetermijnonderzoek met apen geen
eptinezumabgerelateerde proliferatieve bevindingen zijn waargenomen, werd onderzoek naar
carcinogeniciteit niet noodzakelijk geacht en niet uitgevoerd.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Sorbitol (E420)
L-histidine
Lhistidinehydrochloridemonohydraat
Polysorbaat 80
Water voor injecties
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Bij gebrek aan onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet gemengd worden met
andere geneesmiddelen dan die vermeld zijn in rubriek 6.6.
6.3
Houdbaarheid
3 jaar.
injectie) binnen 8 uur worden geïnfundeerd (zie rubriek 6.6).
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de koelkast (2 °C 8 °C).
Niet in de vriezer bewaren en niet schudden.
De injectieflacon in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
Na verdunning kan de VYEPTI oplossing voor infusie (VYEPTI en 0,9% natriumchloride voor
injectie) worden bewaard bij kamertemperatuur (beneden 25 °C) of in de koelkast bij 2 °C 8 °C.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Type I glazen injectieflacon van 4 ml, met een stop van chloorbutylrubber. De stop van de
injectieflacon is vervaardigd zonder natuurrubberlatex.
Elk doosje bevat één injectieflacon.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Het geneesmiddel moet voorafgaand aan toediening worden verdund. De verdunning moet door een
zorgprofessional worden bereid met een aseptische techniek teneinde de steriliteit van de bereide
oplossing voor infusie te waarborgen.
Het geneesmiddel bevat geen conserveermiddel en is uitsluitend bedoeld voor eenmalig gebruik; al het
ongebruikte geneesmiddel dient te worden afgevoerd.
Voorafgaand aan verdunning moet het geneesmiddel (het concentraat in de injectieflacons) visueel
worden geïnspecteerd; gebruik het concentraat niet als het zichtbare deeltjes bevat of troebel of
verkleurd is (anders dan helder tot enigszins opalescent, kleurloos tot bruingeel).
Voor de dosis van zowel 100 mg als 300 mg geldt dat een 100 mlzak natriumchloride 9 mg/ml (0,9%)
oplossing voor injectie moet worden gebruikt om de VYEPTI oplossing voor infusie te bereiden zoals
hieronder beschreven. Er mogen geen andere intraveneuze verdunningsmiddelen of volumes worden
gebruikt voor het bereiden van de VYEPTI oplossing voor infusie.
Keer de VYEPTI oplossing voor infusie voorzichtig om zodat deze volledig wordt gemengd. Niet
schudden.
Na verdunning moet de VYEPTI oplossing voor infusie binnen 8 uur worden geïnfundeerd. Tijdens
deze periode kan de VYEPTI oplossing voor infusie worden bewaard bij kamertemperatuur (beneden
25 °C) of in de koelkast bij 2 °C 8 °C. Als de VYEPTI oplossing voor infusie wordt bewaard bij
2 °C 8 °C, moet u de oplossing voorafgaand aan de infusie laten opwarmen tot kamertemperatuur.
NIET IN DE VRIEZER BEWAREN.
VYEPTI 100 mgdosis
Om de VYEPTI oplossing voor infusie te bereiden, trekt u met een steriele naald en injectiespuit
1,0 ml VYEPTI op uit één injectieflacon voor eenmalig gebruik. Injecteer de inhoud van 1,0 ml
(100 mg) in een 100 mlzak 0,9% natriumchloride voor injectie.
Om de VYEPTI oplossing voor infusie te bereiden, trekt u met een steriele naald en injectiespuit
1,0 ml VYEPTI op uit 3 injectieflacons voor eenmalig gebruik. Injecteer de resulterende inhoud van
3,0 ml (300 mg) in een 100 mlzak 0,9% natriumchloride voor injectie.
Instructies voor het toedienen van een infuus
Parenterale geneesmiddelen moeten, voordat ze worden toegediend, visueel worden gecontroleerd op
deeltjes en verkleuring, voor zover de oplossing en de verpakking dat toelaten. Niet gebruiken indien
de vloeistof zichtbare deeltjes bevat of troebel of verkleurd is.
Infundeer de dosis VYEPTI 100 mg of VYEPTI 300 mg zoals voorgeschreven, na verdunning van de
inhoud van de injectieflacon in een 100 mlzak 0,9% natriumchloride voor injectie, gedurende
ongeveer 30 minuten. Gebruik een intraveneuze infusieset met een inline of addon filter van 0,2 of
0,22 m. Spoel na voltooiing van de infusie de lijn door met 20 ml 0,9% natriumchloride voor injectie.
Dien VYEPTI niet als bolusinjectie toe.
Er mogen geen andere geneesmiddelen via de infusieset worden toegediend of met VYEPTI worden
gemengd.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
H. Lundbeck A/S
Ottiliavej 9
2500 Valby
Denemarken
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/21/1599/001
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 24 januari 2022
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu
BIJLAGE II
A.
FABRIKANT(EN) VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF(FEN) EN
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN GEBRUIK
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN
DE HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN
VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) van de biologisch werkzame stof(fen)
Sandoz GmbH
Biochemiestrasse 10
6250 Kundl
Oostenrijk
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
H. Lundbeck A/S
Ottiliavej 9
2500 Valby
Denemarken
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
·
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURDlijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
De vergunninghouder zal het eerste periodieke veiligheidsverslag voor dit geneesmiddel binnen
6 maanden na toekenning van de vergunning indienen.
D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
·
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMPaanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
· op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
· steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
A. ETIKETTERING
OMDOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
VYEPTI 100 mg concentraat voor oplossing voor infusie
eptinezumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke injectieflacon met concentraat bevat 100 mg eptinezumab per ml.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: sorbitol, Lhistidine, Lhistidinehydrochloridemonohydraat, polysorbaat 80 en water voor
injecties
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Steriel concentraat
1 injectieflacon
1 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor intraveneus gebruik na verdunning.
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
Niet in de vriezer bewaren en niet schudden.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIETGEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
H. Lundbeck A/S
Ottiliavej 9
2500 Valby
Denemarken
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/21/1599/001
13. PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
WORDEN VERMELD
INJECTIEFLACON
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
VYEPTI 100 mg steriel concentraat
eptinezumab
Intraveneus (i.v.) gebruik na verdunning
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
1 ml
6.
OVERIGE
B. BIJSLUITER
VYEPTI 100 mg concentraat voor oplossing voor infusie
eptinezumab
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel krijgt toegediend want er staat
belangrijke informatie in voor u.
· Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
· Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
· Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
· Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is VYEPTI en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet toegediend krijgen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe wordt dit middel gebruikt?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe wordt dit middel bewaard?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is VYEPTI en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
VYEPTI bevat de werkzame stof eptinezumab, die de activiteit blokkeert van
calcitoninegengerelateerd peptide (CGRP), een stof die van nature voorkomt in het lichaam. Mensen
met migraine hebben mogelijk verhoogde concentraties van deze stof.
VYEPTI wordt gebruikt om
migraine te voorkomen bij volwassenen die minstens 4 dagen per maand
migraine hebben.
VYEPTI kan het aantal dagen met migraine verminderen en de kwaliteit van uw leven verbeteren.
Mogelijk voelt u het preventieve effect al vanaf de dag na de toediening van dit geneesmiddel.
2.
Wanneer mag u dit middel niet toegediend krijgen of moet u er extra voorzichtig mee
zijn?
Wanneer mag u dit middel niet toegediend krijgen?
· U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem, voordat u VYEPTI toegediend krijgt, contact op met uw arts of verpleegkundige als u een
ziekte heeft die nadelige invloed heeft op het hart en de bloedsomloop.
VYEPTI kan ernstige allergische reacties veroorzaken. Deze reacties kunnen zich snel ontwikkelen,
zelfs al tijdens de toediening van het geneesmiddel. Vertel het uw arts onmiddellijk als u symptomen
van een allergische reactie krijgt, zoals:
· moeilijk ademen
of licht in het hoofd voelt
· zwelling van de lippen of tong
· ernstige jeuk van de huid of huiduitslag tijdens de toediening van VYEPTI, of daarna
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
VYEPTI wordt niet aanbevolen voor kinderen of jongeren onder de 18 jaar omdat het in deze
leeftijdsgroep niet is onderzocht.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast VYEPTI nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel toegediend krijgt.
Het heeft het de voorkeur het gebruik van VYEPTI te vermijden tijdens de zwangerschap, omdat de
effecten van dit geneesmiddel bij zwangere vrouwen niet bekend zijn.
Het is niet bekend of VYEPTI in de moedermelk terechtkomt. Uw arts zal u helpen beslissen of u met
de borstvoeding moet stoppen of met de behandeling met VYEPTI moet stoppen. Als u borstvoeding
geeft of borstvoeding wilt gaan geven, overleg dan met uw arts voordat u met VYEPTI behandeld gaat
worden. U en uw arts moeten dan beslissen of u borstvoeding kunt geven en met VYEPTI behandeld
kunt worden.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
VYEPTI heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid of op het vermogen om
machines te bedienen.
VYEPTI bevat sorbitol
Sorbitol is een bron van fructose. Als u erfelijke fructoseintolerantie heeft, een zeldzame erfelijke
aandoening, mag u dit geneesmiddel niet toegediend krijgen. Patiënten met erfelijke
fructoseintolerantie kunnen fructose niet afbreken. Dat kan ernstige bijwerkingen veroorzaken.
Als u erfelijke fructoseintolerantie heeft, moet u dat aan uw arts melden voordat u dit geneesmiddel
toegediend krijgt.
3.
Hoe wordt dit middel gebruikt?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts.
VYEPTI wordt gegeven door middel van een druppelinfuus in een ader. Het infuus duurt ongeveer
30 minuten. VYEPTI wordt aan u toegediend door een zorgverlener. Deze maakt het infuus klaar
voordat de toediening begint. Tijdens en na het infuus zal de zorgverlener u volgens de normale
klinische praktijk controleren op tekenen van een allergische reactie.
De aanbevolen dosering is 100 mg eenmaal in de 12 weken. Sommige patiënten kunnen baat hebben
bij een dosis van 300 mg eenmaal in de 12 weken. Uw arts zal bepalen wat de juiste dosering voor u is
en hoelang uw behandeling moet doorgaan.
Heeft u te veel van dit middel gekregen?
Het middel wordt aan u toegediend door een zorgverlener. Daarom is het onwaarschijnlijk dat u te
veel VYEPTI krijgt. Vertel het aan uw arts als u denkt dat dit wel is gebeurd.
Als een toediening wordt gemist, zal uw arts bepalen wanneer u de volgende dosis moet krijgen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Neem direct contact op met uw arts of verpleegkundige als een van de volgende bijwerkingen bij u
optreedt. U heeft mogelijk dringend medische behandeling nodig:
Vaak: kunnen optreden bij maximaal 1 op de 10 mensen:
·
allergische reacties en andere reacties door de infusie
Reacties kunnen zich tijdens een infuus snel ontwikkelen. Klachten van allergische reacties zijn:
- moeilijk ademen
- snelle of zwakke hartslag
- plotselinge daling van de bloeddruk, waardoor u zich duizelig of licht in het hoofd voelt
- zwelling van de lippen of tong
- ernstige jeuk van de huid, huiduitslag
Ernstige allergische reacties komen soms voor (kunnen optreden bij maximaal 1 op de
100 mensen).
Andere symptomen die kunnen optreden door de infusie omvatten ademhalingsklachten (zoals
verstopte neus of loopneus, geïrriteerde keel, hoesten, niezen, kortademigheid) en een vermoeid
gevoel. Deze symptomen zijn doorgaans niet ernstig en van korte duur.
Andere bijwerkingen kunnen met de volgende frequentie optreden:
Vaak: kunnen optreden bij maximaal 1 op de 10 mensen:
· verstopte neus
· zere keel
· vermoeidheid
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. Dit geldt ook
voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks
melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. * Door bijwerkingen te melden,
kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het etiket en de
doos na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de koelkast (2 °C 8 °C).
Niet in de vriezer bewaren en niet schudden.
De injectieflacon in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
Na verdunning kan de oplossing worden bewaard bij kamertemperatuur (beneden 25 °C) of in de
koelkast bij 2 °C 8 °C. De verdunde oplossing voor infusie moet binnen 8 uur worden toegediend.
verkleurd is.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC. Vraag uw apotheker wat u met
geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de juiste manier afvoert
worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
- De werkzame stof in dit middel is eptinezumab. Elke injectieflacon met concentraat bevat
100 milligram eptinezumab per milliliter.
- De andere stoffen in dit middel zijn sorbitol (E420), Lhistidine,
Lhistidinehydrochloridemonohydraat, polysorbaat 80 en water voor injecties.
Hoe ziet VYEPTI eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
VYEPTI concentraat voor oplossing voor infusie is helder tot een beetje melkachtig, kleurloos tot
bruingeel. Elke injectieflacon bevat één milliliter concentraat in een doorzichtige glazen injectieflacon
met een stop van rubber, een verzegeling van aluminium en een 'flipoff'dop van kunststof.
Elke verpakking bevat één injectieflacon voor eenmalig gebruik.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
H. Lundbeck A/S
Ottiliavej 9
2500 Valby
Denemarken
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Lundbeck S.A./N.V.
H. Lundbeck A/S
Tél/Tel: +32 2 535 7979
Tel: +45 36301311(Danija)
lietuva@lundbeck.com
Luxembourg/Luxemburg
Lundbeck Export A/S Representative Office
Lundbeck S.A.
Tel: +359 2 962 4696
Tél: +32 2 535 7979
Ceská republika
Magyarország
Lundbeck Ceská republika s.r.o.
Lundbeck Hungaria Kft.
Tel: +420 225 275 600
Tel: +36 1 4369980
Danmark
Malta
Lundbeck Pharma A/S
H. Lundbeck A/S
Tlf: +45 4371 4270
Tel: + 45 36301311
Deutschland
Nederland
Lundbeck GmbH
Lundbeck B.V.
Tel: +49 40 23649 0
Tel: +31 20 697 1901
Eesti
Norge
Lundbeck Eesti AS
H. Lundbeck AS
Tel: + 372 605 9350
Tlf: +47 91 300 800
Österreich
Lundbeck Hellas S.A.
Lundbeck Austria GmbH
: +30 210 610 5036
Tel: +43 1 253 621 6033
España
Polska
Lundbeck España S.A.
Lundbeck Poland Sp. z o. o.
Tel: +34 93 494 9620
Tel.: + 48 22 626 93 00
France
Portugal
Lundbeck SAS
Lundbeck Portugal Lda
Tél: + 33 1 79 41 29 00
Tel: +351 21 00 45 900
Hrvatska
România
Lundbeck Croatia d.o.o.
Lundbeck Romania SRL
Tel.: + 385 1 6448263
Tel: +40 21319 88 26
Ireland
Slovenija
Lundbeck (Ireland) Limited
Lundbeck Pharma d.o.o.
Tel: +353 1 468 9800
Tel.: +386 2 229 4500
Ísland
Slovenská republika
Vistor hf.
Lundbeck Slovensko s.r.o.
Tel: +354 535 7000
Tel: +421 2 5341 42 18
Italia
Suomi/Finland
Lundbeck Italia S.p.A.
Oy H. Lundbeck Ab
Tel: +39 02 677 4171
Puh/Tel: +358 2 276 5000
Sverige
Lundbeck Hellas A.E
H. Lundbeck AB
.: +357 22490305
Tel: +46 40 699 8200
Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
H. Lundbeck A/S
Lundbeck Ireland Limited
Tel: +45 36301311(Dnija)
Tel: +353 468 9800
latvia@lundbeck.com
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
<------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------>
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
Instructies voor verdunning en toediening
Het geneesmiddel moet voorafgaand aan toediening worden verdund. De verdunning moet door een
zorgprofessional worden bereid met een aseptische techniek teneinde de steriliteit van de bereide
oplossing voor infusie te waarborgen.
Het geneesmiddel bevat geen conserveermiddel en is uitsluitend bedoeld voor eenmalig gebruik; al het
ongebruikte geneesmiddel dient te worden afgevoerd.
worden geïnspecteerd; gebruik het concentraat niet als het zichtbare deeltjes bevat of troebel of
verkleurd is (anders dan helder tot enigszins opalescent, kleurloos tot bruingeel).
Voor de dosis van zowel 100 mg als 300 mg geldt dat een 100 mlzak natriumchloride 9 mg/ml (0,9%)
oplossing voor injectie moet worden gebruikt om de VYEPTI oplossing voor infusie te bereiden zoals
hieronder beschreven. Er mogen geen andere intraveneuze verdunningsmiddelen of volumes worden
gebruikt voor het bereiden van de VYEPTI oplossing voor infusie.
Keer de VYEPTI oplossing voor infusie voorzichtig om zodat deze volledig wordt gemengd. Niet
schudden.
Na verdunning moet de VYEPTI oplossing voor infusie binnen 8 uur worden geïnfundeerd. Tijdens
deze periode kan de VYEPTI oplossing voor infusie worden bewaard bij kamertemperatuur (beneden
25 °C) of in de koelkast bij 2 °C 8 °C. Als de VYEPTI oplossing voor infusie wordt bewaard bij
2 °C 8 °C, moet u de oplossing voorafgaand aan de infusie laten opwarmen tot kamertemperatuur.
NIET IN DE VRIEZER BEWAREN.
· VYEPTI 100 mgdosis
Om de VYEPTI oplossing voor infusie te bereiden, trekt u met een steriele naald en injectiespuit
1,0 ml VYEPTI op uit één injectieflacon voor eenmalig gebruik. Injecteer de inhoud van 1,0 ml
(100 mg) in een 100 mlzak 0,9% natriumchloride voor injectie.
· VYEPTI 300 mgdosis
Om de VYEPTI oplossing voor infusie te bereiden, trekt u met een steriele naald en injectiespuit
1,0 ml VYEPTI op uit 3 injectieflacons voor eenmalig gebruik. Injecteer de resulterende inhoud
van 3,0 ml (300 mg) in een 100 mlzak 0,9% natriumchloride voor injectie.
Instructies voor het toedienen van een infuus
Parenterale geneesmiddelen moeten, voordat ze worden toegediend, visueel worden gecontroleerd op
deeltjes en verkleuring, voor zover de oplossing en de verpakking dat toelaten. Niet gebruiken indien
de vloeistof zichtbare deeltjes bevat of troebel of verkleurd is.
Infundeer de dosis VYEPTI 100 mg of VYEPTI 300 mg zoals voorgeschreven, na verdunning van de
inhoud van de injectieflacon in een 100 mlzak 0,9% natriumchloride voor injectie, gedurende
ongeveer 30 minuten. Gebruik een intraveneuze infusieset met een inline of addon filter van 0,2 of
0,22 m. Spoel na voltooiing van de infusie de lijn door met 20 ml 0,9% natriumchloride voor injectie.
Dien VYEPTI niet als bolusinjectie toe.
Er mogen geen andere geneesmiddelen via de infusieset worden toegediend of met VYEPTI worden
gemengd.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.